vanaf 1952 | Lage Ham 62, Dongen | |||
vanaf 1962 | Min Aalberselaan 6, 5103 BA Dongen (Gebouwd door opa Andries) |
Modelleur (Bij de Aero-schoenfabriek aan de Min. Aalberselaan) |
Lagere school (Laurentiusschool van de Broeders van OnzeLieveVrouw van Lourdes, Kardinaal van Rossumstraat (tegenwoordig Rosarioplein)) |
tot 04-09-1920 | Oosterhout | [bron: Inv. nr. 48 (oud nr. 3) 1910-1920 Wijk B huisnummers 1-211, archiefnummer 0928, Bevolkingsregister Dongen, inventarisnummer 048, blad 204] | ||
vanaf 04-09-1920 | Bolkensteeg 4, Dongen (Een paar dagen na zijn trouwen is hij ingeschreven op dit adres, bij zijn schoonvader. Schoonmoeder was in 1918 overleden, de anderen waren het huis al uit. In het bevolkingsregister is hij eerst als schoonzoon ingeschreven. Later is dit doorgehaald en is er Hoofd bij geschreven. Zijn schoonvader is dan ipv hoofd Betrouwd vader.) | [bron: Inv. nr. 48 (oud nr. 3) 1910-1920 Wijk B huisnummers 1-211, archiefnummer 0928, Bevolkingsregister Dongen, inventarisnummer 048, blad 204] | ||
tot 1940 | Bolkensteeg, Dongen (Op de plaats waar nu 2 huizen staan, stond het betreffende huis. Dit was eigendom van de familie Buys.) | |||
vanaf 1940 | Lage Ham 62, Dongen | |||
tot 1970 | Dongen (Huize St. Elisabeth) |
01-01-1916 | Timmerman | |||
vanaf na 1916 | Timmerman (In Rijen bij Frans van Bijsterveld. Deze was getrouwd met een zus van Deni Wagner. Deze laatste had in 1940 een timmerbedrijf aan de Lage Ham te Dongen. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd er flink gevochten rond de Rijensebrug. In het café bij de brug woonde Vermeulen (of Verharen), getrouwd met een andere zus van Deni Wagner. De zus ging naar haar broer, en merkte dat ze haar leesbril vergeten was. Deni ging die halen, ondanks dat zijn zus het hem afraadde. Later is Deni dood terug gevonden bij de brug. Frans van Bijsterveld vroeg aan Jan Andries of hij misschien het timmerbedrijf over wilde nemen. Dat heeft hij toen gedaan.) |
|||
vanaf 1940 | Timmerbedrijf | |||
vanaf na 1940 | Aannemersbedrijf |
19-10-1927 | overlijdensaangifte Toon Buijs (1847-1927) [zie 6] | [schoonzoon] | [bron: Overlijdensregister 1927, aktenummer 116] |
van 19-01-1892 tot 17-01-1895 | Molenschot A447, Gilze en Rijen | [bron: Inv. nr. 877 (oud nr. 4) 1890-1900 Wijk B, archiefnummer 2005, Bevolkingsregister Oosterhout, inventarisnummer 877, blad 36] | ||
van 17-01-1895 tot 21-05-1900 | Steenhoven B35, Oosterhout | [bron: Inv. nr. 39 (oud nr. 5) 1900-1909 Wijk C huisnummers 1-160, archiefnummer 0928, Bevolkingsregister Dongen, inventarisnummer 039, blad 51; Inv. nr. 877 (oud nr. 4) 1890-1900 Wijk B, archiefnummer 2005, Bevolkingsregister Oosterhout, inventarisnummer 877, blad 36] | ||
van 21-05-1900 tot 30-11-1909 | Hoge Ham B168, Dongen | [bron: Inv. nr. 39 (oud nr. 5) 1900-1909 Wijk C huisnummers 1-160, archiefnummer 0928, Bevolkingsregister Dongen, inventarisnummer 039, blad 51] | ||
van 30-11-1909 tot 22-11-1910 | Lange Smeestraat 39, Utrecht | [bron: Inv. nr. 39 (oud nr. 5) 1900-1909 Wijk C huisnummers 1-160, archiefnummer 0928, Bevolkingsregister Dongen, inventarisnummer 039, blad 51; Utrecht 1007-2.7870 Bevolkingsregister, 1900-1912. Wijk 2, bladnrs. 3364-3632] | ||
van 22-11-1910 tot 13-02-1912 | Dongen | [bron: Utrecht 1007-2.7870 Bevolkingsregister, 1900-1912. Wijk 2, bladnrs. 3364-3632; Bevolkingsregister Breda 1900-1920 deel 43, Gemeente Breda 1815-1925, inventarisnummer 1412] | ||
van 13-02-1912 tot 24-06-192 | Ginnekenstraat 32, Breda | [bron: Bevolkingsregister Breda 1900-1920 deel 43, Gemeente Breda 1815-1925, inventarisnummer 1412] | ||
van 24-06-1912 tot 13-02-1913 | Ginnekenweg 39, Teteringen (Teteringen was een veel grotere gemeente, dan dat het nu is. Breda heeft een groot deel geannexeerd van dat grondgebied.) | [bron: Bevolkingsregister Teteringen 1908-1922 deel 13, Gemeente Teteringen 1814-1929, inventarisnummer 13] | ||
van 13-02-1913 tot 19-05-1913 | Ginnekenstraat 14, Breda | [bron: Inv. nr. 48 (oud nr. 3) 1910-1920 Wijk B huisnummers 1-211, archiefnummer 0928, Bevolkingsregister Dongen, inventarisnummer 048, blad 204; Inv. nr. 877 (oud nr. 4) 1890-1900 Wijk B, archiefnummer 2005, Bevolkingsregister Oosterhout, inventarisnummer 877, blad 36; Breda 1007-2.7870 Bevolkingsregister, 1900-1912. Wijk 2, bladnrs. 3364-3632] | ||
vanaf 19-05-1913 | Bolkensteeg 4, Dongen | [bron: Inv. nr. 48 (oud nr. 3) 1910-1920 Wijk B huisnummers 1-211, archiefnummer 0928, Bevolkingsregister Dongen, inventarisnummer 048, blad 204] | ||
tot 1970 | Dongen (Huize St. Elisabeth) |
van 30-11-1909 tot 22-11-1910 | Dienstbode (Marie gaat als 17 jarige naar Utrecht als dienstbode in het gezin van Johannes Vlasveld, schoenmaker afkomstig van Zoeterwoude, en Johanna Janssen, zijn vrouw, afkomstig van Dongen. Ze zijn op 6 mei 1903 getrouwd. Johanna is een dochter van Cornelis Jansen en Elisabeth de jong. Ze woonden in de Vennen wijk G nummer 126. Haar vader was koopman, winkelier en broodbakker. Het gezin van Johannes Vlasveld heeft 5 jonge kinderen: 2 zoons van 5 en 4, en een dochtertje van 3, en nog 2 zoontjes van 1 en 3 maanden. Voordat Marie er komt, is in 1907 een dienstbode, Johanna de Bie uit Dongen geweest. In 1908 en 1909 een dienstbode Petronella Pietertje uit IJsselstein geweest. Als ze vertrekt, is een meisje van 16 uit De Bilt begonnen als dienstbode. Die blijft een jaar, en wordt opgevolgd door een ander meisje van 18 uit De Bilt. Na een jaar vertrekt zij, en komt een 20 jarig meisje uit Utrecht. Marie blijft er een jaar.) |
[bron: Utrecht 1007-2.7870 Bevolkingsregister, 1900-1912. Wijk 2, bladnrs. 3364-3632] | ||
van 13-02-1912 tot 24-06-1912 | Dienstbode | [bron: Bevolkingsregister Breda 1900-1920 deel 43, Gemeente Breda 1815-1925, inventarisnummer 1412] | ||
van 24-06-1912 tot 13-02-1913 | Dienstbode | [bron: Bevolkingsregister Teteringen 1908-1922 deel 13, Gemeente Teteringen 1814-1929, inventarisnummer 13] | ||
van 13-02-1913 tot 19-05-1913 | Dienstbode | [bron: Breda 1007-2.7870 Bevolkingsregister, 1900-1912. Wijk 2, bladnrs. 3364-3632] |
48 Andries Annie en Jos Snoeren - huwelijk Dongen - 195x |
Den Haag | ||||
van 03-2019 tot 14-12-2019 | Oud-Beijerland (Verzorgingshuis Alerimus. locatie de Open Waard) |
Den Haag |
Schoenmaker - Eigen schoenreparatiewerkplaats |
49 Andries Toon Dongen ~1950 |
50 Gorkum Dina van, Dongen ~1950 |
vanaf 1958 | Lage Ham 56, Dongen (Dicht bij zijn ouderlijk huis gingen ze wonen: ’Achter in de pad’ zoals ze het noemden.) |
van 12-07-1933 tot 01-10-1938 | Ruwerstraat 5, Tilburg | |||
vanaf 01-10-1938 | Wittebollestraat 9, Tilburg | |||
vanaf 1958 | Lage Ham 56, Dongen (Ze woonden ’Achter in de pad’) | |||
vanaf 05-?-2016 | De Doelen, Oosterhout |
Wijk G - Spookselstraat 267 (Tegenwoordig Pastoor Bressersstraat), Oosterhout (Zijn broer Nicolaas woonde op huisnummer 266) |
Schoenmaker |
58 Goossens Caat te Oosterhout ~1890 |
59 Goossens Caat overlijden te Oosterhout op 31 maart 1930 |
27-02-1908 | Kwade 9, wijk E (nu Prins Frederikstraat), Oosterhout | [bron: BR 1900-1920] | ||
01-01-1921 | Kleine Braak, Wijk G nummer 281, Oosterhout | [bron: BR 1921-1938] | ||
van na 01-01-1921 tot na 01-01-1928 | 1e Kegelstraat G195 (ook G255 genummerd), Oosterhout | [bron: BR 1921-1938] |
27-02-1908 | Schoenmaker (In Dongen bij schoenfabriek Vermeulen in de Kerkstraat. Kwam dan tussen de middag bij zijn broer Jan in de Bolkensteeg te Dongen zijn brood opeten.) | |||
02-09-1920 | Schoenmaker (Klaas is getuige bij het huwelijk van zijn broer Jan) | [bron: Huwelijksregister 1920, aktenummer 39] |
02-09-1920 | huwelijk Jan Andries (1892-1970) en Marie Buijs (1892-1970) [zie 3] | [broer bruidegom] | [bron: BS huwelijk N-Br - Dongen inventaris 749 nr 39; Huwelijksregister 1920, aktenummer 39] |
64 Andries Mie en Kees Eelants met kinderen en aangetrouwde kinderen Rijen ~1945 |
16-06-1910 | Leerlooier |
02-09-1920 | Oosterhout (Staat bij het huwelijk van zijn zwager Jan Andries vermeld) | [bron: Huwelijksregister 1920, aktenummer 39] |
23-06-1913 | Kantoorloper | |||
02-09-1920 | Handelsreiziger (Hendrik is getuige bij het huwelijk van zijn zwager Jan Andries) | [bron: Huwelijksregister 1920, aktenummer 39] |
02-09-1920 | huwelijk Jan Andries (1892-1970) en Marie Buijs (1892-1970) [zie 3] | [zwager bruidegom] | [bron: BS huwelijk N-Br - Dongen inventaris 749 nr 39; Huwelijksregister 1920, aktenummer 39] |
23-06-1913 | Breda |
van 23-06-1913 tot 06-12-1916 | Handelsreiziger |
van 07-01-1886 tot 17-01-1895 | Molenschot A447, Gilze en Rijen | [bron: Inv. nr. 877 (oud nr. 4) 1890-1900 Wijk B, archiefnummer 2005, Bevolkingsregister Oosterhout, inventarisnummer 877, blad 36] | ||
19-01-1892 | Wijk A - nummer 447, Gilze en Rijen (Woont in Molenschot) | [bron: Geboorteregister 1892, aktenummer 11 - Gilze en Rijen] | ||
van 17-05-1895 tot 21-05-1900 | Steenhoven B35, Oosterhout | [bron: Inv. nr. 48 (oud nr. 3) 1910-1920 Wijk B huisnummers 1-211, archiefnummer 0928, Bevolkingsregister Dongen, inventarisnummer 048, blad 204; Inv. nr. 877 (oud nr. 4) 1890-1900 Wijk B, archiefnummer 2005, Bevolkingsregister Oosterhout, inventarisnummer 877, blad 36] | ||
vanaf 21-05-1900 | Hoge Ham B168, Dongen | [bron: Inv. nr. 48 (oud nr. 3) 1910-1920 Wijk B huisnummers 1-211, archiefnummer 0928, Bevolkingsregister Dongen, inventarisnummer 048, blad 204] | ||
vanaf na 21-05-1900 | Bolkensteeg 4, Dongen | [bron: Inv. nr. 48 (oud nr. 3) 1910-1920 Wijk B huisnummers 1-211, archiefnummer 0928, Bevolkingsregister Dongen, inventarisnummer 048, blad 204] | ||
02-09-1920 | Dongen (Dit staat vermeld bij het trouwen van dochter Marie) | [bron: Huwelijksregister 1920, aktenummer 39] |
19-01-1892 | Landbouwer (Staat vermeld bij zijn aangifte van de geboorte van Marie) | [bron: Geboorteregister 1892, aktenummer 11 - Gilze en Rijen] | ||
van 17-01-1895 tot 21-05-1900 | Landbouwer | [bron: Inv. nr. 877 (oud nr. 4) 1890-1900 Wijk B, archiefnummer 2005, Bevolkingsregister Oosterhout, inventarisnummer 877, blad 36] | ||
vanaf 21-05-1900 | Zonder beroep - Arbeider | [bron: Inv. nr. 48 (oud nr. 3) 1910-1920 Wijk B huisnummers 1-211, archiefnummer 0928, Bevolkingsregister Dongen, inventarisnummer 048, blad 204] |
van 07-01-1886 tot 17-01-1895 | Molenschot A447, Gilze en Rijen | [bron: Inv. nr. 877 (oud nr. 4) 1890-1900 Wijk B, archiefnummer 2005, Bevolkingsregister Oosterhout, inventarisnummer 877, blad 36] | ||
19-01-1892 | Wijk A - nummer 447, Gilze en Rijen (Woont in Molenschot) | [bron: Geboorteregister 1892, aktenummer 11 - Gilze en Rijen] | ||
van 17-01-1895 tot 21-05-1900 | Steenhoven B35, Oosterhout (Steenhoven lijgt in het zuidoosten van Oosterhout tegen Rijen en Dongen aan.) | [bron: Inv. nr. 48 (oud nr. 3) 1910-1920 Wijk B huisnummers 1-211, archiefnummer 0928, Bevolkingsregister Dongen, inventarisnummer 048, blad 204; Inv. nr. 877 (oud nr. 4) 1890-1900 Wijk B, archiefnummer 2005, Bevolkingsregister Oosterhout, inventarisnummer 877, blad 36] | ||
vanaf 21-05-1900 | Hoge Ham B168, Dongen | [bron: Inv. nr. 48 (oud nr. 3) 1910-1920 Wijk B huisnummers 1-211, archiefnummer 0928, Bevolkingsregister Dongen, inventarisnummer 048, blad 204] | ||
vanaf na 21-05-1900 | Bolkensteeg 4, Dongen | [bron: Inv. nr. 48 (oud nr. 3) 1910-1920 Wijk B huisnummers 1-211, archiefnummer 0928, Bevolkingsregister Dongen, inventarisnummer 048, blad 204] |
van 10-11-1886 tot 17-01-1895 | Molenschot A447, Gilze en Rijen | [bron: Inv. nr. 877 (oud nr. 4) 1890-1900 Wijk B, archiefnummer 2005, Bevolkingsregister Oosterhout, inventarisnummer 877, blad 36] | ||
van 17-01-1895 tot 21-05-1900 | Steenhoven B35, Oosterhout | [bron: Inv. nr. 877 (oud nr. 4) 1890-1900 Wijk B, archiefnummer 2005, Bevolkingsregister Oosterhout, inventarisnummer 877, blad 36] | ||
van 21-05-1900 tot 02-06-1913 | Hoge Ham B165 of Bolkensteeg 4, Dongen (In het Bevolkingsregister is niet aangegeven wanneer het gezin naar de Bolkensteeg verhuisde.) | [bron: Inv. nr. 48 (oud nr. 3) 1910-1920 Wijk B huisnummers 1-211, archiefnummer 0928, Bevolkingsregister Dongen, inventarisnummer 048, blad 204] | ||
vanaf 02-06-1913 | Gilze en Rijen (Een paar dagen nadat ze getrouwd is, is ze uitgeschreven in Dongen) | [bron: Inv. nr. 48 (oud nr. 3) 1910-1920 Wijk B huisnummers 1-211, archiefnummer 0928, Bevolkingsregister Dongen, inventarisnummer 048, blad 204] | ||
vanaf 01-05-1922 | Rotterdam | [bron: Bevolkingsregister Gilze en Rijen, Bron: boek, Deel: 037, Periode: 1921-1925, pagina 108] |
Schoenstikster | [bron: Inv. nr. 48 (oud nr. 3) 1910-1920 Wijk B huisnummers 1-211, archiefnummer 0928, Bevolkingsregister Dongen, inventarisnummer 048, blad 204] |
vanaf 01-05-1922 | Rotterdam | [bron: Bevolkingsregister Gilze en Rijen, Bron: boek, Deel: 037, Periode: 1921-1925, pagina 108] |
83 Buijs Leonardus Cornelis en Cornelia Johanna van Dorst trouwen in Dongen op 2 sept. 1920 |
84 Buijs Nard, Dongen |
85 Dorst Cornelia Johanna van - overleden op 17 dec. 1947 in Oosterhout |
van 01-10-1889 tot 17-01-1895 | Molenschot A447, Gilze en Rijen | [bron: Inv. nr. 877 (oud nr. 4) 1890-1900 Wijk B, archiefnummer 2005, Bevolkingsregister Oosterhout, inventarisnummer 877, blad 36] | ||
van 17-01-1895 tot 21-05-1900 | Steenhoven B35, Oosterhout | [bron: Inv. nr. 877 (oud nr. 4) 1890-1900 Wijk B, archiefnummer 2005, Bevolkingsregister Oosterhout, inventarisnummer 877, blad 36] | ||
van 21-05-1900 tot 10-09-1920 | Hoge Ham B165 of Bolkensteeg 4, Dongen (In het bevolkingsregister is niet vastgelegd wanneer het gezin naar de Bolkensteeg verhuisde.) | [bron: Inv. nr. 48 (oud nr. 3) 1910-1920 Wijk B huisnummers 1-211, archiefnummer 0928, Bevolkingsregister Dongen, inventarisnummer 048, blad 204] | ||
vanaf 10-09-1920 | Oosterhout (Een paar dagen na zijn huwelijk is Nard verhuisd naar Oosterhout.) | [bron: Inv. nr. 48 (oud nr. 3) 1910-1920 Wijk B huisnummers 1-211, archiefnummer 0928, Bevolkingsregister Dongen, inventarisnummer 048, blad 204] |
02-09-1920 | Schoenmaker |
23-12-1918 | overlijdensaangifte Anna Helena Bink (1857-1918) [zie 7] | [zoon] | [bron: Overlijdensregister 1918, aktenummer 219] |
van 21-02-1895 tot 24-02-1895 | Molenschot A447, Gilze en Rijen | [bron: Inv. nr. 877 (oud nr. 4) 1890-1900 Wijk B, archiefnummer 2005, Bevolkingsregister Oosterhout, inventarisnummer 877, blad 36] |
21-02-1895 | Molenschot A447, Gilze en Rijen | [bron: Inv. nr. 877 (oud nr. 4) 1890-1900 Wijk B, archiefnummer 2005, Bevolkingsregister Oosterhout, inventarisnummer 877, blad 36] |
88 Buijs Adriaan, en Maria Petronella Brockx wonen met hun 2 kinderen in bij haar ouders in Dongen in als laatste de Nieuwstraat - BR 1910-1920 |
van 25-04-1897 tot 21-05-1900 | Steenhoven B35, Oosterhout | [bron: Inv. nr. 877 (oud nr. 4) 1890-1900 Wijk B, archiefnummer 2005, Bevolkingsregister Oosterhout, inventarisnummer 877, blad 36] | ||
vanaf 21-05-1900 | Hoge Ham B165 of Bolkensteeg 4, Dongen (Eerst in de Hoge Ham, later de Bolkensteeg. Wanneer ze verhuisd zijn, staat niet vermeld.) | [bron: Inv. nr. 48 (oud nr. 3) 1910-1920 Wijk B huisnummers 1-211, archiefnummer 0928, Bevolkingsregister Dongen, inventarisnummer 048, blad 204] | ||
van 26-05-1916 tot 24-11-1919 | Laagstraat 308 - Hoogen Ham B252/242b - Nieuwstraat 15, Dongen | [bron: Inv. nr. 53 (oud nr. 8) 1910-1920 Wijk D huisnummers 218-336, archiefnummer 0928, Bevolkingsregister Dongen, inventarisnummer 053, blad 128] | ||
14-12-1918 | Dongen | [bron: Overlijdensregister 1918, aktenummer 213] | ||
vanaf 24-11-1919 | Den Bosch | [bron: Inv. nr. 53 (oud nr. 8) 1910-1920 Wijk D huisnummers 218-336, archiefnummer 0928, Bevolkingsregister Dongen, inventarisnummer 053, blad 128] |
14-12-1918 | Schoenmaker | [bron: Overlijdensregister 1918, aktenummer 213] |
14-12-1918 | Dongen | [bron: Overlijdensregister 1918, aktenummer 213] |
Zandheuvel, Oosterhout | ||||
11-02-1836 | Wijk H, nr 621, Oosterhout (Wijkletter is niet goed te lezen) | |||
01-12-1861 | Wijk F415, Oosterhout | [bron: Inv. nr. 846 (oud nr. 6) 1861-1870 Wijk F, archiefnummer 2005, Bevolkingsregister Oosterhout, inventarisnummer 846, blad 145] |
11-02-1836 | Arbeider | [bron: Geboorteregister 1836, archiefnummer 2004, Ambtenaar van de burgerlijke stand Oosterhout, aktenummer 29] | ||
27-09-1871 | Schoenmaker |
97 Groenendaal Anna Maria van den, overleden in Oosterhout op 23 oktober 1875 |
1835 | Maarheeze | |||
11-02-1836 | Wijk H, nr 621, Oosterhout |
Keiweg 648, Oosterhout | ||||
Kloosterstraat D216, Oosterhout | ||||
11-02-1836 | Wijk H, nr 621, Oosterhout |
01-01-1880 | Schoenmaker | [bron: Inv. nr. 869 (oud nr. 8) 1880-1890 Wijk F, archiefnummer 2005, Bevolkingsregister Oosterhout, inventarisnummer 869, blad 105] |
104 Andries Elisabeth overlijdensakte op 10 december 1934 te Oosterhout 96 jaar oud |
23-06-1916 | Koopman |
Spookselstraat 266, Oosterhout | ||||
Zandheuvel, Oosterhout |
Arbeider |
18-11-1876 | Gilze | |||
04-01-1929 | Ginneken (Woonde bij haar zoon Nicolaas in, en vertrok op deze datum) | [bron: BR Oosterhout] |
18-11-1876 | Dienstmeid |
105 Andries Adriana overlijdensakte 21 maart 1943 te Oosterhout 94 jaar oud |
1842 | Terheijden | [bron: Huwelijksregister Terheijden 1842, archiefnummer 50, inventarisnummer 7568, aktenummer 11] |
05-05-1842 | Dienstknecht | [bron: Huwelijksregister Terheijden 1842, archiefnummer 50, inventarisnummer 7568, aktenummer 11] |
16-05-1872 | Potbakkerarbeider |
16-05-1872 | Oosterhout |
1832 | Gilze en Rijen |
1832 | Bouwknecht |
1832 | Gilze en Rijen |
Dienstmeid |
04-05-1840 | Wijk N nummer 228, Gilze en Rijen | [bron: Gilze en Rijen Geboorteregister 1840, aktenummer 27] | ||
04-11-1841 | Wijk C nummer 260, Oosterhout | [bron: Geboorteregister 1841, archiefnummer 2004, Ambtenaar van de burgerlijke stand Oosterhout, aktenummer 212] | ||
02-03-1844 | Wijk N nummer 230, Gilze (Adriaan koopt de boerderij in 1844. De vermelding daarvan is tot 1853 wijk N met nummer 231, 230, 228, 229.) | [bron: Gilze en Rijen, Overlijdensregister 1844, aktenummer 13] | ||
van 1850 tot 1860 | Wijk A nummer 306, Molenschot (Eerst stond vermeld wijk N, nummer 229, daarna doorgestreept en werd het wijk A 306. Bij de geboorte van Adriaan in 1850 is wijk N nummer 229 vermeld, bij Johannes in 1853 ook, bij Anna Helena in 1857 en bij Cornelis in 1860 is het A 306. Het zal gegaan zijn om een andere codering, het huis zal niet anders geweest zijn.) | [bron: Gilze en Rijen BR 1850-1860] | ||
van 1861 tot 1869 | Wijk A nummer 306, Molenschot (In die periode wordt het nummer 367, 408, 448) | [bron: Gilze en Rijen BR 1861-1869] |
1839 | Bouwman | |||
04-05-1840 | Bijenhouder | [bron: Gilze en Rijen Geboorteregister 1840, aktenummer 27] | ||
04-11-1841 | Beijenhouder | [bron: Geboorteregister 1841, archiefnummer 2004, Ambtenaar van de burgerlijke stand Oosterhout, aktenummer 212] | ||
van 1844 tot 1901 | Herbergier (Heel aardig is het krantenartikel uit De Stem van zaterdag 25 juli 1987 over Café Bink in Molenschot. Adriaan Bink begint het Café De Vijf Linden in 1844 en in 1987 runt zijn achterkleinzoon Kees het café, ondertussen De Drie Linden genaamd.) | |||
16-02-1844 | Herbergier | [bron: Gilze en Rijen Geboorteregister 1844, aktenummer 8] | ||
02-03-1844 | Herbergier | [bron: Gilze en Rijen, Overlijdensregister 1844, aktenummer 13] | ||
27-01-1845 | Bouwman | [bron: Gilze en Rijen Geboorteregister 1845, aktenummer 6] | ||
van 10-09-1847 tot 10-08-1847 | Winkelier | [bron: Gilze en Rijen Geboorteregister 1847, aktenummer 53] | ||
20-07-1850 | Herbergier | [bron: Gilze en Rijen Geboorteregister 1850, aktenummer 40] | ||
08-08-1853 | Herbergier | [bron: Gilze en Rijen Geboorteregister 1853, aktenummer 45] | ||
19-10-1857 | Herbergier | [bron: Gilze en Rijen Geboorteregister 1857, aktenummer 38] | ||
07-02-1860 | Herbergier | [bron: Gilze en Rijen Geboorteregister 1860, aktenummer 6] | ||
17-11-1860 | Herbergier | [bron: Gilze en Rijen Overlijdensregister 1860, aktenummer 47] | ||
van 1861 tot 1869 | Grutter | [bron: Gilze en Rijen BR 1861-1869] |
1826 | Gilze en Rijen | [bron: Inv. nr. 03 1826, archiefnummer 2860, Bevolkingsregister Gilze en Rijen, inventarisnummer 003, blad 228] | ||
van 1826 tot 1828 | Molenschot, Gilze en Rijen (Ze staan beschreven onder nummer 228, hetzelfde als bij de andere registratie in 1826.) | [bron: Inv. nr. 09b 1826-1828 Deel 13, archiefnummer 2860, Bevolkingsregister Gilze en Rijen, inventarisnummer 009B, blad 65] | ||
1839 | Gilze | [bron: BS Gilze en Rijen Inv. 3012 nr 22] | ||
04-05-1840 | Wijk N nummer 228, Gilze en Rijen | [bron: Gilze en Rijen Geboorteregister 1840, aktenummer 27] | ||
04-11-1841 | Wijk C nummer 260, Oosterhout | [bron: Geboorteregister 1841, archiefnummer 2004, Ambtenaar van de burgerlijke stand Oosterhout, aktenummer 212] | ||
van 1850 tot 1860 | Wijk A nummer 306, Molenschot (Bij de geboorte van Adriaan in 1850 is wijk N nummer 229 vermeld, bij Johannes in 1853 ook, bij Anna Helena in 1857 en bij Cornelis in 1860 is het A 306 e) | [bron: Gilze en Rijen BR 1850-1860] | ||
van 1861 tot 1869 | Wijk A nummer 306, Molenschot (In die periode wordt het nummer 367, 408, 448) | [bron: Gilze en Rijen BR 1861-1869] |
27-01-1845 | Landbouwster | [bron: Gilze en Rijen Geboorteregister 1845, aktenummer 6] | ||
08-08-1853 | Landbouwster | [bron: Gilze en Rijen Geboorteregister 1853, aktenummer 45] | ||
19-10-1857 | Landbouweresse | [bron: Gilze en Rijen Geboorteregister 1857, aktenummer 38] | ||
07-02-1860 | Landbouweresse | [bron: Gilze en Rijen Geboorteregister 1860, aktenummer 6] | ||
27-06-1889 | Landbouwster | [bron: Overlijdensregister 1889, aktenummer 38] |
124 Bink Cornelia, geboren om 2 uur ’s nachts in Molenschot op 4 mei 1840, aangegeven dezelfde dag in Gilze en Rijen door haar vader bijenhouder Adriaan Bink, 25 jaar |
125 Bink Pieter Johannes, aangifte van zijn geboorte door zijn vader Adriaan Bink, beijenhouder, 27 jaar, op 4 november 1841 in Oosterhout, geboren op 3 november om 5 uur ’s middags |
128 Bink Adriana Maria, aangifte van haar geboorte door haar vader Adriaan Bink, bouwman, 31 jaar, op 27 januari 1845, geboren op 25 januari om zes uur ’s avonds |
129 Bink Jacobus Cornelis, geboren om 3 uur ’s nachts op 10 september 1847, aangifte op dezelfde dag in Gilze en Rijen door zijn vader Adriaan Bink, winkelier, 31 jaar |
130 Bink Adriaan, geboren op 20 juli 1850 om 1 uur ’s nachts, aangifte in Gilze en Rijen door zijn vader Adriaan Bink, herbergier, 36 jaar, met als getuige Jacobus Bink, 28 jaar |
van 13-07-1894 tot 1899 | Molenschot, Wijk A441, later C24, Gilze en Rijen | [bron: Inv. nr. 18 1890-1899 Letters A-D, archiefnummer 2860, Bevolkingsregister Gilze en Rijen, inventarisnummer 018, blad 78] | ||
van 1900 tot 1920 | Molenschot, Wijk C nummer 24, Gilze en Rijen | [bron: Inv. nr. 23 1900-1920 Letters A-B, archiefnummer 2860, Bevolkingsregister Gilze en Rijen, inventarisnummer 023, blad 123] |
01-04-1895 | Landbouwer | [bron: Geboorteregister 1895, aktenummer 28] | ||
van 1900 tot 1920 | Landbouwer | [bron: Inv. nr. 23 1900-1920 Letters A-B, archiefnummer 2860, Bevolkingsregister Gilze en Rijen, inventarisnummer 023, blad 123] |
overlijdensaangifte Adriaan Bink (1814-1908) [zie 14] | [zoon] |
van 13-07-1894 tot 1899 | Molenschot, Wijk A441, later C24, Gilze en Rijen | [bron: Inv. nr. 18 1890-1899 Letters A-D, archiefnummer 2860, Bevolkingsregister Gilze en Rijen, inventarisnummer 018, blad 78] |
tot ca. 1787 | Kortezwaag [Koartswaegen] onder Gorredijke [Goerdijk] (Friesland) | [bron: Oosterhout NG Dopen 1658-1810 DTB Oosterhout inventaris 24 en 25 - 25/28; Trouwregister Hervormde gemeente Langezwaag Kortezwaag Luxwoude, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 564, aktenummer 672] | ||
van 01-10-1788 tot 30-09-1798 | Middelwijk, 5e partie, Oosterhout (Overigens was het echtpaar in de periode oktober 1787 - oktober 1788 voor het grootste deel niet in Oosterhout. Ze komen niet voor in het register op het gemaal voor die periode. Hun dochter Anna was in die periode bij oma Anna van Gool ‘gestald’.) | [bron: RAT 2000, Kohier van t gemaal inv.nr. 569, Folio 12r; invnr 570, folio 12r; invnr 571, folio 12r; invnr 572, folio 11v; invnr 573, folio 10v; invnr 574, folio 10r; invnr 575, folio 17r; invnr 576, folio 10r; invnr 577, folio 8r; invnr 578, folio 7r; invnr 579, folio 13v] | ||
van 01-10-1799 tot 30-09-1801 | Wijk 455, Oosterhout (In de kantlijn: arm) | [bron: RAT 2000, Kohier van het hoofdgeld invnr 777 en 778] | ||
van 01-10-1801 tot 30-09-1803 | Wijk 438, Oosterhout (In de kantlijn: In de wacht (invnr 780)) | [bron: RAT 2000, Kohier van het hoofdgeld invnr 779 en 780] | ||
van 01-10-1803 tot 30-09-1805 | Wijk 666, Oosterhout (In 1803 staat een 0 in de kantlijn, betekenis is niet duidelijk; in invnr 784 van 1805-1806 staan de namen van Daden en Adriana doorgestreept) | [bron: RAT 2000, Kohier van hte hoofdgeld invnr 781, 782, 783, 784] | ||
01-11-1840 | Wijk G nr.557, Oosterhout (Bij aangifte van zijn overlijden vermeld) |
11-02-1787 | Schippersknegt |
van 01-10-1788 tot 30-09-1798 | Middelwijk, 5e partie, Oosterhout (Het kohier op het gemaal geeft de zogenaamde gemaal-belasting per gezin per jaar. Voor elk gezin is opgenomen hoeveel volwassenen (> 15 jaar) en hoeveel kinderen er waren. De volwassenen (16 jaar en ouder) tellen voor ‘heel’ de kinderen voor ‘half’. Vaak zijn de namen van de personen opgenomen. Soms zelfs met leeftijden. Maar die moet je met een korreltje zout nemen. Dit kohier loopt van 1687 t/m 1797. René Andries is begonnen in 1784 en heeft de registratie van de weduwe Adriaen Vissers (Anna van Gool) gevolgd, want bij haar gingen Tate en zijn vrouw en kinderen wonen. Misschien is het goed om ook nog een keer te kijken naar de jaren voor 1784. Bijvoorbeeld of Adriana Vissers met Albregt Pieters te vinden is.) | [bron: RAT 2000, Kohier van t gemaal inv.nr. 569, Folio 12r; invnr 570, folio 12r; invnr 571, folio 12r; invnr 572, folio 11v; invnr 573, folio 10v; invnr 574, folio 10r; invnr 575, folio 17r; invnr 576, folio 10r; invnr 577, folio 8r; invnr 578, folio 7r; invnr 579, folio 13v] | ||
van 01-10-1799 tot 30-09-1801 | Wijk 455, Oosterhout (In de kantlijn: arm; Mogelijk zijn ze nog te vinden bij de Armmeesters. Het kohier voor het hoofdgeld is door René Andries uitgezocht voor de periode 1799 - 1805. De opzet is vergelijkbaar met het kohier op het gemaal. Vanaf 1799 is de gezinssamenstelling in het register opgenomen en eventueel het bezit van paarden en koeien. Het kohier voor het hoofdgeld loopt van 1705 tot en met 1809. Helaas zijn de kohieren uit de periode 1777-1798 niet bewaard gebleven. Dus vandaar dat gestart is met 1799. In het kohier van 1806 is de registratie van Tate Andries en Adriana Vissers doorgestreept. Mogelijk zijn ze toen verhuisd en elders in het kohier opgenomen.) | [bron: RAT 2000, Kohier van het hoofdgeld invnr 777 en 778] | ||
van 01-10-1801 tot 30-09-1803 | Wijk 438, Oosterhout (In de kantlijn: In de wacht (invnr 780)) | [bron: RAT 2000, Kohier van het hoofdgeld invnr 779 en 780] | ||
van 01-10-1803 tot 30-09-1805 | Wijk 666, Oosterhout (In 1803 staat een 0 in de kantlijn, de betekenis is niet duidelijk; in invnr 784 van 1805-1806 staan de namen van Daden en Adriana doorgestreept) | [bron: RAT 2000, Kohier van hte hoofdgeld invnr 781, 782, 783, 784] |
165 Andries Anna, Nederduits gereformeerd gedoopt op 11 februari 1787 in Oosterhout, en daarna geecht |
166 Andries Anna, gedoopt in Oosterhout op 11 februari 1787 |
167 Andries Andries, gedoopt op 5 oktober 1788 in Oosterhout |
168 Andries Antje, NG gedoopt op 13 mei 1790 in Oosterhout |
169 Andries Johannes, gedoopt op 16 oktober 1791 in Oosterhout |
Bouweress |
1842 | Princenhage |
1842 | Oosterhout |
1842 | Werkman |
Oosterhout |
Arbeidster |
1832 | Oosterhout |
Arbeidster |
1839 | Gilze en Rijen |
Bouwman |
1839 | Gilze en Rijen |
Landbouwster |
30-09-1874 | overlijdensaangifte Peter Binck (1784-1874) [zie 28] | [zoon] | [bron: Overlijdensregister 1874, aktenummer 31] |
26-04-1806 | Gilze | [bron: Inv.nr. 56 - Oosterhout - aangiften voor ondertrouw 1810-1806! (schepenbank) 1806-1810] | ||
20-01-1809 | Klijn Oosterhout, Oosterhout (Anno 2020 is adres Klein Oosterhout 1a de Camping ’t Haasje, en loopt door tot de Dongenseweg, dicht tegen Rijen aan. Gebied bij Steenhoven.) | [bron: Inv.nr. 35 - Rijen - doopboek 1780-1810 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 2802, Doop-, trouw- en begraafboeken van Gilze en Rijen, 1677-1810, inventarisnummer 35, blad 57v] | ||
03-05-1811 | Steenhoven, Oosterhout (Bij de geboorte van Jacques is dit vermeld) | [bron: Geboorteregister 1811, archiefnummer 2004, Ambtenaar van de burgerlijke stand Oosterhout, aktenummer 84] | ||
1826 | Gilze en Rijen | [bron: Inv. nr. 03 1826, archiefnummer 2860, Bevolkingsregister Gilze en Rijen, inventarisnummer 003, blad 228] | ||
van 1826 tot 1828 | Molenschot, Gilze en Rijen (Ze staan beschreven onder nummer 228, hetzelfde als bij de andere registratie in 1826.) | [bron: Inv. nr. 09b 1826-1828 Deel 13, archiefnummer 2860, Bevolkingsregister Gilze en Rijen, inventarisnummer 009B, blad 65] |
03-05-1811 | Bouwman | [bron: Geboorteregister 1811, archiefnummer 2004, Ambtenaar van de burgerlijke stand Oosterhout, aktenummer 84] |
29-02-1776 | Dongen | [bron: Rooms-Katholiek doopboek 1770-1810, archiefnummer 8029, Regionaal Archief Tilburg, inventarisnummer 7, blad 26V] | ||
23-11-1776 | Laagstraat, Dongen (Vermeld bij het overlijden van haar vader is: aan de Leegstraat bij Donge.) | [bron: Nederduits Gereformeerd begraafboek 1758-1777, archiefnummer 8089, Regionaal Archief Tilburg, inventarisnummer 41] | ||
26-04-1806 | Oosterhout (Bij haar ondertrouw staat dat ze geboren is in Dongen, en woont in Oosterhout) | [bron: Inv.nr. 56 - Oosterhout - aangiften voor ondertrouw 1810-1806! (schepenbank) 1806-1810] | ||
20-01-1809 | Klijn Oosterhout, Oosterhout (Anno 2020 is adres Klein Oosterhout 1a de Camping ’t Haasje, en loopt door tot de Dongenseweg, dicht tegen Rijen aan. Gebied bij Steenhoven.) | [bron: Inv.nr. 35 - Rijen - doopboek 1780-1810 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 2802, Doop-, trouw- en begraafboeken van Gilze en Rijen, 1677-1810, inventarisnummer 35, blad 57v] | ||
03-05-1811 | Steenhoven, Oosterhout (Bij de geboorte van Jacques is dit vermeld) | [bron: Geboorteregister 1811, archiefnummer 2004, Ambtenaar van de burgerlijke stand Oosterhout, aktenummer 84] | ||
1826 | Gilze en Rijen | [bron: Inv. nr. 03 1826, archiefnummer 2860, Bevolkingsregister Gilze en Rijen, inventarisnummer 003, blad 228] | ||
van 1826 tot 1828 | Molenschot, Gilze en Rijen (Ze staan beschreven onder nummer 228, hetzelfde als bij de andere registratie in 1826.) | [bron: Inv. nr. 09b 1826-1828 Deel 13, archiefnummer 2860, Bevolkingsregister Gilze en Rijen, inventarisnummer 009B, blad 65] |
Landbouwster |
211 Gool Petrus van, RK gedoopt in Rijen op 20 januari 1809, geboren in Klijn Oosterhout |
1826 | Gilze en Rijen | [bron: Inv. nr. 03 1826, archiefnummer 2860, Bevolkingsregister Gilze en Rijen, inventarisnummer 003, blad 228] | ||
van 1826 tot 1828 | Molenschot, Gilze en Rijen (Ze staan beschreven onder nummer 228, hetzelfde als bij de andere registratie in 1826.) | [bron: Inv. nr. 09b 1826-1828 Deel 13, archiefnummer 2860, Bevolkingsregister Gilze en Rijen, inventarisnummer 009B, blad 65] |
216 Gool Johanna van, aangifte op 17 augustus 1818 in Oosterhout door zijn vader Adrianus Jacobus van de geboorte op 5 augustus om 6 uur ’s morgens |
1826 | Gilze en Rijen | [bron: Inv. nr. 03 1826, archiefnummer 2860, Bevolkingsregister Gilze en Rijen, inventarisnummer 003, blad 228] | ||
van 1826 tot 1828 | Molenschot, Gilze en Rijen (Ze staan beschreven onder nummer 228, hetzelfde als bij de andere registratie in 1826.) | [bron: Inv. nr. 09b 1826-1828 Deel 13, archiefnummer 2860, Bevolkingsregister Gilze en Rijen, inventarisnummer 009B, blad 65] |
217 Teetes Andrijs, en Jetske Jans trouwen voor de hervormde gemeente van Wijckel op 21 maart 1756 |
tot 05-05-1760 | Balk | [bron: Burgerboek Sloten, archiefnr. 348, verzameling copieën van elders berustende stukken - Tresoar, inv.nr. 6105, actenr. 12684.] | ||
vanaf 05-05-1760 | Sloten | [bron: Burgerboek Sloten, archiefnr. 348, verzameling copieën van elders berustende stukken - Tresoar, inv.nr. 6105, actenr. 12684.] | ||
tot voor 05-1764 | Sloten (Afkomstig van Enkhuizen, vertrokken voor mei 1764) | [bron: Burgerboek Sloten, archiefnr. 348, verzameling copieën van elders berustende stukken - Tresoar, inv.nr. 6105, actenr. 12893.] |
van 21-03-1756 tot 10-?-756 | Wijckel | [bron: Trouwregister Hervormde gemeente Wijckel, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 301, aktenummer 436] |
218 Andries Marrachjen, hervormd gedoopt op 3 oktober in Balk |
219 Andries Sjoertje, Hervormd gedoopt op 20 februari 1763 in Sloten |
220 Andries Jan, hervormd gedoopt op 15 mei 1774 in Kortezwaag |
221 Andries Jeltje, hervormd gedoopt op 14 september 1777 in Kortezwaag, geboren 29 augustus in Kortezwaag in het Oosterend |
222 Andries Lammert, geboren op 22 februari 1780 in Kortezwaag in het Oosterend en hervormd gedoopt op 19 maart 1780 in Kortezwaag |
223 Gool Anna van, nederduits gedoopt op 13 november 1718 in Oosterhout |
van 10-1784 tot voor 09-1792 | Middelwijk, Oosterhout (In ieder geval daar wonend vanaf gevonden vermelding in 1784 en voor het laatst in 1791-1792) | [bron: RAT 2000 Archief dorpsbestuur Oosterhout - Kohier van het gemaal inv.nr. 565 periode oktober 1784- september 1785 en inv.nr 572 oktober 1791-oktober 1792] |
224 Vissers Arnoldus, N.G. gedoopt op 26 maart 1747 in Oosterhout |
225 Visser Pieter, N.G. gedoopt op goevrijdagh 4 april 1749 in Oosterhout |
226 Vissers Clasina, N.G. gedoopt op 31 maart 1751 in Oosterhout |
227 Vissers Ferdinandus, N.G. gedoopt op 24 augustus 1755 in Oosterhout |
228 Vissers Nicolaes, N.G. gedoopt op 9 september 1759 in Oosterhout |
231 Binck Maria, gedoopt op 21 december 1771 in Gilze, als dochter van Adrianus Cornelius Binck uit Dongen en Helena Joannes van Gool uit Gilze |
232 Binck Jacobus, gedoopt op 10 oktober 1773 in Gilze als zoon van Adrianus Cornelius Binck en Helena Joannes van Gool |
233 Binck Cornelia, gedoopt op 14 april 1776 als dochter van Adrianus Cornelius Binck uit Dongen en Helena Joannes van Gool |
236 Gool Jacobus van, rk gedoopt op 10 juni 1747 in Gilze als zoon van Petrus Jacobi van Gool en Anna Joannis van der Avoort |
02-07-1821 | Gilze | [bron: Overlijdensregister 1821, aktenummer 32] |
02-07-1821 | Bouwman | [bron: Overlijdensregister 1821, aktenummer 32] |
237 Corput Maria Adriana van den, rk gedoopt in Gilze op 25 december 1741 als dochter van Adriani van den Corput en Joanna Adrianai Loijmans |
16-04-1774 | Dongen | [bron: Inv.nr. 35 - Oosterhout - trouwboek 1768-1780 (nederduits-gereformeerde gemeente) 1768-1780 - Archiefnummer 2002 folio 69, scanpagina 69] | ||
23-11-1776 | Laagstraat, Dongen (Vermeld bij zijn overlijden is: aan de Leegstraat bij Donge. Waarom zijn overlijden dan in Oosterhout aangegeven is, is me niet duidelijk.) | [bron: Nederduits Gereformeerd begraafboek 1758-1777, archiefnummer 8089, Regionaal Archief Tilburg, inventarisnummer 41] |
Bouwman |
16-04-1774 | Oosterhout | [bron: Inv.nr. 35 - Oosterhout - trouwboek 1768-1780 (nederduits-gereformeerde gemeente) 1768-1780 - Archiefnummer 2002 folio 69, scanpagina 69] | ||
23-11-1776 | Laagstraat, Dongen (Vermeld bij het overlijden van haar man Weijnand is: aan de Leegstraat bij Donge.) | [bron: Nederduits Gereformeerd begraafboek 1758-1777, archiefnummer 8089, Regionaal Archief Tilburg, inventarisnummer 41] | ||
07-03-1814 | Wijk C nummer 221, Oosterhout | [bron: Overlijdensregister 1814, archiefnummer 1814, Ambtenaar van de burgerlijke stand in Oosterhout, aktenummer 152] | ||
26-09-1814 | Nummer 221, Oosterhout | [bron: Overlijdensregister 1814, archiefnummer 1814, Ambtenaar van de burgerlijke stand in Oosterhout, aktenummer 152; Overlijdensregister 1823, archiefnummer 50, inventarisnummer 1944, aktenummer 31; Huwelijksregister Oosterhout 1813, archiefnummer 50, inventarisnummer 5889, aktenummer 20] |
Landbouwster |
30-07-1741 | Adriaen Cornelis Huijgen verschijnt voor notaris Michael van Tilborgh in Oosterhout, als testamentair boedelhouder van Elisabet Corneliisse van Beek en hij woont in de Groenstraat in Oosterhout. Hij wil zijn na te laten goederen verdelen onder zijn kinderen. Aan zijn zoon Cornelis Adriaan Huijgen, of bij vooroverlijden zijn wettige nakomelingen: 1. Een stede, gelegen in de Groenstraat in Oosterhout, groot 9 lopensaat en 39 roeden 2. Een perceel hooiland, aan de Groenendijk onder Oosterhout, groot 5 lopensaat, zijnde de achterste helft 3. Een perceel zaailand, in de Leeghstraat in Dongen, groot 7 lopensaat 4. Een perceel land, gelegen in de Heiningen in Dongen, groot 3 lopensaat Aan zijn zoon Jan Adriaan Huijgen, of bij vooroverlijden zijn wettige nakomelingen: 1. Een stede, gekomen van Hendrik Matthijssen Op Stroom, met het kleine huis daarbij, gelegen onder Oosterhout, onder Groen en Heistraat, groot 4 lopensaat en 10 roeden 2. Hooiland, 5 lopensaat, gelegen in de Keijlen in Oosterhout, en bedeeld met Claas Drixsen van Spaandonk 3. Hooiland, 2 lopensaat, gelegen aan de Rijsdijk in Oosterhout, en onbedeeld met Jan Peeter Jansen 4. Zaailand, 4 lopensaat, gelegen aan de Hoge Dijk onder Dongen, vanouds genoemd het Hunningstedeken 5. Zaailand, 3 1/2 lopensaat, gelegen tot Dongen in de stede van Arie Adriaanse Bierwagen 6. Zaailand en bos, 4 lopensaat, gelegen buiten in de Heides onder Dongen 7. Zaailand, 2 lopensaat, gelegen op de Kaijakkers onder de Schellingen Aan zijn dochter Seijken Adriaan Huijgen, getrouwd met Claas Cornelis Oomen, of bij vooroverlijden haar wettige nakomelingen: 1. Een perceel zaailand, in de Griend voor en achter, onder Oosterhout, 10 loopsaten, gelegen onder de Schellingen 2. Een perceel hooiland, 5 lopensaat, zijnde de voorste helft aan de Groenendijk onder Oosterhout 3. Zaailand, 2 lopensaat, gelegen onder Novalia Heikant, bedeeld met Wouter Gijsbert Cnaepen 4. Hooiland, 7 lopensaat, gelegen in de Willemspolder in de Oorden onder Raamsdonk, bedeeld met Adrie Adriaanse Bierwagen 5. Zaailand, 3 1/2 lopensaat, gelegen onder Dongen in de Heininge, vanouds genoemd Den Hermens Akker 6. 50 gulden uit de gemene boedel Verder bepaalt hij dat de verdere goederen en schulden gelijk verdeeld moeten worden over de 3 kinderen, of bij vooroverlijden aan hun nakomelingen Tot voogd over zijn na te laten minderjarige erfgenamen Klaas Cornelis Oomen, en tot toeziend voogd Cornelis Adriaan Huijgen. Aldus gedaan en gepassert tot Oosterhout de 30e juli 1741 ter presentie van Monsieur Wouter van Gils, oud schepen alhier, en Adrianus van Tilborgh, beide inwoners en getuigen. In totaal gaat het om 2 stedes en een huise, 75 lopensaat en 10 roeden en 50 gulden. Met een stede zal een boerderij bedoeld zijn. 6 lopensaat is een kleine hectare, en dan kom je uit op ongeveer 12 hectare. Meer kinderen van Adriaan en Elisabet zijn niet genoemd. Die zijn zeer waarschijnlijk al eerder overleden. Van de 8 kinderen zijn er nog 3 in leven in 1741. Dingena is kort na het opmaken van het testament geboren. Zeer waarschijnlijk is zij aan de Groenstraat geboren, in de boerderij nagelaten door haar opa en geeerfd door haar vader. Later zal deze boerderij in eigendom van haar broer Jan Cornelis Huigen komen, zoals in het kadaster van 1811-1832 staat. Dit is nu Hoge Dijk 88. De andere boerderij is door haar opa nagelaten aan haar oom Jan, en daarna aan zijn zoon Adrianus. Dit is nu Hoge Dijk 90. |
[bron: Notarieel Oosterhout Michael van Tilborgh 1741-1748 archief 2009, inventaris 94, akte 6] |
23-11-1776 | Laagstraat, Dongen (Vermeld bij het overlijden van zijn vader: aan de Leegstraat bij Donge.) | [bron: Nederduits Gereformeerd begraafboek 1758-1777, archiefnummer 8089, Regionaal Archief Tilburg, inventarisnummer 41] | ||
van 1811 tot 1832 | Laagstraat, Dongen (Jan van Wereld woonde op perceel 215 en 215 (schuur en huis), aan de Laagstraat langs het karrenspoor naar de Sluis. Tegenwoordig is dit de Rembrandtlaan, maar die houdt eerder op en gaat met een knik verder richting Laagstraat via de Beethovenstraat. Dus het perceel met de nummers 215 en 216 moet gelegen hebben langs de Westerlaan tussen de Beethovenstraat en de denkbeeldige lijn van de Rembrandstraat rechtdoor naar de Westerlaan. Dus ongeveer ter hoogte van de eerste helft van de Asterstraat. Met dank aan René Andries voor de exacte plaatsbepaling.) | [bron: Kadaster 1811-1832] | ||
08-02-1816 | Laagstraat, Dongen (Staat beschreven bij de aangifte van de geboorte van Johanna) | [bron: Dongen, Combinatieregister 1816, aktenummer 18] | ||
16-01-1818 | Laagstraat, Dongen (Bij de aangifte van Petrus staat dit beschreven) | [bron: Combinatieregister 1818, aktenummer 11] |
22-04-1821 | Bouwman (Bij de aangifte van de geboorte van Anna Catharina heeft vader Jan dit vermeld.) | [bron: Geboorteregister 1821, blad 8v] |
08-02-1816 | Laagstraat, Dongen (Staat beschreven bij de aangifte van de geboorte van Johanna) | [bron: Dongen, Combinatieregister 1816, aktenummer 18] | ||
16-01-1818 | Laagstraat, Dongen (Bij de aangifte van Petrus staat dit beschreven) | [bron: Combinatieregister 1818, aktenummer 11] |
04-07-1843 | Landbouwster | [bron: Overlijdensregister 1843, aktenummer 46] |
255 Gool Adrianus van, nederduits gedoopt op 4 maart 1696 in Oosterhout |
256 Gool Adriana van, nederduits gedoopt op 15 september 1720 in Oosterhout |
257 Gool Maria van , nederduits gedoopt op 19 april 1722 in Oosterhout |
11-06-1752 | doop Adriana Vissers (1752-1840) [zie 17] | [tante moederszijde] | [bron: Oosterhout N.G. dopen, 1658-1810; DTB Oosterhout inventarisnummer 24 en 25; bron 24/94] |
258 Gool Nicolaus van, nederduits gedoopt op 5 maart 1724 in Oosterhout |
22-06-1815 | No 473, Oosterhout |
11-06-1752 | doop Adriana Vissers (1752-1840) [zie 17] | [oom moederszijde] | [bron: Oosterhout N.G. dopen, 1658-1810; DTB Oosterhout inventarisnummer 24 en 25; bron 24/94] |
259 Binck Cornelius, rk gedoopt in Dongen op 26 maart 1694 als zoon van Wijnandi Joannis Binck en Adriana Cornelii Beeckmans |
260 Wijnans Joannes, rk gedoopt in Dongen op 23 januari 1719 als zoon van Cornelii Wijnans en Margarita Jans |
261 Wijnants Cornelius, rk gedoopt in Dongen op 27 april 1722 als zoon van Cornelii Wijnants en Margareta Jans |
264 Binck Dimpna, rk gedoopt op 10 september 1727 in Dongen als dochter van Cornelii Winant Binck en Margareta Jansen de Bruijn |
265 Binck Wijnandt, rk gedoopt in Dongen op 24 januari 1730, als zoon van Cornelii Binck en Margarite Jansse de Bruijn |
21-12-1771 | doop Maria Binck (geb. 1771) [zie 56,I] | [grootmoeder moederszijde] | [bron: Inv.nr. 01 - Gilze - doopboek 1677-1678 en 1683-1781 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 2802, Doop-, trouw- en begraafboeken van Gilze en Rijen, 1677-1810, inventarisnummer 01, blad 100v] |
10-02-1775 | doop Jan Wijnand van Wereld (1775-1823) [zie 62,I] | [grootvader vaderszijde] | [bron: Rooms-Katholiek doopboek 1770-1810, archiefnummer 8029, Regionaal Archief Tilburg, inventarisnummer 7, blad 22] |
266 Wereldt Dingna Hellebrandi van, rk gedoopt op 2 november 1746 in Dongen als dochter van Hellebrandi Joaniis van Wereldt en Maria Winandi Binck |
31-08-1761 | Groenstraat, Oosterhout | [bron: Inv.nr. 41 - Oosterhout - register van ontvangst van kerkerecht voor luiden bij begraven 1758-1777 (nederduits-gereformeerde gemeente) 1758-1777, folio 52, scanpagina 53] |
30-07-1741 | Adriaen Cornelis Huijgen verschijnt voor notaris Michael van Tilborgh in Oosterhout, als testamentair boedelhouder van Elisabet Corneliisse van Beek en hij woont in de Groenstraat in Oosterhout. Hij wil zijn na te laten goederen verdelen onder zijn kinderen. Aan zijn zoon Cornelis Adriaan Huijgen, of bij vooroverlijden zijn wettige nakomelingen: 1. Een stede, gelegen in de Groenstraat in Oosterhout, groot 9 lopensaat en 39 roeden 2. Een perceel hooiland, aan de Groenendijk onder Oosterhout, groot 5 lopensaat, zijnde de achterste helft 3. Een perceel zaailand, in de Leeghstraat in Dongen, groot 7 lopensaat 4. Een perceel land, gelegen in de Heiningen in Dongen, groot 3 lopensaat Aan zijn zoon Jan Adriaan Huijgen, of bij vooroverlijden zijn wettige nakomelingen: 1. Een stede, gekomen van Hendrik Matthijssen Op Stroom, met het kleine huis daarbij, gelegen onder Oosterhout, onder Groen en Heistraat, groot 4 lopensaat en 10 roeden 2. Hooiland, 5 lopensaat, gelegen in de Keijlen in Oosterhout, en bedeeld met Claas Drixsen van Spaandonk 3. Hooiland, 2 lopensaat, gelegen aan de Rijsdijk in Oosterhout, en onbedeeld met Jan Peeter Jansen 4. Zaailand, 4 lopensaat, gelegen aan de Hoge Dijk onder Dongen, vanouds genoemd het Hunningstedeken 5. Zaailand, 3 1/2 lopensaat, gelegen tot Dongen in de stede van Arie Adriaanse Bierwagen 6. Zaailand en bos, 4 lopensaat, gelegen buiten in de Heides onder Dongen 7. Zaailand, 2 lopensaat, gelegen op de Kaijakkers onder de Schellingen Aan zijn dochter Seijken Adriaan Huijgen, getrouwd met Claas Cornelis Oomen, of bij vooroverlijden haar wettige nakomelingen: 1. Een perceel zaailand, in de Griend voor en achter, onder Oosterhout, 10 loopsaten, gelegen onder de Schellingen 2. Een perceel hooiland, 5 lopensaat, zijnde de voorste helft aan de Groenendijk onder Oosterhout 3. Zaailand, 2 lopensaat, gelegen onder Novalia Heikant, bedeeld met Wouter Gijsbert Cnaepen 4. Hooiland, 7 lopensaat, gelegen in de Willemspolder in de Oorden onder Raamsdonk, bedeeld met Adrie Adriaanse Bierwagen 5. Zaailand, 3 1/2 lopensaat, gelegen onder Dongen in de Heininge, vanouds genoemd Den Hermens Akker 6. 50 gulden uit de gemene boedel Verder bepaalt hij dat de verdere goederen en schulden gelijk verdeeld moeten worden over de 3 kinderen, of bij vooroverlijden aan hun nakomelingen Tot voogd over zijn na te laten minderjarige erfgenamen Klaas Cornelis Oomen, en tot toeziend voogd Cornelis Adriaan Huijgen. Aldus gedaan en gepassert tot Oosterhout de 30e juli 1741 ter presentie van Monsieur Wouter van Gils, oud schepen alhier, en Adrianus van Tilborgh, beide inwoners en getuigen. In totaal gaat het om 2 stedes en een huise, 75 lopensaat en 10 roeden en 50 gulden. Met een stede zal een boerderij bedoeld zijn. 6 lopensaat is een kleine hectare, en dan kom je uit op ongeveer 12 hectare. Meer kinderen van Adriaan en Elisabet zijn niet genoemd. Die zijn zeer waarschijnlijk al eerder overleden. Van de 8 kinderen zijn er nog 3 in leven in 1741 |
[bron: Notarieel Oosterhout Michael van Tilborgh 1741-1748 archief 2009, inventaris 94, akte 6] |
05-01-1789 | Groenstraat, Oosterhout | [bron: Inv.nr. 42 - Oosterhout - register van ontvangst van kerkerecht voor luiden bij begraven 1777-1793 (nederduits-gereformeerde gemeente) 1777-1793, folio 130, scanpagina 132] |
274 Huijgen Elisabetha Cornelii Adriaen, RK gedoopt in Dongen op maandag 16 november 1733 |
09-03-1796 | Op den Heuvel, Dongen | [bron: Inv.nr. 33 - Dongen - register van ontvangst van het verschuldigde kerkerecht voor het begraven 1794-1798 (nederduits-gereformeerde gemeente), archiefnummer 926, Doop-, trouw- en begraafboeken Dongen - 1625-1811, inventarisnummer 33, blad 27] |
30-10-1812 | Wijk A nummer 45, Oosterhout | [bron: Overlijdensregister 1812, archiefnummer 2004, Ambtenaar van de burgerlijke stand in Oosterhout, aktenummer 138] |
06-11-1831 | Wijk A nummer 47, Oosterhout | [bron: Overlijdensregister 1831, archiefnummer 2004, Ambtenaar van de burgerlijke stand in Oosterhout, aktenummer 140] |
282 Huijgen Joannes Cornelii, rk gedoopt op 11 november 1745 in Oosterhout, zoon van Cornelii Huijgen en Joanna Broekmans, met als doopgetuigen Nicolaus Oomen en Petronella Eelans |
283 Huijgen Petronilla Cornelii, RK gedoopt in Oosterhout op maandag 24 maart 1749 |
14-01-1816 | Achter de Bergen, Dongen | [bron: Dongen, Combinatieregister 1816, aktenummer 8] |
14-01-1816 | Achter de Bergen, Dongen | [bron: Dongen, Combinatieregister 1816, aktenummer 8] |
288 Janssen Wijnandus Joannis, rk gedoopt in Dongen op 20 september 1660 als zoon van Joannis Janssen en Joanna Wijnandis |
289 Joannis Joanna Wijnandi, rk gedoopt op 31 augustus 1697 in Dongen als dochter van Wijnandi Joannis en Adriana Cornelis |
290 Jansen Dimptna Jan, rk gedoopt op 23 september 1700 in Dongen als dochter van Wijnandi Jan Jansen en Adriana Cornelis Beeckmans |
291 Jansen Maria Wijnant, rk gedoopt in Dongen op 5 december 1707 als dochter van Wijnant Jansen en Adriana Cornelissen |
01-04-1720 | Groenstraat, Oosterhout (De Groenstraat ligt op de grens van Oosterhout met Dongen. Zelfs zo dat de overkant van de straat Hoge Dijk heet, en in Dongen ligt) | [bron: RAT Notarieel Oosterhout inventaris 90, akte 95 - testament] | ||
30-07-1741 | Groenstraat, Oosterhout | [bron: Notarieel Oosterhout Michael van Tilborgh 1741-1748 archief 2009, inventaris 94, akte 6] |
01-04-1720 | Voor notaris Michael van Tilborgh maken Adriaen en Elisabeth hun testament op. Elisabeth is ziekelijk, en Adriaen is gaande en staande (ofwel: kan goed uit de voeten). Het is een testament op de langstlevende. De kinderen krijgen bij het bereiken van de leeftijd van 25 jaar, of de huwelijkse staat een som van 100 daalders in plaats van de legitieme portie. Elisabeth ondertekent met soort krul vanwege een onpasselijkheid van haar rechterhand, en Adriaen met een kruisje omdat hij niet kan schrijven. |
[bron: RAT Notarieel Oosterhout inventaris 90, akte 95 - testament] | ||
30-07-1741 | Adriaen Cornelis Huijgen verschijnt voor notaris Michael van Tilborgh in Oosterhout, als testamentair boedelhouder van Elisabet Corneliisse van Beek en hij woont in de Groenstraat in Oosterhout. Hij wil zijn na te laten goederen verdelen onder zijn kinderen. Aan zijn zoon Cornelis Adriaan Huijgen, of bij vooroverlijden zijn wettige nakomelingen: 1. Een stede, gelegen in de Groenstraat in Oosterhout, groot 9 lopensaat en 39 roeden 2. Een perceel hooiland, aan de Groenendijk onder Oosterhout, groot 5 lopensaat, zijnde de achterste helft 3. Een perceel zaailand, in de Leeghstraat in Dongen, groot 7 lopensaat 4. Een perceel land, gelegen in de Heiningen in Dongen, groot 3 lopensaat Aan zijn zoon Jan Adriaan Huijgen, of bij vooroverlijden zijn wettige nakomelingen: 1. Een stede, gekomen van Hendrik Matthijssen Op Stroom, met het kleine huis daarbij, gelegen onder Oosterhout, onder Groen en Heistraat, groot 4 lopensaat en 10 roeden 2. Hooiland, 5 lopensaat, gelegen in de Keijlen in Oosterhout, en bedeeld met Claas Drixsen van Spaandonk 3. Hooiland, 2 lopensaat, gelegen aan de Rijsdijk in Oosterhout, en onbedeeld met Jan Peeter Jansen 4. Zaailand, 4 lopensaat, gelegen aan de Hoge Dijk onder Dongen, vanouds genoemd het Hunningstedeken 5. Zaailand, 3 1/2 lopensaat, gelegen tot Dongen in de stede van Arie Adriaanse Bierwagen 6. Zaailand en bos, 4 lopensaat, gelegen buiten in de Heides onder Dongen 7. Zaailand, 2 lopensaat, gelegen op de Kaijakkers onder de Schellingen Aan zijn dochter Seijken Adriaan Huijgen, getrouwd met Claas Cornelis Oomen, of bij vooroverlijden haar wettige nakomelingen: 1. Een perceel zaailand, in de Griend voor en achter, onder Oosterhout, 10 loopsaten, gelegen onder de Schellingen 2. Een perceel hooiland, 5 lopensaat, zijnde de voorste helft aan de Groenendijk onder Oosterhout 3. Zaailand, 2 lopensaat, gelegen onder Novalia Heikant, bedeeld met Wouter Gijsbert Cnaepen 4. Hooiland, 7 lopensaat, gelegen in de Willemspolder in de Oorden onder Raamsdonk, bedeeld met Adrie Adriaanse Bierwagen 5. Zaailand, 3 1/2 lopensaat, gelegen onder Dongen in de Heininge, vanouds genoemd Den Hermens Akker 6. 50 gulden uit de gemene boedel Verder bepaalt hij dat de verdere goederen en schulden gelijk verdeeld moeten worden over de 3 kinderen, of bij vooroverlijden aan hun nakomelingen Tot voogd over zijn na te laten minderjarige erfgenamen Klaas Cornelis Oomen, en tot toeziend voogd Cornelis Adriaan Huijgen. Aldus gedaan en gepassert tot Oosterhout de 30e juli 1741 ter presentie van Monsieur Wouter van Gils, oud schepen alhier, en Adrianus van Tilborgh, beide inwoners en getuigen. In totaal gaat het om 2 stedes en een huise, 75 lopensaat en 10 roeden en 50 gulden. Met een stede zal een boerderij bedoeld zijn. 6 lopensaat is een kleine hectare, en dan kom je uit op ongeveer 12 hectare. Meer kinderen van Adriaan en Elisabet zijn niet genoemd. Die zijn zeer waarschijnlijk al eerder overleden. Van de 8 kinderen zijn er nog 3 in leven in 1741 |
[bron: Notarieel Oosterhout Michael van Tilborgh 1741-1748 archief 2009, inventaris 94, akte 6] |
01-10-1732 | doop Elisabetha Joannes Huijgen (geb. 1732) | [grootvader vaderszijde] | [bron: Inv.nr. 13 - Oosterhout - doopboek 1727-1741 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 2002, Doop-, trouw- en begraafboeken van Oosterhout, 1610-1810, inventarisnummer 13, blad 74] | |||
16-11-1733 | doop [waarschijnlijk] Eisabetha Cornelis Huijgen (geb. 1733) [zie 126,I] | [grootvader vaderszijde] | [bron: Inv.nr. 06 - Dongen - doopboek 1731-1770 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 926, Doop-, trouw- en begraafboeken Dongen 1625-1811, inventarisnummer 6, blad 11] |
01-04-1720 | Groenstraat, Oosterhout (De Groenstraat ligt op de grens van Oosterhout met Dongen. Zelfs zo dat de overkant van de straat Hoge Dijk heet, en in Dongen ligt) | [bron: RAT Notarieel Oosterhout inventaris 90, akte 95 - testament] |
30-07-1741 | Adriaen Cornelis Huijgen verschijnt voor notaris Michael van Tilborgh in Oosterhout, als testamentair boedelhouder van Elisabet Corneliisse van Beek en hij woont in de Groenstraat in Oosterhout. Hij wil zijn na te laten goederen verdelen onder zijn kinderen. Aan zijn zoon Cornelis Adriaan Huijgen, of bij vooroverlijden zijn wettige nakomelingen: 1. Een stede, gelegen in de Groenstraat in Oosterhout, groot 9 lopensaat en 39 roeden 2. Een perceel hooiland, aan de Groenendijk onder Oosterhout, groot 5 lopensaat, zijnde de achterste helft 3. Een perceel zaailand, in de Leeghstraat in Dongen, groot 7 lopensaat 4. Een perceel land, gelegen in de Heiningen in Dongen, groot 3 lopensaat Aan zijn zoon Jan Adriaan Huijgen, of bij vooroverlijden zijn wettige nakomelingen: 1. Een stede, gekomen van Hendrik Matthijssen Op Stroom, met het kleine huis daarbij, gelegen onder Oosterhout, onder Groen en Heistraat, groot 4 lopensaat en 10 roeden 2. Hooiland, 5 lopensaat, gelegen in de Keijlen in Oosterhout, en bedeeld met Claas Drixsen van Spaandonk 3. Hooiland, 2 lopensaat, gelegen aan de Rijsdijk in Oosterhout, en onbedeeld met Jan Peeter Jansen 4. Zaailand, 4 lopensaat, gelegen aan de Hoge Dijk onder Dongen, vanouds genoemd het Hunningstedeken 5. Zaailand, 3 1/2 lopensaat, gelegen tot Dongen in de stede van Arie Adriaanse Bierwagen 6. Zaailand en bos, 4 lopensaat, gelegen buiten in de Heides onder Dongen 7. Zaailand, 2 lopensaat, gelegen op de Kaijakkers onder de Schellingen Aan zijn dochter Seijken Adriaan Huijgen, getrouwd met Claas Cornelis Oomen, of bij vooroverlijden haar wettige nakomelingen: 1. Een perceel zaailand, in de Griend voor en achter, onder Oosterhout, 10 loopsaten, gelegen onder de Schellingen 2. Een perceel hooiland, 5 lopensaat, zijnde de voorste helft aan de Groenendijk onder Oosterhout 3. Zaailand, 2 lopensaat, gelegen onder Novalia Heikant, bedeeld met Wouter Gijsbert Cnaepen 4. Hooiland, 7 lopensaat, gelegen in de Willemspolder in de Oorden onder Raamsdonk, bedeeld met Adrie Adriaanse Bierwagen 5. Zaailand, 3 1/2 lopensaat, gelegen onder Dongen in de Heininge, vanouds genoemd Den Hermens Akker 6. 50 gulden uit de gemene boedel Verder bepaalt hij dat de verdere goederen en schulden gelijk verdeeld moeten worden over de 3 kinderen, of bij vooroverlijden aan hun nakomelingen Tot voogd over zijn na te laten minderjarige erfgenamen Klaas Cornelis Oomen, en tot toeziend voogd Cornelis Adriaan Huijgen. Aldus gedaan en gepassert tot Oosterhout de 30e juli 1741 ter presentie van Monsieur Wouter van Gils, oud schepen alhier, en Adrianus van Tilborgh, beide inwoners en getuigen. In totaal gaat het om 2 stedes en een huise, 75 lopensaat en 10 roeden en 50 gulden. Met een stede zal een boerderij bedoeld zijn. 6 lopensaat is een kleine hectare, en dan kom je uit op ongeveer 12 hectare. Meer kinderen van Adriaan en Elisabet zijn niet genoemd. Die zijn zeer waarschijnlijk al eerder overleden. Van de 8 kinderen zijn er nog 3 in leven in 1741 |
[bron: Notarieel Oosterhout Michael van Tilborgh 1741-1748 archief 2009, inventaris 94, akte 6] |
300 Adriani Cornelius, rk gedoopt op 2 januari 1697 in Dongen, zoon van Adriani Cornelii en Elisabetha Cornelij Beeckmans, doopgetuigen zijn Cornelius Cornelij Beeckmans en Lucia Joannis Adriani |
301 Huijgen Dympna Adrianus Cornelius, RK gedoopt in Dongen op donderdag 7 augustus 1698 |
27-10-1731 | Groenstraat, Oosterhout | [bron: Inv.nr. 32 - Oosterhout - trouwboek 1730-1741 (nederduits-gereformeerde gemeente) 1730-1741 folio 22 scanpagina 21] |
30-07-1741 | Adriaen Cornelis Huijgen verschijnt voor notaris Michael van Tilborgh in Oosterhout, als testamentair boedelhouder van Elisabet Corneliisse van Beek en hij woont in de Groenstraat in Oosterhout. Hij wil zijn na te laten goederen verdelen onder zijn kinderen. Aan zijn zoon Cornelis Adriaan Huijgen, of bij vooroverlijden zijn wettige nakomelingen: 1. Een stede, gelegen in de Groenstraat in Oosterhout, groot 9 lopensaat en 39 roeden 2. Een perceel hooiland, aan de Groenendijk onder Oosterhout, groot 5 lopensaat, zijnde de achterste helft 3. Een perceel zaailand, in de Leeghstraat in Dongen, groot 7 lopensaat 4. Een perceel land, gelegen in de Heiningen in Dongen, groot 3 lopensaat Aan zijn zoon Jan Adriaan Huijgen, of bij vooroverlijden zijn wettige nakomelingen: 1. Een stede, gekomen van Hendrik Matthijssen Op Stroom, met het kleine huis daarbij, gelegen onder Oosterhout, onder Groen en Heistraat, groot 4 lopensaat en 10 roeden 2. Hooiland, 5 lopensaat, gelegen in de Keijlen in Oosterhout, en bedeeld met Claas Drixsen van Spaandonk 3. Hooiland, 2 lopensaat, gelegen aan de Rijsdijk in Oosterhout, en onbedeeld met Jan Peeter Jansen 4. Zaailand, 4 lopensaat, gelegen aan de Hoge Dijk onder Dongen, vanouds genoemd het Hunningstedeken 5. Zaailand, 3 1/2 lopensaat, gelegen tot Dongen in de stede van Arie Adriaanse Bierwagen 6. Zaailand en bos, 4 lopensaat, gelegen buiten in de Heides onder Dongen 7. Zaailand, 2 lopensaat, gelegen op de Kaijakkers onder de Schellingen Aan zijn dochter Seijken Adriaan Huijgen, getrouwd met Claas Cornelis Oomen, of bij vooroverlijden haar wettige nakomelingen: 1. Een perceel zaailand, in de Griend voor en achter, onder Oosterhout, 10 loopsaten, gelegen onder de Schellingen 2. Een perceel hooiland, 5 lopensaat, zijnde de voorste helft aan de Groenendijk onder Oosterhout 3. Zaailand, 2 lopensaat, gelegen onder Novalia Heikant, bedeeld met Wouter Gijsbert Cnaepen 4. Hooiland, 7 lopensaat, gelegen in de Willemspolder in de Oorden onder Raamsdonk, bedeeld met Adrie Adriaanse Bierwagen 5. Zaailand, 3 1/2 lopensaat, gelegen onder Dongen in de Heininge, vanouds genoemd Den Hermens Akker 6. 50 gulden uit de gemene boedel Verder bepaalt hij dat de verdere goederen en schulden gelijk verdeeld moeten worden over de 3 kinderen, of bij vooroverlijden aan hun nakomelingen Tot voogd over zijn na te laten minderjarige erfgenamen Klaas Cornelis Oomen, en tot toeziend voogd Cornelis Adriaan Huijgen. Aldus gedaan en gepassert tot Oosterhout de 30e juli 1741 ter presentie van Monsieur Wouter van Gils, oud schepen alhier, en Adrianus van Tilborgh, beide inwoners en getuigen. In totaal gaat het om 2 stedes en een huise, 75 lopensaat en 10 roeden en 50 gulden. Met een stede zal een boerderij bedoeld zijn. 6 lopensaat is een kleine hectare, en dan kom je uit op ongeveer 12 hectare. Meer kinderen van Adriaan en Elisabet zijn niet genoemd. Die zijn zeer waarschijnlijk al eerder overleden. Van de 8 kinderen zijn er nog 3 in leven in 1741 |
[bron: Notarieel Oosterhout Michael van Tilborgh 1741-1748 archief 2009, inventaris 94, akte 6] |
27-10-1731 | Berkestraat, Oosterhout | [bron: Inv.nr. 32 - Oosterhout - trouwboek 1730-1741 (nederduits-gereformeerde gemeente) 1730-1741 folio 22 scanpagina 21] |
22-09-1793 | Op den Heuvel, Dongen | [bron: Inv.nr. 32 - Dongen - register van ontvangst van het verschuldigde kerkerecht voor het begraven 1790-1793 (nederduits-gereformeerde gemeente), archiefnummer 926, Doop-, trouw- en begraafboeken Dongen - 1625-1811, inventarisnummer 32, blad 30] |
30-07-1741 | Adriaen Cornelis Huijgen verschijnt voor notaris Michael van Tilborgh in Oosterhout, als testamentair boedelhouder van Elisabet Corneliisse van Beek en hij woont in de Groenstraat in Oosterhout. Hij wil zijn na te laten goederen verdelen onder zijn kinderen. Aan zijn zoon Cornelis Adriaan Huijgen, of bij vooroverlijden zijn wettige nakomelingen: 1. Een stede, gelegen in de Groenstraat in Oosterhout, groot 9 lopensaat en 39 roeden 2. Een perceel hooiland, aan de Groenendijk onder Oosterhout, groot 5 lopensaat, zijnde de achterste helft 3. Een perceel zaailand, in de Leeghstraat in Dongen, groot 7 lopensaat 4. Een perceel land, gelegen in de Heiningen in Dongen, groot 3 lopensaat Aan zijn zoon Jan Adriaan Huijgen, of bij vooroverlijden zijn wettige nakomelingen: 1. Een stede, gekomen van Hendrik Matthijssen Op Stroom, met het kleine huis daarbij, gelegen onder Oosterhout, onder Groen en Heistraat, groot 4 lopensaat en 10 roeden 2. Hooiland, 5 lopensaat, gelegen in de Keijlen in Oosterhout, en bedeeld met Claas Drixsen van Spaandonk 3. Hooiland, 2 lopensaat, gelegen aan de Rijsdijk in Oosterhout, en onbedeeld met Jan Peeter Jansen 4. Zaailand, 4 lopensaat, gelegen aan de Hoge Dijk onder Dongen, vanouds genoemd het Hunningstedeken 5. Zaailand, 3 1/2 lopensaat, gelegen tot Dongen in de stede van Arie Adriaanse Bierwagen 6. Zaailand en bos, 4 lopensaat, gelegen buiten in de Heides onder Dongen 7. Zaailand, 2 lopensaat, gelegen op de Kaijakkers onder de Schellingen Aan zijn dochter Seijken Adriaan Huijgen, getrouwd met Claas Cornelis Oomen, of bij vooroverlijden haar wettige nakomelingen: 1. Een perceel zaailand, in de Griend voor en achter, onder Oosterhout, 10 loopsaten, gelegen onder de Schellingen 2. Een perceel hooiland, 5 lopensaat, zijnde de voorste helft aan de Groenendijk onder Oosterhout 3. Zaailand, 2 lopensaat, gelegen onder Novalia Heikant, bedeeld met Wouter Gijsbert Cnaepen 4. Hooiland, 7 lopensaat, gelegen in de Willemspolder in de Oorden onder Raamsdonk, bedeeld met Adrie Adriaanse Bierwagen 5. Zaailand, 3 1/2 lopensaat, gelegen onder Dongen in de Heininge, vanouds genoemd Den Hermens Akker 6. 50 gulden uit de gemene boedel Verder bepaalt hij dat de verdere goederen en schulden gelijk verdeeld moeten worden over de 3 kinderen, of bij vooroverlijden aan hun nakomelingen Tot voogd over zijn na te laten minderjarige erfgenamen Klaas Cornelis Oomen, en tot toeziend voogd Cornelis Adriaan Huijgen. Aldus gedaan en gepassert tot Oosterhout de 30e juli 1741 ter presentie van Monsieur Wouter van Gils, oud schepen alhier, en Adrianus van Tilborgh, beide inwoners en getuigen. In totaal gaat het om 2 stedes en een huise, 75 lopensaat en 10 roeden en 50 gulden. Met een stede zal een boerderij bedoeld zijn. 6 lopensaat is een kleine hectare, en dan kom je uit op ongeveer 12 hectare. Meer kinderen van Adriaan en Elisabet zijn niet genoemd. Die zijn zeer waarschijnlijk al eerder overleden. Van de 8 kinderen zijn er nog 3 in leven in 1741 |
[bron: Notarieel Oosterhout Michael van Tilborgh 1741-1748 archief 2009, inventaris 94, akte 6] |
308 Huijgen Petrus en Maria Adriaen, tweeling RK gedoopt in Oosterhout op 15 juli 1708 |
309 Huijgen Maria Adriaen, RK gedoopt in Oosterhout op 30 augustus 1711 |
310 Broeckmans Joannes Joannes, RK gedoopt in Dongen op 17 april 1675 |
311 Broekmans Jan, begraven in Dongen op 18 november 1739 |
05-10-1739 | Agter den Heuvel, Dongen (Dit staat vermeld bij de begrafenis vna zijn vrouw) | [bron: Inv.nr. 21 - Dongen - register van ontvangst van het verschuldigde kerkerecht voor het begraven 1736-1739 (nederduits-gereformeerde gemeente), archiefnummer 926, Doop-, trouw- en begraafboeken Dongen - 1625-1811, inventarisnummer 21, blad pg 26] | ||
18-11-1739 | Op den Heuvel, Dongen (Dit is vermeld bij zijn begrafenis) | [bron: Inv.nr. 21 - Dongen - register van ontvangst van het verschuldigde kerkerecht voor het begraven 1736-1739 (nederduits-gereformeerde gemeente), archiefnummer 926, Doop-, trouw- en begraafboeken Dongen - 1625-1811, inventarisnummer 21, blad pg 29] |
05-10-1739 | Agter den Heuvel, Dongen | [bron: Inv.nr. 21 - Dongen - register van ontvangst van het verschuldigde kerkerecht voor het begraven 1736-1739 (nederduits-gereformeerde gemeente), archiefnummer 926, Doop-, trouw- en begraafboeken Dongen - 1625-1811, inventarisnummer 21, blad pg 26] |
20-02-1706 | doop Petronilla Cornelis Beeckmans (geb. 1706) | [tante moederszijde] | [bron: Inv.nr. 12 - Oosterhout - doopboek 1703-1727 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 2002, inventarisnummer 12, blad 34] | |||
08-05-1710 | doop Hubertus Cornelis Beeckmans (geb. 1710) | [tante moederszijde] | [bron: Inv.nr. 12 - Oosterhout - doopboek 1703-1727 (rooms-katholieke parochie) 1703-1727 folio 43, scanpagina 49] | |||
27-10-1713 | doop Alegundis Cornelis Beeckmans (geb. 1713) | [tante moederszijde] | [bron: nv.nr. 12 - Oosterhout - doopboek 1703-1727 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 2002, inventarisnummer 12, blad 124] | |||
16-11-1733 | doop Eisabetha Cornelis Huijgen (geb. 1733) [zie 126,I] | [grootmoeder moederszijde] | [bron: Inv.nr. 06 - Dongen - doopboek 1731-1770 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 926, Doop-, trouw- en begraafboeken Dongen 1625-1811, inventarisnummer 6, blad 11] |
28-03-1741 | Aan den Heijkant, Tilburg | [bron: ANDRIES VAN DER BURGHT, Minuutakten, 1733-1741, archiefnummer 115, Notarieel archief Tilburg, inventarisnummer 72, blad 141] | ||
28-02-1787 | Aan den Westheijkant, Tilburg | [bron: Inv.nr. 035 - Tilburg en Goirle - register van begravenen te Tilburg 1783-1803 (nederduits-gereformeerde gemeente), archiefnummer 15, Doop-, trouw- en begraafboeken van Tilburg 1600-1810, inventarisnummer 35, blad 57] |
28-03-1741 | Allegonda Jan Broeckmans machtigt haar man Adrianus Joost Horsten voor een perceel zaailand, gelegen onder de Heerlijkheid Oosterhout, genaamd Onder de Onnutte Velden, groot 2 1/2 lopen. Ze wonen aan de Heikant in Tilburg. |
[bron: ANDRIES VAN DER BURGHT, Minuutakten, 1733-1741, archiefnummer 115, Notarieel archief Tilburg, inventarisnummer 72, blad 141] |
14-06-1785 | Ten huize van Allegonda Jansen Broekmans maakt de notaris het testament op. Zij is weduwe en testamentair erfgename, zoals beschreven op 1 mei 1781. Met haar bevende hand kan ze haar naam niet meer schrijven (ze is 79 jaar oud). |
[bron: JOHAN ADRIAAN VAN MEURS JZOON SENIOR, Minuutakten,1785, archiefnummer 115, Notarieel archief Tilburg, inventarisnummer 110, blad 311] |
13-09-1737 | Dongen (Vermeld bij hun ondertrouw dat hij in Dongen geboren en woonachtig is) | [bron: Inv.nr. 38 - Dongen - trouwboek 1705-1710, 1677-1705, 1710-1795 (schepenbank), archiefnummer 926, Doop-, trouw- en begraafboeken Dongen 1625-1811, inventarisnummer 38, blad 67] | ||
26-01-1757 | In den Ham, Dongen (Staat bij zijn begrafenis beschreven) | [bron: Inv.nr. 24 - Dongen - register van ontvangst van het verschuldigde kerkerecht voor het begraven 1749-1757 (nederduits-gereformeerde gemeente), archiefnummer 926, Doop-, trouw- en begraafboeken Dongen - 1625-1811, inventarisnummer 24, blad pg 61] |
14-02-1739 | doop Adriaan Huijgen (1739-1812) [zie 126,III] | [oom moederszijde] | [bron: Regionaal Archief Tilburg te Tilburg, , Inv.nr. 13 - Oosterhout - doopboek 1727-1741 (rooms-katholieke parochie), folio 201] | |||
04-11-1741 | doop Joanna Dionisius Dingemans (geb. 1741) | [oom moederszijde] | [bron: Inv.nr. 06 - Dongen - doopboek 1731-1770 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 926, Doop-, trouw- en begraafboeken Dongen 1625-1811, inventarisnummer 6, blad 40a] | |||
11-11-1750 | doop Petronella Cornelii Huijgen (1750-1816) [zie 126,VII] | [oom moederszijde] | [bron: Inv.nr. 08 - Oosterhout - Akten van doop, 1741-1761 Akten van trouw 1752-1762, archiefnummer 2002, inventarisnummer 08, blad 54] |
13-09-1737 | Dongen (Bij haar ondertrouw staat vermeld dat zij in Dongen geboren en woonachtig is) | [bron: Inv.nr. 38 - Dongen - trouwboek 1705-1710, 1677-1705, 1710-1795 (schepenbank), archiefnummer 926, Doop-, trouw- en begraafboeken Dongen 1625-1811, inventarisnummer 38, blad 67] |
327 Broekmans Willebrordus Joannes, RK gedoopt in Dongen op 10 april 1712 |
21-07-1750 | Den Heuvel, Dongen |
28-08-1693 | Adriaentje Govert Denissen is weduwe van Adriaen Dirck Huijen. Ze is lichamelijk ziek, ligt te bed, maar is goed van memorie en verstand. (Ze is in 1693, mocht ze met haar 20 jaar getrouwd zijn, 87 jaar oud) Aan haar zoon Jan Adriaen Dirck Huijgen laat ze eerst 24 gulden eens na. Verder moet hij delen met Maeijken Adriaen Dirck Huijgen, de kinderen van Cornelis Adriaen Dirck Huijgen en de kinderen van Cathalijn Adriaen Dirck Huijgen, waarvan Jan Anthonis Beirenden de vader is Over de minderjarigen stelt zij Jan Anthonis en Adriaen Cornelis Adriaen Huijgen aan als voogden. (Adriaen zal de kleinzoon zijn) Haar zoon Jan heeft de stede onderhouden. Gedaan in de Leeghstraat onder Dongen. (=Laagstraat) |
[bron: Notariële archieven Oosterhout 1612-1925, inv. nr. 057 (index), archiefnummer 2009, inventarisnummer 57, aktenummer 37] |
27-04-1666 | Adriaen Jan Adriaens Keijser is ook verkoper, vermoedelijk een zoon van een dchter cab Adriaen Claes Emmen. koper is Floris Pels. hierin 27 apr 1666 Anneken Cornelis Claes Emmen (-) als zus Maeijken Claes Emmen (-†1667) als moeder Digna Dirck Jan Huijgen (-) als kind Jan Claes Emmen (-†1657) als vader Adriaentjen Peter Willemen (-) als moeder en verkoper Dingna Jan Claes Emmen (-) Claeske Cornelis Claes Embrechts (-†1654) als zus Adriaen Adriaen Claes Emmen (-) als broer en verkoper Engeltje Cornelis Claes Embrechts (-) als zus Claes Cornelis Corputs (-) als echtgenoot en verkoper Embertus Cornelis Claessen (~1611-) als broer Embrecht Adriaen Claes Emmen (-) als broer Dielis Dirck Jan Huijgen (-) als kind Jenneken Dirck Jan Huijgen (-) als kind Cornelis Adriaen Huijgen (-) als kleinkind Jenneken Jan Laureijs Spijckers (-†1669) als partner van kind en verkoper Jan Dirck Jan Huijgen (-†1667) als kind |
[bron: RAT, Archief: Dongen, Inventarisnr.: RA 107, Pagina: 86r en 86v, Plaats van akte: Dongen [nb], Aktedatum: 27 apr 1666] |
10-04-1712 | doop Willebrordus Joannes Broeckmans (geb. 1712) [zie 254,IV] | [grootmoeder vaderszijde] | [bron: Regionaal Archief Tilburg, DTB Dopen Dongen inventarisnummer 5, doopboek 1699-1730 (rooms-katholieke parochie), folio 50] |
28-01-1668 | Heistraet, Oosterhout | [bron: Inv.nr. 27 - Oosterhout - trouwboek 1658-1675 (nederduits-gereformeerde gemeente) 1658-1675 folio 59, scanpagina 60] | ||
15-08-1669 | Horst, Oosterhout (Met: ze wonen op den Horst bedoelt men meestal: op Oosteind. Dat is een groot gebied, waaronder ook de Heistraet valt. Die ligt dan net op de rand met het gebied ten westen: de Heikant. De Horst kan ook specifieker bedoeld zijn: dan is het het gebied rond de kruising Hoogstraat, Uillendocnksche straat en de Horstse Straat (westelijk deel van nu de Provinciale weg)) | [bron: Inv.nr. 06 - Oosterhout - akten van doop en trouw 1657-1678 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 2002, Doop-, trouw- en begraafboeken van Oosterhout, 1610-1810, inventarisnummer 06, blad 55v] | ||
16-11-1672 | Heistraat, Oosterhout | [bron: Inv.nr. 06 - Oosterhout - akten van doop en trouw 1657-1678 (rooms-katholieke parochie) 1657-1678 (bij de doop van Petrus), folio 71, scanpagina 71] |
van 01-01-1702 tot 01-02-1702 | In het testament bij de notaris in Oosterhout zijn genoemd: Andries Adriaen Dillisen (de vader), Aeltjen Peeters van Son (de moeder). Peeter Andries Adriaen (de ’gebrekkige’ zoon) |
[bron: Notariële archieven Oosterhout 1612-1925, inv. nr. 064 (index), archiefnummer 2009, inventarisnummer 64, aktenummer 3] |
30-07-1697 | doop Jacobus Cornelis Beeckmans (geb. 1697) | [grootvader moederszijde] | [bron: Inv.nr. 11 - Oosterhout - doopboek 1682-1703 (rooms-katholieke parochie) 1682-1703 folio 102, scanpagina 105] |
332 Petri Elken, rk gedoopt in Oosterhout op 20 juli 1642, dochter van Petri Willeboorts en Joanna Aerden, doopgetuigen zijn Adrianus Aerden en Cornelia Geerts |
28-01-1668 | Uijledonckse Straet, Oosterhout (Dit heet anno 2020 de Provinciale weg in Oosteind. Uijle of Uledonck was de oude naam van Oosteind) | [bron: Inv.nr. 27 - Oosterhout - trouwboek 1658-1675 (nederduits-gereformeerde gemeente) 1658-1675 folio 59, scanpagina 60] | ||
15-08-1669 | Horst, Oosterhout (Met: ze wonen op den Horst bedoelt men meestal: op Oosteind. Dat is een groot gebied, waaronder ook de Heistraet valt. Die ligt dan net op de rand met het gebied ten westen: de Heikant. De Horst kan ook specifieker bedoeld zijn: dan is het het gebied rond de kruising Hoogstraat, Uillendocnksche straat en de Horstse Straat (westelijk deel van nu de Provinciale weg)) | [bron: Inv.nr. 06 - Oosterhout - akten van doop en trouw 1657-1678 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 2002, Doop-, trouw- en begraafboeken van Oosterhout, 1610-1810, inventarisnummer 06, blad 55v] | ||
16-11-1672 | Heistraat, Oosterhout | [bron: Inv.nr. 06 - Oosterhout - akten van doop en trouw 1657-1678 (rooms-katholieke parochie) 1657-1678 (bij de doop van Petrus), folio 71, scanpagina 71] |
van 01-01-1702 tot 01-02-1702 | In het testament bij de notaris in Oosterhout zijn genoemd: Andries Adriaen Dillisen (de vader), Aeltjen Peeters van Son (de moeder). Peeter Andries Adriaen (de ’gebrekkige’ zoon) |
[bron: Notariële archieven Oosterhout 1612-1925, inv. nr. 064 (index), archiefnummer 2009, inventarisnummer 64, aktenummer 3] |
23-11-1695 | doop Joanna Cornelis Beeckmans (geb. 1695) | [grootmoeder moederszijde] | [bron: Inv.nr. 11 - Oosterhout - doopboek 1682-1703 (rooms-katholieke parochie) 1682-1703, folio 87, scanpagina 90] |
15-08-1669 | Horst, Oosterhout (Met: ze wonen op den Horst bedoelt men: op Oosteind) | [bron: Inv.nr. 06 - Oosterhout - akten van doop en trouw 1657-1678 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 2002, Doop-, trouw- en begraafboeken van Oosterhout, 1610-1810, inventarisnummer 06, blad 55v] | ||
29-01-1695 | Lange Heistraat, Oosterhout | [bron: Inv.nr. 50 - Oosterhout - trouwboek 1661-1756 (schepenbank) 1661-1756, folio 104, scanpagina 110] |
29-01-1695 | Vrachelen, Oosterhout (Cornelis is geboren in Dongen, en woont bij zijn ondertrouw, 26 jaar oud, in Vrachelen) | [bron: Inv.nr. 50 - Oosterhout - trouwboek 1661-1756 (schepenbank) 1661-1756, folio 104, scanpagina 110] |
336 Andreas Petrus, rk gedoopt op 16 november 1672 in de Heistraat in Oosterhout, zoon van Andreas Adriaen Dielissen |
15-11-1672 | Heistraat, Oosterhout | [bron: Inv.nr. 06 - Oosterhout - akten van doop en trouw 1657-1678 (rooms-katholieke parochie) 1657-1678 f 71 scanpagina 71] |
337 Andreas Petrus, rk gedoopt in Oosterhout op 3 juni 1680, zoon van Andreas Adrianse en Eltien Peters, met doopgetuigen Roelandus Verboven loco Martini Peters en Jesken Peters |
van 01-01-1702 tot 01-02-1702 | In het testament bij de notaris in Oosterhout zijn genoemd: Andries Adriaen Dillisen (de vader), Aeltjen Peeters van Son (de moeder). Peeter Andries Adriaen (de ’gebrekkige’ zoon) |
[bron: Notariële archieven Oosterhout 1612-1925, inv. nr. 064 (index), archiefnummer 2009, inventarisnummer 64, aktenummer 3] |
338 Andreas Adrianus, rk gedoopt op 4 mei 1686 in Oosterhout, zoon van Andreas Adriaen Dilisse en Alegundis Peeters van Son, doopgetuige is Petronella Wouters |
05-04-1708 | doop Petrus Cornelis Beeckmans (geb. 1708) | [oom moederszijde] | [bron: nv.nr. 12 - Oosterhout - doopboek 1703-1727 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 2002, inventarisnummer 12, blad 61] | |||
10-04-1712 | doop [waarschijnlijk] Willebrordus Joannes Broeckmans (geb. 1712) [zie 254,IV] | [oom moederszijde] | [bron: Regionaal Archief Tilburg, DTB Dopen Dongen inventarisnummer 5, doopboek 1699-1730 (rooms-katholieke parochie), folio 50] |
339 Huijghen Adriaen Dirck, en Adriana Dionisij trouwen voor de rk kerk in Oosterhout op 5 december 1626, getuigen zijn Cornelij Claes en Jan Dircken |
28-08-1693 | Adriaentje Govert Denissen is weduwe van Adriaen Dirck Huijen. Ze is lichamelijk ziek, ligt te bed, maar is goed van memorie en verstand. (Ze is in 1693, mocht ze met haar 20 jaar getrouwd zijn, 87 jaar oud) Aan haar zoon Jan Adriaen Dirck Huijgen laat ze eerst 24 gulden eens na. Verder moet hij delen met Maeijken Adriaen Dirck Huijgen, de kinderen van Cornelis Adriaen Dirck Huijgen en de kinderen van Cathalijn Adriaen Dirck Huijgen, waarvan Jan Anthonis Beirenden de vader is Over de minderjarigen stelt zij Jan Anthonis en Adriaen Cornelis Adriaen Huijgen aan als voogden. (Adriaen zal de kleinzoon zijn) Haar zoon Jan heeft de stede onderhouden. Gedaan in de Leeghstraat onder Dongen. (=Laagstraat) |
[bron: Notariële archieven Oosterhout 1612-1925, inv. nr. 057 (index), archiefnummer 2009, inventarisnummer 57, aktenummer 37] |
27-11-1659 | koper is Ds Alexander van der Lith hierin 27 nov 1659 Adriaen Dirck Jan Huijgen (-†1659) als echtgenoot Adriaentken Govaert Denis (-) als verkoper |
[bron: RAT, Archief: Dongen, Inventarisnr.: RA 105, Pagina: 151r, Plaats van akte: Dongen [nb], Aktedatum: 27 nov 1659] | ||
27-04-1666 | Adriaen Jan Adriaens Keijser is ook verkoper, vermoedelijk een zoon van een dchter cab Adriaen Claes Emmen. koper is Floris Pels. hierin 27 apr 1666 Anneken Cornelis Claes Emmen (-) als zus Maeijken Claes Emmen (-†1667) als moeder Digna Dirck Jan Huijgen (-) als kind Jan Claes Emmen (-†1657) als vader Adriaentjen Peter Willemen (-) als moeder en verkoper Dingna Jan Claes Emmen (-) Claeske Cornelis Claes Embrechts (-†1654) als zus Adriaen Adriaen Claes Emmen (-) als broer en verkoper Engeltje Cornelis Claes Embrechts (-) als zus Claes Cornelis Corputs (-) als echtgenoot en verkoper Embertus Cornelis Claessen (~1611-) als broer Embrecht Adriaen Claes Emmen (-) als broer Dielis Dirck Jan Huijgen (-) als kind Jenneken Dirck Jan Huijgen (-) als kind Cornelis Adriaen Huijgen (-) als kleinkind Jenneken Jan Laureijs Spijckers (-†1669) als partner van kind en verkoper Jan Dirck Jan Huijgen (-†1667) als kind |
[bron: RAT, Archief: Dongen, Inventarisnr.: RA 107, Pagina: 86r en 86v, Plaats van akte: Dongen [nb], Aktedatum: 27 apr 1666] |
03-1627 | Met dank aan www.doekefkes.nl Deling goederen ouders (Algemene akte) Goverd Denijs Peeter Snijders (-) als vader Cathalijn Laureijs Jans van Dongen (-) als moeder Denis Goverden Denissen (-) als broer Adriaentken Govaert Denis (-) als zus Adriaen Dirck Jan Huijgen (-†1659) als echtgenoot |
[bron: RAT, Archief: Dongen, Inventarisnr.: RA 99, Pagina: 64v, Plaats van akte: Dongen [nb], Aktedatum: mrt 1627] | ||
13-03-1628 | Geschil (Algemene akte) Denijs heeft als voogd oa Jacob Cleijs hierin 13 mrt 1628 Cathalijn Laureijs Jans van Dongen (-) als moeder Goverd Denijs Peeter Snijders (-) als vader Jan Peters van Spreeuwel (-1642) als eiser Adriaen Dirck Jan Huijgen (-†1659) als partner van kind Adriaentken Govaert Denis (-) als kind Denis Goverden Denissen (-) als kind Jan Laureijs Jansen (-) als voogd |
[bron: RAT, Archief: Dongen, Inventarisnr.: RA 100, Pagina: 16v, Plaats van akte: Dongen [nb], Aktedatum: 13 mrt 1628] |
28-08-1693 | Adriaentje Govert Denissen is weduwe van Adriaen Dirck Huijen. Ze is lichamelijk ziek, ligt te bed, maar is goed van memorie en verstand. (Ze is in 1693, mocht ze met haar 20 jaar getrouwd zijn, 87 jaar oud) Aan haar zoon Jan Adriaen Dirck Huijgen laat ze eerst 24 gulden eens na. Verder moet hij delen met Maeijken Adriaen Dirck Huijgen, de kinderen van Cornelis Adriaen Dirck Huijgen en de kinderen van Cathalijn Adriaen Dirck Huijgen, waarvan Jan Anthonis Beirenden de vader is Over de minderjarigen stelt zij Jan Anthonis en Adriaen Cornelis Adriaen Huijgen aan als voogden. (Adriaen zal de kleinzoon zijn) Haar zoon Jan heeft de stede onderhouden. Gedaan in de Leeghstraat onder Dongen. (=Laagstraat) |
[bron: Notariële archieven Oosterhout 1612-1925, inv. nr. 057 (index), archiefnummer 2009, inventarisnummer 57, aktenummer 37] |
30-11-1660 | Denis en Adriaentje hebbenook Peeter Peeter Clust X Cathalijn Mathijs Anthonis Mathijsen, wed Henrick Adriaen Stoffels uitgekocht hierin 30 nov 1660 Maeijke Peeter Roelen (-†1660) als echtgenote Jan Adriaen Boer (-) als verkoper Adriaen Dirck Jan Huijgen (-†1659) als echtgenoot Adriaentken Govaert Denis (-) als zus Denis Goverden Denissen (-) als broer |
[bron: RAT, Archief: Dongen, Inventarisnr.: RA 105, Pagina: 185r, Plaats van akte: Dongen [nb], Aktedatum: 30 nov 1660] |
27-11-1659 | koper is Ds Alexander van der Lith hierin 27 nov 1659 Adriaen Dirck Jan Huijgen (-†1659) als echtgenoot Adriaentken Govaert Denis (-) als verkoper |
[bron: RAT, Archief: Dongen, Inventarisnr.: RA 105, Pagina: 151r, Plaats van akte: Dongen [nb], Aktedatum: 27 nov 1659] | ||
07-12-1667 | koper is Thomas Claijpoole hierin 7 dec 1667 Adriaen Dirck Jan Huijgen (-†1659) als echtgenoot Denis Goverden Denissen (-) als broer en verkoper Adriaentken Govaert Denis (-) als zus |
[bron: RAT, Archief: Dongen, Inventarisnr.: RA 107, Pagina: 200r, Plaats van akte: Dongen [nb], Aktedatum: 7 dec 1667] |
344 Dircken Theodorus Adriani, rk gedoopt op 13 februari 1628 in Oosterhout, zoon van Adriaeni Dircken en Adriana Govarden, getuigen Adriaenken Ghijssen en Adriaen Christiaenen |
345 Diercx Goijart Adriani, rk gedoopt in Oosterhout op 24 februari 1630, zoon van Adriani Diercx en Adriana Goijaerts, getuigen zijn Dionisius Goijaerts en Elizabeth Ariens |
346 Adriaen Anthonis Dirck, rk gedoopt in Dongen op 24 januari 1635, zoon van Adriaen Dirck en moeder Adriaenken Denis, peter Corsten Adriaensen en peetken Maijcken Mertens |
16-11-1672 | doop Petrus Andreas Adriaen Dielissen (geb. 1672) [zie 510,II] | [grootmoeder vaderszijde] | [bron: Inv.nr. 06 - Oosterhout - akten van doop en trouw 1657-1678 (rooms-katholieke parochie) 1657-1678 f 71 scanpagina 71] |
31-10-1664 | Oosteind, Oosterhout (Dit is vermeld bij de geboorte van Maria) | [bron: Inv.nr. 06 - Oosterhout - akten van doop en trouw 1657-1678 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 2002, Doop-, trouw- en begraafboeken van Oosterhout, 1610-1810, inventarisnummer 06, blad 33] |
van 28-03-1674 tot 26-02-1677 | Schepen (In de jaren 1675 en 1676 zijn geen andere schepenen vermeld. Waarschijnlijk betekent dit dat de aanstelling van 1674 nog steeds van kracht is.) | [bron: RAT Schepenbank Oosterhout - Inv. 514 Register van nominaties van schepenen en gesworenen, 1648-1716, scan 17] | ||
van 14-06-1675 tot 31-03-1678 | Schepen der vrijheid en heerlijkheid Oosterhout (Peter komt in deze periode vaak voor als schepen bij de ondertrouw en trouw. Een enkele keer aangeduid als Peter Willeboirts van Son, zoals op 11 januari 1676, een enkele keer als Peeter van Son, op 4 februari 1678, maar meestal kortweg als Van Son. Een afbeelding van 11 januari 1676 is bijgevoegd.) |
[bron: Inv.nr. 50 - Oosterhout - trouwboek 1661-1756 (schepenbank) 1661-1756, folio 32, scanpagina 35, en verder] | ||
van 26-02-1677 tot 29-07-1678 | Schepen (Voor de begin- en einddatum de eedafname aangehouden) | [bron: RAT Schepenbank Oosterhout - Inv. 514 Register van nominaties van schepenen en gesworenen, 1648-1716, scan 18,] |
01-12-1659 | RAT Notariële akte Oosterhout Inventaris 21 folio 69, 70 scan 84-85, ten kantore van notaris Adriaen Ruijssenaers, 1 december 1659 Willem Aert Adriaensen heeft aan zijn broer Jan Aert Adriaensen zijn gerechte 1/5 part van zijn vader Aert Adriaen Jan Aerts in de stede voor de som vn 270 gulden. Het bedrag zal in 3 termijnen betaald worden. 1/3 bij de vest, het 2e deel het jaar daarop e het laatste deel het jaar daarop. Willem verklaart ook dat hij moergronden onder Dongen voor 5 guden verkocht heeft aan zijn broer en aan Peeter Wilberts van Son (getrouwd met zijn zus Jenneken). Ondertekenen: Willem, Jan, en Peeter, als ook de getuigen Antonis Adriaen Ruijssenaers (waarschijnlijk de zoon van de notaris) en Joost joosten van Bael Op 4 februari 1664 verklaart en ondertekent Willem dat alles betaald is. |
[bron: RAT Notariële akte Oosterhout Inventaris 21 folio 69, 70 scan 84-85, ten kantore van notaris Adriaen Ruijssenaers, 1 december 1659] | ||
20-11-1662 | RAT Notaris Adriaaen Ruijssenaers - Oosterhout - inventarisnummer 30, akte 5, scanpagina 19 - 20 november 1662 en 30 december 1662 Claes Cornelissen van den Corput wil de helft van een bunder weiland ongedeeld verkopen aan Adriaen Adriaen Matheeus Wagemacker en de weeskinderen van Jan Wilbrechts van Son. Het weiland ligt aan de Regte Dijk (dat was de westelijke dijk van de Willemspolder onder Oosterhout. Die komt al voor in 1415. Het Regte Gat was het water waar het voor een groot deel parallel aan liep, anno 2020 langs de A27, ter hoogte van of gelijk aan de geluidswal). Voor de weeskinderen zijn aanwezig de voogd Embrecht Cornelis Claes Embrechts en de toeziender Peeter Wilbert van Son (hun oom). Ze betalen er 525 gulden voor en zullen betalen in 3 termijnen. Het noordelijke deel zal voor Adriaen zijn, en het zuidelijke voor de weeskinderen. Op 30 december heeft Claes het perceel gevest en ontvangt de eerste termijn. De weeskinderen moeten aan Adriaen 11 gulden betalen omdat het zuidelijk deel iets groter blijkt te zijn. De koop gaat om een halve bunder, ongeveer 50 bij 100m, ofwel een voetbalveld. In tweeën gedeeld krijgt ieder een half voetbalveld. Het gaat hier zeer waarschijnlijk om Adriaentje, Maria en Teuntje. Waarom vader Jan het perceel niet zelf koopt, weet ik niet. Hij hertrouwt in 1672. |
[bron: RAT Notaris Adriaaen Ruijssenaers - Oosterhout - inventarisnummer 30, akte 5, scanpagina 19 - 20 november 1662 en 30 december 1662] |
19-01-1619 | RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 295 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1619-1624, folio 4v en 5v en r, 19 januari 1619 "Compareerde Wilbort Jan Wilborts, weduwnaar van wijlen Godela Peter Jan Peter Cnapen saliger ter eenre, Jacob Peter Jan Peter Cnapen als moederlijke oom en voogd en Symon Jan Wilborts als vaderlijke oom en toesiender van Jan, Peter en Marten, onbejaerde kinderen van voorsegde Wilbort Jan Wilborts ende Godela Peter Jan Peter Cnapen saliger ter andere zijde. Ende verklaarden en bekenden partijen voorsegd, onderling in goede vriendschappen te zijn overcomen en veraccordeert van en aangaande goederen zoo erfelijke en haefelijcke, actien, schulden en crediten, die de voorsegde Godela Peter Jan Peter Cnapen saliger achtergelaten en mette dood geruimd heeft en die bij de voorsegde erfgenamen enigszins geeist zouden mogen wesen, geen ervan uitgezonderd, en dat in de forme en op de conditien naerbeschreven. Te weten zal de voorsegde Wilbort Jan Wilborts schuldig gehoude zijn, gelijk hij oet geloefe mits desen, zijne drie kinderen voornoemd, eerlijk ende tamelijk te alimenteren en onderhouden van eten en drincken, klederen. .ullen, en sijnde ziek en gezond, ende voorts alle desselve nooddruftigheden te verzorgen, gelijk een goede vader zijne kinderen schuldig is en behoort te doen, en dat bij tijd en wijlen toe, de vorsegde kinderen respectieve 18 jaren out zullen geworden zijn. Dat deser .. te laten gaen om te leren lezen ende schrijven. Voor eerlijke alimentatie en onderhoudingen, den voorsegden Wilbort Jan Wilborts zal blijven behouden, .... en erffelijcke alle deselve goederen voorsegd zoo erfelijkce als haefelijcke. actien en crediten, schulden, zo profijten en onprofijten, hoedanig die zelve goederen en schulden zouden mogene wesendie de voorsegde Godela achtergelaten heeft. Behalve en uitgezonderd de buijnder zaailand gelegen in de Langhe Ackers, Peter Claes Adriaensen oost, de Buijnderstege zuid, Peter Godert Adrianensen west en noord. Vrij behalve helen chijns. Nog ontrekt de half buijnder zaailand alsvoor gelegen, de erfgenamen Peter Stoffels, de Buijnderstege zuid, Mayken Peter Cnapen noord, de weeskinderen van Adriaen Thomas Goverts west. Vrij met helen chijns. Welke 2 percelen, de voorsegde Wilbort Jan Wilborts zal gebruiken gedurende deze onderhoudingen." Het volgende deel van de akte kan ik slechter lezen. Wat ik er uit op maak: Bij het bereiken van de leeftijd van 18 jaar komen deze percelen terug bij de kinderen. Zij krijgen dan ook ieder 550 rijns gulden. De voogd en toesiender zien toe op het juist uitvoeren van de afspraken. Wilbort heeft hieraan verbonden, zijn persoon en zijn roerende en onroerende goederen waaronder een stede, huijs en erve te Uijlendonk, waar hij nu woont. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- In deze akte is Godela Peter Jan Peter Cnapen genoemd, de eerste vrouw van Wilbort Jan Wilborts genoemd met hun nog in leven zijnde kinderen Jan, Peter en Marten. Andreas, geboren op 10 juni 1617 zal jong gestorven zijn. Godela zal tussen 10 juni 1617 en 19 januari 1619 overleden zijn. Wilbort hertrouwt op 7 juli 1620. De kinderen Jan, Peter en Marten zullen nog jong geweest zijn. Bij de aanname van een geboorte van 1611, 1613 en 1615, dan zijn zij 9, 7 en 5. In ieder geval nog jonge kinderen. Voordat hij hertrouwt, zal hun opvoeding en erfenis met deze akte geregeld worden. 2 percelen zaailand liggen aan de Bundersteeg. Die bestaat anno 2021 nog steeds. Zie de bijgevoegde GoogleMaps afbeelding en die van het kadaster van 1811-1832, Sectie F03. De naam Lange Ackers heb ik niet kunnen vinden. Bij de Bundersteeg liggen wel een aantal forse percelen in de lengte op Kadaster 1811-1832, sectie F03: 771. 766. 761, 760, 756, 757, en ook 799 t/m 807). Mogelijk is daar de benaming Lange Ackers van afkomstig. De stede te Uijlendonk zal de door Wilbort gekochte van 1594 zijn. |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 295 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1619-1624, folio 4v en 5v en r, 19 januari 1619] |
26-02-1670 | De gezamenlijke erfgenamen van Wilbort Janssen van Son verkopen gronden aan Jonkheer Thomas Claijpoole, rentmeester van de Koninklijke Domeinen van Z.H de Prins van Oranje in de baronie van Breda en schout van de Heerlijkheid Dongen. Het zijn 1. Jan Wilborts van Son 2. Peeter Wilborts van Son 3. Adam van der Veecken als man en voogd van Marijken Wilborts van Son 4. Dielis Adriaen Dielissen (elders ook wel Egidius Adriaen Dielissen Brouwers genoemd) als man en voogd van Adriaentje Wilborts 5. Jan Jan Joachims als man en voogd van Anthonet Wilborts 6. Margriet Wilborts van Son, geassisteert met Jan Schoonhoven, haren man en voogd (In ander handschrift later bijgeschreven) Margriet van Son gevest op 9 september 1671. De gronden zijn gelegen in de quebben van Dongen. Met kwebben is trilveen bedoeld, moerassig gebied, ontstaan na het afgraven van turf. Bij de beschrijving van de ligging is genoemd strekkende zijne Hoogheids Vaert. Mogelijk is hier de Dongense Vaert bedoeld. De naamsverklaring van Dongen-Vaart (https://www.plaatsengids.nl/dongen-vaart) is: Het dorp is genoemd naar de in 1565 of kort daarna op kosten van prins Willem van Oranje aangelegde turfvaart. Van der Aa(1) vermeldt namelijk dat blijkens een contract tussen de prins en ’s Gravenmoer van 1565 de prins toestemming verzocht "te mogen graven ende brengen een vaert ofte leije vuyt zijne moeren gelegen onder Dongen".(2) |
[bron: Vesten, transpoorten, opdrachten ende andere contracten gepasseert voor schouteth ende schepenen der heerlijkcheijt Dongen RAT inv. 108 - 1670 Fol. 121v:] |
16-11-1672 | doop Petrus Andreas Adriaen Dielissen (geb. 1672) [zie 510,II] | [grootvader moederszijde] | [bron: Inv.nr. 06 - Oosterhout - akten van doop en trouw 1657-1678 (rooms-katholieke parochie) 1657-1678 f 71 scanpagina 71] | |||
22-11-1683 | kerkelijk huwelijk Meerten van Son (1649-na 1703) en Anna Henrici Verheijden [zie 1022,IV] | [vader bruidegom] | [bron: Inv.nr. 20 - Oosterhout - akten van ondertrouw en trouw 1676-1706 (rooms-katholieke parochie) 1676-1706, folio 19, scanpagina 19] |
357 Adriani Joanna Arnoldi, rk gedoopt in Oosterhout op 11 oktober 1619, dochter van Arnoldi Adriani en Eelken Jansen, doopgetuige is Margareta Henrici |
31-10-1664 | Oosteind, Oosterhout (Dit is vermeld bij de geboorte van Maria) | [bron: Inv.nr. 06 - Oosterhout - akten van doop en trouw 1657-1678 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 2002, Doop-, trouw- en begraafboeken van Oosterhout, 1610-1810, inventarisnummer 06, blad 33] |
31-10-1640 | RAT Schepenbank Dongen RA 101, pagina 46r, 31 oktober 1640, Erfdeling goederen van Jan Mertens de Wagemaker Compareerde voor schepenen naergenaempt: -Jan Quirijn Hessels, als man ende voight van Lijsken Merten Jan Mertens, haere man ende voight, sijne wittige huijsfrou, ende - Ghijsbrecht Jan Cornelissen, als man ende voight van Maeijken Merten Jan Mertens, sijne huijsfrou, ende - hen tsamen noch streckmaeckende ende sij er inne vervangende voor Cornelis ende Merten, gebroederen, der voorsegde Merten Jan Mertens zonen, henne swagers in de een parthije - Peeter Wilbort Janssen van Son, als man ende voight van Jenneken Aert Adriaenssen, sijne huijsfrou, ende in quailiteijt voor hem selven, ende hem mede strek maeckende en hij er inne vervangende - Jan Aert Adriaenssen sijne onmondige swager, - Adriaen Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende voor - Symon Aert Adriaenssen, sijne onmondige gebroeder, ende de voorsegde - Aert Adriaen Aertssen als vader ende voight van - Neeltken ende - Willem, sijnde Aert Adriaenssen jongste dochter ende zone, daer moeder af was - Eeltjen Jan Mertens tsamen in de tweede parthije ende - Peeter Andries Peeters, daer moeder af was -Maeijken Jan Mertens inde derde ende leste parthije alle in dijer qualiteijt als erfgenamen van Jan Merten de Wagemaecker verclaerende ende bekende met malcanderen gedeelt te hebben. in den eersten is de voorsegde Jan Quirijnen ende Jan Gijsbrechtsen, beijde in de voorsegde qualiteijt met Cornelis ende Merten gebroederen, Jan Mertens sone tsamen bevallen ende geerfdeelt - op een aen stede, groot omtrent thijen loopensaet of alsoo groot ende .. , onbegrepen de mate, als deselve gelegen in de Groenstraat alhyer, ende den voornoemden Jan Merten de Wagemaecker dyer in sijn leven bewoont ende gebruijckt heeft ende daer uijt verstorven is, sijnde vrij commerloos, preter Heeren chijns - item noch op drije loopensaet saylant of weijlant, gelegen in de Berckenstraet onder Oosterhout de Grientsteeght oost Gijsbrecht Cornelissen west Cornelis Henrick Bouwens suijt ende Aert Adriaen Aerts cum suis noort vrij preter Heeren chijns - item noch omtrent drije loopensaet hoylant, gelegen onder Oosterhout, aen de Oosterhoutsche zijde van de Groenendijck den Groenendijck oost de weduwe van Adriaen Mertens erfgenaemen west Jan Dingemans erfgenaemen suijt, ende Jan Jansen Key erfgenaemen noort, mede vrij met sijne gerechten Heeren chijns ende moet desen cavel aen de tweede naestvolgende van delen ende cluchten uijtreijcken ende in contant betaelen elck de somme van vijtigh Rijns guldens t stuck tot veertig grooten Vlaems eens. hyer tegens sijnde de voorgenoemde Peter Wilborts in de qualiteijt als voorgenoemd, ende mede voor Jan Aert Adrieansen, Adriaen Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als voor den voorsegden Symon sijnen broeder, ende Aert Adriaen Aertssen als vader ende voight van Neeltken ende Willem sijne onmondige zoon ende dochter tot behoefte der selven samen, metten blinde lotinge hen allen ende geerfdeelt. Eerst of een stuck saylants groot omtrent seste loopensaet of alsoo groot ende cleijn ombegrepen der mate als deselve, gelegen in t eijnde de Leegstraet alhyer, Adriaen Cornelis Lambrechts oost, Melis Janssen west, Adam Claes Henricx suijt, het naervolgende parchele noort Item noch een stuck saylant groot omtrent drije ende half loopensaet of alsoo groot ende cleijn is, in de Kerckenbuijnder gelegen alhyer, de erfgenaemen van Jan Henrick Rutgers oost, Peeter Peeter Meulders cum suise west, de coorsegde seste loopensaet suijt, ende Jan Claes Keijen noort Item noch op een half buijnder saylants medegelegen in t Kerckenbuijnder de voorsegde Jan Claes Keyen oost Cornelis Wijnants west Melis Jansen suijt Peeer Symons qt qua cim suis noort Item noch op ter helft van vijf loopensaets hoylants gelegen onder Oosterhout in den Rijsdijck waer af voorsegde Peeter Andries Peeters op d’ander helft metter derde loote bevallen is de Middelkae. oost de voorsegde Rijsdijck west Peeter Peeter Cleijs Bressens suijt Anthonis Wouters noort Alle de selve parchelen mede vrij commerloos preter Heeren chijns ende sal dese cavel van de voorgaende ende eerste cavel ontfangen de somme van vijentwintich Rijns guldens eens. Ende hyer tegens is de voorgenoemde Peeter Andries Peeters voor de derde ende leste cavel bevallen ende geerfdeelt Eerst op eenen acker groot omtrent negen loopensaet of alsoo groot ende cleijn ombegrepen de maete als deselve gelegen is t eijnden de Leijen Hoek of Leeghstraet alhyer, waer inne Jan Janssen Scheij met een een loopensaet een hoeck inne is gelegen t Heesterbosch, blijven tusschen de voorsegde parthijen ende erfgenaemen gemenen ende onbedeelt oost de Leeghstraet west de weeskynt van Adriaen Dyrck Anthonissen suijt Melis Janssen noort Waer op hij, Peeter, tot sijnen last neempt een loopen ende potkan rogge ’s jaers aende pastorye alhyer, dewelcke zijn uijtgaende ende staende. Op seeckere omtrent sesse loopensaet saylants, gelegen t eijnden de voorsegde Leeghstraet in de tweede cael begrepen. Maer hij, Peeter Andries Peeters, overmits de beterschap van sijnen cavel hyer op gelegen voorsegd, is tot sijnen last neempt ende gelooft deselve jaerlijcx te blijvne uijtreicken ende deselve sesse loopensaet daer .agte bevrijen. Item noch bevallen op omtrent een half buijnder saylants, gelegen aen den Hoogendijck alhyer Peeter PEeeterssen oost Cornelis Corsten west Jan Ghijsbrechts zuijt ende Theunich stedelen noort Vrij preter Heeren chijns Item noch op d’ andre helft bevallen is Ende moet daerenboven oock doende voorsegde eerste cavel in contant ontvangen de somme van vijentwintich Rijns guldens eens. Ende of gebeurde de welcke men nochtans .. dat op dese een of dese anders gedeelte eeinger commer of aen tael mochte gerijsen meer dan hen elck is aengenaempt, geloven deselve malcanderen altijd enichtsgewijs te helpen afdraegen. Met welcke schiffinghe, scheidinghe ende deijlinghe de voorsegde parthijen verclaeren .. ende enigdelijck te vreden te sijn ende verthijende over sulcx d’aen op dese anderes gedeelt naer behooren. Waer op den Schouteth gemaent ende schepenen gewesen hebben. Actum Ultima October 1640. Puts den Schouteth Jan Dyrcx et Floris Pels, schepenen. --------------------------------------------------------------------------------------------- De akte is eind 2020 online gekomen. Met dank aan Jan van den Bergh van Doekefkes.nl voor wat eerder al te zien was op zijn site: Jan Mertens de Wagemaker - overleden 1636 als vader 1. Zoon Merten Jan Mertens ----------- Merten Merten Jan Mertens als kleinkind ----------- Maeijken Merten Jan Mertens als kleinkind, getrouwd met Jan Gijsbert Jan Cornelis, overleden voor of in 1655 ----------- Cornelis Merten Jan Mertens als kleinkind ----------- Lesken Merten Jan Mertens als kleinkind, getrouwd met Joannes Crijn Hessels (in de acte Jan Quirijn Hessels genoemd) 2. Dochter Eeltje Jan Mertens de Wagemaker, getrouwd met Aert Adriaen Jan Aerts (in de acte genoemd Aert Adriaen Aertssen) ----------- Adriaan Aert Adriaens, reeds mondig ----------- Jenneke Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, getrouwd met Peter Wilborts van Son ----------- Jan Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Symon Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Willem Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig (jongste zoon) ----------- Neeltje Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind (Cornelia), onmondig (jongste dochter) 3. Dochter Maeijken Jan Mertens de Wagemaker overleden voor of in 1640, getrouwd met Andries Peeters ----------- Peeter Andries Peeters als kleinkind ----------------------------------------------------------------------------------------------- Door loting verdelen zij de erfenis van Jan Mertens de Wagemaecker. De 3 kinderen zelf lijken niet meer in leven te zijn. Wie zijn er: ------------ 1. Jan Crijn Hessels, man van kleinkind Lesken (partij 1) 2. Ghijsbrecht Cornelissen, man van kleinkind Maeijken (partij 1) 3. Peeter Wilbort Jansen van Son, man van kleinkind Jenneke (partij 2) 4. Aert Adriaen Aertsen, man van overleden dochter Eeltje (partij 2) 5. Adriaen Aert Adriaensen, kleinzoon (partij 2) 6. Peeter Andries Peeters, kleinzoon (partij 3) Van de schepenbank zijn de schouteth Jan Dyrcx en schepen Floris Pels er bij. Wat komt uit de loting: -------------------------- Partij 1 1. stede aan de Groenstraat in Dongen, 10 loopensaet, 1.5 ha 2. zaai- of weiland aan de Berkenstraat onder Oosterhout, de Griendsteeg oost, 3 loopensaet, 0,5 ha 3. hooiland aan de Oosterhoutse zijde van de Groenendijk, de Groenendijk oost, 3 loopensaet, 0,5 ha 4. 25 Rijns guldens aan elke andere partij contant te betalen Partij 2 1. zaailand op het einde van de Laagstraat, 6 loopensaet, 1 ha 2. zaailand in de Kerckenbunder, 3 loopensaet, 0,5 ha 3. zaailand in de Kerckenbunder, halve bunder, 0,65 ha 4. hooiland in de Rijsdijk, de Rijsdijk west, voor de helft van 5 loopensaet, 0,75 ha 5. 25 Rijns guldens van partij 1 Partij 3 1. akker aan het einde van de Leijen Hoek of Laagstraat, de Laagstraat west, 9 loopensaet, 1,35 ha 2. zaailand aan den Hoge Dijk, halve bunder, 0,65 ha 3. hooiland, de andere helft van partij 2, perceel 4 4. 25 Rijns guldens van partij 1 De stede lag aan de Groenstraat. --------------------------------------- Jan Mertens de Wagemaker heeft de stede gebruikt en bewoont, en is er ook gestorven. Hij zal daar met zijn vrouw en kinderen gewoond hebben. Vanaf welk moment kan ik hier niet bepalen. Wellicht nog meer te vinden in de cohieren van het hoofdgeld. In het kadaster van 1811-1832 gekeken of ik de perceeleigenaren nog kon koppelen aan iemand van partij 1, maar dat is me niet gelukt. Hierdoor heb ik de precieze locatie niet kunnen bepalen. De percelen: gelegen aan t einde van de Laagstraat, aan de Hoge Dijk, aan de Berkenstraat, zullen dichtbij gelegen hebben. Die aan de Groenendijk, Rijsdijk en Kerckenbunder liggen wat verder weg, maar de stede blijft dan behoorlijk centraal liggen. Waar kwamen zij bij elkaar? -------------------------------- Op de kadasterkaart van 1811-1832 staat t Raadhuis aan de (protestante) kerk vast, naast de toren. Of die ook al in gebruik was toen die nog katholiek was, in 1640, als schepenbank, weet ik niet. (Kadaster Dongen 1811-1832, Sectie G, perceel 246) |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 101, pagina 46r, 31 oktober 1640, Erfdeling goederen van Jan Mertens de Wagemaker] |
van 22-04-1655 tot 25-01-1655 | RAT Schepenbank Dongen RA 104, pagina 202v-204v, scanpagina 232-233-234, 22 en 25 april 1655, verkoopakte van uitgedolven moergronden gelegen op Cleijn Dongen De verkoop bestaat uit 2 akten, van donderdag 22 april en zondag 25 april. De akte van 22 april 1655: ------------------------------- Anthonis Merten Jan Mertens, als man ende voight van Lijntjen Adriaen Mertens, waarvoor hij hem sterck maeckende. Claes Peeter Peeter Bressers voor hem selve ende beneffens Peeter Peeter Cleijs Bressers, sijne vader, hem noch sterck maeckende voor Cornelis ende Wouter Peeter Peeter Bressers, sijne broeders, daer respective moeder af was Dingna Adriaen Mertens Peeter Peeter Jan Luijcken soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Adriaen, sijnen broeder, ende moeder af was Eeltjen Adriaen Mertens tsamen voor een derde part in t derde part Jan Jan Jan Claes Brebers, hem sterck maeckende als vervanger voor Jan Jan Jansen, mits sijn sreckte mondelinge gelast sijn Jan Joost Roeloftsen, als mondelinge lasthebber ende hem sterck maeckende voor Anneken Jan Cleijs Brebers, Jan Claes Jan Cleijs Brebers, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Cornelis Claes, sijne broeder tsamen erfgenaemen van Jenneken Jan Adriaen Wagemaecker Sijken Wouter janssen, weduwe van Cornelis Govaert Willemen, geassisteert met Wijnant Adriaen Vennemans, als haeren gecoren voight. Desselven Wijnant Adriaen Jacobs voor hem selven, en hem sterck maeckende voor de vier weeskinderen van Jan Adriaen Vennemans, daer moeder ende grootmoeder af was Lesken Jan Adriaens Wagemaecker. Jenneken Peeter Jan de Wagemaecker, getrouwt met Cornelis Jan Verhoeven, geassisteert, mits de absentie van haerdere man, met Wijnant Adriaen Vennemans, haeren gecoren voight in desen. Soo voor haer selven, als haer sterck maeckende voor Peerken Peeter Jan Wagemaecker, woonende in Vlaanderen, haere suster tsamen voor een derde part. Peeter Janssen int Broeck, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende en in desen vervangende voor de twee weeskinderen van Merten Janssen int Broeck, erfgenaemen van Maeijken Mertens tsamen voor een vierde part in een derde part. Respective van anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden, vercoft omme af Jan Adriaen Janssen voor de twee derde part ende Peeter Geerit Anthonissen voor een derde part, respective ieder sijn gedeelte in anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden lant, liggende in henne stede ende goeden op Cleijn (Dongen), streckende van rijvel (?) tot sijne hoogheits Vaert toe, Adriaen Symonssen Coppelaers erfgenaemen suijt, ende hen cooperen andere erftve noort Te vrijen etc, commerloos preter Heeren chijns Gevest Actum 22 april 1655 Present Sijnenbuijck, van Loon, Wouter Janssen Ruijsenaer, schepenen De akte van 25 april 1655: ------------------------------- Merten Merten Jan Mertens, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Cornelis Merten de Wagemaecker, Lesken, sijne suster met Jan Crijnen, Maeijcken, sijne suster Saliger van Jan Gijsbrechts tsamen voor een vierde part int derde part Peeter Jan Peeterssen Brecht (?) soo voor hem selven, ende als uijtgerecht hebbende Rochus ende Marinus, sijne broeders, ende Martini, sijne suster, getrouwt Corstiaen Schalcken, voor gelijcke vierde part in derde part van derde part van anderhalf roede Anthonis Bernaert Driessen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende voor Maeijken, sijne suster ende Claes Thomassen, haeren man, tsamen de helft van gelijcke vierde part in derde part van derde part van anderhalft roede voorsegd. Symon Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende ende bij desen vervanger voor Adriaen, Jan en Willem, sijne broeders, Neeltjen, sijne suster met Roelof Huijbrechts Roeloftsen, haeren man ende voor Jenneken, sijne suster met Peeter Wilborts, haeren man, daer moeder af was Eeltgen Jan Merten de Wagemaecker. Tsamen voor een vierde part in t derde part van ’t derde part van anderhalf roede. ende hem sterck maeckende voor ’t weeskint van daer grootmoeder af was Maeijken Jan Mertens voor gelijcke een vierde part in t derde part van ’t derde part van anderhalf roeden gronden. Ende sijde de comparanten voorgenoemd elck in de qualiteijt voorsegd vercoft te hebben omme .. Jan Adriaen Janssen voor de twee derde part ende Peeter Geerit Anthonissen voor voorst. derde part, elck sijn gedeelte voorsegd in anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden, nu lant, liggende op Cleijn Dongen, in henne stede streckende int geheel van trijvel tot sijnen Hoogheijts Vaert toe. Adriaen Symons erfgenaemen, nu Jan Lenaerts, suijt, ende sijne cooperen erftun noort Vrij commerloos, preter Heeren chijns Gevest etc. Actum 25 april 1655. Puts. Fijnenbuijck ende Van loon Schepenen. ---------------------------------------------------------------------------------------------- Het gaat om de verkoop van uitgedolven moergrond (de turf is gestoken) met een breedte van 1 1/2 roede. Volgens https://www.meertens.knaw.nl/mgw/maat/9 werd bijvoorbeeld in ’s Gravenmoer gerekend met de Brabantse roede van 5,69m. Voor deze gronden ging het dan om een breedte van 8,535m. Aan het eind van de 2e akte staat dat het nu land is. Het land strekte zich uit van Trijvel of ’t Rijvel tot de (Hoogheids) Vaart. De Vaart kunnen we nog wel vinden, maar ik weet niet waar ik Trijvel of t Rijvel moet zoeken. ------------------------------------------------------------------------------------------- Een hele lijst van verkopers, over 2 akten, en 2 dagen verdeeld. Bij de eerste akte zijn de verkopers met 10 present, de tweede keer met 4. Hoe zit t met die verdeling? ------------------------------- Er is in de 1e akte gesproken van a. 1/3 part in 1/3 part: voor Lijntje, erfg. Digna en erfg. Eeltjen Adriaen Mertens b. 1/3 part: voor erfg. Jenneken Jan Adriaen de Wagemaecker, erfg. Lesken Jan Adriaen de Wagemaecker, Jenneken Peeter Jan de Wagemaecker, Peerken Peter Jan de Wagemaecker c. 1/4 part in 1/3 part: voor Maeijken Mertens (niet preciezer aangeduid) In de 2e van: d. 1/4 part in 1/3 part: voor erfg. Merten Jan Merten de Wagemaecker e. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor Peeter Jan Peetersen, Rochus, Martini f. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor Anthonis Bernaert Driessen en Maeijken g. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor erfg. Eeltjen Jan Merten de Wagemaker h. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor erfg. Maeijken Jan Merten de Wagemaker Bij e en f is tussengevoegd het laatste deel, ofwel in 1/3e part. Bij g en h staat het er direct. Vreemd dat bij d. Meerten het part anders zou zijn dan bij g. Eeltje en h. Maeijken. Zij zijn alle kinderen van Jan Merten Adriaen de Wagemaecker. Lijkt me niet correct beschreven. Bij wie e en f horen in de relatie naar De Wagemaker is niet duidelijk. Bij b gaat het om 1/3 part. Dit zijn (klein) kinderen Jan Adriaan Jans de Wagemaker. Niet genoemd zijn Adriaenken, Adriaen, en Jan. Bij a gaat het om (klein) kinderen van Adriaen Merten Adriaen Jans de Wagemaecker en bij d, g en h om (klein) kinderen van Jan Merten Adriaen Jans de Wagemaecker. Niet genoemd zijn Adriaenken, Marijnken, Jenneken en Lijsken. Zij zijn een generatie eerder gezien van Merten Adriaen Jans de Wagemaecker, een broer van Jan. Zouden met zijn allen goed moeten zijn voor 1/3 part. Dat betekent dat van nog een zoon of dochter van Adriaen Jans de Wagemaker, er erfgenamen zijn die meedelen. Die zouden dan van c, e of f moeten komen. Wie kan de zoon of dochter geweest zijn? Peeter (met 5 kinderen), Roelof (met 5 kinderen) of Cornelia? En waarom delen ze niet alle mee? Het lijkt te gaan om 3 kinderen van Adriaen Jans de Wagemaker. De moergronden waren blijkbaar nog niet verdeeld. De kopers Jan Adriaen Jansen en Peeter Geerit Anthonissen willen de grond naast die van hun erf erbij kopen, en nu moet wel nagegaan worden van wie de grond is. Dan moet in dit geval ver terug in de tijd gegaan worden. Ter illustratie: Jenneke Aert Adriaen Jan Aerts (geboren 1619), is een dochter van Eeltjen Jan Mertens de Wagemaecker, en zij is een dochter van Jan Mertens Adriaen de Wagemaecker, en hij is een zoon van Meerten Adriaen Jans de Wagemaecker en hij is een zoon van Adriaen Jans de Wagemaecker ------------------------------------------------------------------------------------------- |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 104, pagina 202v-204v, scanpagina 232-233-234, 22 en 25 april 1655, verkoopakte van uitgedolven moergronden gelegen op Cleijn Dongen] |
358 Wilbords Gudula - Hulleken staat doorgestreept - Petri, rk gedoopt op 17 maart 1640 in Oosterhout, dochter van Petri Wilbords en Joanna Aerden, getuigen zijn Aert Arissen en Jenneken Wilbords |
08-01-1661 | doop [waarschijnlijk] Arnoldus Petus Willeborts van Son (geb. 1661) [zie 1022,VII] | [zus] | [bron: Inv.nr. 06 - Oosterhout - akten van doop en trouw 1657-1678 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 2002, Doop-, trouw- en begraafboeken van Oosterhout, 1610-1810, inventarisnummer 06, blad 15] | |||
24-10-1676 | doop Joanna Driesen Dilissen (1676-1739) [zie 255] | [tante moederszijde] | [bron: Inv.nr. 09 - Oosterhout - doopboek 1649-1658 en 1676-1682 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 2002, Doop-, trouw- en begraafboeken van Oosterhout, 1610-1810, inventarisnummer 09, blad 70] |
359 Wilborden Johanna Petri, rk gedoopt op 21 januari 1646 in Oosterhout, dochter van Petri Wilborden en Johanna Aerden, getuigen zijn Simon Ariens en Antonia Peters |
07-09-1703 | Den Horst, Oosterhout | [bron: RAT - Notariële akte - inventaris 65 akte 21 - testament - notaris Cornelis van Vorssel - Oosterhout] |
van 07-09-1703 tot 07-08-1703 | De notaris komt bij Marten thuis in den Horst. Hij ligt ziek te bed, maar is goed van verstand en memorie. Het jongste van zijn kinderen zal uit de gemene boedel worden opgebracht tot aan zijn mondige dagen. Zijn broers Jan en Wilbort stelt hij aan als voogden, evenals Dirck Thieleman Dircken en Jan Henricx Verheijden. Als getuigen tekenen behalve Marten (tekent als Meerten Peeters van Son) Peeter Adriaensen Verdaes en Jacob Huijbertde D’Oude. Meerten is dan 54 jaar, zijn broer Wilbort 50 jaar en Jan 46. Meerten heeft het over de jongste van zijn kinderen. Hij lijkt er meer te hebben. |
[bron: RAT - Notariële akte - inventaris 65 akte 21 - testament - notaris Cornelis van Vorssel - Oosterhout] |
365 Wilborts Willebort Peeter, rk gedoopt in Oosterhout op 2 juni 1653, zoon van Peeter Wilborts en Jenneken Aertsen, met als doopgetuigen Adam Peeters van der Veken en Antonetteken Wilborts |
van 07-09-1703 tot 07-08-1703 | De notaris komt bij Marten thuis in den Horst. Hij ligt ziek te bed, maar is goed van verstand en memorie. Het jongste van zijn kinderen zal uit de gemene boedel worden opgebracht tot aan zijn mondige dagen. Zijn broers Jan en Wilbort stelt hij aan als voogden, evenals Dirck Thieleman Dircken en Jan Henricx Verheijden. Als getuigen tekenen behalve Marten (tekent als Meerten Peeters van Son) Peeter Adriaensen Verdaes en Jacob Huijbertde D’Oude. Meerten is dan 54 jaar, zijn broer Wilbort 50 jaar en Jan 46. Meerten heeft het over de jongste van zijn kinderen. Hij lijkt er meer te hebben. |
[bron: RAT - Notariële akte - inventaris 65 akte 21 - testament - notaris Cornelis van Vorssel - Oosterhout] |
366 Willeborts Joannes Petrus, rk gedoopt in Oosterhout op 26 januari 1657, zoon van Petrus Willeborts en Joanna Aerden, met als doopgetuigen Guilelmus Aerden en Cornelia Jans |
van 07-09-1703 tot 07-08-1703 | De notaris komt bij Marten thuis in den Horst. Hij ligt ziek te bed, maar is goed van verstand en memorie. Het jongste van zijn kinderen zal uit de gemene boedel worden opgebracht tot aan zijn mondige dagen. Zijn broers Jan en Wilbort stelt hij aan als voogden, evenals Dirck Thieleman Dircken en Jan Henricx Verheijden. Als getuigen tekenen behalve Marten (tekent als Meerten Peeters van Son) Peeter Adriaensen Verdaes en Jacob Huijbertde D’Oude. Meerten is dan 54 jaar, zijn broer Wilbort 50 jaar en Jan 46. Meerten heeft het over de jongste van zijn kinderen. Hij lijkt er meer te hebben. |
[bron: RAT - Notariële akte - inventaris 65 akte 21 - testament - notaris Cornelis van Vorssel - Oosterhout] |
31-10-1664 | Oosteind, Oosterhout (Dit is vermeld bij de geboorte van Maria) | [bron: Inv.nr. 06 - Oosterhout - akten van doop en trouw 1657-1678 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 2002, Doop-, trouw- en begraafboeken van Oosterhout, 1610-1810, inventarisnummer 06, blad 33] |
11-01-1676 | koper 1e akte is Lesken Adriaen Peeters weduwe Jan Claes Janss. Thomas Claijpoole is koper en verkoper. hierin 11 jan 1676 Jan Denis Hendricx van Bavel (~1633-) als verkoper Adriaentken Govaert Denis (-) als koper Adriaen Dirck Jan Huijgen (-†1659) als echtgenoot Jan Adriaen Dirck Jan Huijgen (-) als kind |
[bron: RAT, Archief: Dongen, Inventarisnr.: RA 109, Pagina: 137r, 137v, 239v en 240r, Plaats van akte: Dongen [nb], Aktedatum: 11 jan 1676] |
11-01-1676 | koper 1e akte is Lesken Adriaen Peeters weduwe Jan Claes Janss. Thomas Claijpoole is koper en verkoper. hierin 11 jan 1676 Jan Denis Hendricx van Bavel (~1633-) als verkoper Adriaentken Govaert Denis (-) als koper Adriaen Dirck Jan Huijgen (-†1659) als echtgenoot Jan Adriaen Dirck Jan Huijgen (-) als kind |
[bron: RAT, Archief: Dongen, Inventarisnr.: RA 109, Pagina: 137r, 137v, 239v en 240r, Plaats van akte: Dongen [nb], Aktedatum: 11 jan 1676] |
27-04-1666 | Adriaen Jan Adriaens Keijser is ook verkoper, vermoedelijk een zoon van een dchter cab Adriaen Claes Emmen. koper is Floris Pels. hierin 27 apr 1666 Anneken Cornelis Claes Emmen (-) als zus Maeijken Claes Emmen (-†1667) als moeder Digna Dirck Jan Huijgen (-) als kind Jan Claes Emmen (-†1657) als vader Adriaentjen Peter Willemen (-) als moeder en verkoper Dingna Jan Claes Emmen (-) Claeske Cornelis Claes Embrechts (-†1654) als zus Adriaen Adriaen Claes Emmen (-) als broer en verkoper Engeltje Cornelis Claes Embrechts (-) als zus Claes Cornelis Corputs (-) als echtgenoot en verkoper Embertus Cornelis Claessen (~1611-) als broer Embrecht Adriaen Claes Emmen (-) als broer Dielis Dirck Jan Huijgen (-) als kind Jenneken Dirck Jan Huijgen (-) als kind Cornelis Adriaen Huijgen (-) als kleinkind Jenneken Jan Laureijs Spijckers (-†1669) als partner van kind en verkoper Jan Dirck Jan Huijgen (-†1667) als kind |
[bron: RAT, Archief: Dongen, Inventarisnr.: RA 107, Pagina: 86r en 86v, Plaats van akte: Dongen [nb], Aktedatum: 27 apr 1666] |
27-04-1666 | Adriaen Jan Adriaens Keijser is ook verkoper, vermoedelijk een zoon van een dchter cab Adriaen Claes Emmen. koper is Floris Pels. hierin 27 apr 1666 Anneken Cornelis Claes Emmen (-) als zus Maeijken Claes Emmen (-†1667) als moeder Digna Dirck Jan Huijgen (-) als kind Jan Claes Emmen (-†1657) als vader Adriaentjen Peter Willemen (-) als moeder en verkoper Dingna Jan Claes Emmen (-) Claeske Cornelis Claes Embrechts (-†1654) als zus Adriaen Adriaen Claes Emmen (-) als broer en verkoper Engeltje Cornelis Claes Embrechts (-) als zus Claes Cornelis Corputs (-) als echtgenoot en verkoper Embertus Cornelis Claessen (~1611-) als broer Embrecht Adriaen Claes Emmen (-) als broer Dielis Dirck Jan Huijgen (-) als kind Jenneken Dirck Jan Huijgen (-) als kind Cornelis Adriaen Huijgen (-) als kleinkind Jenneken Jan Laureijs Spijckers (-†1669) als partner van kind en verkoper Jan Dirck Jan Huijgen (-†1667) als kind |
[bron: RAT, Archief: Dongen, Inventarisnr.: RA 107, Pagina: 86r en 86v, Plaats van akte: Dongen [nb], Aktedatum: 27 apr 1666] |
27-04-1666 | Adriaen Jan Adriaens Keijser is ook verkoper, vermoedelijk een zoon van een dchter cab Adriaen Claes Emmen. koper is Floris Pels. hierin 27 apr 1666 Anneken Cornelis Claes Emmen (-) als zus Maeijken Claes Emmen (-†1667) als moeder Digna Dirck Jan Huijgen (-) als kind Jan Claes Emmen (-†1657) als vader Adriaentjen Peter Willemen (-) als moeder en verkoper Dingna Jan Claes Emmen (-) Claeske Cornelis Claes Embrechts (-†1654) als zus Adriaen Adriaen Claes Emmen (-) als broer en verkoper Engeltje Cornelis Claes Embrechts (-) als zus Claes Cornelis Corputs (-) als echtgenoot en verkoper Embertus Cornelis Claessen (~1611-) als broer Embrecht Adriaen Claes Emmen (-) als broer Dielis Dirck Jan Huijgen (-) als kind Jenneken Dirck Jan Huijgen (-) als kind Cornelis Adriaen Huijgen (-) als kleinkind Jenneken Jan Laureijs Spijckers (-†1669) als partner van kind en verkoper Jan Dirck Jan Huijgen (-†1667) als kind |
[bron: RAT, Archief: Dongen, Inventarisnr.: RA 107, Pagina: 86r en 86v, Plaats van akte: Dongen [nb], Aktedatum: 27 apr 1666] |
27-04-1666 | Adriaen Jan Adriaens Keijser is ook verkoper, vermoedelijk een zoon van een dchter cab Adriaen Claes Emmen. koper is Floris Pels. hierin 27 apr 1666 Anneken Cornelis Claes Emmen (-) als zus Maeijken Claes Emmen (-†1667) als moeder Digna Dirck Jan Huijgen (-) als kind Jan Claes Emmen (-†1657) als vader Adriaentjen Peter Willemen (-) als moeder en verkoper Dingna Jan Claes Emmen (-) Claeske Cornelis Claes Embrechts (-†1654) als zus Adriaen Adriaen Claes Emmen (-) als broer en verkoper Engeltje Cornelis Claes Embrechts (-) als zus Claes Cornelis Corputs (-) als echtgenoot en verkoper Embertus Cornelis Claessen (~1611-) als broer Embrecht Adriaen Claes Emmen (-) als broer Dielis Dirck Jan Huijgen (-) als kind Jenneken Dirck Jan Huijgen (-) als kind Cornelis Adriaen Huijgen (-) als kleinkind Jenneken Jan Laureijs Spijckers (-†1669) als partner van kind en verkoper Jan Dirck Jan Huijgen (-†1667) als kind |
[bron: RAT, Archief: Dongen, Inventarisnr.: RA 107, Pagina: 86r en 86v, Plaats van akte: Dongen [nb], Aktedatum: 27 apr 1666] | ||
11-01-1676 | koper 1e akte is Lesken Adriaen Peeters weduwe Jan Claes Janss. Thomas Claijpoole is koper en verkoper. hierin 11 jan 1676 Jan Denis Hendricx van Bavel (~1633-) als verkoper Adriaentken Govaert Denis (-) als koper Adriaen Dirck Jan Huijgen (-†1659) als echtgenoot Jan Adriaen Dirck Jan Huijgen (-) als kind |
[bron: RAT, Archief: Dongen, Inventarisnr.: RA 109, Pagina: 137r, 137v, 239v en 240r, Plaats van akte: Dongen [nb], Aktedatum: 11 jan 1676] |
03-1627 | Met dank aan www.doekefkes.nl Deling goederen ouders (Algemene akte) Goverd Denijs Peeter Snijders (-) als vader Cathalijn Laureijs Jans van Dongen (-) als moeder Denis Goverden Denissen (-) als broer Adriaentken Govaert Denis (-) als zus Adriaen Dirck Jan Huijgen (-†1659) als echtgenoot |
[bron: RAT, Archief: Dongen, Inventarisnr.: RA 99, Pagina: 64v, Plaats van akte: Dongen [nb], Aktedatum: mrt 1627] | ||
13-03-1628 | Geschil (Algemene akte) Denijs heeft als voogd oa Jacob Cleijs hierin 13 mrt 1628 Cathalijn Laureijs Jans van Dongen (-) als moeder Goverd Denijs Peeter Snijders (-) als vader Jan Peters van Spreeuwel (-1642) als eiser Adriaen Dirck Jan Huijgen (-†1659) als partner van kind Adriaentken Govaert Denis (-) als kind Denis Goverden Denissen (-) als kind Jan Laureijs Jansen (-) als voogd |
[bron: RAT, Archief: Dongen, Inventarisnr.: RA 100, Pagina: 16v, Plaats van akte: Dongen [nb], Aktedatum: 13 mrt 1628] |
03-1627 | Met dank aan www.doekefkes.nl Deling goederen ouders (Algemene akte) Goverd Denijs Peeter Snijders (-) als vader Cathalijn Laureijs Jans van Dongen (-) als moeder Denis Goverden Denissen (-) als broer Adriaentken Govaert Denis (-) als zus Adriaen Dirck Jan Huijgen (-†1659) als echtgenoot |
[bron: RAT, Archief: Dongen, Inventarisnr.: RA 99, Pagina: 64v, Plaats van akte: Dongen [nb], Aktedatum: mrt 1627] | ||
13-03-1628 | Geschil (Algemene akte) Denijs heeft als voogd oa Jacob Cleijs hierin 13 mrt 1628 Cathalijn Laureijs Jans van Dongen (-) als moeder Goverd Denijs Peeter Snijders (-) als vader Jan Peters van Spreeuwel (-1642) als eiser Adriaen Dirck Jan Huijgen (-†1659) als partner van kind Adriaentken Govaert Denis (-) als kind Denis Goverden Denissen (-) als kind Jan Laureijs Jansen (-) als voogd |
[bron: RAT, Archief: Dongen, Inventarisnr.: RA 100, Pagina: 16v, Plaats van akte: Dongen [nb], Aktedatum: 13 mrt 1628] |
19-03-1667 | Denis Goijert Denissen wordt genoemd in de akte over de verkoop van "kamer en winckel en torfkoij metten hoff" | [bron: Notariële archieven Oosterhout 1612-1925, inv. nr. 030 (index), archiefnummer 2009, inventarisnummer 30, aktenummer 25] |
03-1627 | Met dank aan www.doekefkes.nl Deling goederen ouders (Algemene akte) Goverd Denijs Peeter Snijders (-) als vader Cathalijn Laureijs Jans van Dongen (-) als moeder Denis Goverden Denissen (-) als broer Adriaentken Govaert Denis (-) als zus Adriaen Dirck Jan Huijgen (-†1659) als echtgenoot |
[bron: RAT, Archief: Dongen, Inventarisnr.: RA 99, Pagina: 64v, Plaats van akte: Dongen [nb], Aktedatum: mrt 1627] | ||
13-03-1628 | Geschil (Algemene akte) Denijs heeft als voogd oa Jacob Cleijs hierin 13 mrt 1628 Cathalijn Laureijs Jans van Dongen (-) als moeder Goverd Denijs Peeter Snijders (-) als vader Jan Peters van Spreeuwel (-1642) als eiser Adriaen Dirck Jan Huijgen (-†1659) als partner van kind Adriaentken Govaert Denis (-) als kind Denis Goverden Denissen (-) als kind Jan Laureijs Jansen (-) als voogd |
[bron: RAT, Archief: Dongen, Inventarisnr.: RA 100, Pagina: 16v, Plaats van akte: Dongen [nb], Aktedatum: 13 mrt 1628] |
11-05-1667 | Denis Goijert Denissen en Elisabeth Peters de Hart staan in dit testament (is er gedeeltelijk, een halve bladzijde) | [bron: Notariële archieven Oosterhout 1612-1925, inv. nr. 024 (index), archiefnummer 2009, inventarisnummer 24, aktenummer 55] |
30-11-1660 | Denis en Adriaentje hebbenook Peeter Peeter Clust X Cathalijn Mathijs Anthonis Mathijsen, wed Henrick Adriaen Stoffels uitgekocht hierin 30 nov 1660 Maeijke Peeter Roelen (-†1660) als echtgenote Jan Adriaen Boer (-) als verkoper Adriaen Dirck Jan Huijgen (-†1659) als echtgenoot Adriaentken Govaert Denis (-) als zus Denis Goverden Denissen (-) als broer |
[bron: RAT, Archief: Dongen, Inventarisnr.: RA 105, Pagina: 185r, Plaats van akte: Dongen [nb], Aktedatum: 30 nov 1660] |
07-12-1667 | koper is Thomas Claijpoole hierin 7 dec 1667 Adriaen Dirck Jan Huijgen (-†1659) als echtgenoot Denis Goverden Denissen (-) als broer en verkoper Adriaentken Govaert Denis (-) als zus |
[bron: RAT, Archief: Dongen, Inventarisnr.: RA 107, Pagina: 200r, Plaats van akte: Dongen [nb], Aktedatum: 7 dec 1667] |
24-02-1630 | doop Goijart Adriaen Dirck Huijgen (geb. 1630) [zie 1008,VI] | [oom moederszijde] | [bron: Inv.nr. 03 - Oosterhout - akten van doop, trouw en overlijden 1623-1634 (rooms-katholieke parochie) 1623-1634, folio 47, scanpagina 116] |
11-05-1667 | Denis Goijert Denissen en Elisabeth Peters de Hart staan in dit testament (is er gedeeltelijk, een halve bladzijde) | [bron: Notariële archieven Oosterhout 1612-1925, inv. nr. 024 (index), archiefnummer 2009, inventarisnummer 24, aktenummer 55] |
06-12-1621 | Schepen (Bij de akte staat Willeboort Janssen, schepen. Een aantal andere akten, op dezelfde manier genoemd: f78v - 25 februari 1621 f89v - 25 juni 1621 f92v - 23 augustus 1621 f94 - 29 november 1621 f 98 - 15 december 1621) |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 295 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1619-1624, folio 95, 6 december 1621] | ||
31-01-1626 | Schepen (Willeboirt treedt op als partij, en is aangeduid met Schepen dezer vrijheit) | [bron: RAT Schepenbank Oosterhout, 296 Protocol later, register van vesten en opdrachten, 1625-1627, folio 50-51, scan 67, 31 januari 1627] | ||
06-10-1628 | Schepen (Ondertekend met Belgiaerts en Van Son, schepenen) | [bron: Schepenbank Oosterhout Inv. 297 Protocol later, van vesten en opdrachten f. 51 scan 63] | ||
20-11-1628 | Schepen (Hij is genoemd: Willebort Janssen van Son, schepen dezer vrijheijt) | [bron: Schepenbank Oosterhout Inv. 297 Protocol later, van vesten en opdrachten f. 53 scan 65] | ||
van 08-01-1629 tot 09-01-1629 | Schepen (Compareerden Willebort Janssen van Son, Jan Willemssen Verleg, en Anthonis Cloistermans, allen schepenen deser vrijheit ende Heerlijkheit van Oosterhout. Dewelck alzoo bij Jan Willemssen Verleg aengenomen was in pacht en collecte van Thoorn ende gemetgeldt bij schoutet, schepenen ende Regeerders deser voorgenoemde vrijheijt omgeslaegen voor desen tegenwoordighen loopenen Jare 1629 op de betaelinghen, salaris ende andere conditien ende voorwaerden vermellens breeder der acte daervan bij de voorsegde Regeerders gemaect in haeren Actboeck geannoteert. Ende dat de voorsegde Willebort Janssen van Son hadde aengenomen de Collecte van de .o: Bede ende 5en Penning intgelijcx bij de voorsegde Regeerders voor desen loopenden saisoene 1629 op te betaelinghen, salarissen, conditien ende voorwaarden als volgende den accorde ende contracte van aenneminghe deshalven mette voornoemde Regeerders gemaect ende op ten voorsegden actboect aengeteeckent voor de voldoening ende volbrengen van welcke Collecte de voorsegde Cloistermans ende Verleg hen gestelt hebben als borgen ende contionarissen. Soo verclaeren bij desen de 3 comparanten dat zij gesamentlijck veraccordeert ende overcomen zijn de voorsegde pachten ende Collecten tesamen te innen ende op te beuren op dese naerbeschreven conditien als vamenten (?) dat den oorsegden Anthonis Cloistermans sal innen ende opgaren het .oorn ende gemetgeldt volgende de conditien hier vorens verhaelt midtsgaders de stuijvers van de huren die sijne Pr.e E.h. (Prins Edelhoogachtbare) in plaetse van .o: bede ende V.H. geeft van zijne thienden ende goederen onder dese vrijheijt gelegen, Ende de voorsegde Willebort Janssen sal opgaren de .o: bede ende 5en penning over de goederen onder het Oostquartier deser vrijheijt gelegen <kantlijn ingevoegd> ende Jan Willemssen Verleg de Bede onder het Westquartier omgeslagen alsulken accorde ende coditien hiernaer beschreven te weten de voorsegde Jan Willemssen Verleg sal voor uijttreck van de generaele winste van de voorsegde Collecten naerdijen aen voorsegde Vrijheijt Rekeninghe daervan behoiren sal wezen gedaen de somme van 160 guldens ende de voorsegde Willebort Janssen van Son in der voegen ende ten tijde alsboven de somme van 140 Rijns guldens de resterende te veroverlade winste van alle de voorsegde collecten ende pachtinghen sal bij henlieden 3en sal bij henlieden comparanten onder henlieden naer gedaene Rekeninghen gepaert ende gedeelt worden in 3en ende elcx van henlieden ervan trecken ende genijten hetselfde 3de paert De voorsegde comparanten geloven bij desen malcanderen d’ een den anderen te sullen te hulpen zijn. ende assisteren om te volveren ende volbrengen van de voorsegde Collecten te beter ten Elfsten te brengen consisterckende (?) soo in de betaelinghe van de Comptoiren ten wedesrijnden als anderss. naervolgende conditien daervan gemaeckt trachtende ende de anderen assisterende om alle schade te precimeren ende vergoeden. Is mede besproken dat ieder den zijne boeckges. pachte ende collecet sal verantwoorden ende berekenen aen de Vrijheijt alstijts versocht sullen wesen Voor welcke collecte elck voor sijn selven sal instaen ende . selven d’ een den anderen elcx costeloos ende schadeloos houden ende indamneren van alsulcke oncosten als bij faulte van gheen Rekeninghen te doen ende te volvuderen van de vorsegde conditien bij de Regeerders desen Vrijheijt hen soude mogen worden aengedaen. aldus gedaen sonder arch ofte list op den 8en januari des jaers 1629 T’oirconde dese bij henlieden respectijve ondertekent Ant: Cloistermans Wilboort Janssen van Son Jan Verlegh -------------------------------------------------------------------------- Het is blijkbaar misgegaan met de afspraken over de inning tussen de schepenen. Jan zou de pacht van Thorn ophalen (Voor de abij van Thorn) en de bede voor de Prins van Oranje voor het Westquartier. Voor een totaal van 160 guldens Willboort zou de bede voor het Oostquartier ophalen en de 5en penning. Voor een totaal van 140 guldens. Jan en Anthonis staan hier borg voor, zoals vastgelegd in het Actboek. Anthonis zou zorgen voor de stuijvers van huren (bedoeld zal zijn de heeren chijns, een stuijver per hectare, voor wie de eigenaar van het land was) Ze hebben afgesproken elkaar hierbij te helpen, en rekenschap af te leggen voor de Regeerders. Den Elften is genoemd. Dat zal de 11e november zijn, de dag van Sint Maarten, waarop de belastingen geind werden. (Bron: Oosterhout, niet van gisteren, Cock Gorisse, et al, pagina 189) Mocht er wat over blijven, dan mogen ze dat met 3en gelijkelijk verdelen (als ik het goed begrijp) --------------------------------------------------------------------------------------- Over de 5e penning De Staten van Brabant stellen een nieuwe belasting in. Eigenaren van onroerend goed moesten in principe twintig procent van de jaarlijkse huurwaarde betalen. Daarom noemde men de belasting ok wel ‘vijfde penning’. De belasting drukte op huizen, landerijen, molens, renten en op alles waar wat aan verdiend werd. Vanaf ongeveer 1580 bestonden in de Staten van Brabant ook nog accijnzen op rundvee en ingezaaid land. Die noemde men ‘hoorngeld’ en ‘bezaai’. (op https://www.tijdmachineoosterhout.nl/detailview.aspx?id=2391: 1581)) |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout, 297 Protocol later, register van vesten en opdrachten, 1628-1632, folio 56 en 57r, scan 68-69, 8 januari 1629] | ||
21-06-1630 | Schepen (Hij verkoopt een perceel hooiland, en is genoemd mede-schepen.) | [bron: Schepenbank Oosterhout Inv. 297 Protocol later, van vesten en opdrachten f. 131 scan 144] |
03-11-1614 | Compareerde Anne Symon Bastiaenssen met Bastiaen Anthonissen, haeren man ende voicht ter eenre, Wilbort Janssen als voicht ende Bastiaen Henricx als toesiender van Adriaentken, onmondich weeskint van Commer Symon Bastiaenssen, ervan moeder af is Mariken Henri. ter andere zijde. De goederen, haeven, actien, schulden en crediten van Symon Bastiaenssen worden verdeeld door loting. Voor Anneke: 1. Een hooiland in de Leghen Wegh onder Vaerensdonck, 1/2 bunder 2. Een weiland aan de Rijsdijck west, 6 loop:, Thomas Cornelissen oost, Jan Corn. Jan Jacobs zuid 3. Een akker te Uijlendongh, 1 loop:, Peeter Aerts van Etten west, Bastiaen Anthonissen zuid 4. Een akker te Uijlendongh, genaamd het Heijvelt, 5 1/2 loop:, Niclaas Michielssen oost, Jacob Claes Jacobs zuid, Jan Claes Keijen west Voor Adriaentken: 1. Een weiland, geleghen in de Vaerendonkse oort, 6 loop: 2. Een weiland, genaamd Den Dorren Boom, gelegen aan de Rijsdijk, 7 loop: 3. Een akker, te Uijlendongh, 6 loop:, Jan Anthonisse van Vlijmen erfgenamen west, Juijbrecht Willemssen west, Symon Anthonis Bastiaenssen noorden 4. Een stede, huijs, hof en erve, neffens de Groenendijk, 10 of 11 loop: 5. Een weiland ertegenover gelegen, 5 loop:, genaamd de Schellinghen De haefelijke ende meuble goederen zijn eensgezind verdeeld. Het deel van het weeskind is door voogd en toeziender verkocht en bracht 38 Rijns guldens en 4 Stuivers op, uitgezonderd een cleedce, in het huijs gebleven voor het weeskind. Actum 3 november 1614. Schepenen Laureijs en Anthonis. ---------------------------------------------------------------------------------------- Wilbort is dit keer alleen aangeduid als Wilbort Janssen. Gezien de percelen en stede die verdeeld worden, liggen die in het gebied van Wilbort. Zeer waarschijnlijk is hij het dan ook. Hij is de voogd van Adriaentken, dochter van Commer Symon Bastiaenssen en Mariken Henr.. Zijn relatie is niet duidelijk. Op 15 januari 1616 treedt Wilbort treedt ook op namens Adriaentken, nij de koop van een weiland. Zie Inv. 294, f. 200. Dan is hi jwel Wilbort Jan Wilborts genoemd. |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout, 293 Protocol later, register van vesten en opdrachten, 1612-1615, folio 147 en 148r, scan 159 en 160, 3 november 1614] | ||
07-01-1619 | Compareerde Mayken Jan Anthonis van Vlijmen met Jan Willem Janssen haeren man en voogd ter eenre, Symon Anthonissen als voogd, en Wilbort Jan Wilborts als toesiender, in dese saecke . van Sebastiaen, onbejaerden sone van voorsegde Jan Anthonis van Vlijmens, van welken beider moeder af was, Anneke Bastiaens dochter ter andere sijde. Vervolgens over de verdeling tussen beide kinderen, bij loting bepaald. De goederen liggen allemaal te Uijlendongh (Oosteind) Mayke krijgt - een halve buijnder zaijland, - nog 6 loopensaets zaeijland, - de helft van een weide groot 6 loopensaets (de andere helft is voor haar broer), - een halve buijnder zaaijland, gelegen aan de Rijsdijck Sebastiaen krijgt - een stede met huijs en erve, groot omtrent een 1/2 buijnder, gelegen te Uijlendongh, het erf van Adriaen Jan Aerts oost, de heerenstraet zuid, zaeijland van zijn zus west, Symon Jan Wilborts noorden - 6 loopensaets weijland, gedeelt met zijn zus west, Symon Jan Wilborts oost, zaailand van zijn zus zuid, Peter Thomas Goverts noord Broer en zus moeten elkaar helpen met de afdracht van lasten, pachten en chijnsen tot Lichtmis 1619 toecomend. ---------------------------------------------------------------------------------- Wilbort Jan Wilborts is toeziend voogd. Ik heb geen familie-relatie gevonden tot nu toe met de Van Vlijmen kant of de Anneke Bastiaens kant. Symon Jan Wilborts zal zijn broer zijn. Hij is 2 keer genoemd. Het lijkt te gaan om land, dat in zijn eigendom is, aan de noordkant van de Uijlendonkse weg, de Proviniale straat. Adriaen Jan Aerts is genoemd met zijn erf , grenzend aan dat van Sebastiaen, en ook aan de noordkant van de Uijlendonkse weg, de Proviniale straat. Is hij de vader van Aert Adriaen Jan Aerts? |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout, 296 Protocol later, register van vesten en opdrachten, 1619-1624, folio 11, scan 17, 7 januari 1619] | ||
19-01-1619 | RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 295 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1619-1624, folio 4v en 5v en r, 19 januari 1619 "Compareerde Wilbort Jan Wilborts, weduwnaar van wijlen Godela Peter Jan Peter Cnapen saliger ter eenre, Jacob Peter Jan Peter Cnapen als moederlijke oom en voogd en Symon Jan Wilborts als vaderlijke oom en toesiender van Jan, Peter en Marten, onbejaerde kinderen van voorsegde Wilbort Jan Wilborts ende Godela Peter Jan Peter Cnapen saliger ter andere zijde. Ende verklaarden en bekenden partijen voorsegd, onderling in goede vriendschappen te zijn overcomen en veraccordeert van en aangaande goederen zoo erfelijke en haefelijcke, actien, schulden en crediten, die de voorsegde Godela Peter Jan Peter Cnapen saliger achtergelaten en mette dood geruimd heeft en die bij de voorsegde erfgenamen enigszins geeist zouden mogen wesen, geen ervan uitgezonderd, en dat in de forme en op de conditien naerbeschreven. Te weten zal de voorsegde Wilbort Jan Wilborts schuldig gehoude zijn, gelijk hij oet geloefe mits desen, zijne drie kinderen voornoemd, eerlijk ende tamelijk te alimenteren en onderhouden van eten en drincken, klederen. .ullen, en sijnde ziek en gezond, ende voorts alle desselve nooddruftigheden te verzorgen, gelijk een goede vader zijne kinderen schuldig is en behoort te doen, en dat bij tijd en wijlen toe, de vorsegde kinderen respectieve 18 jaren out zullen geworden zijn. Dat deser .. te laten gaen om te leren lezen ende schrijven. Voor eerlijke alimentatie en onderhoudingen, den voorsegden Wilbort Jan Wilborts zal blijven behouden, .... en erffelijcke alle deselve goederen voorsegd zoo erfelijkce als haefelijcke. actien en crediten, schulden, zo profijten en onprofijten, hoedanig die zelve goederen en schulden zouden mogene wesendie de voorsegde Godela achtergelaten heeft. Behalve en uitgezonderd de buijnder zaailand gelegen in de Langhe Ackers, Peter Claes Adriaensen oost, de Buijnderstege zuid, Peter Godert Adrianensen west en noord. Vrij behalve helen chijns. Nog ontrent de half buijnder zaailand alsvoor gelegen, de erfgenamen Peter Stoffels, de Buijnderstege zuid, Mayken Peter Cnapen noord, de weeskinderen van Adriaen Thomas Goverts west. Vrij met helen chijns. Welke 2 percelen, de voorsegde Wilbort Jan Wilborts zal gebruiken gedurende deze onderhoudingen." Het volgende deel van de akte kan ik slechter lezen. Wat ik er uit op maak: Bij het bereiken van de leeftijd van 18 jaar komen deze percelen terug bij de kinderen. Zij krijgen dan ook ieder 550 rijns gulden. De voogd en toesiender zien toe op het juist uitvoeren van de afspraken. Wilbort heeft hieraan verbonden, zijn persoon en zijn roerende en onroerende goederen waaronder een stede, huijs en erve te Uijlendonk, waar hij nu woont. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- In deze akte is Godela Peter Jan Peter Cnapen genoemd, de eerste vrouw van Wilbort Jan Wilborts genoemd met hun nog in leven zijnde kinderen Jan, Peter en Marten. Andreas, geboren op 10 juni 1617 zal jong gestorven zijn. Godela zal tussen 10 juni 1617 en 19 januari 1619 overleden zijn. Wilbort hertrouwt op 7 juli 1620. De kinderen Jan, Peter en Marten zullen nog jong geweest zijn. Bij de aanname van een geboorte van 1611, 1613 en 1615, dan zijn zij 9, 7 en 5. In ieder geval nog jonge kinderen. Voordat hij hertrouwt, zal hun opvoeding en erfenis met deze akte geregeld worden. 2 percelen zaailand liggen aan de Bundersteeg. Die bestaat anno 2021 nog steeds. Zie de bijgevoegde GoogleMaps afbeelding en die van het kadaster van 1811-1832, Sectie F03. De naam Lange Ackers heb ik niet kunnen vinden. Bij de Bundersteeg liggen wel een aantal forse percelen in de lengte op Kadaster 1811-1832, sectie F03: 771. 766. 761, 760, 756, 757, en ook 799 t/m 807). Mogelijk is daar de benaming Lange Ackers van afkomstig. De stede te Uijlendonk kan de door zijn vader gekochte van 1594 zijn, maar er zijn ook andere opties, zie de aankopen van de hofsteden en steden. |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 295 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1619-1624, folio 4v en 5v en r, 19 januari 1619] |
12-04-1672 | Staet en inventaris van de goederen nagelaten door zaliger Jenneken Anthonis Peeter Wijnants, laatst weduwe van zaliger Wilboirt Janssen van Son ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Notarieel Oosterhout Jan Teulings 1669-1677 inventaris 13 folio 153-164, 12 april 1672 als volgt (samengevat): Gereede penningen voor een totaal van 384:5:8 Obligatiën, ten laste van Jan Huijbert Dilis, Jan Aerts en Adam Stoffel Huijben 203:14:8 en geleent geld door Jan Wilboirts 111:13:0 Erfgoederen: - een partij moergronden onder de afgang van Klein Dongen, 3 bunder - de erfelijke goederen genoemd in haar testament - de meubelen zijn onder de erfgenamen verdeeld Boeckschulden: kleine bedragen, met 30:0:0 voor Huich Peeters van Waspick en 33:5:0 voor Adriaen Govert Willemen als uitschieters Memorie van hetgeen van Jan Jan Jochums komt van de uitvaart en voorgeschoten geld, dat hij betaald had als volgt (hij is de man van Anthonetteke, Teuntje): - de uitvaart 131:2:8 - Adriaen van Straeten 8:8:0 - aan de burgemeester 14:13:12 - aan de armen 1:12:8 - aan Jan Jacobus 2:16:0 - aan kerkenrecht 10:0:0 - hier op in het sterfhuijs gekocht 58:8:0 - nog is Jan Jochums schuldig van zijn huren 95:16:8 Soo heeft Jan Jan Jochums uitgegeven als genoten 154:4:8 Jan Jochums volgens liquidatie van de . 300 gulden van 3 mei 1649 van Jenneken (ingevoegd) Dielis Adriaen Dilissen is nog schuldig van zijn huren 340:1:0 (man van Adriana) Nog in het sterfhuis gekocht 33:0:0 Aert Peeters is bij afrekening schuldig 208:7:0 In het sterfhuijs gekocht 21:12:7 hier in 108:7:0 ontvangen van Jan Wilboirts Adam Peeters is bij afrekening schuldig 654:14:0 (de man van Maria) nog in het sterfhuis besteedt 11:5:0 compt van liquidatie van het testament 25:0:0 De kinderen van Cornelis Buijsen zijn schuldig bij afrekening 372:1:0 Landpachten: - Jan Adriens 26:0:0 - Wouter Meeusen 22:0:0 - Willem Heijeblom 10:0:0 Hierna volgt nog een totaal overzicht wat ieder schuldig is, komt op 2206:6:8. Verdeeld over 5 kinderen is dat voor ieder 441:5:4 Daarna volgen een flink aantal verrekeningen voor ieder en ook nog van wat in het testament van 6 september 1666 staat. Aldus opgemaakt en gesloten den 12e april 1672 ------------------------------------ Compareerde voor mij - de voorschreven Aert Peeters Brouwers, als man en voogd van Peetronellea Goris Buijsen voorsein Dlun? - Mr Gellis Cappuijns als getrouwt hebben Elisabeth Buijssen (dochter van Cornelis Buijssen, kleindochter) - Pietronella Cornelis Buijssen (kleindochter), jongedochter, geassisteert met mij notaris als haere in desen gecorp. vooght - Dillis Adriaen Dilles (man van Adriana) - Adam van Veken (man van Maria) - Jan Jan Jochems (man van Anthonetteke) nominerende . , respective kinderen en kintskinderen van Jenneken Anthonis Peeter Wijnants lestmaels weduwe van Wilbort Janssen van Son de welcke verclaerden de verdelingen ende in houden van de testamenten van de voorsegde Jenneken Anthonis gepasseert voor mij notaris en getuijgen op den 6 september 1666 gemaeckt en gepasseert in alle sijne pointen approberen en te ratificeren sulcx den sel. sijn doende, gelijck sij vervolgens mede verclaerden gemaeckt en gesloten te hebben de divisi en subdvisien de voorden effecten des boedels in voege als die hier vooren sijn gestelt, gelovende in diere voege malcanderen te sullen den volcomen contentement ende of het .. (elkaar moeten houden aan de afspraken) Aldus gedaen op den 12e april 1672 ter presentie van Jan Francis van Loon ende Dirck Meijer als getuijgen hiertoe versocght. Ondertekend: Aert Peeterssen Brouwers Dielis Adriens Dielissen Adam Peeters van der Veeken Jan Jan Jochums Gielis Cappuijns Adriaenken Wilborts van Son Maria Wilborts van Son Anthonetteken Wilbort van Son Pieternel Buijsens J: van Loon D Meijers J Teulings |
[bron: Notarieel Oosterhout Jan Teulings 1669-1677 inventaris 13 folio 153-164, 12 april 1672] |
06-09-1666 | Notaris Jan Teulings in Oosterhout is thuis bij Jenneken in Uijlendoncq (Oosteind). Ze is lichamelijk ziekelijk, en ligt te bed, maar is nog goed van verstand, memorie en uitinge. Jenneken wil als eerste dat ze een eerlijke begrafenis en uitvaart zal krijgen. Voor haar na te laten kinderen: 1. Cornelis Goris Buijsen: - 4 1/2 loopensaet hooiland onder Vaerensdonq (waarschijnlijk Dongen-Vaart) - 4 loopensaet hooiland gelegen tussen de kreken in het broek (het gebied aan de noordkant van de Oosteind, naar de Donge toe), de helft hiervan voor hem, de helft voor Aert Peeters Brouwers (de man van zijn zus Petronelleken) - 2 loopensaet en 60 roeden zaailand in de Langenacker, genaamd de Maeteolaten (niet kunnen plaatsen) - 5 loopensaet in de Elskens (anno 2020 aan de westkant van de snelweg, het sportpark heet ook zo) 2. Petronelleken Goris Buijsen, huisvouw van de voornoemde Brouwers: - 4 loopensaet hooiland gelegen tussen de kreken in het broek (het gebied aan de noordkant van de Oosteind, naar de Donge toe), de helft hiervan voor haar, de helft haar broer Cornelis - 6 loopensaet hooiland in de oorden onder Vaerensdocnq (Dongen-Vaarr waarschijnlijk) 4 1/2 loopensaet en 9 loopensaet in’t Straetje tot Uijlendoncq, waarvan de helft voor Adam van der Veeken (de man van haar halfzus Maria)(’t Straetje of ook wel het Oude Straetje liep vanaf de Uijlendonckse weg ofwel Provinciale Weg, richting het noorden , naar de Willemspolder, vanaf ongeveer Provinciale weg 109) - 2 loopensaet en 20 roeden zaailand bij den Eijndt van Uijlendoncq 3. Adriaentjen Wilboirts van Son, getrouwd met Dielis Adraansen Dilissen: - 4 loopensaet zaailand in de Langenackers - 3 loopensaet in de onnatte velden (ten zuiden van de Uijlendonckse weg tot aan de Heistraat, in tegenstelling met de natte velden in het broek aan de noordkant) - 8 loopensaet hooiland en weiden in de Lange Velden in Uijlendoncq - 4 1/1 loopensaet hooiland aan de Rijsdijk, met daarbij dat zij aan Cornelis en Petronel Goris Buijsen ieder de somme van 50 guldens zal uitreiken 4. Maria Wilboirts van Son, getrouwd met Adam Peeters van der Veecken - een weide teinde van de stede ter Uijlendoncq, waar zij op woont, groot 11 loopensaet - 2 loopensaet in de voorschreven stede, genaamd het Hoijvelt - 6 loopensaet, naast de stede, genaamd Jacob Heinens weijke - het tienderpart van 6 loopensaet onverdeelt met de voorsegder Adam (ingevoegd) - 4 1/2 loopensaet weiland in ’t Straetje in 9 loopensaet onbedeeld met Petronel Buijssen 5. Teuntje Wilboirts van Son - een stede, huijs, schuren en daaraan behorende, groot 30 loopensaet, gestaan en gelegen te Uijlendoncq, gekomen van de erfgenamen van Peeter Stoffel Cornelis Embrechts, mits uitreikende 100 guldens aan Maria Wilboirts eens en voor alle de voorschreven en voor de andere 4 kinderen 150 guldens (door tussenvoeging niet duidelijk wat precies de bedoeling is: Maria krijgt 100 gulden uit de inboedel en de andere 4 kinderen 150 gulden?) - 4 loopensaet en 8 bunder (ingevoegd, niet duidelijk waar in de tekst het ingevoegd moet worden) Alles te vrijen en commerloos, behalve de heeren cijns. Adriaantje, Maria en Teuntje zullen ter voldoening betalen terstond na haar dood aan Cornelis en Peternel 400 guldens eens (Ingevoegd in de kantlijn, gedeelte is op de scan niet te lezen) Aldus gedaan ten woonhuize van de testatrice ter presentie van Peeter Wilborts van Son en Roelof Adriaen Jacob Claes Het testament is ondertekend door Jenneken Anthonis, Peeter Wilborts van Son en Roelof Adriaen Jacops |
[bron: Notarieel Oosterhout Jan Teulings1652-1678, inventaris 10, akte 110, scan 220-222] |
26-03-1613 | Compareerde Symon Jan Wilborts ende heeft vercoft aen Wilbort Jan Wilborts een stuck weijlants groot omtrent 9 1/2 loop: gelegen tot Uijlendongh hem aenbestorven van zijne ouders, dou.. Lant oost Adriaentken Laureijs Gerrits west Goris . noorden Wilbort Janssen erfgenaemen zuijden vrij behalve heeren chijns Gevest Actum 26 maart 1613 Present Laureijs ende Adriaen Daniels |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 293 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1612-1615, folio 82v, 26 maart 1613] | ||
17-10-1613 | Quam Jacob Peter Jan Peter Cnapen ende . en sijde vercoft te hebben aen Wilbort Jan Wilborts zijn 1/5e part hem gepeteerd (?) in een perceel zaijlants groot int gheel omtrent 6 loop: onbedeelt mette andere deelen gelegen te Uijlendongh, streckende van de heijvelden tot de heerenstraet. Hem vercreeg van zijne ouders aenbestorven, tot dicwat (?) Adriaen Jan Jacob Cleijs oost Gerics Meeus stede west Marcus Willems noorden ende de heijvelden zuijden vrij behalven heeren chijns Gevest Actum 17 october 1613 A. Daniels ende Buijsen |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 293 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1612-1615, folio93r, 17 oktober 1613] | ||
13-02-1614 | Compareerde Aert en Jan, gebroederen, zonen van wijlen Aert Aertssen A..as Papaert, ende hebben te zamikten vercoft aen Wilbort Jan Wilborts hen 1/8e part ende gerechtichden henlieden competeren, in ontrent een 1/2 buijnder zaijlants, gelegen te Uijlendongh henne aenbestorven van Jenneken ...ans henne nichte was, zoo zij zeijden, d erft gh van Adriaen Embrecht Claessen oost, s heerenstraet zuijden, Jan Lambrechts west, Peter Aerts van Etten noorden so vrij en met 2 stuijvers H. Geest alhijer, voorder commerloos behalven heeren chijns Gevest Actum 13e februari 1614 Present Stadthouders ende Anthonis relateert L. Gijsbrechts ------------------------------------------------------------------------- Wilbort koopt 17 mei 1614 een gerechtigd deel van een stuk land van dezelfde grootte, op dezelfde plaats gelegen. |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 293 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1612-1615, folio 110v, 13 februari 1614] | ||
03-03-1614 | Compareerde Lijntken Crijn Huijs., met Augustijn Henricx, haeren man ende voicht, en moeder af was Truijken Jan Netten, ende Truijken Jan Thonissen, voor haer selve ende mede vervanghende ende haer sterck maeckende voor Kertken Jan Thonissen halve zuster in desen, geassisteert met de voorgenoemde Augustijn . als haeren voicht ende hebben te samichten vercoft aen Wilbort Jan Wilborts het 4e part hen gepeteerd in een hofstede groot omtrent 4 loop: onbegrepen de mate, gelegen te Uijlendongh hen aenbestorven van Jam Lambrecht Netten, soo wij verstonden. d erfgenamen van Adriaen End oost s heerenstraet suijden d erfgenamen van Jaob Adriaen van Bavel west Peter Aerts van Etten noorden Te vrijen met 2 Stuijvers op . alhijer voorder commerloos behalve heeren chijns Gevest Actum ut supra (3 maart 1614) present Adriaen Daniels relateert Cox -------------------------------------------------- De voorschreven vercooperen bekennen dat de voornoemde cooper hen voldaen ende betaelt heeft de geheele cooppenningen van het 4e part dat hennen was gepeteerd (?) in een hofstede omtrent 4 loop: begrijpen. Gelegen te Uijlendongh, daer in hij cooper ooc als heden is gevest. Ende sulcx de voorsegde cooper zijnen ooren ende nacomelinghen van geheel en al quiteren, ende goede voldoeningen bedancken sonder argelist. Actum ende puten als voor. ---------------------------------------------------------------------------------------------- In de akte van 17 mei van 1614 koopt hij het gerechtigd deel van een stuk land van een halve bunder, ook met de heerenstraet aan de zuidkant en aan de noordkant Peter Aerts van Etten. Met dezelfde Jan Lambrecht Netten waar de verkopers het van geërfd hebben. Op 13 februari 1614 heeft hij 1/4e deel van een stuk zaailand van een halve bunder gekocht. Lijkt om hetzelfde stuk land te gaan. |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 293 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1612-1615, folio 115r en bis 115r, 3 maart 1614] | ||
17-05-1614 | Compareerde Peter Cornelis Jan Lambrechts ende Marten Willem Spierincx, woonende tot Breda ende noch voorsegden in desen vervanghen ende sterckmaeckende voor de kynderen van Gijsbrecht Geerits woonende int beijerlant, met name Jan ende Geert ende hebben tezamenten ende elcx respective zoo voor hen selve in de naer alsvoor vercoft aen Wilbort Jan Wilborts selven gerechtigheijtende contingeert in een 1/2 buijnder lants gelegen te Uijlendongh hen aenbestorven van Jan Netten zoo zij zeijden. Adriaen Embrechts erf gelegen oost ’s heerenstraet zuijden Jan Lambrechts west ende Peter Aertssen van Etten noorden te vrijen met heeren chijns ende .. .. .. H. Geest alhijer voorder g..loos Gevest Actum 17 mei 1614 Putem (? = Gezet door) Stadthouders ende L. Gijsbrechts relateert Laureijssen ---------------------------------------------------------------------------------------------- Deze halve bunder land ligt net als de akte van de hofstede van 3 maart van hetzelfde jaar met aan de noordkant Peter Aerts van Etten, en de zuidkant de heerenstraet. De oost- en westkant kennen geen verbinding. Beide komen uit de nalatenschap van Jan (Lambrecht) van Netten. |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 293 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1612-1615, folio 124r, 17 mei 1614] | ||
16-06-1614 | Compareerde Roelof Cornelis Zuijders bekende ende sijde vercoft te hebben aen Wilbort Jan Wilborts zijn gerechte 1/5e part ende getuigent in een stede met huijsinghen erop staen ende erfen met toebehoiren, gestaen ende geleghen in Groot Middelwijck Adriaen Zegers oost Jan Geert Janssen zuijden Hans Voldels (of Voedels) noorden Heerenstraet west Te vrijen met 1 bra.pen heeren chijns en . tot geheel wetganh (?) Noch zijn 1/4e part in een acker groot ontrent 6 loop: onbegrepen de mate geleghen aen den Heijcant Marten Cornelis Diecker oost Cornelis Peter Calen west s heeren vrunt zuijden Jeronimus Stoffelen noorden vrij excerpte (?) heeren chijns Noch zijn 1/4 e part in . 11 roeden beemden geleghen in de Bilst Willem Wec. oost d erfgenaemen van Cornelis . van Zuijdlant (?) zuijden d erfgenaemen van Gons Adriaen Martens noorden vrij die hem vercooper zijn aenbestorven ende gesuccedeert van Jan Meeussen van de Veken, vtdicebat (?). Gevest Actum 16 juni 1614 Puten Cox, Buijssen ende L. Gijsbrechts --------------------------------------------------------------------------------------------- folio 127 bis Compareerde Roelof Cornelis Zuijders ende bekende mits desen wettel. te crederen ende transporteren aen Wilbort Jan Wilborts . voornoemd accepteren het 1/4e part in alle de goederen soo effels als haefelen, actien, schulden ende creiten, hoedanich die zouden moghen wesen die hem bij doode ende aflijvichheijt van Jan Meeussen van de Veken zijn aenbestorven ende gesuccedeert, gheen ervan uijtgesondert d incomende schulden te profiteren ende d onprofijteren schulden betalen voor zoo veel 1/4e part aengaet ende voorts andersints zijnen vrijen wille cunnende te doen als van zijn eijgen ende propre goederen ende dat om ende voor de somme van 300 Rijns guldens . in 6 Lichtmisse daghen telcken een gerechte 1/6e part van voorsegde somme en van den yerste termijn zal wesen Lichtmisse 1615, ende voorts vervolghe yeder termijn met p ant C . ende gepacht mits desen van zijnen 1/4e part voorsegd aen tot behoef van voorsegde Wilbort Jan Wilborts ende zijne nacomelinghen den voornoemden van ende dye aengaen getijen ende al te stellen in zijns gepachts plaetse als in . propriam sonder eenigh recht of actie meer te behouden in eenighe manieren Actum ut supra. Puten Cox ende L. Gijsbrechts ---------------------------------------------------------------------------------------------- folio 127 bis kantlijn Quam Roelof Corn. bekende dat Wilbort Jan Wilborts hem voldaen ende betaelt heeft den eerste termijn dye verschijnen zal Lichtmis 1615. Actum 1 november 1614 Den voornoemde Roelof Corn. bekende da Wilbort Jan Wilborts hem de gemelten somme van 300 gulden vol ende al betaelt heeft. Actum 9 februari 1617. R. Hulshouts --------------------------------------------------------------------------------------- Middelwijck is wat we nu het centrum van Oosterhout noemen Heikant ligt aan de oostkant van Oosterhout de beemden van de Bilst kan ik niet plaatsen |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 293 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1612-1615, folio 127 en 127bis, scan 140, 16 juni 1614] | ||
15-05-1615 | Compareerde Frans Gielis Peeters ende heeft vercoft Wilbort Jan Wilborts 1/3 deel van 1 buijnder heijvelden, geleghen téijnden de Buijndersteghe, ... ... Adr. oost, Corstiaen Anthonissen zuijden, Marc Willemsen west Adriaen Jan Aerts erfgenaemen noorden Vrij met zijnen gerichte g.en heeren chijns Gevest Actum 15 mei 1615 H..th Cornelis Peeters Laureijs ende D. Janssen Gijs.. Den voornoemde Frans heeft par..aen van zijn vader ge...... van t voorsegde lant behooren .. te desen ------------------------------------------------------------------------------------------ Tot de erfgenamen van Adriaen Jan Aerts hoort waarschijnlijk Aert Adriaen Jan Aerts. Zijn dochter Joanna zou in 1637 trouwen met Wilbort’s zoon Peter. De Bundersteeg bestaat nu nog, zie ook de opnamen. |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 293 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1612-1615, folio 178v, 15 mei 1615] | ||
08-11-1615 | - Jan Aertssen Papaert voor hem selven, ende hierin vervanghende ende hem sterckmaeckende voor Aert Aertssen Papaert, zijnen broeder, sieck te bedde liggend, ende naerbeschreven volcht consenteren soo Adriana Jan Rijcken, huisvrouw van voorsegde Aert Aertssen mede comparerende, verclaerden hebben vercoft aen Wilbort Jan Wilborts een 1/2 bunder heijvelden, soo groot ende cleijn onbegrepen de maten, gelegen in de onnatte velden (=ten zuijden van de Uijlendonkse weg), hen comparanten aenbestorven van hennen vader ..., D’erfgenaemen Jan Willem Bastiaenssen oost, Henric Gielissen zuijt, den voornoemden cooper met zijn andere erve, hem van te voorens toebehoorende noort, ende Lamb.. hof west. Te vrijen vrij ginneloos op te Heeren Chijns. Gevest. Actum ende paratem alsvoor. -------------------------------------------------------------------------------------- volgende akte: Deselve v.. in fra’ precedenten voor de 2/3e delen ende Henric Peeter Laureijssen voor 1/3e deel, hebben vercoft aen Wilbort Jan Wilborts, zijnen gerechten aenpaert als voorsegd is, in 2 . lo: weijlants, er eertijts een huijs op placht te staen, hen aenbestorven respective van Aert Aertsen Papaert ende Cathelijn Aerts .., den voorsegden Henric Peeters moeder was, Adriaen Joos Willemen oost ende zuijt, Aert Cornelis Daniels west, Christiaen Thonissen noort. Vrij ende ginneloos peter Heeren chijns. Gevest ende actum parutem alsvoor. ---------------------------------------------------------------------------------- Op 13 februari 1614 heeft Wilbort van Jan en zijn broer Aert ook al gekocht, namelijk 1/8e deel van een 1/2 bunder zaailand te Uijlendonk. |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 293 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1612-1615, folio 187v, 8 november 1615] | ||
15-01-1616 | Compareerde Jenneken Jan Michielsen geassisteert met Henric Lambrechts, haeren man ende voicht ende heeft vercoft aen Wilbort Jan Wilborts tot behoef van het weeskint genaemt Adriaentken Commer zijnde een parcheel weijlants groot 5 lo: 12 roeden ende dier doet geleghen in de Hoeven Johan Verhoeven oost Lucas Peeters west Jan Adriaen Claessen erfgenaemen noorden Cornelis Snaphaen erfgenaemen suijtwaert haer, vercooper, m .. van haere grootmoeder aenbestorven zijnm zoo wij verstonden, behoudens weghen ende steghen zijns rechts ende Heeren chijns, voorder ginneloos. Gevest. Actum en puten alsvoor (15 januari 1616, Cornelis Peeters ende Tenderingh. ------------------------------------------------------------------------------------------- Wilbort treedt op 3 november 1614 ook op namens Adriaentken, zie de betreffende akte over de deling. |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 294 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1615-1618, folio 200r, scan 13, 15 januari 1616] | ||
29-01-1616 | Compareerde voor mij Hendrick van Domelen, openbaer notaris .. ende getuijgh naergenoemt Claes Adriaenssen van de Veecken bekende de selve .parant vercocht te hebben Jan Laureijssen sijn aengerechde of het ene deel, sekere stede onder huijs, hof ende erfenissen, groot ontrent 11 loopen, gestaen ende gelegen te Middelwijck oost Jan Gerden, suijt s Heeren straete, west Mari Dingen Cornelis Henricx, noord aen de Stegenen vrije, et sijne gerechte Heeren chijns Item noch aen Jan Peter Snacly (?), sekere parcheel ackerlants, groot 5 loopen 27 1/2 roeden gecomen van .. .. delen oost Merten Cornelissen Carelsen s Heere vrochten suijden Cornelis Peter Carelsen west Jeronimus Stoffelen noorden vrije op sijne gerechte Heeren chijns Item noch in sekere parcheel hoijlants gelegen in de Bl..t aen Ariaen Henricx Verheijden, groot 2 loopen 8 1/2 roeden oost Willem Reech suijt Peter Huijbrecht Mathijssen west Jan Cornelis Cocx noort d’erfgenenamen ad. .. vrij op sijne gerechte Heeren chijns <het volgende deel kan ik slecht lezen en begrijpen> Ten wegen dezen als aler.. ende gebrueclyck recht, henre rechten, alle vanvoorsegde parchelen achtergelaten bij Jan Ee. van de Veken, heeft de voorsegde comparant van gerechtichen hem copeteren voorsegde parchelen geheel gecenseert geen hij ervanaf cencieert en is desen tot de voorsegde cooperen gevest, constitueren Wilboirt Janssen omme van sijns qparants wegen den voorsegden cooperen noch den ael. op den eet war en de voorsegde partijen te rechten hennen ende een naer bancen recht geloven te houden over goet .. Actum 29 januari Staen present Ariaen Jacob Cleijs, Mathees L.. als getuijgen + Claes Adriaense van de Veecken Adryaen Jacob Cleis Matheys ..eijken -------------------------------------------------------------------------------------------- Wat is de rol van Wilboirt in deze akte? Blijkbaar is een perceel achtergelaten door Jan van de Veken (door de oorlog?), en volgens gebruikelijk recht mag Claes van de Veken het verkopen. Wilboirt constitueert dat. Ik verwacht dat hij dit heeft vastgesteld. Is Wilbort Janssen "onze" Wilbort? Ik heb gezocht naar andere Wilbort Janssen, en die niet gevonden. Wil zeker niet voor 100% zeggen dat die er dan niet geweest kan zijn, maar is zeer onwaarschijnlijk. |
[bron: Notarieel Oosterhout Hendrick van Dommelen Protocol 1612-1622, inventaris 1, folio 161r, scan 173] | ||
08-05-1616 | Transportakte Compareerde voor mij Henrick van Domelen (hij schrijft het zelf met 1 m), openbaer notaris, tot Oosterhout residerende, den getuijghen naergenoemt Arien Henricks Coenen, nomine pore prio (voor de eerste keer), ende denselve over sijne vader nomine, Jan Henricx Coenen, oocken o..dich soone des voorsegden Henrick Coenen, desselven hier in vervanghende etc. voor den .. hen stece maeckende, hebben de voorsegde comparanten in de qualiteijt als voor, overgerijken, gecedeert ende getransporteert tgeen zij genen over cederen ende transporteren mets desen aen Wilboirt Janssen, brouwer, het 1/18e part of sooveel als sij gerecht sijn, sijn met hem mede oversteghen in seeckere hofstede, groot ontrent 4 loopensaet, de mate onbegrepen oost erfgenaemen Adriaen Emmen west Jan Lambregts, blockmaecker (in de scheepsbouw een maker van houten blokken, katrollen) Heerenstraet suijden noort Peter Aertssen van Etten op den lust er met t voorsegde erfenissen mochten becoment sijn, bekennen de voorsegde comparanten over de coope der voorsegde henner portie vol ende al betaelt te sijnen. <het volgende deel is voor mij slecht te lezen, gaat erom dat alles netjes overgedragen zal worden, verwacht ik> Gelovende het voorsegde transport altijt te houden ende den .. vast .. ende van werden over t verbant van henne p.. de goederen, haefelen ende erfelen wel ende ter .. plaetsen bekenden en alle behoiren gerboven renuncialien de principien de rechten dicteren dat ger. r..ciatie met en opereert ten sij dat special voorge. Aldus gedaen den 8en meij 1616. Present Ariaen Mathijsenende Mercus Adriaenssen, als getuighen hier toe geroepen ende .. .. Merkteken van Adr. Henrick Coenen Merkteken Henrick Coenen Handtekening Mercus Adriaenssen ------------------------------------------------------------------------------------- In de kantlijn is vermeld: " achtergelaeten door Lijnken Moerman ik zie de passage niet waar dit ingevoegd zou moeten worden ------------------------------------------------------------------------------------- In de akte voor de schepenbank van 12 januari 1618 koopt Wilbort Jan Wilborts te Uijlendonk een hofstede, met dezelfde ligging als hierboven beschreven. Die wordt dan in zijn geheel gekocht. Hoe dat met het 1/18e deel gegaan is, dat hij al gekocht had? |
[bron: Notarieel Oosterhout Hendrick van Dommelen Protocol 1612-1622, inventaris 1, folio 184r, scan 196] | ||
22-08-1617 | Compareerde Peter Cornelis Pauwelssen ende bekende dat hij vercoft, opgedragen, gecedeert ende getransporteert heeft g.. onder behooren verthyerissen mits desen .. tot behoef van Wilbort Jan Wilborts alhyer present, mitsgaders sijnen .. ende .nielinghen 12 roeden moeren met de gront van dyen, geleghen onbedeelt op den Afganck, onder Dongen, genaemt Aert Willems moer Van Strepen erfgenaemen noorden De .av oost t Riool west den cooper met sijnen gronden en moeren zuijden Rekeningh van voorsegde Willeborts van .. ende voldaen wesen, stellende sulcx den voorsegden ervan dyen aengaende in ijnen transportants plaetse, sonder eenich v. oft actie me. eraan te behouden in eenige manieren. Actum 22 augustus 1617 Present Verlegh relateert Buijssen |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 294 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1615-1618, folio 285r, scan 98, 22 augustus 1617] | ||
12-01-1618 | Compareerden Jan ende Andries, gebroederen, zonen van wijlen Peter Jan Peter Cnapen ende hebben vercoft aen Wilbort Jan Wilborts hen gerechtichden ende competentien in ontrent6 loop: weijlants, geleghen in de Heijvelden hen naer doode van hen ouders toebehooren zijnde, zoo wij verstonden. Adriaen Jacob Cleijs oost Adriaen Claes Adriaen west Aert Stoffel Schaep.. zijden s Heerenstraet noorden Te vrijen met Heeren chijns, voorders ginneloos Gevest. Actum puten alsvoor (12 januari 1618, Cox relateert Jan Verlegh) --------------------------------------------------------------------------------------------- De acte staat direct na de koop van een hofstede in Uijlendongh door Wilbort |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 294 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1615-1618, folio 305r, scan 117, 12 januari 1618] | ||
12-01-1618 | Quam Jan Adriaen .. ende heeft vercoft aen Wilbort Jan Wilborts een hofstede, groot ontrent 1/2 buijnder, geleghen te Uijlendongh d’erfgenaemen Adriaen Embrechts oost Jan Lambrechts west s Heerenstraet suijzen Peter Aertssen van Etten noorden Te vrijen met Heeren chijns ende 2 gp. .. aen den H. Geest alhyer, voorder ginneloos Gevest, Actum 12 januari 1618 Coram putere Cox relateert Jan Verlegh, schepenen -------------------------------------------------------------------------------------------- In de akte voor de notaris koopt Wilboirt Janssen op 8 mei 1616 een 1/18e deel van een hofstede met dezelfde ligging als hierboven beschreven. In de akte voor de schepenbank koopt Wilbort de hofstede in zijn geheel. Hoe dat met het 1/18e deel gegaan is, dat hij al gekocht had? |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 294 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1615-1618, folio 305r, scan 117, 12 januari 1618] | ||
02-12-1619 | Compareert Henric Rombouts Meulder tot Donghen, op last van Cornelis Cornelis Claessen, schepen tot Gils, en verkoopt een 16e deel, voortgecomen uit de nalatenschap van Harman Jacobs en Jenneken Jans saliger sijn huisvrouw, bestaande uit: 1. een stede, huis en erve, gelegen te Uijlendongh, groot omtrent 11 loopensaet, heerenstraet suiden 2. een acker, omtrent een buijnder groot, gelegen in de Griendsteeg oost en de Heerenstraet noord 3. een weilant, 3 loopensaet, zuid van voornoemde acker. Actum 2 december 1619 ------------------------------------------------------------------- De stede staat aan de noordkant van de Uijlendonkseweg. Preciezer kan ik het niet bepalen. De akker en het weiland liggen in hoek van Griendsteeg en Uijlendonkseweg, en zijn daardoor heel mooi te bepalen. Ligging op afbeelding is toegevoegd, en ook de kadasterkaart van1811-1832. Perceel 238 is dan in eigendom van Pieter Jacobus Beekmans. Ook het onderliggende perceel 246. |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 295 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1619-1624, folio 35v,2 december 1619] | ||
16-03-1620 | Aelbreght Adriaenssen en Adriaentken Aeriens (?) saliger met Jan van Leijten, haar man en voogd verkopen aan Wilbort Jan Wilborts een halve bunder land, gelegen te Craenschot. | [bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 295 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1619-1624, folio 53r, 16 maart 1620] | ||
13-07-1620 | Compareerde Adriaen Jan Thijssen ende Bernaert Jan Aertsen, ende hebben vercocht Willeboort Jan Willeboorts een percheel weijlandt, groot omtrent een buijnder. Gelegen aan den Rijsdijk, desen dijck oost, Matthijs Anthonis Matthijssen zuijen, Symon Jan Willeboorts west, Jan Wouter Domen noorden. Vrij s heeren chijns. Gevest. Actum 13 juli 1620. In presentie van Cornelis Peeters ende Van der Straeten, schepenen -------------------------------------------------------------------- Wilboort koopt een weiland, van iets meer dan een hectare. Het ligt aan de Rijsdijk. Vanuit de nu Provinciale Weg gezien, links. Aan de andere kant ligt grond van zijn broer Symon. |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 295 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1619-1624, folio 53r, scanp. 81 - 16 maart 1620] | ||
15-03-1621 | Compareerde Willeboort Jan Willeboorts ende heeft vercocht aen Aert Adriaen Jan Aerts 1/16e part in een stede metten huijse ende erve daeraen, ende toebehooren, gestaen ende gelegen t’Uijlendonck groot int geheel omtrent 18 loop: onbegrepender mate Matthijs Thoenissen oost Jan Thoenissen van Vlijmen weeskynderen west den vercooper met sijne andre erve noorden Vrij met 7 oortkens H. Geest Chijns met des selven chijns Gevest Actum 15 meert 1621 in presentie van Cornelis Peters en Weteringh -------------------------------------------------------------------------------- In 1639 trouwt Willeboorts’ zoon Peter met Aerts’ dochter Jenneke. Het lijkt erop dat zij dicht bij elkaar in de buurt woonden. |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 295 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1619-1624, folio 81v, 15 maart 1621] | ||
11-02-1622 | Compareerde Willeboort Jan Willeboorts als om tgene naerbeschreven is te doene volcoome last, in procuratie hebbende van Jenneke wijlen Jan Emmen Rijcken saliger, ende gepasseert voor den notaris A. Van Loon op den 10e februari 1622, schepenen gebleken ene heeft in dier qualiteijt gecedeert aen Jan Wouter Domen, een halft buijnder hoylants, of zo groot ende kleijn als t selve. Gelegen tussen de crefis in de Kijlen, de Weeskinderen van den Schouteth Van Rijen oost, Aert Geerden zuijden, Adriaen Cornelis Pauwels west, Aert Jacob Claessen erfgenaemen noorden. Vrij en commerloos preter heeren chijns, ende ofter naermaels eenige commer quame, sal den cooper selfs tot zijnen laste moeten nemen, Gevest ten Actum 11 februari 1622. Present Cornelis Peeter Jooster ende L. Gijsbrechts, schepenen. ----------------------------------------------------------------------------------- Wilbort heeft recht om t eigendom van Jenneke, wijlen Jan Emmen Rijcken, over te dragen. Dat is een dag eerder vastgelegd bij notaris Van Loon. Ik heb het archief van de notaris niet kunnen vinden. Ook Jenneke of Jan Emmen Rijcken heb ik niet kunnen vinden. Waar het hooiland gelegen is: tussen de crefis in de kijlen? -------------------------------------------------------------------------------------------- vervolg in de akte eronder: Compareerde Jan Wouter Domen ende heeft vercoft aen Willeboort Jan Willeboorts t voorsegde 1/2 buijnder gelegen ende vrij als voren. Gevest ende Actum put. vts. Compareerde Willeboort Jan Willeboorts ende heeft vercoft aen Jan Wouter Domen een parcheel weijden gelegen aen den Rijsdijck, groot 3 loop: 26 roeden. Den Rijsdijck oost, Matthijs Thoenissen zuijden, Symon Jan Willeboorts west, den cooper noorden. Vrij met Heeren chijns. Gevest en Actum et put. vts. |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 295 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1619-1624, folio 102v scanp. 120, 11 februari 1622] | ||
17-03-1623 | Compareerde Peeter Michielssen ende heeft vercocht Willeboort Jan Willeboorts 2 loopensaets onbegrepen de maete (?) onverdeelt met d’erfgenaemen Jan Cornelis Jan Joos erfgenamen, gelegen te Uijlendonck, ’s heerenstraet zuijden, Anthonis Claessen oost, Joris Symons west, Anneken Joo .. .. Peeter noorden. Vrij met heeren chijns. Gevest Actum 17 maart 1623. Present L. Eijsbrechts Belgiaerts en Blauw, schepenen. --------------------------------------------------------------- |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 295 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1619-1624, folio 158v scanp. 177, 17 maart 1623] | ||
20-03-1623 | Compareerde Anneken Jan Martens, weduwe van Anthonis Claes Adriaens, geassisteert met Adriaen Bastiaens Anthonis, haeren in desen gecoren voichde, Peeter Claes Adriaens als voicht ende Jan Anthonis Adriaens Goderts als toesiender van de 2 onmunde weeskinderen van den voorsegden Anthonis Claes Adriaens, en hebben tsamen gesamentlijck vercocht Willeboirt Jan Willeboirts een stede, huijs, hof ende boomgaert daer aenbehorende. Gestaen en gelegen tot Uilendonck. Groot in t geheel omtrent 21 loopensaets. Den cooper met sijn andere erve oost, s heerenstraet suijden, Willem Jan Symons west, en Anneken Jacobssen (noord?) ....... .... ..., met een veertel rogh jaerlijckx aen Beatris Laureijs Buckincx, voorder commerloos preter heeren chijns. Gevest Actum en put supra (=20 meert 1623) <Aan de zijkant> Compareerde d’heer Laureijs Smits, als erfgenaem van wijlen Beatris Laureijs Buckincx, ende bekende in dier qualiteijt volgende, al voldaen te wesen nevenstaende veertel rogghe in dese veste gemelt, welcke voorts lossinge ende quitinge is beijde gemeijne erfgenaemen van Zaliger Willebort Jan Willeboirts. Actum 30 meert 1658, in presentie van Ruijsenaers ende Jan Daeniels. ------------------------------------------------------------------------------------------- Willeboirt koopt een stede naast zijn eigen erf. De heerenstraet ligt aan de zuidkant, waardoor we weten dat zijn stede en zijn aangekochte stede aan de noordkant van de weg gelegen zijn in Uilendonk. Op 30 maart 1658 is in de kantlijn geschreven dat de erfgenamen van Wilbort de veertel rogge niet meer hoeven te betalen. Wilbort is overleden. |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 295 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1619-1624, folio 160, 20 maart 1623] | ||
10-07-1623 | Compareerde Cornelis Willem Bastiaensen, ende Jan Willem Bastiaensen, zoo voor henselve als mede in desen vervangende Crijn Willem Bastiaensen haeren broeder, ende Jenneke Willem Bastiaensen, geassisteert met den voornoemde Cornelis Willem Bastiaensen, haeren in desen gecoren voogde, ende hebben vercocht Willeboort Jan Willeboorts, haerenpart ende gedeelte in omtrent een halft buijnder zaeijlant, gelegen in de onnatte velden, Aert Stoffel Scheen oost ende west aen vercooperen met zijne erve zuijdwaert, Aert Jan Cleijs noort. Vrij met heeren chijns Wegenstegen zijns rechts. Gevest actum et present ut supra (Schepenen Blauw en Cornelis Peeters, op 10 juli 1623) ----------------------------------------------------------------------------------- De onnatte velden liggen aan de zuidkant van de Uijlendonkse Weg. zo genoemd in tegenstelling tot die aan de noordkant, de natte velden, ofwel het Broek. De natte velden werden gebruitk als hooiland en als weiland. De onnatte velden als weiland en als zaailand, akkerland. |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 295 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1619-1624, folio 188v, 10 juli 1623] | ||
11-12-1623 | Compareerde Adriaentken voorsegd (Adriaentken Jans, weduwe van Corstiaen Anthonissen) heeft vercocht aen Willeboort Jan Willeboorts omtrent 2 loopensaets saeijlant ofte zoo groot ende klaijn gelegen in de onnatte velden Henrick Geerts erfgenaemen oost Adriaen Henricx zuijt Aert Cornelis Daniels west den cooper met zijn andere erve noorden Vrij met heeren chijns Gevest Actum et present ut supra (11 december 1623 vor L: Gijsbrechts en Cornelis Peeters) |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 295 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1619-1624, folio 199r, 11 decemberi 1623] | ||
25-11-1627 | Compareerde Adriaen Cornelissen van Dongen, et vendidit (hij verkoopt) Willeboirt Janssen van Son ende Lambrecht Jan Lambrecht Claessen omtrent 5 loopensaet beemden (0,75 ha), gelegen aen den Groenendijck, waer af de cooper is van 3 loopensaet de voorsegde Willeboirt Janssen. Ende de voorsegde Lambrecht van de 2 resterende loopensaet. Den voorsegden vercooper aengecomen van ... onder soo hij seijde. Jan Dirck Anthonissen met meer andere noorden, streckende van den Groendijck tot op de Donge. Vrij met heeren chijns. W.. en G... (schepenen) Actum et put et supra. |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout, 296 Protocol later, register van vesten en opdrachten, 1625-1627, folio 157, scan 177, 25 november 1627] | ||
13-09-1629 | Willebort Jansen van Son koopt een perceel weiland, groot 5 loopensaet, gelegen in Craenschot van Cornelis Cornelis Thomas. Kraanschot ligt in de gecombineerde Willemspolder van Oosteind, en is een hoger gebied. |
[bron: Schepenbank Oosterhout Inv. 297 Protocol later, van vesten en opdrachten f. 79 scan 93 - 13 september 1629] | ||
21-06-1630 | Willebort koopt een perceel hooiland van een bunder groot, gelegen aan de noordkant tegen de Kraanschotsedijk in Oosteind van Bert Peeter Bertsen. ’Gelegen in hod.. nen de pastorie van Gilze oost,’ kan ik niet goed lezen. Willebort is genoemd mede-schepen. |
[bron: Schepenbank Oosterhout Inv. 297 Protocol later, van vesten en opdrachten f. 131 scan 144] | ||
02-?-1632 | Willebort Janssen van Son koopt een hofke met huis, schuer en opstallens, groot 4 loopensaet, gestaen in Uijlendonck, van Cornelis Cornelis Thomas. Uijlendonck = Oosteind Compareert Cornelis Cornelis Thomas ende vendidi (hij verkoopt) Willebort Janssen van Son een hofke met huis, schuer ende opstallen, gestaen te Uijlendonck, groot omtrent 4 loopensaet (0,6 ha), huijs-land oost, straet noord, Mathijs Teuns E. zuid, Jan Peter Knapen west. Van cijnsen... .... Gevest Actum Putra Supra (bovengenoemd) De volgende akte staat er direct onder: Compareerde desen Willebort Janssen van Son .. verpacht te hebben Anthonis Matthijs Anthonissen de voorsegde stede mette huijsinghe schuer gestaen, gecegd. Gecegd voor ... Actum putra supra Ofwel: hij verpacht zijn aankoop. |
[bron: Schepenbank Oosterhout Inv. 297 Protocol later, van vesten en opdrachten f. 224 scan 242] | ||
26-02-1670 | De gezamenlijke erfgenamen van Wilbort Janssen van Son verkopen gronden aan Jonkheer Thomas Claijpoole, rentmeester van de Koninklijke Domeinen van Z.H de Prins van Oranje in de baronie van Breda en schout van de Heerlijkheid Dongen. De gronden zijn gelegen in de quebben van Dongen. Met kwebben is trilveen bedoeld, moerassig gebied, ontstaan na het afgraven van turf. Bij de beschrijving van de ligging is genoemd strekkende zijne Hoogheids Vaert. Mogelijk is hier de Dongense Vaert bedoeld. De naamsverklaring van Dongen-Vaart (https://www.plaatsengids.nl/dongen-vaart) is: Het dorp is genoemd naar de in 1565 of kort daarna op kosten van prins Willem van Oranje aangelegde turfvaart. Van der Aa(1) vermeldt namelijk dat blijkens een contract tussen de prins en ’s Gravenmoer van 1565 de prins toestemming verzocht "te mogen graven ende brengen een vaert ofte leije vuyt zijne moeren gelegen onder Dongen".(2) De erfgenamen zijn: 1. Jan Wilborts van Son 2. Peeter Wilborts van Son 3. Adam van der Veecken als man en voogd van Marijken Wilborts van Son 4. Dielis Adriaen Dielissen (elders ook wel Egidius Adriaen Dielissen Brouwers genoemd) als man en voogd van Adriaentje Wilborts 5. Jan Jan Joachims als man en voogd van Anthonet Wilborts 6. Margriet Wilborts van Son, geassisteert met Jan Schoonhoven, haren man en voogd (In ander handschrift later bijgeschreven) Margriet van Son gevest op 9 september 1671. |
[bron: Vesten, transpoorten, opdrachten ende andere contracten gepasseert voor schouteth ende schepenen der heerlijkcheijt Dongen RAT inv. 108 - 1670 Fol. 121v:] |
24-12-1594 | RAT Schepenbank Oosterhout, 287 Protocol later, register van vesten en opdrachten, 1593-1594, folio 83, 24 december 1594 Quam Cornelis Andries van Veken heeft vercoft aen Jan Wilbort Symons van Son een stede met huijs, schure ende erfenisse, daer beij gelegen omtrent 1 1/2 buijnder begrijpen of so groot ende cleijn als de selve gestaen ende gelegen is tot Uijlendonc, hem vercooper aenbestorven van zijn vader. Zoo hij seijde donderlant oost, Peter Janse van Dongen west, s heerenstraet noort, en Peter Jan Peter Cornelis zuijt. Te vreijen met 1 stuijver 14 penningen hollants geld chijns, met 3 loopensaets rogs s jaers de heiliche tafel alhier, met 4 gulden 8 penningen daervan Jan Embrecht Horsten de 3 .. gulden 8 penninge ende Stoffel Peters de 20 penningen jaerlijcx sijn heffende. Ende noch 2 .. gulden s jaers die Adriane Laureijs Gerits dochter soude daerop jaerlijcx is heffende. Gevest 24 december 94. Present Beghen Tuijs Buijs ende Cornelis Cornelis Adriaens. De 2 gulden jaerlijcx aen Adriana Laureijs Geerts zijn geginteert op den 31 .. 1641. Present Van Loon Slap. ende C. Buijks. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- De stede heeft een omvang van nu 3 voetbalvelden. Ze ligt met de noordkant aan de Uijlendonkse straat, ofwel nu de Provinciale weg. Aan de westkant Peter Janse van Dongen. ik heb in het kadaster van 1811-1832 gekeken, en vond onder perceel 552 Huis, schuur en erf van de kinderen van Johannes Antonis van Dongen, bouwman, wonend Oosteind. Er zit ruim 300 jaar tussen de aankoop van deze stede en de eerste vastlegging in het kadaster. Dit is een mogelijkheid om de stede van Jan Wilbort Symons van Sonte localiseren. Ik zou kunnen zoeken naar de relatie tussen Peter Janse van Dongen en Johannes Antonis van Dongen. Dat is best een behoorlijke klus. Er zijn ook nog percelen daar dichtbij in de buurt van Roeland Adriaan van Dongen (545, 541, 561, 562) en Jan Niclaas van Dongen (611). Als perceel 552 aan de westkant moet liggen, komt 554 op naam van Cornelis Adriaan van den Noord, huis en erf in aanmerking, mist dan wel de schuur. Perceel 555 is zijn moestuin en 559 bouwland. Die bestrijken een oppervlakte van ongeveer 2800 m2, lang geen anderhalve bunder ofwel hectare. De achterliggende percelen 600, 606 en 602 met een totaal van ongeveer 6500 m2 staan op naam van Cornelis C. van den Noord. Samen goed voor bijna een hectare. De steden zijn gelegen op de T-splitsing met de Groenendijk, en een behoorlijk eind richting Dongen. |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout, 287 Protocol later, register van vesten en opdrachten, 1593-1594, folio 83, 24 december 1594] | ||
van 31-01-1649 tot 31-03-1649 | RAT Schepenbank Dongen - inventaris 103 Protocol. Register. 16 maart 1648-24 januari 1651 - 31 maart 1649 - folio 91 en 92, scan 104, 105 Compareerden voor schepenen naergenoempt Jenneken Anthonis Peeter Wijnants, comende en uijten naem en als lasthebber van Wilbort Janssen van Son, volgens d acte ende verscheden van erfmangelinghe in voege naervolgende bij hem Van Son haeren wittige man optten 8e maart 1649 in presentie ende beneffens getuijgen selves onderteekent dat wij hebben gesien ende gelesen ter eenre, ende Floris Pels, Secretaris alhier ten andere sijde verclaerde ende bekende met malcanderen te sijn overcomen ende d eenden anderen de naervolgende parthijen uijtgdolven moergronden bij erfmagelinghe onder te geven , invoegen ende manier naervolgend. ..... Hierna volgt dat Pels 2 x een vierde part van de uitgedolven moergronden zal behouden. De turf is er gestoken, en zal via de Vaert afgevoerd zijn. Van de ligging is beschreven o.a. ’streckende van de Vaert ter kade toe’. Erfmangeling = erfenisbeheer, ook wel ruiling van loten of delen daarvan uit een erfscheiding |
[bron: RAT Schepenbank Dongen - inventaris 103 Protocol. Register. 16 maart 1648-24 januari 1651 - 31 maar 1649 - folio 91 en 92, scan 104, 105] |
31-01-1626 | Compareerde Jan Adriaen Jan Daniels als voocht ende Symon Jan Willeboirts als toesiender ende het naergelaten weeskint wijlen Maeyken Adriaen jan Daniels ter eenre, ende Willeboirt Janssen van Son, schepen deser vrijheit ter andere zijde. Ende verclaerden de comparanten respectyvelijcke aengegaen te hebben seecker accoort nopende de opvoedinge ende alimentatie desselfe weeskints ender fomen ende manieren nier naer volgende. Te weten ... Hij zal de opvoeding en de alimentatie verzorgen totdat zij 18 jaar is. Dan zal hij haar ook 25 gulden uitreiken. Willeboirt zal zorgen dat zij leert lezen, schrijven en enig handwerk kan doen. Totdat zij 18 jaar is, zal Willeboirt profiteren van de haestelijcke en de meubele goederen, op hem gedevolveert bij het overlijden van zijn moeder. Daarna zal Willeboirt afstand doen van deze goederen. Mocht het weeskind aflijvig worden voor zijn 10 jaren, dan zullen de goederen overgaan op Willeboirt. ------------------------------------------------------------------------ Jan Adriaen Jan Daniels is de broer van Maeyken. Symon Jan Willeboirts is de broer van Willeboirt Janssen van Son. Maeyken is de 2e vrouw van Willeboirt. Op 13 januari 1626 is Willeboirt hertrouwd. Het weeskind is niet met naam genoemd, maar zal Margrit zijn. Die komen we later in andere akten tegen. Nicolaa lijkt jong overleden te zijn. Merkwaardig dat genoteerd is: bij aflijvigheid voor zijn 10 jaren. Tot 2x toe. Terwijl het steeds gaat over opvoeden tot 18 jaar. Ook dat gesproken is over zijnen 10 jaren, over bij aflijvigheid van zijn moeder, en niet over haar. |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout, 296 Protocol later, register van vesten en opdrachten, 1625-1627, folio 50-51, scan 67, 31 januari 1626] |
19-01-1619 | RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 295 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1619-1624, folio 4v en 5v en r, 19 januari 1619 "Compareerde Wilbort Jan Wilborts, weduwnaar van wijlen Godela Peter Jan Peter Cnapen saliger ter eenre, Jacob Peter Jan Peter Cnapen als moederlijke oom en voogd en Symon Jan Wilborts als vaderlijke oom en toesiender van Jan, Peter en Marten, onbejaerde kinderen van voorsegde Wilbort Jan Wilborts ende Godela Peter Jan Peter Cnapen saliger ter andere zijde. Ende verklaarden en bekenden partijen voorsegd, onderling in goede vriendschappen te zijn overcomen en veraccordeert van en aangaande goederen zoo erfelijke en haefelijcke, actien, schulden en crediten, die de voorsegde Godela Peter Jan Peter Cnapen saliger achtergelaten en mette dood geruimd heeft en die bij de voorsegde erfgenamen enigszins geeist zouden mogen wesen, geen ervan uitgezonderd, en dat in de forme en op de conditien naerbeschreven. Te weten zal de voorsegde Wilbort Jan Wilborts schuldig gehoude zijn, gelijk hij oet geloefe mits desen, zijne drie kinderen voornoemd, eerlijk ende tamelijk te alimenteren en onderhouden van eten en drincken, klederen. .ullen, en sijnde ziek en gezond, ende voorts alle desselve nooddruftigheden te verzorgen, gelijk een goede vader zijne kinderen schuldig is en behoort te doen, en dat bij tijd en wijlen toe, de vorsegde kinderen respectieve 18 jaren out zullen geworden zijn. Dat deser .. te laten gaen om te leren lezen ende schrijven. Voor eerlijke alimentatie en onderhoudingen, den voorsegden Wilbort Jan Wilborts zal blijven behouden, .... en erffelijcke alle deselve goederen voorsegd zoo erfelijkce als haefelijcke. actien en crediten, schulden, zo profijten en onprofijten, hoedanig die zelve goederen en schulden zouden mogene wesendie de voorsegde Godela achtergelaten heeft. Behalve en uitgezonderd de buijnder zaailand gelegen in de Langhe Ackers, Peter Claes Adriaensen oost, de Buijnderstege zuid, Peter Godert Adrianensen west en noord. Vrij behalve helen chijns. Nog ontrekt de half buijnder zaailand alsvoor gelegen, de erfgenamen Peter Stoffels, de Buijnderstege zuid, Mayken Peter Cnapen noord, de weeskinderen van Adriaen Thomas Goverts west. Vrij met helen chijns. Welke 2 percelen, de voorsegde Wilbort Jan Wilborts zal gebruiken gedurende deze onderhoudingen." Het volgende deel van de akte kan ik slechter lezen. Wat ik er uit op maak: Bij het bereiken van de leeftijd van 18 jaar komen deze percelen terug bij de kinderen. Zij krijgen dan ook ieder 550 rijns gulden. De voogd en toesiender zien toe op het juist uitvoeren van de afspraken. Wilbort heeft hieraan verbonden, zijn persoon en zijn roerende en onroerende goederen waaronder een stede, huijs en erve te Uijlendonk, waar hij nu woont. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- In deze akte is Godela Peter Jan Peter Cnapen genoemd, de eerste vrouw van Wilbort Jan Wilborts genoemd met hun nog in leven zijnde kinderen Jan, Peter en Marten. Andreas, geboren op 10 juni 1617 zal jong gestorven zijn. Godela zal tussen 10 juni 1617 en 19 januari 1619 overleden zijn. Wilbort hertrouwt op 7 juli 1620. De kinderen Jan, Peter en Marten zullen nog jong geweest zijn. Bij de aanname van een geboorte van 1611, 1613 en 1615, dan zijn zij 9, 7 en 5. In ieder geval nog jonge kinderen. Voordat hij hertrouwt, zal hun opvoeding en erfenis met deze akte geregeld worden. 2 percelen zaailand liggen aan de Bundersteeg. Die bestaat anno 2021 nog steeds. Zie de bijgevoegde GoogleMaps afbeelding en die van het kadaster van 1811-1832, Sectie F03. De naam Lange Ackers heb ik niet kunnen vinden. Bij de Bundersteeg liggen wel een aantal forse percelen in de lengte op Kadaster 1811-1832, sectie F03: 771. 766. 761, 760, 756, 757, en ook 799 t/m 807). Mogelijk is daar de benaming Lange Ackers van afkomstig. De stede te Uijlendonk zal de door Wilbort gekochte van 1594 zijn. |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 295 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1619-1624, folio 4v en 5v en r, 19 januari 1619] |
14-02-1672 | Uijlendonkse Straet, Oosterhout (Tegenwoordig Provinciale Weg in Oosteind) | [bron: Inv.nr. 27 - Oosterhout - trouwboek 1658-1675 (nederduits-gereformeerde gemeente) 1658-1675 folio101, scanpagina 103] |
20-11-1662 | RAT Notaris Adriaaen Ruijssenaers - Oosterhout - inventarisnummer 30, akte 5, scanpagina 19 - 20 november 1662 en 30 december 1662 Claes Cornelissen van den Corput wil de helft van een bunder weiland ongedeeld verkopen aan Adriaen Adriaen Matheeus Wagemacker en de weeskinderen van Jan Wilbrechts van Son. Het weiland ligt aan de Regte Dijk (dat was de westelijke dijk van de Willemspolder onder Oosterhout. Die komt al voor in 1415. Het Regte Gat was het water waar het voor een groot deel parallel aan liep, anno 2020 langs de A27, ter hoogte van of gelijk aan de geluidswal). Voor de weeskinderen zijn aanwezig de voogd Embrecht Cornelis Claes Embrechts en de toeziender Peeter Wilbert van Son (hun oom). Ze betalen er 525 gulden voor en zullen betalen in 3 termijnen. Het noordelijke deel zal voor Adriaen zijn, en het zuidelijke voor de weeskinderen. Op 30 december heeft Claes het perceel gevest en ontvangt de eerste termijn. De weeskinderen moeten aan Adriaen 11 gulden betalen omdat het zuidelijk deel iets groter blijkt te zijn. De koop gaat om een halve bunder, ongeveer 50 bij 100m, ofwel een voetbalveld. In tweeën gedeeld krijgt ieder een half voetbalveld. Het gaat hier zeer waarschijnlijk om Adriaentje, Maria en Teuntje. Waarom vader Jan het perceel niet zelf koopt, weet ik niet. Hij hertrouwt in 1672. |
[bron: RAT Notaris Adriaaen Ruijssenaers - Oosterhout - inventarisnummer 30, akte 5, scanpagina 19 - 20 november 1662 en 30 december 1662] |
19-01-1619 | RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 295 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1619-1624, folio 4v en 5v en r, 19 januari 1619 "Compareerde Wilbort Jan Wilborts, weduwnaar van wijlen Godela Peter Jan Peter Cnapen saliger ter eenre, Jacob Peter Jan Peter Cnapen als moederlijke oom en voogd en Symon Jan Wilborts als vaderlijke oom en toesiender van Jan, Peter en Marten, onbejaerde kinderen van voorsegde Wilbort Jan Wilborts ende Godela Peter Jan Peter Cnapen saliger ter andere zijde. Ende verklaarden en bekenden partijen voorsegd, onderling in goede vriendschappen te zijn overcomen en veraccordeert van en aangaande goederen zoo erfelijke en haefelijcke, actien, schulden en crediten, die de voorsegde Godela Peter Jan Peter Cnapen saliger achtergelaten en mette dood geruimd heeft en die bij de voorsegde erfgenamen enigszins geeist zouden mogen wesen, geen ervan uitgezonderd, en dat in de forme en op de conditien naerbeschreven. Te weten zal de voorsegde Wilbort Jan Wilborts schuldig gehoude zijn, gelijk hij oet geloefe mits desen, zijne drie kinderen voornoemd, eerlijk ende tamelijk te alimenteren en onderhouden van eten en drincken, klederen. .ullen, en sijnde ziek en gezond, ende voorts alle desselve nooddruftigheden te verzorgen, gelijk een goede vader zijne kinderen schuldig is en behoort te doen, en dat bij tijd en wijlen toe, de vorsegde kinderen respectieve 18 jaren out zullen geworden zijn. Dat deser .. te laten gaen om te leren lezen ende schrijven. Voor eerlijke alimentatie en onderhoudingen, den voorsegden Wilbort Jan Wilborts zal blijven behouden, .... en erffelijcke alle deselve goederen voorsegd zoo erfelijkce als haefelijcke. actien en crediten, schulden, zo profijten en onprofijten, hoedanig die zelve goederen en schulden zouden mogene wesendie de voorsegde Godela achtergelaten heeft. Behalve en uitgezonderd de buijnder zaailand gelegen in de Langhe Ackers, Peter Claes Adriaensen oost, de Buijnderstege zuid, Peter Godert Adrianensen west en noord. Vrij behalve helen chijns. Nog ontrekt de half buijnder zaailand alsvoor gelegen, de erfgenamen Peter Stoffels, de Buijnderstege zuid, Mayken Peter Cnapen noord, de weeskinderen van Adriaen Thomas Goverts west. Vrij met helen chijns. Welke 2 percelen, de voorsegde Wilbort Jan Wilborts zal gebruiken gedurende deze onderhoudingen." Het volgende deel van de akte kan ik slechter lezen. Wat ik er uit op maak: Bij het bereiken van de leeftijd van 18 jaar komen deze percelen terug bij de kinderen. Zij krijgen dan ook ieder 550 rijns gulden. De voogd en toesiender zien toe op het juist uitvoeren van de afspraken. Wilbort heeft hieraan verbonden, zijn persoon en zijn roerende en onroerende goederen waaronder een stede, huijs en erve te Uijlendonk, waar hij nu woont. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- In deze akte is Godela Peter Jan Peter Cnapen genoemd, de eerste vrouw van Wilbort Jan Wilborts genoemd met hun nog in leven zijnde kinderen Jan, Peter en Marten. Andreas, geboren op 10 juni 1617 zal jong gestorven zijn. Godela zal tussen 10 juni 1617 en 19 januari 1619 overleden zijn. Wilbort hertrouwt op 7 juli 1620. De kinderen Jan, Peter en Marten zullen nog jong geweest zijn. Bij de aanname van een geboorte van 1611, 1613 en 1615, dan zijn zij 9, 7 en 5. In ieder geval nog jonge kinderen. Voordat hij hertrouwt, zal hun opvoeding en erfenis met deze akte geregeld worden. 2 percelen zaailand liggen aan de Bundersteeg. Die bestaat anno 2021 nog steeds. Zie de bijgevoegde GoogleMaps afbeelding en die van het kadaster van 1811-1832, Sectie F03. De naam Lange Ackers heb ik niet kunnen vinden. Bij de Bundersteeg liggen wel een aantal forse percelen in de lengte op Kadaster 1811-1832, sectie F03: 771. 766. 761, 760, 756, 757, en ook 799 t/m 807). Mogelijk is daar de benaming Lange Ackers van afkomstig. De stede te Uijlendonk zal de door Wilbort gekochte van 1594 zijn. |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 295 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1619-1624, folio 4v en 5v en r, 19 januari 1619] |
26-02-1670 | De gezamenlijke erfgenamen van Wilbort Janssen van Son verkopen gronden aan Jonkheer Thomas Claijpoole, rentmeester van de Koninklijke Domeinen van Z.H de Prins van Oranje in de baronie van Breda en schout van de Heerlijkheid Dongen. Het zijn 1. Jan Wilborts van Son 2. Peeter Wilborts van Son 3. Adam van der Veecken als man en voogd van Marijken Wilborts van Son 4. Dielis Adriaen Dielissen (elders ook wel Egidius Adriaen Dielissen Brouwers genoemd) als man en voogd van Adriaentje Wilborts 5. Jan Jan Joachims als man en voogd van Anthonet Wilborts 6. Margriet Wilborts van Son, geassisteert met Jan Schoonhoven, haren man en voogd (In ander handschrift later bijgeschreven) Margriet van Son gevest op 9 september 1671. |
[bron: Vesten, transpoorten, opdrachten ende andere contracten gepasseert voor schouteth ende schepenen der heerlijkcheijt Dongen RAT inv. 108 - 1670 Fol. 121v:] |
kerkelijk huwelijk [waarschijnlijk] Peeter van Son (ovl. na 1670) en Jenneken Aerts (geb. 1619) [zie 1023] | [broer bruidegom] |
14-02-1672 | Lange Heistraet, Oosterhout | [bron: Inv.nr. 27 - Oosterhout - trouwboek 1658-1675 (nederduits-gereformeerde gemeente) 1658-1675 folio101, scanpagina 103] |
433 Willebrordi Martinus, rk gedoopt op 10 februari 1615 in Oosterhout, zoon van Willebrordi, getuigen zijn Wauter Franssen en Maria Jansen |
19-01-1619 | RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 295 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1619-1624, folio 4v en 5v en r, 19 januari 1619 "Compareerde Wilbort Jan Wilborts, weduwnaar van wijlen Godela Peter Jan Peter Cnapen saliger ter eenre, Jacob Peter Jan Peter Cnapen als moederlijke oom en voogd en Symon Jan Wilborts als vaderlijke oom en toesiender van Jan, Peter en Marten, onbejaerde kinderen van voorsegde Wilbort Jan Wilborts ende Godela Peter Jan Peter Cnapen saliger ter andere zijde. Ende verklaarden en bekenden partijen voorsegd, onderling in goede vriendschappen te zijn overcomen en veraccordeert van en aangaande goederen zoo erfelijke en haefelijcke, actien, schulden en crediten, die de voorsegde Godela Peter Jan Peter Cnapen saliger achtergelaten en mette dood geruimd heeft en die bij de voorsegde erfgenamen enigszins geeist zouden mogen wesen, geen ervan uitgezonderd, en dat in de forme en op de conditien naerbeschreven. Te weten zal de voorsegde Wilbort Jan Wilborts schuldig gehoude zijn, gelijk hij oet geloefe mits desen, zijne drie kinderen voornoemd, eerlijk ende tamelijk te alimenteren en onderhouden van eten en drincken, klederen. .ullen, en sijnde ziek en gezond, ende voorts alle desselve nooddruftigheden te verzorgen, gelijk een goede vader zijne kinderen schuldig is en behoort te doen, en dat bij tijd en wijlen toe, de vorsegde kinderen respectieve 18 jaren out zullen geworden zijn. Dat deser .. te laten gaen om te leren lezen ende schrijven. Voor eerlijke alimentatie en onderhoudingen, den voorsegden Wilbort Jan Wilborts zal blijven behouden, .... en erffelijcke alle deselve goederen voorsegd zoo erfelijkce als haefelijcke. actien en crediten, schulden, zo profijten en onprofijten, hoedanig die zelve goederen en schulden zouden mogene wesendie de voorsegde Godela achtergelaten heeft. Behalve en uitgezonderd de buijnder zaailand gelegen in de Langhe Ackers, Peter Claes Adriaensen oost, de Buijnderstege zuid, Peter Godert Adrianensen west en noord. Vrij behalve helen chijns. Nog ontrekt de half buijnder zaailand alsvoor gelegen, de erfgenamen Peter Stoffels, de Buijnderstege zuid, Mayken Peter Cnapen noord, de weeskinderen van Adriaen Thomas Goverts west. Vrij met helen chijns. Welke 2 percelen, de voorsegde Wilbort Jan Wilborts zal gebruiken gedurende deze onderhoudingen." Het volgende deel van de akte kan ik slechter lezen. Wat ik er uit op maak: Bij het bereiken van de leeftijd van 18 jaar komen deze percelen terug bij de kinderen. Zij krijgen dan ook ieder 550 rijns gulden. De voogd en toesiender zien toe op het juist uitvoeren van de afspraken. Wilbort heeft hieraan verbonden, zijn persoon en zijn roerende en onroerende goederen waaronder een stede, huijs en erve te Uijlendonk, waar hij nu woont. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- In deze akte is Godela Peter Jan Peter Cnapen genoemd, de eerste vrouw van Wilbort Jan Wilborts genoemd met hun nog in leven zijnde kinderen Jan, Peter en Marten. Andreas, geboren op 10 juni 1617 zal jong gestorven zijn. Godela zal tussen 10 juni 1617 en 19 januari 1619 overleden zijn. Wilbort hertrouwt op 7 juli 1620. De kinderen Jan, Peter en Marten zullen nog jong geweest zijn. Bij de aanname van een geboorte van 1611, 1613 en 1615, dan zijn zij 9, 7 en 5. In ieder geval nog jonge kinderen. Voordat hij hertrouwt, zal hun opvoeding en erfenis met deze akte geregeld worden. 2 percelen zaailand liggen aan de Bundersteeg. Die bestaat anno 2021 nog steeds. Zie de bijgevoegde GoogleMaps afbeelding en die van het kadaster van 1811-1832, Sectie F03. De naam Lange Ackers heb ik niet kunnen vinden. Bij de Bundersteeg liggen wel een aantal forse percelen in de lengte op Kadaster 1811-1832, sectie F03: 771. 766. 761, 760, 756, 757, en ook 799 t/m 807). Mogelijk is daar de benaming Lange Ackers van afkomstig. De stede te Uijlendonk zal de door Wilbort gekochte van 1594 zijn. |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 295 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1619-1624, folio 4v en 5v en r, 19 januari 1619] |
19-01-1619 | RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 295 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1619-1624, folio 4v en 5v en r, 19 januari 1619 "Compareerde Wilbort Jan Wilborts, weduwnaar van wijlen Godela Peter Jan Peter Cnapen saliger ter eenre, Jacob Peter Jan Peter Cnapen als moederlijke oom en voogd en Symon Jan Wilborts als vaderlijke oom en toesiender van Jan, Peter en Marten, onbejaerde kinderen van voorsegde Wilbort Jan Wilborts ende Godela Peter Jan Peter Cnapen saliger ter andere zijde. Ende verklaarden en bekenden partijen voorsegd, onderling in goede vriendschappen te zijn overcomen en veraccordeert van en aangaande goederen zoo erfelijke en haefelijcke, actien, schulden en crediten, die de voorsegde Godela Peter Jan Peter Cnapen saliger achtergelaten en mette dood geruimd heeft en die bij de voorsegde erfgenamen enigszins geeist zouden mogen wesen, geen ervan uitgezonderd, en dat in de forme en op de conditien naerbeschreven. Te weten zal de voorsegde Wilbort Jan Wilborts schuldig gehoude zijn, gelijk hij oet geloefe mits desen, zijne drie kinderen voornoemd, eerlijk ende tamelijk te alimenteren en onderhouden van eten en drincken, klederen. .ullen, en sijnde ziek en gezond, ende voorts alle desselve nooddruftigheden te verzorgen, gelijk een goede vader zijne kinderen schuldig is en behoort te doen, en dat bij tijd en wijlen toe, de vorsegde kinderen respectieve 18 jaren out zullen geworden zijn. Dat deser .. te laten gaen om te leren lezen ende schrijven. Voor eerlijke alimentatie en onderhoudingen, den voorsegden Wilbort Jan Wilborts zal blijven behouden, .... en erffelijcke alle deselve goederen voorsegd zoo erfelijkce als haefelijcke. actien en crediten, schulden, zo profijten en onprofijten, hoedanig die zelve goederen en schulden zouden mogene wesendie de voorsegde Godela achtergelaten heeft. Behalve en uitgezonderd de buijnder zaailand gelegen in de Langhe Ackers, Peter Claes Adriaensen oost, de Buijnderstege zuid, Peter Godert Adrianensen west en noord. Vrij behalve helen chijns. Nog ontrekt de half buijnder zaailand alsvoor gelegen, de erfgenamen Peter Stoffels, de Buijnderstege zuid, Mayken Peter Cnapen noord, de weeskinderen van Adriaen Thomas Goverts west. Vrij met helen chijns. Welke 2 percelen, de voorsegde Wilbort Jan Wilborts zal gebruiken gedurende deze onderhoudingen." Het volgende deel van de akte kan ik slechter lezen. Wat ik er uit op maak: Bij het bereiken van de leeftijd van 18 jaar komen deze percelen terug bij de kinderen. Zij krijgen dan ook ieder 550 rijns gulden. De voogd en toesiender zien toe op het juist uitvoeren van de afspraken. Wilbort heeft hieraan verbonden, zijn persoon en zijn roerende en onroerende goederen waaronder een stede, huijs en erve te Uijlendonk, waar hij nu woont. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- In deze akte is Godela Peter Jan Peter Cnapen genoemd, de eerste vrouw van Wilbort Jan Wilborts genoemd met hun nog in leven zijnde kinderen Jan, Peter en Marten. Andreas, geboren op 10 juni 1617 zal jong gestorven zijn. Godela zal tussen 10 juni 1617 en 19 januari 1619 overleden zijn. Wilbort hertrouwt op 7 juli 1620. De kinderen Jan, Peter en Marten zullen nog jong geweest zijn. Bij de aanname van een geboorte van 1611, 1613 en 1615, dan zijn zij 9, 7 en 5. In ieder geval nog jonge kinderen. Voordat hij hertrouwt, zal hun opvoeding en erfenis met deze akte geregeld worden. 2 percelen zaailand liggen aan de Bundersteeg. Die bestaat anno 2021 nog steeds. Zie de bijgevoegde GoogleMaps afbeelding en die van het kadaster van 1811-1832, Sectie F03. De naam Lange Ackers heb ik niet kunnen vinden. Bij de Bundersteeg liggen wel een aantal forse percelen in de lengte op Kadaster 1811-1832, sectie F03: 771. 766. 761, 760, 756, 757, en ook 799 t/m 807). Mogelijk is daar de benaming Lange Ackers van afkomstig. De stede te Uijlendonk zal de door Wilbort gekochte van 1594 zijn. |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 295 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1619-1624, folio 4v en 5v en r, 19 januari 1619] |
31-10-1640 | RAT Schepenbank Dongen RA 101, pagina 46r, 31 oktober 1640, Erfdeling goederen van Jan Mertens de Wagemaker Compareerde voor schepenen naergenaempt: -Jan Quirijn Hessels, als man ende voight van Lijsken Merten Jan Mertens, haere man ende voight, sijne wittige huijsfrou, ende - Ghijsbrecht Jan Cornelissen, als man ende voight van Maeijken Merten Jan Mertens, sijne huijsfrou, ende - hen tsamen noch streckmaeckende ende sij er inne vervangende voor Cornelis ende Merten, gebroederen, der voorsegde Merten Jan Mertens zonen, henne swagers in de een parthije - Peeter Wilbort Janssen van Son, als man ende voight van Jenneken Aert Adriaenssen, sijne huijsfrou, ende in quailiteijt voor hem selven, ende hem mede strek maeckende en hij er inne vervangende - Jan Aert Adriaenssen sijne onmondige swager, - Adriaen Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende voor - Symon Aert Adriaenssen, sijne onmondige gebroeder, ende de voorsegde - Aert Adriaen Aertssen als vader ende voight van - Neeltken ende - Willem, sijnde Aert Adriaenssen jongste dochter ende zone, daer moeder af was - Eeltjen Jan Mertens tsamen in de tweede parthije ende - Peeter Andries Peeters, daer moeder af was -Maeijken Jan Mertens inde derde ende leste parthije alle in dijer qualiteijt als erfgenamen van Jan Merten de Wagemaecker verclaerende ende bekende met malcanderen gedeelt te hebben. in den eersten is de voorsegde Jan Quirijnen ende Jan Gijsbrechtsen, beijde in de voorsegde qualiteijt met Cornelis ende Merten gebroederen, Jan Mertens sone tsamen bevallen ende geerfdeelt - op een aen stede, groot omtrent thijen loopensaet of alsoo groot ende .. , onbegrepen de mate, als deselve gelegen in de Groenstraat alhyer, ende den voornoemden Jan Merten de Wagemaecker dyer in sijn leven bewoont ende gebruijckt heeft ende daer uijt verstorven is, sijnde vrij commerloos, preter Heeren chijns - item noch op drije loopensaet saylant of weijlant, gelegen in de Berckenstraet onder Oosterhout de Grientsteeght oost Gijsbrecht Cornelissen west Cornelis Henrick Bouwens suijt ende Aert Adriaen Aerts cum suis noort vrij preter Heeren chijns - item noch omtrent drije loopensaet hoylant, gelegen onder Oosterhout, aen de Oosterhoutsche zijde van de Groenendijck den Groenendijck oost de weduwe van Adriaen Mertens erfgenaemen west Jan Dingemans erfgenaemen suijt, ende Jan Jansen Key erfgenaemen noort, mede vrij met sijne gerechten Heeren chijns ende moet desen cavel aen de tweede naestvolgende van delen ende cluchten uijtreijcken ende in contant betaelen elck de somme van vijtigh Rijns guldens t stuck tot veertig grooten Vlaems eens. hyer tegens sijnde de voorgenoemde Peter Wilborts in de qualiteijt als voorgenoemd, ende mede voor Jan Aert Adrieansen, Adriaen Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als voor den voorsegden Symon sijnen broeder, ende Aert Adriaen Aertssen als vader ende voight van Neeltken ende Willem sijne onmondige zoon ende dochter tot behoefte der selven samen, metten blinde lotinge hen allen ende geerfdeelt. Eerst of een stuck saylants groot omtrent seste loopensaet of alsoo groot ende cleijn ombegrepen der mate als deselve, gelegen in t eijnde de Leegstraet alhyer, Adriaen Cornelis Lambrechts oost, Melis Janssen west, Adam Claes Henricx suijt, het naervolgende parchele noort Item noch een stuck saylant groot omtrent drije ende half loopensaet of alsoo groot ende cleijn is, in de Kerckenbuijnder gelegen alhyer, de erfgenaemen van Jan Henrick Rutgers oost, Peeter Peeter Meulders cum suise west, de coorsegde seste loopensaet suijt, ende Jan Claes Keijen noort Item noch op een half buijnder saylants medegelegen in t Kerckenbuijnder de voorsegde Jan Claes Keyen oost Cornelis Wijnants west Melis Jansen suijt Peeer Symons qt qua cim suis noort Item noch op ter helft van vijf loopensaets hoylants gelegen onder Oosterhout in den Rijsdijck waer af voorsegde Peeter Andries Peeters op d’ander helft metter derde loote bevallen is de Middelkae. oost de voorsegde Rijsdijck west Peeter Peeter Cleijs Bressens suijt Anthonis Wouters noort Alle de selve parchelen mede vrij commerloos preter Heeren chijns ende sal dese cavel van de voorgaende ende eerste cavel ontfangen de somme van vijentwintich Rijns guldens eens. Ende hyer tegens is de voorgenoemde Peeter Andries Peeters voor de derde ende leste cavel bevallen ende geerfdeelt Eerst op eenen acker groot omtrent negen loopensaet of alsoo groot ende cleijn ombegrepen de maete als deselve gelegen is t eijnden de Leijen Hoek of Leeghstraet alhyer, waer inne Jan Janssen Scheij met een een loopensaet een hoeck inne is gelegen t Heesterbosch, blijven tusschen de voorsegde parthijen ende erfgenaemen gemenen ende onbedeelt oost de Leeghstraet west de weeskynt van Adriaen Dyrck Anthonissen suijt Melis Janssen noort Waer op hij, Peeter, tot sijnen last neempt een loopen ende potkan rogge ’s jaers aende pastorye alhyer, dewelcke zijn uijtgaende ende staende. Op seeckere omtrent sesse loopensaet saylants, gelegen t eijnden de voorsegde Leeghstraet in de tweede cael begrepen. Maer hij, Peeter Andries Peeters, overmits de beterschap van sijnen cavel hyer op gelegen voorsegd, is tot sijnen last neempt ende gelooft deselve jaerlijcx te blijvne uijtreicken ende deselve sesse loopensaet daer .agte bevrijen. Item noch bevallen op omtrent een half buijnder saylants, gelegen aen den Hoogendijck alhyer Peeter PEeeterssen oost Cornelis Corsten west Jan Ghijsbrechts zuijt ende Theunich stedelen noort Vrij preter Heeren chijns Item noch op d’ andre helft bevallen is Ende moet daerenboven oock doende voorsegde eerste cavel in contant ontvangen de somme van vijentwintich Rijns guldens eens. Ende of gebeurde de welcke men nochtans .. dat op dese een of dese anders gedeelte eeinger commer of aen tael mochte gerijsen meer dan hen elck is aengenaempt, geloven deselve malcanderen altijd enichtsgewijs te helpen afdraegen. Met welcke schiffinghe, scheidinghe ende deijlinghe de voorsegde parthijen verclaeren .. ende enigdelijck te vreden te sijn ende verthijende over sulcx d’aen op dese anderes gedeelt naer behooren. Waer op den Schouteth gemaent ende schepenen gewesen hebben. Actum Ultima October 1640. Puts den Schouteth Jan Dyrcx et Floris Pels, schepenen. --------------------------------------------------------------------------------------------- De akte is eind 2020 online gekomen. Met dank aan Jan van den Bergh van Doekefkes.nl voor wat eerder al te zien was op zijn site: Jan Mertens de Wagemaker - overleden 1636 als vader 1. Zoon Merten Jan Mertens ----------- Merten Merten Jan Mertens als kleinkind ----------- Maeijken Merten Jan Mertens als kleinkind, getrouwd met Jan Gijsbert Jan Cornelis, overleden voor of in 1655 ----------- Cornelis Merten Jan Mertens als kleinkind ----------- Lesken Merten Jan Mertens als kleinkind, getrouwd met Joannes Crijn Hessels (in de acte Jan Quirijn Hessels genoemd) 2. Dochter Eeltje Jan Mertens de Wagemaker, getrouwd met Aert Adriaen Jan Aerts (in de acte genoemd Aert Adriaen Aertssen) ----------- Adriaan Aert Adriaens, reeds mondig ----------- Jenneke Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, getrouwd met Peter Wilborts van Son ----------- Jan Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Symon Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Willem Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig (jongste zoon) ----------- Neeltje Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind (Cornelia), onmondig (jongste dochter) 3. Dochter Maeijken Jan Mertens de Wagemaker overleden voor of in 1640, getrouwd met Andries Peeters ----------- Peeter Andries Peeters als kleinkind Door loting verdelen zij de erfenis van Jan Mertens de Wagemaecker. De 3 kinderen zelf lijken niet meer in leven te zijn. Wie zijn er: ------------ 1. Jan Crijn Hessels, man van kleinkind Lesken (partij 1) 2. Ghijsbrecht Cornelissen, man van kleinkind Maeijken (partij 1) 3. Peeter Wilbort Jansen van Son, man van kleinkind Jenneke (partij 2) 4. Aert Adriaen Aertsen, man van overleden dochter Eeltje (partij 2) 5. Adriaen Aert Adriaensen, kleinzoon (partij 2) 6. Peeter Andries Peeters, kleinzoon (partij 3) Van de schepenbank zijn de schouteth Jan Dyrcx en schepen Floris Pels er bij. Wat komt uit de loting: -------------------------- Partij 1 1. stede aan de Groenstraat in Dongen, 10 loopensaet, 1.5 ha 2. zaai- of weiland aan de Berkenstraat onder Oosterhout, de Griendsteeg oost, 3 loopensaet, 0,5 ha 3. hooiland aan de Oosterhoutse zijde van de Groenendijk, de Groenendijk oost, 3 loopensaet, 0,5 ha 4. 25 Rijns guldens aan elke andere partij contant te betalen Partij 2 1. zaailand op het einde van de Laagstraat, 6 loopensaet, 1 ha 2. zaailand in de Kerckenbunder, 3 loopensaet, 0,5 ha 3. zaailand in de Kerckenbunder, halve bunder, 0,65 ha 4. hooiland in de Rijsdijk, de Rijsdijk west, voor de helft van 5 loopensaet, 0,75 ha 5. 25 Rijns guldens van partij 1 Partij 3 1. akker aan het einde van de Leijen Hoek of Laagstraat, de Laagstraat west, 9 loopensaet, 1,35 ha 2. zaailand aan den Hoge Dijk, halve bunder, 0,65 ha 3. hooiland, de andere helft van partij 2, perceel 4 4. 25 Rijns guldens van partij 1 De stede lag aan de Groenstraat. --------------------------------------- Jan Mertens de Wagemaker heeft de stede gebruikt en bewoont, en is er ook gestorven. Hij zal daar met zijn vrouw en kinderen gewoond hebben. Vanaf welk moment kan ik hier niet bepalen. Wellicht nog meer te vinden in de cohieren van het hoofdgeld. In het kadaster van 1811-1832 gekeken of ik de perceeleigenaren nog kon koppelen aan iemand van partij 1, maar dat is me niet gelukt. Hierdoor heb ik de precieze locatie niet kunnen bepalen. De percelen: gelegen aan t einde van de Laagstraat, aan de Hoge Dijk, aan de Berkenstraat, zullen dichtbij gelegen hebben. Die aan de Groenendijk, Rijsdijk en Kerckenbunder liggen wat verder weg, maar de stede blijft dan behoorlijk centraal liggen. Waar kwamen zij bij elkaar? -------------------------------- Op de kadasterkaart van 1811-1832 staat t Raadhuis aan de (protestante) kerk vast, naast de toren. Of die ook al in gebruik was toen die nog katholiek was, in 1640, als schepenbank, weet ik niet. (Kadaster Dongen 1811-1832, Sectie G, perceel 246) |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 101, pagina 46r, 31 oktober 1640, Erfdeling goederen van Jan Mertens de Wagemaker] |
20-05-1658 | RAT Notarieel Oosterhout Adriaen Ruijssenaers archief 2009, inv 31 , akte 5, 20 mei 1658, Minuutakte, scanpagina 14 Op 20 mei 1658 compareert de eersame Joost Adriaensen, oud 60 jaar, voogd van Heijlken Jan Cornelis Stoffels, ten versoeke van Jan Jan Frijters voor de notaris. De comparant is op 29 oktober 1632 (?) van Dongen gegaan naar de Rijen om aldaer op te dragen en te vesten 6 lopensaat moergronden, gelegen onder de Rijen onder Gulse (?), een gehucht onder de Rijen, genaempt het Laereijndt. Het perceel voornoemd, palende oost Wilm Peeter Wilmenen, de voogd van de onmondige wezen, zuiden Anthonis Ademens Houtepen, noorden Corstiaen Cornelis Corstiaenen, Theeus Verunt west. De comparant verklaart dat hij de moervelt met de gronden op de voornoemde dag met de voogd voor Wouters Ademes Wouters ende Jan Dingemans Hendericx, schepenen tot de Reijen, gevest ende opgedragen te hebben ten behoeve van Aert Adriaen Jan Aerts. Comparant verklaart dat hij voorts machtig is de voornoemde Aert Adriaen Jan Aerts het voornoemde moervelt op de voorschreven dag mede gevest en opgedragen is aan Jan Anthonis Meeusen. Eindende dat hij comparant met zijn verklaring en attestatie met paysentatie tgene voorts staat voor allen heren huns recht gerecht met ede met ene versocht zijnde te bevestigen. Aldus gedaen ten . in presentie van Wilm Cuijpers en Wilm Jansen Verheije als geloofwaardige getuigen, hiertoe versocht en gebeden. --------------------------------------------------------------------------------------------- Helemaal zeker is het niet dat het om dezelfde Aert Jan Adriaen Aerts gaat. Wel zeer aannemelijk: bij iemand met eenzelfde naam in dit gebied was nog wel een voorvader toegevoegd, 3 voorvadernamen toegevoegd geeft de kans op nog iemand met deze volledige naam wel zeer klein. Het Laareind is ook anno 2021 nog een buurtschap, gelegen aan de noordkant van Rijen, op het noordelijk deel van de Dongense Weg en het westelijk deel van de Breede Weg. Een gebied dicht bij Dongen en Oosterhout, genoteerd door de notaris uit Oosterhout. |
[bron: RAT Notarieel Oosterhout Adriaen Ruijssenaers archief 2009, inv 31 , akte 5, 20 mei 1658, Minuutakte, scanpagina 14] |
30-11-1613 | Betreft 3 acten, na elkaar beschreven, in iedere acte is een weiland gekocht. De weilanden liggen bij elkaar. Compareerde Adriaen Raes Willemen ende heeft vercoft aen Aert Jan Adriaen Jan Aerts voor den helft, ende Symon Jan Adriaen Jan Aerts voor d’andre helft een perceel weijlants, omtrent 3 loopensaets begrepen gelegen in de b.st. (Bundersteeg waarschijnlijk) t’Uijlendongh, bij helen v. in coope vrijbrughe van zijn moge z.a.:, dicwat, Jan De. west de Gebuerstraet zuijden Laureijs Jan Horsten erf oost Jan S. noorden Vrij met zijnen ge. heeren chijns Sonder Argelist ? .. Gevest Actum 30 november 1613 Putes Stadthouder ende Adriaen Daniels, .. Cox In de 2e acte kopen de Aert en Symon een perceel weiland van 5 quartier groot, van Mayken Huijb Raes met Jan Gijs Adriaens, haar man. In de 3e acte een evengroot weiland, van Grietken Huijb Raes, met Adriaen Machim Jans, haar man. ---------------------------------------------------------------- Kan helaas een aantal woorden niet omzetten. De weilanden liggen waarschijnlijk bij de Bundersteeg. (is afgekort beschreven). Die bestaat nog steeds. Er was ook een Bundersteeg in Vrachelen, vandaar de toevoeging: te Uilendonck. |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 295 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1612-1615, folio 97v, 30 november 1613] | ||
26-10-1620 | Compareerde Crijn Frans Balters ende heeft vercocht Aert Adriaen Jan Aertsen een 8e deel in sekere stede gelegen t’Uijlendonck op t Oosteijnde, met oock het 8e deel in den acker daertegenovergelegen groot de voorsegde stede in t geheel omtrent 10 loop: ende den ackereen buijner onverdeelt zijnde s heerenstraet zuijden Jan Willemsen west Willem Janssen noorden Thijs Theuns Thijssen oost vrij met heeren chijns noch 7 oortkens jaerlijcx heijlighen geest chijns voorder commerloos Gevest Actum 26 oktober 1620 Coram Belgaerts (of Eelgaerts) ende Cornelis Peeters ---------------------------------------------------------------------------------------------- Aert koopt een 8e deel in een stede en ook in een akker, beide gelegen op het Oosteinde van Uijlendonck. Dat lag aan de kant van Dongen, ofwel aan de oostkant van Uijlendonck, op het einde. |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 295 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1619-1624, folio 188v, 26 oktober 1620] | ||
15-03-1621 | Compareerde Willeboort Jan Willeboorts ende heeft vercocht aen Aert Adriaen Jan Aerts 1/16e part in een stede metten huijse ende erve daeraen, ende toebehooren, gestaen ende gelegen t’Uijlendonck groot int geheel omtrent 18 loop: onbegrepender mate Matthijs Thoenissen oost Jan Thoenissen van Vlijmen weeskynderen west den vercooper met sijne andre erve noorden Vrij met 7 oortkens H. Geest Chijns met des selven chijns Gevest Actum 15 meert 1621 in presentie van Cornelis Peters en Weteringh -------------------------------------------------------------------------------- In 1639 trouwt Willeboorts’ zoon Peter met Aerts’ dochter Jenneke. Het lijkt erop dat zij dicht bij elkaar in de buurt woonden. |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 295 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1619-1624, folio 81v, 15 maart 1621] | ||
06-12-1621 | Compareerde Jenneken Cornelis Jansen, geassisteert met Jan Adriaenssen Waelwijck, haeren man ende voocht, heeft vercocht aen Aert Adriaen Jan Aertssen eerst een 12e paert in een stede met huijs, hoft ende schuere ende erve, daerop staen ende aenbehoorende groot int geheel omtrent 12 loop: gelegen tot Uijlendonck Matthijs Anthonis Matthijssen oost, s heerenstraet suijden, Jan Anthonissen van Vlijmen erfgenaemen west noch een 12e paert in de helft van een acker darentegenover gelegen met het weijken daer teijnden. Aen alles de bate boven den commer d’n cooper tot zijnen laste sal moeten nemen. Gevest Actum 6 december 1621 In presentie van Cornelis Peters ende Willeboort Janssen, schepenen ------------------------------------------------------------------------------- Het lijkt hier te gaan om dezelfde stede als die van 15 maart van hetzelfde jaar (f. 81v). Toen was de heerenstraet op het zuijden niet vermeld. Gaat hier om 1/12e part, toen om 1/16e part. Willeboort Janssen is 1 van de 2 schepenen hier bij aanwezig. |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 295 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1619-1624, folio 95, 6 december 1621] | ||
21-03-1622 | Compareerde Anneken Aerden, geassisteert met Jan Janssen Honnener (?), haeren man ende voicht ende heeft vercocht aen Aert Adriaen Jan Aerts 1/24e deel haer gerechtich contingent ende poortie als bij doode van Harman Jacob Peeters op haer comparante gejuicedeert in de stede gelegen te Uijlendonck groot int geheel 12 loop: onbegrepen der maete Jan Anthonisse van Vlijmen weeskinderen west noorden Jan Wouter Domen oost Thijs Tonis Thijssen ’s heerenstraet suijden vrij int geheel met 7 oortkens H. Geest chijns jaerlijcx ende voorders heeren chijns noch haer aenpaert in den acker tegenover de voorsegde Stede groot 4 loop: gelegen de Grintstege oost den cooper met zijn ander erve suijden west Symon Antonissen stede vrij met heeren chijns Gevest ecs. Actum et put vth.a ------------------------------------------------------------------------------ Aert koopt nog een deel in de stede en akker, waarvan hij al eerder delen gekocht heeft: op 26 oktober 1620, 15 maart 1621, en 6 december 1621. De stede ligt aan de noordkant van de Uijlendonckse straet. De akker ligt er tegenover, met de Griendsteeg oost, en het andere erf van Aert aan de zuidkant. De akker met weitje ligt op de hoek Griendsteeg en Uijlendonkse straat. Aan de zuidkant ligt het andere erf van Aert. Op 2 december 1619 heeft Wilbort Janssen van Son 1/16e deel van Hatman Jacobs gekocht op die plek een akker, weiland en stede gekocht. |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 295 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1619-1624, folio 115v en 116r, 21 maart 1622] | ||
31-03-1628 | Compareerde Willem Peeter Willemsen et vendidit aan Aert Adriaen Jan Aerts, de helft van omtrent ses loopensaet hoijlants, onverdeelt met Adriaentje Peeter Willemsen, sijne suster, gelegen aen de Rijsdijck, de Middelca oist, den Rijsdijck west, Jacob Dingemans zuijden, de erfgenaemen van Jan Bouwens noorden vrij preter Heeren chijns, wegen, stegen ende waterlaten zijns rechts Gevest etc. Actum Ultima Marti 1628. in presentie van de Heer Schouteth ende Blauw. |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 295 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1628-1633, folio 32, 31 maart 1628] | ||
25-06-1632 | Compareerde de voorsegde Anthonis Cornelis van Sundert als voocht van het voorsegde weeskindt ende Bartholomeus ende Andries.., gebroeders, verclaeren vercocht te hebben het derde part, in omtrent thien loopensaet aen Aert Adriaen Jan Aerts als voocht van .. .. weeskindt van wijlen Symon Adriaen Jan Aerts, gelegen aen de Groenendijck aen moerzijde de Groendendijck west, de Dongendijck oost, Aert .. van Rjen zuijd ende voorsegde voocht noorden Vrij ende h.loos . waterlaten. Gevest etc Actum ende presentie als voor -------------------------------------------------------- Verwijst naar de vorige acte voor de verkopers |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 297 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1628-1633, folio 201, 26 februari 1632] | ||
van 22-04-1655 tot 25-04-1655 | RAT Schepenbank Dongen RA 104, pagina 202v-204v, scanpagina 232-233-234, 22 en 25 april 1655, verkoopakte van uitgedolven moergronden gelegen op Cleijn Dongen De verkoop bestaat uit 2 akten, van donderdag 22 april en zondag 25 april. De akte van 22 april 1655: ------------------------------- Anthonis Merten Jan Mertens, als man ende voight van Lijntjen Adriaen Mertens, waarvoor hij hem sterck maeckende. Claes Peeter Peeter Bressers voor hem selve ende beneffens Peeter Peeter Cleijs Bressers, sijne vader, hem noch sterck maeckende voor Cornelis ende Wouter Peeter Peeter Bressers, sijne broeders, daer respective moeder af was Dingna Adriaen Mertens Peeter Peeter Jan Luijcken soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Adriaen, sijnen broeder, ende moeder af was Eeltjen Adriaen Mertens tsamen voor een derde part in t derde part Jan Jan Jan Claes Brebers, hem sterck maeckende als vervanger voor Jan Jan Jansen, mits sijn sreckte mondelinge gelast sijn Jan Joost Roeloftsen, als mondelinge lasthebber ende hem sterck maeckende voor Anneken Jan Cleijs Brebers, Jan Claes Jan Cleijs Brebers, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Cornelis Claes, sijne broeder tsamen erfgenaemen van Jenneken Jan Adriaen Wagemaecker Sijken Wouter janssen, weduwe van Cornelis Govaert Willemen, geassisteert met Wijnant Adriaen Vennemans, als haeren gecoren voight. Desselven Wijnant Adriaen Jacobs voor hem selven, en hem sterck maeckende voor de vier weeskinderen van Jan Adriaen Vennemans, daer moeder ende grootmoeder af was Lesken Jan Adriaens Wagemaecker. Jenneken Peeter Jan de Wagemaecker, getrouwt met Cornelis Jan Verhoeven, geassisteert, mits de absentie van haerdere man, met Wijnant Adriaen Vennemans, haeren gecoren voight in desen. Soo voor haer selven, als haer sterck maeckende voor Peerken Peeter Jan Wagemaecker, woonende in Vlaanderen, haere suster tsamen voor een derde part. Peeter Janssen int Broeck, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende en in desen vervangende voor de twee weeskinderen van Merten Janssen int Broeck, erfgenaemen van Maeijken Mertens tsamen voor een vierde part in een derde part. Respective van anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden, vercoft omme af Jan Adriaen Janssen voor de twee derde part ende Peeter Geerit Anthonissen voor een derde part, respective ieder sijn gedeelte in anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden lant, liggende in henne stede ende goeden op Cleijn (Dongen), streckende van rijvel (?) tot sijne hoogheits Vaert toe, Adriaen Symonssen Coppelaers erfgenaemen suijt, ende hen cooperen andere erftve noort Te vrijen etc, commerloos preter Heeren chijns Gevest Actum 22 april 1655 Present Sijnenbuijck, van Loon, Wouter Janssen Ruijsenaer, schepenen De akte van 25 april 1655: ------------------------------- Merten Merten Jan Mertens, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Cornelis Merten de Wagemaecker, Lesken, sijne suster met Jan Crijnen, Maeijcken, sijne suster Saliger van Jan Gijsbrechts tsamen voor een vierde part int derde part Peeter Jan Peeterssen Brecht (?) soo voor hem selven, ende als uijtgerecht hebbende Rochus ende Marinus, sijne broeders, ende Martini, sijne suster, getrouwt Corstiaen Schalcken, voor gelijcke vierde part in derde part van derde part van anderhalf roede Anthonis Bernaert Driessen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende voor Maeijken, sijne suster ende Claes Thomassen, haeren man, tsamen de helft van gelijcke vierde part in derde part van derde part van anderhalft roede voorsegd. Symon Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende ende bij desen vervanger voor Adriaen, Jan en Willem, sijne broeders, Neeltjen, sijne suster met Roelof Huijbrechts Roeloftsen, haeren man ende voor Jenneken, sijne suster met Peeter Wilborts, haeren man, daer moeder af was Eeltgen Jan Merten de Wagemaecker. Tsamen voor een vierde part in t derde part van ’t derde part van anderhalf roede. ende hem sterck maeckende voor ’t weeskint van daer grootmoeder af was Maeijken Jan Mertens voor gelijcke een vierde part in t derde part van ’t derde part van anderhalf roeden gronden. Ende sijde de comparanten voorgenoemd elck in de qualiteijt voorsegd vercoft te hebben omme .. Jan Adriaen Janssen voor de twee derde part ende Peeter Geerit Anthonissen voor voorst. derde part, elck sijn gedeelte voorsegd in anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden, nu lant, liggende op Cleijn Dongen, in henne stede streckende int geheel van trijvel tot sijnen Hoogheijts Vaert toe. Adriaen Symons erfgenaemen, nu Jan Lenaerts, suijt, ende sijne cooperen erftun noort Vrij commerloos, preter Heeren chijns Gevest etc. Actum 25 april 1655. Puts. Fijnenbuijck ende Van loon Schepenen. ---------------------------------------------------------------------------------------------- Het gaat om de verkoop van uitgedolven moergrond (de turf is gestoken) met een breedte van 1 1/2 roede. Volgens https://www.meertens.knaw.nl/mgw/maat/9 werd bijvoorbeeld in ’s Gravenmoer gerekend met de Brabantse roede van 5,69m. Voor deze gronden ging het dan om een breedte van 8,535m. Aan het eind van de 2e akte staat dat het nu land is. Het land strekte zich uit van Trijvel of ’t Rijvel tot de (Hoogheids) Vaart. De Vaart kunnen we nog wel vinden, maar ik weet niet waar ik Trijvel of t Rijvel moet zoeken. ------------------------------------------------------------------------------------------- Een hele lijst van verkopers, over 2 akten, en 2 dagen verdeeld. Bij de eerste akte zijn de verkopers met 10 present, de tweede keer met 4. Hoe zit t met die verdeling? ------------------------------- Er is in de 1e akte gesproken van a. 1/3 part in 1/3 part: voor Lijntje, erfg. Digna en erfg. Eeltjen Adriaen Mertens b. 1/3 part: voor erfg. Jenneken Jan Adriaen de Wagemaecker, erfg. Lesken Jan Adriaen de Wagemaecker, Jenneken Peeter Jan de Wagemaecker, Peerken Peter Jan de Wagemaecker c. 1/4 part in 1/3 part: voor Maeijken Mertens (niet preciezer aangeduid) In de 2e van: d. 1/4 part in 1/3 part: voor erfg. Merten Jan Merten de Wagemaecker e. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor Peeter Jan Peetersen, Rochus, Martini f. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor Anthonis Bernaert Driessen en Maeijken g. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor erfg. Eeltjen Jan Merten de Wagemaker h. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor erfg. Maeijken Jan Merten de Wagemaker Bij e en f is tussengevoegd het laatste deel, ofwel in 1/3e part. Bij g en h staat het er direct. Vreemd dat bij d. Meerten het part anders zou zijn dan bij g. Eeltje en h. Maeijken. Zij zijn alle kinderen van Jan Merten Adriaen de Wagemaecker. Lijkt me niet correct beschreven. Bij wie e en f horen in de relatie naar De Wagemaker is niet duidelijk. Bij b gaat het om 1/3 part. Dit zijn (klein) kinderen Jan Adriaan Jans de Wagemaker. Niet genoemd zijn Adriaenken, Adriaen, en Jan. Bij a gaat het om (klein) kinderen van Adriaen Merten Adriaen Jans de Wagemaecker en bij d, g en h om (klein) kinderen van Jan Merten Adriaen Jans de Wagemaecker. Niet genoemd zijn Adriaenken, Marijnken, Jenneken en Lijsken. Zij zijn een generatie eerder gezien van Merten Adriaen Jans de Wagemaecker, een broer van Jan. Zouden met zijn allen goed moeten zijn voor 1/3 part. Dat betekent dat van nog een zoon of dochter van Adriaen Jans de Wagemaker, er erfgenamen zijn die meedelen. Die zouden dan van c, e of f moeten komen. Wie kan de zoon of dochter geweest zijn? Peeter (met 5 kinderen), Roelof (met 5 kinderen) of Cornelia? En waarom delen ze niet alle mee? Het lijkt te gaan om 3 kinderen van Adriaen Jans de Wagemaker. De moergronden waren blijkbaar nog niet verdeeld. De kopers Jan Adriaen Jansen en Peeter Geerit Anthonissen willen de grond naast die van hun erf erbij kopen, en nu moet wel nagegaan worden van wie de grond is. Dan moet in dit geval ver terug in de tijd gegaan worden. Ter illustratie: Jenneke Aert Adriaen Jan Aerts (geboren 1619), is een dochter van Eeltjen Jan Mertens de Wagemaecker, en zij is een dochter van Jan Mertens Adriaen de Wagemaecker, en hij is een zoon van Meerten Adriaen Jans de Wagemaecker en hij is een zoon van Adriaen Jans de Wagemaecker ------------------------------------------------------------------------------------------- |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 104, pagina 202v-204v, scanpagina 232-233-234, 22 en 25 april 1655, verkoopakte van uitgedolven moergronden gelegen op Cleijn Dongen] | ||
01-12-1659 | RAT Notariële akte Oosterhout Inventaris 21 folio 69, 70 scan 84-85, ten kantore van notaris Adriaen Ruijssenaers, 1 december 1659 Willem Aert Adriaensen heeft verkocht aan zijn broer Jan Aert Adriaensen zijn gerechte 1/5 part van zijn vader Aert Adriaen Jan Aerts in de stede voor de som vn 270 gulden. Het bedrag zal in 3 termijnen betaald worden. 1/3 bij de vest, het 2e deel het jaar daarop e het laatste deel het jaar daarop. Willem verklaart ook dat hij moergronden onder Dongen voor 5 guden verkocht heeft aan zijn broer en aan Peeter Wilberts van Son (getrouwd met zijn zus Jenneken). Ondertekenen: Willem, Jan, en Peeter, als ook de getuigen Antonis Adriaen Ruijssenaers (waarschijnlijk de zoon van de notaris) en Joost joosten van Bael Op 4 februari 1664 verklaart en ondertekent Willem dat alles betaald is. |
[bron: RAT Notariële akte Oosterhout Inventaris 21 folio 69, 70 scan 84-85, ten kantore van notaris Adriaen Ruijssenaers, 1 december 1659] |
17-03-1640 | doop Heuleken van Son (geb. 1640) [zie 1022,I] | [grootvader moederszijde] | [bron: Inv.nr. 04 - Oosterhout - akten van doop en begraven 1634-1644 (rooms-katholieke parochie) 1634-1644, folio 42, scanpagina 43] |
Groenstraat, Dongen | [bron: RAT Schepenbank Dongen RA 101, pagina 46r, 31 oktober 1640, Erfdeling goederen van Jan Mertens de Wagemaker] |
31-10-1640 | RAT Schepenbank Dongen RA 101, pagina 46r, 31 oktober 1640, Erfdeling goederen van Jan Mertens de Wagemaker Compareerde voor schepenen naergenaempt: -Jan Quirijn Hessels, als man ende voight van Lijsken Merten Jan Mertens, haere man ende voight, sijne wittige huijsfrou, ende - Ghijsbrecht Jan Cornelissen, als man ende voight van Maeijken Merten Jan Mertens, sijne huijsfrou, ende - hen tsamen noch streckmaeckende ende sij er inne vervangende voor Cornelis ende Merten, gebroederen, der voorsegde Merten Jan Mertens zonen, henne swagers in de een parthije - Peeter Wilbort Janssen van Son, als man ende voight van Jenneken Aert Adriaenssen, sijne huijsfrou, ende in quailiteijt voor hem selven, ende hem mede strek maeckende en hij er inne vervangende - Jan Aert Adriaenssen sijne onmondige swager, - Adriaen Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende voor - Symon Aert Adriaenssen, sijne onmondige gebroeder, ende de voorsegde - Aert Adriaen Aertssen als vader ende voight van - Neeltken ende - Willem, sijnde Aert Adriaenssen jongste dochter ende zone, daer moeder af was - Eeltjen Jan Mertens tsamen in de tweede parthije ende - Peeter Andries Peeters, daer moeder af was -Maeijken Jan Mertens inde derde ende leste parthije alle in dijer qualiteijt als erfgenamen van Jan Merten de Wagemaecker verclaerende ende bekende met malcanderen gedeelt te hebben. in den eersten is de voorsegde Jan Quirijnen ende Jan Gijsbrechtsen, beijde in de voorsegde qualiteijt met Cornelis ende Merten gebroederen, Jan Mertens sone tsamen bevallen ende geerfdeelt - op een aen stede, groot omtrent thijen loopensaet of alsoo groot ende .. , onbegrepen de mate, als deselve gelegen in de Groenstraat alhyer, ende den voornoemden Jan Merten de Wagemaecker dyer in sijn leven bewoont ende gebruijckt heeft ende daer uijt verstorven is, sijnde vrij commerloos, preter Heeren chijns - item noch op drije loopensaet saylant of weijlant, gelegen in de Berckenstraet onder Oosterhout de Grientsteeght oost Gijsbrecht Cornelissen west Cornelis Henrick Bouwens suijt ende Aert Adriaen Aerts cum suis noort vrij preter Heeren chijns - item noch omtrent drije loopensaet hoylant, gelegen onder Oosterhout, aen de Oosterhoutsche zijde van de Groenendijck den Groenendijck oost de weduwe van Adriaen Mertens erfgenaemen west Jan Dingemans erfgenaemen suijt, ende Jan Jansen Key erfgenaemen noort, mede vrij met sijne gerechten Heeren chijns ende moet desen cavel aen de tweede naestvolgende van delen ende cluchten uijtreijcken ende in contant betaelen elck de somme van vijtigh Rijns guldens t stuck tot veertig grooten Vlaems eens. hyer tegens sijnde de voorgenoemde Peter Wilborts in de qualiteijt als voorgenoemd, ende mede voor Jan Aert Adrieansen, Adriaen Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als voor den voorsegden Symon sijnen broeder, ende Aert Adriaen Aertssen als vader ende voight van Neeltken ende Willem sijne onmondige zoon ende dochter tot behoefte der selven samen, metten blinde lotinge hen allen ende geerfdeelt. Eerst of een stuck saylants groot omtrent seste loopensaet of alsoo groot ende cleijn ombegrepen der mate als deselve, gelegen in t eijnde de Leegstraet alhyer, Adriaen Cornelis Lambrechts oost, Melis Janssen west, Adam Claes Henricx suijt, het naervolgende parchele noort Item noch een stuck saylant groot omtrent drije ende half loopensaet of alsoo groot ende cleijn is, in de Kerckenbuijnder gelegen alhyer, de erfgenaemen van Jan Henrick Rutgers oost, Peeter Peeter Meulders cum suise west, de coorsegde seste loopensaet suijt, ende Jan Claes Keijen noort Item noch op een half buijnder saylants medegelegen in t Kerckenbuijnder de voorsegde Jan Claes Keyen oost Cornelis Wijnants west Melis Jansen suijt Peeer Symons qt qua cim suis noort Item noch op ter helft van vijf loopensaets hoylants gelegen onder Oosterhout in den Rijsdijck waer af voorsegde Peeter Andries Peeters op d’ander helft metter derde loote bevallen is de Middelkae. oost de voorsegde Rijsdijck west Peeter Peeter Cleijs Bressens suijt Anthonis Wouters noort Alle de selve parchelen mede vrij commerloos preter Heeren chijns ende sal dese cavel van de voorgaende ende eerste cavel ontfangen de somme van vijentwintich Rijns guldens eens. Ende hyer tegens is de voorgenoemde Peeter Andries Peeters voor de derde ende leste cavel bevallen ende geerfdeelt Eerst op eenen acker groot omtrent negen loopensaet of alsoo groot ende cleijn ombegrepen de maete als deselve gelegen is t eijnden de Leijen Hoek of Leeghstraet alhyer, waer inne Jan Janssen Scheij met een een loopensaet een hoeck inne is gelegen t Heesterbosch, blijven tusschen de voorsegde parthijen ende erfgenaemen gemenen ende onbedeelt oost de Leeghstraet west de weeskynt van Adriaen Dyrck Anthonissen suijt Melis Janssen noort Waer op hij, Peeter, tot sijnen last neempt een loopen ende potkan rogge ’s jaers aende pastorye alhyer, dewelcke zijn uijtgaende ende staende. Op seeckere omtrent sesse loopensaet saylants, gelegen t eijnden de voorsegde Leeghstraet in de tweede cael begrepen. Maer hij, Peeter Andries Peeters, overmits de beterschap van sijnen cavel hyer op gelegen voorsegd, is tot sijnen last neempt ende gelooft deselve jaerlijcx te blijvne uijtreicken ende deselve sesse loopensaet daer .agte bevrijen. Item noch bevallen op omtrent een half buijnder saylants, gelegen aen den Hoogendijck alhyer Peeter PEeeterssen oost Cornelis Corsten west Jan Ghijsbrechts zuijt ende Theunich stedelen noort Vrij preter Heeren chijns Item noch op d’ andre helft bevallen is Ende moet daerenboven oock doende voorsegde eerste cavel in contant ontvangen de somme van vijentwintich Rijns guldens eens. Ende of gebeurde de welcke men nochtans .. dat op dese een of dese anders gedeelte eeinger commer of aen tael mochte gerijsen meer dan hen elck is aengenaempt, geloven deselve malcanderen altijd enichtsgewijs te helpen afdraegen. Met welcke schiffinghe, scheidinghe ende deijlinghe de voorsegde parthijen verclaeren .. ende enigdelijck te vreden te sijn ende verthijende over sulcx d’aen op dese anderes gedeelt naer behooren. Waer op den Schouteth gemaent ende schepenen gewesen hebben. Actum Ultima October 1640. Puts den Schouteth Jan Dyrcx et Floris Pels, schepenen. --------------------------------------------------------------------------------------------- De akte is eind 2020 online gekomen. Met dank aan Jan van den Bergh van Doekefkes.nl voor wat eerder al te zien was op zijn site: Jan Mertens de Wagemaker - overleden 1636 als vader 1. Zoon Merten Jan Mertens ----------- Merten Merten Jan Mertens als kleinkind ----------- Maeijken Merten Jan Mertens als kleinkind, getrouwd met Jan Gijsbert Jan Cornelis, overleden voor of in 1655 ----------- Cornelis Merten Jan Mertens als kleinkind ----------- Lesken Merten Jan Mertens als kleinkind, getrouwd met Joannes Crijn Hessels (in de acte Jan Quirijn Hessels genoemd) 2. Dochter Eeltje Jan Mertens de Wagemaker, getrouwd met Aert Adriaen Jan Aerts (in de acte genoemd Aert Adriaen Aertssen) ----------- Adriaan Aert Adriaens, reeds mondig ----------- Jenneke Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, getrouwd met Peter Wilborts van Son ----------- Jan Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Symon Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Willem Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig (jongste zoon) ----------- Neeltje Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind (Cornelia), onmondig (jongste dochter) 3. Dochter Maeijken Jan Mertens de Wagemaker overleden voor of in 1640, getrouwd met Andries Peeters ----------- Peeter Andries Peeters als kleinkind Door loting verdelen zij de erfenis van Jan Mertens de Wagemaecker. De 3 kinderen zelf lijken niet meer in leven te zijn. Wie zijn er: ------------ 1. Jan Crijn Hessels, man van kleinkind Lesken (partij 1) 2. Ghijsbrecht Cornelissen, man van kleinkind Maeijken (partij 1) 3. Peeter Wilbort Jansen van Son, man van kleinkind Jenneke (partij 2) 4. Aert Adriaen Aertsen, man van overleden dochter Eeltje (partij 2) 5. Adriaen Aert Adriaensen, kleinzoon (partij 2) 6. Peeter Andries Peeters, kleinzoon (partij 3) Van de schepenbank zijn de schouteth Jan Dyrcx en schepen Floris Pels er bij. Wat komt uit de loting: -------------------------- Partij 1 1. stede aan de Groenstraat in Dongen, 10 loopensaet, 1.5 ha 2. zaai- of weiland aan de Berkenstraat onder Oosterhout, de Griendsteeg oost, 3 loopensaet, 0,5 ha 3. hooiland aan de Oosterhoutse zijde van de Groenendijk, de Groenendijk oost, 3 loopensaet, 0,5 ha 4. 25 Rijns guldens aan elke andere partij contant te betalen Partij 2 1. zaailand op het einde van de Laagstraat, 6 loopensaet, 1 ha 2. zaailand in de Kerckenbunder, 3 loopensaet, 0,5 ha 3. zaailand in de Kerckenbunder, halve bunder, 0,65 ha 4. hooiland in de Rijsdijk, de Rijsdijk west, voor de helft van 5 loopensaet, 0,75 ha 5. 25 Rijns guldens van partij 1 Partij 3 1. akker aan het einde van de Leijen Hoek of Laagstraat, de Laagstraat west, 9 loopensaet, 1,35 ha 2. zaailand aan den Hoge Dijk, halve bunder, 0,65 ha 3. hooiland, de andere helft van partij 2, perceel 4 4. 25 Rijns guldens van partij 1 De stede lag aan de Groenstraat. --------------------------------------- Jan Mertens de Wagemaker heeft de stede gebruikt en bewoont, en is er ook gestorven. Hij zal daar met zijn vrouw en kinderen gewoond hebben. Vanaf welk moment kan ik hier niet bepalen. Wellicht nog meer te vinden in de cohieren van het hoofdgeld. In het kadaster van 1811-1832 gekeken of ik de perceeleigenaren nog kon koppelen aan iemand van partij 1, maar dat is me niet gelukt. Hierdoor heb ik de precieze locatie niet kunnen bepalen. De percelen: gelegen aan t einde van de Laagstraat, aan de Hoge Dijk, aan de Berkenstraat, zullen dichtbij gelegen hebben. Die aan de Groenendijk, Rijsdijk en Kerckenbunder liggen wat verder weg, maar de stede blijft dan behoorlijk centraal liggen. Waar kwamen zij bij elkaar? -------------------------------- Op de kadasterkaart van 1811-1832 staat t Raadhuis aan de (protestante) kerk vast, naast de toren. Of die ook al in gebruik was toen die nog katholiek was, in 1640, als schepenbank, weet ik niet. (Kadaster Dongen 1811-1832, Sectie G, perceel 246) |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 101, pagina 46r, 31 oktober 1640, Erfdeling goederen van Jan Mertens de Wagemaker] |
van 22-04-1655 tot 25-04-1655 | RAT Schepenbank Dongen RA 104, pagina 202v-204v, scanpagina 232-233-234, 22 en 25 april 1655, verkoopakte van uitgedolven moergronden gelegen op Cleijn Dongen De verkoop bestaat uit 2 akten, van donderdag 22 april en zondag 25 april. De akte van 22 april 1655: ------------------------------- Anthonis Merten Jan Mertens, als man ende voight van Lijntjen Adriaen Mertens, waarvoor hij hem sterck maeckende. Claes Peeter Peeter Bressers voor hem selve ende beneffens Peeter Peeter Cleijs Bressers, sijne vader, hem noch sterck maeckende voor Cornelis ende Wouter Peeter Peeter Bressers, sijne broeders, daer respective moeder af was Dingna Adriaen Mertens Peeter Peeter Jan Luijcken soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Adriaen, sijnen broeder, ende moeder af was Eeltjen Adriaen Mertens tsamen voor een derde part in t derde part Jan Jan Jan Claes Brebers, hem sterck maeckende als vervanger voor Jan Jan Jansen, mits sijn sreckte mondelinge gelast sijn Jan Joost Roeloftsen, als mondelinge lasthebber ende hem sterck maeckende voor Anneken Jan Cleijs Brebers, Jan Claes Jan Cleijs Brebers, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Cornelis Claes, sijne broeder tsamen erfgenaemen van Jenneken Jan Adriaen Wagemaecker Sijken Wouter janssen, weduwe van Cornelis Govaert Willemen, geassisteert met Wijnant Adriaen Vennemans, als haeren gecoren voight. Desselven Wijnant Adriaen Jacobs voor hem selven, en hem sterck maeckende voor de vier weeskinderen van Jan Adriaen Vennemans, daer moeder ende grootmoeder af was Lesken Jan Adriaens Wagemaecker. Jenneken Peeter Jan de Wagemaecker, getrouwt met Cornelis Jan Verhoeven, geassisteert, mits de absentie van haerdere man, met Wijnant Adriaen Vennemans, haeren gecoren voight in desen. Soo voor haer selven, als haer sterck maeckende voor Peerken Peeter Jan Wagemaecker, woonende in Vlaanderen, haere suster tsamen voor een derde part. Peeter Janssen int Broeck, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende en in desen vervangende voor de twee weeskinderen van Merten Janssen int Broeck, erfgenaemen van Maeijken Mertens tsamen voor een vierde part in een derde part. Respective van anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden, vercoft omme af Jan Adriaen Janssen voor de twee derde part ende Peeter Geerit Anthonissen voor een derde part, respective ieder sijn gedeelte in anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden lant, liggende in henne stede ende goeden op Cleijn (Dongen), streckende van rijvel (?) tot sijne hoogheits Vaert toe, Adriaen Symonssen Coppelaers erfgenaemen suijt, ende hen cooperen andere erftve noort Te vrijen etc, commerloos preter Heeren chijns Gevest Actum 22 april 1655 Present Sijnenbuijck, van Loon, Wouter Janssen Ruijsenaer, schepenen De akte van 25 april 1655: ------------------------------- Merten Merten Jan Mertens, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Cornelis Merten de Wagemaecker, Lesken, sijne suster met Jan Crijnen, Maeijcken, sijne suster Saliger van Jan Gijsbrechts tsamen voor een vierde part int derde part Peeter Jan Peeterssen Brecht (?) soo voor hem selven, ende als uijtgerecht hebbende Rochus ende Marinus, sijne broeders, ende Martini, sijne suster, getrouwt Corstiaen Schalcken, voor gelijcke vierde part in derde part van derde part van anderhalf roede Anthonis Bernaert Driessen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende voor Maeijken, sijne suster ende Claes Thomassen, haeren man, tsamen de helft van gelijcke vierde part in derde part van derde part van anderhalft roede voorsegd. Symon Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende ende bij desen vervanger voor Adriaen, Jan en Willem, sijne broeders, Neeltjen, sijne suster met Roelof Huijbrechts Roeloftsen, haeren man ende voor Jenneken, sijne suster met Peeter Wilborts, haeren man, daer moeder af was Eeltgen Jan Merten de Wagemaecker. Tsamen voor een vierde part in t derde part van ’t derde part van anderhalf roede. ende hem sterck maeckende voor ’t weeskint van daer grootmoeder af was Maeijken Jan Mertens voor gelijcke een vierde part in t derde part van ’t derde part van anderhalf roeden gronden. Ende sijde de comparanten voorgenoemd elck in de qualiteijt voorsegd vercoft te hebben omme .. Jan Adriaen Janssen voor de twee derde part ende Peeter Geerit Anthonissen voor voorst. derde part, elck sijn gedeelte voorsegd in anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden, nu lant, liggende op Cleijn Dongen, in henne stede streckende int geheel van trijvel tot sijnen Hoogheijts Vaert toe. Adriaen Symons erfgenaemen, nu Jan Lenaerts, suijt, ende sijne cooperen erftun noort Vrij commerloos, preter Heeren chijns Gevest etc. Actum 25 april 1655. Puts. Fijnenbuijck ende Van loon Schepenen. ---------------------------------------------------------------------------------------------- Het gaat om de verkoop van uitgedolven moergrond (de turf is gestoken) met een breedte van 1 1/2 roede. Volgens https://www.meertens.knaw.nl/mgw/maat/9 werd bijvoorbeeld in ’s Gravenmoer gerekend met de Brabantse roede van 5,69m. Voor deze gronden ging het dan om een breedte van 8,535m. Aan het eind van de 2e akte staat dat het nu land is. Het land strekte zich uit van Trijvel of ’t Rijvel tot de (Hoogheids) Vaart. De Vaart kunnen we nog wel vinden, maar ik weet niet waar ik Trijvel of t Rijvel moet zoeken. ------------------------------------------------------------------------------------------- Een hele lijst van verkopers, over 2 akten, en 2 dagen verdeeld. Bij de eerste akte zijn de verkopers met 10 present, de tweede keer met 4. Hoe zit t met die verdeling? ------------------------------- Er is in de 1e akte gesproken van a. 1/3 part in 1/3 part: voor Lijntje, erfg. Digna en erfg. Eeltjen Adriaen Mertens b. 1/3 part: voor erfg. Jenneken Jan Adriaen de Wagemaecker, erfg. Lesken Jan Adriaen de Wagemaecker, Jenneken Peeter Jan de Wagemaecker, Peerken Peter Jan de Wagemaecker c. 1/4 part in 1/3 part: voor Maeijken Mertens (niet preciezer aangeduid) In de 2e van: d. 1/4 part in 1/3 part: voor erfg. Merten Jan Merten de Wagemaecker e. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor Peeter Jan Peetersen, Rochus, Martini f. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor Anthonis Bernaert Driessen en Maeijken g. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor erfg. Eeltjen Jan Merten de Wagemaker h. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor erfg. Maeijken Jan Merten de Wagemaker Bij e en f is tussengevoegd het laatste deel, ofwel in 1/3e part. Bij g en h staat het er direct. Vreemd dat bij d. Meerten het part anders zou zijn dan bij g. Eeltje en h. Maeijken. Zij zijn alle kinderen van Jan Merten Adriaen de Wagemaecker. Lijkt me niet correct beschreven. Bij wie e en f horen in de relatie naar De Wagemaker is niet duidelijk. Bij b gaat het om 1/3 part. Dit zijn (klein) kinderen Jan Adriaan Jans de Wagemaker. Niet genoemd zijn Adriaenken, Adriaen, en Jan. Bij a gaat het om (klein) kinderen van Adriaen Merten Adriaen Jans de Wagemaecker en bij d, g en h om (klein) kinderen van Jan Merten Adriaen Jans de Wagemaecker. Niet genoemd zijn Adriaenken, Marijnken, Jenneken en Lijsken. Zij zijn een generatie eerder gezien van Merten Adriaen Jans de Wagemaecker, een broer van Jan. Zouden met zijn allen goed moeten zijn voor 1/3 part. Dat betekent dat van nog een zoon of dochter van Adriaen Jans de Wagemaker, er erfgenamen zijn die meedelen. Die zouden dan van c, e of f moeten komen. Wie kan de zoon of dochter geweest zijn? Peeter (met 5 kinderen), Roelof (met 5 kinderen) of Cornelia? En waarom delen ze niet alle mee? Het lijkt te gaan om 3 kinderen van Adriaen Jans de Wagemaker. De moergronden waren blijkbaar nog niet verdeeld. De kopers Jan Adriaen Jansen en Peeter Geerit Anthonissen willen de grond naast die van hun erf erbij kopen, en nu moet wel nagegaan worden van wie de grond is. Dan moet in dit geval ver terug in de tijd gegaan worden. Ter illustratie: Jenneke Aert Adriaen Jan Aerts (geboren 1619), is een dochter van Eeltjen Jan Mertens de Wagemaecker, en zij is een dochter van Jan Mertens Adriaen de Wagemaecker, en hij is een zoon van Meerten Adriaen Jans de Wagemaecker en hij is een zoon van Adriaen Jans de Wagemaecker ------------------------------------------------------------------------------------------- |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 104, pagina 202v-204v, scanpagina 232-233-234, 22 en 25 april 1655, verkoopakte van uitgedolven moergronden gelegen op Cleijn Dongen] |
26-01-1657 | doop Jan van Son (geb. 1657) [zie 1022,VI] | [grootmoeder moederszijde] | [bron: Inv.nr. 09 - Oosterhout - doopboek 1649-1658 en 1676-1682 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 2002, Doop-, trouw- en begraafboeken van Oosterhout, 1610-1810, inventarisnummer 09, blad 55] |
454 Adriani Adrianus Arnoldi, rk gedoopt in Oosterhout op 27 januari 1616, zoon van Arnoldus Adriani en Aleijdis Joannes, getuigen Joannes Balduini en Cornelia Petri |
31-10-1640 | RAT Schepenbank Dongen RA 101, pagina 46r, 31 oktober 1640, Erfdeling goederen van Jan Mertens de Wagemaker Compareerde voor schepenen naergenaempt: -Jan Quirijn Hessels, als man ende voight van Lijsken Merten Jan Mertens, haere man ende voight, sijne wittige huijsfrou, ende - Ghijsbrecht Jan Cornelissen, als man ende voight van Maeijken Merten Jan Mertens, sijne huijsfrou, ende - hen tsamen noch streckmaeckende ende sij er inne vervangende voor Cornelis ende Merten, gebroederen, der voorsegde Merten Jan Mertens zonen, henne swagers in de een parthije - Peeter Wilbort Janssen van Son, als man ende voight van Jenneken Aert Adriaenssen, sijne huijsfrou, ende in quailiteijt voor hem selven, ende hem mede strek maeckende en hij er inne vervangende - Jan Aert Adriaenssen sijne onmondige swager, - Adriaen Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende voor - Symon Aert Adriaenssen, sijne onmondige gebroeder, ende de voorsegde - Aert Adriaen Aertssen als vader ende voight van - Neeltken ende - Willem, sijnde Aert Adriaenssen jongste dochter ende zone, daer moeder af was - Eeltjen Jan Mertens tsamen in de tweede parthije ende - Peeter Andries Peeters, daer moeder af was -Maeijken Jan Mertens inde derde ende leste parthije alle in dijer qualiteijt als erfgenamen van Jan Merten de Wagemaecker verclaerende ende bekende met malcanderen gedeelt te hebben. in den eersten is de voorsegde Jan Quirijnen ende Jan Gijsbrechtsen, beijde in de voorsegde qualiteijt met Cornelis ende Merten gebroederen, Jan Mertens sone tsamen bevallen ende geerfdeelt - op een aen stede, groot omtrent thijen loopensaet of alsoo groot ende .. , onbegrepen de mate, als deselve gelegen in de Groenstraat alhyer, ende den voornoemden Jan Merten de Wagemaecker dyer in sijn leven bewoont ende gebruijckt heeft ende daer uijt verstorven is, sijnde vrij commerloos, preter Heeren chijns - item noch op drije loopensaet saylant of weijlant, gelegen in de Berckenstraet onder Oosterhout de Grientsteeght oost Gijsbrecht Cornelissen west Cornelis Henrick Bouwens suijt ende Aert Adriaen Aerts cum suis noort vrij preter Heeren chijns - item noch omtrent drije loopensaet hoylant, gelegen onder Oosterhout, aen de Oosterhoutsche zijde van de Groenendijck den Groenendijck oost de weduwe van Adriaen Mertens erfgenaemen west Jan Dingemans erfgenaemen suijt, ende Jan Jansen Key erfgenaemen noort, mede vrij met sijne gerechten Heeren chijns ende moet desen cavel aen de tweede naestvolgende van delen ende cluchten uijtreijcken ende in contant betaelen elck de somme van vijtigh Rijns guldens t stuck tot veertig grooten Vlaems eens. hyer tegens sijnde de voorgenoemde Peter Wilborts in de qualiteijt als voorgenoemd, ende mede voor Jan Aert Adrieansen, Adriaen Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als voor den voorsegden Symon sijnen broeder, ende Aert Adriaen Aertssen als vader ende voight van Neeltken ende Willem sijne onmondige zoon ende dochter tot behoefte der selven samen, metten blinde lotinge hen allen ende geerfdeelt. Eerst of een stuck saylants groot omtrent seste loopensaet of alsoo groot ende cleijn ombegrepen der mate als deselve, gelegen in t eijnde de Leegstraet alhyer, Adriaen Cornelis Lambrechts oost, Melis Janssen west, Adam Claes Henricx suijt, het naervolgende parchele noort Item noch een stuck saylant groot omtrent drije ende half loopensaet of alsoo groot ende cleijn is, in de Kerckenbuijnder gelegen alhyer, de erfgenaemen van Jan Henrick Rutgers oost, Peeter Peeter Meulders cum suise west, de coorsegde seste loopensaet suijt, ende Jan Claes Keijen noort Item noch op een half buijnder saylants medegelegen in t Kerckenbuijnder de voorsegde Jan Claes Keyen oost Cornelis Wijnants west Melis Jansen suijt Peeer Symons qt qua cim suis noort Item noch op ter helft van vijf loopensaets hoylants gelegen onder Oosterhout in den Rijsdijck waer af voorsegde Peeter Andries Peeters op d’ander helft metter derde loote bevallen is de Middelkae. oost de voorsegde Rijsdijck west Peeter Peeter Cleijs Bressens suijt Anthonis Wouters noort Alle de selve parchelen mede vrij commerloos preter Heeren chijns ende sal dese cavel van de voorgaende ende eerste cavel ontfangen de somme van vijentwintich Rijns guldens eens. Ende hyer tegens is de voorgenoemde Peeter Andries Peeters voor de derde ende leste cavel bevallen ende geerfdeelt Eerst op eenen acker groot omtrent negen loopensaet of alsoo groot ende cleijn ombegrepen de maete als deselve gelegen is t eijnden de Leijen Hoek of Leeghstraet alhyer, waer inne Jan Janssen Scheij met een een loopensaet een hoeck inne is gelegen t Heesterbosch, blijven tusschen de voorsegde parthijen ende erfgenaemen gemenen ende onbedeelt oost de Leeghstraet west de weeskynt van Adriaen Dyrck Anthonissen suijt Melis Janssen noort Waer op hij, Peeter, tot sijnen last neempt een loopen ende potkan rogge ’s jaers aende pastorye alhyer, dewelcke zijn uijtgaende ende staende. Op seeckere omtrent sesse loopensaet saylants, gelegen t eijnden de voorsegde Leeghstraet in de tweede cael begrepen. Maer hij, Peeter Andries Peeters, overmits de beterschap van sijnen cavel hyer op gelegen voorsegd, is tot sijnen last neempt ende gelooft deselve jaerlijcx te blijvne uijtreicken ende deselve sesse loopensaet daer .agte bevrijen. Item noch bevallen op omtrent een half buijnder saylants, gelegen aen den Hoogendijck alhyer Peeter PEeeterssen oost Cornelis Corsten west Jan Ghijsbrechts zuijt ende Theunich stedelen noort Vrij preter Heeren chijns Item noch op d’ andre helft bevallen is Ende moet daerenboven oock doende voorsegde eerste cavel in contant ontvangen de somme van vijentwintich Rijns guldens eens. Ende of gebeurde de welcke men nochtans .. dat op dese een of dese anders gedeelte eeinger commer of aen tael mochte gerijsen meer dan hen elck is aengenaempt, geloven deselve malcanderen altijd enichtsgewijs te helpen afdraegen. Met welcke schiffinghe, scheidinghe ende deijlinghe de voorsegde parthijen verclaeren .. ende enigdelijck te vreden te sijn ende verthijende over sulcx d’aen op dese anderes gedeelt naer behooren. Waer op den Schouteth gemaent ende schepenen gewesen hebben. Actum Ultima October 1640. Puts den Schouteth Jan Dyrcx et Floris Pels, schepenen. --------------------------------------------------------------------------------------------- De akte is eind 2020 online gekomen. Met dank aan Jan van den Bergh van Doekefkes.nl voor wat eerder al te zien was op zijn site: Jan Mertens de Wagemaker - overleden 1636 als vader 1. Zoon Merten Jan Mertens ----------- Merten Merten Jan Mertens als kleinkind ----------- Maeijken Merten Jan Mertens als kleinkind, getrouwd met Jan Gijsbert Jan Cornelis, overleden voor of in 1655 ----------- Cornelis Merten Jan Mertens als kleinkind ----------- Lesken Merten Jan Mertens als kleinkind, getrouwd met Joannes Crijn Hessels (in de acte Jan Quirijn Hessels genoemd) 2. Dochter Eeltje Jan Mertens de Wagemaker, getrouwd met Aert Adriaen Jan Aerts (in de acte genoemd Aert Adriaen Aertssen) ----------- Adriaan Aert Adriaens, reeds mondig ----------- Jenneke Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, getrouwd met Peter Wilborts van Son ----------- Jan Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Symon Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Willem Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig (jongste zoon) ----------- Neeltje Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind (Cornelia), onmondig (jongste dochter) 3. Dochter Maeijken Jan Mertens de Wagemaker overleden voor of in 1640, getrouwd met Andries Peeters ----------- Peeter Andries Peeters als kleinkind Door loting verdelen zij de erfenis van Jan Mertens de Wagemaecker. De 3 kinderen zelf lijken niet meer in leven te zijn. Wie zijn er: ------------ 1. Jan Crijn Hessels, man van kleinkind Lesken (partij 1) 2. Ghijsbrecht Cornelissen, man van kleinkind Maeijken (partij 1) 3. Peeter Wilbort Jansen van Son, man van kleinkind Jenneke (partij 2) 4. Aert Adriaen Aertsen, man van overleden dochter Eeltje (partij 2) 5. Adriaen Aert Adriaensen, kleinzoon (partij 2) 6. Peeter Andries Peeters, kleinzoon (partij 3) Van de schepenbank zijn de schouteth Jan Dyrcx en schepen Floris Pels er bij. Wat komt uit de loting: -------------------------- Partij 1 1. stede aan de Groenstraat in Dongen, 10 loopensaet, 1.5 ha 2. zaai- of weiland aan de Berkenstraat onder Oosterhout, de Griendsteeg oost, 3 loopensaet, 0,5 ha 3. hooiland aan de Oosterhoutse zijde van de Groenendijk, de Groenendijk oost, 3 loopensaet, 0,5 ha 4. 25 Rijns guldens aan elke andere partij contant te betalen Partij 2 1. zaailand op het einde van de Laagstraat, 6 loopensaet, 1 ha 2. zaailand in de Kerckenbunder, 3 loopensaet, 0,5 ha 3. zaailand in de Kerckenbunder, halve bunder, 0,65 ha 4. hooiland in de Rijsdijk, de Rijsdijk west, voor de helft van 5 loopensaet, 0,75 ha 5. 25 Rijns guldens van partij 1 Partij 3 1. akker aan het einde van de Leijen Hoek of Laagstraat, de Laagstraat west, 9 loopensaet, 1,35 ha 2. zaailand aan den Hoge Dijk, halve bunder, 0,65 ha 3. hooiland, de andere helft van partij 2, perceel 4 4. 25 Rijns guldens van partij 1 De stede lag aan de Groenstraat. --------------------------------------- Jan Mertens de Wagemaker heeft de stede gebruikt en bewoont, en is er ook gestorven. Hij zal daar met zijn vrouw en kinderen gewoond hebben. Vanaf welk moment kan ik hier niet bepalen. Wellicht nog meer te vinden in de cohieren van het hoofdgeld. In het kadaster van 1811-1832 gekeken of ik de perceeleigenaren nog kon koppelen aan iemand van partij 1, maar dat is me niet gelukt. Hierdoor heb ik de precieze locatie niet kunnen bepalen. De percelen: gelegen aan t einde van de Laagstraat, aan de Hoge Dijk, aan de Berkenstraat, zullen dichtbij gelegen hebben. Die aan de Groenendijk, Rijsdijk en Kerckenbunder liggen wat verder weg, maar de stede blijft dan behoorlijk centraal liggen. Waar kwamen zij bij elkaar? -------------------------------- Op de kadasterkaart van 1811-1832 staat t Raadhuis aan de (protestante) kerk vast, naast de toren. Of die ook al in gebruik was toen die nog katholiek was, in 1640, als schepenbank, weet ik niet. (Kadaster Dongen 1811-1832, Sectie G, perceel 246) |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 101, pagina 46r, 31 oktober 1640, Erfdeling goederen van Jan Mertens de Wagemaker] |
02-11-1639 | ondertrouw [waarschijnlijk] Peeter van Son (ovl. na 1670) en Jenneken Aerts (geb. 1619) [zie 1023] | [broer bruid] | [bron: Inv.nr. 18 - Oosterhout - akten van ondertrouw en trouw 1634-1644 (rooms-katholieke parochie) 1634-1644 folio 19 scanpagina 18] | |||
20-07-1642 | doop Eelken Peeter Willemse van Son (geb. 1642) [zie 511] | [oom moederszijde] | [bron: Inv.nr. 04 - Oosterhout - akten van doop en begraven 1634-1644 (rooms-katholieke parochie) 1634-1644, folio 72, scanpagina 73] | |||
03-08-1653 | doop [waarschijnlijk] Eijltien Roelof Huijben (geb. 1653) | [oom moederszijde] | [bron: Inv.nr. 10 - Oosterhout - doopboek 1651-1656 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 2002, Doop-, trouw- en begraafboeken van Oosterhout, 1610-1810, inventarisnummer 10, blad 18] | |||
10-10-1659 | doop [waarschijnlijk] Adriana Joannes Ariens (geb. 1659) | [oom vaderszijde] | [bron: Inv.nr. 06 - Oosterhout - akten van doop en trouw 1657-1678 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 2002, Doop-, trouw- en begraafboeken van Oosterhout, 1610-1810, inventarisnummer 06, blad 9v] |
455 Adriani Cornelia Arnoldi, rk gedoopt op 31 december 1616 in Oosterhout, dochter van Arnoldi Adriani en Aleijdis Joannis, getuigen Joannes Huberti en Joanna Valerij |
31-10-1640 | RAT Schepenbank Dongen RA 101, pagina 46r, 31 oktober 1640, Erfdeling goederen van Jan Mertens de Wagemaker Compareerde voor schepenen naergenaempt: -Jan Quirijn Hessels, als man ende voight van Lijsken Merten Jan Mertens, haere man ende voight, sijne wittige huijsfrou, ende - Ghijsbrecht Jan Cornelissen, als man ende voight van Maeijken Merten Jan Mertens, sijne huijsfrou, ende - hen tsamen noch streckmaeckende ende sij er inne vervangende voor Cornelis ende Merten, gebroederen, der voorsegde Merten Jan Mertens zonen, henne swagers in de een parthije - Peeter Wilbort Janssen van Son, als man ende voight van Jenneken Aert Adriaenssen, sijne huijsfrou, ende in quailiteijt voor hem selven, ende hem mede strek maeckende en hij er inne vervangende - Jan Aert Adriaenssen sijne onmondige swager, - Adriaen Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende voor - Symon Aert Adriaenssen, sijne onmondige gebroeder, ende de voorsegde - Aert Adriaen Aertssen als vader ende voight van - Neeltken ende - Willem, sijnde Aert Adriaenssen jongste dochter ende zone, daer moeder af was - Eeltjen Jan Mertens tsamen in de tweede parthije ende - Peeter Andries Peeters, daer moeder af was -Maeijken Jan Mertens inde derde ende leste parthije alle in dijer qualiteijt als erfgenamen van Jan Merten de Wagemaecker verclaerende ende bekende met malcanderen gedeelt te hebben. in den eersten is de voorsegde Jan Quirijnen ende Jan Gijsbrechtsen, beijde in de voorsegde qualiteijt met Cornelis ende Merten gebroederen, Jan Mertens sone tsamen bevallen ende geerfdeelt - op een aen stede, groot omtrent thijen loopensaet of alsoo groot ende .. , onbegrepen de mate, als deselve gelegen in de Groenstraat alhyer, ende den voornoemden Jan Merten de Wagemaecker dyer in sijn leven bewoont ende gebruijckt heeft ende daer uijt verstorven is, sijnde vrij commerloos, preter Heeren chijns - item noch op drije loopensaet saylant of weijlant, gelegen in de Berckenstraet onder Oosterhout de Grientsteeght oost Gijsbrecht Cornelissen west Cornelis Henrick Bouwens suijt ende Aert Adriaen Aerts cum suis noort vrij preter Heeren chijns - item noch omtrent drije loopensaet hoylant, gelegen onder Oosterhout, aen de Oosterhoutsche zijde van de Groenendijck den Groenendijck oost de weduwe van Adriaen Mertens erfgenaemen west Jan Dingemans erfgenaemen suijt, ende Jan Jansen Key erfgenaemen noort, mede vrij met sijne gerechten Heeren chijns ende moet desen cavel aen de tweede naestvolgende van delen ende cluchten uijtreijcken ende in contant betaelen elck de somme van vijtigh Rijns guldens t stuck tot veertig grooten Vlaems eens. hyer tegens sijnde de voorgenoemde Peter Wilborts in de qualiteijt als voorgenoemd, ende mede voor Jan Aert Adrieansen, Adriaen Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als voor den voorsegden Symon sijnen broeder, ende Aert Adriaen Aertssen als vader ende voight van Neeltken ende Willem sijne onmondige zoon ende dochter tot behoefte der selven samen, metten blinde lotinge hen allen ende geerfdeelt. Eerst of een stuck saylants groot omtrent seste loopensaet of alsoo groot ende cleijn ombegrepen der mate als deselve, gelegen in t eijnde de Leegstraet alhyer, Adriaen Cornelis Lambrechts oost, Melis Janssen west, Adam Claes Henricx suijt, het naervolgende parchele noort Item noch een stuck saylant groot omtrent drije ende half loopensaet of alsoo groot ende cleijn is, in de Kerckenbuijnder gelegen alhyer, de erfgenaemen van Jan Henrick Rutgers oost, Peeter Peeter Meulders cum suise west, de coorsegde seste loopensaet suijt, ende Jan Claes Keijen noort Item noch op een half buijnder saylants medegelegen in t Kerckenbuijnder de voorsegde Jan Claes Keyen oost Cornelis Wijnants west Melis Jansen suijt Peeer Symons qt qua cim suis noort Item noch op ter helft van vijf loopensaets hoylants gelegen onder Oosterhout in den Rijsdijck waer af voorsegde Peeter Andries Peeters op d’ander helft metter derde loote bevallen is de Middelkae. oost de voorsegde Rijsdijck west Peeter Peeter Cleijs Bressens suijt Anthonis Wouters noort Alle de selve parchelen mede vrij commerloos preter Heeren chijns ende sal dese cavel van de voorgaende ende eerste cavel ontfangen de somme van vijentwintich Rijns guldens eens. Ende hyer tegens is de voorgenoemde Peeter Andries Peeters voor de derde ende leste cavel bevallen ende geerfdeelt Eerst op eenen acker groot omtrent negen loopensaet of alsoo groot ende cleijn ombegrepen de maete als deselve gelegen is t eijnden de Leijen Hoek of Leeghstraet alhyer, waer inne Jan Janssen Scheij met een een loopensaet een hoeck inne is gelegen t Heesterbosch, blijven tusschen de voorsegde parthijen ende erfgenaemen gemenen ende onbedeelt oost de Leeghstraet west de weeskynt van Adriaen Dyrck Anthonissen suijt Melis Janssen noort Waer op hij, Peeter, tot sijnen last neempt een loopen ende potkan rogge ’s jaers aende pastorye alhyer, dewelcke zijn uijtgaende ende staende. Op seeckere omtrent sesse loopensaet saylants, gelegen t eijnden de voorsegde Leeghstraet in de tweede cael begrepen. Maer hij, Peeter Andries Peeters, overmits de beterschap van sijnen cavel hyer op gelegen voorsegd, is tot sijnen last neempt ende gelooft deselve jaerlijcx te blijvne uijtreicken ende deselve sesse loopensaet daer .agte bevrijen. Item noch bevallen op omtrent een half buijnder saylants, gelegen aen den Hoogendijck alhyer Peeter PEeeterssen oost Cornelis Corsten west Jan Ghijsbrechts zuijt ende Theunich stedelen noort Vrij preter Heeren chijns Item noch op d’ andre helft bevallen is Ende moet daerenboven oock doende voorsegde eerste cavel in contant ontvangen de somme van vijentwintich Rijns guldens eens. Ende of gebeurde de welcke men nochtans .. dat op dese een of dese anders gedeelte eeinger commer of aen tael mochte gerijsen meer dan hen elck is aengenaempt, geloven deselve malcanderen altijd enichtsgewijs te helpen afdraegen. Met welcke schiffinghe, scheidinghe ende deijlinghe de voorsegde parthijen verclaeren .. ende enigdelijck te vreden te sijn ende verthijende over sulcx d’aen op dese anderes gedeelt naer behooren. Waer op den Schouteth gemaent ende schepenen gewesen hebben. Actum Ultima October 1640. Puts den Schouteth Jan Dyrcx et Floris Pels, schepenen. --------------------------------------------------------------------------------------------- De akte is eind 2020 online gekomen. Met dank aan Jan van den Bergh van Doekefkes.nl voor wat eerder al te zien was op zijn site: Jan Mertens de Wagemaker - overleden 1636 als vader 1. Zoon Merten Jan Mertens ----------- Merten Merten Jan Mertens als kleinkind ----------- Maeijken Merten Jan Mertens als kleinkind, getrouwd met Jan Gijsbert Jan Cornelis, overleden voor of in 1655 ----------- Cornelis Merten Jan Mertens als kleinkind ----------- Lesken Merten Jan Mertens als kleinkind, getrouwd met Joannes Crijn Hessels (in de acte Jan Quirijn Hessels genoemd) 2. Dochter Eeltje Jan Mertens de Wagemaker, getrouwd met Aert Adriaen Jan Aerts (in de acte genoemd Aert Adriaen Aertssen) ----------- Adriaan Aert Adriaens, reeds mondig ----------- Jenneke Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, getrouwd met Peter Wilborts van Son ----------- Jan Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Symon Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Willem Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig (jongste zoon) ----------- Neeltje Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind (Cornelia), onmondig (jongste dochter) 3. Dochter Maeijken Jan Mertens de Wagemaker overleden voor of in 1640, getrouwd met Andries Peeters ----------- Peeter Andries Peeters als kleinkind Door loting verdelen zij de erfenis van Jan Mertens de Wagemaecker. De 3 kinderen zelf lijken niet meer in leven te zijn. Wie zijn er: ------------ 1. Jan Crijn Hessels, man van kleinkind Lesken (partij 1) 2. Ghijsbrecht Cornelissen, man van kleinkind Maeijken (partij 1) 3. Peeter Wilbort Jansen van Son, man van kleinkind Jenneke (partij 2) 4. Aert Adriaen Aertsen, man van overleden dochter Eeltje (partij 2) 5. Adriaen Aert Adriaensen, kleinzoon (partij 2) 6. Peeter Andries Peeters, kleinzoon (partij 3) Van de schepenbank zijn de schouteth Jan Dyrcx en schepen Floris Pels er bij. Wat komt uit de loting: -------------------------- Partij 1 1. stede aan de Groenstraat in Dongen, 10 loopensaet, 1.5 ha 2. zaai- of weiland aan de Berkenstraat onder Oosterhout, de Griendsteeg oost, 3 loopensaet, 0,5 ha 3. hooiland aan de Oosterhoutse zijde van de Groenendijk, de Groenendijk oost, 3 loopensaet, 0,5 ha 4. 25 Rijns guldens aan elke andere partij contant te betalen Partij 2 1. zaailand op het einde van de Laagstraat, 6 loopensaet, 1 ha 2. zaailand in de Kerckenbunder, 3 loopensaet, 0,5 ha 3. zaailand in de Kerckenbunder, halve bunder, 0,65 ha 4. hooiland in de Rijsdijk, de Rijsdijk west, voor de helft van 5 loopensaet, 0,75 ha 5. 25 Rijns guldens van partij 1 Partij 3 1. akker aan het einde van de Leijen Hoek of Laagstraat, de Laagstraat west, 9 loopensaet, 1,35 ha 2. zaailand aan den Hoge Dijk, halve bunder, 0,65 ha 3. hooiland, de andere helft van partij 2, perceel 4 4. 25 Rijns guldens van partij 1 De stede lag aan de Groenstraat. --------------------------------------- Jan Mertens de Wagemaker heeft de stede gebruikt en bewoont, en is er ook gestorven. Hij zal daar met zijn vrouw en kinderen gewoond hebben. Vanaf welk moment kan ik hier niet bepalen. Wellicht nog meer te vinden in de cohieren van het hoofdgeld. In het kadaster van 1811-1832 gekeken of ik de perceeleigenaren nog kon koppelen aan iemand van partij 1, maar dat is me niet gelukt. Hierdoor heb ik de precieze locatie niet kunnen bepalen. De percelen: gelegen aan t einde van de Laagstraat, aan de Hoge Dijk, aan de Berkenstraat, zullen dichtbij gelegen hebben. Die aan de Groenendijk, Rijsdijk en Kerckenbunder liggen wat verder weg, maar de stede blijft dan behoorlijk centraal liggen. Waar kwamen zij bij elkaar? -------------------------------- Op de kadasterkaart van 1811-1832 staat t Raadhuis aan de (protestante) kerk vast, naast de toren. Of die ook al in gebruik was toen die nog katholiek was, in 1640, als schepenbank, weet ik niet. (Kadaster Dongen 1811-1832, Sectie G, perceel 246) |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 101, pagina 46r, 31 oktober 1640, Erfdeling goederen van Jan Mertens de Wagemaker] |
van 22-04-1655 tot 25-01-1655 | RAT Schepenbank Dongen RA 104, pagina 202v-204v, scanpagina 232-233-234, 22 en 25 april 1655, verkoopakte van uitgedolven moergronden gelegen op Cleijn Dongen De verkoop bestaat uit 2 akten, van donderdag 22 april en zondag 25 april. De akte van 22 april 1655: ------------------------------- Anthonis Merten Jan Mertens, als man ende voight van Lijntjen Adriaen Mertens, waarvoor hij hem sterck maeckende. Claes Peeter Peeter Bressers voor hem selve ende beneffens Peeter Peeter Cleijs Bressers, sijne vader, hem noch sterck maeckende voor Cornelis ende Wouter Peeter Peeter Bressers, sijne broeders, daer respective moeder af was Dingna Adriaen Mertens Peeter Peeter Jan Luijcken soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Adriaen, sijnen broeder, ende moeder af was Eeltjen Adriaen Mertens tsamen voor een derde part in t derde part Jan Jan Jan Claes Brebers, hem sterck maeckende als vervanger voor Jan Jan Jansen, mits sijn sreckte mondelinge gelast sijn Jan Joost Roeloftsen, als mondelinge lasthebber ende hem sterck maeckende voor Anneken Jan Cleijs Brebers, Jan Claes Jan Cleijs Brebers, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Cornelis Claes, sijne broeder tsamen erfgenaemen van Jenneken Jan Adriaen Wagemaecker Sijken Wouter janssen, weduwe van Cornelis Govaert Willemen, geassisteert met Wijnant Adriaen Vennemans, als haeren gecoren voight. Desselven Wijnant Adriaen Jacobs voor hem selven, en hem sterck maeckende voor de vier weeskinderen van Jan Adriaen Vennemans, daer moeder ende grootmoeder af was Lesken Jan Adriaens Wagemaecker. Jenneken Peeter Jan de Wagemaecker, getrouwt met Cornelis Jan Verhoeven, geassisteert, mits de absentie van haerdere man, met Wijnant Adriaen Vennemans, haeren gecoren voight in desen. Soo voor haer selven, als haer sterck maeckende voor Peerken Peeter Jan Wagemaecker, woonende in Vlaanderen, haere suster tsamen voor een derde part. Peeter Janssen int Broeck, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende en in desen vervangende voor de twee weeskinderen van Merten Janssen int Broeck, erfgenaemen van Maeijken Mertens tsamen voor een vierde part in een derde part. Respective van anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden, vercoft omme af Jan Adriaen Janssen voor de twee derde part ende Peeter Geerit Anthonissen voor een derde part, respective ieder sijn gedeelte in anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden lant, liggende in henne stede ende goeden op Cleijn (Dongen), streckende van rijvel (?) tot sijne hoogheits Vaert toe, Adriaen Symonssen Coppelaers erfgenaemen suijt, ende hen cooperen andere erftve noort Te vrijen etc, commerloos preter Heeren chijns Gevest Actum 22 april 1655 Present Sijnenbuijck, van Loon, Wouter Janssen Ruijsenaer, schepenen De akte van 25 april 1655: ------------------------------- Merten Merten Jan Mertens, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Cornelis Merten de Wagemaecker, Lesken, sijne suster met Jan Crijnen, Maeijcken, sijne suster Saliger van Jan Gijsbrechts tsamen voor een vierde part int derde part Peeter Jan Peeterssen Brecht (?) soo voor hem selven, ende als uijtgerecht hebbende Rochus ende Marinus, sijne broeders, ende Martini, sijne suster, getrouwt Corstiaen Schalcken, voor gelijcke vierde part in derde part van derde part van anderhalf roede Anthonis Bernaert Driessen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende voor Maeijken, sijne suster ende Claes Thomassen, haeren man, tsamen de helft van gelijcke vierde part in derde part van derde part van anderhalft roede voorsegd. Symon Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende ende bij desen vervanger voor Adriaen, Jan en Willem, sijne broeders, Neeltjen, sijne suster met Roelof Huijbrechts Roeloftsen, haeren man ende voor Jenneken, sijne suster met Peeter Wilborts, haeren man, daer moeder af was Eeltgen Jan Merten de Wagemaecker. Tsamen voor een vierde part in t derde part van ’t derde part van anderhalf roede. ende hem sterck maeckende voor ’t weeskint van daer grootmoeder af was Maeijken Jan Mertens voor gelijcke een vierde part in t derde part van ’t derde part van anderhalf roeden gronden. Ende sijde de comparanten voorgenoemd elck in de qualiteijt voorsegd vercoft te hebben omme .. Jan Adriaen Janssen voor de twee derde part ende Peeter Geerit Anthonissen voor voorst. derde part, elck sijn gedeelte voorsegd in anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden, nu lant, liggende op Cleijn Dongen, in henne stede streckende int geheel van trijvel tot sijnen Hoogheijts Vaert toe. Adriaen Symons erfgenaemen, nu Jan Lenaerts, suijt, ende sijne cooperen erftun noort Vrij commerloos, preter Heeren chijns Gevest etc. Actum 25 april 1655. Puts. Fijnenbuijck ende Van loon Schepenen. ---------------------------------------------------------------------------------------------- Het gaat om de verkoop van uitgedolven moergrond (de turf is gestoken) met een breedte van 1 1/2 roede. Volgens https://www.meertens.knaw.nl/mgw/maat/9 werd bijvoorbeeld in ’s Gravenmoer gerekend met de Brabantse roede van 5,69m. Voor deze gronden ging het dan om een breedte van 8,535m. Aan het eind van de 2e akte staat dat het nu land is. Het land strekte zich uit van Trijvel of ’t Rijvel tot de (Hoogheids) Vaart. De Vaart kunnen we nog wel vinden, maar ik weet niet waar ik Trijvel of t Rijvel moet zoeken. ------------------------------------------------------------------------------------------- Een hele lijst van verkopers, over 2 akten, en 2 dagen verdeeld. Bij de eerste akte zijn de verkopers met 10 present, de tweede keer met 4. Hoe zit t met die verdeling? ------------------------------- Er is in de 1e akte gesproken van a. 1/3 part in 1/3 part: voor Lijntje, erfg. Digna en erfg. Eeltjen Adriaen Mertens b. 1/3 part: voor erfg. Jenneken Jan Adriaen de Wagemaecker, erfg. Lesken Jan Adriaen de Wagemaecker, Jenneken Peeter Jan de Wagemaecker, Peerken Peter Jan de Wagemaecker c. 1/4 part in 1/3 part: voor Maeijken Mertens (niet preciezer aangeduid) In de 2e van: d. 1/4 part in 1/3 part: voor erfg. Merten Jan Merten de Wagemaecker e. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor Peeter Jan Peetersen, Rochus, Martini f. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor Anthonis Bernaert Driessen en Maeijken g. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor erfg. Eeltjen Jan Merten de Wagemaker h. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor erfg. Maeijken Jan Merten de Wagemaker Bij e en f is tussengevoegd het laatste deel, ofwel in 1/3e part. Bij g en h staat het er direct. Vreemd dat bij d. Meerten het part anders zou zijn dan bij g. Eeltje en h. Maeijken. Zij zijn alle kinderen van Jan Merten Adriaen de Wagemaecker. Lijkt me niet correct beschreven. Bij wie e en f horen in de relatie naar De Wagemaker is niet duidelijk. Bij b gaat het om 1/3 part. Dit zijn (klein) kinderen Jan Adriaan Jans de Wagemaker. Niet genoemd zijn Adriaenken, Adriaen, en Jan. Bij a gaat het om (klein) kinderen van Adriaen Merten Adriaen Jans de Wagemaecker en bij d, g en h om (klein) kinderen van Jan Merten Adriaen Jans de Wagemaecker. Niet genoemd zijn Adriaenken, Marijnken, Jenneken en Lijsken. Zij zijn een generatie eerder gezien van Merten Adriaen Jans de Wagemaecker, een broer van Jan. Zouden met zijn allen goed moeten zijn voor 1/3 part. Dat betekent dat van nog een zoon of dochter van Adriaen Jans de Wagemaker, er erfgenamen zijn die meedelen. Die zouden dan van c, e of f moeten komen. Wie kan de zoon of dochter geweest zijn? Peeter (met 5 kinderen), Roelof (met 5 kinderen) of Cornelia? En waarom delen ze niet alle mee? Het lijkt te gaan om 3 kinderen van Adriaen Jans de Wagemaker. De moergronden waren blijkbaar nog niet verdeeld. De kopers Jan Adriaen Jansen en Peeter Geerit Anthonissen willen de grond naast die van hun erf erbij kopen, en nu moet wel nagegaan worden van wie de grond is. Dan moet in dit geval ver terug in de tijd gegaan worden. Ter illustratie: Jenneke Aert Adriaen Jan Aerts (geboren 1619), is een dochter van Eeltjen Jan Mertens de Wagemaecker, en zij is een dochter van Jan Mertens Adriaen de Wagemaecker, en hij is een zoon van Meerten Adriaen Jans de Wagemaecker en hij is een zoon van Adriaen Jans de Wagemaecker ------------------------------------------------------------------------------------------- |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 104, pagina 202v-204v, scanpagina 232-233-234, 22 en 25 april 1655, verkoopakte van uitgedolven moergronden gelegen op Cleijn Dongen] |
31-10-1664 | doop [waarschijnlijk] Maria Petrus Willebort Janssen van Son (geb. 1664) [zie 1022,VIII] | [tante moederszijde] | [bron: Inv.nr. 06 - Oosterhout - akten van doop en trouw 1657-1678 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 2002, Doop-, trouw- en begraafboeken van Oosterhout, 1610-1810, inventarisnummer 06, blad 33] |
456 Adriani Maria Arnoldi, rk gedoopt in Oosterhout op 18 maart 1622, dochter van Arnoldus Adriani en Aleijdis Joannes, getuigen Adrianus Jacobi en Antonia Joannes |
457 Aerts Joannes Arnoldi Joannis, rk gedoopt in Oosterhout op 8 september 1624, vader Arnoldi Joannis Aerts en moeder Eelken Jan Mertens, getuigen zijn Martinus Adriaens en Maria Gisberti |
31-10-1640 | RAT Schepenbank Dongen RA 101, pagina 46r, 31 oktober 1640, Erfdeling goederen van Jan Mertens de Wagemaker Compareerde voor schepenen naergenaempt: -Jan Quirijn Hessels, als man ende voight van Lijsken Merten Jan Mertens, haere man ende voight, sijne wittige huijsfrou, ende - Ghijsbrecht Jan Cornelissen, als man ende voight van Maeijken Merten Jan Mertens, sijne huijsfrou, ende - hen tsamen noch streckmaeckende ende sij er inne vervangende voor Cornelis ende Merten, gebroederen, der voorsegde Merten Jan Mertens zonen, henne swagers in de een parthije - Peeter Wilbort Janssen van Son, als man ende voight van Jenneken Aert Adriaenssen, sijne huijsfrou, ende in quailiteijt voor hem selven, ende hem mede strek maeckende en hij er inne vervangende - Jan Aert Adriaenssen sijne onmondige swager, - Adriaen Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende voor - Symon Aert Adriaenssen, sijne onmondige gebroeder, ende de voorsegde - Aert Adriaen Aertssen als vader ende voight van - Neeltken ende - Willem, sijnde Aert Adriaenssen jongste dochter ende zone, daer moeder af was - Eeltjen Jan Mertens tsamen in de tweede parthije ende - Peeter Andries Peeters, daer moeder af was -Maeijken Jan Mertens inde derde ende leste parthije alle in dijer qualiteijt als erfgenamen van Jan Merten de Wagemaecker verclaerende ende bekende met malcanderen gedeelt te hebben. in den eersten is de voorsegde Jan Quirijnen ende Jan Gijsbrechtsen, beijde in de voorsegde qualiteijt met Cornelis ende Merten gebroederen, Jan Mertens sone tsamen bevallen ende geerfdeelt - op een aen stede, groot omtrent thijen loopensaet of alsoo groot ende .. , onbegrepen de mate, als deselve gelegen in de Groenstraat alhyer, ende den voornoemden Jan Merten de Wagemaecker dyer in sijn leven bewoont ende gebruijckt heeft ende daer uijt verstorven is, sijnde vrij commerloos, preter Heeren chijns - item noch op drije loopensaet saylant of weijlant, gelegen in de Berckenstraet onder Oosterhout de Grientsteeght oost Gijsbrecht Cornelissen west Cornelis Henrick Bouwens suijt ende Aert Adriaen Aerts cum suis noort vrij preter Heeren chijns - item noch omtrent drije loopensaet hoylant, gelegen onder Oosterhout, aen de Oosterhoutsche zijde van de Groenendijck den Groenendijck oost de weduwe van Adriaen Mertens erfgenaemen west Jan Dingemans erfgenaemen suijt, ende Jan Jansen Key erfgenaemen noort, mede vrij met sijne gerechten Heeren chijns ende moet desen cavel aen de tweede naestvolgende van delen ende cluchten uijtreijcken ende in contant betaelen elck de somme van vijtigh Rijns guldens t stuck tot veertig grooten Vlaems eens. hyer tegens sijnde de voorgenoemde Peter Wilborts in de qualiteijt als voorgenoemd, ende mede voor Jan Aert Adrieansen, Adriaen Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als voor den voorsegden Symon sijnen broeder, ende Aert Adriaen Aertssen als vader ende voight van Neeltken ende Willem sijne onmondige zoon ende dochter tot behoefte der selven samen, metten blinde lotinge hen allen ende geerfdeelt. Eerst of een stuck saylants groot omtrent seste loopensaet of alsoo groot ende cleijn ombegrepen der mate als deselve, gelegen in t eijnde de Leegstraet alhyer, Adriaen Cornelis Lambrechts oost, Melis Janssen west, Adam Claes Henricx suijt, het naervolgende parchele noort Item noch een stuck saylant groot omtrent drije ende half loopensaet of alsoo groot ende cleijn is, in de Kerckenbuijnder gelegen alhyer, de erfgenaemen van Jan Henrick Rutgers oost, Peeter Peeter Meulders cum suise west, de coorsegde seste loopensaet suijt, ende Jan Claes Keijen noort Item noch op een half buijnder saylants medegelegen in t Kerckenbuijnder de voorsegde Jan Claes Keyen oost Cornelis Wijnants west Melis Jansen suijt Peeer Symons qt qua cim suis noort Item noch op ter helft van vijf loopensaets hoylants gelegen onder Oosterhout in den Rijsdijck waer af voorsegde Peeter Andries Peeters op d’ander helft metter derde loote bevallen is de Middelkae. oost de voorsegde Rijsdijck west Peeter Peeter Cleijs Bressens suijt Anthonis Wouters noort Alle de selve parchelen mede vrij commerloos preter Heeren chijns ende sal dese cavel van de voorgaende ende eerste cavel ontfangen de somme van vijentwintich Rijns guldens eens. Ende hyer tegens is de voorgenoemde Peeter Andries Peeters voor de derde ende leste cavel bevallen ende geerfdeelt Eerst op eenen acker groot omtrent negen loopensaet of alsoo groot ende cleijn ombegrepen de maete als deselve gelegen is t eijnden de Leijen Hoek of Leeghstraet alhyer, waer inne Jan Janssen Scheij met een een loopensaet een hoeck inne is gelegen t Heesterbosch, blijven tusschen de voorsegde parthijen ende erfgenaemen gemenen ende onbedeelt oost de Leeghstraet west de weeskynt van Adriaen Dyrck Anthonissen suijt Melis Janssen noort Waer op hij, Peeter, tot sijnen last neempt een loopen ende potkan rogge ’s jaers aende pastorye alhyer, dewelcke zijn uijtgaende ende staende. Op seeckere omtrent sesse loopensaet saylants, gelegen t eijnden de voorsegde Leeghstraet in de tweede cael begrepen. Maer hij, Peeter Andries Peeters, overmits de beterschap van sijnen cavel hyer op gelegen voorsegd, is tot sijnen last neempt ende gelooft deselve jaerlijcx te blijvne uijtreicken ende deselve sesse loopensaet daer .agte bevrijen. Item noch bevallen op omtrent een half buijnder saylants, gelegen aen den Hoogendijck alhyer Peeter PEeeterssen oost Cornelis Corsten west Jan Ghijsbrechts zuijt ende Theunich stedelen noort Vrij preter Heeren chijns Item noch op d’ andre helft bevallen is Ende moet daerenboven oock doende voorsegde eerste cavel in contant ontvangen de somme van vijentwintich Rijns guldens eens. Ende of gebeurde de welcke men nochtans .. dat op dese een of dese anders gedeelte eeinger commer of aen tael mochte gerijsen meer dan hen elck is aengenaempt, geloven deselve malcanderen altijd enichtsgewijs te helpen afdraegen. Met welcke schiffinghe, scheidinghe ende deijlinghe de voorsegde parthijen verclaeren .. ende enigdelijck te vreden te sijn ende verthijende over sulcx d’aen op dese anderes gedeelt naer behooren. Waer op den Schouteth gemaent ende schepenen gewesen hebben. Actum Ultima October 1640. Puts den Schouteth Jan Dyrcx et Floris Pels, schepenen. --------------------------------------------------------------------------------------------- De akte is eind 2020 online gekomen. Met dank aan Jan van den Bergh van Doekefkes.nl voor wat eerder al te zien was op zijn site: Jan Mertens de Wagemaker - overleden 1636 als vader 1. Zoon Merten Jan Mertens ----------- Merten Merten Jan Mertens als kleinkind ----------- Maeijken Merten Jan Mertens als kleinkind, getrouwd met Jan Gijsbert Jan Cornelis, overleden voor of in 1655 ----------- Cornelis Merten Jan Mertens als kleinkind ----------- Lesken Merten Jan Mertens als kleinkind, getrouwd met Joannes Crijn Hessels (in de acte Jan Quirijn Hessels genoemd) 2. Dochter Eeltje Jan Mertens de Wagemaker, getrouwd met Aert Adriaen Jan Aerts (in de acte genoemd Aert Adriaen Aertssen) ----------- Adriaan Aert Adriaens, reeds mondig ----------- Jenneke Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, getrouwd met Peter Wilborts van Son ----------- Jan Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Symon Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Willem Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig (jongste zoon) ----------- Neeltje Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind (Cornelia), onmondig (jongste dochter) 3. Dochter Maeijken Jan Mertens de Wagemaker overleden voor of in 1640, getrouwd met Andries Peeters ----------- Peeter Andries Peeters als kleinkind Door loting verdelen zij de erfenis van Jan Mertens de Wagemaecker. De 3 kinderen zelf lijken niet meer in leven te zijn. Wie zijn er: ------------ 1. Jan Crijn Hessels, man van kleinkind Lesken (partij 1) 2. Ghijsbrecht Cornelissen, man van kleinkind Maeijken (partij 1) 3. Peeter Wilbort Jansen van Son, man van kleinkind Jenneke (partij 2) 4. Aert Adriaen Aertsen, man van overleden dochter Eeltje (partij 2) 5. Adriaen Aert Adriaensen, kleinzoon (partij 2) 6. Peeter Andries Peeters, kleinzoon (partij 3) Van de schepenbank zijn de schouteth Jan Dyrcx en schepen Floris Pels er bij. Wat komt uit de loting: -------------------------- Partij 1 1. stede aan de Groenstraat in Dongen, 10 loopensaet, 1.5 ha 2. zaai- of weiland aan de Berkenstraat onder Oosterhout, de Griendsteeg oost, 3 loopensaet, 0,5 ha 3. hooiland aan de Oosterhoutse zijde van de Groenendijk, de Groenendijk oost, 3 loopensaet, 0,5 ha 4. 25 Rijns guldens aan elke andere partij contant te betalen Partij 2 1. zaailand op het einde van de Laagstraat, 6 loopensaet, 1 ha 2. zaailand in de Kerckenbunder, 3 loopensaet, 0,5 ha 3. zaailand in de Kerckenbunder, halve bunder, 0,65 ha 4. hooiland in de Rijsdijk, de Rijsdijk west, voor de helft van 5 loopensaet, 0,75 ha 5. 25 Rijns guldens van partij 1 Partij 3 1. akker aan het einde van de Leijen Hoek of Laagstraat, de Laagstraat west, 9 loopensaet, 1,35 ha 2. zaailand aan den Hoge Dijk, halve bunder, 0,65 ha 3. hooiland, de andere helft van partij 2, perceel 4 4. 25 Rijns guldens van partij 1 De stede lag aan de Groenstraat. --------------------------------------- Jan Mertens de Wagemaker heeft de stede gebruikt en bewoont, en is er ook gestorven. Hij zal daar met zijn vrouw en kinderen gewoond hebben. Vanaf welk moment kan ik hier niet bepalen. Wellicht nog meer te vinden in de cohieren van het hoofdgeld. In het kadaster van 1811-1832 gekeken of ik de perceeleigenaren nog kon koppelen aan iemand van partij 1, maar dat is me niet gelukt. Hierdoor heb ik de precieze locatie niet kunnen bepalen. De percelen: gelegen aan t einde van de Laagstraat, aan de Hoge Dijk, aan de Berkenstraat, zullen dichtbij gelegen hebben. Die aan de Groenendijk, Rijsdijk en Kerckenbunder liggen wat verder weg, maar de stede blijft dan behoorlijk centraal liggen. Waar kwamen zij bij elkaar? -------------------------------- Op de kadasterkaart van 1811-1832 staat t Raadhuis aan de (protestante) kerk vast, naast de toren. Of die ook al in gebruik was toen die nog katholiek was, in 1640, als schepenbank, weet ik niet. (Kadaster Dongen 1811-1832, Sectie G, perceel 246) |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 101, pagina 46r, 31 oktober 1640, Erfdeling goederen van Jan Mertens de Wagemaker] |
van 22-04-1655 tot 25-01-1655 | RAT Schepenbank Dongen RA 104, pagina 202v-204v, scanpagina 232-233-234, 22 en 25 april 1655, verkoopakte van uitgedolven moergronden gelegen op Cleijn Dongen De verkoop bestaat uit 2 akten, van donderdag 22 april en zondag 25 april. De akte van 22 april 1655: ------------------------------- Anthonis Merten Jan Mertens, als man ende voight van Lijntjen Adriaen Mertens, waarvoor hij hem sterck maeckende. Claes Peeter Peeter Bressers voor hem selve ende beneffens Peeter Peeter Cleijs Bressers, sijne vader, hem noch sterck maeckende voor Cornelis ende Wouter Peeter Peeter Bressers, sijne broeders, daer respective moeder af was Dingna Adriaen Mertens Peeter Peeter Jan Luijcken soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Adriaen, sijnen broeder, ende moeder af was Eeltjen Adriaen Mertens tsamen voor een derde part in t derde part Jan Jan Jan Claes Brebers, hem sterck maeckende als vervanger voor Jan Jan Jansen, mits sijn sreckte mondelinge gelast sijn Jan Joost Roeloftsen, als mondelinge lasthebber ende hem sterck maeckende voor Anneken Jan Cleijs Brebers, Jan Claes Jan Cleijs Brebers, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Cornelis Claes, sijne broeder tsamen erfgenaemen van Jenneken Jan Adriaen Wagemaecker Sijken Wouter janssen, weduwe van Cornelis Govaert Willemen, geassisteert met Wijnant Adriaen Vennemans, als haeren gecoren voight. Desselven Wijnant Adriaen Jacobs voor hem selven, en hem sterck maeckende voor de vier weeskinderen van Jan Adriaen Vennemans, daer moeder ende grootmoeder af was Lesken Jan Adriaens Wagemaecker. Jenneken Peeter Jan de Wagemaecker, getrouwt met Cornelis Jan Verhoeven, geassisteert, mits de absentie van haerdere man, met Wijnant Adriaen Vennemans, haeren gecoren voight in desen. Soo voor haer selven, als haer sterck maeckende voor Peerken Peeter Jan Wagemaecker, woonende in Vlaanderen, haere suster tsamen voor een derde part. Peeter Janssen int Broeck, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende en in desen vervangende voor de twee weeskinderen van Merten Janssen int Broeck, erfgenaemen van Maeijken Mertens tsamen voor een vierde part in een derde part. Respective van anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden, vercoft omme af Jan Adriaen Janssen voor de twee derde part ende Peeter Geerit Anthonissen voor een derde part, respective ieder sijn gedeelte in anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden lant, liggende in henne stede ende goeden op Cleijn (Dongen), streckende van rijvel (?) tot sijne hoogheits Vaert toe, Adriaen Symonssen Coppelaers erfgenaemen suijt, ende hen cooperen andere erftve noort Te vrijen etc, commerloos preter Heeren chijns Gevest Actum 22 april 1655 Present Sijnenbuijck, van Loon, Wouter Janssen Ruijsenaer, schepenen De akte van 25 april 1655: ------------------------------- Merten Merten Jan Mertens, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Cornelis Merten de Wagemaecker, Lesken, sijne suster met Jan Crijnen, Maeijcken, sijne suster Saliger van Jan Gijsbrechts tsamen voor een vierde part int derde part Peeter Jan Peeterssen Brecht (?) soo voor hem selven, ende als uijtgerecht hebbende Rochus ende Marinus, sijne broeders, ende Martini, sijne suster, getrouwt Corstiaen Schalcken, voor gelijcke vierde part in derde part van derde part van anderhalf roede Anthonis Bernaert Driessen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende voor Maeijken, sijne suster ende Claes Thomassen, haeren man, tsamen de helft van gelijcke vierde part in derde part van derde part van anderhalft roede voorsegd. Symon Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende ende bij desen vervanger voor Adriaen, Jan en Willem, sijne broeders, Neeltjen, sijne suster met Roelof Huijbrechts Roeloftsen, haeren man ende voor Jenneken, sijne suster met Peeter Wilborts, haeren man, daer moeder af was Eeltgen Jan Merten de Wagemaecker. Tsamen voor een vierde part in t derde part van ’t derde part van anderhalf roede. ende hem sterck maeckende voor ’t weeskint van daer grootmoeder af was Maeijken Jan Mertens voor gelijcke een vierde part in t derde part van ’t derde part van anderhalf roeden gronden. Ende sijde de comparanten voorgenoemd elck in de qualiteijt voorsegd vercoft te hebben omme .. Jan Adriaen Janssen voor de twee derde part ende Peeter Geerit Anthonissen voor voorst. derde part, elck sijn gedeelte voorsegd in anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden, nu lant, liggende op Cleijn Dongen, in henne stede streckende int geheel van trijvel tot sijnen Hoogheijts Vaert toe. Adriaen Symons erfgenaemen, nu Jan Lenaerts, suijt, ende sijne cooperen erftun noort Vrij commerloos, preter Heeren chijns Gevest etc. Actum 25 april 1655. Puts. Fijnenbuijck ende Van loon Schepenen. ---------------------------------------------------------------------------------------------- Het gaat om de verkoop van uitgedolven moergrond (de turf is gestoken) met een breedte van 1 1/2 roede. Volgens https://www.meertens.knaw.nl/mgw/maat/9 werd bijvoorbeeld in ’s Gravenmoer gerekend met de Brabantse roede van 5,69m. Voor deze gronden ging het dan om een breedte van 8,535m. Aan het eind van de 2e akte staat dat het nu land is. Het land strekte zich uit van Trijvel of ’t Rijvel tot de (Hoogheids) Vaart. De Vaart kunnen we nog wel vinden, maar ik weet niet waar ik Trijvel of t Rijvel moet zoeken. ------------------------------------------------------------------------------------------- Een hele lijst van verkopers, over 2 akten, en 2 dagen verdeeld. Bij de eerste akte zijn de verkopers met 10 present, de tweede keer met 4. Hoe zit t met die verdeling? ------------------------------- Er is in de 1e akte gesproken van a. 1/3 part in 1/3 part: voor Lijntje, erfg. Digna en erfg. Eeltjen Adriaen Mertens b. 1/3 part: voor erfg. Jenneken Jan Adriaen de Wagemaecker, erfg. Lesken Jan Adriaen de Wagemaecker, Jenneken Peeter Jan de Wagemaecker, Peerken Peter Jan de Wagemaecker c. 1/4 part in 1/3 part: voor Maeijken Mertens (niet preciezer aangeduid) In de 2e van: d. 1/4 part in 1/3 part: voor erfg. Merten Jan Merten de Wagemaecker e. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor Peeter Jan Peetersen, Rochus, Martini f. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor Anthonis Bernaert Driessen en Maeijken g. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor erfg. Eeltjen Jan Merten de Wagemaker h. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor erfg. Maeijken Jan Merten de Wagemaker Bij e en f is tussengevoegd het laatste deel, ofwel in 1/3e part. Bij g en h staat het er direct. Vreemd dat bij d. Meerten het part anders zou zijn dan bij g. Eeltje en h. Maeijken. Zij zijn alle kinderen van Jan Merten Adriaen de Wagemaecker. Lijkt me niet correct beschreven. Bij wie e en f horen in de relatie naar De Wagemaker is niet duidelijk. Bij b gaat het om 1/3 part. Dit zijn (klein) kinderen Jan Adriaan Jans de Wagemaker. Niet genoemd zijn Adriaenken, Adriaen, en Jan. Bij a gaat het om (klein) kinderen van Adriaen Merten Adriaen Jans de Wagemaecker en bij d, g en h om (klein) kinderen van Jan Merten Adriaen Jans de Wagemaecker. Niet genoemd zijn Adriaenken, Marijnken, Jenneken en Lijsken. Zij zijn een generatie eerder gezien van Merten Adriaen Jans de Wagemaecker, een broer van Jan. Zouden met zijn allen goed moeten zijn voor 1/3 part. Dat betekent dat van nog een zoon of dochter van Adriaen Jans de Wagemaker, er erfgenamen zijn die meedelen. Die zouden dan van c, e of f moeten komen. Wie kan de zoon of dochter geweest zijn? Peeter (met 5 kinderen), Roelof (met 5 kinderen) of Cornelia? En waarom delen ze niet alle mee? Het lijkt te gaan om 3 kinderen van Adriaen Jans de Wagemaker. De moergronden waren blijkbaar nog niet verdeeld. De kopers Jan Adriaen Jansen en Peeter Geerit Anthonissen willen de grond naast die van hun erf erbij kopen, en nu moet wel nagegaan worden van wie de grond is. Dan moet in dit geval ver terug in de tijd gegaan worden. Ter illustratie: Jenneke Aert Adriaen Jan Aerts (geboren 1619), is een dochter van Eeltjen Jan Mertens de Wagemaecker, en zij is een dochter van Jan Mertens Adriaen de Wagemaecker, en hij is een zoon van Meerten Adriaen Jans de Wagemaecker en hij is een zoon van Adriaen Jans de Wagemaecker ------------------------------------------------------------------------------------------- |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 104, pagina 202v-204v, scanpagina 232-233-234, 22 en 25 april 1655, verkoopakte van uitgedolven moergronden gelegen op Cleijn Dongen] |
21-01-1646 | doop Johanna Petri Wilborden van Son (geb. 1646) [zie 1022,III] | [oom moederszijde] | [bron: Inv.nr. 05 - Oosterhout - akten van doop en begraven 1644-1650 (rooms-katholieke parochie) 1644-1650 folio 22, scanpagina 21] |
30-11-1667 | Uijlendonck (Dit is nu Oosteind, gemeente Oosterhout) | [bron: Inv.nr. 06 - Oosterhout - akten van doop en trouw 1657-1678 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 2002, Doop-, trouw- en begraafboeken van Oosterhout, 1610-1810, inventarisnummer 06, blad 47v] | ||
28-10-1670 | Osteindts (Oosteind, gemeente Oosterhout) | [bron: nv.nr. 06 - Oosterhout - akten van doop en trouw 1657-1678 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 2002, Doop-, trouw- en begraafboeken van Oosterhout, 1610-1810, inventarisnummer 06, blad 61v] | ||
15-09-1672 | Uijlendonck (Oosteind, gemeente Oosterhout) | [bron: Inv.nr. 06 - Oosterhout - akten van doop en trouw 1657-1678 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 2002, Doop-, trouw- en begraafboeken van Oosterhout, 1610-1810, inventarisnummer 06, blad 69v] |
31-10-1640 | RAT Schepenbank Dongen RA 101, pagina 46r, 31 oktober 1640, Erfdeling goederen van Jan Mertens de Wagemaker Compareerde voor schepenen naergenaempt: -Jan Quirijn Hessels, als man ende voight van Lijsken Merten Jan Mertens, haere man ende voight, sijne wittige huijsfrou, ende - Ghijsbrecht Jan Cornelissen, als man ende voight van Maeijken Merten Jan Mertens, sijne huijsfrou, ende - hen tsamen noch streckmaeckende ende sij er inne vervangende voor Cornelis ende Merten, gebroederen, der voorsegde Merten Jan Mertens zonen, henne swagers in de een parthije - Peeter Wilbort Janssen van Son, als man ende voight van Jenneken Aert Adriaenssen, sijne huijsfrou, ende in quailiteijt voor hem selven, ende hem mede strek maeckende en hij er inne vervangende - Jan Aert Adriaenssen sijne onmondige swager, - Adriaen Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende voor - Symon Aert Adriaenssen, sijne onmondige gebroeder, ende de voorsegde - Aert Adriaen Aertssen als vader ende voight van - Neeltken ende - Willem, sijnde Aert Adriaenssen jongste dochter ende zone, daer moeder af was - Eeltjen Jan Mertens tsamen in de tweede parthije ende - Peeter Andries Peeters, daer moeder af was -Maeijken Jan Mertens inde derde ende leste parthije alle in dijer qualiteijt als erfgenamen van Jan Merten de Wagemaecker verclaerende ende bekende met malcanderen gedeelt te hebben. in den eersten is de voorsegde Jan Quirijnen ende Jan Gijsbrechtsen, beijde in de voorsegde qualiteijt met Cornelis ende Merten gebroederen, Jan Mertens sone tsamen bevallen ende geerfdeelt - op een aen stede, groot omtrent thijen loopensaet of alsoo groot ende .. , onbegrepen de mate, als deselve gelegen in de Groenstraat alhyer, ende den voornoemden Jan Merten de Wagemaecker dyer in sijn leven bewoont ende gebruijckt heeft ende daer uijt verstorven is, sijnde vrij commerloos, preter Heeren chijns - item noch op drije loopensaet saylant of weijlant, gelegen in de Berckenstraet onder Oosterhout de Grientsteeght oost Gijsbrecht Cornelissen west Cornelis Henrick Bouwens suijt ende Aert Adriaen Aerts cum suis noort vrij preter Heeren chijns - item noch omtrent drije loopensaet hoylant, gelegen onder Oosterhout, aen de Oosterhoutsche zijde van de Groenendijck den Groenendijck oost de weduwe van Adriaen Mertens erfgenaemen west Jan Dingemans erfgenaemen suijt, ende Jan Jansen Key erfgenaemen noort, mede vrij met sijne gerechten Heeren chijns ende moet desen cavel aen de tweede naestvolgende van delen ende cluchten uijtreijcken ende in contant betaelen elck de somme van vijtigh Rijns guldens t stuck tot veertig grooten Vlaems eens. hyer tegens sijnde de voorgenoemde Peter Wilborts in de qualiteijt als voorgenoemd, ende mede voor Jan Aert Adrieansen, Adriaen Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als voor den voorsegden Symon sijnen broeder, ende Aert Adriaen Aertssen als vader ende voight van Neeltken ende Willem sijne onmondige zoon ende dochter tot behoefte der selven samen, metten blinde lotinge hen allen ende geerfdeelt. Eerst of een stuck saylants groot omtrent seste loopensaet of alsoo groot ende cleijn ombegrepen der mate als deselve, gelegen in t eijnde de Leegstraet alhyer, Adriaen Cornelis Lambrechts oost, Melis Janssen west, Adam Claes Henricx suijt, het naervolgende parchele noort Item noch een stuck saylant groot omtrent drije ende half loopensaet of alsoo groot ende cleijn is, in de Kerckenbuijnder gelegen alhyer, de erfgenaemen van Jan Henrick Rutgers oost, Peeter Peeter Meulders cum suise west, de coorsegde seste loopensaet suijt, ende Jan Claes Keijen noort Item noch op een half buijnder saylants medegelegen in t Kerckenbuijnder de voorsegde Jan Claes Keyen oost Cornelis Wijnants west Melis Jansen suijt Peeer Symons qt qua cim suis noort Item noch op ter helft van vijf loopensaets hoylants gelegen onder Oosterhout in den Rijsdijck waer af voorsegde Peeter Andries Peeters op d’ander helft metter derde loote bevallen is de Middelkae. oost de voorsegde Rijsdijck west Peeter Peeter Cleijs Bressens suijt Anthonis Wouters noort Alle de selve parchelen mede vrij commerloos preter Heeren chijns ende sal dese cavel van de voorgaende ende eerste cavel ontfangen de somme van vijentwintich Rijns guldens eens. Ende hyer tegens is de voorgenoemde Peeter Andries Peeters voor de derde ende leste cavel bevallen ende geerfdeelt Eerst op eenen acker groot omtrent negen loopensaet of alsoo groot ende cleijn ombegrepen de maete als deselve gelegen is t eijnden de Leijen Hoek of Leeghstraet alhyer, waer inne Jan Janssen Scheij met een een loopensaet een hoeck inne is gelegen t Heesterbosch, blijven tusschen de voorsegde parthijen ende erfgenaemen gemenen ende onbedeelt oost de Leeghstraet west de weeskynt van Adriaen Dyrck Anthonissen suijt Melis Janssen noort Waer op hij, Peeter, tot sijnen last neempt een loopen ende potkan rogge ’s jaers aende pastorye alhyer, dewelcke zijn uijtgaende ende staende. Op seeckere omtrent sesse loopensaet saylants, gelegen t eijnden de voorsegde Leeghstraet in de tweede cael begrepen. Maer hij, Peeter Andries Peeters, overmits de beterschap van sijnen cavel hyer op gelegen voorsegd, is tot sijnen last neempt ende gelooft deselve jaerlijcx te blijvne uijtreicken ende deselve sesse loopensaet daer .agte bevrijen. Item noch bevallen op omtrent een half buijnder saylants, gelegen aen den Hoogendijck alhyer Peeter PEeeterssen oost Cornelis Corsten west Jan Ghijsbrechts zuijt ende Theunich stedelen noort Vrij preter Heeren chijns Item noch op d’ andre helft bevallen is Ende moet daerenboven oock doende voorsegde eerste cavel in contant ontvangen de somme van vijentwintich Rijns guldens eens. Ende of gebeurde de welcke men nochtans .. dat op dese een of dese anders gedeelte eeinger commer of aen tael mochte gerijsen meer dan hen elck is aengenaempt, geloven deselve malcanderen altijd enichtsgewijs te helpen afdraegen. Met welcke schiffinghe, scheidinghe ende deijlinghe de voorsegde parthijen verclaeren .. ende enigdelijck te vreden te sijn ende verthijende over sulcx d’aen op dese anderes gedeelt naer behooren. Waer op den Schouteth gemaent ende schepenen gewesen hebben. Actum Ultima October 1640. Puts den Schouteth Jan Dyrcx et Floris Pels, schepenen. --------------------------------------------------------------------------------------------- De akte is eind 2020 online gekomen. Met dank aan Jan van den Bergh van Doekefkes.nl voor wat eerder al te zien was op zijn site: Jan Mertens de Wagemaker - overleden 1636 als vader 1. Zoon Merten Jan Mertens ----------- Merten Merten Jan Mertens als kleinkind ----------- Maeijken Merten Jan Mertens als kleinkind, getrouwd met Jan Gijsbert Jan Cornelis, overleden voor of in 1655 ----------- Cornelis Merten Jan Mertens als kleinkind ----------- Lesken Merten Jan Mertens als kleinkind, getrouwd met Joannes Crijn Hessels (in de acte Jan Quirijn Hessels genoemd) 2. Dochter Eeltje Jan Mertens de Wagemaker, getrouwd met Aert Adriaen Jan Aerts (in de acte genoemd Aert Adriaen Aertssen) ----------- Adriaan Aert Adriaens, reeds mondig ----------- Jenneke Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, getrouwd met Peter Wilborts van Son ----------- Jan Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Symon Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Willem Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig (jongste zoon) ----------- Neeltje Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind (Cornelia), onmondig (jongste dochter) 3. Dochter Maeijken Jan Mertens de Wagemaker overleden voor of in 1640, getrouwd met Andries Peeters ----------- Peeter Andries Peeters als kleinkind Door loting verdelen zij de erfenis van Jan Mertens de Wagemaecker. De 3 kinderen zelf lijken niet meer in leven te zijn. Wie zijn er: ------------ 1. Jan Crijn Hessels, man van kleinkind Lesken (partij 1) 2. Ghijsbrecht Cornelissen, man van kleinkind Maeijken (partij 1) 3. Peeter Wilbort Jansen van Son, man van kleinkind Jenneke (partij 2) 4. Aert Adriaen Aertsen, man van overleden dochter Eeltje (partij 2) 5. Adriaen Aert Adriaensen, kleinzoon (partij 2) 6. Peeter Andries Peeters, kleinzoon (partij 3) Van de schepenbank zijn de schouteth Jan Dyrcx en schepen Floris Pels er bij. Wat komt uit de loting: -------------------------- Partij 1 1. stede aan de Groenstraat in Dongen, 10 loopensaet, 1.5 ha 2. zaai- of weiland aan de Berkenstraat onder Oosterhout, de Griendsteeg oost, 3 loopensaet, 0,5 ha 3. hooiland aan de Oosterhoutse zijde van de Groenendijk, de Groenendijk oost, 3 loopensaet, 0,5 ha 4. 25 Rijns guldens aan elke andere partij contant te betalen Partij 2 1. zaailand op het einde van de Laagstraat, 6 loopensaet, 1 ha 2. zaailand in de Kerckenbunder, 3 loopensaet, 0,5 ha 3. zaailand in de Kerckenbunder, halve bunder, 0,65 ha 4. hooiland in de Rijsdijk, de Rijsdijk west, voor de helft van 5 loopensaet, 0,75 ha 5. 25 Rijns guldens van partij 1 Partij 3 1. akker aan het einde van de Leijen Hoek of Laagstraat, de Laagstraat west, 9 loopensaet, 1,35 ha 2. zaailand aan den Hoge Dijk, halve bunder, 0,65 ha 3. hooiland, de andere helft van partij 2, perceel 4 4. 25 Rijns guldens van partij 1 De stede lag aan de Groenstraat. --------------------------------------- Jan Mertens de Wagemaker heeft de stede gebruikt en bewoont, en is er ook gestorven. Hij zal daar met zijn vrouw en kinderen gewoond hebben. Vanaf welk moment kan ik hier niet bepalen. Wellicht nog meer te vinden in de cohieren van het hoofdgeld. In het kadaster van 1811-1832 gekeken of ik de perceeleigenaren nog kon koppelen aan iemand van partij 1, maar dat is me niet gelukt. Hierdoor heb ik de precieze locatie niet kunnen bepalen. De percelen: gelegen aan t einde van de Laagstraat, aan de Hoge Dijk, aan de Berkenstraat, zullen dichtbij gelegen hebben. Die aan de Groenendijk, Rijsdijk en Kerckenbunder liggen wat verder weg, maar de stede blijft dan behoorlijk centraal liggen. Waar kwamen zij bij elkaar? -------------------------------- Op de kadasterkaart van 1811-1832 staat t Raadhuis aan de (protestante) kerk vast, naast de toren. Of die ook al in gebruik was toen die nog katholiek was, in 1640, als schepenbank, weet ik niet. (Kadaster Dongen 1811-1832, Sectie G, perceel 246) |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 101, pagina 46r, 31 oktober 1640, Erfdeling goederen van Jan Mertens de Wagemaker] |
van 22-04-1655 tot 25-01-1655 | RAT Schepenbank Dongen RA 104, pagina 202v-204v, scanpagina 232-233-234, 22 en 25 april 1655, verkoopakte van uitgedolven moergronden gelegen op Cleijn Dongen De verkoop bestaat uit 2 akten, van donderdag 22 april en zondag 25 april. De akte van 22 april 1655: ------------------------------- Anthonis Merten Jan Mertens, als man ende voight van Lijntjen Adriaen Mertens, waarvoor hij hem sterck maeckende. Claes Peeter Peeter Bressers voor hem selve ende beneffens Peeter Peeter Cleijs Bressers, sijne vader, hem noch sterck maeckende voor Cornelis ende Wouter Peeter Peeter Bressers, sijne broeders, daer respective moeder af was Dingna Adriaen Mertens Peeter Peeter Jan Luijcken soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Adriaen, sijnen broeder, ende moeder af was Eeltjen Adriaen Mertens tsamen voor een derde part in t derde part Jan Jan Jan Claes Brebers, hem sterck maeckende als vervanger voor Jan Jan Jansen, mits sijn sreckte mondelinge gelast sijn Jan Joost Roeloftsen, als mondelinge lasthebber ende hem sterck maeckende voor Anneken Jan Cleijs Brebers, Jan Claes Jan Cleijs Brebers, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Cornelis Claes, sijne broeder tsamen erfgenaemen van Jenneken Jan Adriaen Wagemaecker Sijken Wouter janssen, weduwe van Cornelis Govaert Willemen, geassisteert met Wijnant Adriaen Vennemans, als haeren gecoren voight. Desselven Wijnant Adriaen Jacobs voor hem selven, en hem sterck maeckende voor de vier weeskinderen van Jan Adriaen Vennemans, daer moeder ende grootmoeder af was Lesken Jan Adriaens Wagemaecker. Jenneken Peeter Jan de Wagemaecker, getrouwt met Cornelis Jan Verhoeven, geassisteert, mits de absentie van haerdere man, met Wijnant Adriaen Vennemans, haeren gecoren voight in desen. Soo voor haer selven, als haer sterck maeckende voor Peerken Peeter Jan Wagemaecker, woonende in Vlaanderen, haere suster tsamen voor een derde part. Peeter Janssen int Broeck, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende en in desen vervangende voor de twee weeskinderen van Merten Janssen int Broeck, erfgenaemen van Maeijken Mertens tsamen voor een vierde part in een derde part. Respective van anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden, vercoft omme af Jan Adriaen Janssen voor de twee derde part ende Peeter Geerit Anthonissen voor een derde part, respective ieder sijn gedeelte in anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden lant, liggende in henne stede ende goeden op Cleijn (Dongen), streckende van rijvel (?) tot sijne hoogheits Vaert toe, Adriaen Symonssen Coppelaers erfgenaemen suijt, ende hen cooperen andere erftve noort Te vrijen etc, commerloos preter Heeren chijns Gevest Actum 22 april 1655 Present Sijnenbuijck, van Loon, Wouter Janssen Ruijsenaer, schepenen De akte van 25 april 1655: ------------------------------- Merten Merten Jan Mertens, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Cornelis Merten de Wagemaecker, Lesken, sijne suster met Jan Crijnen, Maeijcken, sijne suster Saliger van Jan Gijsbrechts tsamen voor een vierde part int derde part Peeter Jan Peeterssen Brecht (?) soo voor hem selven, ende als uijtgerecht hebbende Rochus ende Marinus, sijne broeders, ende Martini, sijne suster, getrouwt Corstiaen Schalcken, voor gelijcke vierde part in derde part van derde part van anderhalf roede Anthonis Bernaert Driessen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende voor Maeijken, sijne suster ende Claes Thomassen, haeren man, tsamen de helft van gelijcke vierde part in derde part van derde part van anderhalft roede voorsegd. Symon Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende ende bij desen vervanger voor Adriaen, Jan en Willem, sijne broeders, Neeltjen, sijne suster met Roelof Huijbrechts Roeloftsen, haeren man ende voor Jenneken, sijne suster met Peeter Wilborts, haeren man, daer moeder af was Eeltgen Jan Merten de Wagemaecker. Tsamen voor een vierde part in t derde part van ’t derde part van anderhalf roede. ende hem sterck maeckende voor ’t weeskint van daer grootmoeder af was Maeijken Jan Mertens voor gelijcke een vierde part in t derde part van ’t derde part van anderhalf roeden gronden. Ende sijde de comparanten voorgenoemd elck in de qualiteijt voorsegd vercoft te hebben omme .. Jan Adriaen Janssen voor de twee derde part ende Peeter Geerit Anthonissen voor voorst. derde part, elck sijn gedeelte voorsegd in anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden, nu lant, liggende op Cleijn Dongen, in henne stede streckende int geheel van trijvel tot sijnen Hoogheijts Vaert toe. Adriaen Symons erfgenaemen, nu Jan Lenaerts, suijt, ende sijne cooperen erftun noort Vrij commerloos, preter Heeren chijns Gevest etc. Actum 25 april 1655. Puts. Fijnenbuijck ende Van loon Schepenen. ---------------------------------------------------------------------------------------------- Het gaat om de verkoop van uitgedolven moergrond (de turf is gestoken) met een breedte van 1 1/2 roede. Volgens https://www.meertens.knaw.nl/mgw/maat/9 werd bijvoorbeeld in ’s Gravenmoer gerekend met de Brabantse roede van 5,69m. Voor deze gronden ging het dan om een breedte van 8,535m. Aan het eind van de 2e akte staat dat het nu land is. Het land strekte zich uit van Trijvel of ’t Rijvel tot de (Hoogheids) Vaart. De Vaart kunnen we nog wel vinden, maar ik weet niet waar ik Trijvel of t Rijvel moet zoeken. ------------------------------------------------------------------------------------------- Een hele lijst van verkopers, over 2 akten, en 2 dagen verdeeld. Bij de eerste akte zijn de verkopers met 10 present, de tweede keer met 4. Hoe zit t met die verdeling? ------------------------------- Er is in de 1e akte gesproken van a. 1/3 part in 1/3 part: voor Lijntje, erfg. Digna en erfg. Eeltjen Adriaen Mertens b. 1/3 part: voor erfg. Jenneken Jan Adriaen de Wagemaecker, erfg. Lesken Jan Adriaen de Wagemaecker, Jenneken Peeter Jan de Wagemaecker, Peerken Peter Jan de Wagemaecker c. 1/4 part in 1/3 part: voor Maeijken Mertens (niet preciezer aangeduid) In de 2e van: d. 1/4 part in 1/3 part: voor erfg. Merten Jan Merten de Wagemaecker e. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor Peeter Jan Peetersen, Rochus, Martini f. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor Anthonis Bernaert Driessen en Maeijken g. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor erfg. Eeltjen Jan Merten de Wagemaker h. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor erfg. Maeijken Jan Merten de Wagemaker Bij e en f is tussengevoegd het laatste deel, ofwel in 1/3e part. Bij g en h staat het er direct. Vreemd dat bij d. Meerten het part anders zou zijn dan bij g. Eeltje en h. Maeijken. Zij zijn alle kinderen van Jan Merten Adriaen de Wagemaecker. Lijkt me niet correct beschreven. Bij wie e en f horen in de relatie naar De Wagemaker is niet duidelijk. Bij b gaat het om 1/3 part. Dit zijn (klein) kinderen Jan Adriaan Jans de Wagemaker. Niet genoemd zijn Adriaenken, Adriaen, en Jan. Bij a gaat het om (klein) kinderen van Adriaen Merten Adriaen Jans de Wagemaecker en bij d, g en h om (klein) kinderen van Jan Merten Adriaen Jans de Wagemaecker. Niet genoemd zijn Adriaenken, Marijnken, Jenneken en Lijsken. Zij zijn een generatie eerder gezien van Merten Adriaen Jans de Wagemaecker, een broer van Jan. Zouden met zijn allen goed moeten zijn voor 1/3 part. Dat betekent dat van nog een zoon of dochter van Adriaen Jans de Wagemaker, er erfgenamen zijn die meedelen. Die zouden dan van c, e of f moeten komen. Wie kan de zoon of dochter geweest zijn? Peeter (met 5 kinderen), Roelof (met 5 kinderen) of Cornelia? En waarom delen ze niet alle mee? Het lijkt te gaan om 3 kinderen van Adriaen Jans de Wagemaker. De moergronden waren blijkbaar nog niet verdeeld. De kopers Jan Adriaen Jansen en Peeter Geerit Anthonissen willen de grond naast die van hun erf erbij kopen, en nu moet wel nagegaan worden van wie de grond is. Dan moet in dit geval ver terug in de tijd gegaan worden. Ter illustratie: Jenneke Aert Adriaen Jan Aerts (geboren 1619), is een dochter van Eeltjen Jan Mertens de Wagemaecker, en zij is een dochter van Jan Mertens Adriaen de Wagemaecker, en hij is een zoon van Meerten Adriaen Jans de Wagemaecker en hij is een zoon van Adriaen Jans de Wagemaecker ------------------------------------------------------------------------------------------- |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 104, pagina 202v-204v, scanpagina 232-233-234, 22 en 25 april 1655, verkoopakte van uitgedolven moergronden gelegen op Cleijn Dongen] | ||
01-12-1659 | RAT Notariële akte Oosterhout Inventaris 21 folio 69, 70 scan 84-85, ten kantore van notaris Adriaen Ruijssenaers, 1 december 1659 Willem Aert Adriaensen heeft aan zijn broer Jan Aert Adriaensen zijn gerechte 1/5 part van zijn vader Aert Adriaen Jan Aerts in de stede voor de som vn 270 gulden. Het bedrag zal in 3 termijnen betaald worden. 1/3 bij de vest, het 2e deel het jaar daarop e het laatste deel het jaar daarop. Willem verklaart ook dat hij moergronden onder Dongen voor 5 guden verkocht heeft aan zijn broer en aan Peeter Wilberts van Son (getrouwd met zijn zus Jenneken). Ondertekenen: Willem, Jan, en Peeter, als ook de getuigen Antonis Adriaen Ruijssenaers (waarschijnlijk de zoon van de notaris) en Joost joosten van Bael Op 4 februari 1664 verklaart en ondertekent Willem dat alles betaald is. |
[bron: RAT Notariële akte Oosterhout Inventaris 21 folio 69, 70 scan 84-85, ten kantore van notaris Adriaen Ruijssenaers, 1 december 1659] |
25-01-1649 | doop Meerten van Son (1649-na 1703) [zie 1022,IV] | [oom moederszijde] | [bron: Inv.nr. 05 - Oosterhout - akten van doop en begraven 1644-1650 (rooms-katholieke parochie) 1644-1650 folio 55, scanpagina 53] |
30-11-1667 | Uijlendonck (Dit is nu Oosteind, gemeente Oosterhout) | [bron: Inv.nr. 06 - Oosterhout - akten van doop en trouw 1657-1678 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 2002, Doop-, trouw- en begraafboeken van Oosterhout, 1610-1810, inventarisnummer 06, blad 47v] | ||
28-10-1670 | Osteindts (Oosteind, gemeente Oosterhout) | [bron: nv.nr. 06 - Oosterhout - akten van doop en trouw 1657-1678 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 2002, Doop-, trouw- en begraafboeken van Oosterhout, 1610-1810, inventarisnummer 06, blad 61v] | ||
15-09-1672 | Uijlendonck (Oosteind, gemeente Oosterhout) | [bron: Inv.nr. 06 - Oosterhout - akten van doop en trouw 1657-1678 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 2002, Doop-, trouw- en begraafboeken van Oosterhout, 1610-1810, inventarisnummer 06, blad 69v] |
31-10-1640 | RAT Schepenbank Dongen RA 101, pagina 46r, 31 oktober 1640, Erfdeling goederen van Jan Mertens de Wagemaker Compareerde voor schepenen naergenaempt: -Jan Quirijn Hessels, als man ende voight van Lijsken Merten Jan Mertens, haere man ende voight, sijne wittige huijsfrou, ende - Ghijsbrecht Jan Cornelissen, als man ende voight van Maeijken Merten Jan Mertens, sijne huijsfrou, ende - hen tsamen noch streckmaeckende ende sij er inne vervangende voor Cornelis ende Merten, gebroederen, der voorsegde Merten Jan Mertens zonen, henne swagers in de een parthije - Peeter Wilbort Janssen van Son, als man ende voight van Jenneken Aert Adriaenssen, sijne huijsfrou, ende in quailiteijt voor hem selven, ende hem mede strek maeckende en hij er inne vervangende - Jan Aert Adriaenssen sijne onmondige swager, - Adriaen Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende voor - Symon Aert Adriaenssen, sijne onmondige gebroeder, ende de voorsegde - Aert Adriaen Aertssen als vader ende voight van - Neeltken ende - Willem, sijnde Aert Adriaenssen jongste dochter ende zone, daer moeder af was - Eeltjen Jan Mertens tsamen in de tweede parthije ende - Peeter Andries Peeters, daer moeder af was -Maeijken Jan Mertens inde derde ende leste parthije alle in dijer qualiteijt als erfgenamen van Jan Merten de Wagemaecker verclaerende ende bekende met malcanderen gedeelt te hebben. in den eersten is de voorsegde Jan Quirijnen ende Jan Gijsbrechtsen, beijde in de voorsegde qualiteijt met Cornelis ende Merten gebroederen, Jan Mertens sone tsamen bevallen ende geerfdeelt - op een aen stede, groot omtrent thijen loopensaet of alsoo groot ende .. , onbegrepen de mate, als deselve gelegen in de Groenstraat alhyer, ende den voornoemden Jan Merten de Wagemaecker dyer in sijn leven bewoont ende gebruijckt heeft ende daer uijt verstorven is, sijnde vrij commerloos, preter Heeren chijns - item noch op drije loopensaet saylant of weijlant, gelegen in de Berckenstraet onder Oosterhout de Grientsteeght oost Gijsbrecht Cornelissen west Cornelis Henrick Bouwens suijt ende Aert Adriaen Aerts cum suis noort vrij preter Heeren chijns - item noch omtrent drije loopensaet hoylant, gelegen onder Oosterhout, aen de Oosterhoutsche zijde van de Groenendijck den Groenendijck oost de weduwe van Adriaen Mertens erfgenaemen west Jan Dingemans erfgenaemen suijt, ende Jan Jansen Key erfgenaemen noort, mede vrij met sijne gerechten Heeren chijns ende moet desen cavel aen de tweede naestvolgende van delen ende cluchten uijtreijcken ende in contant betaelen elck de somme van vijtigh Rijns guldens t stuck tot veertig grooten Vlaems eens. hyer tegens sijnde de voorgenoemde Peter Wilborts in de qualiteijt als voorgenoemd, ende mede voor Jan Aert Adrieansen, Adriaen Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als voor den voorsegden Symon sijnen broeder, ende Aert Adriaen Aertssen als vader ende voight van Neeltken ende Willem sijne onmondige zoon ende dochter tot behoefte der selven samen, metten blinde lotinge hen allen ende geerfdeelt. Eerst of een stuck saylants groot omtrent seste loopensaet of alsoo groot ende cleijn ombegrepen der mate als deselve, gelegen in t eijnde de Leegstraet alhyer, Adriaen Cornelis Lambrechts oost, Melis Janssen west, Adam Claes Henricx suijt, het naervolgende parchele noort Item noch een stuck saylant groot omtrent drije ende half loopensaet of alsoo groot ende cleijn is, in de Kerckenbuijnder gelegen alhyer, de erfgenaemen van Jan Henrick Rutgers oost, Peeter Peeter Meulders cum suise west, de coorsegde seste loopensaet suijt, ende Jan Claes Keijen noort Item noch op een half buijnder saylants medegelegen in t Kerckenbuijnder de voorsegde Jan Claes Keyen oost Cornelis Wijnants west Melis Jansen suijt Peeer Symons qt qua cim suis noort Item noch op ter helft van vijf loopensaets hoylants gelegen onder Oosterhout in den Rijsdijck waer af voorsegde Peeter Andries Peeters op d’ander helft metter derde loote bevallen is de Middelkae. oost de voorsegde Rijsdijck west Peeter Peeter Cleijs Bressens suijt Anthonis Wouters noort Alle de selve parchelen mede vrij commerloos preter Heeren chijns ende sal dese cavel van de voorgaende ende eerste cavel ontfangen de somme van vijentwintich Rijns guldens eens. Ende hyer tegens is de voorgenoemde Peeter Andries Peeters voor de derde ende leste cavel bevallen ende geerfdeelt Eerst op eenen acker groot omtrent negen loopensaet of alsoo groot ende cleijn ombegrepen de maete als deselve gelegen is t eijnden de Leijen Hoek of Leeghstraet alhyer, waer inne Jan Janssen Scheij met een een loopensaet een hoeck inne is gelegen t Heesterbosch, blijven tusschen de voorsegde parthijen ende erfgenaemen gemenen ende onbedeelt oost de Leeghstraet west de weeskynt van Adriaen Dyrck Anthonissen suijt Melis Janssen noort Waer op hij, Peeter, tot sijnen last neempt een loopen ende potkan rogge ’s jaers aende pastorye alhyer, dewelcke zijn uijtgaende ende staende. Op seeckere omtrent sesse loopensaet saylants, gelegen t eijnden de voorsegde Leeghstraet in de tweede cael begrepen. Maer hij, Peeter Andries Peeters, overmits de beterschap van sijnen cavel hyer op gelegen voorsegd, is tot sijnen last neempt ende gelooft deselve jaerlijcx te blijvne uijtreicken ende deselve sesse loopensaet daer .agte bevrijen. Item noch bevallen op omtrent een half buijnder saylants, gelegen aen den Hoogendijck alhyer Peeter PEeeterssen oost Cornelis Corsten west Jan Ghijsbrechts zuijt ende Theunich stedelen noort Vrij preter Heeren chijns Item noch op d’ andre helft bevallen is Ende moet daerenboven oock doende voorsegde eerste cavel in contant ontvangen de somme van vijentwintich Rijns guldens eens. Ende of gebeurde de welcke men nochtans .. dat op dese een of dese anders gedeelte eeinger commer of aen tael mochte gerijsen meer dan hen elck is aengenaempt, geloven deselve malcanderen altijd enichtsgewijs te helpen afdraegen. Met welcke schiffinghe, scheidinghe ende deijlinghe de voorsegde parthijen verclaeren .. ende enigdelijck te vreden te sijn ende verthijende over sulcx d’aen op dese anderes gedeelt naer behooren. Waer op den Schouteth gemaent ende schepenen gewesen hebben. Actum Ultima October 1640. Puts den Schouteth Jan Dyrcx et Floris Pels, schepenen. --------------------------------------------------------------------------------------------- De akte is eind 2020 online gekomen. Met dank aan Jan van den Bergh van Doekefkes.nl voor wat eerder al te zien was op zijn site: Jan Mertens de Wagemaker - overleden 1636 als vader 1. Zoon Merten Jan Mertens ----------- Merten Merten Jan Mertens als kleinkind ----------- Maeijken Merten Jan Mertens als kleinkind, getrouwd met Jan Gijsbert Jan Cornelis, overleden voor of in 1655 ----------- Cornelis Merten Jan Mertens als kleinkind ----------- Lesken Merten Jan Mertens als kleinkind, getrouwd met Joannes Crijn Hessels (in de acte Jan Quirijn Hessels genoemd) 2. Dochter Eeltje Jan Mertens de Wagemaker, getrouwd met Aert Adriaen Jan Aerts (in de acte genoemd Aert Adriaen Aertssen) ----------- Adriaan Aert Adriaens, reeds mondig ----------- Jenneke Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, getrouwd met Peter Wilborts van Son ----------- Jan Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Symon Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Willem Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig (jongste zoon) ----------- Neeltje Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind (Cornelia), onmondig (jongste dochter) 3. Dochter Maeijken Jan Mertens de Wagemaker overleden voor of in 1640, getrouwd met Andries Peeters ----------- Peeter Andries Peeters als kleinkind Door loting verdelen zij de erfenis van Jan Mertens de Wagemaecker. De 3 kinderen zelf lijken niet meer in leven te zijn. Wie zijn er: ------------ 1. Jan Crijn Hessels, man van kleinkind Lesken (partij 1) 2. Ghijsbrecht Cornelissen, man van kleinkind Maeijken (partij 1) 3. Peeter Wilbort Jansen van Son, man van kleinkind Jenneke (partij 2) 4. Aert Adriaen Aertsen, man van overleden dochter Eeltje (partij 2) 5. Adriaen Aert Adriaensen, kleinzoon (partij 2) 6. Peeter Andries Peeters, kleinzoon (partij 3) Van de schepenbank zijn de schouteth Jan Dyrcx en schepen Floris Pels er bij. Wat komt uit de loting: -------------------------- Partij 1 1. stede aan de Groenstraat in Dongen, 10 loopensaet, 1.5 ha 2. zaai- of weiland aan de Berkenstraat onder Oosterhout, de Griendsteeg oost, 3 loopensaet, 0,5 ha 3. hooiland aan de Oosterhoutse zijde van de Groenendijk, de Groenendijk oost, 3 loopensaet, 0,5 ha 4. 25 Rijns guldens aan elke andere partij contant te betalen Partij 2 1. zaailand op het einde van de Laagstraat, 6 loopensaet, 1 ha 2. zaailand in de Kerckenbunder, 3 loopensaet, 0,5 ha 3. zaailand in de Kerckenbunder, halve bunder, 0,65 ha 4. hooiland in de Rijsdijk, de Rijsdijk west, voor de helft van 5 loopensaet, 0,75 ha 5. 25 Rijns guldens van partij 1 Partij 3 1. akker aan het einde van de Leijen Hoek of Laagstraat, de Laagstraat west, 9 loopensaet, 1,35 ha 2. zaailand aan den Hoge Dijk, halve bunder, 0,65 ha 3. hooiland, de andere helft van partij 2, perceel 4 4. 25 Rijns guldens van partij 1 De stede lag aan de Groenstraat. --------------------------------------- Jan Mertens de Wagemaker heeft de stede gebruikt en bewoont, en is er ook gestorven. Hij zal daar met zijn vrouw en kinderen gewoond hebben. Vanaf welk moment kan ik hier niet bepalen. Wellicht nog meer te vinden in de cohieren van het hoofdgeld. In het kadaster van 1811-1832 gekeken of ik de perceeleigenaren nog kon koppelen aan iemand van partij 1, maar dat is me niet gelukt. Hierdoor heb ik de precieze locatie niet kunnen bepalen. De percelen: gelegen aan t einde van de Laagstraat, aan de Hoge Dijk, aan de Berkenstraat, zullen dichtbij gelegen hebben. Die aan de Groenendijk, Rijsdijk en Kerckenbunder liggen wat verder weg, maar de stede blijft dan behoorlijk centraal liggen. Waar kwamen zij bij elkaar? -------------------------------- Op de kadasterkaart van 1811-1832 staat t Raadhuis aan de (protestante) kerk vast, naast de toren. Of die ook al in gebruik was toen die nog katholiek was, in 1640, als schepenbank, weet ik niet. (Kadaster Dongen 1811-1832, Sectie G, perceel 246) |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 101, pagina 46r, 31 oktober 1640, Erfdeling goederen van Jan Mertens de Wagemaker] |
van 22-04-1655 tot 25-01-1655 | RAT Schepenbank Dongen RA 104, pagina 202v-204v, scanpagina 232-233-234, 22 en 25 april 1655, verkoopakte van uitgedolven moergronden gelegen op Cleijn Dongen De verkoop bestaat uit 2 akten, van donderdag 22 april en zondag 25 april. De akte van 22 april 1655: ------------------------------- Anthonis Merten Jan Mertens, als man ende voight van Lijntjen Adriaen Mertens, waarvoor hij hem sterck maeckende. Claes Peeter Peeter Bressers voor hem selve ende beneffens Peeter Peeter Cleijs Bressers, sijne vader, hem noch sterck maeckende voor Cornelis ende Wouter Peeter Peeter Bressers, sijne broeders, daer respective moeder af was Dingna Adriaen Mertens Peeter Peeter Jan Luijcken soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Adriaen, sijnen broeder, ende moeder af was Eeltjen Adriaen Mertens tsamen voor een derde part in t derde part Jan Jan Jan Claes Brebers, hem sterck maeckende als vervanger voor Jan Jan Jansen, mits sijn sreckte mondelinge gelast sijn Jan Joost Roeloftsen, als mondelinge lasthebber ende hem sterck maeckende voor Anneken Jan Cleijs Brebers, Jan Claes Jan Cleijs Brebers, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Cornelis Claes, sijne broeder tsamen erfgenaemen van Jenneken Jan Adriaen Wagemaecker Sijken Wouter janssen, weduwe van Cornelis Govaert Willemen, geassisteert met Wijnant Adriaen Vennemans, als haeren gecoren voight. Desselven Wijnant Adriaen Jacobs voor hem selven, en hem sterck maeckende voor de vier weeskinderen van Jan Adriaen Vennemans, daer moeder ende grootmoeder af was Lesken Jan Adriaens Wagemaecker. Jenneken Peeter Jan de Wagemaecker, getrouwt met Cornelis Jan Verhoeven, geassisteert, mits de absentie van haerdere man, met Wijnant Adriaen Vennemans, haeren gecoren voight in desen. Soo voor haer selven, als haer sterck maeckende voor Peerken Peeter Jan Wagemaecker, woonende in Vlaanderen, haere suster tsamen voor een derde part. Peeter Janssen int Broeck, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende en in desen vervangende voor de twee weeskinderen van Merten Janssen int Broeck, erfgenaemen van Maeijken Mertens tsamen voor een vierde part in een derde part. Respective van anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden, vercoft omme af Jan Adriaen Janssen voor de twee derde part ende Peeter Geerit Anthonissen voor een derde part, respective ieder sijn gedeelte in anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden lant, liggende in henne stede ende goeden op Cleijn (Dongen), streckende van rijvel (?) tot sijne hoogheits Vaert toe, Adriaen Symonssen Coppelaers erfgenaemen suijt, ende hen cooperen andere erftve noort Te vrijen etc, commerloos preter Heeren chijns Gevest Actum 22 april 1655 Present Sijnenbuijck, van Loon, Wouter Janssen Ruijsenaer, schepenen De akte van 25 april 1655: ------------------------------- Merten Merten Jan Mertens, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Cornelis Merten de Wagemaecker, Lesken, sijne suster met Jan Crijnen, Maeijcken, sijne suster Saliger van Jan Gijsbrechts tsamen voor een vierde part int derde part Peeter Jan Peeterssen Brecht (?) soo voor hem selven, ende als uijtgerecht hebbende Rochus ende Marinus, sijne broeders, ende Martini, sijne suster, getrouwt Corstiaen Schalcken, voor gelijcke vierde part in derde part van derde part van anderhalf roede Anthonis Bernaert Driessen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende voor Maeijken, sijne suster ende Claes Thomassen, haeren man, tsamen de helft van gelijcke vierde part in derde part van derde part van anderhalft roede voorsegd. Symon Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende ende bij desen vervanger voor Adriaen, Jan en Willem, sijne broeders, Neeltjen, sijne suster met Roelof Huijbrechts Roeloftsen, haeren man ende voor Jenneken, sijne suster met Peeter Wilborts, haeren man, daer moeder af was Eeltgen Jan Merten de Wagemaecker. Tsamen voor een vierde part in t derde part van ’t derde part van anderhalf roede. ende hem sterck maeckende voor ’t weeskint van daer grootmoeder af was Maeijken Jan Mertens voor gelijcke een vierde part in t derde part van ’t derde part van anderhalf roeden gronden. Ende sijde de comparanten voorgenoemd elck in de qualiteijt voorsegd vercoft te hebben omme .. Jan Adriaen Janssen voor de twee derde part ende Peeter Geerit Anthonissen voor voorst. derde part, elck sijn gedeelte voorsegd in anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden, nu lant, liggende op Cleijn Dongen, in henne stede streckende int geheel van trijvel tot sijnen Hoogheijts Vaert toe. Adriaen Symons erfgenaemen, nu Jan Lenaerts, suijt, ende sijne cooperen erftun noort Vrij commerloos, preter Heeren chijns Gevest etc. Actum 25 april 1655. Puts. Fijnenbuijck ende Van loon Schepenen. ---------------------------------------------------------------------------------------------- Het gaat om de verkoop van uitgedolven moergrond (de turf is gestoken) met een breedte van 1 1/2 roede. Volgens https://www.meertens.knaw.nl/mgw/maat/9 werd bijvoorbeeld in ’s Gravenmoer gerekend met de Brabantse roede van 5,69m. Voor deze gronden ging het dan om een breedte van 8,535m. Aan het eind van de 2e akte staat dat het nu land is. Het land strekte zich uit van Trijvel of ’t Rijvel tot de (Hoogheids) Vaart. De Vaart kunnen we nog wel vinden, maar ik weet niet waar ik Trijvel of t Rijvel moet zoeken. ------------------------------------------------------------------------------------------- Een hele lijst van verkopers, over 2 akten, en 2 dagen verdeeld. Bij de eerste akte zijn de verkopers met 10 present, de tweede keer met 4. Hoe zit t met die verdeling? ------------------------------- Er is in de 1e akte gesproken van a. 1/3 part in 1/3 part: voor Lijntje, erfg. Digna en erfg. Eeltjen Adriaen Mertens b. 1/3 part: voor erfg. Jenneken Jan Adriaen de Wagemaecker, erfg. Lesken Jan Adriaen de Wagemaecker, Jenneken Peeter Jan de Wagemaecker, Peerken Peter Jan de Wagemaecker c. 1/4 part in 1/3 part: voor Maeijken Mertens (niet preciezer aangeduid) In de 2e van: d. 1/4 part in 1/3 part: voor erfg. Merten Jan Merten de Wagemaecker e. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor Peeter Jan Peetersen, Rochus, Martini f. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor Anthonis Bernaert Driessen en Maeijken g. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor erfg. Eeltjen Jan Merten de Wagemaker h. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor erfg. Maeijken Jan Merten de Wagemaker Bij e en f is tussengevoegd het laatste deel, ofwel in 1/3e part. Bij g en h staat het er direct. Vreemd dat bij d. Meerten het part anders zou zijn dan bij g. Eeltje en h. Maeijken. Zij zijn alle kinderen van Jan Merten Adriaen de Wagemaecker. Lijkt me niet correct beschreven. Bij wie e en f horen in de relatie naar De Wagemaker is niet duidelijk. Bij b gaat het om 1/3 part. Dit zijn (klein) kinderen Jan Adriaan Jans de Wagemaker. Niet genoemd zijn Adriaenken, Adriaen, en Jan. Bij a gaat het om (klein) kinderen van Adriaen Merten Adriaen Jans de Wagemaecker en bij d, g en h om (klein) kinderen van Jan Merten Adriaen Jans de Wagemaecker. Niet genoemd zijn Adriaenken, Marijnken, Jenneken en Lijsken. Zij zijn een generatie eerder gezien van Merten Adriaen Jans de Wagemaecker, een broer van Jan. Zouden met zijn allen goed moeten zijn voor 1/3 part. Dat betekent dat van nog een zoon of dochter van Adriaen Jans de Wagemaker, er erfgenamen zijn die meedelen. Die zouden dan van c, e of f moeten komen. Wie kan de zoon of dochter geweest zijn? Peeter (met 5 kinderen), Roelof (met 5 kinderen) of Cornelia? En waarom delen ze niet alle mee? Het lijkt te gaan om 3 kinderen van Adriaen Jans de Wagemaker. De moergronden waren blijkbaar nog niet verdeeld. De kopers Jan Adriaen Jansen en Peeter Geerit Anthonissen willen de grond naast die van hun erf erbij kopen, en nu moet wel nagegaan worden van wie de grond is. Dan moet in dit geval ver terug in de tijd gegaan worden. Ter illustratie: Jenneke Aert Adriaen Jan Aerts (geboren 1619), is een dochter van Eeltjen Jan Mertens de Wagemaecker, en zij is een dochter van Jan Mertens Adriaen de Wagemaecker, en hij is een zoon van Meerten Adriaen Jans de Wagemaecker en hij is een zoon van Adriaen Jans de Wagemaecker ------------------------------------------------------------------------------------------- |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 104, pagina 202v-204v, scanpagina 232-233-234, 22 en 25 april 1655, verkoopakte van uitgedolven moergronden gelegen op Cleijn Dongen] | ||
01-12-1659 | RAT Notariële akte Oosterhout Inventaris 21 folio 69, 70 scan 84-85, ten kantore van notaris Adriaen Ruijssenaers, 1 december 1659 Willem Aert Adriaensen heeft verkocht aan zijn broer Jan Aert Adriaensen zijn gerechte 1/5 part van zijn vader Aert Adriaen Jan Aerts in de stede voor de som vn 270 gulden. Het bedrag zal in 3 termijnen betaald worden. 1/3 bij de vest, het 2e deel het jaar daarop e het laatste deel het jaar daarop. Willem verklaart ook dat hij moergronden onder Dongen voor 5 guden verkocht heeft aan zijn broer en aan Peeter Wilberts van Son (getrouwd met zijn zus Jenneken). Ondertekenen: Willem, Jan, en Peeter, als ook de getuigen Antonis Adriaen Ruijssenaers (waarschijnlijk de zoon van de notaris) en Joost joosten van Bael Op 4 februari 1664 verklaart en ondertekent Willem dat alles betaald is. |
[bron: RAT Notariële akte Oosterhout Inventaris 21 folio 69, 70 scan 84-85, ten kantore van notaris Adriaen Ruijssenaers, 1 december 1659] |
26-01-1657 | doop Jan van Son (geb. 1657) [zie 1022,VI] | [oom moederszijde] | [bron: Inv.nr. 09 - Oosterhout - doopboek 1649-1658 en 1676-1682 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 2002, Doop-, trouw- en begraafboeken van Oosterhout, 1610-1810, inventarisnummer 09, blad 55] |
465 Arisen Adriana Aert, rk gedoopt in O’hout op 5 nov. 1639, dochter van Aert Arisen en Elken Janssen, getuigen Peetrus Wilmen en Maria Arisen, van hen proc. Nelken Janssens en Janselmus Geeraerts |
07-07-1588 | Schepenbank Dongen Inv 94 f 188r, 7 juli 1588, scanpagina 221-222 Erfdeling Symon Wilboert Symonss met Jan Wilboert Symonss ter eenre, Jan Peeter Janss van Beeck, en Adriaen Peeter Janss, gebroeders, met Jan Janss van Beeck als voogd, en Peeter Willem Brebers als toesiender, in het bijzijn van Aelbrecht Aelbrechtssem behoudtoom ter andere, voor de deling van de goederen van wijlen Cornelia Cornelis Willem Brebersdochter, getrouwd met Symon Wilboert Symonss, en hun kinderen Jan en Adriaen. ----------------------------------------------------------------------------------------------- Cornelia was eerst getrouwd met Peeter Janss van Beeck, en daaruit zijn Jan en Adriaen geboren. Cornelia is hertrouwd met Symon Wilboert Symonss. Na haar overlijden worden de goederen verdeeld met Symon en zijn broer Jan aan de ene kant, en de 2 kinderen met hun voogden en oom aan de andere kant. Symon behoudt het gebruik van de stede, staande aan de Leeghstraet, alle inboedel, schulden en wederschulden. Jan en Adriaen krijgen - een blok moer van 18 loopensaet gelegen in Lemmen Aerden kynder moer, - een stuk aan het Leechveen, - de cleeden, - een stuk erve, zaai- en weiland, 6 loopensaet - hooiland in de Grientsteeg, 1/2 bunder --------------------------------------------------------------------------------------------- De stede is genoemd als onderpand in de schepenbank acte van 5 september 1568 door de vader van Jan en Adriaen: Peeter Janss van Beeck. Voor een schuld aan zijn vader: Jan Adriaen Diercx. |
[bron: Schepenbank Dongen Inv 94 f 188r, 7 juli 1588, scanpagina 221-222 Erfdeling] |
24-12-1594 | RAT Schepenbank Oosterhout, 287 Protocol later, register van vesten en opdrachten, 1593-1594, folio 83, 24 december 1594 Quam Cornelis Andries van Veken heeft vercoft Jan Wilbort Symons van Son een stede met huijs, schure ende erfenisse, daer beij gelegen omtrent 1 1/2 buijnder begrijpen of so groot ende cleijn als de selve gestaen ende gelegen is tot Uijlendonc, hem vercooper aenbestorven van zijn vader. Zoo hij seijde donderlant oost, Peter Janse van Dongen west, s heerenstraet noort, en Peter Jan Peter Cornelis zuijt. Te vreijen met 1 stuijver 14 penningen hollants geld chijns, met 3 loopensaets rogs s jaers de heiliche tafel alhier, met 4 gulden 8 penningen daervan Jan Embrecht Horsten de 3 .. gulden 8 penninge ende Stoffel Peters de 20 penningen jaerlijcx sijn heffende. Ende noch 2 .. gulden s jaers die Adriane Laureijs Gerits dochter soude daerop jaerlijcx is heffende. Gevest 24 december 94. Present Beghen Tuijs Buijs ende Cornelis Cornelis Adriaens. De 2 gulden jaerlijcx aen Adriana Laureijs Geerts zijn geginteert op den 31 .. 1641. Present Van Loon Slap. ende C. Buijks. ----------------------------------------------------------------------------------------------- De stede heeft een omvang van nu 1 1/2 bunder. Dat is bij 1 bunder=1,29 ha, 1,935 ha, ongeveer 4 voetbalvelden. Ze ligt met de noordkant aan de Uijlendonkse straat, ofwel nu de Provinciale weg. Aan de westkant Peter Janse van Dongen. ik heb in het kadaster van 1811-1832 gekeken, en vond onder perceel 552 Huis, schuur en erf van de kinderen van Johannes Antonis van Dongen, bouwman, wonend Oosteind. Er zit ruim 300 jaar tussen de aankoop van deze stede en de eerste vastlegging in het kadaster. Dit is een mogelijkheid om de stede van Jan Wilbort Symons van Sonte localiseren. Ik zou kunnen zoeken naar de relatie tussen Peter Janse van Dongen en Johannes Antonis van Dongen. Dat is best een behoorlijke klus. Er zijn ook nog percelen daar dichtbij in de buurt van Roeland Adriaan van Dongen (545, 541, 561, 562) en Jan Niclaas van Dongen (611). Als perceel 552 aan de westkant moet liggen, komt 554 op naam van Cornelis Adriaan van den Noord, huis en erf in aanmerking, mist dan wel de schuur. Perceel 555 is zijn moestuin en 559 bouwland. Die bestrijken een oppervlakte van ongeveer 2800 m2, lang geen anderhalve bunder ofwel hectare. De achterliggende percelen 600, 606 en 602 met een totaal van ongeveer 6500 m2 staan op naam van Cornelis C. van den Noord. Samen goed voor bijna een hectare. De steden zijn gelegen op de T-splitsing met de Groenendijk, en een behoorlijk eind richting Dongen. |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout, 287 Protocol later, register van vesten en opdrachten, 1593-1594, folio 83, 24 december 1594] |
19-01-1619 | RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 295 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1619-1624, folio 4v en 5v en r, 19 januari 1619 "Compareerde Wilbort Jan Wilborts, weduwnaar van wijlen Godela Peter Jan Peter Cnapen saliger ter eenre, Jacob Peter Jan Peter Cnapen als moederlijke oom en voogd en Symon Jan Wilborts als vaderlijke oom en toesiender van Jan, Peter en Marten, onbejaerde kinderen van voorsegde Wilbort Jan Wilborts ende Godela Peter Jan Peter Cnapen saliger ter andere zijde. Ende verklaarden en bekenden partijen voorsegd, onderling in goede vriendschappen te zijn overcomen en veraccordeert van en aangaande goederen zoo erfelijke en haefelijcke, actien, schulden en crediten, die de voorsegde Godela Peter Jan Peter Cnapen saliger achtergelaten en mette dood geruimd heeft en die bij de voorsegde erfgenamen enigszins geeist zouden mogen wesen, geen ervan uitgezonderd, en dat in de forme en op de conditien naerbeschreven. Te weten zal de voorsegde Wilbort Jan Wilborts schuldig gehoude zijn, gelijk hij oet geloefe mits desen, zijne drie kinderen voornoemd, eerlijk ende tamelijk te alimenteren en onderhouden van eten en drincken, klederen. .ullen, en sijnde ziek en gezond, ende voorts alle desselve nooddruftigheden te verzorgen, gelijk een goede vader zijne kinderen schuldig is en behoort te doen, en dat bij tijd en wijlen toe, de vorsegde kinderen respectieve 18 jaren out zullen geworden zijn. Dat deser .. te laten gaen om te leren lezen ende schrijven. Voor eerlijke alimentatie en onderhoudingen, den voorsegden Wilbort Jan Wilborts zal blijven behouden, .... en erffelijcke alle deselve goederen voorsegd zoo erfelijkce als haefelijcke. actien en crediten, schulden, zo profijten en onprofijten, hoedanig die zelve goederen en schulden zouden mogene wesendie de voorsegde Godela achtergelaten heeft. Behalve en uitgezonderd de buijnder zaailand gelegen in de Langhe Ackers, Peter Claes Adriaensen oost, de Buijnderstege zuid, Peter Godert Adrianensen west en noord. Vrij behalve helen chijns. Nog ontrekt de half buijnder zaailand alsvoor gelegen, de erfgenamen Peter Stoffels, de Buijnderstege zuid, Mayken Peter Cnapen noord, de weeskinderen van Adriaen Thomas Goverts west. Vrij met helen chijns. Welke 2 percelen, de voorsegde Wilbort Jan Wilborts zal gebruiken gedurende deze onderhoudingen." Het volgende deel van de akte kan ik slechter lezen. Wat ik er uit op maak: |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 295 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1619-1624, folio 4v en 5v en r, 19 januari 1619] |
07-01-1619 | Mayken Jan Anthonis van Vlijmen met Jan Willem Janssen haeren man en voogd ter eenre, Symon Anthonissen als voogd, en Wilbort Jan Wilborts als toesiender, in dese saecke . van Sebastiaen, onbejaerden sone van voorsegde Jan Anthonis van Vvlijmens, van welken beider moeder af wa, Anneke Bastiaens dochter ter andere sijde. Vervolgens over de verdeling tussen beide kinderen, bij loting bepaald. De goederen liggen allemaal te Uijlendongh (Oosteind) Mayke krijgt - een halve buijnder zaijland, - nog 6 loopensaets zaeijland, - de helft van een weide groot 6 loopensaets (de andere helft is voor haar broer), - een halve buijnder zaaijland, gelegen aan de Rijsdijck Sebastiaen krijgt - een stede met huijs en erve, groot omtrent een 1/2 buijnder, gelegen te Uijlendongh, het erf van Adriaen Jan Aerts oost, de heerenstraet zuid, zaeijland van zijn zus west, Symon Jan Wilborts noorden - 6 loopensaets weijland, gedeelt met zijn zus west, Symon Jan Wilborts oost, zaailand van zijn zus zuid, Peter Thomas Goverts noord Broer en zus moeten elkaar helpen met de afdracht van lasten, pachten en chijnsen tot Lichtmis 1619 toecomend. ---------------------------------------------------------------------------------- Wilbort Jan Wilborts is toeziend voogd. Ik heb geen familie-relatie gevonden tot nu toe met de Van Vlijmen kant of de Anneke Bastiaens kant. Symon Jan Wilborts zal zijn broer zijn. Hij is 2 keer genoemd. Het lijkt te gaan om land, dat in zijn eigendom is, aan de noordkant van de Uijlendonkse weg, de Proviniale straat. Adriaen Jan Aerts is genoemd met zijn erf , grenzend aan dat van Sebastiaen, en ook aan de noordkant van de Uijlendonkse weg, de Proviniale straat. Is hij de vader van Aert Adriaen Jan Aerts? |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout, 296 Protocol later, register van vesten en opdrachten, 1619-1624, folio 11, scan 17, 7 januari 1619] |
26-03-1613 | Compareerde Symon Jan Wilborts ende heeft vercoft aen Wilbort Jan Wilborts een stuck weijlants groot omtrent 9 1/2 loop: gelegen tot Uijlendongh hem aenbestorven van zijne ouders, dou.. Lant oost Adriaentken Laureijs Gerrits west Goris . noorden Wilbort Janssen .. zuijden vrij behalve heeren chijns Gevest Actum 26 maart 1613 Present Laureijs ende Adriaen Daniels |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 293 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1612-1615, folio 82v, 26 maart 1613] | ||
13-07-1620 | Compareerde Adriaen Jan Thijssen ende Bernaert Jan Aertsen, ende hebben vercocht Willeboort Jan Willeboorts een percheel weijlandt, groot omtrent een buijnder. Gelegen aan den Rijsdijk, desen dijck oost, Matthijs Anthonis Matthijssen zuijen, Symon Jan Willeboorts west, Jan Wouter Domen noorden. Vrij s heeren chijns. Gevest. Actum 13 juli 1620. In presentie van Cornelis Peeters ende Van der Straeten, schepenen -------------------------------------------------------------------- Wilboort koopt een weiland, van iets meer dan een hectare. Het ligt aan de Rijsdijk. Vanuit de nu Provinciale Weg gezien, links. Aan de andere kant ligt grond van zijn broer Symon. |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 295 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1619-1624, folio 53r, 16 maart 1620] |
31-01-1626 | Compareerde Jan Adriaen Jan Daniels als voocht ende Symon Jan Willeboirts als toesiender ende het naergelaten weeskint wijlen Maeyken Adriaen jan Daniels ter eenre, ende Willeboirt Janssen van Son, schepen deser vrijheit ter andere zijde. Ende verclaerden de comparanten respectyvelijcke aengegaen te hebben seecker accoort nopende de opvoedinge ende alimentatie desselfe weeskints ender fomen ende manieren nier naer volgende. Te weten ... Hij zal de opvoeding en de alimentatie verzorgen totdat zij 18 jaar is. Dan zal hij haar ook 25 gulden uitreiken. Willeboirt zal zorgen dat zij leert lezen, schrijven en enig handwerk kan doen. Totdat zij 18 jaar is, zal Willeboirt profiteren van de haestelijcke en de meubele goederen, op hem gedevolveert bij het overlijden van zijn moeder. Daarna zal Willeboirt afstand doen van deze goederen. Mocht het weeskind aflijvig worden voor zijn 10 jaren, dan zullen de goederen overgaan op Willeboirt. ------------------------------------------------------------------------ Jan Adriaen Jan Daniels is de broer van Maeyken. Symon Jan Willeboirts is de broer van Willeboirt Janssen van Son. Maeyken is de 2e vrouw van Willeboirt. Op 13 januari 1626 is Willeboirt hertrouwd. Het weeskind is niet met naam genoemd, maar zal Margrit zijn. Die komen we later in andere akten tegen. Nicolaa lijkt jong overleden te zijn. Merkwaardig dat genoteerd is: bij aflijvigheid voor zijn 10 jaren. Tot 2x toe. Terwijl het steeds gaat over opvoeden tot 18 jaar. Ook dat gesproken is over zijnen 10 jaren, over bij aflijvigheid van zijn moeder, en niet over haar. |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout, 287 Protocol later, register van vesten en opdrachten, 1625-1627, folio 50-51, scan 67, 31 januari 1626] |
19-01-1619 | RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 295 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1619-1624, folio 4v en 5v en r, 19 januari 1619 "Compareerde Wilbort Jan Wilborts, weduwnaar van wijlen Godela Peter Jan Peter Cnapen saliger ter eenre, Jacob Peter Jan Peter Cnapen als moederlijke oom en voogd en Symon Jan Wilborts als vaderlijke oom en toesiender van Jan, Peter en Marten, onbejaerde kinderen van voorsegde Wilbort Jan Wilborts ende Godela Peter Jan Peter Cnapen saliger ter andere zijde. Ende verklaarden en bekenden partijen voorsegd, onderling in goede vriendschappen te zijn overcomen en veraccordeert van en aangaande goederen zoo erfelijke en haefelijcke, actien, schulden en crediten, die de voorsegde Godela Peter Jan Peter Cnapen saliger achtergelaten en mette dood geruimd heeft en die bij de voorsegde erfgenamen enigszins geeist zouden mogen wesen, geen ervan uitgezonderd, en dat in de forme en op de conditien naerbeschreven. Te weten zal de voorsegde Wilbort Jan Wilborts schuldig gehoude zijn, gelijk hij oet geloefe mits desen, zijne drie kinderen voornoemd, eerlijk ende tamelijk te alimenteren en onderhouden van eten en drincken, klederen. .ullen, en sijnde ziek en gezond, ende voorts alle desselve nooddruftigheden te verzorgen, gelijk een goede vader zijne kinderen schuldig is en behoort te doen, en dat bij tijd en wijlen toe, de vorsegde kinderen respectieve 18 jaren out zullen geworden zijn. Dat deser .. te laten gaen om te leren lezen ende schrijven. Voor eerlijke alimentatie en onderhoudingen, den voorsegden Wilbort Jan Wilborts zal blijven behouden, .... en erffelijcke alle deselve goederen voorsegd zoo erfelijkce als haefelijcke. actien en crediten, schulden, zo profijten en onprofijten, hoedanig die zelve goederen en schulden zouden mogene wesendie de voorsegde Godela achtergelaten heeft. Behalve en uitgezonderd de buijnder zaailand gelegen in de Langhe Ackers, Peter Claes Adriaensen oost, de Buijnderstege zuid, Peter Godert Adrianensen west en noord. Vrij behalve helen chijns. Nog ontrekt de half buijnder zaailand alsvoor gelegen, de erfgenamen Peter Stoffels, de Buijnderstege zuid, Mayken Peter Cnapen noord, de weeskinderen van Adriaen Thomas Goverts west. Vrij met helen chijns. Welke 2 percelen, de voorsegde Wilbort Jan Wilborts zal gebruiken gedurende deze onderhoudingen." Het volgende deel van de akte kan ik slechter lezen. Wat ik er uit op maak: Bij het bereiken van de leeftijd van 18 jaar komen deze percelen terug bij de kinderen. Zij krijgen dan ook ieder 550 rijns gulden. De voogd en toesiender zien toe op het juist uitvoeren van de afspraken. Wilbort heeft hieraan verbonden, zijn persoon en zijn roerende en onroerende goederen waaronder een stede, huijs en erve te Uijlendonk, waar hij nu woont. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- In deze akte is Godela Peter Jan Peter Cnapen genoemd, de eerste vrouw van Wilbort Jan Wilborts genoemd met hun nog in leven zijnde kinderen Jan, Peter en Marten. Andreas, geboren op 10 juni 1617 zal jong gestorven zijn. Godela zal tussen 10 juni 1617 en 19 januari 1619 overleden zijn. Wilbort hertrouwt op 7 juli 1620. De kinderen Jan, Peter en Marten zullen nog jong geweest zijn. Bij de aanname van een geboorte van 1611, 1613 en 1615, dan zijn zij 9, 7 en 5. In ieder geval nog jonge kinderen. Voordat hij hertrouwt, zal hun opvoeding en erfenis met deze akte geregeld worden. 2 percelen zaailand liggen aan de Bundersteeg. Die bestaat anno 2021 nog steeds. Zie de bijgevoegde GoogleMaps afbeelding en die van het kadaster van 1811-1832, Sectie F03. De naam Lange Ackers heb ik niet kunnen vinden. Bij de Bundersteeg liggen wel een aantal forse percelen in de lengte op Kadaster 1811-1832, sectie F03: 771. 766. 761, 760, 756, 757, en ook 799 t/m 807). Mogelijk is daar de benaming Lange Ackers van afkomstig. De stede te Uijlendonk zal de door Wilbort gekochte van 1594 zijn. |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 295 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1619-1624, folio 4v en 5v en r, 19 januari 1619] |
12-01-1576 | Het betreft 4 akten, die betrekking hebben op de erfenis van Adriaen Jan Wijnen. Bij 3 van de akten is Adriaen Jan Aertssen betrokken, en bij 2 is zijn echtgenote genoemd. Akte 1 -------- Lucia Adriaen Jan Wijnen dochter met Adriaenen Adriaen Roelen zone, heuren man ende vooght, Elisabetz Adriaen Jan Wijnen met Jannen Bartolmeeus Peeterssen, heuren man ende vooght, Corstiaen Jan Peeterssen als behoudt oom ende vooght van Peeter Willem Adriaen Jan Wijnen zone, out staet 17 jaren, Oock mede comparerende, Jan, de voorsegde Willem Adriaenssen zone, out omtrent 24 jaren, Ende Jan Adriaen Jan Denijs zone, er moeder af was wijlen Maria Adriaen Jan Wijnen dochter, ende Henrick Jan Denijs zone, als oom ende vooght, ende Jan Willem Adriaen Jan Wijnen zone, als neve ende toesiender van Adriaen als voor Adriaen Jan Denijs zone, ervan moeder af was de voornoemde Maria Adriaen Jan Wijnen dochter vercoften cre (ccopere?) Adriaenen Jan Aertssen ende Catarijne Willem Adriaen Jan Wijnen, zijn huijsvrouw, een stede, huijs, schuere, hovinge ende erfenisse metten erve daer aen gelegen. Daer wijlen Adriaen Jan Wijnen, ervan respective hun vader ende grootvader uijt verstorven is. Groot omtrent negendalve loopensaet oft zoo groot ende cleijn als de selve. Gestaen ende gelegen is onbegrepen de maete tot Ulendong. Dennis Godert Adriaenssen erve aen de oostzijde, Roelof Hennig van Lochtenberch aen de westzijde ende noortwaerts, ’s Heerenstraet suijtwaerts. Te vrijen met heeren chijnse ende hueren van chantrain (?) over te wegen ende stegen ende mepant ende bijpant die ende er van rechtswege schuldich is ende behoort. Gevest, actum dese 12e januari 1576. a.na.te voorsegd. Preten scepenen sxout Peter Cornelissen (Joosten), Jan Mathijs (Henrix) Akte 2 -------- De voorsegde erfgenaemen als voor t in .. presentie vercoften cre (coopere) Adriaenen Jan Aertssen een stuck saijlants groot omtrent sevenendalve loopensaet ofte soo groot als t selve, gelegen te Uijlendong. Meeus Steven Gielis oost, Gij. Adriaen Jan Jacopsen noort, Cornelis Adriaen Emmen west, Gielis Peeter Gielissen zuidwaerts Vrij met heeren chijns onder chantrain ende wegen ende stegen ende mepant ende bijpant. Gevest, Actum ende pute alsvoor. Akte 3 ------- De voorsegde erfgenaemen ut in gemelten presentie ende Catarijne Willem Adriaen Jan Wijnen dochter, met Adriaen Jan Aertssen, heuren man ende vooght, vercoften Adriaenen Sebrecht Janssen omtrent een halft buijnder saijlants, gelegen te Uijlendong De voorsegde Adriaen Sebrechts .. erve west, Wouter Adriaenen .. oost, s heerenstraet noort ende Jan Peter Cornelissen .. suijt. Te vrijen met Heeren chijns, mepant ende bijpant ende wegen ende stegen. Gevest, Actum ende presentie alsvoor. Acte 4 -------- De voorsegde erfgenaemen gelijckelen vercoften Gielis Bartholomeus Stevenssen omtrent drije loopensaet heijvelts inne de onnatte velden t Uijlendong. Cornelis Cornelis Daniels west, Henrick M.. Hendrick Aertssen noortwaerts, Adriaen Cornelissen van Bavel suijt, ende Rochus Henrick Peeters oostwaerts. Te vrijen vrij, Gevest, actum en presentie alsvoor. ------------------------------------------------------------------------------------------ Catarijne is de kleindochter van Adriaen Jan Wijnen. Ze koopt samen met haar man Adriaen de stede van haar opa. Daar is hij overleden. Haar vader Willem is blijkbaar al overleden, gezien de vernoemingen van haar broers Jan (geboren rond 1552) en Peeter (geboren rond 1559). Haar tantes Lucia, Elisabetz en Maria zijn nog wel in leven. Ze kopen de stede van de erfgenamen van haar opa, ofwel van de tantes en haar broers. Zelf is Catarijne niet expliciet genoemd als erfgename. Bij de 3e akte is zij wel toegevoegd. De stede staat aan de noordkant van de Heerenstraat in Ulendong, oftewel van de Provinciale Weg in Oosteind. Met schuur, hovinge en erf groot 9,5 loopensaet, ofwel x0,21ha= 2 ha. Toch al gauw 4 voetbalvelden. Ze kopen 7,5 loopensaet zaailand in Ulendong , owel 1,5 ha, 3 voetbalvelden. De erfgenamen verkopen een halve bunder zaailand te Uijlendong, ofwel 1/2 van 1,29 ha= 0,65 ha, een flink voetbalveld groot. Ook een heiveld in de onnatte velden, oftewel aan de zuidkant van de Provinciale weg, groot 3 loopensaet, ofwel 0,63 ha. |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 281 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1575-1578, f. 41] | ||
11-02-1577 | Akte 1 -------- Quam Lucia Adriaen Jan Wijnen dochter met Adriaenen Adriaen Roelen zone, heuren man ende vooght, ende Elisabeth Adriaen Jan Wijnen dochter met Jannen Bartholomeus Peetersen, heuren man ende vooght, ende bekenden ende sijden dat omme Adriaenen Jan Aertssen ende Catarijne Willen Adriaen Jan Wijnen dochter, zijn huisvrouw ende heuren nacomelingen wel te versekeren Dat alsulcke huijsinghe ende erfenisse als zij comparanten met hunne mede ergenamen henluij ende hebben vercoft ende den 12e Januari 1576 over gevest altijt volgen ende dat hen daer op andere geen commer, last oft calaengin (?) dan hier aangenaampt te .. en sal toecomen en den selven den tijt van 6 jaren naestcomende gedurens elx totte somme toe van 150 Carolus guldens eens. Te waerborge ende te verhale gest. hebben, te weten de voornoemde Lucia met heuren man ende vooght voorsegd omtrent 10 loopensaet weijde, gelegen te Uijlendong, Adriaen Peet Mertens aen de oostzijde, ende Henrick Michiel Henrixsen aan de westzijde Vrij met heeren chijns ende met 6 loopensaets rogs s jaers erfpachts. Ende de voornoemde Elisabeth met heuren man ende vooght omtrent 3 loopensaet beemden, gelegen aan den Rechten Dijck. Den Rechten Dijck suijt den Sinesters (?) Dijck west Vrij Sonder argelist, Actum den 11e februari 1577, Puth Scepenen Gijsbrecht, Peeter Cornelissen ende Aert Jan Pauwelsen Akte 2 -------- De voorgenoemde Elisabeth met heuren man ende vooght voorschreven, heeft oock zes jaeren naestcomende gedurende, Gielis Meeus Stevens zone ter somme toe van derthiendalve Rijns guldens (?), te waerborge geseth t voorsegde stuck beemd aen den Rechten Dijck ut in bra prec.. Actum ende preth alsvoor. ------------------------------------------------------------------ Een jaar na de vastlegging is blijkbaar nog een zekerstelling nodig. De erfgenamen zullen 6 jaar lang 150 gulden betalen aan Catarijne en Adriaen. Lucia geeft als borg een weiland te Uijlendong. Elisabeth geeft als borg beemden aan de Rechte Dijk langs het Rechte Gat, ter hoogte van de A27, liep vanaf het Kromgat tot aan de Effentweg. Zo ongeveer de geluidswal volgend. De Rechte Dijk loop van noord naar zuid. Vreemd is dat de beemden ten zuiden van de Rechte Dijk zouden liggen. Waarschijnlijk had dit oost moeten zijn, gezien ook de andere dijk, die ten westen ligt. Deze andere dijk kan ik niet goed lezen en ook niet thuisbrengen. Niet te vinden op de kadasterkaart van 1811-1833. In akte 2 zegt Lucia dat als waarborg Gielis Meeus Stevens 6 jaar lang voor 13,5 Rijns guldens borg zal staan. Gielis is in de akte van 1576 koper van heiveld in de onnatte velden. In de acte hierna: Akte 3 ------- Jan Willem Adriaen Wijnen zone heeft vercoft cooperen Jannen Aert Adriaenssen drije loopensaets weijen, gelegen in de hoeven. |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 281 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1575-1578, f. 99] | ||
12-02-1583 | Quam Adriaen Andriessen van der Veken voor t derde deel, en Peter Andriessen van der Veken, sijn broeder, voor t derde deel ende hen is vercoft Adriaen Jan Aertssen vijf loopensaet ende 35 roeden zaijlants, gelegen tot Uijlendong in d’onnatte velden, d welck haer vercooperen bij haren vaderen te houwelijck is gegeven. De weduwe en erfgenamen van Roelof Hendrickx Lochtenborch oist, Cornelia Adriaen Peter Ploeghmans west, Jan Cornelis Leesten suijt, ende Andries van der Veken noort. Te vrijen met .. .. .. heeren chijns ende met vier veertelen rogs t jaers ter .uijtinge behoudelijck dat metpant ende bijpant sal zijn de voorschreven wegen ende stegen. Gevest actum ende presenten alsvoor (12 februari 1583, Peter Cornelis Joisten ende Aert Pauwels) |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 283 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1582-1583, f. 6v] | ||
28-10-1597 | Jan Henrick Heijmans vercoft aen Adriaen Jan Aertssenhalf buijnder hoylants of alsoo groot ende cleijn, als t selve gelegen is aen den Regten Dijck, die hij vercooper bij coope vercregen heeft van Mechtelt Adriaen Jan Oomen dochter. .. gijsel oist, den Rechten Dijck west .. Jan van .. erfgenaemen noorden, Jan rub. van Rijen zuiden, Te vrijen met sijnen gerechtigen heeren chijns. Gevest actum etc present alsvoor (28 oktober 1597, Dongen en Godert Antonissen schepenen) |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 288 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1595-1598, f. 136] | ||
15-10-1605 | Compareerde Adriaen Adriaen Jacobs als vaderlijcke oom en voicht, ende Symon Cornelis Maes als moederlijcke oom en toesiender van Adriana, Margrieta, ende Jacoba, achtergelaeten dochteren van Jacob Adriaen Jacobs waarvan moeder af was Anna Cornelis Maes dochter, ende hebben vercoft aen Adriaen Jan Aerts een stuck zaylants groot omtrent drye loopensaet, ombegrepen de maeten, gelegen in de onnatte velden, de Buijnderstege oost, zuijden en noorden, Cornelis Adriaen Embregts west, Vrij preter zijnen gerechtigen heeren chijns. Gevest etc. Actum 15 Octobris 1605 in presentie van Dongen ende Peter Joosten, Schepenen. |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 297 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1606-1607, folio 170r, 15 oktober 1605] | ||
23-03-1609 | Compareerde Dillis Peeter Gillessen heeft vercoft aen Adriaen Jan Aertssen een stede met huijs, hof, schuer, erve aenliggende en behoirende, groot omtrent 7 loopensaet gestaen ende gelegen aen den Horst, hem vercoper aenbestorven van zijn ouders .. d’erfgenamen Cornelis Adriaen Lambregts oist, d’erfgenamen Peter Jan Peter Cnapen west, ende Willem Mercelis Willems suijden ende Heerenstraet noorden Te vrijen met sijn gerechtigden heeren chijns ende voiren vrij commerloos. Gevest desen 23e martii 1609. In presentie van Beliaerts ende Donghen, schepenen |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 297 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1608-1609, folio 91r, 23 maart 1609] | ||
26-02-1632 | Compareerde Thomas Ackermans, als man ende voight van Maeijcken Aert Jacobs, alhier mede present zijnde, vendidit Adriaen Jan Aerts, als voocht van het weeskindt wijlen Symon Adriaen Jan Aerts, ende desselfs weest beh.. een weijken gelegen op Steenhoven, groot omtrent één loopensaet, wesende t met de jaeren een haester (?) het voorsegde weijcken naer hun andere erve zuijden, Anthonis Joosten west, Godert Cornelissen ..terings noorde. Vrij en .. preter Heeren chijns waterlaten Gevest etc. Actum 26 febr 1632, in presentie van de Here Schouteth .. .. Corn. .. ---------------------------------------------------------------------------------------- In deze acte is de vader van Symon genoemd als voogd, en in de acte van 4 maanden later is dat zijn broer Aert. |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 297 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1628-1633, folio 201, 26 februari 1632] |
12-01-1576 | Het betreft 4 akten, die betrekking hebben op de erfenis van Adriaen Jan Wijnen. Bij 3 van de akten is Adriaen Jan Aertssen betrokken, en bij 2 is zijn echtgenote genoemd. Akte 1 -------- Lucia Adriaen Jan Wijnen dochter met Adriaenen Adriaen Roelen zone, heuren man ende vooght, Elisabetz Adriaen Jan Wijnen met Jannen Bartolmeeus Peeterssen, heuren man ende vooght, Corstiaen Jan Peeterssen als behoudt oom ende vooght van Peeter Willem Adriaen Jan Wijnen zone, out staet 17 jaren, Oock mede comparerende, Jan, de voorsegde Willem Adriaenssen zone, out omtrent 24 jaren, Ende Jan Adriaen Jan Denijs zone, er moeder af was wijlen Maria Adriaen Jan Wijnen dochter, ende Henrick Jan Denijs zone, als oom ende vooght, ende Jan Willem Adriaen Jan Wijnen zone, als neve ende toesiender van Adriaen als voor Adriaen Jan Denijs zone, ervan moeder af was de voornoemde Maria Adriaen Jan Wijnen dochter vercoften cre (ccopere?) Adriaenen Jan Aertssen ende Catarijne Willem Adriaen Jan Wijnen, zijn huijsvrouw, een stede, huijs, schuere, hovinge ende erfenisse metten erve daer aen gelegen. Daer wijlen Adriaen Jan Wijnen, ervan respective hun vader ende grootvader uijt verstorven is. Groot omtrent negendalve loopensaet oft zoo groot ende cleijn als de selve. Gestaen ende gelegen is onbegrepen de maete tot Ulendong. Dennis Godert Adriaenssen erve aen de oostzijde, Roelof Hennig van Lochtenberch aen de westzijde ende noortwaerts, ’s Heerenstraet suijtwaerts. Te vrijen met heeren chijnse ende hueren van chantrain (?) over te wegen ende stegen ende mepant ende bijpant die ende er van rechtswege schuldich is ende behoort. Gevest, actum dese 12e januari 1576. a.na.te voorsegd. Preten scepenen sxout Peter Cornelissen (Joosten), Jan Mathijs (Henrix) Akte 2 -------- De voorsegde erfgenaemen als voor t in .. presentie vercoften cre (coopere) Adriaenen Jan Aertssen een stuck saijlants groot omtrent sevenendalve loopensaet ofte soo groot als t selve, gelegen te Uijlendong. Meeus Steven Gielis oost, Gij. Adriaen Jan Jacopsen noort, Cornelis Adriaen Emmen west, Gielis Peeter Gielissen zuidwaerts Vrij met heeren chijns onder chantrain ende wegen ende stegen ende mepant ende bijpant. Gevest, Actum ende pute alsvoor. Akte 3 ------- De voorsegde erfgenaemen ut in gemelten presentie ende Catarijne Willem Adriaen Jan Wijnen dochter, met Adriaen Jan Aertssen, heuren man ende vooght, vercoften Adriaenen Sebrecht Janssen omtrent een halft buijnder saijlants, gelegen te Uijlendong De voorsegde Adriaen Sebrechts .. erve west, Wouter Adriaenen .. oost, s heerenstraet noort ende Jan Peter Cornelissen .. suijt. Te vrijen met Heeren chijns, mepant ende bijpant ende wegen ende stegen. Gevest, Actum ende presentie alsvoor. Acte 4 -------- De voorsegde erfgenaemen gelijckelen vercoften Gielis Bartholomeus Stevenssen omtrent drije loopensaet heijvelts inne de onnatte velden t Uijlendong. Cornelis Cornelis Daniels west, Henrick M.. Hendrick Aertssen noortwaerts, Adriaen Cornelissen van Bavel suijt, ende Rochus Henrick Peeters oostwaerts. Te vrijen vrij, Gevest, actum en presentie alsvoor. ------------------------------------------------------------------------------------------ Catarijne is de kleindochter van Adriaen Jan Wijnen. Ze koopt samen met haar man Adriaen de stede van haar opa. Daar is hij overleden. Haar vader Willem is blijkbaar al overleden, gezien de vernoemingen van haar broers Jan (geboren rond 1552) en Peeter (geboren rond 1559). Haar tantes Lucia, Elisabetz en Maria zijn nog wel in leven. Ze kopen de stede van de erfgenamen van haar opa, ofwel van de tantes en haar broers. Zelf is Catarijne niet expliciet genoemd als erfgename. Bij de 3e akte is zij wel toegevoegd. De stede staat aan de noordkant van de Heerenstraat in Ulendong, oftewel van de Provinciale Weg in Oosteind. Met schuur, hovinge en erf groot 9,5 loopensaet, ofwel x0,21ha= 2 ha. Toch al gauw 4 voetbalvelden. Ze kopen 7,5 loopensaet zaailand in Ulendong , owel 1,5 ha, 3 voetbalvelden. De erfgenamen verkopen een halve bunder zaailand te Uijlendong, ofwel 1/2 van 1,29 ha= 0,65 ha, een flink voetbalveld groot. Ook een heiveld in de onnatte velden, oftewel aan de zuidkant van de Provinciale weg, groot 3 loopensaet, ofwel 0,63 ha. |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 281 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1575-1578, f. 41] | ||
11-02-1577 | Akte 1 -------- Quam Lucia Adriaen Jan Wijnen dochter met Adriaenen Adriaen Roelen zone, heuren man ende vooght, ende Elisabeth Adriaen Jan Wijnen dochter met Jannen Bartholomeus Peetersen, heuren man ende vooght, ende bekenden ende sijden dat omme Adriaenen Jan Aertssen ende Catarijne Willen Adriaen Jan Wijnen dochter, zijn huisvrouw ende heuren nacomelingen wel te versekeren Dat alsulcke huijsinghe ende erfenisse als zij comparanten met hunne mede ergenamen henluij ende hebben vercoft ende den 12e Januari 1576 over gevest altijt volgen ende dat hen daer op andere geen commer, last oft calaengin (?) dan hier aangenaampt te .. en sal toecomen en den selven den tijt van 6 jaren naestcomende gedurens elx totte somme toe van 150 Carolus guldens eens. Te waerborge ende te verhale gest. hebben, te weten de voornoemde Lucia met heuren man ende vooght voorsegd omtrent 10 loopensaet weijde, gelegen te Uijlendong, Adriaen Peet Mertens aen de oostzijde, ende Henrick Michiel Henrixsen aan de westzijde Vrij met heeren chijns ende met 6 loopensaets rogs s jaers erfpachts. Ende de voornoemde Elisabeth met heuren man ende vooght omtrent 3 loopensaet beemden, gelegen aan den Rechten Dijck. Den Rechten Dijck suijt den Sinesters (?) Dijck west Vrij Sonder argelist, Actum den 11e februari 1577, Puth Scepenen Gijsbrecht, Peeter Cornelissen ende Aert Jan Pauwelsen Akte 2 -------- De voorgenoemde Elisabeth met heuren man ende vooght voorschreven, heeft oock zes jaeren naestcomende gedurende, Gielis Meeus Stevens zone ter somme toe van derthiendalve Rijns guldens (?), te waerborge geseth t voorsegde stuck beemd aen den Rechten Dijck ut in bra prec.. Actum ende preth alsvoor. ------------------------------------------------------------------ Een jaar na de vastlegging is blijkbaar nog een zekerstelling nodig. De erfgenamen zullen 6 jaar lang 150 gulden betalen aan Catarijne en Adriaen. Lucia geeft als borg een weiland te Uijlendong. Elisabeth geeft als borg beemden aan de Rechte Dijk langs het Rechte Gat, ter hoogte van de A27, liep vanaf het Kromgat tot aan de Effentweg. Zo ongeveer de geluidswal volgend. De Rechte Dijk loop van noord naar zuid. Vreemd is dat de beemden ten zuiden van de Rechte Dijk zouden liggen. Waarschijnlijk had dit oost moeten zijn, gezien ook de andere dijk, die ten westen ligt. Deze andere dijk kan ik niet goed lezen en ook niet thuisbrengen. Niet te vinden op de kadasterkaart van 1811-1833. In akte 2 zegt Lucia dat als waarborg Gielis Meeus Stevens 6 jaar lang voor 13,5 Rijns guldens borg zal staan. Gielis is in de akte van 1576 koper van heiveld in de onnatte velden. In de acte hierna: Akte 3 ------- Jan Willem Adriaen Wijnen zone heeft vercoft cooperen Jannen Aert Adriaenssen drije loopensaets weijen, gelegen in de hoeven. |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 281 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1575-1578, f. 99] |
07-01-1619 | Margrite komt samen met haar man Symon Adriaen Jan Aerts ter eenre, en haar broer Aert Mathijs Aerden, 27 jaar, waarvan moder af was Anneken Govert Willems, ter andre voor de verdeling van de erfgoederen van hun moeder. Door loting is beslist dat Margrite de helft van een stede, huijs en schuur met en erve, groot omtrent 2 bunder, waarvan de wederhelft toebehoort aan Aert Jacob Cleijs weeskinderen, gestaen op Steenoven, de heerenstraat zuid. Aert krijgt 1/5e part in 14 loopensaet beemden, gelegen in het Rijsbroek. <verder de acte niet omgezet> |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 295 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1619-1624, folio 2v, 7 januari 1619] |
30-11-1613 | Betreft 3 acten, na elkaar beschreven, in iedere acte is een weiland gekocht. De weilanden liggen bij elkaar. Compareerde Adriaen Raes Willemen ende heeft vercoft aen Aert Jan Adriaen Jan Aerts voor den helft, ende Symon Jan Adriaen Jan Aerts voor d’andre helft een perceel weijlants, omtrent 3 loopensaets begrepen gelegen in de b.st. (Bundersteeg waarschijnlijk) t’Uijlendongh, bij helen v. in coope vrijbrughe van zijn moge z.a.:, dicwat, Jan De. west de Gebuerstraet zuijden Laureijs Jan Horsten erf oost Jan S. noorden Vrij met zijnen ge. heeren chijns Sonder Argelist ? .. Gevest Actum 30 november 1613 Putes Stadthouder ende Adriaen Daniels, .. Cox In de 2e acte kopen de Aert en Symon een perceel weiland van 5 quartier groot, van Mayken Huijb Raes met Jan Gijs Adriaens, haar man. In de 3e acte een evengroot weiland, van Grietken Huijb Raes, met Adriaen Machim Jans, haar man. ---------------------------------------------------------------- Kan helaas een aantal woorden niet omzetten. De weilanden liggen waarschijnlijk bij de Bundersteeg. (is afgekort beschreven). Die bestaat nog steeds. Er was ook een Bundersteeg in Vrachelen, vandaar de toevoeging: te Uilendonck. |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 295 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1612-1615, folio 97v, 30 november 1613] | ||
26-02-1632 | Compareerde Thomas Ackermans, als man ende voight van Maeijcken Aert Jacobs, alhier mede present zijnde, vendidit Adriaen Jan Aerts, als voocht van het weeskindt wijlen Symon Adriaen Jan Aerts, ende desselfs weest beh.. een weijken gelegen op Steenhoven, groot omtrent één loopensaet, wesende t met de jaeren een haester (?) het voorsegde weijcken naer hun andere erve zuijden, Anthonis Joosten west, Godert Cornelissen ..terings noorde. Vrij en .. preter Heeren chijns waterlaten Gevest etc. Actum 26 febr 1632, in presentie van de Here Schouteth .. .. Corn. .. ---------------------------------------------------------------------------------------- In deze acte is de vader van Symon genoemd als voogd, en in de acte van 4 maanden later is dat zijn broer Aert. |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 297 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1628-1633, folio 201, 26 februari 1632] | ||
25-06-1632 | Compareerde de voorsegde Anthonis Cornelis van Sundert als voocht van het voorsegde weeskindt ende Bartholomeus ende Andries.., gebroeders, verclaeren vercocht te hebben het derde part, in omtrent thien loopensaet aen Aert Adriaen Jan Aerts als voocht van .. .. weeskindt van wijlen Symon Adriaen Jan Aerts, gelegen aen de Groenendijck aen moerzijde de Groendendijck west, de Dongendijck oost, Aert .. van Rjen zuijd ende voorsegde voocht noorden Vrij ende h.loos . waterlaten. Gevest etc Actum ende presentie als voor -------------------------------------------------------- Verwijst naar de vorige acte voor de verkopers |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 297 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1628-1633, folio 201, 26 februari 1632] |
07-01-1619 | Margrite komt samen met haar man Symon Adriaen Jan Aerts ter eenre, en haar broer Aert Mathijs Aerden, 27 jaar, waarvan moder af was Anneken Govert Willems, ter andre voor de verdeling van de erfgoederen van hun moeder. Door loting is beslist dat Margrite de helft van een stede, huijs en schuur met en erve, groot omtrent 2 bunder, waarvan de wederhelft toebehoort aan Aert Jacob Cleijs weeskinderen, gestaen op Steenoven, de heerenstraat zuid. Aert krijgt 1/5e part in 14 loopensaet beemden, gelegen in het Rijsbroek. <verder de acte niet omgezet> |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 295 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1619-1624, folio 2v, 7 januari 1619] |
Groenstraat, Dongen | [bron: RAT Schepenbank Dongen RA 101, pagina 46r, 31 oktober 1640, Erfdeling goederen van Jan Mertens de Wagemaker] |
01-03-1600 | Quam PeeterAdriaen Jan Aerts heeft vercoft rcp Jan Merten Adriaens de Wagenmaker omtrent derdalf loopensaet saeijlants onbegrepen der maten, hem vercooper aengecomen van sijn ouders, soo hij seide Gelegen in de Groenstraet. Den vercooper met sijn andere erve oost, noord ende suijt ende de Gebuerstraet west Te vrijen met heeren chijns met iloopen een quartier rogs s jaers die de erfgenamen van .. Wouters ende t vierendeel in 31 t jaersdie de erfgenamen van Laureijs Geerits daer op is heffend. Gevest prima marti 1600. Pruten Wijnen ende Hulshouts Ende omme bij den vercooperen, sijnen coopman wel te versekeren, van hem t voorschreven erven altijt rustelijck ende vreedelijck te gebruijcken, onbelast van voorderen commer van hem hier vooren is aengenoempt, heeft hem daervoor tot waerborgen ende ten verhaele geset se et sua ende voor den tijt van drie jaeren. Specialijck sijn stede, daerop hij vercooper woont, gelegen in de Berckenstraet, groot één bunder. Te vrijen met 3 veertelen een loopen rogs t jaers. Actum ende Putens ut supra. ---------------------------------------------------------------------------------------------- Is Peeter Adriaen Jan Aerts een broer van Aert Adriaen Jan Aerts? Hij heeft zijn stede aan de Berkenstraet. Aert Adriaen Jan Aerts koopt samen met zijn broer Symon 3 weilanden aan de Bundersteeg en de Gebuerstraat zuid op 30 november 1613. Heb er verder geen aanwijzingen voor gevonden, behalve de naam dan en de locatie. Waar lag de Gebuerstraet? Dicht bij Groenstraat en Berkenstraat, maar waar precies? Op de kadasterkaart van 1811-1832 heb ik de Gebuerstraet niet kunnen vinden. |
[bron: Schepenbank Oosterhout Inv. 289 Protocol later, van vesten en opdrachten 1599-1602 f. 52 scan 67] | ||
van 22-04-1655 tot 25-04-1655 | RAT Schepenbank Dongen RA 104, pagina 202v-204v, scanpagina 232-233-234, 22 en 25 april 1655, verkoopakte van uitgedolven moergronden gelegen op Cleijn Dongen De verkoop bestaat uit 2 akten, van donderdag 22 april en zondag 25 april. De akte van 22 april 1655: ------------------------------- Anthonis Merten Jan Mertens, als man ende voight van Lijntjen Adriaen Mertens, waarvoor hij hem sterck maeckende. Claes Peeter Peeter Bressers voor hem selve ende beneffens Peeter Peeter Cleijs Bressers, sijne vader, hem noch sterck maeckende voor Cornelis ende Wouter Peeter Peeter Bressers, sijne broeders, daer respective moeder af was Dingna Adriaen Mertens Peeter Peeter Jan Luijcken soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Adriaen, sijnen broeder, ende moeder af was Eeltjen Adriaen Mertens tsamen voor een derde part in t derde part Jan Jan Jan Claes Brebers, hem sterck maeckende als vervanger voor Jan Jan Jansen, mits sijn sreckte mondelinge gelast sijn Jan Joost Roeloftsen, als mondelinge lasthebber ende hem sterck maeckende voor Anneken Jan Cleijs Brebers, Jan Claes Jan Cleijs Brebers, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Cornelis Claes, sijne broeder tsamen erfgenaemen van Jenneken Jan Adriaen Wagemaecker Sijken Wouter janssen, weduwe van Cornelis Govaert Willemen, geassisteert met Wijnant Adriaen Vennemans, als haeren gecoren voight. Desselven Wijnant Adriaen Jacobs voor hem selven, en hem sterck maeckende voor de vier weeskinderen van Jan Adriaen Vennemans, daer moeder ende grootmoeder af was Lesken Jan Adriaens Wagemaecker. Jenneken Peeter Jan de Wagemaecker, getrouwt met Cornelis Jan Verhoeven, geassisteert, mits de absentie van haerdere man, met Wijnant Adriaen Vennemans, haeren gecoren voight in desen. Soo voor haer selven, als haer sterck maeckende voor Peerken Peeter Jan Wagemaecker, woonende in Vlaanderen, haere suster tsamen voor een derde part. Peeter Janssen int Broeck, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende en in desen vervangende voor de twee weeskinderen van Merten Janssen int Broeck, erfgenaemen van Maeijken Mertens tsamen voor een vierde part in een derde part. Respective van anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden, vercoft omme af Jan Adriaen Janssen voor de twee derde part ende Peeter Geerit Anthonissen voor een derde part, respective ieder sijn gedeelte in anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden lant, liggende in henne stede ende goeden op Cleijn (Dongen), streckende van rijvel (?) tot sijne hoogheits Vaert toe, Adriaen Symonssen Coppelaers erfgenaemen suijt, ende hen cooperen andere erftve noort Te vrijen etc, commerloos preter Heeren chijns Gevest Actum 22 april 1655 Present Sijnenbuijck, van Loon, Wouter Janssen Ruijsenaer, schepenen De akte van 25 april 1655: ------------------------------- Merten Merten Jan Mertens, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Cornelis Merten de Wagemaecker, Lesken, sijne suster met Jan Crijnen, Maeijcken, sijne suster Saliger van Jan Gijsbrechts tsamen voor een vierde part int derde part Peeter Jan Peeterssen Brecht (?) soo voor hem selven, ende als uijtgerecht hebbende Rochus ende Marinus, sijne broeders, ende Martini, sijne suster, getrouwt Corstiaen Schalcken, voor gelijcke vierde part in derde part van derde part van anderhalf roede Anthonis Bernaert Driessen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende voor Maeijken, sijne suster ende Claes Thomassen, haeren man, tsamen de helft van gelijcke vierde part in derde part van derde part van anderhalft roede voorsegd. Symon Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende ende bij desen vervanger voor Adriaen, Jan en Willem, sijne broeders, Neeltjen, sijne suster met Roelof Huijbrechts Roeloftsen, haeren man ende voor Jenneken, sijne suster met Peeter Wilborts, haeren man, daer moeder af was Eeltgen Jan Merten de Wagemaecker. Tsamen voor een vierde part in t derde part van ’t derde part van anderhalf roede. ende hem sterck maeckende voor ’t weeskint van daer grootmoeder af was Maeijken Jan Mertens voor gelijcke een vierde part in t derde part van ’t derde part van anderhalf roeden gronden. Ende sijde de comparanten voorgenoemd elck in de qualiteijt voorsegd vercoft te hebben omme .. Jan Adriaen Janssen voor de twee derde part ende Peeter Geerit Anthonissen voor voorst. derde part, elck sijn gedeelte voorsegd in anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden, nu lant, liggende op Cleijn Dongen, in henne stede streckende int geheel van trijvel tot sijnen Hoogheijts Vaert toe. Adriaen Symons erfgenaemen, nu Jan Lenaerts, suijt, ende sijne cooperen erftun noort Vrij commerloos, preter Heeren chijns Gevest etc. Actum 25 april 1655. Puts. Fijnenbuijck ende Van loon Schepenen. ---------------------------------------------------------------------------------------------- Het gaat om de verkoop van uitgedolven moergrond (de turf is gestoken) met een breedte van 1 1/2 roede. Volgens https://www.meertens.knaw.nl/mgw/maat/9 werd bijvoorbeeld in ’s Gravenmoer gerekend met de Brabantse roede van 5,69m. Voor deze gronden ging het dan om een breedte van 8,535m. Aan het eind van de 2e akte staat dat het nu land is. Het land strekte zich uit van Trijvel of ’t Rijvel tot de (Hoogheids) Vaart. De Vaart kunnen we nog wel vinden, maar ik weet niet waar ik Trijvel of t Rijvel moet zoeken. ------------------------------------------------------------------------------------------- Een hele lijst van verkopers, over 2 akten, en 2 dagen verdeeld. Bij de eerste akte zijn de verkopers met 10 present, de tweede keer met 4. Hoe zit t met die verdeling? ------------------------------- Er is in de 1e akte gesproken van a. 1/3 part in 1/3 part: voor Lijntje, erfg. Digna en erfg. Eeltjen Adriaen Mertens b. 1/3 part: voor erfg. Jenneken Jan Adriaen de Wagemaecker, erfg. Lesken Jan Adriaen de Wagemaecker, Jenneken Peeter Jan de Wagemaecker, Peerken Peter Jan de Wagemaecker c. 1/4 part in 1/3 part: voor Maeijken Mertens (niet preciezer aangeduid) In de 2e van: d. 1/4 part in 1/3 part: voor erfg. Merten Jan Merten de Wagemaecker e. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor Peeter Jan Peetersen, Rochus, Martini f. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor Anthonis Bernaert Driessen en Maeijken g. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor erfg. Eeltjen Jan Merten de Wagemaker h. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor erfg. Maeijken Jan Merten de Wagemaker Bij e en f is tussengevoegd het laatste deel, ofwel in 1/3e part. Bij g en h staat het er direct. Vreemd dat bij d. Meerten het part anders zou zijn dan bij g. Eeltje en h. Maeijken. Zij zijn alle kinderen van Jan Merten Adriaen de Wagemaecker. Lijkt me niet correct beschreven. Bij wie e en f horen in de relatie naar De Wagemaker is niet duidelijk. Bij b gaat het om 1/3 part. Dit zijn (klein) kinderen Jan Adriaan Jans de Wagemaker. Niet genoemd zijn Adriaenken, Adriaen, en Jan. Bij a gaat het om (klein) kinderen van Adriaen Merten Adriaen Jans de Wagemaecker en bij d, g en h om (klein) kinderen van Jan Merten Adriaen Jans de Wagemaecker. Niet genoemd zijn Adriaenken, Marijnken, Jenneken en Lijsken. Zij zijn een generatie eerder gezien van Merten Adriaen Jans de Wagemaecker, een broer van Jan. Zouden met zijn allen goed moeten zijn voor 1/3 part. Dat betekent dat van nog een zoon of dochter van Adriaen Jans de Wagemaker, er erfgenamen zijn die meedelen. Die zouden dan van c, e of f moeten komen. Wie kan de zoon of dochter geweest zijn? Peeter (met 5 kinderen), Roelof (met 5 kinderen) of Cornelia? En waarom delen ze niet alle mee? Het lijkt te gaan om 3 kinderen van Adriaen Jans de Wagemaker. De moergronden waren blijkbaar nog niet verdeeld. De kopers Jan Adriaen Jansen en Peeter Geerit Anthonissen willen de grond naast die van hun erf erbij kopen, en nu moet wel nagegaan worden van wie de grond is. Dan moet in dit geval ver terug in de tijd gegaan worden. Ter illustratie: Jenneke Aert Adriaen Jan Aerts (geboren 1619), is een dochter van Eeltjen Jan Mertens de Wagemaecker, en zij is een dochter van Jan Mertens Adriaen de Wagemaecker, en hij is een zoon van Meerten Adriaen Jans de Wagemaecker en hij is een zoon van Adriaen Jans de Wagemaecker ------------------------------------------------------------------------------------------- |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 104, pagina 202v-204v, scanpagina 232-233-234, 22 en 25 april 1655, verkoopakte van uitgedolven moergronden gelegen op Cleijn Dongen] |
03-12-1588 | RAT Schepenbank Dongen RA 94, pagina 190v-191-192, 3 december 1588, Erfdeling goederen van Merten de Wagemaker en Eelken Bayens Wij, Marten Geritssen ende Stoffel Peter Cornelissen, schepenen in Dongen, oirconden ende kennen, dat voor ons gecomen is Jan Marten Adriaens de Wagemaker, Lijsken Marten Adriaensdochter de Wagemaker, geassisteert met Jan Adriaen Jan Roelens, haren man ende vooght, Matheus Cornelis Martens als vooght van t onmondighen weeskynt, genaempt Martijnken, wijlen Marten Jan Hanrick Vrancken, dochter, daer moeder af was Maeyken Marten Adriaens de Wagemakers dochter, ende Jan Jan Adriaen Wagemakers als vooght, ende Wouter Thoen Wouters als toesienderen van twee onbejaerde weeskynderen wijlen Marten Adriaens de Wagemaker, genaempt Adriaenken ende Jenneken ende hebben minnelijck ende bij so gene van henne naeste vrienden, gescheiden ende gedeelt van alle alsulcke goederen daer Marten Adriaens de Wagemaker, henne vader, ende Eelken Jan Peter Willem Baeyensdochter, henne moeder uitverstorven is, ende metter doot geruymt, in de manieren hier na volgende. ------------------ In den iersten soo is metten blynden lot gevallen ende gedeelt Jan Marten Adriaens de Wagemaker op de zuytzijde van de acker E__ ac__ de stede, gelegen neven Matheus Cornelis Martens erve, ende noortwaert den voorscreven Martijnken Marten Jan Vrancken weeskynderen erve gelegen, streckende van den bogaert af ter Leegerstraeten toe. Noch soo is dan voorscreven Jan gevallen in de Kerckenbuender op omtrent vijtalft loopensaet, ____ alsoock daer gelegen ende malcanderen bewesen ende bepacht zijn gedeeltken, Wouter Jan erve zuytwaert, ende Claes Jan Smoldener erfgenamen noortwaert, Lijsken Martens voorscreven, met haer gedeeltken westwaert ende oostwaert Met noch omtrent twee loopensaet saeylantt lancx _____ zij zelfts er__ __ Lijsken, zijne zuster, gelegen. Noch soo is den selve bedeelt op de helft scheijdinge van omtrent een buijnder hoeylants gelegen in de Raemsdonsche oirt. -------------- Hier tegens is Lijsken Marten Adriaens dochter, met Jan Adriaens Roelensse, haeren man ende voocht, gedeelt ende gevallen op den noordencant van het ackerlant van voorscreven stede, streckende van den bogaert af totter Leegenstraet toe, ende den voorscreven Martijnken Marten Jan Vrancke weeskynt erve zuijtwaert gelegen. Noch is den selven bedeelt in den Kerckenbuender, haer gedeeltken alsvoor daer af gepacht is; Jan Marten Adriaen Wagemaker met zijn gedeeltken, van 4 loopensaet voorscreven tendeels oostwaert ende westwaert, oostwwaert in twee verscheijden blocken gelegen, Martijnken Marten Jansse weeskynt met zijn gedeeltken westwaert. Noch soo is den selven Lijsken bedeelt op de andere helft van de Raemsdonsche Oert, daer Jan Marten Adraensse voorscreven, den wederhelft af toe gedeelt is. ------------- Hier tegens is Martijnken Marten Jan Vrancken weeskynt met Matheus Cornelis Martens, den vooght, ende erbij wesen Roelof Claes Roelofs ende Peter Peter Martens als naeste gebueren staende voor dese ende in de plaetse van den toesiender, metten blynden lot gevallen ende bedeelt op een stuck ackerlants, oyck aen de stede voorsreven, gelegen tusschen de erfenisse staande Marten Adriaense voorscreven, noordtwaert. Daerbij af gedeelt is streckende oyck van bogaert totter Legerstraten toe. Noch is t selve weeskynt bedeelt in de Kerckebuender voorscreven, zijn gedeeltken, Lijsken Marten Adriaense voorscreven met hare gedeeltken oostwaert, ende Adriaen Marten Adriaen weeskyndt westwaert, tegen__ uit ____. Jan Marten Adriaensse voorscreven met sijne erve noortwaerts. Noch is t selve weeskynt bedeelt ende gevallen op t blocxke hoeylants, gelegen tot Oisterhout in de Kijlen, groot omtrent vijf loopensaet, m__ __ behoirl_ Heeren schijns daer ____ gaende. Marij Goeyaerts Willes met haren kynderen oostwaerts, Adriaen Meeus Peter Meeusse zuytwaerts, s Heeren Lants westwaerts (invoeging, onduidelijk waar) ende Jenneken Marten Adriaensse twee loopensaets saeylants, Claes Hanricksen Snijders met zijnen erven zuijtwaerts, Roelof Claes Roelofs oostwaerts, Woute Jans erve westwaerts ------------------------------------------------------------------------------------- Dies zoo blijfen de bogaert metten werf ende huysinge daer op staende onbedeelt metten hen drieën eerfgenamen ende _____ ten voorscreven te weten Jan Martens Adriaensse voorscreven zal daer in behouden de helft van alle de huysinge ende tweederde in den werf metten den bogaert ende Martijnken Marten Jan Vrancken weeskynt ___ derde deel in de huysinge metten bogaert ende den werf, ende Lijsken Marten Adriaensse dochter het seste deel in de huysinge metten dries often werf ende in den bogaert, ____ daer hem andersints La_t voor bewesen is. ------------------------------------------------------------------------------------------- Item Adriaen Marten Adriaensse de Wagemaker met Jenneken, zijn zuster, zijn bedeelt ende gevallen op een stuck ackerlants, gelegen aen den Laeye Hoecken, groot omtrent 5 vijf lopensaet, Peter Peter Martens met sijne erve ende stede westwaerts, Wouter Jan Emmen oostwaerts, met hen selfs landts noordwaerts, den Laeye Hoeck zuytwaerts Noch zijn de selven bedeelt op een stuck ackerlants, gelegen in de Kerckenbuender, groot omtrent vijf lopensaet, <ingevoegd> ende ses lopensaet daer voor __ gelegen coomen mette sijnde aen de Hoogendijck <einde invoeging> Martijnken Marten Jan Vrancken, weeskynt, met zijne gedeeltken oostwaerts, den voorschreven weeskynderen met henselfs erf westwaerts tegenover de ____. Noch zo zijn de voorschreven weeskynderen bedeelt op seven lopensaet hoeylandts aen de Groenendijck aen de Oisterhoutsche zijde, Goeyaert Aertken Peter Goeyaerts met zijne erve noordwaerts, streckende van de Middelkaa ten Groenendijck toe. Noch zijn de voorscreven Adriaen ende Jenneken bedeelt op 3 lopensaet beemden, gelegen aen de Rijsdijck. Noch zijn de selven bedeelt op een half loopensaet hoeylandts aen de Groenendijck, ombedeelt, gelegen in vijfhalft lopensaet, eertijt toeplach (?) ten behoeve Adriaen Jansse de Wagemaker. ------------------------------------------------------------------------------------------- Item is voorwaert dat de parcelen van lande ende weije, gelegen in den Kerckenbuynder zullen malcanderen wegen ende stegen ende alle dgeen die daer met rechtswegen over hebben zijn, sullen dych niettemin de parcelen voor geactioneert, blijven meepant ende bijpant van egheen daer zij mede verbonden ende verobligeert staen. Item is noch voorwaert dat Jan Marten Adriaensse, Lijsken Marten Adriaenssen met haere vooght, ende Martijnken Marten Jan Vrancken weeskynt, zullen gehouden zijn uijt te reijcken ende toe te geven uijt henne _____ tsamen vijftich karolus guldens eens Adriaen Marten Adriaensse ende Jenneken Martens dochter Lichtmisse anno 15 ende tnegentich ofte zo veel comen (of commers) van desen voorscreven weeskynderen gedeelten voor af trekkende ter somme toe van vijftich karolus guldens aen eenige Heel (of Hool) penningen, alsoo malcanderen is gelijcken. Ende den commer daer van op te gelijcke stede staen ende de erfenisse daer aen gelegen ende in desen voorscreven deelinge geactioneert, sullen sij malcanderen helpen, dragen ende betalen die diep ende Hoolgewijs (of Heelgewijs), een degelijck den voorscreven cd (of rd) dividenten zal gehouden zijn, zijn aengedeelt van voorscreven commer alsoo betalen dals doen van des anders gedeelte zal blijven ongehouden ende bij sanlen (?) van dien d als doen door één anders ge______ worden gemolesteert ofte beschadigt zal weders op ten onwilligen wederom voort moogen varen niet pa______ ende bevrede eper___. Midts welcken scheijdinge ende deelinge de voorscreven partijen wel ver______ ende tevreden zijn, ende deen He___ op des anders gedeel ver____ met handen ende mont, waarop den Schoutet gemaent heeft, ende Scepenen gewesen hebben, datter stadt ende macht grijpen zal, alsoo voorscreven sta__ ende den oirconden rcp (?). Actum den 3e december anno 15 achtenttachentich. ---------------------------------------------------------------------------- Hierna staat, dezelfde dag getekend: Lijsken verklaart, samen met haar man, dat Adriaen vierdalf lopensaet beemden, gelegen aan de Rijsdijk mag gebruiken. ------------------------------------------------------------------------------------------- Het is de erfdeling van de goederen van Marten Adriaens de Wagemaker en Eelken Jan Peter Willem Baeyens. De 5 kinderen verdelen de erfenis. Het zijn: Jan Lijsken, met haar man Jan Adriaen Jan Roelens Maeyken, overleden, gehuwd geweest met Marten Jan Hanrick Vrancken, haar dochter Martijnken is aanwezig met haar voogd Matheus Cornelis Martens en haar 2 naaste buren ipv de toeziender Adriaenken en Jenneken, beide onbejaerd, vertegenwoordigd door voogd Jan Jan Adriaens de Wagemaker (hun oom) en toeziend voogd Wouter Thoen Wouters Met het blinde lot is bepaald wie wat krijgt. Jan: - de zuidzijde van de akker bij de stede, gelegen van de bogaert af ter Leegerstraten toe - 5 1/2 lopensaet in de Kerckenbunder - 2 loopenaset zaailand, __ zijn zus Lijsken - 1 bunder hooiland in t Raamsdonks Oord, de helft Lijsken: - de noordzijde van de akker bij de stede, en aan de zuidkant ligt land van haar nichtje Martijnken - 4 loopensaet in de Kerckenbunder - 1 bunder hooiland in t Raamsdonks Oord, de andere helft Martijnken: - akker bij de stede, van van de bogaert af ter Leegerstraten toe (welke deel?) - in de Kerckenbunder, Lijsken oost, Adriaen west - een blok hooiland in de Kijlen (gebied bij de huidige Kijldijk in Oosteind?) De bogaert met werf en huisinge onbedeeld: - Jan houdt 1/2 van de huisinge en 2/3 werf en bogaert - Martijnken 1/3 in huisinge en werf en bogaert - Lijsken 1/6 in huisinge en werf en bogaert Hierbij komen Jenneken en Adriaen niet voor. Daarna komen zij aan de beurt: Jenneken, bij een invoeging: - 2 loopensaet zaailand Jenneken en Adriaenken: - een akker aan de Laeye Hoecken - 5 loopensaet akker in de Kerckenbunder - 6 loopensaet in de Hoogendijck - 7 loopensaet hooiland aan de Groenendijk van de Middelka - 3 loopensaet beemden - 1/2 loopensaet hooiland aan de Groenendijk, eertijd toegecomen van Adriaen Jansse de Wagemaker, ofwel hun opa - 50 karolus guldens van de andere 3 kinderen, uit te reiken Lichtmis 1590. Waar de stede ligt: er is geschreven dat de akker bij de stede ligt van de bogaert tot de Legerstraten toe. Met Legerstraten zal bedoeld zijn de de Leegstraat ofwel de Laagstraat. Die is er nog steeds, en ligt aan de noordkant van Dongen, dicht tegen Oosterhout aan. De benoemde akkers, weilanden, e.d. liggen hier in de buurt: Hoge Dijk, Groenendijk, Rijsdijk. Van de Kerkenbunder, de Laeye Hoek, de Kijlen, het Raamsdonks Oord, en Middel Kade, hoop ik er nog achter te komen waar die liggen. |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 94, pagina 190v-191-192, scanpagina 225-226-227, 3 december 1588, Erfdeling goederen van Merten de Wagemaker en Eelken Bayens] | ||
17-01-1605 | RAT Schepenbank Dongen Inv 96 , Protocol Register 3 januari 1602-3 mei 1605,folio 118r en v, scan 143-144 Deling goederen Cornelis Willem Peters Ploegen en Maeijken Meeus Jan Martens Op huijden, datum ondergescreven, ende schepenen naegenoempt, sijn gecompareert in propre persoons Cornelis Willemssen, woonende ten Rijen, als man ende vociht van Peterken Willem Peter Ploegen dochter, ter eenre, ende Jan Meeus Jan Martens voor hem selven, Jacb Lemmen Adriaens Lemmens voor hem selven ende Jan Marten Wagemakers, als man ende voicht van Cornelia Meeus Jan Martens dochter ter andere in desen. Ende sijn minnelijck ende .. metten anderen overcoemen, vereenicht ende veraccordeert van alsulcken goederen, soo haef ende erf, als Cornelis Willem Peters Ploegen saliger, ende Maeijken Meeus Jan Martens saliger, metten doot geruijmt ende achtergelaten hebben, ende dat in der manieren ende conditien hier navolgende. In den eersten, soo is geconditioneert, dat de voorsegde Cornelis Willems van den Rijen in der qualiteijt , sal hebben ende behouden allen de erfgoederen ende haefelijcke goederen van voorsegde Cornelis Willem Peters gecoomen mette haefenisse tot sijnen Lijne. Ende den voorsegde Jan Meeussen cum suis voor verhaelt, sullen van gelijcke houden, allen den erfgoederen gecoomen van MAeijken Jan Meeus Jan Martens dochter met de haefenisse tot haeren Lijne Omme elckx respective hennen drijen wille mede te doen salso dat elckx sal betalen de Contributie op henne erfgoederen geset oft noch geset te worden, soo sij noch eenpaert staet, soo .olgens als verschijnen. Is alnoch gecondioneert, dat Cornelis Willemen van Rijen den voorsegden Jan Meeussen, Jacob Lemmens ende Jan Martens sal moeten uijtreijcken endt betalen de somma van ses ende sestich rijns guldens, elcken gulden tot veertich groten Vlaemsen. Te betaelen de gerechtige helft daer van Lichtmisse .. naest coomende, ende de ander helft Sint Jansmisse in desen lopende jaer. Verbijnden daer voor den voorsegde Cornelis Willemen zijne persoon ende goederen, hebbende ende vercregen, met pant las gereet gelt. Met allen recht overstaen met welcken .. scheijdinge ende deelinge, parthijen van beijde zijden verclaerden wel ende deucgdelijck te vreden te wesen, ende hebben doen op des andere gedeelt, versterckt met hant ende mont, waarop den Schouteth gemaent heeft ende schepenen gewesen hebben dat er stadt ende macht grijpen sal als voorsegd staet. Actum ter presentien Stoffel Peter Cornelis ende Jan Jan Cornelis ende Peter Jacob, schepenen, den 17e January 1605. ---------------------------------------------------------------------------------------------- Cornelis Willem Peters Ploegen (-†1605) als overledene Maeijken Meeus Jan Martens (-†1605) als overledene Beide zijn overleden, en hebben geen kinderen. De goederen worden verdeeld: Peterken Willems Ploegen (-) als zus Cornelis Willemsen, woont in Rijen (-) als echtgenoot van Peterken aan de ene kant Jan Meeus Jan Martens (-) als broer Jan Marten Wagemakers (-1636) als echtgenoot van Cornelia Meeus Jan Martens (-†1609) als zus Jacob Lemmen Adriaens Lemmens (-) als halfbroer Jacob is op Doekefkes.nl genoemd als halfbroer, wat gezien de verdeling logisch overkomt. ik heb het alleen nog niet aan kunnen tonen. De moeder van Maeijken, Jan en Cornelia zou dan ook getrouwd geweest zijn met een Lemmen Adriaens Lemmens, en daaruit zou Jacob geboren moeten zijn. in de akte van 1609, koopt Jacob 2 hooilanden onder Oosterhout van de weeskinderen van Cornelia, waarvan Jan de voogd is. |
[bron: RAT Schepenbank Dongen Inv 96 , Protocol Register 3 januari 1602-3 mei 1605,folio 118r en v, scan 143-144 Deling goederen Cornelis Willem Peters Ploegen en Maeijken Meeus Jan Martens] | ||
31-10-1640 | RAT Schepenbank Dongen RA 101, pagina 46r, 31 oktober 1640, Erfdeling goederen van Jan Mertens de Wagemaker Compareerde voor schepenen naergenaempt: -Jan Quirijn Hessels, als man ende voight van Lijsken Merten Jan Mertens, haere man ende voight, sijne wittige huijsfrou, ende - Ghijsbrecht Jan Cornelissen, als man ende voight van Maeijken Merten Jan Mertens, sijne huijsfrou, ende - hen tsamen noch streckmaeckende ende sij er inne vervangende voor Cornelis ende Merten, gebroederen, der voorsegde Merten Jan Mertens zonen, henne swagers in de een parthije - Peeter Wilbort Janssen van Son, als man ende voight van Jenneken Aert Adriaenssen, sijne huijsfrou, ende in quailiteijt voor hem selven, ende hem mede strek maeckende en hij er inne vervangende - Jan Aert Adriaenssen sijne onmondige swager, - Adriaen Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende voor - Symon Aert Adriaenssen, sijne onmondige gebroeder, ende de voorsegde - Aert Adriaen Aertssen als vader ende voight van - Neeltken ende - Willem, sijnde Aert Adriaenssen jongste dochter ende zone, daer moeder af was - Eeltjen Jan Mertens tsamen in de tweede parthije ende - Peeter Andries Peeters, daer moeder af was -Maeijken Jan Mertens inde derde ende leste parthije alle in dijer qualiteijt als erfgenamen van Jan Merten de Wagemaecker verclaerende ende bekende met malcanderen gedeelt te hebben. in den eersten is de voorsegde Jan Quirijnen ende Jan Gijsbrechtsen, beijde in de voorsegde qualiteijt met Cornelis ende Merten gebroederen, Jan Mertens sone tsamen bevallen ende geerfdeelt - op een aen stede, groot omtrent thijen loopensaet of alsoo groot ende .. , onbegrepen de mate, als deselve gelegen in de Groenstraat alhyer, ende den voornoemden Jan Merten de Wagemaecker dyer in sijn leven bewoont ende gebruijckt heeft ende daer uijt verstorven is, sijnde vrij commerloos, preter Heeren chijns - item noch op drije loopensaet saylant of weijlant, gelegen in de Berckenstraet onder Oosterhout de Grientsteeght oost Gijsbrecht Cornelissen west Cornelis Henrick Bouwens suijt ende Aert Adriaen Aerts cum suis noort vrij preter Heeren chijns - item noch omtrent drije loopensaet hoylant, gelegen onder Oosterhout, aen de Oosterhoutsche zijde van de Groenendijck den Groenendijck oost de weduwe van Adriaen Mertens erfgenaemen west Jan Dingemans erfgenaemen suijt, ende Jan Jansen Key erfgenaemen noort, mede vrij met sijne gerechten Heeren chijns ende moet desen cavel aen de tweede naestvolgende van delen ende cluchten uijtreijcken ende in contant betaelen elck de somme van vijtigh Rijns guldens t stuck tot veertig grooten Vlaems eens. hyer tegens sijnde de voorgenoemde Peter Wilborts in de qualiteijt als voorgenoemd, ende mede voor Jan Aert Adrieansen, Adriaen Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als voor den voorsegden Symon sijnen broeder, ende Aert Adriaen Aertssen als vader ende voight van Neeltken ende Willem sijne onmondige zoon ende dochter tot behoefte der selven samen, metten blinde lotinge hen allen ende geerfdeelt. Eerst of een stuck saylants groot omtrent seste loopensaet of alsoo groot ende cleijn ombegrepen der mate als deselve, gelegen in t eijnde de Leegstraet alhyer, Adriaen Cornelis Lambrechts oost, Melis Janssen west, Adam Claes Henricx suijt, het naervolgende parchele noort Item noch een stuck saylant groot omtrent drije ende half loopensaet of alsoo groot ende cleijn is, in de Kerckenbuijnder gelegen alhyer, de erfgenaemen van Jan Henrick Rutgers oost, Peeter Peeter Meulders cum suise west, de coorsegde seste loopensaet suijt, ende Jan Claes Keijen noort Item noch op een half buijnder saylants medegelegen in t Kerckenbuijnder de voorsegde Jan Claes Keyen oost Cornelis Wijnants west Melis Jansen suijt Peeer Symons qt qua cim suis noort Item noch op ter helft van vijf loopensaets hoylants gelegen onder Oosterhout in den Rijsdijck waer af voorsegde Peeter Andries Peeters op d’ander helft metter derde loote bevallen is de Middelkae. oost de voorsegde Rijsdijck west Peeter Peeter Cleijs Bressens suijt Anthonis Wouters noort Alle de selve parchelen mede vrij commerloos preter Heeren chijns ende sal dese cavel van de voorgaende ende eerste cavel ontfangen de somme van vijentwintich Rijns guldens eens. Ende hyer tegens is de voorgenoemde Peeter Andries Peeters voor de derde ende leste cavel bevallen ende geerfdeelt Eerst op eenen acker groot omtrent negen loopensaet of alsoo groot ende cleijn ombegrepen de maete als deselve gelegen is t eijnden de Leijen Hoek of Leeghstraet alhyer, waer inne Jan Janssen Scheij met een een loopensaet een hoeck inne is gelegen t Heesterbosch, blijven tusschen de voorsegde parthijen ende erfgenaemen gemenen ende onbedeelt oost de Leeghstraet west de weeskynt van Adriaen Dyrck Anthonissen suijt Melis Janssen noort Waer op hij, Peeter, tot sijnen last neempt een loopen ende potkan rogge ’s jaers aende pastorye alhyer, dewelcke zijn uijtgaende ende staende. Op seeckere omtrent sesse loopensaet saylants, gelegen t eijnden de voorsegde Leeghstraet in de tweede cael begrepen. Maer hij, Peeter Andries Peeters, overmits de beterschap van sijnen cavel hyer op gelegen voorsegd, is tot sijnen last neempt ende gelooft deselve jaerlijcx te blijvne uijtreicken ende deselve sesse loopensaet daer .agte bevrijen. Item noch bevallen op omtrent een half buijnder saylants, gelegen aen den Hoogendijck alhyer Peeter PEeeterssen oost Cornelis Corsten west Jan Ghijsbrechts zuijt ende Theunich stedelen noort Vrij preter Heeren chijns Item noch op d’ andre helft bevallen is Ende moet daerenboven oock doende voorsegde eerste cavel in contant ontvangen de somme van vijentwintich Rijns guldens eens. Ende of gebeurde de welcke men nochtans .. dat op dese een of dese anders gedeelte eeinger commer of aen tael mochte gerijsen meer dan hen elck is aengenaempt, geloven deselve malcanderen altijd enichtsgewijs te helpen afdraegen. Met welcke schiffinghe, scheidinghe ende deijlinghe de voorsegde parthijen verclaeren .. ende enigdelijck te vreden te sijn ende verthijende over sulcx d’aen op dese anderes gedeelt naer behooren. Waer op den Schouteth gemaent ende schepenen gewesen hebben. Actum Ultima October 1640. Puts den Schouteth Jan Dyrcx et Floris Pels, schepenen. --------------------------------------------------------------------------------------------- De akte is eind 2020 online gekomen. Met dank aan Jan van den Bergh van Doekefkes.nl voor wat eerder al te zien was op zijn site: Jan Mertens de Wagemaker - overleden 1636 als vader 1. Zoon Merten Jan Mertens ----------- Merten Merten Jan Mertens als kleinkind ----------- Maeijken Merten Jan Mertens als kleinkind, getrouwd met Jan Gijsbert Jan Cornelis, overleden voor of in 1655 ----------- Cornelis Merten Jan Mertens als kleinkind ----------- Lesken Merten Jan Mertens als kleinkind, getrouwd met Joannes Crijn Hessels (in de acte Jan Quirijn Hessels genoemd) 2. Dochter Eeltje Jan Mertens de Wagemaker, getrouwd met Aert Adriaen Jan Aerts (in de acte genoemd Aert Adriaen Aertssen) ----------- Adriaan Aert Adriaens, reeds mondig ----------- Jenneke Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, getrouwd met Peter Wilborts van Son ----------- Jan Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Symon Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Willem Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig (jongste zoon) ----------- Neeltje Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind (Cornelia), onmondig (jongste dochter) 3. Dochter Maeijken Jan Mertens de Wagemaker overleden voor of in 1640, getrouwd met Andries Peeters ----------- Peeter Andries Peeters als kleinkind --------------------------------------------------------------------------------------------- Door loting verdelen zij de erfenis van Jan Mertens de Wagemaecker. De 3 kinderen zelf lijken niet meer in leven te zijn. Wie zijn er: ------------ 1. Jan Crijn Hessels, man van kleinkind Lesken (partij 1) 2. Ghijsbrecht Cornelissen, man van kleinkind Maeijken (partij 1) 3. Peeter Wilbort Jansen van Son, man van kleinkind Jenneke (partij 2) 4. Aert Adriaen Aertsen, man van overleden dochter Eeltje (partij 2) 5. Adriaen Aert Adriaensen, kleinzoon (partij 2) 6. Peeter Andries Peeters, kleinzoon (partij 3) Van de schepenbank zijn de schouteth Jan Dyrcx en schepen Floris Pels er bij. Wat komt uit de loting: -------------------------- Partij 1 1. stede aan de Groenstraat in Dongen, 10 loopensaet, 1.5 ha 2. zaai- of weiland aan de Berkenstraat onder Oosterhout, de Griendsteeg oost, 3 loopensaet, 0,5 ha 3. hooiland aan de Oosterhoutse zijde van de Groenendijk, de Groenendijk oost, 3 loopensaet, 0,5 ha 4. 25 Rijns guldens aan elke andere partij contant te betalen Partij 2 1. zaailand op het einde van de Laagstraat, 6 loopensaet, 1 ha 2. zaailand in de Kerckenbunder, 3 loopensaet, 0,5 ha 3. zaailand in de Kerckenbunder, halve bunder, 0,65 ha 4. hooiland in de Rijsdijk, de Rijsdijk west, voor de helft van 5 loopensaet, 0,75 ha 5. 25 Rijns guldens van partij 1 Partij 3 1. akker aan het einde van de Leijen Hoek of Laagstraat, de Laagstraat west, 9 loopensaet, 1,35 ha 2. zaailand aan den Hoge Dijk, halve bunder, 0,65 ha 3. hooiland, de andere helft van partij 2, perceel 4 4. 25 Rijns guldens van partij 1 De stede lag aan de Groenstraat. --------------------------------------- Jan Mertens de Wagemaker heeft de stede gebruikt en bewoont, en is er ook gestorven. Hij zal daar met zijn vrouw en kinderen gewoond hebben. Vanaf welk moment kan ik hier niet bepalen. Wellicht nog meer te vinden in de cohieren van het hoofdgeld. In het kadaster van 1811-1832 gekeken of ik de perceeleigenaren nog kon koppelen aan iemand van partij 1, maar dat is me niet gelukt. Hierdoor heb ik de precieze locatie niet kunnen bepalen. De percelen: gelegen aan t einde van de Laagstraat, aan de Hoge Dijk, aan de Berkenstraat, zullen dichtbij gelegen hebben. Die aan de Groenendijk, Rijsdijk en Kerckenbunder liggen wat verder weg, maar de stede blijft dan behoorlijk centraal liggen. Waar kwamen zij bij elkaar? -------------------------------- Op de kadasterkaart van 1811-1832 staat t Raadhuis aan de (protestante) kerk vast, naast de toren. Of die ook al in gebruik was toen die nog katholiek was, in 1640, als schepenbank, weet ik niet. (Kadaster Dongen 1811-1832, Sectie G, perceel 246) |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 101, pagina 46r, 31 oktober 1640, Erfdeling goederen van Jan Mertens de Wagemaker] |
28-12-1609 | RAT Schepenbank Dongen RA 97, folio 11r, Transportakte Compareerde Jacob Lemmen Adriaenssen, die gevest, .., gerecht, getransporteert ende opgedraghen cedeelt, etc. d’ome.loof mits desen toebehoort van Jan Meeus Jan Mertens, voogd der naegelathen weeskynderen van Cornelia Meeus Jan Mertenssen saliger, daer vader af is Jan Merten Wagemaecers. In contingente actie is met .. ver. ontrent negen loopensaet hoylants geleghen aen den Groenendijck onder Oosterhout geleghen onbedeelt met den voorsegden Jan Meeus cum suis. .. Actie contingent part .. .. .. .. vijftien loopensaet hoylants, geleghen onder Oosterhout voorsegd, aen den Rijsdijck. .. .. handen met commer.. slach .. .. welcke voorsegde actien, parten ende deelen den voorgenoemden Jacob Lemmen geene actien of toe .. meer .. ..heeft gevest het maer, verclare .. toe behoort van den voorsegden Jan Meeus cum suis, haeren .. saliger naer onderlingen gevest .. ge .. sonder ergh of list. Actum puts supra (28 december 1609, Gils en Meerman, schepenen) Met excuses voor de beperkte vertaling. Wat ik er van maak: Jacob Lemmens heeft verkregen van Jan Meeus Jan Mertens, als voogd over de weeskinderen van Cornelia Meeus Jan Mertens, waarvan de vader Jan Merten Wagemaecers 2 stukken hooiland onder Oosterhout: 9 loopensaet groot aan de Groenendijk, en 15 loopensaet aan de Rijsdijk. Jan is de broer van Cornelia. Zijn zus is overleden voor 28 december 1609. Vader Jan overlijdt in 1636, dus overleeft zijn vrouw met zeker 27 jaar. In de kantlijn staat voor mij een nog slechter leesbare tekst waarin een Peeter Jan Cornelissen jaarlijks een rente van 7 loopen roggen zal betalen. Waarvoor en aan wie, is mij niet duidelijk. |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 97, folio 11r, Transportakte] |
12-02-1582 | RAT Schepenbank Dongen RA 94, pagina 64r, 12 februari 1582, Verkoopakte Wij, Matijs Tunissen ende Aert Jan Corneliszoon, scepenen in Dongen, oirconden dat voor ons gecomen is, Maeijken Jan Jan Clausdochter met Peeter Janssen, haren man ende voocht, Adriaenken Jan Jan Clausdochter met Roelof Heijnricx, haren man ende voocht, Marijken Adriaen Jan Clausdochter met Jan Corneliszoon, haren soon ende voocht, Lijsken Peeter Adriaens de Wagemakersdochter met Bernaert Andries, haren man ende voocht, Marijken Marten Wagemakersdochter met Marten Jan Vrancken, haren man ende voocht, Lijsken Martensdochter met Jan Adriaens, haren man ende voocht, elcken een metken richtgegx sijnde (?), Jan Marten Wagemaker, voor hem selven, Antonis Cornelis, voor hem selven, en oock mede vervangende sijne susters en broeders, ende Meus Peeter Jan Claus als voocht ende Tonis Adriaen Goverts als toesiender van Jan, Dingen, ende Adriaenken ende Peeterken, onbejaerde weeskynderen van Peeter Adriaen de Wagemaker, ende voorts Jan Cornelis Keijenzoon, als voocht van Adriaenken ende Jenneken Merten Adriaen Wagemakers, onbejaerde weeskynderen, aldaer Lauwen Jan Peeters toesiender af is, ende Mateus Cornelis als voocht, ende Jacop Adriaen Jan Jacops toesiender af is van den onbejaerden weeskynderen van wijlen Jan Adriaens de Wagemaker, genaampt Jan, Lijsken, Jenneken ende Peeterken ende Adriaenken, kennen ende lijden dat sij vercoft hebben om een somme van gelden cp (cooperen?) de erfgenamen van wijlen Peeter Adriaen Jan Claussen het derden deel in een buijnder gronden, daer den voorscreven Peeter voorscreven bij sijnen leven daer cracht van op wijnge (?) in gevest was. Gelegen Adriaen Jan Horsten erfgenamen erve noortwaert, Tonis Adriaen Maessen erve sutwaert, streckende van den Riool totter Kae toe. Vrij van heeren chijns ende hier in sijn de erfgenamen gevest met vonnisse ende recht, met voorwaerden dat men den .. op dees gronden niet sal gebruiken op deesen gront, ende voorts Weegen ende Stege ende gebuerlijcke rechten. Actum deesen 12en februwary 1582. --------------------------------------------------------------------------------------------- Met dank aan Jan van den Bergh van Doekefkes.nl voor wat al te zien was op zijn site. --------------------------------------------------------------------------------------------- Een hele lijst aanwezigen voor de verkoop van 1/3 deel in een bunder grond. Ik tel er 20, de 2 schepenen niet meegeteld. Ik heb geprobeerd de aanwezigen te groeperen: de zonen van Adriaen Jans de Wagemaker, met hun kinderen: - Peeter Adriaen Jans de Wagemaker -- Lijsken x Bernaert Andries -- Jan -- Dingen -- Adriaenken -- Peeterken - Jan Adriaen Jans de Wagemaker -- Jan -- Lijsken (=Elijsbet) (in de akte als Lijsken Martensdochter) -- Jenneken -- Peeterken -- Adriaenken - Merten Adrien Jans de Wagemaker -- Marijken x Marten Jan Vrancken -- Lijsken x Jan Adriaens -- Jan -- Adriaenken -- Jenneken Dan een groep met Jan Claus als gemeenschappelijke vader: - Jan Jan Claus -- Maeijken x Peeter Janssen -- Adriaenken x Roelof Heijnricx - Adriaen Jan Claus -- Marijken ---Jan Cornelis Nog een laatste groep met Cornelis als vader - Antonis Cornelis - Broers (niet met naam genoemd) - Zusters (niet met naam genoemd) Hoe de 3 groepen met elkaar samenhangen, weet ik niet. -------------------------------------------------------------------------------------- Waar lag die bunder grond? De grond strekte zich uit van het Riool tot aan de Kae toe, zo staat in de akte. Met Riool, zal het water bedoeld zijn op wat nu Klein-Dongen is. Deze benaming is te zien op de kadasterkaart van Dongen 1811-1832. Met Kae verwacht ik dat kade bedoeld is. Mogelijk de kade van de Donge, die zuidelijk van het Riool stroomde en nog stroomt. |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 94, pagina 64r, 12 februari 1582, Verkoopakte] | ||
20-01-1597 | RAT Schepenbank Dongen RA 95, pagina 14r, 20 januari 1597, Verkoop door Cornelia Meeus Jan Martens Wij, <leeggelaten, zullen de schepenen van de vorige acte zijn: Jan Jan Cornelis en Willem Embrechts> Schepenen in Dongen, oirconden ende kennen, dat voor ons gecomen is Cornelia Meeus Jan Martens dochter, met Jan Marten Adriaens Wagemaker, haeren man en voight, kende ende lijde, dat sij vercocht heeft om een somme van gelde Jan Adriaen Aerts een stuck lants, groot twee lopensaet negendalf roey lants der selver Cornelia aenbestorven na doodt haers vaders, so wij verstonden. Adriaen Janssen Bincken met Matheus Cornelis Martens hunner erve oostwaerts Jan Jan Martens de Jonge met zijn erve westwaerts, streckende van dr Groenderstraet tot op der ertfenisse Hubrecht Theun Joossen Van dit erve voorsegd, met seven penninghen sjaers Heeren chijns, noch met de helft.. van seventien stuivers sjaers. Dies is dit voorsegd erve .. .. .. van rechts wege behoort ende sculdich is. Ende hier in is de parceel Jan Adriaens gevest met vonnissen ende met recht etc. ende des oirconden desen brieft Actum <leeggelaten, vorige acte is van 20 januari 1597, de volgende van 27 januari 1597, waarschijnlijk op dezelfde dag als de voorgaande acte, mogelijk tussen die 2 data in> Koper: Jan Adriaen Aerts Verkoper: Cornelia Meeus Jan Martens Echtgenoot: Jan Marten Adriaens Wagemaker Cornelia verkoopt een stuk land 2 loopensaets negendalf weiland, aanbestorven na de dood van haar vader. Strekkende van der Groenderstraet (Groenstraat), ... ---------------------------------------------------------------------------- De grootte is omgerekend (2x0,21ha +9,5x32m2) 4500 m2, zegmaar een halve hectare, een voetbalveld groot Aangezien het land aanbestorven is, zal haar vader voor januari 1597 overleden zjn. |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 95, pagina 14r, januari 1597, Verkoop door Cornelia Meus Jan Mertens] |
Groenstraat, Dongen | [bron: RAT Schepenbank Dongen RA 101, pagina 46r, 31 oktober 1640, Erfdeling goederen van Jan Mertens de Wagemaker] |
31-10-1640 | RAT Schepenbank Dongen RA 101, pagina 46r, 31 oktober 1640, Erfdeling goederen van Jan Mertens de Wagemaker Compareerde voor schepenen naergenaempt: -Jan Quirijn Hessels, als man ende voight van Lijsken Merten Jan Mertens, haere man ende voight, sijne wittige huijsfrou, ende - Ghijsbrecht Jan Cornelissen, als man ende voight van Maeijken Merten Jan Mertens, sijne huijsfrou, ende - hen tsamen noch streckmaeckende ende sij er inne vervangende voor Cornelis ende Merten, gebroederen, der voorsegde Merten Jan Mertens zonen, henne swagers in de een parthije - Peeter Wilbort Janssen van Son, als man ende voight van Jenneken Aert Adriaenssen, sijne huijsfrou, ende in quailiteijt voor hem selven, ende hem mede strek maeckende en hij er inne vervangende - Jan Aert Adriaenssen sijne onmondige swager, - Adriaen Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende voor - Symon Aert Adriaenssen, sijne onmondige gebroeder, ende de voorsegde - Aert Adriaen Aertssen als vader ende voight van - Neeltken ende - Willem, sijnde Aert Adriaenssen jongste dochter ende zone, daer moeder af was - Eeltjen Jan Mertens tsamen in de tweede parthije ende - Peeter Andries Peeters, daer moeder af was -Maeijken Jan Mertens inde derde ende leste parthije alle in dijer qualiteijt als erfgenamen van Jan Merten de Wagemaecker verclaerende ende bekende met malcanderen gedeelt te hebben. in den eersten is de voorsegde Jan Quirijnen ende Jan Gijsbrechtsen, beijde in de voorsegde qualiteijt met Cornelis ende Merten gebroederen, Jan Mertens sone tsamen bevallen ende geerfdeelt - op een aen stede, groot omtrent thijen loopensaet of alsoo groot ende .. , onbegrepen de mate, als deselve gelegen in de Groenstraat alhyer, ende den voornoemden Jan Merten de Wagemaecker dyer in sijn leven bewoont ende gebruijckt heeft ende daer uijt verstorven is, sijnde vrij commerloos, preter Heeren chijns - item noch op drije loopensaet saylant of weijlant, gelegen in de Berckenstraet onder Oosterhout de Grientsteeght oost Gijsbrecht Cornelissen west Cornelis Henrick Bouwens suijt ende Aert Adriaen Aerts cum suis noort vrij preter Heeren chijns - item noch omtrent drije loopensaet hoylant, gelegen onder Oosterhout, aen de Oosterhoutsche zijde van de Groenendijck den Groenendijck oost de weduwe van Adriaen Mertens erfgenaemen west Jan Dingemans erfgenaemen suijt, ende Jan Jansen Key erfgenaemen noort, mede vrij met sijne gerechten Heeren chijns ende moet desen cavel aen de tweede naestvolgende van delen ende cluchten uijtreijcken ende in contant betaelen elck de somme van vijtigh Rijns guldens t stuck tot veertig grooten Vlaems eens. hyer tegens sijnde de voorgenoemde Peter Wilborts in de qualiteijt als voorgenoemd, ende mede voor Jan Aert Adrieansen, Adriaen Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als voor den voorsegden Symon sijnen broeder, ende Aert Adriaen Aertssen als vader ende voight van Neeltken ende Willem sijne onmondige zoon ende dochter tot behoefte der selven samen, metten blinde lotinge hen allen ende geerfdeelt. Eerst of een stuck saylants groot omtrent seste loopensaet of alsoo groot ende cleijn ombegrepen der mate als deselve, gelegen in t eijnde de Leegstraet alhyer, Adriaen Cornelis Lambrechts oost, Melis Janssen west, Adam Claes Henricx suijt, het naervolgende parchele noort Item noch een stuck saylant groot omtrent drije ende half loopensaet of alsoo groot ende cleijn is, in de Kerckenbuijnder gelegen alhyer, de erfgenaemen van Jan Henrick Rutgers oost, Peeter Peeter Meulders cum suise west, de coorsegde seste loopensaet suijt, ende Jan Claes Keijen noort Item noch op een half buijnder saylants medegelegen in t Kerckenbuijnder de voorsegde Jan Claes Keyen oost Cornelis Wijnants west Melis Jansen suijt Peeer Symons qt qua cim suis noort Item noch op ter helft van vijf loopensaets hoylants gelegen onder Oosterhout in den Rijsdijck waer af voorsegde Peeter Andries Peeters op d’ander helft metter derde loote bevallen is de Middelkae. oost de voorsegde Rijsdijck west Peeter Peeter Cleijs Bressens suijt Anthonis Wouters noort Alle de selve parchelen mede vrij commerloos preter Heeren chijns ende sal dese cavel van de voorgaende ende eerste cavel ontfangen de somme van vijentwintich Rijns guldens eens. Ende hyer tegens is de voorgenoemde Peeter Andries Peeters voor de derde ende leste cavel bevallen ende geerfdeelt Eerst op eenen acker groot omtrent negen loopensaet of alsoo groot ende cleijn ombegrepen de maete als deselve gelegen is t eijnden de Leijen Hoek of Leeghstraet alhyer, waer inne Jan Janssen Scheij met een een loopensaet een hoeck inne is gelegen t Heesterbosch, blijven tusschen de voorsegde parthijen ende erfgenaemen gemenen ende onbedeelt oost de Leeghstraet west de weeskynt van Adriaen Dyrck Anthonissen suijt Melis Janssen noort Waer op hij, Peeter, tot sijnen last neempt een loopen ende potkan rogge ’s jaers aende pastorye alhyer, dewelcke zijn uijtgaende ende staende. Op seeckere omtrent sesse loopensaet saylants, gelegen t eijnden de voorsegde Leeghstraet in de tweede cael begrepen. Maer hij, Peeter Andries Peeters, overmits de beterschap van sijnen cavel hyer op gelegen voorsegd, is tot sijnen last neempt ende gelooft deselve jaerlijcx te blijvne uijtreicken ende deselve sesse loopensaet daer .agte bevrijen. Item noch bevallen op omtrent een half buijnder saylants, gelegen aen den Hoogendijck alhyer Peeter PEeeterssen oost Cornelis Corsten west Jan Ghijsbrechts zuijt ende Theunich stedelen noort Vrij preter Heeren chijns Item noch op d’ andre helft bevallen is Ende moet daerenboven oock doende voorsegde eerste cavel in contant ontvangen de somme van vijentwintich Rijns guldens eens. Ende of gebeurde de welcke men nochtans .. dat op dese een of dese anders gedeelte eeinger commer of aen tael mochte gerijsen meer dan hen elck is aengenaempt, geloven deselve malcanderen altijd enichtsgewijs te helpen afdraegen. Met welcke schiffinghe, scheidinghe ende deijlinghe de voorsegde parthijen verclaeren .. ende enigdelijck te vreden te sijn ende verthijende over sulcx d’aen op dese anderes gedeelt naer behooren. Waer op den Schouteth gemaent ende schepenen gewesen hebben. Actum Ultima October 1640. Puts den Schouteth Jan Dyrcx et Floris Pels, schepenen. --------------------------------------------------------------------------------------------- De akte is eind 2020 online gekomen. Met dank aan Jan van den Bergh van Doekefkes.nl voor wat eerder al te zien was op zijn site: Jan Mertens de Wagemaker - overleden 1636 als vader 1. Zoon Merten Jan Mertens ----------- Merten Merten Jan Mertens als kleinkind ----------- Maeijken Merten Jan Mertens als kleinkind, getrouwd met Jan Gijsbert Jan Cornelis, overleden voor of in 1655 ----------- Cornelis Merten Jan Mertens als kleinkind ----------- Lesken Merten Jan Mertens als kleinkind, getrouwd met Joannes Crijn Hessels (in de acte Jan Quirijn Hessels genoemd) 2. Dochter Eeltje Jan Mertens de Wagemaker, getrouwd met Aert Adriaen Jan Aerts (in de acte genoemd Aert Adriaen Aertssen) ----------- Adriaan Aert Adriaens, reeds mondig ----------- Jenneke Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, getrouwd met Peter Wilborts van Son ----------- Jan Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Symon Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Willem Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig (jongste zoon) ----------- Neeltje Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind (Cornelia), onmondig (jongste dochter) 3. Dochter Maeijken Jan Mertens de Wagemaker overleden voor of in 1640, getrouwd met Andries Peeters ----------- Peeter Andries Peeters als kleinkind --------------------------------------------------------------------------------------------- Door loting verdelen zij de erfenis van Jan Mertens de Wagemaecker. De 3 kinderen zelf lijken niet meer in leven te zijn. Wie zijn er: ------------ 1. Jan Crijn Hessels, man van kleinkind Lesken (partij 1) 2. Ghijsbrecht Cornelissen, man van kleinkind Maeijken (partij 1) 3. Peeter Wilbort Jansen van Son, man van kleinkind Jenneke (partij 2) 4. Aert Adriaen Aertsen, man van overleden dochter Eeltje (partij 2) 5. Adriaen Aert Adriaensen, kleinzoon (partij 2) 6. Peeter Andries Peeters, kleinzoon (partij 3) Van de schepenbank zijn de schouteth Jan Dyrcx en schepen Floris Pels er bij. Wat komt uit de loting: -------------------------- Partij 1 1. stede aan de Groenstraat in Dongen, 10 loopensaet, 1.5 ha 2. zaai- of weiland aan de Berkenstraat onder Oosterhout, de Griendsteeg oost, 3 loopensaet, 0,5 ha 3. hooiland aan de Oosterhoutse zijde van de Groenendijk, de Groenendijk oost, 3 loopensaet, 0,5 ha 4. 25 Rijns guldens aan elke andere partij contant te betalen Partij 2 1. zaailand op het einde van de Laagstraat, 6 loopensaet, 1 ha 2. zaailand in de Kerckenbunder, 3 loopensaet, 0,5 ha 3. zaailand in de Kerckenbunder, halve bunder, 0,65 ha 4. hooiland in de Rijsdijk, de Rijsdijk west, voor de helft van 5 loopensaet, 0,75 ha 5. 25 Rijns guldens van partij 1 Partij 3 1. akker aan het einde van de Leijen Hoek of Laagstraat, de Laagstraat west, 9 loopensaet, 1,35 ha 2. zaailand aan den Hoge Dijk, halve bunder, 0,65 ha 3. hooiland, de andere helft van partij 2, perceel 4 4. 25 Rijns guldens van partij 1 De stede lag aan de Groenstraat. --------------------------------------- Jan Mertens de Wagemaker heeft de stede gebruikt en bewoont, en is er ook gestorven. Hij zal daar met zijn vrouw en kinderen gewoond hebben. Vanaf welk moment kan ik hier niet bepalen. Wellicht nog meer te vinden in de cohieren van het hoofdgeld. In het kadaster van 1811-1832 gekeken of ik de perceeleigenaren nog kon koppelen aan iemand van partij 1, maar dat is me niet gelukt. Hierdoor heb ik de precieze locatie niet kunnen bepalen. De percelen: gelegen aan t einde van de Laagstraat, aan de Hoge Dijk, aan de Berkenstraat, zullen dichtbij gelegen hebben. Die aan de Groenendijk, Rijsdijk en Kerckenbunder liggen wat verder weg, maar de stede blijft dan behoorlijk centraal liggen. Waar kwamen zij bij elkaar? -------------------------------- Op de kadasterkaart van 1811-1832 staat t Raadhuis aan de (protestante) kerk vast, naast de toren. Of die ook al in gebruik was toen die nog katholiek was, in 1640, als schepenbank, weet ik niet. (Kadaster Dongen 1811-1832, Sectie G, perceel 246) |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 101, pagina 46r, 31 oktober 1640, Erfdeling goederen van Jan Mertens de Wagemaker] |
28-12-1609 | RAT Schepenbank Dongen RA 97, folio 11r, Transportakte Compareerde Jacob Lemmen Adriaenssen, die gevest, .., gerecht, getransporteert ende opgedraghen cedeelt, etc. d’ome.loof mits desen toebehoort van Jan Meeus Jan Mertens, voogd der naegelathen weeskynderen van Cornelia Meeus Jan Mertenssen saliger, daer vader af is Jan Merten Wagemaecers. In contingente actie is met .. ver. ontrent negen loopensaet hoylants geleghen aen den Groenendijck onder Oosterhout geleghen onbedeelt met den voorsegden Jan Meeus cum suis. .. Actie contingent part .. .. .. .. vijftien loopensaet hoylants, geleghen onder Oosterhout voorsegd, aen den Rijsdijck. .. .. handen met commer.. slach .. .. welcke voorsegde actien, parten ende deelen den voorgenoemden Jacob Lemmen geene actien of toe .. meer .. ..heeft gevest het maer, verclare .. toe behoort van den voorsegden Jan Meeus cum suis, haeren .. saliger naer onderlingen gevest .. ge .. sonder ergh of list. Actum puts supra (28 december 1609, Gils en Meerman, schepenen) Met excuses voor de beperkte vertaling. Wat ik er van maak: Jacob Lemmens heeft verkregen van Jan Meeus Jan Mertens, als voogd over de weeskinderen van Cornelia Meeus Jan Mertens, waarvan de vader Jan Merten Wagemaecers is, 2 stukken hooiland onder Oosterhout: 9 loopensaet groot aan de Groenendijk, en 15 loopensaet aan de Rijsdijk. Jan is de broer van Cornelia. Zijn zus is overleden voor 28 december 1609. Vader Jan overlijdt in 1636, dus overleeft zijn vrouw met zeker 27 jaar. In de kantlijn staat voor mij een nog slechter leesbare tekst waarin een Peeter Jan Cornelissen jaarlijks een rente van 7 loopen roggen zal betalen. Waarvoor en aan wie, is mij niet duidelijk. In de acte van 2 april 1579, waarin de weeskinderen van Meus Jan Martens delen in de erfenis van Anna Jan Jan Martens folio is ook sprake van land aan Rijsdijk en Groenendijk. Het hooiland aan de Rijsdijk kwam niet aan de weeskinderen maar aan Marten Jan Jan Martens en zus Maeijke Jan. Beemden aan de Groenendijk kwamen toe aan Jan Jan Jan Martens en zus Janneken. JanMartens (van de schepenbank Dongen RA 93, acte vermeld bij haar vader) |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 97, folio 11r, Transportakte] |
20-01-1597 | RAT Schepenbank Dongen RA 95, pagina 14r,20 januari 1597, Verkoop door Cornelia Meeus Jan Martens Wij, <leeggelaten, zullen de schepenen van de vorige acte zijn: Jan Jan Cornelis en Willem Embrechts> Schepenen in Dongen, oirconden ende kennen, dat voor ons gecomen is Cornelia Meeus Jan Martens dochter, met Jan Marten Adriaens Wagemaker, haeren man en voight, kende ende lijde, dat sij vercocht heeft om een somme van gelde Jan Adriaen Aerts een stuck lants, groot twee lopensaet negendalf roey lants der selver Cornelia aenbestorven na doodt haers vaders, so wij verstonden. Adriaen Janssen Bincken met Matheus Cornelis Martens hunner erve oostwaerts Jan Jan Martens de Jonge met zijn erve westwaerts, streckende van dr Groenderstraet tot op der ertfenisse Hubrecht Theun Joossen Van dit erve voorsegd, met seven penninghen sjaers Heeren chijns, noch met de helft.. van seventien stuivers sjaers. Dies is dit voorsegd erve .. .. .. van rechts wege behoort ende sculdich is. Ende hier in is de parceel Jan Adriaens gevest met vonnissen ende met recht etc. ende des oirconden desen brieft Actum <leeggelaten, vorige acte is van 20 januari 1597, de volgende van 27 januari 1597, waarschijnlijk op dezelfde dag als de voorgaande acte, mogelijk tussen die 2 data in> Koper: Jan Adriaen Aerts Verkoper: Cornelia Meeus Jan Martens Echtgenoot: Jan Marten Adriaens Wagemaker Cornelia verkoopt een stuk land 2 loopensaets negendalf weiland, aanbestorven na de dood van haar vader. Strekkende van der Groenderstraet (Groenstraat), ... ---------------------------------------------------------------------------- De grootte is omgerekend (2x0,21ha +9,5x32m2) 4500 m2, zegmaar een halve hectare, een voetbalveld groot Aangezien het land aanbestorven is, zal haar vader voor januari 1597 overleden zjn. |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 95, pagina 14r,20 januari 1597, Verkoop door Cornelia Meus Jan Mertens] | ||
05-04-1604 | Schepenbank Dongen Inv 96 Protocol. Register 3 jan.1602- 3 mei 1605, folio 99v en 100rv, scanpagina 123-124 Verkoopakte van 5 april 1604 Wij, Steven Cornelis Broeders en Jan Jan Cornelissen, schepenen in Dongen, oirconden ende kenne dat voor ons is gecoomen: Jan Meeus Jan Martens voor hem selve, Cornelis Meeus Jan Martens dochter met Jan Marten Adriaens, haeren man ende voicht, Maeijken Meeus Jan Martens dochter, geassisteert met Cornelis Willem Peters haer man ende voicht, elcken een metten recht gegeven sijnden, ende Jacob Lambrecht Adriaenssen oyck voor hem selven, kennen ende lijden dat zij vercoft hebben om de somme van gelde Ariaen Daniel Handricxssen een stede metten erven huijs, schuer, hof, bogaert, soo die daer gelegen is. Daer Lambrecht Adriaenssen Lemens (of Lemmens) uijt verstorven is, ende zo die voorgaende gebruijct is geweest. Groot omtrent ses buijnder, Steven Cornelis Broeders met zijne erve westwaerts, Jacob Jan Wouters met zijnen kinderen erve oostwaarts, streckende van der erftenisse Jacob Aerts met zijnen kinderen erve voorsegd ten Rijool toe Vrij desen stede voorsegd met vijf duits stuijvers Heeren chijns. Noch gaet jaerlicx uijt dese stede voorsegd, Claessen Claessen tot ’s Gravenmoer een viertel erfrogs inne vier potkannen ende der pasterijen tot Dongen anderhalf lopen rogs erfpachts. Item noch een weijken, gelegen over de straet, groot omtrent vier dalf loopensaet, Steven Cornelis met zijn erve westwaerts. Jacob Jan Wouters met zijn erve oostwaerts streckende van den Herwech tot den Moerstraten toe. Vrij dit parceel met drie stuvers ’s jaers Heeren chijns, behoudelicken dat dese voorsegde stede, zal blijven inspant ende bijpant, daer zij van rechtswegen Beho.. ende schuldenen is. Mits voorwaerde dat deze voorsegde stede, zal wegen door Steven Cornelis voorsegd stege achterwaerts uijt tot op Rijool, den gehelen zoomer tot Bamis toe (Bamis, eigenlijk ’Baafmis’ ( samentrekking van Bavomis ), is de feestdag van Sint-Bavo op 1 oktober. St. Bavo - Wikipedia). Ende dus is oijck voorwaerts dat schoir over het ryool ende het hecken malcanderen moeten helpen onderhouwen, Ende ’s winterdachs oyck varen, daer Steven Cornelis voorsegd voor vaert ende oijck tot dier heckendamme toe dwars over Steven Cornelis goet na hunnen ackers ende naer de straet uijt te wegen. Ende den heckendam aen de straet oijck malcanderen te helpen onderhouwen. Ende voirts jagen, varen ende stouwen over Steven Cornelis werf achterwaerts ende voorwaerts uijt. Ende tusschen de hoeven door naer hare acker. Ende sullen dat hecken aen hof moeten onderhouden. Ende Steven voorsegd voor aen de stege het hecken moeten onderhouden. Ende voirts na uijtwijsen der verkoopscedille, dan af zijn soo, en inhoudt ende begrijpt, ende hier in is de voorsegde Adriaen Daniels gevest ende geerft met vonnisse ende met recht dende des t oirconden. Desen brief en acte. Den 5e april anno domini 1600 ende vier. --------------------------------------------------------------------------------- De akte is geschreven door dezelfde persoon als die van de akte van 17 januari 1605. De overeenkomstige schepen is Jan Jan Cornelissen, en daarmee vrijwel zeker dat hij deze verkoopakte opgeschreven heeft. De erve van Steven Cornelis Broeders ligt ten westen van de stede. Hij is 1 van de schepenen, aanwezig bij het opstellen van deze akte. Koper is Adriaen Daniel handricx. De stede ligt ten Rioel of Rijool toe. Op de kadasterkaart van 1811-1832 staat op het verzamelplan op sectie D (Klein-Dongen) Het Riool aangegeven, een water langs de Klein Dongensche weg vanaf de Watersticht bij ’s Gravenmoer tot aan de Korte Veepad. Anno 2021 heet het oostelijk deel van de Klein Dongensche weg Fazantenweg. Daarlangs ligt nu nog een water, de Onkelsloot. Aan de westkant is niets meer te herkennen van het Riool, wat kleine slootjes. Het fietspad dat er nu ligt, ligt mogelijk op die plaats. Waar zou de stede gelegen kunnen hebben? Op de kadasterkaart is de meeste bewoning te vinden op blad 1, de westelijke kant van de Klein Dongensche weg. ik heb gekeken op de aanwijzende tafels of er een Broeders of een Wouters of een Aerts te vinden is. De eerste 2 waren de buren, de laatste lag aan de andere kant van het perceel. Op sectie D, Klein-Dongen gezocht, de noordelijke kant van de Klein Dongense weg, en heb 3x een Broeders gevonden: 1. Percelen 91 t/m 95: Cornelis Adriaen Broeders, schoenmaker te Dongen, met bouwland, hof, huis+erf, hof en weiland Ligt waar nu Klein Dongense Weg 27 is; betekent dat deze aan de westkant lag van de stede van Lambrecht. Die zou dan op perceel 96/97 gewoond hebben, Klein Dongense weg 29 2. Percelen 124 t/ 127: Andries Hendr. Broeders, schoenmaker te Dongen, met huis+schuur+werf, boomgaard, hoof en weiland Ligt waar nu Klein Dongense weg 33 is. betekent dat deze aan de westkant lag van de stede van Lambrecht. Die zou dan op perceel 96/97 gewoond hebben, Klein Dongense weg 35. Tussen 1 en 2 liep toen de Kleine steeg. Daar bestaat nog een klein stukje van anno 2021. 3. Perceel 452: Adr. Bern. Broeders, bouwman te Dongen, met bouwland Op sectie B, den Ham, staat de zuidelijke kant van de Klein Dongenseweg, en heb 1x een Broeders gevonden: 1. Percelen 397 t/m 402: Erve Hendr. Andr. Broeders, landbouwer te Dongen, met weiland, huis en werf, hof, weiland, turfschop en bouwland Ernaast aan de oostkant is dan geen bewoning te vinden, dus waar Lambrecht Jan Adriaenssen een stede zou moeten hebben. Ik heb kort gekeken of ik vanuit deze 4 Broeders een relatie kon leggen naar Steven Cornelis Broeders. Kon die nu niet vinden. Voor de stede moet een viertel rogge in 4 potkannen jaarlijks gegeven worden aan Claessen Claessen. Een viertel is een graanmaat, in de 17e eeuw van 86,5 liter, een zak vol. (Bron: Meertens Instituut) Een potkan is een langwerpige pot. Het is ook een Bredase inhoudsmaat van 1,61 liter. 4 potkannen zou in dat geval 6,24 liter zijn. Lijkt me een zak van 86,5 liter aannemelijker. Op Doekefkes.nl: Jacob Lemmen Jan Lemmens (-) als halfbroer Jan Meeus Jan Mertens (-) als broer en verkoper Cornelia Meus Jan Mertens (-†1609) als zus Jan Mertens de Wagemaker (-1636) als echtgenoot Cornelis Willem Peters Ploegen (-†1605) als echtgenoot Maeijken Meeus Jan Mertens (-†1605) als zus Op Doekefkes.nl staat dat Jacob Lambrecht Adriaenssen een halfbroer is van Jan, Cornelis en Maeijken. Ik heb dat nog niet terug kunnen vinden. Er staat trouwens Jacob Lemmen Jan Lemmens, terwijl ik in de acte alleen Jacob Lambrecht Adriaense vermeld zie. Ze zouden dan eenzelfde moeder moeten hebben, gezien hun namen. Die zijn te verschillend om eenzelfde vader te hebben. De vader van Jacob is gestorven in de stede, die nu verkocht wordt. Heeft hij daar samen gewoond met de moeder het 3-tal of van met de moeder van Jacob? Met wie was hij eerst getrouwd? Is er een naam terug te vinden? Nog genoeg leuke vragen over. |
[bron: Schepenbank Dongen Inv 96 Protocol. Register 3 jan.1602- 3 mei 1605, folio 99v en 100rv, scanpagina 123-124 Verkoopakte van 5 april 1604] | ||
17-01-1605 | RAT Schepenbank Dongen Inv 96 , Protocol Register 3 januari 1602-3 mei 1605,folio 118r en v, scan 143-144 Deling goederen Cornelis Willem Peters Ploegen en Maeijken Meeus Jan Martens Op huijden, datum ondergescreven, ende schepenen naegenoempt, sijn gecompareert in propre persoons Cornelis Willemssen, woonende ten Rijen, als man ende vociht van Peterken Willem Peter Ploegen dochter, ter eenre, ende Jan Meeus Jan Martens voor hem selven, Jacb Lemmen Adriaens Lemmens voor hem selven ende Jan Marten Wagemakers, als man ende voicht van Cornelia Meeus Jan Martens dochter ter andere in desen. Ende sijn minnelijck ende .. metten anderen overcoemen, vereenicht ende veraccordeert van alsulcken goederen, soo haef ende erf, als Cornelis Willem Peters Ploegen saliger, ende Maeijken Meeus Jan Martens saliger, metten doot geruijmt ende achtergelaten hebben, ende dat in der manieren ende conditien hier navolgende. In den eersten, soo is geconditioneert, dat de voorsegde Cornelis Willems van den Rijen in der qualiteijt , sal hebben ende behouden allen de erfgoederen ende haefelijcke goederen van voorsegde Cornelis Willem Peters gecoomen mette haefenisse tot sijnen Lijne. Ende den voorsegde Jan Meeussen cum suis voor verhaelt, sullen van gelijcke houden, allen den erfgoederen gecoomen van MAeijken Jan Meeus Jan Martens dochter met de haefenisse tot haeren Lijne Omme elckx respective hennen drijen wille mede te doen salso dat elckx sal betalen de Contributie op henne erfgoederen geset oft noch geset te worden, soo sij noch eenpaert staet, soo .olgens als verschijnen. Is alnoch gecondioneert, dat Cornelis Willemen van Rijen den voorsegden Jan Meeussen, Jacob Lemmens ende Jan Martens sal moeten uijtreijcken endt betalen de somma van ses ende sestich rijns guldens, elcken gulden tot veertich groten Vlaemsen. Te betaelen de gerechtige helft daer van Lichtmisse .. naest coomende, ende de ander helft Sint Jansmisse in desen lopende jaer. Verbijnden daer voor den voorsegde Cornelis Willemen zijne persoon ende goederen, hebbende ende vercregen, met pant las gereet gelt. Met allen recht overstaen met welcken .. scheijdinge ende deelinge, parthijen van beijde zijden verclaerden wel ende deucgdelijck te vreden te wesen, ende hebben doen op des andere gedeelt, versterckt met hant ende mont, waarop den Schouteth gemaent heeft ende schepenen gewesen hebben dat er stadt ende macht grijpen sal als voorsegd staet. Actum ter presentien Stoffel Peter Cornelis ende Jan Jan Cornelis ende Peter Jacob, schepenen, den 17e January 1605. ---------------------------------------------------------------------------------------------- Cornelis Willem Peters Ploegen (-†1605) als overledene Maeijken Meeus Jan Martens (-†1605) als overledene Beide zijn overleden, en hebben geen kinderen. De goederen worden verdeeld: Peterken Willems Ploegen (-) als zus Cornelis Willemsen, woont in Rijen (-) als echtgenoot van Peterken aan de ene kant Jan Meeus Jan Martens (-) als broer Jan Marten Wagemakers (-1636) als echtgenoot van Cornelia Meeus Jan Martens (-†1609) als zus Jacob Lemmen Adriaens Lemmens (-) als halfbroer Jacob is op Doekefkes.nl genoemd als halfbroer, wat gezien de verdeling logisch overkomt. ik heb het alleen nog niet aan kunnen tonen. De moeder van Maeijken, Jan en Cornelia zou dan ook getrouwd geweest zijn met een Lemmen Adriaens Lemmens, en daaruit zou Jacob geboren moeten zijn. in de akte van 1609, koopt Jacob 2 hooilanden onder Oosterhout van de weeskinderen van Cornelia, waarvan Jan de voogd is. |
[bron: RAT Schepenbank Dongen Inv 96 , Protocol Register 3 januari 1602-3 mei 1605,folio 118r en v, scan 143-144 Deling goederen Cornelis Willem Peters Ploegen en Maeijken Meeus Jan Martens] |
Groenstraat, Dongen | [bron: RAT Schepenbank Dongen RA 101, pagina 46r, 31 oktober 1640, Erfdeling goederen van Jan Mertens de Wagemaker] |
31-10-1640 | RAT Schepenbank Dongen RA 101, pagina 46r, 31 oktober 1640, Erfdeling goederen van Jan Mertens de Wagemaker De akte komt voorjaar 2021 online. Dan is preciezer de inhoud te bepalen. Met dank aan Jan van den Bergh van Doekefkes.nl voor wat nu al te zien is op zijn site, Jan Mertens de Wagemaker - 1636 als vader - dochter Maeijken Jan Mertens de Wagemaker overleden voor of in 1640, getrouwd met Andries Peeters ----------- Peeter Andries Peeters als kleinkind - dochter Eeltje Jan Mertens de Wagemaker, getrouwd met Aert Adriaen Jan Aerts ----------- Neeltje Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind (Cornelia) ----------- Jan Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Jenneke Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, getrouwd met Peter Wilborts van Son ----------- Symon Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Willem Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Adriaan Aert Adriaens, reeds mondig - zoon Merten Jan Mertens ----------- Merten Merten Jan Mertens als kleinkind ----------- Maeijken Merten Jan Mertens als kleinkind, getrouwd met Jan Gijsbert Jan Cornelis, overleden voor of in 1655 ----------- Cornelis Merten Jan Mertens als kleinkind ----------- Lesken Merten Jan Mertens als kleinkind, getrouwd met Joannes Crijn Hessels De waardeverschllen van de percelen land worden verrekend tussen deze 3 groepen, ofwel de 3 kinderen. |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 101, pagina 46r, 31 oktober 1640, Erfdeling goederen van Jan Mertens de Wagemaker] |
van 22-04-1655 tot 25-01-1655 | RAT Schepenbank Dongen RA 104, pagina 202v-204v, scanpagina 232-233-234, 22 en 25 april 1655, verkoopakte van uitgedolven moergronden gelegen op Cleijn Dongen De verkoop bestaat uit 2 akten, van donderdag 22 april en zondag 25 april. De akte van 22 april 1655: ------------------------------- Anthonis Merten Jan Mertens, als man ende voight van Lijntjen Adriaen Mertens, waarvoor hij hem sterck maeckende. Claes Peeter Peeter Bressers voor hem selve ende beneffens Peeter Peeter Cleijs Bressers, sijne vader, hem noch sterck maeckende voor Cornelis ende Wouter Peeter Peeter Bressers, sijne broeders, daer respective moeder af was Dingna Adriaen Mertens Peeter Peeter Jan Luijcken soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Adriaen, sijnen broeder, ende moeder af was Eeltjen Adriaen Mertens tsamen voor een derde part in t derde part Jan Jan Jan Claes Brebers, hem sterck maeckende als vervanger voor Jan Jan Jansen, mits sijn sreckte mondelinge gelast sijn Jan Joost Roeloftsen, als mondelinge lasthebber ende hem sterck maeckende voor Anneken Jan Cleijs Brebers, Jan Claes Jan Cleijs Brebers, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Cornelis Claes, sijne broeder tsamen erfgenaemen van Jenneken Jan Adriaen Wagemaecker Sijken Wouter janssen, weduwe van Cornelis Govaert Willemen, geassisteert met Wijnant Adriaen Vennemans, als haeren gecoren voight. Desselven Wijnant Adriaen Jacobs voor hem selven, en hem sterck maeckende voor de vier weeskinderen van Jan Adriaen Vennemans, daer moeder ende grootmoeder af was Lesken Jan Adriaens Wagemaecker. Jenneken Peeter Jan de Wagemaecker, getrouwt met Cornelis Jan Verhoeven, geassisteert, mits de absentie van haerdere man, met Wijnant Adriaen Vennemans, haeren gecoren voight in desen. Soo voor haer selven, als haer sterck maeckende voor Peerken Peeter Jan Wagemaecker, woonende in Vlaanderen, haere suster tsamen voor een derde part. Peeter Janssen int Broeck, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende en in desen vervangende voor de twee weeskinderen van Merten Janssen int Broeck, erfgenaemen van Maeijken Mertens tsamen voor een vierde part in een derde part. Respective van anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden, vercoft omme af Jan Adriaen Janssen voor de twee derde part ende Peeter Geerit Anthonissen voor een derde part, respective ieder sijn gedeelte in anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden lant, liggende in henne stede ende goeden op Cleijn (Dongen), streckende van rijvel (?) tot sijne hoogheits Vaert toe, Adriaen Symonssen Coppelaers erfgenaemen suijt, ende hen cooperen andere erftve noort Te vrijen etc, commerloos preter Heeren chijns Gevest Actum 22 april 1655 Present Sijnenbuijck, van Loon, Wouter Janssen Ruijsenaer, schepenen De akte van 25 april 1655: ------------------------------- Merten Merten Jan Mertens, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Cornelis Merten de Wagemaecker, Lesken, sijne suster met Jan Crijnen, Maeijcken, sijne suster Saliger van Jan Gijsbrechts tsamen voor een vierde part int derde part Peeter Jan Peeterssen Brecht (?) soo voor hem selven, ende als uijtgerecht hebbende Rochus ende Marinus, sijne broeders, ende Martini, sijne suster, getrouwt Corstiaen Schalcken, voor gelijcke vierde part in derde part van derde part van anderhalf roede Anthonis Bernaert Driessen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende voor Maeijken, sijne suster ende Claes Thomassen, haeren man, tsamen de helft van gelijcke vierde part in derde part van derde part van anderhalft roede voorsegd. Symon Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende ende bij desen vervanger voor Adriaen, Jan en Willem, sijne broeders, Neeltjen, sijne suster met Roelof Huijbrechts Roeloftsen, haeren man ende voor Jenneken, sijne suster met Peeter Wilborts, haeren man, daer moeder af was Eeltgen Jan Merten de Wagemaecker. Tsamen voor een vierde part in t derde part van ’t derde part van anderhalf roede. ende hem sterck maeckende voor ’t weeskint van daer grootmoeder af was Maeijken Jan Mertens voor gelijcke een vierde part in t derde part van ’t derde part van anderhalf roeden gronden. Ende sijde de comparanten voorgenoemd elck in de qualiteijt voorsegd vercoft te hebben omme .. Jan Adriaen Janssen voor de twee derde part ende Peeter Geerit Anthonissen voor voorst. derde part, elck sijn gedeelte voorsegd in anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden, nu lant, liggende op Cleijn Dongen, in henne stede streckende int geheel van trijvel tot sijnen Hoogheijts Vaert toe. Adriaen Symons erfgenaemen, nu Jan Lenaerts, suijt, ende sijne cooperen erftun noort Vrij commerloos, preter Heeren chijns Gevest etc. Actum 25 april 1655. Puts. Fijnenbuijck ende Van loon Schepenen. ---------------------------------------------------------------------------------------------- Het gaat om de verkoop van uitgedolven moergrond (de turf is gestoken) met een breedte van 1 1/2 roede. Volgens https://www.meertens.knaw.nl/mgw/maat/9 werd bijvoorbeeld in ’s Gravenmoer gerekend met de Brabantse roede van 5,69m. Voor deze gronden ging het dan om een breedte van 8,535m. Aan het eind van de 2e akte staat dat het nu land is. Het land strekte zich uit van Trijvel of ’t Rijvel tot de (Hoogheids) Vaart. De Vaart kunnen we nog wel vinden, maar ik weet niet waar ik Trijvel of t Rijvel moet zoeken. ------------------------------------------------------------------------------------------- Een hele lijst van verkopers, over 2 akten, en 2 dagen verdeeld. Bij de eerste akte zijn de verkopers met 10 present, de tweede keer met 4. Hoe zit t met die verdeling? ------------------------------- Er is in de 1e akte gesproken van a. 1/3 part in 1/3 part: voor Lijntje, erfg. Digna en erfg. Eeltjen Adriaen Mertens b. 1/3 part: voor erfg. Jenneken Jan Adriaen de Wagemaecker, erfg. Lesken Jan Adriaen de Wagemaecker, Jenneken Peeter Jan de Wagemaecker, Peerken Peter Jan de Wagemaecker c. 1/4 part in 1/3 part: voor Maeijken Mertens (niet preciezer aangeduid) In de 2e van: d. 1/4 part in 1/3 part: voor erfg. Merten Jan Merten de Wagemaecker e. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor Peeter Jan Peetersen, Rochus, Martini f. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor Anthonis Bernaert Driessen en Maeijken g. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor erfg. Eeltjen Jan Merten de Wagemaker h. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor erfg. Maeijken Jan Merten de Wagemaker Bij e en f is tussengevoegd het laatste deel, ofwel in 1/3e part. Bij g en h staat het er direct. Vreemd dat bij d. Meerten het part anders zou zijn dan bij g. Eeltje en h. Maeijken. Zij zijn alle kinderen van Jan Merten Adriaen de Wagemaecker. Lijkt me niet correct beschreven. Bij wie e en f horen in de relatie naar De Wagemaker is niet duidelijk. Bij b gaat het om 1/3 part. Dit zijn (klein) kinderen Jan Adriaan Jans de Wagemaker. Niet genoemd zijn Adriaenken, Adriaen, en Jan. Bij a gaat het om (klein) kinderen van Adriaen Merten Adriaen Jans de Wagemaecker en bij d, g en h om (klein) kinderen van Jan Merten Adriaen Jans de Wagemaecker. Niet genoemd zijn Adriaenken, Marijnken, Jenneken en Lijsken. Zij zijn een generatie eerder gezien van Merten Adriaen Jans de Wagemaecker, een broer van Jan. Zouden met zijn allen goed moeten zijn voor 1/3 part. Dat betekent dat van nog een zoon of dochter van Adriaen Jans de Wagemaker, er erfgenamen zijn die meedelen. Die zouden dan van c, e of f moeten komen. Wie kan de zoon of dochter geweest zijn? Peeter (met 5 kinderen), Roelof (met 5 kinderen) of Cornelia? En waarom delen ze niet alle mee? Het lijkt te gaan om 3 kinderen van Adriaen Jans de Wagemaker. De moergronden waren blijkbaar nog niet verdeeld. De kopers Jan Adriaen Jansen en Peeter Geerit Anthonissen willen de grond naast die van hun erf erbij kopen, en nu moet wel nagegaan worden van wie de grond is. Dan moet in dit geval ver terug in de tijd gegaan worden. Ter illustratie: Jenneke Aert Adriaen Jan Aerts (geboren 1619), is een dochter van Eeltjen Jan Mertens de Wagemaecker, en zij is een dochter van Jan Mertens Adriaen de Wagemaecker, en hij is een zoon van Meerten Adriaen Jans de Wagemaecker en hij is een zoon van Adriaen Jans de Wagemaecker ------------------------------------------------------------------------------------------- |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 104, pagina 202v-204v, scanpagina 232-233-234, 22 en 25 april 1655, verkoopakte van uitgedolven moergronden gelegen op Cleijn Dongen] |
490 Wagemaker Merten Janssen de, koopt op 23 september 1582 een stuk land aan de Leegstraat te Dongen - Schepenbank Inv 94 f 78v |
Groenstraat, Dongen | [bron: RAT Schepenbank Dongen RA 101, pagina 46r, 31 oktober 1640, Erfdeling goederen van Jan Mertens de Wagemaker] |
31-10-1640 | RAT Schepenbank Dongen RA 101, pagina 46r, 31 oktober 1640, Erfdeling goederen van Jan Mertens de Wagemaker De akte komt voorjaar 2021 online. Dan is preciezer de inhoud te bepalen. Met dank aan Jan van den Bergh van Doekefkes.nl voor wat nu al te zien is op zijn site, Jan Mertens de Wagemaker - 1636 als vader - dochter Maeijken Jan Mertens de Wagemaker overleden voor of in 1640, getrouwd met Andries Peeters ----------- Peeter Andries Peeters als kleinkind - dochter Eeltje Jan Mertens de Wagemaker, getrouwd met Aert Adriaen Jan Aerts ----------- Neeltje Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind (Cornelia) ----------- Jan Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Jenneke Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, getrouwd met Peter Wilborts van Son ----------- Symon Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Willem Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Adriaan Aert Adriaens, reeds mondig - zoon Merten Jan Mertens ----------- Merten Merten Jan Mertens als kleinkind ----------- Maeijken Merten Jan Mertens als kleinkind, getrouwd met Jan Gijsbert Jan Cornelis, overleden voor of in 1655 ----------- Cornelis Merten Jan Mertens als kleinkind ----------- Lesken Merten Jan Mertens als kleinkind, getrouwd met Joannes Crijn Hessels De waardeverschllen van de percelen land worden verrekend tussen deze 3 groepen, ofwel de 3 kinderen. |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 101, pagina 46r, 31 oktober 1640, Erfdeling goederen van Jan Mertens de Wagemaker] |
van 23-08-1582 tot 23-09-1582 | Mertens Janssen de Wagemaker koopt een stuck erven, een viertel roeyen groot, strekkende van de Leegstraat tot aan Peeter Peeter Martens erve toe, van Adriaen Meus Peeterszoon. --------------------------------------------------------------------------------------------- Het is niet zeker dat het hier gaat om Merten Jan Mertens de Wagemaker. Diens zus kreeg in 1616 haar eerste kind. Dus in de tijd gezien is 1582 voor haar broer als koper twijfelachtig. |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 94, pagina 78v, 23 september 1582] | ||
22-04-1655 | RAT Schepenbank Dongen RA 104, pagina 202v-204v, scanpagina 232-233-234, 22 en 25 april 1655, verkoopakte van uitgedolven moergronden gelegen op Cleijn Dongen De verkoop bestaat uit 2 akten, van donderdag 22 april en zondag 25 april. De akte van 22 april 1655: ------------------------------- Anthonis Merten Jan Mertens, als man ende voight van Lijntjen Adriaen Mertens, waarvoor hij hem sterck maeckende. Claes Peeter Peeter Bressers voor hem selve ende beneffens Peeter Peeter Cleijs Bressers, sijne vader, hem noch sterck maeckende voor Cornelis ende Wouter Peeter Peeter Bressers, sijne broeders, daer respective moeder af was Dingna Adriaen Mertens Peeter Peeter Jan Luijcken soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Adriaen, sijnen broeder, ende moeder af was Eeltjen Adriaen Mertens tsamen voor een derde part in t derde part Jan Jan Jan Claes Brebers, hem sterck maeckende als vervanger voor Jan Jan Jansen, mits sijn sreckte mondelinge gelast sijn Jan Joost Roeloftsen, als mondelinge lasthebber ende hem sterck maeckende voor Anneken Jan Cleijs Brebers, Jan Claes Jan Cleijs Brebers, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Cornelis Claes, sijne broeder tsamen erfgenaemen van Jenneken Jan Adriaen Wagemaecker Sijken Wouter janssen, weduwe van Cornelis Govaert Willemen, geassisteert met Wijnant Adriaen Vennemans, als haeren gecoren voight. Desselven Wijnant Adriaen Jacobs voor hem selven, en hem sterck maeckende voor de vier weeskinderen van Jan Adriaen Vennemans, daer moeder ende grootmoeder af was Lesken Jan Adriaens Wagemaecker. Jenneken Peeter Jan de Wagemaecker, getrouwt met Cornelis Jan Verhoeven, geassisteert, mits de absentie van haerdere man, met Wijnant Adriaen Vennemans, haeren gecoren voight in desen. Soo voor haer selven, als haer sterck maeckende voor Peerken Peeter Jan Wagemaecker, woonende in Vlaanderen, haere suster tsamen voor een derde part. Peeter Janssen int Broeck, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende en in desen vervangende voor de twee weeskinderen van Merten Janssen int Broeck, erfgenaemen van Maeijken Mertens tsamen voor een vierde part in een derde part. Respective van anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden, vercoft omme af Jan Adriaen Janssen voor de twee derde part ende Peeter Geerit Anthonissen voor een derde part, respective ieder sijn gedeelte in anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden lant, liggende in henne stede ende goeden op Cleijn (Dongen), streckende van rijvel (?) tot sijne hoogheits Vaert toe, Adriaen Symonssen Coppelaers erfgenaemen suijt, ende hen cooperen andere erftve noort Te vrijen etc, commerloos preter Heeren chijns Gevest Actum 22 april 1655 Present Sijnenbuijck, van Loon, Wouter Janssen Ruijsenaer, schepenen De akte van 25 april 1655: ------------------------------- Merten Merten Jan Mertens, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Cornelis Merten de Wagemaecker, Lesken, sijne suster met Jan Crijnen, Maeijcken, sijne suster Saliger van Jan Gijsbrechts tsamen voor een vierde part int derde part Peeter Jan Peeterssen Brecht (?) soo voor hem selven, ende als uijtgerecht hebbende Rochus ende Marinus, sijne broeders, ende Martini, sijne suster, getrouwt Corstiaen Schalcken, voor gelijcke vierde part in derde part van derde part van anderhalf roede Anthonis Bernaert Driessen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende voor Maeijken, sijne suster ende Claes Thomassen, haeren man, tsamen de helft van gelijcke vierde part in derde part van derde part van anderhalft roede voorsegd. Symon Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende ende bij desen vervanger voor Adriaen, Jan en Willem, sijne broeders, Neeltjen, sijne suster met Roelof Huijbrechts Roeloftsen, haeren man ende voor Jenneken, sijne suster met Peeter Wilborts, haeren man, daer moeder af was Eeltgen Jan Merten de Wagemaecker. Tsamen voor een vierde part in t derde part van ’t derde part van anderhalf roede. ende hem sterck maeckende voor ’t weeskint van daer grootmoeder af was Maeijken Jan Mertens voor gelijcke een vierde part in t derde part van ’t derde part van anderhalf roeden gronden. Ende sijde de comparanten voorgenoemd elck in de qualiteijt voorsegd vercoft te hebben omme .. Jan Adriaen Janssen voor de twee derde part ende Peeter Geerit Anthonissen voor voorst. derde part, elck sijn gedeelte voorsegd in anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden, nu lant, liggende op Cleijn Dongen, in henne stede streckende int geheel van trijvel tot sijnen Hoogheijts Vaert toe. Adriaen Symons erfgenaemen, nu Jan Lenaerts, suijt, ende sijne cooperen erftun noort Vrij commerloos, preter Heeren chijns Gevest etc. Actum 25 april 1655. Puts. Fijnenbuijck ende Van loon Schepenen. ---------------------------------------------------------------------------------------------- Het gaat om de verkoop van uitgedolven moergrond (de turf is gestoken) met een breedte van 1 1/2 roede. Volgens https://www.meertens.knaw.nl/mgw/maat/9 werd bijvoorbeeld in ’s Gravenmoer gerekend met de Brabantse roede van 5,69m. Voor deze gronden ging het dan om een breedte van 8,535m. Aan het eind van de 2e akte staat dat het nu land is. Het land strekte zich uit van Trijvel of ’t Rijvel tot de (Hoogheids) Vaart. De Vaart kunnen we nog wel vinden, maar ik weet niet waar ik Trijvel of t Rijvel moet zoeken. ------------------------------------------------------------------------------------------- Een hele lijst van verkopers, over 2 akten, en 2 dagen verdeeld. Bij de eerste akte zijn de verkopers met 10 present, de tweede keer met 4. Hoe zit t met die verdeling? ------------------------------- Er is in de 1e akte gesproken van a. 1/3 part in 1/3 part: voor Lijntje, erfg. Digna en erfg. Eeltjen Adriaen Mertens b. 1/3 part: voor erfg. Jenneken Jan Adriaen de Wagemaecker, erfg. Lesken Jan Adriaen de Wagemaecker, Jenneken Peeter Jan de Wagemaecker, Peerken Peter Jan de Wagemaecker c. 1/4 part in 1/3 part: voor Maeijken Mertens (niet preciezer aangeduid) In de 2e van: d. 1/4 part in 1/3 part: voor erfg. Merten Jan Merten de Wagemaecker e. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor Peeter Jan Peetersen, Rochus, Martini f. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor Anthonis Bernaert Driessen en Maeijken g. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor erfg. Eeltjen Jan Merten de Wagemaker h. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor erfg. Maeijken Jan Merten de Wagemaker Bij e en f is tussengevoegd het laatste deel, ofwel in 1/3e part. Bij g en h staat het er direct. Vreemd dat bij d. Meerten het part anders zou zijn dan bij g. Eeltje en h. Maeijken. Zij zijn alle kinderen van Jan Merten Adriaen de Wagemaecker. Lijkt me niet correct beschreven. Bij wie e en f horen in de relatie naar De Wagemaker is niet duidelijk. Bij b gaat het om 1/3 part. Dit zijn (klein) kinderen Jan Adriaan Jans de Wagemaker. Niet genoemd zijn Adriaenken, Adriaen, en Jan. Bij a gaat het om (klein) kinderen van Adriaen Merten Adriaen Jans de Wagemaecker en bij d, g en h om (klein) kinderen van Jan Merten Adriaen Jans de Wagemaecker. Niet genoemd zijn Adriaenken, Marijnken, Jenneken en Lijsken. Zij zijn een generatie eerder gezien van Merten Adriaen Jans de Wagemaecker, een broer van Jan. Zouden met zijn allen goed moeten zijn voor 1/3 part. Dat betekent dat van nog een zoon of dochter van Adriaen Jans de Wagemaker, er erfgenamen zijn die meedelen. Die zouden dan van c, e of f moeten komen. Wie kan de zoon of dochter geweest zijn? Peeter (met 5 kinderen), Roelof (met 5 kinderen) of Cornelia? En waarom delen ze niet alle mee? Het lijkt te gaan om 3 kinderen van Adriaen Jans de Wagemaker. De moergronden waren blijkbaar nog niet verdeeld. De kopers Jan Adriaen Jansen en Peeter Geerit Anthonissen willen de grond naast die van hun erf erbij kopen, en nu moet wel nagegaan worden van wie de grond is. Dan moet in dit geval ver terug in de tijd gegaan worden. Ter illustratie: Jenneke Aert Adriaen Jan Aerts (geboren 1619), is een dochter van Eeltjen Jan Mertens de Wagemaecker, en zij is een dochter van Jan Mertens Adriaen de Wagemaecker, en hij is een zoon van Meerten Adriaen Jans de Wagemaecker en hij is een zoon van Adriaen Jans de Wagemaecker ------------------------------------------------------------------------------------------- |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 104, pagina 202v-204v, scanpagina 232-233-234, 22 en 25 april 1655, verkoopakte van uitgedolven moergronden gelegen op Cleijn Dongen] |
07-07-1588 | Schepenbank Dongen Inv 94 f 188r, 7 juli 1588, scanpagina 221-222 Erfdeling Symon Wilboert Symonss met Jan Wilboert Symonss ter eenre, Jan Peeter Janss van Beeck, en Adriaen Peeter Janss, gebroeders, met Jan Janss van Beeck als voogd, en Peeter Willem Brebers als toesiender, in het bijzijn van Aelbrecht Aelbrechtssem behoudtoom ter andere, voor de deling van de goederen van wijlen Cornelia Cornelis Willem Brebersdochter, getrouwd met Symon Wilboert Symonss, en hun kinderen Jan en Adriaen. ----------------------------------------------------------------------------------------------- Cornelia was eerst getrouwd met Peeter Janss van Beeck, en daaruit zijn Jan en Adriaen geboren. Cornelia is hertrouwd met Symon Wilboert Symonss. Na haar overlijden worden de goederen verdeeld met Symon en zijn broer Jan aan de ene kant, en de 2 kinderen met hun voogden en oom aan de andere kant. Symon behoudt het gebruik van de stede, staande aan de Leeghstraet, alle inboedel, schulden en wederschulden. Jan en Adriaen krijgen - een blok moer van 18 loopensaet gelegen in Lemmen Aerden kynder moer, - een stuk aan het Leechveen, - de cleeden, - een stuk erve, zaai- en weiland, 6 loopensaet - hooiland in de Grientsteeg, 1/2 bunder --------------------------------------------------------------------------------------------- De stede is genoemd als onderpand in de schepenbank acte van 5 september 1568 door de vader van Jan en Adriaen: Peeter Janss van Beeck. Voor een schuld aan zijn vader: Jan Adriaen Diercx. |
[bron: Schepenbank Dongen Inv 94 f 188r, 7 juli 1588, scanpagina 221-222 Erfdeling] |
07-07-1588 | Schepenbank Dongen Inv 94 f 188r, 7 juli 1588, scanpagina 221-222 Erfdeling Symon Wilboert Symonss met Jan Wilboert Symonss ter eenre, Jan Peeter Janss van Beeck, en Adriaen Peeter Janss, gebroeders, met Jan Janss van Beeck als voogd, en Peeter Willem Brebers als toesiender, in het bijzijn van Aelbrecht Aelbrechtssem behoudtoom ter andere, voor de deling van de goederen van wijlen Cornelia Cornelis Willem Brebersdochter, getrouwd met Symon Wilboert Symonss, en hun kinderen Jan en Adriaen. ----------------------------------------------------------------------------------------------- Cornelia was eerst getrouwd met Peeter Janss van Beeck, en daaruit zijn Jan en Adriaen geboren. Cornelia is hertrouwd met Symon Wilboert Symonss. Na haar overlijden worden de goederen verdeeld met Symon en zijn broer Jan aan de ene kant, en de 2 kinderen met hun voogden en oom aan de andere kant. Symon behoudt het gebruik van de stede, staande aan de Leeghstraet, alle inboedel, schulden en wederschulden. Jan en Adriaen krijgen - een blok moer van 18 loopensaet gelegen in Lemmen Aerden kynder moer, - een stuk aan het Leechveen, - de cleeden, - een stuk erve, zaai- en weiland, 6 loopensaet - hooiland in de Grientsteeg, 1/2 bunder --------------------------------------------------------------------------------------------- De stede is genoemd als onderpand in de schepenbank acte van 5 september 1568 door de vader van Jan en Adriaen: Peeter Janss van Beeck. Voor een schuld aan zijn vader: Jan Adriaen Diercx. |
[bron: Schepenbank Dongen Inv 94 f 188r, 7 juli 1588, scanpagina 221-222 Erfdeling] |
05-09-1568 | Peeter Janss van Beeck is schuldig aan zijn vader Jan Adriaen Diercx 6 carolus guldens per jaar. Als onderpand stelt hij zijn stede, staand de Leegstraat (Laagstraat) west, en Wilbort Symons (van Son) noord. Als hij overleden is, hertrouwt zijn vrouw met Symon Wilbort Symons. |
[bron: Schepenbank Dongen Inv 92 f 262v, 5 september 1568, scanpagina 287 Schuldverklaring] |
30-01-1563 | Peeter Janss koopt een stede en een perceel van 3 loopensaet aan de Leeghstraet van Cornelis Cornelis Berbers en Elijsabet Peetersdochter. Aan de noordkant van de stede ligt de erve van Wilbort Symons. |
[bron: Schepenbank Dongen Inv 92 f 91r, 30 januari 1563, scanpagina 104] |
van 22-04-1655 tot 25-04-1655 | RAT Schepenbank Dongen RA 104, pagina 202v-204v, scanpagina 232-233-234, 22 en 25 april 1655, verkoopakte van uitgedolven moergronden gelegen op Cleijn Dongen De verkoop bestaat uit 2 akten, van donderdag 22 april en zondag 25 april. De akte van 22 april 1655: ------------------------------- Anthonis Merten Jan Mertens, als man ende voight van Lijntjen Adriaen Mertens, waarvoor hij hem sterck maeckende. Claes Peeter Peeter Bressers voor hem selve ende beneffens Peeter Peeter Cleijs Bressers, sijne vader, hem noch sterck maeckende voor Cornelis ende Wouter Peeter Peeter Bressers, sijne broeders, daer respective moeder af was Dingna Adriaen Mertens Peeter Peeter Jan Luijcken soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Adriaen, sijnen broeder, ende moeder af was Eeltjen Adriaen Mertens tsamen voor een derde part in t derde part Jan Jan Jan Claes Brebers, hem sterck maeckende als vervanger voor Jan Jan Jansen, mits sijn sreckte mondelinge gelast sijn Jan Joost Roeloftsen, als mondelinge lasthebber ende hem sterck maeckende voor Anneken Jan Cleijs Brebers, Jan Claes Jan Cleijs Brebers, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Cornelis Claes, sijne broeder tsamen erfgenaemen van Jenneken Jan Adriaen Wagemaecker Sijken Wouter janssen, weduwe van Cornelis Govaert Willemen, geassisteert met Wijnant Adriaen Vennemans, als haeren gecoren voight. Desselven Wijnant Adriaen Jacobs voor hem selven, en hem sterck maeckende voor de vier weeskinderen van Jan Adriaen Vennemans, daer moeder ende grootmoeder af was Lesken Jan Adriaens Wagemaecker. Jenneken Peeter Jan de Wagemaecker, getrouwt met Cornelis Jan Verhoeven, geassisteert, mits de absentie van haerdere man, met Wijnant Adriaen Vennemans, haeren gecoren voight in desen. Soo voor haer selven, als haer sterck maeckende voor Peerken Peeter Jan Wagemaecker, woonende in Vlaanderen, haere suster tsamen voor een derde part. Peeter Janssen int Broeck, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende en in desen vervangende voor de twee weeskinderen van Merten Janssen int Broeck, erfgenaemen van Maeijken Mertens tsamen voor een vierde part in een derde part. Respective van anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden, vercoft omme af Jan Adriaen Janssen voor de twee derde part ende Peeter Geerit Anthonissen voor een derde part, respective ieder sijn gedeelte in anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden lant, liggende in henne stede ende goeden op Cleijn (Dongen), streckende van rijvel (?) tot sijne hoogheits Vaert toe, Adriaen Symonssen Coppelaers erfgenaemen suijt, ende hen cooperen andere erftve noort Te vrijen etc, commerloos preter Heeren chijns Gevest Actum 22 april 1655 Present Sijnenbuijck, van Loon, Wouter Janssen Ruijsenaer, schepenen De akte van 25 april 1655: ------------------------------- Merten Merten Jan Mertens, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Cornelis Merten de Wagemaecker, Lesken, sijne suster met Jan Crijnen, Maeijcken, sijne suster Saliger van Jan Gijsbrechts tsamen voor een vierde part int derde part Peeter Jan Peeterssen Brecht (?) soo voor hem selven, ende als uijtgerecht hebbende Rochus ende Marinus, sijne broeders, ende Martini, sijne suster, getrouwt Corstiaen Schalcken, voor gelijcke vierde part in derde part van derde part van anderhalf roede Anthonis Bernaert Driessen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende voor Maeijken, sijne suster ende Claes Thomassen, haeren man, tsamen de helft van gelijcke vierde part in derde part van derde part van anderhalft roede voorsegd. Symon Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende ende bij desen vervanger voor Adriaen, Jan en Willem, sijne broeders, Neeltjen, sijne suster met Roelof Huijbrechts Roeloftsen, haeren man ende voor Jenneken, sijne suster met Peeter Wilborts, haeren man, daer moeder af was Eeltgen Jan Merten de Wagemaecker. Tsamen voor een vierde part in t derde part van ’t derde part van anderhalf roede. ende hem sterck maeckende voor ’t weeskint van daer grootmoeder af was Maeijken Jan Mertens voor gelijcke een vierde part in t derde part van ’t derde part van anderhalf roeden gronden. Ende sijde de comparanten voorgenoemd elck in de qualiteijt voorsegd vercoft te hebben omme .. Jan Adriaen Janssen voor de twee derde part ende Peeter Geerit Anthonissen voor voorst. derde part, elck sijn gedeelte voorsegd in anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden, nu lant, liggende op Cleijn Dongen, in henne stede streckende int geheel van trijvel tot sijnen Hoogheijts Vaert toe. Adriaen Symons erfgenaemen, nu Jan Lenaerts, suijt, ende sijne cooperen erftun noort Vrij commerloos, preter Heeren chijns Gevest etc. Actum 25 april 1655. Puts. Fijnenbuijck ende Van loon Schepenen. ---------------------------------------------------------------------------------------------- Het gaat om de verkoop van uitgedolven moergrond (de turf is gestoken) met een breedte van 1 1/2 roede. Volgens https://www.meertens.knaw.nl/mgw/maat/9 werd bijvoorbeeld in ’s Gravenmoer gerekend met de Brabantse roede van 5,69m. Voor deze gronden ging het dan om een breedte van 8,535m. Aan het eind van de 2e akte staat dat het nu land is. Het land strekte zich uit van Trijvel of ’t Rijvel tot de (Hoogheids) Vaart. De Vaart kunnen we nog wel vinden, maar ik weet niet waar ik Trijvel of t Rijvel moet zoeken. ------------------------------------------------------------------------------------------- Een hele lijst van verkopers, over 2 akten, en 2 dagen verdeeld. Bij de eerste akte zijn de verkopers met 10 present, de tweede keer met 4. Hoe zit t met die verdeling? ------------------------------- Er is in de 1e akte gesproken van a. 1/3 part in 1/3 part: voor Lijntje, erfg. Digna en erfg. Eeltjen Adriaen Mertens b. 1/3 part: voor erfg. Jenneken Jan Adriaen de Wagemaecker, erfg. Lesken Jan Adriaen de Wagemaecker, Jenneken Peeter Jan de Wagemaecker, Peerken Peter Jan de Wagemaecker c. 1/4 part in 1/3 part: voor Maeijken Mertens (niet preciezer aangeduid) In de 2e van: d. 1/4 part in 1/3 part: voor erfg. Merten Jan Merten de Wagemaecker e. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor Peeter Jan Peetersen, Rochus, Martini f. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor Anthonis Bernaert Driessen en Maeijken g. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor erfg. Eeltjen Jan Merten de Wagemaker h. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor erfg. Maeijken Jan Merten de Wagemaker Bij e en f is tussengevoegd het laatste deel, ofwel in 1/3e part. Bij g en h staat het er direct. Vreemd dat bij d. Meerten het part anders zou zijn dan bij g. Eeltje en h. Maeijken. Zij zijn alle kinderen van Jan Merten Adriaen de Wagemaecker. Lijkt me niet correct beschreven. Bij wie e en f horen in de relatie naar De Wagemaker is niet duidelijk. Bij b gaat het om 1/3 part. Dit zijn (klein) kinderen Jan Adriaan Jans de Wagemaker. Niet genoemd zijn Adriaenken, Adriaen, en Jan. Bij a gaat het om (klein) kinderen van Adriaen Merten Adriaen Jans de Wagemaecker en bij d, g en h om (klein) kinderen van Jan Merten Adriaen Jans de Wagemaecker. Niet genoemd zijn Adriaenken, Marijnken, Jenneken en Lijsken. Zij zijn een generatie eerder gezien van Merten Adriaen Jans de Wagemaecker, een broer van Jan. Zouden met zijn allen goed moeten zijn voor 1/3 part. Dat betekent dat van nog een zoon of dochter van Adriaen Jans de Wagemaker, er erfgenamen zijn die meedelen. Die zouden dan van c, e of f moeten komen. Wie kan de zoon of dochter geweest zijn? Peeter (met 5 kinderen), Roelof (met 5 kinderen) of Cornelia? En waarom delen ze niet alle mee? Het lijkt te gaan om 3 kinderen van Adriaen Jans de Wagemaker. De moergronden waren blijkbaar nog niet verdeeld. De kopers Jan Adriaen Jansen en Peeter Geerit Anthonissen willen de grond naast die van hun erf erbij kopen, en nu moet wel nagegaan worden van wie de grond is. Dan moet in dit geval ver terug in de tijd gegaan worden. Ter illustratie: Jenneke Aert Adriaen Jan Aerts (geboren 1619), is een dochter van Eeltjen Jan Mertens de Wagemaecker, en zij is een dochter van Jan Mertens Adriaen de Wagemaecker, en hij is een zoon van Meerten Adriaen Jans de Wagemaecker en hij is een zoon van Adriaen Jans de Wagemaecker ------------------------------------------------------------------------------------------- |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 104, pagina 202v-204v, scanpagina 232-233-234, 22 en 25 april 1655, verkoopakte van uitgedolven moergronden gelegen op Cleijn Dongen] |
03-12-1588 | RAT Schepenbank Dongen RA 94, pagina 190v-191-192, 3 december 1588, Erfdeling goederen van Merten de Wagemaker en Eelken Bayens Wij, Marten Geritssen ende Stoffel Peter Cornelissen, schepenen in Dongen, oirconden ende kennen, dat voor ons gecomen is Jan Marten Adriaens de Wagemaker, Lijsken Marten Adriaensdochter de Wagemaker, geassisteert met Jan Adriaen Jan Roelens, haren man ende vooght, Matheus Cornelis Martens als vooght van t onmondighen weeskynt, genaempt Martijnken, wijlen Marten Jan Hanrick Vrancken, dochter, daer moeder af was Maeyken Marten Adriaens de Wagemakers dochter, ende Jan Jan Adriaen Wagemakers als vooght, ende Wouter Thoen Wouters als toesienderen van twee onbejaerde weeskynderen wijlen Marten Adriaens de Wagemaker, genaempt Adriaenken ende Jenneken ende hebben minnelijck ende bij so gene van henne naeste vrienden, gescheiden ende gedeelt van alle alsulcke goederen daer Marten Adriaens de Wagemaker, henne vader, ende Eelken Jan Peter Willem Baeyensdochter, henne moeder uitverstorven is, ende metter doot geruymt, in de manieren hier na volgende. ------------------ In den iersten soo is metten blynden lot gevallen ende gedeelt Jan Marten Adriaens de Wagemaker op de zuytzijde van de acker E__ ac__ de stede, gelegen neven Matheus Cornelis Martens erve, ende noortwaert den voorscreven Martijnken Marten Jan Vrancken weeskynderen erve gelegen, streckende van den bogaert af ter Leegerstraeten toe. Noch soo is dan voorscreven Jan gevallen in de Kerckenbuender op omtrent vijtalft loopensaet, ____ alsoock daer gelegen ende malcanderen bewesen ende bepacht zijn gedeeltken, Wouter Jan erve zuytwaert, ende Claes Jan Smoldener erfgenamen noortwaert, Lijsken Martens voorscreven, met haer gedeeltken westwaert ende oostwaert Met noch omtrent twee loopensaet saeylantt lancx _____ zij zelfts er__ __ Lijsken, zijne zuster, gelegen. Noch soo is den selve bedeelt op de helft scheijdinge van omtrent een buijnder hoeylants gelegen in de Raemsdonsche oirt. -------------- Hier tegens is Lijsken Marten Adriaens dochter, met Jan Adriaens Roelensse, haeren man ende voocht, gedeelt ende gevallen op den noordencant van het ackerlant van voorscreven stede, streckende van den bogaert af totter Leegenstraet toe, ende den voorscreven Martijnken Marten Jan Vrancke weeskynt erve zuijtwaert gelegen. Noch is den selven bedeelt in den Kerckenbuender, haer gedeeltken alsvoor daer af gepacht is; Jan Marten Adriaen Wagemaker met zijn gedeeltken, van 4 loopensaet voorscreven tendeels oostwaert ende westwaert, oostwwaert in twee verscheijden blocken gelegen, Martijnken Marten Jansse weeskynt met zijn gedeeltken westwaert. Noch soo is den selven Lijsken bedeelt op de andere helft van de Raemsdonsche Oert, daer Jan Marten Adraensse voorscreven, den wederhelft af toe gedeelt is. ------------- Hier tegens is Martijnken Marten Jan Vrancken weeskynt met Matheus Cornelis Martens, den vooght, ende erbij wesen Roelof Claes Roelofs ende Peter Peter Martens als naeste gebueren staende voor dese ende in de plaetse van den toesiender, metten blynden lot gevallen ende bedeelt op een stuck ackerlants, oyck aen de stede voorsreven, gelegen tusschen de erfenisse staande Marten Adriaense voorscreven, noordtwaert. Daerbij af gedeelt is streckende oyck van bogaert totter Legerstraten toe. Noch is t selve weeskynt bedeelt in de Kerckebuender voorscreven, zijn gedeeltken, Lijsken Marten Adriaense voorscreven met hare gedeeltken oostwaert, ende Adriaen Marten Adriaen weeskyndt westwaert, tegen__ uit ____. Jan Marten Adriaensse voorscreven met sijne erve noortwaerts. Noch is t selve weeskynt bedeelt ende gevallen op t blocxke hoeylants, gelegen tot Oisterhout in de Kijlen (of Kylen), groot omtrent vijf loopensaet, m__ __ behoirl_ Heeren schijns daer ____ gaende. Marij Goeyaerts Willes met haren kynderen oostwaerts, Adriaen Meeus Peter Meeusse zuytwaerts, s Heeren Lants westwaerts (invoeging, onduidelijk waar) ende Jenneken Marten Adriaensse twee loopensaets saeylants, Claes Hanricksen Snijders met zijnen erven zuijtwaerts, Roelof Claes Roelofs oostwaerts, Woute Jans erve westwaerts ------------------------------------------------------------------------------------- Dies zoo blijfen de bogaert metten werf ende huysinge daer op staende onbedeelt metten hen drieën eerfgenamen ende _____ ten voorscreven te weten Jan Martens Adriaensse voorscreven zal daer in behouden de helft van alle de huysinge ende tweederde in den werf metten den bogaert ende Martijnken Marten Jan Vrancken weeskynt ___ derde deel in de huysinge metten bogaert ende den werf, ende Lijsken Marten Adriaensse dochter het seste deel in de huysinge metten dries often werf ende in den bogaert, ____ daer hem andersints La_t voor bewesen is. ------------------------------------------------------------------------------------------- Item Adriaen Marten Adriaensse de Wagemaker met Jenneken, zijn zuster, zijn bedeelt ende gevallen op een stuck ackerlants, gelegen aen den Laeye Hoecken, groot omtrent 5 vijf lopensaet, Peter Peter Martens met sijne erve ende stede westwaerts, Wouter Jan Emmen oostwaerts, met hen selfs landts noordwaerts, den Laeye Hoeck zuytwaerts Noch zijn de selven bedeelt op een stuck ackerlants, gelegen in de Kerckenbuender, groot omtrent vijf lopensaet, <ingevoegd> ende ses lopensaet daer voor __ gelegen coomen mette sijnde aen de Hoogendijck <einde invoeging> Martijnken Marten Jan Vrancken, weeskynt, met zijne gedeeltken oostwaerts, den voorschreven weeskynderen met henselfs erf westwaerts tegenover de ____. Noch zo zijn de voorschreven weeskynderen bedeelt op seven lopensaet hoeylandts aen de Groenendijck aen de Oisterhoutsche zijde, Goeyaert Aertken Peter Goeyaerts met zijne erve noordwaerts, streckende van de Middelkaa ten Groenendijck toe. Noch zijn de voorscreven Adriaen ende Jenneken bedeelt op 3 lopensaet beemden, gelegen aen de Rijsdijck. Noch zijn de selven bedeelt op een half loopensaet hoeylandts aen de Groenendijck, ombedeelt, gelegen in vijfhalft lopensaet, eertijt toeplach (?) ten behoeve Adriaen Jansse de Wagemaker. ------------------------------------------------------------------------------------------- Item is voorwaert dat de parcelen van lande ende weije, gelegen in den Kerckenbuynder zullen malcanderen wegen ende stegen ende alle dgeen die daer met rechtswegen over hebben zijn, sullen dych niettemin de parcelen voor geactioneert, blijven meepant ende bijpant van egheen daer zij mede verbonden ende verobligeert staen. Item is noch voorwaert dat Jan Marten Adriaensse, Lijsken Marten Adriaenssen met haere vooght, ende Martijnken Marten Jan Vrancken weeskynt, zullen gehouden zijn uijt te reijcken ende toe te geven uijt henne _____ tsamen vijftich karolus guldens eens Adriaen Marten Adriaensse ende Jenneken Martens dochter Lichtmisse anno 15 ende tnegentich ofte zo veel comen (of commers) van desen voorscreven weeskynderen gedeelten voor af trekkende ter somme toe van vijftich karolus guldens aen eenige Heel (of Hool) penningen, alsoo malcanderen is gelijcken. Ende den commer daer van op te gelijcke stede staen ende de erfenisse daer aen gelegen ende in desen voorscreven deelinge geactioneert, sullen sij malcanderen helpen, dragen ende betalen die diep ende Hoolgewijs (of Heelgewijs), een degelijck den voorscreven cd (of rd) dividenten zal gehouden zijn, zijn aengedeelt van voorscreven commer alsoo betalen dals doen van des anders gedeelte zal blijven ongehouden ende bij sanlen (?) van dien d als doen door één anders ge______ worden gemolesteert ofte beschadigt zal weders op ten onwilligen wederom voort moogen varen niet pa______ ende bevrede eper___. Midts welcken scheijdinge ende deelinge de voorscreven partijen wel ver______ ende tevreden zijn, ende deen He___ op des anders gedeel ver____ met handen ende mont, waarop den Schoutet gemaent heeft, ende Scepenen gewesen hebben, datter stadt ende macht grijpen zal, alsoo voorscreven sta__ ende den oirconden rcp (?). Actum den 3e december anno 15 achtenttachentich. ---------------------------------------------------------------------------- Hierna staat, dezelfde dag getekend: Lijsken verklaart, samen met haar man, dat Adriaen vierdalf lopensaet beemden, gelegen aan de Rijsdijk mag gebruiken. ------------------------------------------------------------------------------------------- Het is de erfdeling van de goederen van Marten Adriaens de Wagemaker en Eelken Jan Peter Willem Baeyens. De 5 kinderen verdelen de erfenis. Het zijn: Jan Lijsken, met haar man Jan Adriaen Jan Roelens Maeyken, overleden, gehuwd geweest met Marten Jan Hanrick Vrancken, haar dochter Martijnken is aanwezig met haar voogd Matheus Cornelis Martens en haar 2 naaste buren ipv de toeziender Adriaenken en Jenneken, beide onbejaerd, vertegenwoordigd door voogd Jan Jan Adriaens de Wagemaker (hun oom) en toeziend voogd Wouter Thoen Wouters Met het blinde lot is bepaald wie wat krijgt. Jan: - de zuidzijde van de akker bij de stede, gelegen van de bogaert af ter Leegerstraten toe - 5 1/2 lopensaet in de Kerckenbunder - 2 loopenaset zaailand, __ zijn zus Lijsken - 1 bunder hooiland in t Raamsdonks Oord, de helft Lijsken: - de noordzijde van de akker bij de stede, en aan de zuidkant ligt land van haar nichtje Martijnken - 4 loopensaet in de Kerckenbunder - 1 bunder hooiland in t Raamsdonks Oord, de andere helft Martijnken: - akker bij de stede, van van de bogaert af ter Leegerstraten toe (welke deel?) - in de Kerckenbunder, Lijsken oost, Adriaen west - een blok hooiland in de Kijlen (gebied bij de huidige Kijldijk in Oosteind?) De bogaert met werf en huisinge onbedeeld: - Jan houdt 1/2 van de huisinge en 2/3 werf en bogaert - Martijnken 1/3 in huisinge en werf en bogaert - Lijsken 1/6 in huisinge en werf en bogaert Hierbij komen Jenneken en Adriaen niet voor. Daarna komen zij aan de beurt: Jenneken, bij een invoeging: - 2 loopensaet zaailand Jenneken en Adriaenken: - een akker aan de Laeye Hoecken - 5 loopensaet akker in de Kerckenbunder - 6 loopensaet in de Hoogendijck - 7 loopensaet hooiland aan de Groenendijk van de Middelka - 3 loopensaet beemden - 1/2 loopensaet hooiland aan de Groenendijk, eertijd toegecomen van Adriaen Jansse de Wagemaker, ofwel hun opa - 50 karolus guldens van de andere 3 kinderen, uit te reiken Lichtmis 1590. |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 94, pagina 190v-191-192, 3 december 1588, Erfdeling goederen van Merten de Wagemaker en Eelken Bayens] |
30-03-1581 | RAT Schepenbank Dongen RA 94, pagina 49r, 30-03-1581, uitkoop van Elijsbet Elijsbet Merten Wagemakers. dochter van Merten Adriaen Wagemakers is getrouwd met Adriaen Cornelis Aertssen. Zij krijgen geld van Alit Martens weduwe, nu getrouwd met Adriaen Jan Jan Roelen, waarmee zij afziet van haar vaderlijk erfdeel. Er is verwezen naar een akte van 25 september 1579. Die heb ik niet kunnen vinden. Hoe de relatie tussen Alit Martens en Elijsbet is, weet ik niet. Wie zijn genoemd: Adriaen Cornelis Aerts (-) als ontvanger van geld samen met Elijsbet Merten de Wagemaker (-) als echtgenote van Adriaen Meerten Adriaen Jans de Wagemaker als de vader van Elijsbet Alit Martens weduwe als degene die betaalt, en Adriaen Jan Jan Roelens (-) als 2e echtgenoot van Alit Martens, weduwe |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 94, pagina 49r, 30-03-1581, uitkoop van Elijsbet] |
08-04-1553 | RAT Schepenbank Dongen RA 91, folio 34r, verkoop van een stuk grond. 8 april 1553 Verkoper is Rijck Pouwels Rijkenss Jan Adriaen Jansen de Wagemaker (-†1582) als broer Meerten Adriaen Jans de Wagemaker (-†1581) als broer Peeter Adrien Jans de Wagemaker (-†1580) als koper Roelof Adriaen Jans de Wagemaker (-†1560) als broer |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 91, folio 34r, verkoop van een stuk grond. 8 april 1553] | ||
18-03-1577 | Akte 1 ------- Willemijne Peeter Gielis dochter met Henrick Cornelis Gorissen, heuren man ende vooght, heeft vercoft, coopere Mertenen Adriaense Wagemaker, woonende onder Dongen, drije loopensaet beemden, gelegen aen den Groenen Dijck. Voorsegde Merten Adriaens andere erve oost, Godert Adriaen Peters Goderts noort, ende de middel Laa suijtwaerts. Vrij. Gevest, actum ende presentie alsvore. Akte 2 ------- Anneke . . Peeter Willem Be..ense dochter, weduwe wijlen Frans Peeter Jacopsen met Dirck Peeter Jansen, heuren vooght, en heeft vercoft coopere Mertenen Adriaensen Wagemaker voorschreven, omtrent 3 loopensaet beemd, gelegen in de Kijlen. Godert Willem Godertssen weduwe oost, den voorsegde Merten Adriaensen erve, dat h. .. west, Cornelis Corstiaensen erfgenamen noort, ende t Prince van Orangen Lant suijt. Te vrijen met 6 . . Heeren chijns. Gevst, Actum ende presentie als vore. |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 281 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1575-1578, f.119] | ||
12-02-1582 | RAT Schepenbank Dongen RA 94, pagina 64r, 12 februari 1582, Verkoopakte Wij, Matijs Tunissen ende Aert Jan Corneliszoon, scepenen in Dongen, oirconden dat voor ons gecomen is, Maeijken Jan Jan Clausdochter met Peeter Janssen, haren man ende voocht, Adriaenken Jan Jan Clausdochter met Roelof Heijnricx, haren man ende voocht, Marijken Adriaen Jan Clausdochter met Jan Corneliszoon, haren soon ende voocht, Lijsken Peeter Adriaens de Wagemakersdochter met Bernaert Andries, haren man ende voocht, Marijken Marten Wagemakersdochter met Marten Jan Vrancken, haren man ende voocht, Lijsken Martensdochter met Jan Adriaens, haren man ende voocht, elcken een metken richtgegx sijnde (?), Jan Marten Wagemaker, voor hem selven, Antonis Cornelis, voor hem selven, en oock mede vervangende sijne susters en broeders, ende Meus Peeter Jan Claus als voocht ende Tonis Adriaen Goverts als toesiender van Jan, Dingen, ende Adriaenken ende Peeterken, onbejaerde weeskynderen van Peeter Adriaen de Wagemaker, ende voorts Jan Cornelis Keijenzoon, als voocht van Adriaenken ende Jenneken Merten Adriaen Wagemakers, onbejaerde weeskynderen, aldaer Lauwen Jan Peeters toesiender af is, ende Mateus Cornelis als voocht, ende Jacop Adriaen Jan Jacops toesiender af is van den onbejaerden weeskynderen van wijlen Jan Adriaens de Wagemaker, genaampt Jan, Lijsken, Jenneken ende Peeterken ende Adriaenken, kennen ende lijden dat sij vercoft hebben om een somme van gelden cp (cooperen?) de erfgenamen van wijlen Peeter Adriaen Jan Claussen het derden deel in een buijnder gronden, daer den voorscreven Peeter voorscreven bij sijnen leven daer cracht van op wijnge (?) in gevest was. Gelegen Adriaen Jan Horsten erfgenamen erve noortwaert, Tonis Adriaen Maessen erve sutwaert, streckende van den Riool totter Kae toe. Vrij van heeren chijns ende hier in sijn de erfgenamen gevest met vonnisse ende recht, met voorwaerden dat men den .. op dees gronden niet sal gebruiken op deesen gront, ende voorts Weegen ende Stege ende gebuerlijcke rechten. Actum deesen 12en februwary 1582. --------------------------------------------------------------------------------------------- Met dank aan Jan van den Bergh van Doekefkes.nl voor wat al te zien was op zijn site. --------------------------------------------------------------------------------------------- Een hele lijst aanwezigen voor de verkoop van 1/3 deel in een bunder grond. Ik tel er 20, de 2 schepenen niet meegeteld. Ik heb geprobeerd de aanwezigen te groeperen: de zonen van Adriaen Jans de Wagemaker, met hun kinderen: - Peeter Adriaen Jans de Wagemaker -- Lijsken x Bernaert Andries -- Jan -- Dingen -- Adriaenken -- Peeterken - Jan Adriaen Jans de Wagemaker -- Jan -- Lijsken (=Elijsbet) (in de akte als Lijsken Martensdochter) -- Jenneken -- Peeterken -- Adriaenken - Merten Adrien Jans de Wagemaker -- Marijken x Marten Jan Vrancken -- Lijsken x Jan Adriaens -- Jan -- Adriaenken -- Jenneken Dan een groep met Jan Claus als gemeenschappelijke vader: - Jan Jan Claus -- Maeijken x Peeter Janssen -- Adriaenken x Roelof Heijnricx - Adriaen Jan Claus -- Marijken ---Jan Cornelis Nog een laatste groep met Cornelis als vader - Antonis Cornelis - Broers (niet met naam genoemd) - Zusters (niet met naam genoemd) Hoe de 3 groepen met elkaar samenhangen, weet ik niet. -------------------------------------------------------------------------------------- Waar lag die bunder grond? De grond strekte zich uit van het Riool tot aan de Kae toe, zo staat in de akte. Met Riool, zal het water bedoeld zijn op wat nu Klein-Dongen is. Deze benaming is te zien op de kadasterkaart van Dongen 1811-1832. Met Kae verwacht ik dat kade bedoeld is. Mogelijk de kade van de Donge, die zuidelijk van het Riool stroomde en nog stroomt. |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 94, pagina 64r, 12 februari 1582, Verkoopakte] |
03-12-1588 | RAT Schepenbank Dongen RA 94, pagina 190v-191-192, 3 december 1588, Erfdeling goederen van Merten de Wagemaker en Eelken Bayens Wij, Marten Geritssen ende Stoffel Peter Cornelissen, schepenen in Dongen, oirconden ende kennen, dat voor ons gecomen is Jan Marten Adriaens de Wagemaker, Lijsken Marten Adriaensdochter de Wagemaker, geassisteert met Jan Adriaen Jan Roelens, haren man ende vooght, Matheus Cornelis Martens als vooght van t onmondighen weeskynt, genaempt Martijnken, wijlen Marten Jan Hanrick Vrancken, dochter, daer moeder af was Maeyken Marten Adriaens de Wagemakers dochter, ende Jan Jan Adriaen Wagemakers als vooght, ende Wouter Thoen Wouters als toesienderen van twee onbejaerde weeskynderen wijlen Marten Adriaens de Wagemaker, genaempt Adriaenken ende Jenneken ende hebben minnelijck ende bij so gene van henne naeste vrienden, gescheiden ende gedeelt van alle alsulcke goederen daer Marten Adriaens de Wagemaker, henne vader, ende Eelken Jan Peter Willem Baeyensdochter, henne moeder uitverstorven is, ende metter doot geruymt, in de manieren hier na volgende. ------------------ In den iersten soo is metten blynden lot gevallen ende gedeelt Jan Marten Adriaens de Wagemaker op de zuytzijde van de acker E__ ac__ de stede, gelegen neven Matheus Cornelis Martens erve, ende noortwaert den voorscreven Martijnken Marten Jan Vrancken weeskynderen erve gelegen, streckende van den bogaert af ter Leegerstraeten toe. Noch soo is dan voorscreven Jan gevallen in de Kerckenbuender op omtrent vijtalft loopensaet, ____ alsoock daer gelegen ende malcanderen bewesen ende bepacht zijn gedeeltken, Wouter Jan erve zuytwaert, ende Claes Jan Smoldener erfgenamen noortwaert, Lijsken Martens voorscreven, met haer gedeeltken westwaert ende oostwaert Met noch omtrent twee loopensaet saeylantt lancx _____ zij zelfts er__ __ Lijsken, zijne zuster, gelegen. Noch soo is den selve bedeelt op de helft scheijdinge van omtrent een buijnder hoeylants gelegen in de Raemsdonsche oirt. -------------- Hier tegens is Lijsken Marten Adriaens dochter, met Jan Adriaens Roelensse, haeren man ende voocht, gedeelt ende gevallen op den noordencant van het ackerlant van voorscreven stede, streckende van den bogaert af totter Leegenstraet toe, ende den voorscreven Martijnken Marten Jan Vrancke weeskynt erve zuijtwaert gelegen. Noch is den selven bedeelt in den Kerckenbuender, haer gedeeltken alsvoor daer af gepacht is; Jan Marten Adriaen Wagemaker met zijn gedeeltken, van 4 loopensaet voorscreven tendeels oostwaert ende westwaert, oostwwaert in twee verscheijden blocken gelegen, Martijnken Marten Jansse weeskynt met zijn gedeeltken westwaert. Noch soo is den selven Lijsken bedeelt op de andere helft van de Raemsdonsche Oert, daer Jan Marten Adraensse voorscreven, den wederhelft af toe gedeelt is. ------------- Hier tegens is Martijnken Marten Jan Vrancken weeskynt met Matheus Cornelis Martens, den vooght, ende erbij wesen Roelof Claes Roelofs ende Peter Peter Martens als naeste gebueren staende voor dese ende in de plaetse van den toesiender, metten blynden lot gevallen ende bedeelt op een stuck ackerlants, oyck aen de stede voorsreven, gelegen tusschen de erfenisse staande Marten Adriaense voorscreven, noordtwaert. Daerbij af gedeelt is streckende oyck van bogaert totter Legerstraten toe. Noch is t selve weeskynt bedeelt in de Kerckebuender voorscreven, zijn gedeeltken, Lijsken Marten Adriaense voorscreven met hare gedeeltken oostwaert, ende Adriaen Marten Adriaen weeskyndt westwaert, tegen__ uit ____. Jan Marten Adriaensse voorscreven met sijne erve noortwaerts. Noch is t selve weeskynt bedeelt ende gevallen op t blocxke hoeylants, gelegen tot Oisterhout in de Kijlen, groot omtrent vijf loopensaet, m__ __ behoirl_ Heeren schijns daer ____ gaende. Marij Goeyaerts Willes met haren kynderen oostwaerts, Adriaen Meeus Peter Meeusse zuytwaerts, s Heeren Lants westwaerts (invoeging, onduidelijk waar) ende Jenneken Marten Adriaensse twee loopensaets saeylants, Claes Hanricksen Snijders met zijnen erven zuijtwaerts, Roelof Claes Roelofs oostwaerts, Woute Jans erve westwaerts ------------------------------------------------------------------------------------- Dies zoo blijfen de bogaert metten werf ende huysinge daer op staende onbedeelt metten hen drieën eerfgenamen ende _____ ten voorscreven te weten Jan Martens Adriaensse voorscreven zal daer in behouden de helft van alle de huysinge ende tweederde in den werf metten den bogaert ende Martijnken Marten Jan Vrancken weeskynt ___ derde deel in de huysinge metten bogaert ende den werf, ende Lijsken Marten Adriaensse dochter het seste deel in de huysinge metten dries often werf ende in den bogaert, ____ daer hem andersints La_t voor bewesen is. ------------------------------------------------------------------------------------------- Item Adriaen Marten Adriaensse de Wagemaker met Jenneken, zijn zuster, zijn bedeelt ende gevallen op een stuck ackerlants, gelegen aen den Laeye Hoecken, groot omtrent 5 vijf lopensaet, Peter Peter Martens met sijne erve ende stede westwaerts, Wouter Jan Emmen oostwaerts, met hen selfs landts noordwaerts, den Laeye Hoeck zuytwaerts Noch zijn de selven bedeelt op een stuck ackerlants, gelegen in de Kerckenbuender, groot omtrent vijf lopensaet, <ingevoegd> ende ses lopensaet daer voor __ gelegen coomen mette sijnde aen de Hoogendijck <einde invoeging> Martijnken Marten Jan Vrancken, weeskynt, met zijne gedeeltken oostwaerts, den voorschreven weeskynderen met henselfs erf westwaerts tegenover de ____. Noch zo zijn de voorschreven weeskynderen bedeelt op seven lopensaet hoeylandts aen de Groenendijck aen de Oisterhoutsche zijde, Goeyaert Aertken Peter Goeyaerts met zijne erve noordwaerts, streckende van de Middelkaa ten Groenendijck toe. Noch zijn de voorscreven Adriaen ende Jenneken bedeelt op 3 lopensaet beemden, gelegen aen de Rijsdijck. Noch zijn de selven bedeelt op een half loopensaet hoeylandts aen de Groenendijck, ombedeelt, gelegen in vijfhalft lopensaet, eertijt toeplach (?) ten behoeve Adriaen Jansse de Wagemaker. ------------------------------------------------------------------------------------------- Item is voorwaert dat de parcelen van lande ende weije, gelegen in den Kerckenbuynder zullen malcanderen wegen ende stegen ende alle dgeen die daer met rechtswegen over hebben zijn, sullen dych niettemin de parcelen voor geactioneert, blijven meepant ende bijpant van egheen daer zij mede verbonden ende verobligeert staen. Item is noch voorwaert dat Jan Marten Adriaensse, Lijsken Marten Adriaenssen met haere vooght, ende Martijnken Marten Jan Vrancken weeskynt, zullen gehouden zijn uijt te reijcken ende toe te geven uijt henne _____ tsamen vijftich karolus guldens eens Adriaen Marten Adriaensse ende Jenneken Martens dochter Lichtmisse anno 15 ende tnegentich ofte zo veel comen (of commers) van desen voorscreven weeskynderen gedeelten voor af trekkende ter somme toe van vijftich karolus guldens aen eenige Heel (of Hool) penningen, alsoo malcanderen is gelijcken. Ende den commer daer van op te gelijcke stede staen ende de erfenisse daer aen gelegen ende in desen voorscreven deelinge geactioneert, sullen sij malcanderen helpen, dragen ende betalen die diep ende Hoolgewijs (of Heelgewijs), een degelijck den voorscreven cd (of rd) dividenten zal gehouden zijn, zijn aengedeelt van voorscreven commer alsoo betalen dals doen van des anders gedeelte zal blijven ongehouden ende bij sanlen (?) van dien d als doen door één anders ge______ worden gemolesteert ofte beschadigt zal weders op ten onwilligen wederom voort moogen varen niet pa______ ende bevrede eper___. Midts welcken scheijdinge ende deelinge de voorscreven partijen wel ver______ ende tevreden zijn, ende deen He___ op des anders gedeel ver____ met handen ende mont, waarop den Schoutet gemaent heeft, ende Scepenen gewesen hebben, datter stadt ende macht grijpen zal, alsoo voorscreven sta__ ende den oirconden rcp (?). Actum den 3e december anno 15 achtenttachentich. ---------------------------------------------------------------------------- Hierna staat, dezelfde dag getekend: Lijsken verklaart, samen met haar man, dat Adriaen vierdalf lopensaet beemden, gelegen aan de Rijsdijk mag gebruiken. ------------------------------------------------------------------------------------------- Het is de erfdeling van de goederen van Marten Adriaens de Wagemaker en Eelken Jan Peter Willem Baeyens. De 5 kinderen verdelen de erfenis. Het zijn: Jan Lijsken, met haar man Jan Adriaen Jan Roelens Maeyken, overleden, gehuwd geweest met Marten Jan Hanrick Vrancken, haar dochter Martijnken is aanwezig met haar voogd Matheus Cornelis Martens en haar 2 naaste buren ipv de toeziender Adriaenken en Jenneken, beide onbejaerd, vertegenwoordigd door voogd Jan Jan Adriaens de Wagemaker (hun oom) en toeziend voogd Wouter Thoen Wouters Met het blinde lot is bepaald wie wat krijgt. Jan: - de zuidzijde van de akker bij de stede, gelegen van de bogaert af ter Leegerstraten toe - 5 1/2 lopensaet in de Kerckenbunder - 2 loopenaset zaailand, __ zijn zus Lijsken - 1 bunder hooiland in t Raamsdonks Oord, de helft Lijsken: - de noordzijde van de akker bij de stede, en aan de zuidkant ligt land van haar nichtje Martijnken - 4 loopensaet in de Kerckenbunder - 1 bunder hooiland in t Raamsdonks Oord, de andere helft Martijnken: - akker bij de stede, van van de bogaert af ter Leegerstraten toe (welke deel?) - in de Kerckenbunder, Lijsken oost, Adriaen west - een blok hooiland in de Kijlen (gebied bij de huidige Kijldijk in Oosteind?) De bogaert met werf en huisinge onbedeeld: - Jan houdt 1/2 van de huisinge en 2/3 werf en bogaert - Martijnken 1/3 in huisinge en werf en bogaert - Lijsken 1/6 in huisinge en werf en bogaert Hierbij komen Jenneken en Adriaen niet voor. Daarna komen zij aan de beurt: Jenneken, bij een invoeging: - 2 loopensaet zaailand Jenneken en Adriaenken: - een akker aan de Laeye Hoecken - 5 loopensaet akker in de Kerckenbunder - 6 loopensaet in de Hoogendijck - 7 loopensaet hooiland aan de Groenendijk van de Middelka - 3 loopensaet beemden - 1/2 loopensaet hooiland aan de Groenendijk, eertijd toegecomen van Adriaen Jansse de Wagemaker, ofwel hun opa - 50 karolus guldens van de andere 3 kinderen, uit te reiken Lichtmis 1590. Waar de stede ligt: er is geschreven dat de akker bij de stede ligt van de bogaert tot de Legerstraten toe. Met Legerstraten zal bedoeld zijn de de Leegstraat ofwel de Laagstraat. Die is er nog steeds, en ligt aan de noordkant van Dongen, dicht tegen Oosterhout aan. De benoemde akkers, weilanden, e.d. liggen hier in de buurt: Hoge Dijk, Groenendijk, Rijsdijk. Van de Kerkenbunder, de Laeye Hoek, de Kijlen, het Raamsdonks Oord, en Middel Kade, hoop ik er nog achter te komen waar die liggen. |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 94, pagina 190v-191-192, scanpagina 225-226-227, 3 december 1588, Erfdeling goederen van Merten de Wagemaker en Eelken Bayens] |
03-12-1588 | RAT Schepenbank Dongen RA 94, pagina 190v-191-192, 3 december 1588, Erfdeling goederen van Merten de Wagemaker en Eelken Bayens Wij, Marten Geritssen ende Stoffel Peter Cornelissen, schepenen in Dongen, oirconden ende kennen, dat voor ons gecomen is Jan Marten Adriaens de Wagemaker, Lijsken Marten Adriaensdochter de Wagemaker, geassisteert met Jan Adriaen Jan Roelens, haren man ende vooght, Matheus Cornelis Martens als vooght van t onmondighen weeskynt, genaempt Martijnken, wijlen Marten Jan Hanrick Vrancken, dochter, daer moeder af was Maeyken Marten Adriaens de Wagemakers dochter, ende Jan Jan Adriaen Wagemakers als vooght, ende Wouter Thoen Wouters als toesienderen van twee onbejaerde weeskynderen wijlen Marten Adriaens de Wagemaker, genaempt Adriaenken ende Jenneken ende hebben minnelijck ende bij so gene van henne naeste vrienden, gescheiden ende gedeelt van alle alsulcke goederen daer Marten Adriaens de Wagemaker, henne vader, ende Eelken Jan Peter Willem Baeyensdochter, henne moeder uitverstorven is, ende metter doot geruymt, in de manieren hier na volgende. ------------------ In den iersten soo is metten blynden lot gevallen ende gedeelt Jan Marten Adriaens de Wagemaker op de zuytzijde van de acker E__ ac__ de stede, gelegen neven Matheus Cornelis Martens erve, ende noortwaert den voorscreven Martijnken Marten Jan Vrancken weeskynderen erve gelegen, streckende van den bogaert af ter Leegerstraeten toe. Noch soo is dan voorscreven Jan gevallen in de Kerckenbuender op omtrent vijtalft loopensaet, ____ alsoock daer gelegen ende malcanderen bewesen ende bepacht zijn gedeeltken, Wouter Jan erve zuytwaert, ende Claes Jan Smoldener erfgenamen noortwaert, Lijsken Martens voorscreven, met haer gedeeltken westwaert ende oostwaert Met noch omtrent twee loopensaet saeylantt lancx _____ zij zelfts er__ __ Lijsken, zijne zuster, gelegen. Noch soo is den selve bedeelt op de helft scheijdinge van omtrent een buijnder hoeylants gelegen in de Raemsdonsche oirt. -------------- Hier tegens is Lijsken Marten Adriaens dochter, met Jan Adriaens Roelensse, haeren man ende voocht, gedeelt ende gevallen op den noordencant van het ackerlant van voorscreven stede, streckende van den bogaert af totter Leegenstraet toe, ende den voorscreven Martijnken Marten Jan Vrancke weeskynt erve zuijtwaert gelegen. Noch is den selven bedeelt in den Kerckenbuender, haer gedeeltken alsvoor daer af gepacht is; Jan Marten Adriaen Wagemaker met zijn gedeeltken, van 4 loopensaet voorscreven tendeels oostwaert ende westwaert, oostwwaert in twee verscheijden blocken gelegen, Martijnken Marten Jansse weeskynt met zijn gedeeltken westwaert. Noch soo is den selven Lijsken bedeelt op de andere helft van de Raemsdonsche Oert, daer Jan Marten Adraensse voorscreven, den wederhelft af toe gedeelt is. ------------- Hier tegens is Martijnken Marten Jan Vrancken weeskynt met Matheus Cornelis Martens, den vooght, ende erbij wesen Roelof Claes Roelofs ende Peter Peter Martens als naeste gebueren staende voor dese ende in de plaetse van den toesiender, metten blynden lot gevallen ende bedeelt op een stuck ackerlants, oyck aen de stede voorsreven, gelegen tusschen de erfenisse staande Marten Adriaense voorscreven, noordtwaert. Daerbij af gedeelt is streckende oyck van bogaert totter Legerstraten toe. Noch is t selve weeskynt bedeelt in de Kerckebuender voorscreven, zijn gedeeltken, Lijsken Marten Adriaense voorscreven met hare gedeeltken oostwaert, ende Adriaen Marten Adriaen weeskyndt westwaert, tegen__ uit ____. Jan Marten Adriaensse voorscreven met sijne erve noortwaerts. Noch is t selve weeskynt bedeelt ende gevallen op t blocxke hoeylants, gelegen tot Oisterhout in de Kijlen, groot omtrent vijf loopensaet, m__ __ behoirl_ Heeren schijns daer ____ gaende. Marij Goeyaerts Willes met haren kynderen oostwaerts, Adriaen Meeus Peter Meeusse zuytwaerts, s Heeren Lants westwaerts (invoeging, onduidelijk waar) ende Jenneken Marten Adriaensse twee loopensaets saeylants, Claes Hanricksen Snijders met zijnen erven zuijtwaerts, Roelof Claes Roelofs oostwaerts, Woute Jans erve westwaerts ------------------------------------------------------------------------------------- Dies zoo blijfen de bogaert metten werf ende huysinge daer op staende onbedeelt metten hen drieën eerfgenamen ende _____ ten voorscreven te weten Jan Martens Adriaensse voorscreven zal daer in behouden de helft van alle de huysinge ende tweederde in den werf metten den bogaert ende Martijnken Marten Jan Vrancken weeskynt ___ derde deel in de huysinge metten bogaert ende den werf, ende Lijsken Marten Adriaensse dochter het seste deel in de huysinge metten dries often werf ende in den bogaert, ____ daer hem andersints La_t voor bewesen is. ------------------------------------------------------------------------------------------- Item Adriaen Marten Adriaensse de Wagemaker met Jenneken, zijn zuster, zijn bedeelt ende gevallen op een stuck ackerlants, gelegen aen den Laeye Hoecken, groot omtrent 5 vijf lopensaet, Peter Peter Martens met sijne erve ende stede westwaerts, Wouter Jan Emmen oostwaerts, met hen selfs landts noordwaerts, den Laeye Hoeck zuytwaerts Noch zijn de selven bedeelt op een stuck ackerlants, gelegen in de Kerckenbuender, groot omtrent vijf lopensaet, <ingevoegd> ende ses lopensaet daer voor __ gelegen coomen mette sijnde aen de Hoogendijck <einde invoeging> Martijnken Marten Jan Vrancken, weeskynt, met zijne gedeeltken oostwaerts, den voorschreven weeskynderen met henselfs erf westwaerts tegenover de ____. Noch zo zijn de voorschreven weeskynderen bedeelt op seven lopensaet hoeylandts aen de Groenendijck aen de Oisterhoutsche zijde, Goeyaert Aertken Peter Goeyaerts met zijne erve noordwaerts, streckende van de Middelkaa ten Groenendijck toe. Noch zijn de voorscreven Adriaen ende Jenneken bedeelt op 3 lopensaet beemden, gelegen aen de Rijsdijck. Noch zijn de selven bedeelt op een half loopensaet hoeylandts aen de Groenendijck, ombedeelt, gelegen in vijfhalft lopensaet, eertijt toeplach (?) ten behoeve Adriaen Jansse de Wagemaker. ------------------------------------------------------------------------------------------- Item is voorwaert dat de parcelen van lande ende weije, gelegen in den Kerckenbuynder zullen malcanderen wegen ende stegen ende alle dgeen die daer met rechtswegen over hebben zijn, sullen dych niettemin de parcelen voor geactioneert, blijven meepant ende bijpant van egheen daer zij mede verbonden ende verobligeert staen. Item is noch voorwaert dat Jan Marten Adriaensse, Lijsken Marten Adriaenssen met haere vooght, ende Martijnken Marten Jan Vrancken weeskynt, zullen gehouden zijn uijt te reijcken ende toe te geven uijt henne _____ tsamen vijftich karolus guldens eens Adriaen Marten Adriaensse ende Jenneken Martens dochter Lichtmisse anno 15 ende tnegentich ofte zo veel comen (of commers) van desen voorscreven weeskynderen gedeelten voor af trekkende ter somme toe van vijftich karolus guldens aen eenige Heel (of Hool) penningen, alsoo malcanderen is gelijcken. Ende den commer daer van op te gelijcke stede staen ende de erfenisse daer aen gelegen ende in desen voorscreven deelinge geactioneert, sullen sij malcanderen helpen, dragen ende betalen die diep ende Hoolgewijs (of Heelgewijs), een degelijck den voorscreven cd (of rd) dividenten zal gehouden zijn, zijn aengedeelt van voorscreven commer alsoo betalen dals doen van des anders gedeelte zal blijven ongehouden ende bij sanlen (?) van dien d als doen door één anders ge______ worden gemolesteert ofte beschadigt zal weders op ten onwilligen wederom voort moogen varen niet pa______ ende bevrede eper___. Midts welcken scheijdinge ende deelinge de voorscreven partijen wel ver______ ende tevreden zijn, ende deen He___ op des anders gedeel ver____ met handen ende mont, waarop den Schoutet gemaent heeft, ende Scepenen gewesen hebben, datter stadt ende macht grijpen zal, alsoo voorscreven sta__ ende den oirconden rcp (?). Actum den 3e december anno 15 achtenttachentich. ---------------------------------------------------------------------------- Hierna staat, dezelfde dag getekend: Lijsken verklaart, samen met haar man, dat Adriaen vierdalf lopensaet beemden, gelegen aan de Rijsdijk mag gebruiken. ------------------------------------------------------------------------------------------- Het is de erfdeling van de goederen van Marten Adriaens de Wagemaker en Eelken Jan Peter Willem Baeyens. De 5 kinderen verdelen de erfenis. Het zijn: Jan Lijsken, met haar man Jan Adriaen Jan Roelens Maeyken, overleden, gehuwd geweest met Marten Jan Hanrick Vrancken, haar dochter Martijnken is aanwezig met haar voogd Matheus Cornelis Martens en haar 2 naaste buren ipv de toeziender Adriaenken en Jenneken, beide onbejaerd, vertegenwoordigd door voogd Jan Jan Adriaens de Wagemaker (hun oom) en toeziend voogd Wouter Thoen Wouters Met het blinde lot is bepaald wie wat krijgt. Jan: - de zuidzijde van de akker bij de stede, gelegen van de bogaert af ter Leegerstraten toe - 5 1/2 lopensaet in de Kerckenbunder - 2 loopenaset zaailand, __ zijn zus Lijsken - 1 bunder hooiland in t Raamsdonks Oord, de helft Lijsken: - de noordzijde van de akker bij de stede, en aan de zuidkant ligt land van haar nichtje Martijnken - 4 loopensaet in de Kerckenbunder - 1 bunder hooiland in t Raamsdonks Oord, de andere helft Martijnken: - akker bij de stede, van van de bogaert af ter Leegerstraten toe (welke deel?) - in de Kerckenbunder, Lijsken oost, Adriaen west - een blok hooiland in de Kijlen (gebied bij de huidige Kijldijk in Oosteind?) De bogaert met werf en huisinge onbedeeld: - Jan houdt 1/2 van de huisinge en 2/3 werf en bogaert - Martijnken 1/3 in huisinge en werf en bogaert - Lijsken 1/6 in huisinge en werf en bogaert Hierbij komen Jenneken en Adriaen niet voor. Daarna komen zij aan de beurt: Jenneken, bij een invoeging: - 2 loopensaet zaailand Jenneken en Adriaenken: - een akker aan de Laeye Hoecken - 5 loopensaet akker in de Kerckenbunder - 6 loopensaet in de Hoogendijck - 7 loopensaet hooiland aan de Groenendijk van de Middelka - 3 loopensaet beemden - 1/2 loopensaet hooiland aan de Groenendijk, eertijd toegecomen van Adriaen Jansse de Wagemaker, ofwel hun opa - 50 karolus guldens van de andere 3 kinderen, uit te reiken Lichtmis 1590. Waar de stede ligt: er is geschreven dat de akker bij de stede ligt van de bogaert tot de Legerstraten toe. Met Legerstraten zal bedoeld zijn de de Leegstraat ofwel de Laagstraat. Die is er nog steeds, en ligt aan de noordkant van Dongen, dicht tegen Oosterhout aan. De benoemde akkers, weilanden, e.d. liggen hier in de buurt: Hoge Dijk, Groenendijk, Rijsdijk. Van de Kerkenbunder, de Laeye Hoek, de Kijlen, het Raamsdonks Oord, en Middel Kade, hoop ik er nog achter te komen waar die liggen. |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 94, pagina 190v-191-192, scanpagina 225-226-227, 3 december 1588, Erfdeling goederen van Merten de Wagemaker en Eelken Bayens] |
30-03-1581 | RAT Schepenbank Dongen RA 94, pagina 49r, 30-03-1581, uitkoop van Elijsbet Elijsbet Merten Wagemakers. dochter van Merten Adriaen Wagemakers is getrouwd met Adriaen Cornelis Aertssen. Zij krijgen geld van Alit Martens weduwe, nu getrouwd met Adriaen Jan Jan Roelen, waarmee zij afziet van haar vaderlijk erfdeel. Er is verwezen naar een akte van 25 september 1579. Die heb ik niet kunnen vinden. Hoe de relatie tussen Alit Martens en Elijsbet is, weet ik niet. Wie zijn genoemd: Adriaen Cornelis Aerts (-) als ontvanger van geld samen met Elijsbet Merten de Wagemaker (-) als echtgenote van Adriaen Meerten Adriaen Jans de Wagemaker als de vader van Elijsbet Alit Martens weduwe als degene die betaalt, en Adriaen Jan Jan Roelens (-) als 2e echtgenoot van Alit Martens, weduwe |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 94, pagina 49r, 30-03-1581, uitkoop van Elijsbet] |
12-02-1582 | RAT Schepenbank Dongen RA 94, pagina 64r, 12 februari 1582, Verkoopakte Wij, Matijs Tunissen ende Aert Jan Corneliszoon, scepenen in Dongen, oirconden dat voor ons gecomen is, Maeijken Jan Jan Clausdochter met Peeter Janssen, haren man ende voocht, Adriaenken Jan Jan Clausdochter met Roelof Heijnricx, haren man ende voocht, Marijken Adriaen Jan Clausdochter met Jan Corneliszoon, haren soon ende voocht, Lijsken Peeter Adriaens de Wagemakersdochter met Bernaert Andries, haren man ende voocht, Marijken Marten Wagemakersdochter met Marten Jan Vrancken, haren man ende voocht, Lijsken Martensdochter met Jan Adriaens, haren man ende voocht, elcken een metken richtgegx sijnde (?), Jan Marten Wagemaker, voor hem selven, Antonis Cornelis, voor hem selven, en oock mede vervangende sijne susters en broeders, ende Meus Peeter Jan Claus als voocht ende Tonis Adriaen Goverts als toesiender van Jan, Dingen, ende Adriaenken ende Peeterken, onbejaerde weeskynderen van Peeter Adriaen de Wagemaker, ende voorts Jan Cornelis Keijenzoon, als voocht van Adriaenken ende Jenneken Merten Adriaen Wagemakers, onbejaerde weeskynderen, aldaer Lauwen Jan Peeters toesiender af is, ende Mateus Cornelis als voocht, ende Jacop Adriaen Jan Jacops toesiender af is van den onbejaerden weeskynderen van wijlen Jan Adriaens de Wagemaker, genaampt Jan, Lijsken, Jenneken ende Peeterken ende Adriaenken, kennen ende lijden dat sij vercoft hebben om een somme van gelden cp (cooperen?) de erfgenamen van wijlen Peeter Adriaen Jan Claussen het derden deel in een buijnder gronden, daer den voorscreven Peeter voorscreven bij sijnen leven daer cracht van op wijnge (?) in gevest was. Gelegen Adriaen Jan Horsten erfgenamen erve noortwaert, Tonis Adriaen Maessen erve sutwaert, streckende van den Riool totter Kae toe. Vrij van heeren chijns ende hier in sijn de erfgenamen gevest met vonnisse ende recht, met voorwaerden dat men den .. op dees gronden niet sal gebruiken op deesen gront, ende voorts Weegen ende Stege ende gebuerlijcke rechten. Actum deesen 12en februwary 1582. --------------------------------------------------------------------------------------------- Met dank aan Jan van den Bergh van Doekefkes.nl voor wat al te zien was op zijn site. --------------------------------------------------------------------------------------------- Een hele lijst aanwezigen voor de verkoop van 1/3 deel in een bunder grond. Ik tel er 20, de 2 schepenen niet meegeteld. Ik heb geprobeerd de aanwezigen te groeperen: de zonen van Adriaen Jans de Wagemaker, met hun kinderen: - Peeter Adriaen Jans de Wagemaker -- Lijsken x Bernaert Andries -- Jan -- Dingen -- Adriaenken -- Peeterken - Jan Adriaen Jans de Wagemaker -- Jan -- Lijsken (=Elijsbet) (in de akte als Lijsken Martensdochter) -- Jenneken -- Peeterken -- Adriaenken - Merten Adrien Jans de Wagemaker -- Marijken x Marten Jan Vrancken -- Lijsken x Jan Adriaens -- Jan -- Adriaenken -- Jenneken Dan een groep met Jan Claus als gemeenschappelijke vader: - Jan Jan Claus -- Maeijken x Peeter Janssen -- Adriaenken x Roelof Heijnricx - Adriaen Jan Claus -- Marijken ---Jan Cornelis Nog een laatste groep met Cornelis als vader - Antonis Cornelis - Broers (niet met naam genoemd) - Zusters (niet met naam genoemd) Hoe de 3 groepen met elkaar samenhangen, weet ik niet. -------------------------------------------------------------------------------------- Waar lag die bunder grond? De grond strekte zich uit van het Riool tot aan de Kae toe, zo staat in de akte. Met Riool, zal het water bedoeld zijn op wat nu Klein-Dongen is. Deze benaming is te zien op de kadasterkaart van Dongen 1811-1832. Met Kae verwacht ik dat kade bedoeld is. Mogelijk de kade van de Donge, die zuidelijk van het Riool stroomde en nog stroomt. |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 94, pagina 64r, 12 februari 1582, Verkoopakte] |
03-12-1588 | RAT Schepenbank Dongen RA 94, pagina 190v-191-192, 3 december 1588, Erfdeling goederen van Merten de Wagemaker en Eelken Bayens Wij, Marten Geritssen ende Stoffel Peter Cornelissen, schepenen in Dongen, oirconden ende kennen, dat voor ons gecomen is Jan Marten Adriaens de Wagemaker, Lijsken Marten Adriaensdochter de Wagemaker, geassisteert met Jan Adriaen Jan Roelens, haren man ende vooght, Matheus Cornelis Martens als vooght van t onmondighen weeskynt, genaempt Martijnken, wijlen Marten Jan Hanrick Vrancken, dochter, daer moeder af was Maeyken Marten Adriaens de Wagemakers dochter, ende Jan Jan Adriaen Wagemakers als vooght, ende Wouter Thoen Wouters als toesienderen van twee onbejaerde weeskynderen wijlen Marten Adriaens de Wagemaker, genaempt Adriaenken ende Jenneken ende hebben minnelijck ende bij so gene van henne naeste vrienden, gescheiden ende gedeelt van alle alsulcke goederen daer Marten Adriaens de Wagemaker, henne vader, ende Eelken Jan Peter Willem Baeyensdochter, henne moeder uitverstorven is, ende metter doot geruymt, in de manieren hier na volgende. ------------------ In den iersten soo is metten blynden lot gevallen ende gedeelt Jan Marten Adriaens de Wagemaker op de zuytzijde van de acker E__ ac__ de stede, gelegen neven Matheus Cornelis Martens erve, ende noortwaert den voorscreven Martijnken Marten Jan Vrancken weeskynderen erve gelegen, streckende van den bogaert af ter Leegerstraeten toe. Noch soo is dan voorscreven Jan gevallen in de Kerckenbuender op omtrent vijtalft loopensaet, ____ alsoock daer gelegen ende malcanderen bewesen ende bepacht zijn gedeeltken, Wouter Jan erve zuytwaert, ende Claes Jan Smoldener erfgenamen noortwaert, Lijsken Martens voorscreven, met haer gedeeltken westwaert ende oostwaert Met noch omtrent twee loopensaet saeylantt lancx _____ zij zelfts er__ __ Lijsken, zijne zuster, gelegen. Noch soo is den selve bedeelt op de helft scheijdinge van omtrent een buijnder hoeylants gelegen in de Raemsdonsche oirt. -------------- Hier tegens is Lijsken Marten Adriaens dochter, met Jan Adriaens Roelensse, haeren man ende voocht, gedeelt ende gevallen op den noordencant van het ackerlant van voorscreven stede, streckende van den bogaert af totter Leegenstraet toe, ende den voorscreven Martijnken Marten Jan Vrancke weeskynt erve zuijtwaert gelegen. Noch is den selven bedeelt in den Kerckenbuender, haer gedeeltken alsvoor daer af gepacht is; Jan Marten Adriaen Wagemaker met zijn gedeeltken, van 4 loopensaet voorscreven tendeels oostwaert ende westwaert, oostwwaert in twee verscheijden blocken gelegen, Martijnken Marten Jansse weeskynt met zijn gedeeltken westwaert. Noch soo is den selven Lijsken bedeelt op de andere helft van de Raemsdonsche Oert, daer Jan Marten Adraensse voorscreven, den wederhelft af toe gedeelt is. ------------- Hier tegens is Martijnken Marten Jan Vrancken weeskynt met Matheus Cornelis Martens, den vooght, ende erbij wesen Roelof Claes Roelofs ende Peter Peter Martens als naeste gebueren staende voor dese ende in de plaetse van den toesiender, metten blynden lot gevallen ende bedeelt op een stuck ackerlants, oyck aen de stede voorsreven, gelegen tusschen de erfenisse staande Marten Adriaense voorscreven, noordtwaert. Daerbij af gedeelt is streckende oyck van bogaert totter Legerstraten toe. Noch is t selve weeskynt bedeelt in de Kerckebuender voorscreven, zijn gedeeltken, Lijsken Marten Adriaense voorscreven met hare gedeeltken oostwaert, ende Adriaen Marten Adriaen weeskyndt westwaert, tegen__ uit ____. Jan Marten Adriaensse voorscreven met sijne erve noortwaerts. Noch is t selve weeskynt bedeelt ende gevallen op t blocxke hoeylants, gelegen tot Oisterhout in de Kijlen, groot omtrent vijf loopensaet, m__ __ behoirl_ Heeren schijns daer ____ gaende. Marij Goeyaerts Willes met haren kynderen oostwaerts, Adriaen Meeus Peter Meeusse zuytwaerts, s Heeren Lants westwaerts (invoeging, onduidelijk waar) ende Jenneken Marten Adriaensse twee loopensaets saeylants, Claes Hanricksen Snijders met zijnen erven zuijtwaerts, Roelof Claes Roelofs oostwaerts, Woute Jans erve westwaerts ------------------------------------------------------------------------------------- Dies zoo blijfen de bogaert metten werf ende huysinge daer op staende onbedeelt metten hen drieën eerfgenamen ende _____ ten voorscreven te weten Jan Martens Adriaensse voorscreven zal daer in behouden de helft van alle de huysinge ende tweederde in den werf metten den bogaert ende Martijnken Marten Jan Vrancken weeskynt ___ derde deel in de huysinge metten bogaert ende den werf, ende Lijsken Marten Adriaensse dochter het seste deel in de huysinge metten dries often werf ende in den bogaert, ____ daer hem andersints La_t voor bewesen is. ------------------------------------------------------------------------------------------- Item Adriaen Marten Adriaensse de Wagemaker met Jenneken, zijn zuster, zijn bedeelt ende gevallen op een stuck ackerlants, gelegen aen den Laeye Hoecken, groot omtrent 5 vijf lopensaet, Peter Peter Martens met sijne erve ende stede westwaerts, Wouter Jan Emmen oostwaerts, met hen selfs landts noordwaerts, den Laeye Hoeck zuytwaerts Noch zijn de selven bedeelt op een stuck ackerlants, gelegen in de Kerckenbuender, groot omtrent vijf lopensaet, <ingevoegd> ende ses lopensaet daer voor __ gelegen coomen mette sijnde aen de Hoogendijck <einde invoeging> Martijnken Marten Jan Vrancken, weeskynt, met zijne gedeeltken oostwaerts, den voorschreven weeskynderen met henselfs erf westwaerts tegenover de ____. Noch zo zijn de voorschreven weeskynderen bedeelt op seven lopensaet hoeylandts aen de Groenendijck aen de Oisterhoutsche zijde, Goeyaert Aertken Peter Goeyaerts met zijne erve noordwaerts, streckende van de Middelkaa ten Groenendijck toe. Noch zijn de voorscreven Adriaen ende Jenneken bedeelt op 3 lopensaet beemden, gelegen aen de Rijsdijck. Noch zijn de selven bedeelt op een half loopensaet hoeylandts aen de Groenendijck, ombedeelt, gelegen in vijfhalft lopensaet, eertijt toeplach (?) ten behoeve Adriaen Jansse de Wagemaker. ------------------------------------------------------------------------------------------- Item is voorwaert dat de parcelen van lande ende weije, gelegen in den Kerckenbuynder zullen malcanderen wegen ende stegen ende alle dgeen die daer met rechtswegen over hebben zijn, sullen dych niettemin de parcelen voor geactioneert, blijven meepant ende bijpant van egheen daer zij mede verbonden ende verobligeert staen. Item is noch voorwaert dat Jan Marten Adriaensse, Lijsken Marten Adriaenssen met haere vooght, ende Martijnken Marten Jan Vrancken weeskynt, zullen gehouden zijn uijt te reijcken ende toe te geven uijt henne _____ tsamen vijftich karolus guldens eens Adriaen Marten Adriaensse ende Jenneken Martens dochter Lichtmisse anno 15 ende tnegentich ofte zo veel comen (of commers) van desen voorscreven weeskynderen gedeelten voor af trekkende ter somme toe van vijftich karolus guldens aen eenige Heel (of Hool) penningen, alsoo malcanderen is gelijcken. Ende den commer daer van op te gelijcke stede staen ende de erfenisse daer aen gelegen ende in desen voorscreven deelinge geactioneert, sullen sij malcanderen helpen, dragen ende betalen die diep ende Hoolgewijs (of Heelgewijs), een degelijck den voorscreven cd (of rd) dividenten zal gehouden zijn, zijn aengedeelt van voorscreven commer alsoo betalen dals doen van des anders gedeelte zal blijven ongehouden ende bij sanlen (?) van dien d als doen door één anders ge______ worden gemolesteert ofte beschadigt zal weders op ten onwilligen wederom voort moogen varen niet pa______ ende bevrede eper___. Midts welcken scheijdinge ende deelinge de voorscreven partijen wel ver______ ende tevreden zijn, ende deen He___ op des anders gedeel ver____ met handen ende mont, waarop den Schoutet gemaent heeft, ende Scepenen gewesen hebben, datter stadt ende macht grijpen zal, alsoo voorscreven sta__ ende den oirconden rcp (?). Actum den 3e december anno 15 achtenttachentich. ---------------------------------------------------------------------------- Hierna staat, dezelfde dag getekend: Lijsken verklaart, samen met haar man, dat Adriaen vierdalf lopensaet beemden, gelegen aan de Rijsdijk mag gebruiken. ------------------------------------------------------------------------------------------- Het is de erfdeling van de goederen van Marten Adriaens de Wagemaker en Eelken Jan Peter Willem Baeyens. De 5 kinderen verdelen de erfenis. Het zijn: Jan Lijsken, met haar man Jan Adriaen Jan Roelens Maeyken, overleden, gehuwd geweest met Marten Jan Hanrick Vrancken, haar dochter Martijnken is aanwezig met haar voogd Matheus Cornelis Martens en haar 2 naaste buren ipv de toeziender Adriaenken en Jenneken, beide onbejaerd, vertegenwoordigd door voogd Jan Jan Adriaens de Wagemaker (hun oom) en toeziend voogd Wouter Thoen Wouters Met het blinde lot is bepaald wie wat krijgt. Jan: - de zuidzijde van de akker bij de stede, gelegen van de bogaert af ter Leegerstraten toe - 5 1/2 lopensaet in de Kerckenbunder - 2 loopenaset zaailand, __ zijn zus Lijsken - 1 bunder hooiland in t Raamsdonks Oord, de helft Lijsken: - de noordzijde van de akker bij de stede, en aan de zuidkant ligt land van haar nichtje Martijnken - 4 loopensaet in de Kerckenbunder - 1 bunder hooiland in t Raamsdonks Oord, de andere helft Martijnken: - akker bij de stede, van van de bogaert af ter Leegerstraten toe (welke deel?) - in de Kerckenbunder, Lijsken oost, Adriaen west - een blok hooiland in de Kijlen (gebied bij de huidige Kijldijk in Oosteind?) De bogaert met werf en huisinge onbedeeld: - Jan houdt 1/2 van de huisinge en 2/3 werf en bogaert - Martijnken 1/3 in huisinge en werf en bogaert - Lijsken 1/6 in huisinge en werf en bogaert Hierbij komen Jenneken en Adriaen niet voor. Daarna komen zij aan de beurt: Jenneken, bij een invoeging: - 2 loopensaet zaailand Jenneken en Adriaenken: - een akker aan de Laeye Hoecken - 5 loopensaet akker in de Kerckenbunder - 6 loopensaet in de Hoogendijck - 7 loopensaet hooiland aan de Groenendijk van de Middelka - 3 loopensaet beemden - 1/2 loopensaet hooiland aan de Groenendijk, eertijd toegecomen van Adriaen Jansse de Wagemaker, ofwel hun opa - 50 karolus guldens van de andere 3 kinderen, uit te reiken Lichtmis 1590. Waar de stede ligt: er is geschreven dat de akker bij de stede ligt van de bogaert tot de Legerstraten toe. Met Legerstraten zal bedoeld zijn de de Leegstraat ofwel de Laagstraat. Die is er nog steeds, en ligt aan de noordkant van Dongen, dicht tegen Oosterhout aan. De benoemde akkers, weilanden, e.d. liggen hier in de buurt: Hoge Dijk, Groenendijk, Rijsdijk. Van de Kerkenbunder, de Laeye Hoek, de Kijlen, het Raamsdonks Oord, en Middel Kade, hoop ik er nog achter te komen waar die liggen. |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 94, pagina 190v-191-192, scanpagina 225-226-227, 3 december 1588, Erfdeling goederen van Merten de Wagemaker en Eelken Bayens] |
12-02-1582 | RAT Schepenbank Dongen RA 94, pagina 64r, 12 februari 1582, Verkoopakte Wij, Matijs Tunissen ende Aert Jan Corneliszoon, scepenen in Dongen, oirconden dat voor ons gecomen is, Maeijken Jan Jan Clausdochter met Peeter Janssen, haren man ende voocht, Adriaenken Jan Jan Clausdochter met Roelof Heijnricx, haren man ende voocht, Marijken Adriaen Jan Clausdochter met Jan Corneliszoon, haren soon ende voocht, Lijsken Peeter Adriaens de Wagemakersdochter met Bernaert Andries, haren man ende voocht, Marijken Marten Wagemakersdochter met Marten Jan Vrancken, haren man ende voocht, Lijsken Martensdochter met Jan Adriaens, haren man ende voocht, elcken een metken richtgegx sijnde (?), Jan Marten Wagemaker, voor hem selven, Antonis Cornelis, voor hem selven, en oock mede vervangende sijne susters en broeders, ende Meus Peeter Jan Claus als voocht ende Tonis Adriaen Goverts als toesiender van Jan, Dingen, ende Adriaenken ende Peeterken, onbejaerde weeskynderen van Peeter Adriaen de Wagemaker, ende voorts Jan Cornelis Keijenzoon, als voocht van Adriaenken ende Jenneken Merten Adriaen Wagemakers, onbejaerde weeskynderen, aldaer Lauwen Jan Peeters toesiender af is, ende Mateus Cornelis als voocht, ende Jacop Adriaen Jan Jacops toesiender af is van den onbejaerden weeskynderen van wijlen Jan Adriaens de Wagemaker, genaampt Jan, Lijsken, Jenneken ende Peeterken ende Adriaenken, kennen ende lijden dat sij vercoft hebben om een somme van gelden cp (cooperen?) de erfgenamen van wijlen Peeter Adriaen Jan Claussen het derden deel in een buijnder gronden, daer den voorscreven Peeter voorscreven bij sijnen leven daer cracht van op wijnge (?) in gevest was. Gelegen Adriaen Jan Horsten erfgenamen erve noortwaert, Tonis Adriaen Maessen erve sutwaert, streckende van den Riool totter Kae toe. Vrij van heeren chijns ende hier in sijn de erfgenamen gevest met vonnisse ende recht, met voorwaerden dat men den .. op dees gronden niet sal gebruiken op deesen gront, ende voorts Weegen ende Stege ende gebuerlijcke rechten. Actum deesen 12en februwary 1582. --------------------------------------------------------------------------------------------- Met dank aan Jan van den Bergh van Doekefkes.nl voor wat al te zien was op zijn site. --------------------------------------------------------------------------------------------- Een hele lijst aanwezigen voor de verkoop van 1/3 deel in een bunder grond. Ik tel er 20, de 2 schepenen niet meegeteld. Ik heb geprobeerd de aanwezigen te groeperen: de zonen van Adriaen Jans de Wagemaker, met hun kinderen: - Peeter Adriaen Jans de Wagemaker -- Lijsken x Bernaert Andries -- Jan -- Dingen -- Adriaenken -- Peeterken - Jan Adriaen Jans de Wagemaker -- Jan -- Lijsken (=Elijsbet) (in de akte als Lijsken Martensdochter) -- Jenneken -- Peeterken -- Adriaenken - Merten Adrien Jans de Wagemaker -- Marijken x Marten Jan Vrancken -- Lijsken x Jan Adriaens -- Jan -- Adriaenken -- Jenneken Dan een groep met Jan Claus als gemeenschappelijke vader: - Jan Jan Claus -- Maeijken x Peeter Janssen -- Adriaenken x Roelof Heijnricx - Adriaen Jan Claus -- Marijken ---Jan Cornelis Nog een laatste groep met Cornelis als vader - Antonis Cornelis - Broers (niet met naam genoemd) - Zusters (niet met naam genoemd) Hoe de 3 groepen met elkaar samenhangen, weet ik niet. -------------------------------------------------------------------------------------- Waar lag die bunder grond? De grond strekte zich uit van het Riool tot aan de Kae toe, zo staat in de akte. Met Riool, zal het water bedoeld zijn op wat nu Klein-Dongen is. Deze benaming is te zien op de kadasterkaart van Dongen 1811-1832. Met Kae verwacht ik dat kade bedoeld is. Mogelijk de kade van de Donge, die zuidelijk van het Riool stroomde en nog stroomt. |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 94, pagina 64r, 12 februari 1582, Verkoopakte] |
502 Wagemaecker Adriaen Martens de, koopt 2 loopensaet hooiland aan de Groenendijck aan Oosterhout zijde op 23 april 1609 - Schepenbank Oht Inv 291 f 97 |
van 22-04-1655 tot 25-04-1655 | RAT Schepenbank Dongen RA 104, pagina 202v-204v, scanpagina 232-233-234, 22 en 25 april 1655, verkoopakte van uitgedolven moergronden gelegen op Cleijn Dongen De verkoop bestaat uit 2 akten, van donderdag 22 april en zondag 25 april. De akte van 22 april 1655: ------------------------------- Anthonis Merten Jan Mertens, als man ende voight van Lijntjen Adriaen Mertens, waarvoor hij hem sterck maeckende. Claes Peeter Peeter Bressers voor hem selve ende beneffens Peeter Peeter Cleijs Bressers, sijne vader, hem noch sterck maeckende voor Cornelis ende Wouter Peeter Peeter Bressers, sijne broeders, daer respective moeder af was Dingna Adriaen Mertens Peeter Peeter Jan Luijcken soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Adriaen, sijnen broeder, ende moeder af was Eeltjen Adriaen Mertens tsamen voor een derde part in t derde part Jan Jan Jan Claes Brebers, hem sterck maeckende als vervanger voor Jan Jan Jansen, mits sijn sreckte mondelinge gelast sijn Jan Joost Roeloftsen, als mondelinge lasthebber ende hem sterck maeckende voor Anneken Jan Cleijs Brebers, Jan Claes Jan Cleijs Brebers, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Cornelis Claes, sijne broeder tsamen erfgenaemen van Jenneken Jan Adriaen Wagemaecker Sijken Wouter janssen, weduwe van Cornelis Govaert Willemen, geassisteert met Wijnant Adriaen Vennemans, als haeren gecoren voight. Desselven Wijnant Adriaen Jacobs voor hem selven, en hem sterck maeckende voor de vier weeskinderen van Jan Adriaen Vennemans, daer moeder ende grootmoeder af was Lesken Jan Adriaens Wagemaecker. Jenneken Peeter Jan de Wagemaecker, getrouwt met Cornelis Jan Verhoeven, geassisteert, mits de absentie van haerdere man, met Wijnant Adriaen Vennemans, haeren gecoren voight in desen. Soo voor haer selven, als haer sterck maeckende voor Peerken Peeter Jan Wagemaecker, woonende in Vlaanderen, haere suster tsamen voor een derde part. Peeter Janssen int Broeck, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende en in desen vervangende voor de twee weeskinderen van Merten Janssen int Broeck, erfgenaemen van Maeijken Mertens tsamen voor een vierde part in een derde part. Respective van anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden, vercoft omme af Jan Adriaen Janssen voor de twee derde part ende Peeter Geerit Anthonissen voor een derde part, respective ieder sijn gedeelte in anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden lant, liggende in henne stede ende goeden op Cleijn (Dongen), streckende van rijvel (?) tot sijne hoogheits Vaert toe, Adriaen Symonssen Coppelaers erfgenaemen suijt, ende hen cooperen andere erftve noort Te vrijen etc, commerloos preter Heeren chijns Gevest Actum 22 april 1655 Present Sijnenbuijck, van Loon, Wouter Janssen Ruijsenaer, schepenen De akte van 25 april 1655: ------------------------------- Merten Merten Jan Mertens, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Cornelis Merten de Wagemaecker, Lesken, sijne suster met Jan Crijnen, Maeijcken, sijne suster Saliger van Jan Gijsbrechts tsamen voor een vierde part int derde part Peeter Jan Peeterssen Brecht (?) soo voor hem selven, ende als uijtgerecht hebbende Rochus ende Marinus, sijne broeders, ende Martini, sijne suster, getrouwt Corstiaen Schalcken, voor gelijcke vierde part in derde part van derde part van anderhalf roede Anthonis Bernaert Driessen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende voor Maeijken, sijne suster ende Claes Thomassen, haeren man, tsamen de helft van gelijcke vierde part in derde part van derde part van anderhalft roede voorsegd. Symon Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende ende bij desen vervanger voor Adriaen, Jan en Willem, sijne broeders, Neeltjen, sijne suster met Roelof Huijbrechts Roeloftsen, haeren man ende voor Jenneken, sijne suster met Peeter Wilborts, haeren man, daer moeder af was Eeltgen Jan Merten de Wagemaecker. Tsamen voor een vierde part in t derde part van ’t derde part van anderhalf roede. ende hem sterck maeckende voor ’t weeskint van daer grootmoeder af was Maeijken Jan Mertens voor gelijcke een vierde part in t derde part van ’t derde part van anderhalf roeden gronden. Ende sijde de comparanten voorgenoemd elck in de qualiteijt voorsegd vercoft te hebben omme .. Jan Adriaen Janssen voor de twee derde part ende Peeter Geerit Anthonissen voor voorst. derde part, elck sijn gedeelte voorsegd in anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden, nu lant, liggende op Cleijn Dongen, in henne stede streckende int geheel van trijvel tot sijnen Hoogheijts Vaert toe. Adriaen Symons erfgenaemen, nu Jan Lenaerts, suijt, ende sijne cooperen erftun noort Vrij commerloos, preter Heeren chijns Gevest etc. Actum 25 april 1655. Puts. Fijnenbuijck ende Van loon Schepenen. ---------------------------------------------------------------------------------------------- Het gaat om de verkoop van uitgedolven moergrond (de turf is gestoken) met een breedte van 1 1/2 roede. Volgens https://www.meertens.knaw.nl/mgw/maat/9 werd bijvoorbeeld in ’s Gravenmoer gerekend met de Brabantse roede van 5,69m. Voor deze gronden ging het dan om een breedte van 8,535m. Aan het eind van de 2e akte staat dat het nu land is. Het land strekte zich uit van Trijvel of ’t Rijvel tot de (Hoogheids) Vaart. De Vaart kunnen we nog wel vinden, maar ik weet niet waar ik Trijvel of t Rijvel moet zoeken. ------------------------------------------------------------------------------------------- Een hele lijst van verkopers, over 2 akten, en 2 dagen verdeeld. Bij de eerste akte zijn de verkopers met 10 present, de tweede keer met 4. Hoe zit t met die verdeling? ------------------------------- Er is in de 1e akte gesproken van a. 1/3 part in 1/3 part: voor Lijntje, erfg. Digna en erfg. Eeltjen Adriaen Mertens b. 1/3 part: voor erfg. Jenneken Jan Adriaen de Wagemaecker, erfg. Lesken Jan Adriaen de Wagemaecker, Jenneken Peeter Jan de Wagemaecker, Peerken Peter Jan de Wagemaecker c. 1/4 part in 1/3 part: voor Maeijken Mertens (niet preciezer aangeduid) In de 2e van: d. 1/4 part in 1/3 part: voor erfg. Merten Jan Merten de Wagemaecker e. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor Peeter Jan Peetersen, Rochus, Martini f. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor Anthonis Bernaert Driessen en Maeijken g. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor erfg. Eeltjen Jan Merten de Wagemaker h. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor erfg. Maeijken Jan Merten de Wagemaker Bij e en f is tussengevoegd het laatste deel, ofwel in 1/3e part. Bij g en h staat het er direct. Vreemd dat bij d. Meerten het part anders zou zijn dan bij g. Eeltje en h. Maeijken. Zij zijn alle kinderen van Jan Merten Adriaen de Wagemaecker. Lijkt me niet correct beschreven. Bij wie e en f horen in de relatie naar De Wagemaker is niet duidelijk. Bij b gaat het om 1/3 part. Dit zijn (klein) kinderen Jan Adriaan Jans de Wagemaker. Niet genoemd zijn Adriaenken, Adriaen, en Jan. Bij a gaat het om (klein) kinderen van Adriaen Merten Adriaen Jans de Wagemaecker en bij d, g en h om (klein) kinderen van Jan Merten Adriaen Jans de Wagemaecker. Niet genoemd zijn Adriaenken, Marijnken, Jenneken en Lijsken. Zij zijn een generatie eerder gezien van Merten Adriaen Jans de Wagemaecker, een broer van Jan. Zouden met zijn allen goed moeten zijn voor 1/3 part. Dat betekent dat van nog een zoon of dochter van Adriaen Jans de Wagemaker, er erfgenamen zijn die meedelen. Die zouden dan van c, e of f moeten komen. Wie kan de zoon of dochter geweest zijn? Peeter (met 5 kinderen), Roelof (met 5 kinderen) of Cornelia? En waarom delen ze niet alle mee? Het lijkt te gaan om 3 kinderen van Adriaen Jans de Wagemaker. De moergronden waren blijkbaar nog niet verdeeld. De kopers Jan Adriaen Jansen en Peeter Geerit Anthonissen willen de grond naast die van hun erf erbij kopen, en nu moet wel nagegaan worden van wie de grond is. Dan moet in dit geval ver terug in de tijd gegaan worden. Ter illustratie: Jenneke Aert Adriaen Jan Aerts (geboren 1619), is een dochter van Eeltjen Jan Mertens de Wagemaecker, en zij is een dochter van Jan Mertens Adriaen de Wagemaecker, en hij is een zoon van Meerten Adriaen Jans de Wagemaecker en hij is een zoon van Adriaen Jans de Wagemaecker ------------------------------------------------------------------------------------------- |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 104, pagina 202v-204v, scanpagina 232-233-234, 22 en 25 april 1655, verkoopakte van uitgedolven moergronden gelegen op Cleijn Dongen] |
03-12-1588 | RAT Schepenbank Dongen RA 94, pagina 190v-191-192, 3 december 1588, Erfdeling goederen van Merten de Wagemaker en Eelken Bayens Wij, Marten Geritssen ende Stoffel Peter Cornelissen, schepenen in Dongen, oirconden ende kennen, dat voor ons gecomen is Jan Marten Adriaens de Wagemaker, Lijsken Marten Adriaensdochter de Wagemaker, geassisteert met Jan Adriaen Jan Roelens, haren man ende vooght, Matheus Cornelis Martens als vooght van t onmondighen weeskynt, genaempt Martijnken, wijlen Marten Jan Hanrick Vrancken, dochter, daer moeder af was Maeyken Marten Adriaens de Wagemakers dochter, ende Jan Jan Adriaen Wagemakers als vooght, ende Wouter Thoen Wouters als toesienderen van twee onbejaerde weeskynderen wijlen Marten Adriaens de Wagemaker, genaempt Adriaenken ende Jenneken ende hebben minnelijck ende bij so gene van henne naeste vrienden, gescheiden ende gedeelt van alle alsulcke goederen daer Marten Adriaens de Wagemaker, henne vader, ende Eelken Jan Peter Willem Baeyensdochter, henne moeder uitverstorven is, ende metter doot geruymt, in de manieren hier na volgende. ------------------ In den iersten soo is metten blynden lot gevallen ende gedeelt Jan Marten Adriaens de Wagemaker op de zuytzijde van de acker E__ ac__ de stede, gelegen neven Matheus Cornelis Martens erve, ende noortwaert den voorscreven Martijnken Marten Jan Vrancken weeskynderen erve gelegen, streckende van den bogaert af ter Leegerstraeten toe. Noch soo is dan voorscreven Jan gevallen in de Kerckenbuender op omtrent vijtalft loopensaet, ____ alsoock daer gelegen ende malcanderen bewesen ende bepacht zijn gedeeltken, Wouter Jan erve zuytwaert, ende Claes Jan Smoldener erfgenamen noortwaert, Lijsken Martens voorscreven, met haer gedeeltken westwaert ende oostwaert Met noch omtrent twee loopensaet saeylantt lancx _____ zij zelfts er__ __ Lijsken, zijne zuster, gelegen. Noch soo is den selve bedeelt op de helft scheijdinge van omtrent een buijnder hoeylants gelegen in de Raemsdonsche oirt. -------------- Hier tegens is Lijsken Marten Adriaens dochter, met Jan Adriaens Roelensse, haeren man ende voocht, gedeelt ende gevallen op den noordencant van het ackerlant van voorscreven stede, streckende van den bogaert af totter Leegenstraet toe, ende den voorscreven Martijnken Marten Jan Vrancke weeskynt erve zuijtwaert gelegen. Noch is den selven bedeelt in den Kerckenbuender, haer gedeeltken alsvoor daer af gepacht is; Jan Marten Adriaen Wagemaker met zijn gedeeltken, van 4 loopensaet voorscreven tendeels oostwaert ende westwaert, oostwwaert in twee verscheijden blocken gelegen, Martijnken Marten Jansse weeskynt met zijn gedeeltken westwaert. Noch soo is den selven Lijsken bedeelt op de andere helft van de Raemsdonsche Oert, daer Jan Marten Adraensse voorscreven, den wederhelft af toe gedeelt is. ------------- Hier tegens is Martijnken Marten Jan Vrancken weeskynt met Matheus Cornelis Martens, den vooght, ende erbij wesen Roelof Claes Roelofs ende Peter Peter Martens als naeste gebueren staende voor dese ende in de plaetse van den toesiender, metten blynden lot gevallen ende bedeelt op een stuck ackerlants, oyck aen de stede voorsreven, gelegen tusschen de erfenisse staande Marten Adriaense voorscreven, noordtwaert. Daerbij af gedeelt is streckende oyck van bogaert totter Legerstraten toe. Noch is t selve weeskynt bedeelt in de Kerckebuender voorscreven, zijn gedeeltken, Lijsken Marten Adriaense voorscreven met hare gedeeltken oostwaert, ende Adriaen Marten Adriaen weeskyndt westwaert, tegen__ uit ____. Jan Marten Adriaensse voorscreven met sijne erve noortwaerts. Noch is t selve weeskynt bedeelt ende gevallen op t blocxke hoeylants, gelegen tot Oisterhout in de Kijlen, groot omtrent vijf loopensaet, m__ __ behoirl_ Heeren schijns daer ____ gaende. Marij Goeyaerts Willes met haren kynderen oostwaerts, Adriaen Meeus Peter Meeusse zuytwaerts, s Heeren Lants westwaerts (invoeging, onduidelijk waar) ende Jenneken Marten Adriaensse twee loopensaets saeylants, Claes Hanricksen Snijders met zijnen erven zuijtwaerts, Roelof Claes Roelofs oostwaerts, Woute Jans erve westwaerts ------------------------------------------------------------------------------------- Dies zoo blijfen de bogaert metten werf ende huysinge daer op staende onbedeelt metten hen drieën eerfgenamen ende _____ ten voorscreven te weten Jan Martens Adriaensse voorscreven zal daer in behouden de helft van alle de huysinge ende tweederde in den werf metten den bogaert ende Martijnken Marten Jan Vrancken weeskynt ___ derde deel in de huysinge metten bogaert ende den werf, ende Lijsken Marten Adriaensse dochter het seste deel in de huysinge metten dries often werf ende in den bogaert, ____ daer hem andersints La_t voor bewesen is. ------------------------------------------------------------------------------------------- Item Adriaen Marten Adriaensse de Wagemaker met Jenneken, zijn zuster, zijn bedeelt ende gevallen op een stuck ackerlants, gelegen aen den Laeye Hoecken, groot omtrent 5 vijf lopensaet, Peter Peter Martens met sijne erve ende stede westwaerts, Wouter Jan Emmen oostwaerts, met hen selfs landts noordwaerts, den Laeye Hoeck zuytwaerts Noch zijn de selven bedeelt op een stuck ackerlants, gelegen in de Kerckenbuender, groot omtrent vijf lopensaet, <ingevoegd> ende ses lopensaet daer voor __ gelegen coomen mette sijnde aen de Hoogendijck <einde invoeging> Martijnken Marten Jan Vrancken, weeskynt, met zijne gedeeltken oostwaerts, den voorschreven weeskynderen met henselfs erf westwaerts tegenover de ____. Noch zo zijn de voorschreven weeskynderen bedeelt op seven lopensaet hoeylandts aen de Groenendijck aen de Oisterhoutsche zijde, Goeyaert Aertken Peter Goeyaerts met zijne erve noordwaerts, streckende van de Middelkaa ten Groenendijck toe. Noch zijn de voorscreven Adriaen ende Jenneken bedeelt op 3 lopensaet beemden, gelegen aen de Rijsdijck. Noch zijn de selven bedeelt op een half loopensaet hoeylandts aen de Groenendijck, ombedeelt, gelegen in vijfhalft lopensaet, eertijt toeplach (?) ten behoeve Adriaen Jansse de Wagemaker. ------------------------------------------------------------------------------------------- Item is voorwaert dat de parcelen van lande ende weije, gelegen in den Kerckenbuynder zullen malcanderen wegen ende stegen ende alle dgeen die daer met rechtswegen over hebben zijn, sullen dych niettemin de parcelen voor geactioneert, blijven meepant ende bijpant van egheen daer zij mede verbonden ende verobligeert staen. Item is noch voorwaert dat Jan Marten Adriaensse, Lijsken Marten Adriaenssen met haere vooght, ende Martijnken Marten Jan Vrancken weeskynt, zullen gehouden zijn uijt te reijcken ende toe te geven uijt henne _____ tsamen vijftich karolus guldens eens Adriaen Marten Adriaensse ende Jenneken Martens dochter Lichtmisse anno 15 ende tnegentich ofte zo veel comen (of commers) van desen voorscreven weeskynderen gedeelten voor af trekkende ter somme toe van vijftich karolus guldens aen eenige Heel (of Hool) penningen, alsoo malcanderen is gelijcken. Ende den commer daer van op te gelijcke stede staen ende de erfenisse daer aen gelegen ende in desen voorscreven deelinge geactioneert, sullen sij malcanderen helpen, dragen ende betalen die diep ende Hoolgewijs (of Heelgewijs), een degelijck den voorscreven cd (of rd) dividenten zal gehouden zijn, zijn aengedeelt van voorscreven commer alsoo betalen dals doen van des anders gedeelte zal blijven ongehouden ende bij sanlen (?) van dien d als doen door één anders ge______ worden gemolesteert ofte beschadigt zal weders op ten onwilligen wederom voort moogen varen niet pa______ ende bevrede eper___. Midts welcken scheijdinge ende deelinge de voorscreven partijen wel ver______ ende tevreden zijn, ende deen He___ op des anders gedeel ver____ met handen ende mont, waarop den Schoutet gemaent heeft, ende Scepenen gewesen hebben, datter stadt ende macht grijpen zal, alsoo voorscreven sta__ ende den oirconden rcp (?). Actum den 3e december anno 15 achtenttachentich. ---------------------------------------------------------------------------- Hierna staat, dezelfde dag getekend: Lijsken verklaart, samen met haar man, dat Adriaen vierdalf lopensaet beemden, gelegen aan de Rijsdijk mag gebruiken. ------------------------------------------------------------------------------------------- Het is de erfdeling van de goederen van Marten Adriaens de Wagemaker en Eelken Jan Peter Willem Baeyens. De 5 kinderen verdelen de erfenis. Het zijn: Jan Lijsken, met haar man Jan Adriaen Jan Roelens Maeyken, overleden, gehuwd geweest met Marten Jan Hanrick Vrancken, haar dochter Martijnken is aanwezig met haar voogd Matheus Cornelis Martens en haar 2 naaste buren ipv de toeziender Adriaenken en Jenneken, beide onbejaerd, vertegenwoordigd door voogd Jan Jan Adriaens de Wagemaker (hun oom) en toeziend voogd Wouter Thoen Wouters Met het blinde lot is bepaald wie wat krijgt. Jan: - de zuidzijde van de akker bij de stede, gelegen van de bogaert af ter Leegerstraten toe - 5 1/2 lopensaet in de Kerckenbunder - 2 loopenaset zaailand, __ zijn zus Lijsken - 1 bunder hooiland in t Raamsdonks Oord, de helft Lijsken: - de noordzijde van de akker bij de stede, en aan de zuidkant ligt land van haar nichtje Martijnken - 4 loopensaet in de Kerckenbunder - 1 bunder hooiland in t Raamsdonks Oord, de andere helft Martijnken: - akker bij de stede, van van de bogaert af ter Leegerstraten toe (welke deel?) - in de Kerckenbunder, Lijsken oost, Adriaen west - een blok hooiland in de Kijlen (gebied bij de huidige Kijldijk in Oosteind?) De bogaert met werf en huisinge onbedeeld: - Jan houdt 1/2 van de huisinge en 2/3 werf en bogaert - Martijnken 1/3 in huisinge en werf en bogaert - Lijsken 1/6 in huisinge en werf en bogaert Hierbij komen Jenneken en Adriaen niet voor. Daarna komen zij aan de beurt: Jenneken, bij een invoeging: - 2 loopensaet zaailand Jenneken en Adriaenken: - een akker aan de Laeye Hoecken - 5 loopensaet akker in de Kerckenbunder - 6 loopensaet in de Hoogendijck - 7 loopensaet hooiland aan de Groenendijk van de Middelka - 3 loopensaet beemden - 1/2 loopensaet hooiland aan de Groenendijk, eertijd toegecomen van Adriaen Jansse de Wagemaker, ofwel hun opa - 50 karolus guldens van de andere 3 kinderen, uit te reiken Lichtmis 1590. Waar de stede ligt: er is geschreven dat de akker bij de stede ligt van de bogaert tot de Legerstraten toe. Met Legerstraten zal bedoeld zijn de de Leegstraat ofwel de Laagstraat. Die is er nog steeds, en ligt aan de noordkant van Dongen, dicht tegen Oosterhout aan. De benoemde akkers, weilanden, e.d. liggen hier in de buurt: Hoge Dijk, Groenendijk, Rijsdijk. Van de Kerkenbunder, de Laeye Hoek, de Kijlen, het Raamsdonks Oord, en Middel Kade, hoop ik er nog achter te komen waar die liggen. |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 94, pagina 190v-191-192, scanpagina 225-226-227, 3 december 1588, Erfdeling goederen van Merten de Wagemaker en Eelken Bayens] |
05-08-1641 | RAT Dongen Schepenbank RA 101, 76r ,76v, 83v, 85v - 5 augustus 1641 - Inwoning huis Groenstraat Adriaen Mertens de Wagemaker (-†1628) als vader Catharina Wouter Domen (-) als moeder Cathalijn Adriaen Mertens (-) als kind Anthonis Meerten Jan Meerten Loonen (-) als partner van kind Eeltje Adriaen Mertens (-†1641) als kind Jan Lucas Roelen (-†1655) als partner van kind Dingena Adriaen Mertens (-†1642) als kind Peeter Peeter Claes Bressers (-) als partner van kind |
[bron: RAT Dongen Schepenbank RA 101, 76r ,76v, 83v, 85v - 5 augustus 1641 - Inwoning huis Groenstraat] |
23-04-1609 | De voorsegde vercooper (Denis Peter Roelofs) heeft alnoch vercoft aen Adriaen Marten de Wagemaecker omtrent twee loopensaet hoylants of so groot ende cleijn t is, geleghen is aen den Groenendijck aen Oisterhout zijde, hem vercooper gedevolveert van zijn ouders ut dicebat. De voorsegde dijck oist, Adriaen Jan Willems west, Jan Jan Wouters suijden, Adriaen Michielssen schouteth tot s Gravenmoer noorden. Te vrijen vrij preter sijn gerechtighen behouden weghen ende steghen zijns rechts. Gevest acte en in presentie alsvoor (23 april 1609, Dongen relataert Loon, schepenen) |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv 291 f. 97, 23 april 1609] | ||
27-03-1630 | RAT Schepenbank Dongen RA 100, folio 50v, verkoop. 27 maart 1630 Maeijke Wouter Doomen (-) als zus Jan Sijmen Cornelis Peter Stevens (-) als voogd Jan Hendrik Rutgers van der Vlooten (-†1630) als echtgenoot Cathalijn Claes Bastiaen Jansen (-†1629) als overledene Lijnken Peter Jan Lemmens (-†1629) als overledene Adriaen Mertens de Wagemaker (-†1628) als echtgenoot Huijbrecht Wouter Doomen (-) als voogd Catharina Wouter Domen (-) als zus Peeter Cornelis Peeter Stevens (-†1628) als echtgenoot Cathalijn Jan Wouter Doomen (-) als nicht Bastiaen Jan Bastiaens (-) als koper Embrecht Wouter Domen (-) als broer en voogd Anneke Wouter Domen (-†1641) als zus |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 100, folio 50v, verkoop. 27 maart 1630] |
05-08-1641 | RAT Dongen Schepenbank RA 101, 76r ,76v, 83v, 85v - 5 augustus 1641 - Inwoning huis Groenstraat Adriaen Mertens de Wagemaker (-†1628) als vader Catharina Wouter Domen (-) als moeder Cathalijn Adriaen Mertens (-) als kind Anthonis Meerten Jan Meerten Loonen (-) als partner van kind Eeltje Adriaen Mertens (-†1641) als kind Jan Lucas Roelen (-†1655) als partner van kind Dingena Adriaen Mertens (-†1642) als kind Peeter Peeter Claes Bressers (-) als partner van kind |
[bron: RAT Dongen Schepenbank RA 101, 76r ,76v, 83v, 85v - 5 augustus 1641 - Inwoning huis Groenstraat] |
27-03-1630 | RAT Schepenbank Dongen RA 100, folio 50v, verkoop. 27 maart 1630 Maeijke Wouter Doomen (-) als zus Jan Sijmen Cornelis Peter Stevens (-) als voogd Jan Hendrik Rutgers van der Vlooten (-†1630) als echtgenoot Cathalijn Claes Bastiaen Jansen (-†1629) als overledene Lijnken Peter Jan Lemmens (-†1629) als overledene Adriaen Mertens de Wagemaker (-†1628) als echtgenoot Huijbrecht Wouter Doomen (-) als voogd Catharina Wouter Domen (-) als zus Peeter Cornelis Peeter Stevens (-†1628) als echtgenoot Cathalijn Jan Wouter Doomen (-) als nicht Bastiaen Jan Bastiaens (-) als koper Embrecht Wouter Domen (-) als broer en voogd Anneke Wouter Domen (-†1641) als zus |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 100, folio 50v, verkoop. 27 maart 1630] |
03-12-1588 | RAT Schepenbank Dongen RA 94, pagina 190v-191-192, 3 december 1588, Erfdeling goederen van Merten de Wagemaker en Eelken Bayens Wij, Marten Geritssen ende Stoffel Peter Cornelissen, schepenen in Dongen, oirconden ende kennen, dat voor ons gecomen is Jan Marten Adriaens de Wagemaker, Lijsken Marten Adriaensdochter de Wagemaker, geassisteert met Jan Adriaen Jan Roelens, haren man ende vooght, Matheus Cornelis Martens als vooght van t onmondighen weeskynt, genaempt Martijnken, wijlen Marten Jan Hanrick Vrancken, dochter, daer moeder af was Maeyken Marten Adriaens de Wagemakers dochter, ende Jan Jan Adriaen Wagemakers als vooght, ende Wouter Thoen Wouters als toesienderen van twee onbejaerde weeskynderen wijlen Marten Adriaens de Wagemaker, genaempt Adriaenken ende Jenneken ende hebben minnelijck ende bij so gene van henne naeste vrienden, gescheiden ende gedeelt van alle alsulcke goederen daer Marten Adriaens de Wagemaker, henne vader, ende Eelken Jan Peter Willem Baeyensdochter, henne moeder uitverstorven is, ende metter doot geruymt, in de manieren hier na volgende. ------------------ In den iersten soo is metten blynden lot gevallen ende gedeelt Jan Marten Adriaens de Wagemaker op de zuytzijde van de acker E__ ac__ de stede, gelegen neven Matheus Cornelis Martens erve, ende noortwaert den voorscreven Martijnken Marten Jan Vrancken weeskynderen erve gelegen, streckende van den bogaert af ter Leegerstraeten toe. Noch soo is dan voorscreven Jan gevallen in de Kerckenbuender op omtrent vijtalft loopensaet, ____ alsoock daer gelegen ende malcanderen bewesen ende bepacht zijn gedeeltken, Wouter Jan erve zuytwaert, ende Claes Jan Smoldener erfgenamen noortwaert, Lijsken Martens voorscreven, met haer gedeeltken westwaert ende oostwaert Met noch omtrent twee loopensaet saeylantt lancx _____ zij zelfts er__ __ Lijsken, zijne zuster, gelegen. Noch soo is den selve bedeelt op de helft scheijdinge van omtrent een buijnder hoeylants gelegen in de Raemsdonsche oirt. -------------- Hier tegens is Lijsken Marten Adriaens dochter, met Jan Adriaens Roelensse, haeren man ende voocht, gedeelt ende gevallen op den noordencant van het ackerlant van voorscreven stede, streckende van den bogaert af totter Leegenstraet toe, ende den voorscreven Martijnken Marten Jan Vrancke weeskynt erve zuijtwaert gelegen. Noch is den selven bedeelt in den Kerckenbuender, haer gedeeltken alsvoor daer af gepacht is; Jan Marten Adriaen Wagemaker met zijn gedeeltken, van 4 loopensaet voorscreven tendeels oostwaert ende westwaert, oostwwaert in twee verscheijden blocken gelegen, Martijnken Marten Jansse weeskynt met zijn gedeeltken westwaert. Noch soo is den selven Lijsken bedeelt op de andere helft van de Raemsdonsche Oert, daer Jan Marten Adraensse voorscreven, den wederhelft af toe gedeelt is. ------------- Hier tegens is Martijnken Marten Jan Vrancken weeskynt met Matheus Cornelis Martens, den vooght, ende erbij wesen Roelof Claes Roelofs ende Peter Peter Martens als naeste gebueren staende voor dese ende in de plaetse van den toesiender, metten blynden lot gevallen ende bedeelt op een stuck ackerlants, oyck aen de stede voorsreven, gelegen tusschen de erfenisse staande Marten Adriaense voorscreven, noordtwaert. Daerbij af gedeelt is streckende oyck van bogaert totter Legerstraten toe. Noch is t selve weeskynt bedeelt in de Kerckebuender voorscreven, zijn gedeeltken, Lijsken Marten Adriaense voorscreven met hare gedeeltken oostwaert, ende Adriaen Marten Adriaen weeskyndt westwaert, tegen__ uit ____. Jan Marten Adriaensse voorscreven met sijne erve noortwaerts. Noch is t selve weeskynt bedeelt ende gevallen op t blocxke hoeylants, gelegen tot Oisterhout in de Kijlen, groot omtrent vijf loopensaet, m__ __ behoirl_ Heeren schijns daer ____ gaende. Marij Goeyaerts Willes met haren kynderen oostwaerts, Adriaen Meeus Peter Meeusse zuytwaerts, s Heeren Lants westwaerts (invoeging, onduidelijk waar) ende Jenneken Marten Adriaensse twee loopensaets saeylants, Claes Hanricksen Snijders met zijnen erven zuijtwaerts, Roelof Claes Roelofs oostwaerts, Woute Jans erve westwaerts ------------------------------------------------------------------------------------- Dies zoo blijfen de bogaert metten werf ende huysinge daer op staende onbedeelt metten hen drieën eerfgenamen ende _____ ten voorscreven te weten Jan Martens Adriaensse voorscreven zal daer in behouden de helft van alle de huysinge ende tweederde in den werf metten den bogaert ende Martijnken Marten Jan Vrancken weeskynt ___ derde deel in de huysinge metten bogaert ende den werf, ende Lijsken Marten Adriaensse dochter het seste deel in de huysinge metten dries often werf ende in den bogaert, ____ daer hem andersints La_t voor bewesen is. ------------------------------------------------------------------------------------------- Item Adriaen Marten Adriaensse de Wagemaker met Jenneken, zijn zuster, zijn bedeelt ende gevallen op een stuck ackerlants, gelegen aen den Laeye Hoecken, groot omtrent 5 vijf lopensaet, Peter Peter Martens met sijne erve ende stede westwaerts, Wouter Jan Emmen oostwaerts, met hen selfs landts noordwaerts, den Laeye Hoeck zuytwaerts Noch zijn de selven bedeelt op een stuck ackerlants, gelegen in de Kerckenbuender, groot omtrent vijf lopensaet, <ingevoegd> ende ses lopensaet daer voor __ gelegen coomen mette sijnde aen de Hoogendijck <einde invoeging> Martijnken Marten Jan Vrancken, weeskynt, met zijne gedeeltken oostwaerts, den voorschreven weeskynderen met henselfs erf westwaerts tegenover de ____. Noch zo zijn de voorschreven weeskynderen bedeelt op seven lopensaet hoeylandts aen de Groenendijck aen de Oisterhoutsche zijde, Goeyaert Aertken Peter Goeyaerts met zijne erve noordwaerts, streckende van de Middelkaa ten Groenendijck toe. Noch zijn de voorscreven Adriaen ende Jenneken bedeelt op 3 lopensaet beemden, gelegen aen de Rijsdijck. Noch zijn de selven bedeelt op een half loopensaet hoeylandts aen de Groenendijck, ombedeelt, gelegen in vijfhalft lopensaet, eertijt toeplach (?) ten behoeve Adriaen Jansse de Wagemaker. ------------------------------------------------------------------------------------------- Item is voorwaert dat de parcelen van lande ende weije, gelegen in den Kerckenbuynder zullen malcanderen wegen ende stegen ende alle dgeen die daer met rechtswegen over hebben zijn, sullen dych niettemin de parcelen voor geactioneert, blijven meepant ende bijpant van egheen daer zij mede verbonden ende verobligeert staen. Item is noch voorwaert dat Jan Marten Adriaensse, Lijsken Marten Adriaenssen met haere vooght, ende Martijnken Marten Jan Vrancken weeskynt, zullen gehouden zijn uijt te reijcken ende toe te geven uijt henne _____ tsamen vijftich karolus guldens eens Adriaen Marten Adriaensse ende Jenneken Martens dochter Lichtmisse anno 15 ende tnegentich ofte zo veel comen (of commers) van desen voorscreven weeskynderen gedeelten voor af trekkende ter somme toe van vijftich karolus guldens aen eenige Heel (of Hool) penningen, alsoo malcanderen is gelijcken. Ende den commer daer van op te gelijcke stede staen ende de erfenisse daer aen gelegen ende in desen voorscreven deelinge geactioneert, sullen sij malcanderen helpen, dragen ende betalen die diep ende Hoolgewijs (of Heelgewijs), een degelijck den voorscreven cd (of rd) dividenten zal gehouden zijn, zijn aengedeelt van voorscreven commer alsoo betalen dals doen van des anders gedeelte zal blijven ongehouden ende bij sanlen (?) van dien d als doen door één anders ge______ worden gemolesteert ofte beschadigt zal weders op ten onwilligen wederom voort moogen varen niet pa______ ende bevrede eper___. Midts welcken scheijdinge ende deelinge de voorscreven partijen wel ver______ ende tevreden zijn, ende deen He___ op des anders gedeel ver____ met handen ende mont, waarop den Schoutet gemaent heeft, ende Scepenen gewesen hebben, datter stadt ende macht grijpen zal, alsoo voorscreven sta__ ende den oirconden rcp (?). Actum den 3e december anno 15 achtenttachentich. ---------------------------------------------------------------------------- Hierna staat, dezelfde dag getekend: Lijsken verklaart, samen met haar man, dat Adriaen vierdalf lopensaet beemden, gelegen aan de Rijsdijk mag gebruiken. ------------------------------------------------------------------------------------------- Het is de erfdeling van de goederen van Marten Adriaens de Wagemaker en Eelken Jan Peter Willem Baeyens. De 5 kinderen verdelen de erfenis. Het zijn: Jan Lijsken, met haar man Jan Adriaen Jan Roelens Maeyken, overleden, gehuwd geweest met Marten Jan Hanrick Vrancken, haar dochter Martijnken is aanwezig met haar voogd Matheus Cornelis Martens en haar 2 naaste buren ipv de toeziender Adriaenken en Jenneken, beide onbejaerd, vertegenwoordigd door voogd Jan Jan Adriaens de Wagemaker (hun oom) en toeziend voogd Wouter Thoen Wouters Met het blinde lot is bepaald wie wat krijgt. Jan: - de zuidzijde van de akker bij de stede, gelegen van de bogaert af ter Leegerstraten toe - 5 1/2 lopensaet in de Kerckenbunder - 2 loopenaset zaailand, __ zijn zus Lijsken - 1 bunder hooiland in t Raamsdonks Oord, de helft Lijsken: - de noordzijde van de akker bij de stede, en aan de zuidkant ligt land van haar nichtje Martijnken - 4 loopensaet in de Kerckenbunder - 1 bunder hooiland in t Raamsdonks Oord, de andere helft Martijnken: - akker bij de stede, van van de bogaert af ter Leegerstraten toe (welke deel?) - in de Kerckenbunder, Lijsken oost, Adriaen west - een blok hooiland in de Kijlen (gebied bij de huidige Kijldijk in Oosteind?) De bogaert met werf en huisinge onbedeeld: - Jan houdt 1/2 van de huisinge en 2/3 werf en bogaert - Martijnken 1/3 in huisinge en werf en bogaert - Lijsken 1/6 in huisinge en werf en bogaert Hierbij komen Jenneken en Adriaen niet voor. Daarna komen zij aan de beurt: Jenneken, bij een invoeging: - 2 loopensaet zaailand Jenneken en Adriaenken: - een akker aan de Laeye Hoecken - 5 loopensaet akker in de Kerckenbunder - 6 loopensaet in de Hoogendijck - 7 loopensaet hooiland aan de Groenendijk van de Middelka - 3 loopensaet beemden - 1/2 loopensaet hooiland aan de Groenendijk, eertijd toegecomen van Adriaen Jansse de Wagemaker, ofwel hun opa - 50 karolus guldens van de andere 3 kinderen, uit te reiken Lichtmis 1590. Waar de stede ligt: er is geschreven dat de akker bij de stede ligt van de bogaert tot de Legerstraten toe. Met Legerstraten zal bedoeld zijn de de Leegstraat ofwel de Laagstraat. Die is er nog steeds, en ligt aan de noordkant van Dongen, dicht tegen Oosterhout aan. De benoemde akkers, weilanden, e.d. liggen hier in de buurt: Hoge Dijk, Groenendijk, Rijsdijk. Van de Kerkenbunder, de Laeye Hoek, de Kijlen, het Raamsdonks Oord, en Middel Kade, hoop ik er nog achter te komen waar die liggen. |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 94, pagina 190v-191-192, scanpagina 225-226-227, 3 december 1588, Erfdeling goederen van Merten de Wagemaker en Eelken Bayens] |
12-02-1582 | RAT Schepenbank Dongen RA 94, pagina 64r, 12 februari 1582, Verkoopakte Wij, Matijs Tunissen ende Aert Jan Corneliszoon, scepenen in Dongen, oirconden dat voor ons gecomen is, Maeijken Jan Jan Clausdochter met Peeter Janssen, haren man ende voocht, Adriaenken Jan Jan Clausdochter met Roelof Heijnricx, haren man ende voocht, Marijken Adriaen Jan Clausdochter met Jan Corneliszoon, haren soon ende voocht, Lijsken Peeter Adriaens de Wagemakersdochter met Bernaert Andries, haren man ende voocht, Marijken Marten Wagemakersdochter met Marten Jan Vrancken, haren man ende voocht, Lijsken Martensdochter met Jan Adriaens, haren man ende voocht, elcken een metken richtgegx sijnde (?), Jan Marten Wagemaker, voor hem selven, Antonis Cornelis, voor hem selven, en oock mede vervangende sijne susters en broeders, ende Meus Peeter Jan Claus als voocht ende Tonis Adriaen Goverts als toesiender van Jan, Dingen, ende Adriaenken ende Peeterken, onbejaerde weeskynderen van Peeter Adriaen de Wagemaker, ende voorts Jan Cornelis Keijenzoon, als voocht van Adriaenken ende Jenneken Merten Adriaen Wagemakers, onbejaerde weeskynderen, aldaer Lauwen Jan Peeters toesiender af is, ende Mateus Cornelis als voocht, ende Jacop Adriaen Jan Jacops toesiender af is van den onbejaerden weeskynderen van wijlen Jan Adriaens de Wagemaker, genaampt Jan, Lijsken, Jenneken ende Peeterken ende Adriaenken, kennen ende lijden dat sij vercoft hebben om een somme van gelden cp (cooperen?) de erfgenamen van wijlen Peeter Adriaen Jan Claussen het derden deel in een buijnder gronden, daer den voorscreven Peeter voorscreven bij sijnen leven daer cracht van op wijnge (?) in gevest was. Gelegen Adriaen Jan Horsten erfgenamen erve noortwaert, Tonis Adriaen Maessen erve sutwaert, streckende van den Riool totter Kae toe. Vrij van heeren chijns ende hier in sijn de erfgenamen gevest met vonnisse ende recht, met voorwaerden dat men den .. op dees gronden niet sal gebruiken op deesen gront, ende voorts Weegen ende Stege ende gebuerlijcke rechten. Actum deesen 12en februwary 1582. --------------------------------------------------------------------------------------------- Met dank aan Jan van den Bergh van Doekefkes.nl voor wat al te zien was op zijn site. --------------------------------------------------------------------------------------------- Een hele lijst aanwezigen voor de verkoop van 1/3 deel in een bunder grond. Ik tel er 20, de 2 schepenen niet meegeteld. Ik heb geprobeerd de aanwezigen te groeperen: de zonen van Adriaen Jans de Wagemaker, met hun kinderen: - Peeter Adriaen Jans de Wagemaker -- Lijsken x Bernaert Andries -- Jan -- Dingen -- Adriaenken -- Peeterken - Jan Adriaen Jans de Wagemaker -- Jan -- Lijsken (=Elijsbet) (in de akte als Lijsken Martensdochter) -- Jenneken -- Peeterken -- Adriaenken - Merten Adrien Jans de Wagemaker -- Marijken x Marten Jan Vrancken -- Lijsken x Jan Adriaens -- Jan -- Adriaenken -- Jenneken Dan een groep met Jan Claus als gemeenschappelijke vader: - Jan Jan Claus -- Maeijken x Peeter Janssen -- Adriaenken x Roelof Heijnricx - Adriaen Jan Claus -- Marijken ---Jan Cornelis Nog een laatste groep met Cornelis als vader - Antonis Cornelis - Broers (niet met naam genoemd) - Zusters (niet met naam genoemd) Hoe de 3 groepen met elkaar samenhangen, weet ik niet. -------------------------------------------------------------------------------------- Waar lag die bunder grond? De grond strekte zich uit van het Riool tot aan de Kae toe, zo staat in de akte. Met Riool, zal het water bedoeld zijn op wat nu Klein-Dongen is. Deze benaming is te zien op de kadasterkaart van Dongen 1811-1832. Met Kae verwacht ik dat kade bedoeld is. Mogelijk de kade van de Donge, die zuidelijk van het Riool stroomde en nog stroomt. |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 94, pagina 64r, 12 februari 1582, Verkoopakte] |
02-04-1579 | RAT Schepenbank Dongen RA 93, pagina 215, 2 april 1579, scanpagina 252 en 255 Wij, Zebrecht Janssen en Aerdt Janssen, Schepenen in Donghen, orconden ende kennen dat voor ons gecomen is, te weeten die kynderen ende erfgenaemen van wijlen Anna Jan Jan Martens weduwe. Hebben aengebracht haer scheidinge ende deylinge va de erfenis, so van hoylant, weijlant ende stucksken saylant soo onder Dongen ende Oosterhout gelegen. Te weeten Jan Jan Martens voor hem selven, ende Janneken ende Maeyken ende Adriaenken gesusters, met Jacop Adriaaens haren voocht ende Jan Embrechts als toesiender, ende oock als vocht van Jan Jan Jan Martens, ende selve present ende noch Peeter Peer Martens als de voocht in deze deelyngen van Meus Jan Martens weeskynderen ende Steven Cornelis Broeders (?) als toesiender van der selve kynderen, voorscreven. In manyeren ende conditien naebescreven. In den eersten soo sijn te samen gedeelt Marten Jan Jan Martens met Marijken, sijn suster op een stuck saylants, gelegen in den Berckenstraet, groot omtrent een half buynder alsoo daer gelegen is. Peeter Peeter Martens sutwaert, Adriaen Jan Aertssen erfgenamen oistwaert ende west, Peeter Peer Govert noortwaert. Noch op een stuck weijden gelegen aen den Rijsdijck, groot omtrent vijf half loopensaet. Vrij met twee karolus guldens t jaerts ende Heeren chijns. Noch een stucxken hooylants gelegen aen den Rijsdijck, groot omtrent drie loopensaet, alsoo daer gelegen is. Vrij met Heeren chijns. Gijs Adriaens west, Adriaen Huijben noort, ende Adriaen Cornelis Hein Stevens erfgenamen sudt, streckende oost op de Middelkae toe Ten tweeden so sijn noch gedeelt Jan Jan Jan Martens met Janneken, sijn suster. Te weten op een stuck weijden, gelegen achter Jan Aertssen erve, groot omtrent een buynder alsoo daer gelegen is. Vrij met dertich stuijvers erfchijns t sjaers ende noch sijnen Heeren chijns. Jan Aertssen erve west, Jan Cleijs Jansse erfgenamen noort, Jan Gerets erfgenamen sudt, Jan Aertssen voornoemd oost. Noch op een stuck beempden, groot omtrent een half buynder, gelgen aen den Groenen Dijck. Vrij met Heeren chijns. Peeter Peter Cornelis erve oost, Huijbrecht Peeters erve sudt, het ontaer (?) lant noort ende westwaert op de Middelkae toe Ten derden sijn noch gedeelt te samen Meus Jan Martens kynderen met Adriaen Jan Martens dcohter (?) op twee blaken weijden, gelegen in de Kampen (?), groot omtrent anderhalf buynder, alsoo die gelegen zijn. Vrij met achttalven stuijver t sjaers Hof chijns ende noch sijnen Heeren chijns. Lauwereijs Gerit Peeter erve west, ende Peeter Gerit Nuets (?) erfgenamen sudt, Marten Gerits noort, ende Zebrecht Janssen oost. Dus soo sullen dus twee clusters uijtreijken die ander vurgaenden vur clusters de somme van vijf ende stistich karolus guldens ende 13 stuivers. Te weeten soo sal Marten ontfangen met sijn suster negen en dertich rijnse guldens ende seven stuivers, ende Jan ende Janneken sullen ontfangen ses en twintich rijnse guldens ende seven stuivers, te betalen van de gerectste penningen van hare, oft anders die sij souden mogne maken tusschen diet ende Lichtmis toecomende, ongebrepen als erfpenningen. Dus is verclaert, dat elck sijn cavel van gerechten sal aenvaerden van standen aen, ende soo wat op het half buijnder lants geaeijt is met rog, sullen die daer bevallen is, half voor af strijken ende d’ander helft dan noch tesamen deelen. eenen gelijck mach het leechlant (?) oock aenvaerden die daer op bevallen sijn. Ende dus is verclaert dat dees partijen makanderen allen ommer ende scult ende lasten sullen helpen quijten ende betalen, wat verscenents ende noch Lichtmis tochtentich verscijnen sal ende nyet langer. Ende dan sal elcken van dien doch voort aen sijnen commer ende last op sijn percelen dragen daer sij op bevallen sijn. Dus blijft die steede met de huijsinge , hof ende dries ende saeylant, hier voor niet begrepen, gemeijn noch onbedeelt aan het selve lant dat Marten Jan Jan Martens kynderen den hof of dries gesaeyt heeft, dat sal hij oock half voor afstrijken ende die ander helft sullen sij oock dan tesamen een gelijck deijlen. Dees deijlingeis aldus gedaen ende dan heeft op des anders gedeelte versicht ende met de anderen te vreden geweest. Waerop den stadthouder gemaent heeft ende schepenen geweesen hebben dat ter stadt ende lande sal t selve als voorscreven staet. Actum desen 2en april 1579. ---------------------------------------------------------------------------------------------- De kinderen van Meus Jan Martens zjn niet met name genoemd. Het is niet helemaal zeker dat het hier om de vader van Cornelia, Jan en Maeijken gaat. Verder zijn de relaties niet duidelijk voor mij: De man van Anna is niet genoemd, wel staat er dat zij weduwe is. Jan Jan Martens is zeer waarschijnlijk een broer van Meus Jan Martens. Is Jan Jan Martens de vader van Anna, en zijn Janneken, Adriaenken en Maeijken haar zussen en Jan en Marten haar broers? Is Adriaen Jan Martens een oom van haar? Ofwel is Anna kinderloos, en delen haar broers en zusters? Waarom zouden haar oom’s kinderen meedelen? Wat verdelen zij eigenlijk? Bij de aanhef van de acte is beschreven dat de kinderen en erfgenamen aanwezig zijn. Of is dit een zin die al eerder geformuleerd was? In de acte op pagina 213, van diezelfde dag is dit deel al per abuis vermeld, en weer doorgestreept. Van de kinderen is Adriaenken niet genoemd bij de verdeling, of is het Adriaen Jan Martens dochter. Is de vermelding onjuist en had het Adriaenken Jan Jan Martens dochter moeten zijn? Van de kinderen deelt Marten wel mee, maar is niemand voor hem aanwezig. Er staat dat Maeijken aanwezig is, en bij de verdeling staat een Marijken of Marieken. Zeer waarschijnlijk gaat het hier om dezelfde. Er is blijkbaar ook gereed geld, dat verdeeld wordt. Waarom krijgen Marten met zijn zus (Maeijken waarschijnlijk) 39 rijnse guldens en Jan en Janneken 26 rijnse guldens? De stede met huis, hof en dries wordt niet verdeeld. Waarom niet, wie woont er? Lichtmis valt op 2 februari, en de acte is van 2 april. Tot die tijd zullen opbrengsen en lasten verdeeld moeten worden. Een deel van het land is ingezaaid met rogge. De helft van de opbrengst is voor de zaaier, en de andere helft wordt gelijk verdeeld. Hetzelfde geldt voor de opbrengst van hof en dries die door de kinderen van Marten Jan Jan Martens ingezaaid is. Het gaat om land onder Dongen en Oosterhout. Er is zaailand in de Berkenstraat (in Oosteind onder Oosterhout), hooiland en weiland aan de Rijsdijk (in Oosteind onder Oosterhout), een weiland achter Jan Aertssen (niet verder te bepalen), beemden aan de Groenendijk (in Oosteind onder Oosterhout) en 2 weiden in de Kampen (weet niet zeker of dit er staat, kan het niet plaatsen). Het land aan de Rijsdijk en de Groenendijk is tot op de Middelkae toe. Middelkade? Met de Donge te maken? In de acte van 28 december 1609 (RA 97 f 115) verkoopt Cornelia Meus Jan Martens land aan Rijsdijk en Groenendijk. Gaat het hier om hetzelfde land als benoemd in de acte hier? |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 93, pagina 215, 2 april 1579, scanpagina 252 en 255] |
28-12-1609 | RAT Schepenbank Dongen RA 97, folio 11r, Transportakte Compareerde Jacob Lemmen Adriaenssen, die gevest, .., gerecht, getransporteert ende opgedraghen cedeelt, etc. d’ome.loof mits desen toebehoort van Jan Meeus Jan Mertens, voogd der naegelathen weeskynderen van Cornelia Meeus Jan Mertenssen saliger, daer vader af is Jan Merten Wagemaecers. In contingente actie is met .. ver. ontrent negen loopensaet hoylants geleghen aen den Groenendijck onder Oosterhout geleghen onbedeelt met den voorsegden Jan Meeus cum suis. .. Actie contingent part .. .. .. .. vijftien loopensaet hoylants, geleghen onder Oosterhout voorsegd, aen den Rijsdijck. .. .. handen met commer.. slach .. .. welcke voorsegde actien, parten ende deelen den voorgenoemden Jacob Lemmen geene actien of toe .. meer .. ..heeft gevest het maer, verclare .. toe behoort van den voorsegden Jan Meeus cum suis, haeren .. saliger naer onderlingen gevest .. ge .. sonder ergh of list. Actum puts supra (28 december 1609, Gils en Meerman, schepenen) Met excuses voor de beperkte vertaling. Wat ik er van maak: Jacob Lemmens heeft verkregen van Jan Meeus Jan Mertens, als voogd over de weeskinderen van Cornelia Meeus Jan Mertens, waarvan de vader Jan Merten Wagemaecers 2 stukken hooiland onder Oosterhout: 9 loopensaet groot aan de Groenendijk, en 15 loopensaet aan de Rijsdijk. Jan is de broer van Cornelia. Zijn zus is overleden voor 28 december 1609. Vader Jan overlijdt in 1636, dus overleeft zijn vrouw met zeker 27 jaar. In de kantlijn staat voor mij een nog slechter leesbare tekst waarin een Peeter Jan Cornelissen jaarlijks een rente van 7 loopen roggen zal betalen. Waarvoor en aan wie, is mij niet duidelijk. |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 97, folio 11r, Transportakte] |
05-04-1604 | Schepenbank Dongen Inv 96 Protocol. Register 3 jan.1602- 3 mei 1605, folio 99v en 100rv, scanpagina 123-124 Verkoopakte van 05 april 1604 Wij, Steven Cornelis Broeders en Jan Jan Cornelissen, schepenen in Dongen, oirconden ende kenne dat voor ons is gecoomen: Jan Meeus Jan Martens voor hem selve, Cornelis Meeus Jan Martens dochter met Jan Marten Adriaens, haeren man ende voicht, Maeijken Meeus Jan Martens dochter, geassisteert met Cornelis Willem Peters haer man ende voicht, elcken een metten recht gegeven sijnden, ende Jacob Lambrecht Adriaenssen oyck voor hem selven, kennen ende lijden dat zij vercoft hebben om de somme van gelde Ariaen Daniel Handricxssen een stede metten erven huijs, schuer, hof, bogaert, soo die daer gelegen is. Daer Lambrecht Adriaenssen Lemens (of Lemmens) uijt verstorven is, ende zo die voorgaende gebruijct is geweest. Groot omtrent ses buijnder, Steven Cornelis Broeders met zijne erve westwaerts, Jacob Jan Wouters met zijnen kinderen erve oostwaarts, streckende van der erftenisse Jacob Aerts met zijnen kinderen erve voorsegd ten Rijool toe Vrij desen stede voorsegd met vijf duits stuijvers Heeren chijns. Noch gaet jaerlicx uijt dese stede voorsegd, Claessen Claessen tot ’s Gravenmoer een viertel erfrogs inne vier potkannen ende der pasterijen tot Dongen anderhalf lopen rogs erfpachts. Item noch een weijken, gelegen over de straet, groot omtrent vier dalf loopensaet, Steven Cornelis met zijn erve westwaerts. Jacob Jan Wouters met zijn erve oostwaerts streckende van den Herwech tot den Moerstraten toe. Vrij dit parceel met drie stuvers ’s jaers Heeren chijns, behoudelicken dat dese voorsegde stede, zal blijven inspant ende bijpant, daer zij van rechtswegen Beho.. ende schuldenen is. Mits voorwaerde dat deze voorsegde stede, zal wegen door Steven Cornelis voorsegd stege achterwaerts uijt tot op Rijool, den gehelen zoomer tot Bamis toe (Bamis, eigenlijk ’Baafmis’ ( samentrekking van Bavomis ), is de feestdag van Sint-Bavo op 1 oktober. St. Bavo - Wikipedia). Ende dus is oijck voorwaerts dat schoir over het ryool ende het hecken malcanderen moeten helpen onderhouwen, Ende ’s winterdachs oyck varen, daer Steven Cornelis voorsegd voor vaert ende oijck tot dier heckendamme toe dwars over Steven Cornelis goet na hunnen ackers ende naer de straet uijt te wegen. Ende den heckendam aen de straet oijck malcanderen te helpen onderhouwen. Ende voirts jagen, varen ende stouwen over Steven Cornelis werf achterwaerts ende voorwaerts uijt. Ende tusschen de hoeven door naer hare acker. Ende sullen dat hecken aen hof moeten onderhouden. Ende Steven voorsegd voor aen de stege het hecken moeten onderhouden. Ende voirts na uijtwijsen der verkoopscedille, dan af zijn soo, en inhoudt ende begrijpt, ende hier in is de voorsegde Adriaen Daniels gevest ende geerft met vonnisse ende met recht dende des t oirconden. Desen brief en acte. Den 5e april anno domini 1600 ende vier. --------------------------------------------------------------------------------- De akte is geschreven door dezelfde persoon als die van de akte van 17 januari 1605. De overeenkomstige schepen is Jan Jan Cornelissen, en daarmee vrijwel zeker dat hij deze verkoopakte opgeschreven heeft. De erve van Steven Cornelis Broeders ligt ten westen van de stede. Hij is 1 van de schepenen, aanwezig bij het opstellen van deze akte. Koper is Adriaen Daniel handricx. De stede ligt ten Rioel of Rijool toe. Op de kadasterkaart van 1811-1832 staat op het verzamelplan op sectie D (Klein-Dongen) Het Riool aangegeven, een water langs de Klein Dongensche weg vanaf de Watersticht bij ’s Gravenmoer tot aan de Korte Veepad. Anno 2021 heet het oostelijk deel van de Klein Dongensche weg Fazantenweg. Daarlangs ligt nu nog een water, de Onkelsloot. Aan de westkant is niets meer te herkennen van het Riool, wat kleine slootjes. Het fietspad dat er nu ligt, ligt mogelijk op die plaats. Waar zou de stede gelegen kunnen hebben? Op de kadasterkaart is de meeste bewoning te vinden op blad 1, de westelijke kant van de Klein Dongensche weg. ik heb gekeken op de aanwijzende tafels of er een Broeders of een Wouters of een Aerts te vinden is. De eerste 2 waren de buren, de laatste lag aan de andere kant van het perceel. Op sectie D, Klein-Dongen gezocht, de noordelijke kant van de Klein Dongense weg, en heb 3x een Broeders gevonden: 1. Percelen 91 t/m 95: Cornelis Adriaen Broeders, schoenmaker te Dongen, met bouwland, hof, huis+erf, hof en weiland Ligt waar nu Klein Dongense Weg 27 is; betekent dat deze aan de westkant lag van de stede van Lambrecht. Die zou dan op perceel 96/97 gewoond hebben, Klein Dongense weg 29 2. Percelen 124 t/ 127: Andries Hendr. Broeders, schoenmaker te Dongen, met huis+schuur+werf, boomgaard, hoof en weiland Ligt waar nu Klein Dongense weg 33 is. betekent dat deze aan de westkant lag van de stede van Lambrecht. Die zou dan op perceel 96/97 gewoond hebben, Klein Dongense weg 35. Tussen 1 en 2 liep toen de Kleine steeg. Daar bestaat nog een klein stukje van anno 2021. 3. Perceel 452: Adr. Bern. Broeders, bouwman te Dongen, met bouwland Op sectie B, den Ham, staat de zuidelijke kant van de Klein Dongenseweg, en heb 1x een Broeders gevonden: 1. Percelen 397 t/m 402: Erve Hendr. Andr. Broeders, landbouwer te Dongen, met weiland, huis en werf, hof, weiland, turfschop en bouwland Ernaast aan de oostkant is dan geen bewoning te vinden, dus waar Lambrecht Jan Adriaenssen een stede zou moeten hebben. Ik heb kort gekeken of ik vanuit deze 4 Broeders een relatie kon leggen naar Steven Cornelis Broeders. Kon die nu niet vinden. Voor de stede moet een viertel rogge in 4 potkannen jaarlijks gegeven worden aan Claessen Claessen. Een viertel is een graanmaat, in de 17e eeuw van 86,5 liter, een zak vol. (Bron: Meertens Instituut) Een potkan is een langwerpige pot. Het is ook een Bredase inhoudsmaat van 1,61 liter. 4 potkannen zou in dat geval 6,24 liter zijn. Lijkt me een zak van 86,5 liter aannemelijker. Op Doekefkes.nl: Jacob Lemmen Jan Lemmens (-) als halfbroer Jan Meeus Jan Mertens (-) als broer en verkoper Cornelia Meus Jan Mertens (-†1609) als zus Jan Mertens de Wagemaker (-1636) als echtgenoot Cornelis Willem Peters Ploegen (-†1605) als echtgenoot Maeijken Meeus Jan Mertens (-†1605) als zus Op Doekefkes.nl staat dat Jacob Lambrecht Adriaenssen een halfbroer is van Jan, Cornelis en Maeijken. Ik heb dat nog niet terug kunnen vinden. Ze zouden dan eenzelfde moeder moeten hebben, gezien hun namen. Die zijn te verschillend om eenzelfde vader te hebben. De vader van Jacob is gestorven in de stede, die nu verkocht wordt. Heeft hij daar samen gewoond met de moeder het 3-tal of van met de moeder van Jacob? Met wie was hij eerst getrouwd? Is er een naam terug te vinden? Nog genoeg leuke vragen over. |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 96 , folio 99v, Verkoopakte van 05 april 1604] | ||
17-01-1605 | RAT Schepenbank Dongen Inv 96 , Protocol Register 3 januari 1602-3 mei 1605,folio 118r en v, scan 143-144 Deling goederen Cornelis Willem Peters Ploegen en Maeijken Meeus Jan Martens Op huijden, datum ondergescreven, ende schepenen naegenoempt, sijn gecompareert in propre persoons Cornelis Willemssen, woonende ten Rijen, als man ende vociht van Peterken Willem Peter Ploegen dochter, ter eenre, ende Jan Meeus Jan Martens voor hem selven, Jacb Lemmen Adriaens Lemmens voor hem selven ende Jan Marten Wagemakers, als man ende voicht van Cornelia Meeus Jan Martens dochter ter andere in desen. Ende sijn minnelijck ende .. metten anderen overcoemen, vereenicht ende veraccordeert van alsulcken goederen, soo haef ende erf, als Cornelis Willem Peters Ploegen saliger, ende Maeijken Meeus Jan Martens saliger, metten doot geruijmt ende achtergelaten hebben, ende dat in der manieren ende conditien hier navolgende. In den eersten, soo is geconditioneert, dat de voorsegde Cornelis Willems van den Rijen in der qualiteijt , sal hebben ende behouden allen de erfgoederen ende haefelijcke goederen van voorsegde Cornelis Willem Peters gecoomen mette haefenisse tot sijnen Lijne. Ende den voorsegde Jan Meeussen cum suis voor verhaelt, sullen van gelijcke houden, allen den erfgoederen gecoomen van MAeijken Jan Meeus Jan Martens dochter met de haefenisse tot haeren Lijne Omme elckx respective hennen drijen wille mede te doen salso dat elckx sal betalen de Contributie op henne erfgoederen geset oft noch geset te worden, soo sij noch eenpaert staet, soo .olgens als verschijnen. Is alnoch gecondioneert, dat Cornelis Willemen van Rijen den voorsegden Jan Meeussen, Jacob Lemmens ende Jan Martens sal moeten uijtreijcken endt betalen de somma van ses ende sestich rijns guldens, elcken gulden tot veertich groten Vlaemsen. Te betaelen de gerechtige helft daer van Lichtmisse .. naest coomende, ende de ander helft Sint Jansmisse in desen lopende jaer. Verbijnden daer voor den voorsegde Cornelis Willemen zijne persoon ende goederen, hebbende ende vercregen, met pant las gereet gelt. Met allen recht overstaen met welcken .. scheijdinge ende deelinge, parthijen van beijde zijden verclaerden wel ende deucgdelijck te vreden te wesen, ende hebben doen op des andere gedeelt, versterckt met hant ende mont, waarop den Schouteth gemaent heeft ende schepenen gewesen hebben dat er stadt ende macht grijpen sal als voorsegd staet. Actum ter presentien Stoffel Peter Cornelis ende Jan Jan Cornelis ende Peter Jacob, schepenen, den 17e January 1605. ---------------------------------------------------------------------------------------------- Cornelis Willem Peters Ploegen (-†1605) als overledene Maeijken Meeus Jan Martens (-†1605) als overledene Beide zijn overleden, en hebben geen kinderen. De goederen worden verdeeld: Peterken Willems Ploegen (-) als zus Cornelis Willemsen, woont in Rijen (-) als echtgenoot van Peterken aan de ene kant Jan Meeus Jan Martens (-) als broer Jan Marten Wagemakers (-1636) als echtgenoot van Cornelia Meeus Jan Martens (-†1609) als zus Jacob Lemmen Adriaens Lemmens (-) als halfbroer Jacob is op Doekefkes.nl genoemd als halfbroer, wat gezien de verdeling logisch overkomt. ik heb het alleen nog niet aan kunnen tonen. De moeder van Maeijken, Jan en Cornelia zou dan ook getrouwd geweest zijn met een Lemmen Adriaens Lemmens, en daaruit zou Jacob geboren moeten zijn. in de akte van 1609, koopt Jacob 2 hooilanden onder Oosterhout van de weeskinderen van Cornelia, waarvan Jan de voogd is. |
[bron: RAT Schepenbank Dongen Inv 96 , Protocol Register 3 januari 1602-3 mei 1605,folio 118r en v, scan 143-144 Deling goederen Cornelis Willem Peters Ploegen en Maeijken Meeus Jan Martens] |
05-04-1604 | RAT Schepenbank Dongen RA 96 , folio 99v, Verkoopakte van 10 april 1604 Koper is Adriaen Daniel handricx. Jacob Lemmen Jan Lemmens (-) als halfbroer Jan Meeus Jan Mertens (-) als broer en verkoper Cornelia Meus Jan Mertens (-†1609) als zus Jan Mertens de Wagemaker (-1636) als echtgenoot Cornelis Willem Peters Ploegen (-†1605) als echtgenoot Maeijken Meeus Jan Mertens (-†1605) als zus |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 96 , folio 99v, Verkoopakte van 05 april 1604] | ||
17-01-1605 | RAT Schepenbank Dongen Inv 96 , Protocol Register 3 januari 1602-3 mei 1605,folio 118r en v, scan 143-144 Deling goederen Cornelis Willem Peters Ploegen en Maeijken Meeus Jan Martens Op huijden, datum ondergescreven, ende schepenen naegenoempt, sijn gecompareert in propre persoons Cornelis Willemssen, woonende ten Rijen, als man ende vociht van Peterken Willem Peter Ploegen dochter, ter eenre, ende Jan Meeus Jan Martens voor hem selven, Jacb Lemmen Adriaens Lemmens voor hem selven ende Jan Marten Wagemakers, als man ende voicht van Cornelia Meeus Jan Martens dochter ter andere in desen. Ende sijn minnelijck ende .. metten anderen overcoemen, vereenicht ende veraccordeert van alsulcken goederen, soo haef ende erf, als Cornelis Willem Peters Ploegen saliger, ende Maeijken Meeus Jan Martens saliger, metten doot geruijmt ende achtergelaten hebben, ende dat in der manieren ende conditien hier navolgende. In den eersten, soo is geconditioneert, dat de voorsegde Cornelis Willems van den Rijen in der qualiteijt , sal hebben ende behouden allen de erfgoederen ende haefelijcke goederen van voorsegde Cornelis Willem Peters gecoomen mette haefenisse tot sijnen Lijne. Ende den voorsegde Jan Meeussen cum suis voor verhaelt, sullen van gelijcke houden, allen den erfgoederen gecoomen van MAeijken Jan Meeus Jan Martens dochter met de haefenisse tot haeren Lijne Omme elckx respective hennen drijen wille mede te doen salso dat elckx sal betalen de Contributie op henne erfgoederen geset oft noch geset te worden, soo sij noch eenpaert staet, soo .olgens als verschijnen. Is alnoch gecondioneert, dat Cornelis Willemen van Rijen den voorsegden Jan Meeussen, Jacob Lemmens ende Jan Martens sal moeten uijtreijcken endt betalen de somma van ses ende sestich rijns guldens, elcken gulden tot veertich groten Vlaemsen. Te betaelen de gerechtige helft daer van Lichtmisse .. naest coomende, ende de ander helft Sint Jansmisse in desen lopende jaer. Verbijnden daer voor den voorsegde Cornelis Willemen zijne persoon ende goederen, hebbende ende vercregen, met pant las gereet gelt. Met allen recht overstaen met welcken .. scheijdinge ende deelinge, parthijen van beijde zijden verclaerden wel ende deucgdelijck te vreden te wesen, ende hebben doen op des andere gedeelt, versterckt met hant ende mont, waarop den Schouteth gemaent heeft ende schepenen gewesen hebben dat er stadt ende macht grijpen sal als voorsegd staet. Actum ter presentien Stoffel Peter Cornelis ende Jan Jan Cornelis ende Peter Jacob, schepenen, den 17e January 1605. ---------------------------------------------------------------------------------------------- Cornelis Willem Peters Ploegen (-†1605) als overledene Maeijken Meeus Jan Martens (-†1605) als overledene Beide zijn overleden, en hebben geen kinderen. De goederen worden verdeeld: Peterken Willems Ploegen (-) als zus Cornelis Willemsen, woont in Rijen (-) als echtgenoot van Peterken aan de ene kant Jan Meeus Jan Martens (-) als broer Jan Marten Wagemakers (-1636) als echtgenoot van Cornelia Meeus Jan Martens (-†1609) als zus Jacob Lemmen Adriaens Lemmens (-) als halfbroer Jacob is op Doekefkes.nl genoemd als halfbroer, wat gezien de verdeling logisch overkomt. ik heb het alleen nog niet aan kunnen tonen. De moeder van Maeijken, Jan en Cornelia zou dan ook getrouwd geweest zijn met een Lemmen Adriaens Lemmens, en daaruit zou Jacob geboren moeten zijn. in de akte van 1609, koopt Jacob 2 hooilanden onder Oosterhout van de weeskinderen van Cornelia, waarvan Jan de voogd is. |
[bron: RAT Schepenbank Dongen Inv 96 , Protocol Register 3 januari 1602-3 mei 1605,folio 118r en v, scan 143-144 Deling goederen Cornelis Willem Peters Ploegen en Maeijken Meeus Jan Martens] |
17-01-1605 | RAT Schepenbank Dongen Inv 96 , Protocol Register 3 januari 1602-3 mei 1605,folio 118r en v, scan 143-144 Deling goederen Cornelis Willem Peters Ploegen en Maeijken Meeus Jan Martens Op huijden, datum ondergescreven, ende schepenen naegenoempt, sijn gecompareert in propre persoons Cornelis Willemssen, woonende ten Rijen, als man ende vociht van Peterken Willem Peter Ploegen dochter, ter eenre, ende Jan Meeus Jan Martens voor hem selven, Jacb Lemmen Adriaens Lemmens voor hem selven ende Jan Marten Wagemakers, als man ende voicht van Cornelia Meeus Jan Martens dochter ter andere in desen. Ende sijn minnelijck ende .. metten anderen overcoemen, vereenicht ende veraccordeert van alsulcken goederen, soo haef ende erf, als Cornelis Willem Peters Ploegen saliger, ende Maeijken Meeus Jan Martens saliger, metten doot geruijmt ende achtergelaten hebben, ende dat in der manieren ende conditien hier navolgende. In den eersten, soo is geconditioneert, dat de voorsegde Cornelis Willems van den Rijen in der qualiteijt , sal hebben ende behouden allen de erfgoederen ende haefelijcke goederen van voorsegde Cornelis Willem Peters gecoomen mette haefenisse tot sijnen Lijne. Ende den voorsegde Jan Meeussen cum suis voor verhaelt, sullen van gelijcke houden, allen den erfgoederen gecoomen van MAeijken Jan Meeus Jan Martens dochter met de haefenisse tot haeren Lijne Omme elckx respective hennen drijen wille mede te doen salso dat elckx sal betalen de Contributie op henne erfgoederen geset oft noch geset te worden, soo sij noch eenpaert staet, soo .olgens als verschijnen. Is alnoch gecondioneert, dat Cornelis Willemen van Rijen den voorsegden Jan Meeussen, Jacob Lemmens ende Jan Martens sal moeten uijtreijcken endt betalen de somma van ses ende sestich rijns guldens, elcken gulden tot veertich groten Vlaemsen. Te betaelen de gerechtige helft daer van Lichtmisse .. naest coomende, ende de ander helft Sint Jansmisse in desen lopende jaer. Verbijnden daer voor den voorsegde Cornelis Willemen zijne persoon ende goederen, hebbende ende vercregen, met pant las gereet gelt. Met allen recht overstaen met welcken .. scheijdinge ende deelinge, parthijen van beijde zijden verclaerden wel ende deucgdelijck te vreden te wesen, ende hebben doen op des andere gedeelt, versterckt met hant ende mont, waarop den Schouteth gemaent heeft ende schepenen gewesen hebben dat er stadt ende macht grijpen sal als voorsegd staet. Actum ter presentien Stoffel Peter Cornelis ende Jan Jan Cornelis ende Peter Jacob, schepenen, den 17e January 1605. ---------------------------------------------------------------------------------------------- Cornelis Willem Peters Ploegen (-†1605) als overledene Maeijken Meeus Jan Martens (-†1605) als overledene Beide zijn overleden, en hebben geen kinderen. De goederen worden verdeeld: Peterken Willems Ploegen (-) als zus Cornelis Willemsen, woont in Rijen (-) als echtgenoot van Peterken aan de ene kant Jan Meeus Jan Martens (-) als broer Jan Marten Wagemakers (-1636) als echtgenoot van Cornelia Meeus Jan Martens (-†1609) als zus Jacob Lemmen Adriaens Lemmens (-) als halfbroer Jacob is op Doekefkes.nl genoemd als halfbroer, wat gezien de verdeling logisch overkomt. ik heb het alleen nog niet aan kunnen tonen. De moeder van Maeijken, Jan en Cornelia zou dan ook getrouwd geweest zijn met een Lemmen Adriaens Lemmens, en daaruit zou Jacob geboren moeten zijn. in de akte van 1609, koopt Jacob 2 hooilanden onder Oosterhout van de weeskinderen van Cornelia, waarvan Jan de voogd is. |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 96 , folio 118r, Deling goederen Cornelis Ploegen en Maeijken Mertens] |
505 Goderts Alijt Peeter, weduwe van Adriaen Jan Wijnants ook genoemd Wijnen, verklaart op 2 januari 1574, dat Jacob Gerits ook aan haar moet betalen- Schepenbank Oht Inv 280 f. 74 onderste akte |
02-01-1574 | In de akte, die voorafgaat, komt Lucia, dochter van Adriaen en Aleijt, voor de deling met haar 3 kinderen na het overlijden van haar man. In deze akte komt Aleijt, als weduwe, op voor het betalen van 35 stuivers per jaar aan haar, net zoals gedaan werd, toen haar man nog leefde. Alijt Peeter Goderts dochter, weduwe wijlen Adriaen Jan Wijnants zone, met Henrick Adriaen Henrix, heure vooght. Ende kennende ende sijde dat Jacob Geert Jan Sebrechts de voorsegde Adrianen Jan Wijnen zone, haere man, binnen zijn leven met sijn gerede ende gestelde penningen heeft gelost ende afgequeten 35 stuijvers s jaers als hun Wijnant Jan Wijnen zone te heffen placht op te voorsegde Jacob Gerits nae uijtwijsen den schepenbrieve er af sijnde er af den eenen Symons Witte Symonssen in handen is hebbende. So beloovende de selve Alijt met heure vooght voorsegd, den voornoemde Jacob Geritsen dat de selve mette aflossinge aen heuren man voorsegd, gedaen als boven, altijts sal gestaen, tegens ..gelijcken verbynden te doen ende setten hier er af te verhalen haer selven ende alle heure haven, roerende ende onroerende. Tegenwoordich te samen, sonder argelist. Actum ende presentie alsvoren. ------------------------------------------------------------------------------------ Ik dacht eerst dat het Alijt wil dat aan haar net zo goed de 35 stuivers per jaar betaald moeten worden als aan haar man. Twijfel nu: haer man heeft de penningen gelost ende gequeten. Zegt ze hier dat zij de stuivers voortaan zal betalen, en stelt ze zich borg met haar goederen? Wat is de rol van Wijnant Jan Wijnen: die placht te heffen op Jacob Gerits, zoals vastgelegd in een schepenbrief. is hij een broer van Adriaen, of is hij de opa van Adriaen? |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 280 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1571-1574, f. 74, scanpagina 118, 2 januari 1574, onderste akte] |
02-01-1574 | In de akte, die voorafgaat, komt Lucia, dochter van Adriaen en Aleijt, voor de deling met haar 3 kinderen na het overlijden van haar man. In deze akte komt Aleijt, als weduwe, op voor het betalen van 35 stuivers per jaar aan haar, net zoals gedaan werd, toen haar man nog leefde. Alijt Peeter Goderts dochter, weduwe wijlen Adriaen Jan Wijnants zone, met Henrick Adriaen Henrix, heure vooght. Ende kennende ende sijde dat Jacob Geert Jan Sebrechts de voorsegde Adrianen Jan Wijnen zone, haere man, binnen zijn leven met sijn gerede ende gestelde penningen heeft gelost ende afgequeten 35 stuijvers s jaers als hun Wijnant Jan Wijnen zone te heffen placht op te voorsegde Jacob Gerits nae uijtwijsen den schepenbrieve er af sijnde er af den eenen Symons Witte Symonssen in handen is hebbende. So beloovende de selve Alijt met heure vooght voorsegd, den voornoemde Jacob Geritsen dat de selve mette aflossinge aen heuren man voorsegd, gedaen als boven, altijts sal gestaen, tegens ..gelijcken verbynden te doen ende setten hier er af te verhalen haer selven ende alle heure haven, roerende ende onroerende. Tegenwoordich te samen, sonder argelist. Actum ende presentie alsvoren. ------------------------------------------------------------------------------------ Ik dacht eerst dat het Alijt wil dat aan haar net zo goed de 35 stuivers per jaar betaald moeten worden als aan haar man. Twijfel nu: haer man heeft de penningen gelost ende gequeten. Zegt ze hier dat zij de stuivers voortaan zal betalen, en stelt ze zich borg met haar goederen? Wat is de rol van Wijnant Jan Wijnen: die placht te heffen op Jacob Gerits, zoals vastgelegd in een schepenbrief. is hij een broer van Adriaen, of is hij de opa van Adriaen? |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 280 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1571-1574, f. 74, scanpagina 118, 2 januari 1574, onderste akte] |
506 Wijnen Lucia Adriaen Jan, weduwe van Cornelis Michiel Henrix zone, legt de deling vast, ook voor hun kinderen Mariken, Michiel en Aertken op 2 januari 1574 - Schepenbank Oht Inv 280 f 74 |
02-01-1574 | - Lucia Adriaen Jan Wijnen dochter, weduwe laestmael Cornelis Michiel Henrix zoons, met Anthonis Denijs Thonisse, heuren gecoren vooght, heur met Regt ge... ende Claes Michiel Henrix zone, als oom ende vooght, ende Jan Andries Aertssen als toesiender van Mariken, Michiel, ende Aertken den voorsegde wijlen Michielsen ende de voorsegde Lucia onbejaerde kijnderen ter andere zijde. Ende bekenden en lijden dat zij wel ende mine zijn veraccordeert, gescheijden ende gedeelt van ende aengaende allen den goeden, haefelen ende erfelen schulden ende wederschulden, geene uutgescheijden, bij den voorsegde Cornelis Michielssen achtergelaeten ende ervan hij uijtverstorven alle is, in den formen ende manieren hier na volgende. Te weten dat de voornoemde Lucia alle de voorsegde goederen, haefelen ende erfelen schulden ende wederschulden sal blijven behouden voor heur ende heuren nacomelingen. Desen sal ende beloofde zelve Lucia met heuren vooght den voorgenoemde kynder tot voldoeninge van hunne vaderlijcke goederen voorsegd, .. ende behoorlijck te onderhouden van eten, drinken, cleerken wollen ende linnen, ende van alle hunne andere noottorsten, sieck ende gesont, gelijck een goede moeder behoort ende schuldich is haeren kynder te onderhouden. Te weten de voorsegde Marie ende Michiel elcke tot zij de effectieve twintich jaren out sal sijn, ende selve ter scole te stellen ende te laten leren lezen ende schrijven. Ende den voorsegde Aertke, wesende innocent zijn leven lang. Ende daerenteijnden sal de voorsegde Lucia teijnde den voorsegde jaren onderhants, hare twee kynderen Mariken ende Michiel elx moeten uijtreijcken twelf Carolus guldens ende 10 stuijvers eens. Met conditie indesen dat deselve kynderen binnen de zelfde tijd aflijvich werden, dat zij, Lucia, ongehouden zal zijn in de voorsegde penningen te betalen. Tutores pstiterunt invamentie (?) en so verbynden de voorsegde Lucia voort voldoen alles dat voorschreven is, alle de goederen voorsegd, ende voorts heur selven ende alle heuren .. geven roerende ende onroerende, inne. woordinge ende bekennende. Omme hier mee bedancken hen partijen voorsegd .. .. sceijdinge ende deijlinge. Sonder argelist. Actum den tweede Januari anno 1574 a natirutate (?). Presentie van scepenen Spout ende Peeter Cornelis Joosten zone. ---------------------------------------------------------------------------------- In de akte hierna staat een verklaring van haar moeder Alijt Peeter Goderts, ook weduwe , over het niet betalen van geld aan haar door een Jacob Gerits. In de tafel voorin het register staat zij als Aal Peter Goderts |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 280 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1571-1574, f. 74, scanpagina 118, 2 januari 1574] |
02-01-1574 | - Lucia Adriaen Jan Wijnen dochter, weduwe laestmael Cornelis Michiel Henrix zoons, met Anthonis Denijs Thonisse, heuren gecoren vooght, heur met Regt ge... ende Claes Michiel Henrix zone, als oom ende vooght, ende Jan Andries Aertssen als toesiender van Mariken, Michiel, ende Aertken den voorsegde wijlen Michielsen ende de voorsegde Lucia onbejaerde kijnderen ter andere zijde. Ende bekenden en lijden dat zij wel ende mine zijn veraccordeert, gescheijden ende gedeelt van ende aengaende allen den goeden, haefelen ende erfelen schulden ende wederschulden, geene uutgescheijden, bij den voorsegde Cornelis Michielssen achtergelaeten ende ervan hij uijtverstorven alle is, in den formen ende manieren hier na volgende. Te weten dat de voornoemde Lucia alle de voorsegde goederen, haefelen ende erfelen schulden ende wederschulden sal blijven behouden voor heur ende heuren nacomelingen. Desen sal ende beloofde zelve Lucia met heuren vooght den voorgenoemde kynder tot voldoeninge van hunne vaderlijcke goederen voorsegd, .. ende behoorlijck te onderhouden van eten, drinken, cleerken wollen ende linnen, ende van alle hunne andere noottorsten, sieck ende gesont, gelijck een goede moeder behoort ende schuldich is haeren kynder te onderhouden. Te weten de voorsegde Marie ende Michiel elcke tot zij de effectieve twintich jaren out sal sijn, ende selve ter scole te stellen ende te laten leren lezen ende schrijven. Ende den voorsegde Aertke, wesende innocent zijn leven lang. Ende daerenteijnden sal de voorsegde Lucia teijnde den voorsegde jaren onderhants, hare twee kynderen Mariken ende Michiel elx moeten uijtreijcken twelf Carolus guldens ende 10 stuijvers eens. Met conditie indesen dat deselve kynderen binnen de zelfde tijd aflijvich werden, dat zij, Lucia, ongehouden zal zijn in de voorsegde penningen te betalen. Tutores pstiterunt invamentie (?) en so verbynden de voorsegde Lucia voort voldoen alles dat voorschreven is, alle de goederen voorsegd, ende voorts heur selven ende alle heuren .. geven roerende ende onroerende, inne. woordinge ende bekennende. Omme hier mee bedancken hen partijen voorsegd .. .. sceijdinge ende deijlinge. Sonder argelist. Actum den tweede Januari anno 1574 a natirutate (?). Presentie van scepenen Spout ende Peeter Cornelis Joosten zone. ---------------------------------------------------------------------------------------------- In de akte hierna staat een verklaring van haar moeder Alijt Peeter Goderts, ook weduwe , over het niet betalen van geld aan haar door een Jacob Gerits. In de tafel voorin het register staat zij als Aal Peter Goderts |
[bron: RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 280 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1571-1574, f. 74, scanpagina 118, 2 januari 1574] |
van 22-04-1655 tot 25-04-1655 | RAT Schepenbank Dongen RA 104, pagina 202v-204v, scanpagina 232-233-234, 22 en 25 april 1655, verkoopakte van uitgedolven moergronden gelegen op Cleijn Dongen De verkoop bestaat uit 2 akten, van donderdag 22 april en zondag 25 april. De akte van 22 april 1655: ------------------------------- Anthonis Merten Jan Mertens, als man ende voight van Lijntjen Adriaen Mertens, waarvoor hij hem sterck maeckende. Claes Peeter Peeter Bressers voor hem selve ende beneffens Peeter Peeter Cleijs Bressers, sijne vader, hem noch sterck maeckende voor Cornelis ende Wouter Peeter Peeter Bressers, sijne broeders, daer respective moeder af was Dingna Adriaen Mertens Peeter Peeter Jan Luijcken soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Adriaen, sijnen broeder, ende moeder af was Eeltjen Adriaen Mertens tsamen voor een derde part in t derde part Jan Jan Jan Claes Brebers, hem sterck maeckende als vervanger voor Jan Jan Jansen, mits sijn sreckte mondelinge gelast sijn Jan Joost Roeloftsen, als mondelinge lasthebber ende hem sterck maeckende voor Anneken Jan Cleijs Brebers, Jan Claes Jan Cleijs Brebers, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Cornelis Claes, sijne broeder tsamen erfgenaemen van Jenneken Jan Adriaen Wagemaecker Sijken Wouter janssen, weduwe van Cornelis Govaert Willemen, geassisteert met Wijnant Adriaen Vennemans, als haeren gecoren voight. Desselven Wijnant Adriaen Jacobs voor hem selven, en hem sterck maeckende voor de vier weeskinderen van Jan Adriaen Vennemans, daer moeder ende grootmoeder af was Lesken Jan Adriaens Wagemaecker. Jenneken Peeter Jan de Wagemaecker, getrouwt met Cornelis Jan Verhoeven, geassisteert, mits de absentie van haerdere man, met Wijnant Adriaen Vennemans, haeren gecoren voight in desen. Soo voor haer selven, als haer sterck maeckende voor Peerken Peeter Jan Wagemaecker, woonende in Vlaanderen, haere suster tsamen voor een derde part. Peeter Janssen int Broeck, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende en in desen vervangende voor de twee weeskinderen van Merten Janssen int Broeck, erfgenaemen van Maeijken Mertens tsamen voor een vierde part in een derde part. Respective van anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden, vercoft omme af Jan Adriaen Janssen voor de twee derde part ende Peeter Geerit Anthonissen voor een derde part, respective ieder sijn gedeelte in anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden lant, liggende in henne stede ende goeden op Cleijn (Dongen), streckende van rijvel (?) tot sijne hoogheits Vaert toe, Adriaen Symonssen Coppelaers erfgenaemen suijt, ende hen cooperen andere erftve noort Te vrijen etc, commerloos preter Heeren chijns Gevest Actum 22 april 1655 Present Sijnenbuijck, van Loon, Wouter Janssen Ruijsenaer, schepenen De akte van 25 april 1655: ------------------------------- Merten Merten Jan Mertens, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Cornelis Merten de Wagemaecker, Lesken, sijne suster met Jan Crijnen, Maeijcken, sijne suster Saliger van Jan Gijsbrechts tsamen voor een vierde part int derde part Peeter Jan Peeterssen Brecht (?) soo voor hem selven, ende als uijtgerecht hebbende Rochus ende Marinus, sijne broeders, ende Martini, sijne suster, getrouwt Corstiaen Schalcken, voor gelijcke vierde part in derde part van derde part van anderhalf roede Anthonis Bernaert Driessen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende voor Maeijken, sijne suster ende Claes Thomassen, haeren man, tsamen de helft van gelijcke vierde part in derde part van derde part van anderhalft roede voorsegd. Symon Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende ende bij desen vervanger voor Adriaen, Jan en Willem, sijne broeders, Neeltjen, sijne suster met Roelof Huijbrechts Roeloftsen, haeren man ende voor Jenneken, sijne suster met Peeter Wilborts, haeren man, daer moeder af was Eeltgen Jan Merten de Wagemaecker. Tsamen voor een vierde part in t derde part van ’t derde part van anderhalf roede. ende hem sterck maeckende voor ’t weeskint van daer grootmoeder af was Maeijken Jan Mertens voor gelijcke een vierde part in t derde part van ’t derde part van anderhalf roeden gronden. Ende sijde de comparanten voorgenoemd elck in de qualiteijt voorsegd vercoft te hebben omme .. Jan Adriaen Janssen voor de twee derde part ende Peeter Geerit Anthonissen voor voorst. derde part, elck sijn gedeelte voorsegd in anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden, nu lant, liggende op Cleijn Dongen, in henne stede streckende int geheel van trijvel tot sijnen Hoogheijts Vaert toe. Adriaen Symons erfgenaemen, nu Jan Lenaerts, suijt, ende sijne cooperen erftun noort Vrij commerloos, preter Heeren chijns Gevest etc. Actum 25 april 1655. Puts. Fijnenbuijck ende Van loon Schepenen. ---------------------------------------------------------------------------------------------- Het gaat om de verkoop van uitgedolven moergrond (de turf is gestoken) met een breedte van 1 1/2 roede. Volgens https://www.meertens.knaw.nl/mgw/maat/9 werd bijvoorbeeld in ’s Gravenmoer gerekend met de Brabantse roede van 5,69m. Voor deze gronden ging het dan om een breedte van 8,535m. Aan het eind van de 2e akte staat dat het nu land is. Het land strekte zich uit van Trijvel of ’t Rijvel tot de (Hoogheids) Vaart. De Vaart kunnen we nog wel vinden, maar ik weet niet waar ik Trijvel of t Rijvel moet zoeken. ------------------------------------------------------------------------------------------- Een hele lijst van verkopers, over 2 akten, en 2 dagen verdeeld. Bij de eerste akte zijn de verkopers met 10 present, de tweede keer met 4. Hoe zit t met die verdeling? ------------------------------- Er is in de 1e akte gesproken van a. 1/3 part in 1/3 part: voor Lijntje, erfg. Digna en erfg. Eeltjen Adriaen Mertens b. 1/3 part: voor erfg. Jenneken Jan Adriaen de Wagemaecker, erfg. Lesken Jan Adriaen de Wagemaecker, Jenneken Peeter Jan de Wagemaecker, Peerken Peter Jan de Wagemaecker c. 1/4 part in 1/3 part: voor Maeijken Mertens (niet preciezer aangeduid) In de 2e van: d. 1/4 part in 1/3 part: voor erfg. Merten Jan Merten de Wagemaecker e. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor Peeter Jan Peetersen, Rochus, Martini f. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor Anthonis Bernaert Driessen en Maeijken g. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor erfg. Eeltjen Jan Merten de Wagemaker h. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor erfg. Maeijken Jan Merten de Wagemaker Bij e en f is tussengevoegd het laatste deel, ofwel in 1/3e part. Bij g en h staat het er direct. Vreemd dat bij d. Meerten het part anders zou zijn dan bij g. Eeltje en h. Maeijken. Zij zijn alle kinderen van Jan Merten Adriaen de Wagemaecker. Lijkt me niet correct beschreven. Bij wie e en f horen in de relatie naar De Wagemaker is niet duidelijk. Bij b gaat het om 1/3 part. Dit zijn (klein) kinderen Jan Adriaan Jans de Wagemaker. Niet genoemd zijn Adriaenken, Adriaen, en Jan. Bij a gaat het om (klein) kinderen van Adriaen Merten Adriaen Jans de Wagemaecker en bij d, g en h om (klein) kinderen van Jan Merten Adriaen Jans de Wagemaecker. Niet genoemd zijn Adriaenken, Marijnken, Jenneken en Lijsken. Zij zijn een generatie eerder gezien van Merten Adriaen Jans de Wagemaecker, een broer van Jan. Zouden met zijn allen goed moeten zijn voor 1/3 part. Dat betekent dat van nog een zoon of dochter van Adriaen Jans de Wagemaker, er erfgenamen zijn die meedelen. Die zouden dan van c, e of f moeten komen. Wie kan de zoon of dochter geweest zijn? Peeter (met 5 kinderen), Roelof (met 5 kinderen) of Cornelia? En waarom delen ze niet alle mee? Het lijkt te gaan om 3 kinderen van Adriaen Jans de Wagemaker. De moergronden waren blijkbaar nog niet verdeeld. De kopers Jan Adriaen Jansen en Peeter Geerit Anthonissen willen de grond naast die van hun erf erbij kopen, en nu moet wel nagegaan worden van wie de grond is. Dan moet in dit geval ver terug in de tijd gegaan worden. Ter illustratie: Jenneke Aert Adriaen Jan Aerts (geboren 1619), is een dochter van Eeltjen Jan Mertens de Wagemaecker, en zij is een dochter van Jan Mertens Adriaen de Wagemaecker, en hij is een zoon van Meerten Adriaen Jans de Wagemaecker en hij is een zoon van Adriaen Jans de Wagemaecker ------------------------------------------------------------------------------------------- |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 104, pagina 202v-204v, scanpagina 232-233-234, 22 en 25 april 1655, verkoopakte van uitgedolven moergronden gelegen op Cleijn Dongen] |
van 22-04-1655 tot 25-04-1655 | RAT Schepenbank Dongen RA 104, pagina 202v-204v, scanpagina 232-233-234, 22 en 25 april 1655, verkoopakte van uitgedolven moergronden gelegen op Cleijn Dongen De verkoop bestaat uit 2 akten, van donderdag 22 april en zondag 25 april. De akte van 22 april 1655: ------------------------------- Anthonis Merten Jan Mertens, als man ende voight van Lijntjen Adriaen Mertens, waarvoor hij hem sterck maeckende. Claes Peeter Peeter Bressers voor hem selve ende beneffens Peeter Peeter Cleijs Bressers, sijne vader, hem noch sterck maeckende voor Cornelis ende Wouter Peeter Peeter Bressers, sijne broeders, daer respective moeder af was Dingna Adriaen Mertens Peeter Peeter Jan Luijcken soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Adriaen, sijnen broeder, ende moeder af was Eeltjen Adriaen Mertens tsamen voor een derde part in t derde part Jan Jan Jan Claes Brebers, hem sterck maeckende als vervanger voor Jan Jan Jansen, mits sijn sreckte mondelinge gelast sijn Jan Joost Roeloftsen, als mondelinge lasthebber ende hem sterck maeckende voor Anneken Jan Cleijs Brebers, Jan Claes Jan Cleijs Brebers, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Cornelis Claes, sijne broeder tsamen erfgenaemen van Jenneken Jan Adriaen Wagemaecker Sijken Wouter janssen, weduwe van Cornelis Govaert Willemen, geassisteert met Wijnant Adriaen Vennemans, als haeren gecoren voight. Desselven Wijnant Adriaen Jacobs voor hem selven, en hem sterck maeckende voor de vier weeskinderen van Jan Adriaen Vennemans, daer moeder ende grootmoeder af was Lesken Jan Adriaens Wagemaecker. Jenneken Peeter Jan de Wagemaecker, getrouwt met Cornelis Jan Verhoeven, geassisteert, mits de absentie van haerdere man, met Wijnant Adriaen Vennemans, haeren gecoren voight in desen. Soo voor haer selven, als haer sterck maeckende voor Peerken Peeter Jan Wagemaecker, woonende in Vlaanderen, haere suster tsamen voor een derde part. Peeter Janssen int Broeck, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende en in desen vervangende voor de twee weeskinderen van Merten Janssen int Broeck, erfgenaemen van Maeijken Mertens tsamen voor een vierde part in een derde part. Respective van anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden, vercoft omme af Jan Adriaen Janssen voor de twee derde part ende Peeter Geerit Anthonissen voor een derde part, respective ieder sijn gedeelte in anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden lant, liggende in henne stede ende goeden op Cleijn (Dongen), streckende van rijvel (?) tot sijne hoogheits Vaert toe, Adriaen Symonssen Coppelaers erfgenaemen suijt, ende hen cooperen andere erftve noort Te vrijen etc, commerloos preter Heeren chijns Gevest Actum 22 april 1655 Present Sijnenbuijck, van Loon, Wouter Janssen Ruijsenaer, schepenen De akte van 25 april 1655: ------------------------------- Merten Merten Jan Mertens, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Cornelis Merten de Wagemaecker, Lesken, sijne suster met Jan Crijnen, Maeijcken, sijne suster Saliger van Jan Gijsbrechts tsamen voor een vierde part int derde part Peeter Jan Peeterssen Brecht (?) soo voor hem selven, ende als uijtgerecht hebbende Rochus ende Marinus, sijne broeders, ende Martini, sijne suster, getrouwt Corstiaen Schalcken, voor gelijcke vierde part in derde part van derde part van anderhalf roede Anthonis Bernaert Driessen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende voor Maeijken, sijne suster ende Claes Thomassen, haeren man, tsamen de helft van gelijcke vierde part in derde part van derde part van anderhalft roede voorsegd. Symon Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende ende bij desen vervanger voor Adriaen, Jan en Willem, sijne broeders, Neeltjen, sijne suster met Roelof Huijbrechts Roeloftsen, haeren man ende voor Jenneken, sijne suster met Peeter Wilborts, haeren man, daer moeder af was Eeltgen Jan Merten de Wagemaecker. Tsamen voor een vierde part in t derde part van ’t derde part van anderhalf roede. ende hem sterck maeckende voor ’t weeskint van daer grootmoeder af was Maeijken Jan Mertens voor gelijcke een vierde part in t derde part van ’t derde part van anderhalf roeden gronden. Ende sijde de comparanten voorgenoemd elck in de qualiteijt voorsegd vercoft te hebben omme .. Jan Adriaen Janssen voor de twee derde part ende Peeter Geerit Anthonissen voor voorst. derde part, elck sijn gedeelte voorsegd in anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden, nu lant, liggende op Cleijn Dongen, in henne stede streckende int geheel van trijvel tot sijnen Hoogheijts Vaert toe. Adriaen Symons erfgenaemen, nu Jan Lenaerts, suijt, ende sijne cooperen erftun noort Vrij commerloos, preter Heeren chijns Gevest etc. Actum 25 april 1655. Puts. Fijnenbuijck ende Van loon Schepenen. ---------------------------------------------------------------------------------------------- Het gaat om de verkoop van uitgedolven moergrond (de turf is gestoken) met een breedte van 1 1/2 roede. Volgens https://www.meertens.knaw.nl/mgw/maat/9 werd bijvoorbeeld in ’s Gravenmoer gerekend met de Brabantse roede van 5,69m. Voor deze gronden ging het dan om een breedte van 8,535m. Aan het eind van de 2e akte staat dat het nu land is. Het land strekte zich uit van Trijvel of ’t Rijvel tot de (Hoogheids) Vaart. De Vaart kunnen we nog wel vinden, maar ik weet niet waar ik Trijvel of t Rijvel moet zoeken. ------------------------------------------------------------------------------------------- Een hele lijst van verkopers, over 2 akten, en 2 dagen verdeeld. Bij de eerste akte zijn de verkopers met 10 present, de tweede keer met 4. Hoe zit t met die verdeling? ------------------------------- Er is in de 1e akte gesproken van a. 1/3 part in 1/3 part: voor Lijntje, erfg. Digna en erfg. Eeltjen Adriaen Mertens b. 1/3 part: voor erfg. Jenneken Jan Adriaen de Wagemaecker, erfg. Lesken Jan Adriaen de Wagemaecker, Jenneken Peeter Jan de Wagemaecker, Peerken Peter Jan de Wagemaecker c. 1/4 part in 1/3 part: voor Maeijken Mertens (niet preciezer aangeduid) In de 2e van: d. 1/4 part in 1/3 part: voor erfg. Merten Jan Merten de Wagemaecker e. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor Peeter Jan Peetersen, Rochus, Martini f. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor Anthonis Bernaert Driessen en Maeijken g. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor erfg. Eeltjen Jan Merten de Wagemaker h. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor erfg. Maeijken Jan Merten de Wagemaker Bij e en f is tussengevoegd het laatste deel, ofwel in 1/3e part. Bij g en h staat het er direct. Vreemd dat bij d. Meerten het part anders zou zijn dan bij g. Eeltje en h. Maeijken. Zij zijn alle kinderen van Jan Merten Adriaen de Wagemaecker. Lijkt me niet correct beschreven. Bij wie e en f horen in de relatie naar De Wagemaker is niet duidelijk. Bij b gaat het om 1/3 part. Dit zijn (klein) kinderen Jan Adriaan Jans de Wagemaker. Niet genoemd zijn Adriaenken, Adriaen, en Jan. Bij a gaat het om (klein) kinderen van Adriaen Merten Adriaen Jans de Wagemaecker en bij d, g en h om (klein) kinderen van Jan Merten Adriaen Jans de Wagemaecker. Niet genoemd zijn Adriaenken, Marijnken, Jenneken en Lijsken. Zij zijn een generatie eerder gezien van Merten Adriaen Jans de Wagemaecker, een broer van Jan. Zouden met zijn allen goed moeten zijn voor 1/3 part. Dat betekent dat van nog een zoon of dochter van Adriaen Jans de Wagemaker, er erfgenamen zijn die meedelen. Die zouden dan van c, e of f moeten komen. Wie kan de zoon of dochter geweest zijn? Peeter (met 5 kinderen), Roelof (met 5 kinderen) of Cornelia? En waarom delen ze niet alle mee? Het lijkt te gaan om 3 kinderen van Adriaen Jans de Wagemaker. De moergronden waren blijkbaar nog niet verdeeld. De kopers Jan Adriaen Jansen en Peeter Geerit Anthonissen willen de grond naast die van hun erf erbij kopen, en nu moet wel nagegaan worden van wie de grond is. Dan moet in dit geval ver terug in de tijd gegaan worden. Ter illustratie: Jenneke Aert Adriaen Jan Aerts (geboren 1619), is een dochter van Eeltjen Jan Mertens de Wagemaecker, en zij is een dochter van Jan Mertens Adriaen de Wagemaecker, en hij is een zoon van Meerten Adriaen Jans de Wagemaecker en hij is een zoon van Adriaen Jans de Wagemaecker ------------------------------------------------------------------------------------------- |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 104, pagina 202v-204v, scanpagina 232-233-234, 22 en 25 april 1655, verkoopakte van uitgedolven moergronden gelegen op Cleijn Dongen] |
08-04-1553 | RAT Schepenbank Dongen RA 91, folio 34r, verkoop van een stuk grond. 8 april 1553 Verkoper is Rijck Pouwels Rijkenss Jan Adriaen Jansen de Wagemaker (-†1582) als broer Meerten Adriaen Jans de Wagemaker (-†1581) als broer Peeter Adrien Jans de Wagemaker (-†1580) als koper Roelof Adriaen Jans de Wagemaker (-†1560) als broer |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 91, folio 34r, verkoop van een stuk grond. 8 april 1553] | ||
12-02-1582 | RAT Schepenbank Dongen RA 94, pagina 64r, 12 februari 1582, Verkoopakte Wij, Matijs Tunissen ende Aert Jan Corneliszoon, scepenen in Dongen, oirconden dat voor ons gecomen is, Maeijken Jan Jan Clausdochter met Peeter Janssen, haren man ende voocht, Adriaenken Jan Jan Clausdochter met Roelof Heijnricx, haren man ende voocht, Marijken Adriaen Jan Clausdochter met Jan Corneliszoon, haren soon ende voocht, Lijsken Peeter Adriaens de Wagemakersdochter met Bernaert Andries, haren man ende voocht, Marijken Marten Wagemakersdochter met Marten Jan Vrancken, haren man ende voocht, Lijsken Martensdochter met Jan Adriaens, haren man ende voocht, elcken een metken richtgegx sijnde (?), Jan Marten Wagemaker, voor hem selven, Antonis Cornelis, voor hem selven, en oock mede vervangende sijne susters en broeders, ende Meus Peeter Jan Claus als voocht ende Tonis Adriaen Goverts als toesiender van Jan, Dingen, ende Adriaenken ende Peeterken, onbejaerde weeskynderen van Peeter Adriaen de Wagemaker, ende voorts Jan Cornelis Keijenzoon, als voocht van Adriaenken ende Jenneken Merten Adriaen Wagemakers, onbejaerde weeskynderen, aldaer Lauwen Jan Peeters toesiender af is, ende Mateus Cornelis als voocht, ende Jacop Adriaen Jan Jacops toesiender af is van den onbejaerden weeskynderen van wijlen Jan Adriaens de Wagemaker, genaampt Jan, Lijsken, Jenneken ende Peeterken ende Adriaenken, kennen ende lijden dat sij vercoft hebben om een somme van gelden cp (cooperen?) de erfgenamen van wijlen Peeter Adriaen Jan Claussen het derden deel in een buijnder gronden, daer den voorscreven Peeter voorscreven bij sijnen leven daer cracht van op wijnge (?) in gevest was. Gelegen Adriaen Jan Horsten erfgenamen erve noortwaert, Tonis Adriaen Maessen erve sutwaert, streckende van den Riool totter Kae toe. Vrij van heeren chijns ende hier in sijn de erfgenamen gevest met vonnisse ende recht, met voorwaerden dat men den .. op dees gronden niet sal gebruiken op deesen gront, ende voorts Weegen ende Stege ende gebuerlijcke rechten. Actum deesen 12en februwary 1582. --------------------------------------------------------------------------------------------- Met dank aan Jan van den Bergh van Doekefkes.nl voor wat al te zien was op zijn site. --------------------------------------------------------------------------------------------- Een hele lijst aanwezigen voor de verkoop van 1/3 deel in een bunder grond. Ik tel er 20, de 2 schepenen niet meegeteld. Ik heb geprobeerd de aanwezigen te groeperen: de zonen van Adriaen Jans de Wagemaker, met hun kinderen: - Peeter Adriaen Jans de Wagemaker -- Lijsken x Bernaert Andries -- Jan -- Dingen -- Adriaenken -- Peeterken - Jan Adriaen Jans de Wagemaker -- Jan -- Lijsken (=Elijsbet) (in de akte als Lijsken Martensdochter) -- Jenneken -- Peeterken -- Adriaenken - Merten Adrien Jans de Wagemaker -- Marijken x Marten Jan Vrancken -- Lijsken x Jan Adriaens -- Jan -- Adriaenken -- Jenneken Dan een groep met Jan Claus als gemeenschappelijke vader: - Jan Jan Claus -- Maeijken x Peeter Janssen -- Adriaenken x Roelof Heijnricx - Adriaen Jan Claus -- Marijken ---Jan Cornelis Nog een laatste groep met Cornelis als vader - Antonis Cornelis - Broers (niet met naam genoemd) - Zusters (niet met naam genoemd) Hoe de 3 groepen met elkaar samenhangen, weet ik niet. -------------------------------------------------------------------------------------- Waar lag die bunder grond? De grond strekte zich uit van het Riool tot aan de Kae toe, zo staat in de akte. Met Riool, zal het water bedoeld zijn op wat nu Klein-Dongen is. Deze benaming is te zien op de kadasterkaart van Dongen 1811-1832. Met Kae verwacht ik dat kade bedoeld is. Mogelijk de kade van de Donge, die zuidelijk van het Riool stroomde en nog stroomt. |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 94, pagina 64r, 12 februari 1582, Verkoopakte] |
09-05-1580 | RAT Schepenbank Dongen RA 94 , 19br, Erfdeling van goederen van Peeter Adriaens de Wagemaker, 9 mei 1580 Dit is alsulcken deijlinge als de erfgenamen en de vijf kynderen van Peeter Adriaense de Wagemaker met Marijken Jans dochter, de moeder van desen kynderen voornoemd, aengebracht hebben. In den eersten sijn de kynderen gedeelt op de steede, eertijts gecoft sijnde van Jan Peeters alias Corten. Noch op een half buynder saylants, geheijten den Potacker, gelegen in de Molestraet. Noch op een weije, gelegen bij de Watermolen, wesende de middelste weije van drijen, die Peeter aldaer achter gelaten heeft. Noch op te gerechte helfte van de leste weijde, noortwaert van drijen, welcke gerechte helft de kynderen afgemeten sal worden van t west en oostwaert op ende deraers af tot de helft toe. Jacob Wilbaerts met Maeijken, sijn huijsvrouw, is bedeelt op de stede, daer Peeter Adriaens uijt bestorven is. Eertijts gecomen sijnde van Gijb Eijmens (?). Dus sal van dese steede een gerechten (half is doorgestreept) xx loopensaet af gemeten suyt ende west (?) af, ende gebracht aen de steede, daer de kynderen op bedeelt sijn. Noch sal van dese steede uijtgestoken worden vier appelbomen ende geplant worden op de kynderen steede ende de scuer op dese stede staende, sal daer op blijven staen den tijt van ses jaeren ende van hun parten beijde gebruict worden, ende teijnden desen tijt voorscreven, sal de scuer de kynderen alleen toebehooren. Dus nae sij de kynderen hun moeder teijnden desen tijt voorscreven de scuer quijt maken. Dus sullen parten voorscreven dus scuer tesamen helpen ande handen tot desen jaeren toe. Noch is Maeijken, de kynderen moeder, gedeelt op de eerste weijde van drijen, sutwaert gelegen aen de Watermolen, noortwaert van Claes de Snijder. Ende met noch de gerechtige helft van de leste weijde van drijen noortwaert oock gelegen aen de Watermolen te weeten het oosteijnde tot de gerechtige helft toe. Noch op een stuck saylants, geheeten den Langen Acker, gelegen teijnden Andries Peeters Gerits erfgenaemne uijt. Voorts heeft Jacop Wilbaerts met Maeijken sijn huijsvrouw, aengenomen (twee kynderen te weeten Dyngenken ende - dit deel is doorgestreept) Peeter, van cleedinge, cost, sieck of gesont, ende voorts van allen servys die hier noot sijn. Ende hier voren sal hij, Jacop ontfangen ende hebben de beste koe, de beste bedde ende noch van de gemeijne hoop drei veertelen roggen eens in den sack ende noch daer toe ontfangen het jaerlycx incomen van allen het goet daer het jonxsten kynt op gedeelt sal worden en dat tot den tijt dat dat kynt is gecomen tot den ouderdom van 20 jaeren. dus moet Jacop voorscreven betalen alle oncosten die op alsulcken goet, te weten van het joncxste kynt gedeelt, coomen, van sculten ende lasten daer af nyet uijtgesceiden. dieop asculcken gedeelt omgeslagen ofte geset worden. Voorts allen commer, scult ende wederscult blijft gemeijn ende onbedeelt. Aldus dees deijlinge ende aenneminge aebgebracht ter precensie van Zebrecht Jan Wijnandszoon, als hier toe geroepen ende begeren om dees deylinge mede te helpen maken ende ordoneren, ende Roelof Adriaens de Wagemaker als gecoren voocht, ende Antonis Adriaen Geraertszoon als toesiender van desen kynderen voorscreven. Aldus gepasseert ende gelandeert. Waer op den scoutent gemaent heeft, ende scepenen, te weeten Adriaen Jan Peeters ende Peeter Gerardus Govers. Acte desen 9en meij 1580. --------------------------------------------------------------------------------------------- Het is een erfdeling en een aanname. De deling ----------- Bij de deling krijgen de kinderen een stede, en de nieuwe echtgenoot en hun moeder een andere stede. In de laatstgenoemde stede is Peeter gestorven. De stedes liggen bij elkaar, want een deel moet afgemeten worden en zal bij de stede van de kinderen gaan horen. Daarbij moeten ook nog 4 appelbomen verplaatst worden naar de stede van de kinderen. De schuur bij de stede van de kinderen mag gezamelijk gebruikt worden voor de duur van 6 jaar, daarna is die van de kinderen. De kinderen krijgen ook zaailand, de Potakker, in de Molenstraat, en een weiland bij de Watermolen, en de helft van een weiland bij de Watermolen. Moeder krijgt ook weiland bij de de Watermolen en nog de helft van een weiland bij de Watermolen en zaailand, de Langen Akker. De aanname --------------- Jacop neemt het jongste kind Peeter aan, en zal voor hem zorgen. daar krijgt hij de beste koe, het beste bed, 1x 3 veertelen rogge en de opbrengsten van het deel van het jongste kind totdat die 20 jaar is. Hierbij is de naam van Dyngenken doorgestreept. Waarschijnlijk is zij oud genoeg, en is zij het 1 na jongste kind. De andere 3 kinderen zullen die zorg niet meer nodig hebben. De namen van die kinderen zijn niet vermeld. Als voogd is oom Roelof, broer van hun vader, aangesteld en als toeziend voogd Antonis Adriaen Geraertszoon. -------------------------------------------------------------------------------------------- Op doekefkes.nl: Antonis Adriaen Geritsz is toesiender Jacop Wilbaerts (-) als 2e echtgenoot Dijngenken Peeter de Wagemaker (-) als kind Peeter Peeter de Wagemaker (-) als kind Marijken Jans (-) als moeder Peeter Adrien Jans de Wagemaker (-†1580) als vader |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 94 , 19br, Erfdeling van goederen van Peeter Adriaens de Wagemaker en aanname van jongste zoon Peeter, 9 mei 1580] | ||
12-03-1582 | RAT Schepenbank Dongen RA 94 , 67-68-69, Erfdeling van goederen van Peeter Adriaens de Wagemaker, 12 maart 1582 In de manyeren ende condicien hier na bescreven alsoo hebben de kynderen ende erfgenamen van Peeter Adriaens de Wagemaker hun sceijdinge ende deijlinge aengebracht. In de manyeren nabescreven. In den Iersten soo is Jan Peeterszoon metten blynden lot bevallen ende bedeelt op een huys aldaer Jan Peeters Corten in placht te woonen, met den erve daer toe behorende, alsoo sij de stegen hun moeder hebben bedeelt, waer over Lijsken, haer suster, sal behouden twee loopensaet beneffens Heynrick Rutgers erfgenamen erve. Vrij dit oversteke met de helft van twee Rijns guldens tsjaerts. Noch de helft van ander half hondert gulden, den intrest is sjaerts vijf Lichter guldens ende derdalven stuijvers. Noch in t vierendeel van een loopen rogs tsjaerts den Heiligen Geest. En met sijn aengedeelt n den Heeren chijns. Gelegen den Heerenstraet sutwaert ende westwaert, haer smoeders erve noortwaert, ende Lijsken, hun suster, met haer twee loopensaet oostwaert. Noch is Jan Peeters voornoemd, bedeelt op de helft van ses loopensaet weijen, aldaer Lijsken, haer suster, de ander helft af heeft. Gelegen aen den Laeijen Hoeck. Vrij met hun aengedaen van den Heeren chijns, ende noch de helft van vijf quarten rogs tsjaerts, ende noch de helft van 23 stuijvers tsjaerts staende te .. . Gelegen Merten Wagemakers erfgenaemen oost, west ende noortwaert ende Jan Wagemakers erfenaemen sutwaert daer dit sijnen wech over hout. Noch is den selven bedeelt op een vierendeel van een viertel lants, gelegen onderscreven, maer daer de moeder de helft af heeft, ende Lijsken haer suster dat ander vierendeel. Liggende met noch een gelijcke viertel lants, onbedeelt met Adriaen Jan Jacops ende sijn huijsvrouw. Gelegen Jan Huijben Tonis erve noortwaert, Willem Cornelis Raesen sutwaert Streckende van der Vaert tot den Hul toe achterwaert. Vrij dit lant met de helft van 35 stuijvers ende noch sijnen Heeren chijns ofte gerden (?). Noch sal Jan Peeters ontfangen op dit cavel 24 Rijns guldens. Lijsken Peeters dochter met Bernaert Andriessen, haren man ende voocht, is bedeelt metten blynden lot op twee loopensaet lants, gelegen is dat aensteken dat van Jan Peeters Corten gecomen is. Gelegen Jan Peters, sijnen swager, met sijnen huijs ende erve westwaert ende Heijnrick Rutgers erfgenaemen westwaert, streckende van des Heerenstraet het aen Jan Peeters van Cappel erve toe. Vrij met sijn aengedeelt, Heeren chijns ende noch de helft van twee Rijnse guldens tsjaerts chijns die Jannen Laave (?) heft, ende vijd stuijvers tsjaerts, ende noch de helft van vijf Rijns guldens tsjaerts ende vijf stuijvers tsjaerts die Lenaert de Wever daer op heft of erfgenaemen. Staende ter .. met .. Rijns guldens. Noch in het vierendeel in een lopen rogs tsjaerts den Heijligen Geest. Noch is der selve Lijsbet voornoemd, bedeelt op de helft van eender weije, gelegen aen den Laeijen Hoeck, daer Jan Peeters, de swager, de wederhelft af heeft met gelijcke commer ende reijngenoten als voorschreven staet. Noch is der selve bedeelt op de scuer, die op de oude stede staet, in sulcken formen die te gebruken gelijck die in de andere deijlinge bescreven staet, soo sij van de moeder bedeelt is. Noch is de selver bedeelt op t vierendeel van een veertel kints op screve .. . Aldaer Jan Peeters dat ander vierendeel af heeft en de moeder de helft als voorscreven staet. Vrij met alsulcken commer ende reijngenoten als voorscreven staet. Noch is de selver bedeelt op een half weije, daer de moeder de ander helft af heeft. Vrij met Heeren chijns. Gelegen den Molenwech sutwaert, ende Jan Cornelis erve noortwaert, streckende mette Halve Steege tot aan haer smoeders erve toe. Lijsken moet ontfangen van haar portie neegen ende veertich rijns guldens. Dingen Peeter Adriaens dochter met Meus Jan Peters Clauszoon, haren voocht, ende Tonis Adriaen Goverts, als toesiender, is bedeelt metten blynden lot op een stuck saylants, gelegen aen den Molenwech, groot omtrent een half buynder onbegreoen de seker maten. Gelegen Claus Heijnricx de Snijder erve noortwaert, Dries Jan Tijs erve sutwaert, Streckende met half de Molenstraet tot aen Peeter Andries Bogaerts erve toe. Vrij met sijnen Heeren chijns. Noch is de selve bedeelt op de helft sceijdinge van sestalf lopensaet hooylants gelegen aen de Oosterhoutsche sijde van den Groenendijck, liggende met haer moeder onbedeelt. Anna Gabriels weduwe sutwaert, Jaes (?) Maessen lant plachte weesen noortwaert, Streckende van den Groendendijck met noch vierdalf lopensaet, onbedeelt totter Middelkae toe. Noch is de selve bedeelt op Bastiaen de Keteler op dertich stuivers tsjaerts, staende ter los. Ende noch op de helft sceijdinge van creven brief van drie veertelen rogs tjaerts (?) op Cornelis Peeter Calen saey tot Oosterhout, daer de moeder de ander helft af heeft. Deese Corneel moet uytreijken ses rijnse guldens. Adriaenken Peeters met den voochden ende toesienders voorscreven is bedeelt met den blynden lot op een half buynder weijen ende een lopensaet lants dat tegen Rijck Oomens bedeelt is, liggende met Marij Cornelis Keijen weduwe met gelijcke half buynder onbedeelt. Gelegen Jan Adriaen Jan Aertssen erve noortwaert, Aert Jan Cornelis erve sutwaert, met meer andere de Waterstege westwaert, van den ackerlant comende de weijen aen Alit Cleijs erfgenamen erve oostwaert. Vrij met sijn ongedeelt van sijnen Heeren chijns. Ende noch sijn aengedeelt ofte gerecht vierendeel in seven rijns guldens tsjaerts erflyken. Noch is Adriaenken bedeelt op de helft van omtrent seven lopensaet beempden, daer de ander helft van Roelof, haeren oom, gecomen is, ende Peeter, de broer, de joncste, op bedeelt is, als hier nae blijcken sal. Vrij met sijn aengedeelt van sijnen Heeren chijns. Gelegen Sebrecht Janssen erve sutwaert met meer andere, ende Yken Jan Versteech weduwe, met meer andere noortwaert, Streckende van den Groenendijck tot achter aen de Middelkae toe. Noch is de selve bedeelt ten Hant op twee rijns guldens tjaerts (?) op Gijsbrecht Stoffelszoon, nae uitwijsens dat bescoet (?) daer af sijnde. Deese clast (?) moet uitreijken 23 rijns guldens. Peeterken Peeterszoon, bij consent van voocht ende toesiender is bedeelt met den blynden lot op een stuck weijlants, gelegen omtrent de Watermolen, daer den Molenwech door streckt. Gelegen de moeders erve sutwaet ende noortwaert. Streckende met half de molen stachde (?) tot des Heeren stroom daer de molen aen gaet. Vrij dees weije met haren Heeren chijns ende noch seven lopen rogs tjaerts (?) die Peeter Jacops daer op heft. Welcken rog is beleent met een somme van penyngen saemen dat bevynden sal. Soo sal desen erfgenaem dese beleende penyngen tot synen profijt inne mogen bueren, ofte metten heffer van dienmogen accorderen sonder ofte baet soo hij dat beste becomen can. Noch is de selve bedeelt op de helft sceijdinge van seven lopensaet beempden, gelegen aen den Groenendijck aldaer Adriaenken, sijne broeder, de wederhelft af heeft. Met gelijcken reijngenoten ende Heeren chijns als Adriaenkens gedeelte is. Noch is tselfde bedeelt op een bosken, te wten het vierendeel van drie lopensaet daer de moeder van gelijcke een vierendeel in heeft. Vrij dit gedeelt met eenen cortier (?) rogs ende met sijnen Heeren chijns. Gelegen Adriaen Godscalcx Vas (?) met meer andere oostwaert, Den jongen Adriaen To.wen erve westwaert, Adriaen Ermen (?) noortwaert, Peeter Peeter Goven (?) erve sutwaert. Noch is de selve bedeelt op 12 stuivers tsjaers op Lauwereijs Peeter Jacops nae uitwijsen den brieven saemen dat bevynt. Met voorwaarden dat dees clust (?) sal uitreijken vier en veertich stalwen (?) rijns guldens, ende dat alle deese percelen voorscreven, sijn bijpant ende medepant, ende weegen ende stegen daer die van rechtswegen beheren sullen, ende daer sij met malcanderen vervangen staen ofte de éën van den anderen behyndert ofte belast worden, dat sal men op ten onwilligen verhalen. Dees voorgaende partijen sijn met voorgaende deijlinge geaccordeert als dat sij allen erfenis in graesen oft saeylant sullen het besaeyde lant tsamen maeyen ende graesen. Tsamen noch dit toen naer de Jaer 82 daer malcanderen te samen maeyen ende deelen ende het leegland noch oock noch eens saeyen het sij met boeket oft andere vruchten maer teijnden de eerste sjaer sal elck sijn cavel aenvaarden daer hij op bevallen is ende soo van hooylant ende weijlant sak men noch oock noch gemeijn gebruken oft die meest biedende verhueren tot Bamis toecomende mach oock elck t sijne aenvaerden, Ende de renten wat er de Lichtmis toecomende 82 verscijnen sal oock gemeijn ende daer teijnden oock elck het sijne aen te vaerden. Ende soo waar coolen staen die sal men tsamen deelen. Maer het erf oock tsamen noch een .. saeyen ende daer teijnden aen te vaerden de één als de ander. Item dees partijen sullen malcanderen allen sculden, actien ende crediten helpen dragen ende tsamen gelijckelijken betalen ende oock allen pachten voorscreven sijnde, oft noch Lichtmis over een jaer 83 over den geheelen mast (?) verscijnen sal ende dan teijnde sal elcke sijne commer ende Heeren chijns elck opt sijn perceel dragen daer hij op gevonden ende gestaen is. Ende het Hout (?) over al dees percelen staet soo wat meer dan een Hout .. is, sal men tsamen bassen. Ende het ander sal elck op t sijn houden. Ende soo wat op den weij aen den Laeyen Hoeck staet, sal men oock tsamen. Hetselve dat in de iierste den linge (?) bij Wagemaker kynder in den gemeijn is blijven staen, sal oock mede generael gebest (of gebast) worden. Ende het ander oock blijven staen ende wat noch niet vercoft is, dat macht men noch vercoopen ende tsamen deelen als voorscreven staet. Item die huijsinge sal den geenen ter staet aenvaerden die daer op bevallen is. Huijs ende scuer op sijnen last gelijck oock de scuere te blijven te staen ende in .. te helpen houden gelijck dat in de deijlinge van haer moeder bevorwaert (?) is. Item oft op eenich percelen meer commers worden bevonden dan haer aengenaempt is uit te gaen, sullen malcanderen helpen gelijckelijk dragen, ende soo scaey oft baet weder ter contrarien gelijck te ontfangen. Itme is noch voorwaert de penyngen die dees partijen malcanderen sullen moeten te bate comen om de canelynge (?) mede te gelijcken sal men moeten betalen tot Lichtmis als men sal scrijven 83 gelijck men erfgelt behoort te betalen sonder daer met geenen recht ter contraren daer tegen te mogen doen ofte deen doen. Aldus gedaen ende gepasseert ende de één heeft op des anders gedeelt versicht ende wel met ten anderen te vreden geweest. Waer op den Scoutent gemaent heeft ende de scepenen, te weeten Heijnrick Gieliszoon, Aert Janssen gewesen hebben dattet staet en van waerde blijven sal t selve als voorscreven staet. Actum desen 12 maert 1582. ------------------------------------------------------------------------------------------- Wat krijgt ieder, door het lot bepaald? Jan: - huis en erve (waar Jan Peeter Corten in placht te wonen), gelegen den Heerenstraat zuid en west - een wei (1/2, en 1/2 voorLijsken) aan de Laeyen Hoeck, begrensd door Merten en Jan’s land (zijn ooms) - een viertel land (1/4, 1/2 moeder, 1/4 Lijsken), van de Vaart tot de Heul toe - 24 gulden Lijsken: - 2 lopensaet land, strekkende van de Heerenstraat - een wei (1/2, 1/2 voor Jan) - de schuur, die op de oude stede staat, te gebruiken zoals in de andere deling staat - een viertel land (1/4, 1/2 moeder, 1/4 Jan) - een wei (1/2, 1/2 moeder), de Molenweg zuid, strekkend met de Halve Stege tot haar moeders erf - 49 rijns guldens Dingen: - een 1/2 bunder zaailand, aan de Molenweg - 6 1/2 lopensaet hooiland, onbedeelt met haar moeder, aan de Oosterhoutse zijde van de Groenendijk tot aan de Middelkade toe Adriaen: - 1/2 bunder wei en 1 lopensaet land, de Watersteeg zuid - 7 lopensaet beemden (1/2, 1/2 Peeter), van de Groenendijk tot de Middelkade toe - 23 rijns guldens Peeter: - een weiland, omtrent de Watermolen daar de Molenweg door strekt - 7 lopensaet beemden (1/2, 1/2 Adriaen) - een bosken, 3 lopensaet (1/4, 1/4 moeder) Bij de deling van 5 mei 1580 is de verdeling gemaakt tussen de kinderen en de moeder met haar nieuwe echtgenoot. Nu is de verdeling tussen de kinderen onderling gemaakt. |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 94 , 67-68-69, Erfdeling van goederen van Peeter Adriaens de Wagemaker, 12 maart 1582] |
08-04-1553 | RAT Schepenbank Dongen RA 91, folio 34r, verkoop van een stuk grond. 8 april 1553 Verkoper is Rijck Pouwels Rijkens Jan Adriaen Jansen de Wagemaker (-†1582) als broer Meerten Adriaen Jans de Wagemaker (-†1581) als broer Peeter Adrien Jans de Wagemaker (-†1580) als koper Roelof Adriaen Jans de Wagemaker (-†1560) als broer Wij Adriany Jan Claessen ende Adrijaen Jan Cornelii, schepenen te Dongen oirconden dat voor ons gecomen is, Rijck Pouwels Rijckens en kent en sijdt dat hij vercoft heeft om een somme van gelden die hem vol ende al betaelen is Peeter Adriany Janssen de Wagemaker voor hem selven ende voort tot behoeft sijnen andren broeders, te weten Roelof, Merten, Jan, Adryany Janssens kinderen een Weije gelegen in den kercken buijnder, groot omtrent 11 loopensaet en 4 roeijen, luttel min oft meer. Gelegen Elans Janssen Molemans met sijnen erve noortwaert, en Adryany Janssen de Wagemaker met sijnen erve noortwaart, steekend van Roelof Lambrechs erve westwaert, tot op Rijck Pouwels erve toe oostwaert. De 4 broers kopen een wei van een kleine 2 hectare (4 voetbalvelden), die gaat aansluiten of de boerderij en het erf van hun vader. De wei is gelegen in den kerken bunder, ofwel maakt deel uit van een bunder grond, toebehorende aan de kerk. Vreemd is wel dat het weiland dat ze kopen bijna 2 hectare is, ofwel 2 bunder. In die tijd was er 1 kerk in Dongen, en dat is wat nu de Protestantse Kerk is, Kerkstraat 56. Toen, in 1553, was dat een katholieke kerk. De toren is gebouwd eind 15e eeuw. Het begiin stamt van de 13e eeuw. Na afoop van de 80-jarige oorlog ging die over in protestantse handen. De bunder kan bij de kerk gelegen hebben, en was eigendom van Rijck Pouwels Rijckens. Het weiland is gelegen tussen 4 erven, ofwel er zijn boerderijen met land eromheen. |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 91, folio 34r, verkoop van een stuk grond. 8 april 1553] | ||
12-02-1582 | RAT Schepenbank Dongen RA 94, pagina 64r, 12 februari 1582, Verkoopakte Wij, Matijs Tunissen ende Aert Jan Corneliszoon, scepenen in Dongen, oirconden dat voor ons gecomen is, Maeijken Jan Jan Clausdochter met Peeter Janssen, haren man ende voocht, Adriaenken Jan Jan Clausdochter met Roelof Heijnricx, haren man ende voocht, Marijken Adriaen Jan Clausdochter met Jan Corneliszoon, haren soon ende voocht, Lijsken Peeter Adriaens de Wagemakersdochter met Bernaert Andries, haren man ende voocht, Marijken Marten Wagemakersdochter met Marten Jan Vrancken, haren man ende voocht, Lijsken Martensdochter met Jan Adriaens, haren man ende voocht, elcken een metken richtgegx sijnde (?), Jan Marten Wagemaker, voor hem selven, Antonis Cornelis, voor hem selven, en oock mede vervangende sijne susters en broeders, ende Meus Peeter Jan Claus als voocht ende Tonis Adriaen Goverts als toesiender van Jan, Dingen, ende Adriaenken ende Peeterken, onbejaerde weeskynderen van Peeter Adriaen de Wagemaker, ende voorts Jan Cornelis Keijenzoon, als voocht van Adriaenken ende Jenneken Merten Adriaen Wagemakers, onbejaerde weeskynderen, aldaer Lauwen Jan Peeters toesiender af is, ende Mateus Cornelis als voocht, ende Jacop Adriaen Jan Jacops toesiender af is van den onbejaerden weeskynderen van wijlen Jan Adriaens de Wagemaker, genaampt Jan, Lijsken, Jenneken ende Peeterken ende Adriaenken, kennen ende lijden dat sij vercoft hebben om een somme van gelden cp (cooperen?) de erfgenamen van wijlen Peeter Adriaen Jan Claussen het derden deel in een buijnder gronden, daer den voorscreven Peeter voorscreven bij sijnen leven daer cracht van op wijnge (?) in gevest was. Gelegen Adriaen Jan Horsten erfgenamen erve noortwaert, Tonis Adriaen Maessen erve sutwaert, streckende van den Riool totter Kae toe. Vrij van heeren chijns ende hier in sijn de erfgenamen gevest met vonnisse ende recht, met voorwaerden dat men den .. op dees gronden niet sal gebruiken op deesen gront, ende voorts Weegen ende Stege ende gebuerlijcke rechten. Actum deesen 12en februwary 1582. --------------------------------------------------------------------------------------------- Met dank aan Jan van den Bergh van Doekefkes.nl voor wat al te zien was op zijn site. --------------------------------------------------------------------------------------------- Een hele lijst aanwezigen voor de verkoop van 1/3 deel in een bunder grond. Ik tel er 20, de 2 schepenen niet meegeteld. Ik heb geprobeerd de aanwezigen te groeperen: de zonen van Adriaen Jans de Wagemaker, met hun kinderen: - Peeter Adriaen Jans de Wagemaker -- Lijsken x Bernaert Andries -- Jan -- Dingen -- Adriaenken -- Peeterken - Jan Adriaen Jans de Wagemaker -- Jan -- Lijsken (=Elijsbet) (in de akte als Lijsken Martensdochter) -- Jenneken -- Peeterken -- Adriaenken - Merten Adrien Jans de Wagemaker -- Marijken x Marten Jan Vrancken -- Lijsken x Jan Adriaens -- Jan -- Adriaenken -- Jenneken Dan een groep met Jan Claus als gemeenschappelijke vader: - Jan Jan Claus -- Maeijken x Peeter Janssen -- Adriaenken x Roelof Heijnricx - Adriaen Jan Claus -- Marijken ---Jan Cornelis Nog een laatste groep met Cornelis als vader - Antonis Cornelis - Broers (niet met naam genoemd) - Zusters (niet met naam genoemd) Hoe de 3 groepen met elkaar samenhangen, weet ik niet. -------------------------------------------------------------------------------------- Waar lag die bunder grond? De grond strekte zich uit van het Riool tot aan de Kae toe, zo staat in de akte. Met Riool, zal het water bedoeld zijn op wat nu Klein-Dongen is. Deze benaming is te zien op de kadasterkaart van Dongen 1811-1832. Met Kae verwacht ik dat kade bedoeld is. Mogelijk de kade van de Donge, die zuidelijk van het Riool stroomde en nog stroomt. |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 94, pagina 64r, 12 februari 1582, Verkoopakte] |
09-05-1580 | RAT Schepenbank Dongen RA 94 , 19br, Erfdeling van goederen van Peeter Adriaens de Wagemaker, 9 mei 1580 Dit is alsulcken deijlinge als de erfgenamen en de vijf kynderen van Peeter Adriaense de Wagemaker met Marijken Jans dochter, de moeder van desen kynderen voornoemd, aengebracht hebben. In den eersten sijn de kynderen gedeelt op de steede, eertijts gecoft sijnde van Jan Peeters alias Corten. Noch op een half buynder saylants, geheijten den Potacker, gelegen in de Molestraet. Noch op een weije, gelegen bij de Watermolen, wesende de middelste weije van drijen, die Peeter aldaer achter gelaten heeft. Noch op te gerechte helfte van de leste weijde, noortwaert van drijen, welcke gerechte helft de kynderen afgemeten sal worden van t west en oostwaert op ende deraers af tot de helft toe. Jacob Wilbaerts met Maeijken, sijn huijsvrouw, is bedeelt op de stede, daer Peeter Adriaens uijt bestorven is. Eertijts gecomen sijnde van Gijb Eijmens (?). Dus sal van dese steede een gerechten (half is doorgestreept) xx loopensaet af gemeten suyt ende west (?) af, ende gebracht aen de steede, daer de kynderen op bedeelt sijn. Noch sal van dese steede uijtgestoken worden vier appelbomen ende geplant worden op de kynderen steede ende de scuer op dese stede staende, sal daer op blijven staen den tijt van ses jaeren ende van hun parten beijde gebruict worden, ende teijnden desen tijt voorscreven, sal de scuer de kynderen alleen toebehooren. Dus nae sij de kynderen hun moeder teijnden desen tijt voorscreven de scuer quijt maken. Dus sullen parten voorscreven dus scuer tesamen helpen ande handen tot desen jaeren toe. Noch is Maeijken, de kynderen moeder, gedeelt op de eerste weijde van drijen, sutwaert gelegen aen de Watermolen, noortwaert van Claes de Snijder. Ende met noch de gerechtige helft van de leste weijde van drijen noortwaert oock gelegen aen de Watermolen te weeten het oosteijnde tot de gerechtige helft toe. Noch op een stuck saylants, geheeten den Langen Acker, gelegen teijnden Andries Peeters Gerits erfgenaemne uijt. Voorts heeft Jacop Wilbaerts met Maeijken sijn huijsvrouw, aengenomen (twee kynderen te weeten Dyngenken ende - dit deel is doorgestreept) Peeter, van cleedinge, cost, sieck of gesont, ende voorts van allen servys die hier noot sijn. Ende hier voren sal hij, Jacop ontfangen ende hebben de beste koe, de beste bedde ende noch van de gemeijne hoop drei veertelen roggen eens in den sack ende noch daer toe ontfangen het jaerlycx incomen van allen het goet daer het jonxsten kynt op gedeelt sal worden en dat tot den tijt dat dat kynt is gecomen tot den ouderdom van 20 jaeren. dus moet Jacop voorscreven betalen alle oncosten die op alsulcken goet, te weten van het joncxste kynt gedeelt, coomen, van sculten ende lasten daer af nyet uijtgesceiden. dieop asculcken gedeelt omgeslagen ofte geset worden. Voorts allen commer, scult ende wederscult blijft gemeijn ende onbedeelt. Aldus dees deijlinge ende aenneminge aebgebracht ter precensie van Zebrecht Jan Wijnandszoon, als hier toe geroepen ende begeren om dees deylinge mede te helpen maken ende ordoneren, ende Roelof Adriaens de Wagemaker als gecoren voocht, ende Antonis Adriaen Geraertszoon als toesiender van desen kynderen voorscreven. Aldus gepasseert ende gelandeert. Waer op den scoutent gemaent heeft, ende scepenen, te weeten Adriaen Jan Peeters ende Peeter Gerardus Govers. Acte desen 9en meij 1580. --------------------------------------------------------------------------------------------- Het is een erfdeling en een aanname. De deling ----------- Bij de deling krijgen de kinderen een stede, en de nieuwe echtgenoot en hun moeder een andere stede. In de laatstgenoemde stede is Peeter gestorven. De stedes liggen bij elkaar, want een deel moet afgemeten worden en zal bij de stede van de kinderen gaan horen. Daarbij moeten ook nog 4 appelbomen verplaatst worden naar de stede van de kinderen. De schuur bij de stede van de kinderen mag gezamelijk gebruikt worden voor de duur van 6 jaar, daarna is die van de kinderen. De kinderen krijgen ook zaailand, de Potakker, in de Molenstraat, en een weiland bij de Watermolen, en de helft van een weiland bij de Watermolen. Moeder krijgt ook weiland bij de de Watermolen en nog de helft van een weiland bij de Watermolen en zaailand, de Langen Akker. De aanname --------------- Jacop neemt het jongste kind Peeter aan, en zal voor hem zorgen. daar krijgt hij de beste koe, het beste bed, 1x 3 veertelen rogge en de opbrengsten van het deel van het jongste kind totdat die 20 jaar is. Hierbij is de naam van Dyngenken doorgestreept. Waarschijnlijk is zij oud genoeg, en is zij het 1 na jongste kind. De andere 3 kinderen zullen die zorg niet meer nodig hebben. De namen van die kinderen zijn niet vermeld. Als voogd is oom Roelof, broer van hun vader, aangesteld en als toeziend voogd Antonis Adriaen Geraertszoon. -------------------------------------------------------------------------------------------- Op doekefkes.nl: Antonis Adriaen Geritsz is toesiender Jacop Wilbaerts (-) als 2e echtgenoot Dijngenken Peeter de Wagemaker (-) als kind Peeter Peeter de Wagemaker (-) als kind Marijken Jans (-) als moeder Peeter Adrien Jans de Wagemaker (-†1580) als vader |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 94 , 19br, Erfdeling van goederen van Peeter Adriaens de Wagemaker en aanname van jongste zoon Peeter, 9 mei 1580] | ||
12-03-1582 | RAT Schepenbank Dongen RA 94 , 67-68-69, Erfdeling van goederen van Peeter Adriaens de Wagemaker, 12 maart 1582 In de manyeren ende condicien hier na bescreven alsoo hebben de kynderen ende erfgenamen van Peeter Adriaens de Wagemaker hun sceijdinge ende deijlinge aengebracht. In de manyeren nabescreven. In den Iersten soo is Jan Peeterszoon metten blynden lot bevallen ende bedeelt op een huys aldaer Jan Peeters Corten in placht te woonen, met den erve daer toe behorende, alsoo sij de stegen hun moeder hebben bedeelt, waer over Lijsken, haer suster, sal behouden twee loopensaet beneffens Heynrick Rutgers erfgenamen erve. Vrij dit oversteke met de helft van twee Rijns guldens tsjaerts. Noch de helft van ander half hondert gulden, den intrest is sjaerts vijf Lichter guldens ende derdalven stuijvers. Noch in t vierendeel van een loopen rogs tsjaerts den Heiligen Geest. En met sijn aengedeelt n den Heeren chijns. Gelegen den Heerenstraet sutwaert ende westwaert, haer smoeders erve noortwaert, ende Lijsken, hun suster, met haer twee loopensaet oostwaert. Noch is Jan Peeters voornoemd, bedeelt op de helft van ses loopensaet weijen, aldaer Lijsken, haer suster, de ander helft af heeft. Gelegen aen den Laeijen Hoeck. Vrij met hun aengedaen van den Heeren chijns, ende noch de helft van vijf quarten rogs tsjaerts, ende noch de helft van 23 stuijvers tsjaerts staende te .. . Gelegen Merten Wagemakers erfgenaemen oost, west ende noortwaert ende Jan Wagemakers erfenaemen sutwaert daer dit sijnen wech over hout. Noch is den selven bedeelt op een vierendeel van een viertel lants, gelegen onderscreven, maer daer de moeder de helft af heeft, ende Lijsken haer suster dat ander vierendeel. Liggende met noch een gelijcke viertel lants, onbedeelt met Adriaen Jan Jacops ende sijn huijsvrouw. Gelegen Jan Huijben Tonis erve noortwaert, Willem Cornelis Raesen sutwaert Streckende van der Vaert tot den Hul toe achterwaert. Vrij dit lant met de helft van 35 stuijvers ende noch sijnen Heeren chijns ofte gerden (?). Noch sal Jan Peeters ontfangen op dit cavel 24 Rijns guldens. Lijsken Peeters dochter met Bernaert Andriessen, haren man ende voocht, is bedeelt metten blynden lot op twee loopensaet lants, gelegen is dat aensteken dat van Jan Peeters Corten gecomen is. Gelegen Jan Peters, sijnen swager, met sijnen huijs ende erve westwaert ende Heijnrick Rutgers erfgenaemen westwaert, streckende van des Heerenstraet het aen Jan Peeters van Cappel erve toe. Vrij met sijn aengedeelt, Heeren chijns ende noch de helft van twee Rijnse guldens tsjaerts chijns die Jannen Laave (?) heft, ende vijd stuijvers tsjaerts, ende noch de helft van vijf Rijns guldens tsjaerts ende vijf stuijvers tsjaerts die Lenaert de Wever daer op heft of erfgenaemen. Staende ter .. met .. Rijns guldens. Noch in het vierendeel in een lopen rogs tsjaerts den Heijligen Geest. Noch is der selve Lijsbet voornoemd, bedeelt op de helft van eender weije, gelegen aen den Laeijen Hoeck, daer Jan Peeters, de swager, de wederhelft af heeft met gelijcke commer ende reijngenoten als voorschreven staet. Noch is der selve bedeelt op de scuer, die op de oude stede staet, in sulcken formen die te gebruken gelijck die in de andere deijlinge bescreven staet, soo sij van de moeder bedeelt is. Noch is de selver bedeelt op t vierendeel van een veertel kints op screve .. . Aldaer Jan Peeters dat ander vierendeel af heeft en de moeder de helft als voorscreven staet. Vrij met alsulcken commer ende reijngenoten als voorscreven staet. Noch is de selver bedeelt op een half weije, daer de moeder de ander helft af heeft. Vrij met Heeren chijns. Gelegen den Molenwech sutwaert, ende Jan Cornelis erve noortwaert, streckende mette Halve Steege tot aan haer smoeders erve toe. Lijsken moet ontfangen van haar portie neegen ende veertich rijns guldens. Dingen Peeter Adriaens dochter met Meus Jan Peters Clauszoon, haren voocht, ende Tonis Adriaen Goverts, als toesiender, is bedeelt metten blynden lot op een stuck saylants, gelegen aen den Molenwech, groot omtrent een half buynder onbegreoen de seker maten. Gelegen Claus Heijnricx de Snijder erve noortwaert, Dries Jan Tijs erve sutwaert, Streckende met half de Molenstraet tot aen Peeter Andries Bogaerts erve toe. Vrij met sijnen Heeren chijns. Noch is de selve bedeelt op de helft sceijdinge van sestalf lopensaet hooylants gelegen aen de Oosterhoutsche sijde van den Groenendijck, liggende met haer moeder onbedeelt. Anna Gabriels weduwe sutwaert, Jaes (?) Maessen lant plachte weesen noortwaert, Streckende van den Groendendijck met noch vierdalf lopensaet, onbedeelt totter Middelkae toe. Noch is de selve bedeelt op Bastiaen de Keteler op dertich stuivers tsjaerts, staende ter los. Ende noch op de helft sceijdinge van creven brief van drie veertelen rogs tjaerts (?) op Cornelis Peeter Calen saey tot Oosterhout, daer de moeder de ander helft af heeft. Deese Corneel moet uytreijken ses rijnse guldens. Adriaenken Peeters met den voochden ende toesienders voorscreven is bedeelt met den blynden lot op een half buynder weijen ende een lopensaet lants dat tegen Rijck Oomens bedeelt is, liggende met Marij Cornelis Keijen weduwe met gelijcke half buynder onbedeelt. Gelegen Jan Adriaen Jan Aertssen erve noortwaert, Aert Jan Cornelis erve sutwaert, met meer andere de Waterstege westwaert, van den ackerlant comende de weijen aen Alit Cleijs erfgenamen erve oostwaert. Vrij met sijn ongedeelt van sijnen Heeren chijns. Ende noch sijn aengedeelt ofte gerecht vierendeel in seven rijns guldens tsjaerts erflyken. Noch is Adriaenken bedeelt op de helft van omtrent seven lopensaet beempden, daer de ander helft van Roelof, haeren oom, gecomen is, ende Peeter, de broer, de joncste, op bedeelt is, als hier nae blijcken sal. Vrij met sijn aengedeelt van sijnen Heeren chijns. Gelegen Sebrecht Janssen erve sutwaert met meer andere, ende Yken Jan Versteech weduwe, met meer andere noortwaert, Streckende van den Groenendijck tot achter aen de Middelkae toe. Noch is de selve bedeelt ten Hant op twee rijns guldens tjaerts (?) op Gijsbrecht Stoffelszoon, nae uitwijsens dat bescoet (?) daer af sijnde. Deese clast (?) moet uitreijken 23 rijns guldens. Peeterken Peeterszoon, bij consent van voocht ende toesiender is bedeelt met den blynden lot op een stuck weijlants, gelegen omtrent de Watermolen, daer den Molenwech door streckt. Gelegen de moeders erve sutwaet ende noortwaert. Streckende met half de molen stachde (?) tot des Heeren stroom daer de molen aen gaet. Vrij dees weije met haren Heeren chijns ende noch seven lopen rogs tjaerts (?) die Peeter Jacops daer op heft. Welcken rog is beleent met een somme van penyngen saemen dat bevynden sal. Soo sal desen erfgenaem dese beleende penyngen tot synen profijt inne mogen bueren, ofte metten heffer van dienmogen accorderen sonder ofte baet soo hij dat beste becomen can. Noch is de selve bedeelt op de helft sceijdinge van seven lopensaet beempden, gelegen aen den Groenendijck aldaer Adriaenken, sijne broeder, de wederhelft af heeft. Met gelijcken reijngenoten ende Heeren chijns als Adriaenkens gedeelte is. Noch is tselfde bedeelt op een bosken, te wten het vierendeel van drie lopensaet daer de moeder van gelijcke een vierendeel in heeft. Vrij dit gedeelt met eenen cortier (?) rogs ende met sijnen Heeren chijns. Gelegen Adriaen Godscalcx Vas (?) met meer andere oostwaert, Den jongen Adriaen To.wen erve westwaert, Adriaen Ermen (?) noortwaert, Peeter Peeter Goven (?) erve sutwaert. Noch is de selve bedeelt op 12 stuivers tsjaers op Lauwereijs Peeter Jacops nae uitwijsen den brieven saemen dat bevynt. Met voorwaarden dat dees clust (?) sal uitreijken vier en veertich stalwen (?) rijns guldens, ende dat alle deese percelen voorscreven, sijn bijpant ende medepant, ende weegen ende stegen daer die van rechtswegen beheren sullen, ende daer sij met malcanderen vervangen staen ofte de éën van den anderen behyndert ofte belast worden, dat sal men op ten onwilligen verhalen. Dees voorgaende partijen sijn met voorgaende deijlinge geaccordeert als dat sij allen erfenis in graesen oft saeylant sullen het besaeyde lant tsamen maeyen ende graesen. Tsamen noch dit toen naer de Jaer 82 daer malcanderen te samen maeyen ende deelen ende het leegland noch oock noch eens saeyen het sij met boeket oft andere vruchten maer teijnden de eerste sjaer sal elck sijn cavel aenvaarden daer hij op bevallen is ende soo van hooylant ende weijlant sak men noch oock noch gemeijn gebruken oft die meest biedende verhueren tot Bamis toecomende mach oock elck t sijne aenvaerden, Ende de renten wat er de Lichtmis toecomende 82 verscijnen sal oock gemeijn ende daer teijnden oock elck het sijne aen te vaerden. Ende soo waar coolen staen die sal men tsamen deelen. Maer het erf oock tsamen noch een .. saeyen ende daer teijnden aen te vaerden de één als de ander. Item dees partijen sullen malcanderen allen sculden, actien ende crediten helpen dragen ende tsamen gelijckelijken betalen ende oock allen pachten voorscreven sijnde, oft noch Lichtmis over een jaer 83 over den geheelen mast (?) verscijnen sal ende dan teijnde sal elcke sijne commer ende Heeren chijns elck opt sijn perceel dragen daer hij op gevonden ende gestaen is. Ende het Hout (?) over al dees percelen staet soo wat meer dan een Hout .. is, sal men tsamen bassen. Ende het ander sal elck op t sijn houden. Ende soo wat op den weij aen den Laeyen Hoeck staet, sal men oock tsamen. Hetselve dat in de iierste den linge (?) bij Wagemaker kynder in den gemeijn is blijven staen, sal oock mede generael gebest (of gebast) worden. Ende het ander oock blijven staen ende wat noch niet vercoft is, dat macht men noch vercoopen ende tsamen deelen als voorscreven staet. Item die huijsinge sal den geenen ter staet aenvaerden die daer op bevallen is. Huijs ende scuer op sijnen last gelijck oock de scuere te blijven te staen ende in .. te helpen houden gelijck dat in de deijlinge van haer moeder bevorwaert (?) is. Item oft op eenich percelen meer commers worden bevonden dan haer aengenaempt is uit te gaen, sullen malcanderen helpen gelijckelijk dragen, ende soo scaey oft baet weder ter contrarien gelijck te ontfangen. Itme is noch voorwaert de penyngen die dees partijen malcanderen sullen moeten te bate comen om de canelynge (?) mede te gelijcken sal men moeten betalen tot Lichtmis als men sal scrijven 83 gelijck men erfgelt behoort te betalen sonder daer met geenen recht ter contraren daer tegen te mogen doen ofte deen doen. Aldus gedaen ende gepasseert ende de één heeft op des anders gedeelt versicht ende wel met ten anderen te vreden geweest. Waer op den Scoutent gemaent heeft ende de scepenen, te weeten Heijnrick Gieliszoon, Aert Janssen gewesen hebben dattet staet en van waerde blijven sal t selve als voorscreven staet. Actum desen 12 maert 1582. ------------------------------------------------------------------------------------------- Wat krijgt ieder, door het lot bepaald? Jan: - huis en erve (waar Jan Peeter Corten in placht te wonen), gelegen den Heerenstraat zuid en west - een wei (1/2, en 1/2 voorLijsken) aan de Laeyen Hoeck, begrensd door Merten en Jan’s land (zijn ooms) - een viertel land (1/4, 1/2 moeder, 1/4 Lijsken), van de Vaart tot de Heul toe - 24 gulden Lijsken: - 2 lopensaet land, strekkende van de Heerenstraat - een wei (1/2, 1/2 voor Jan) - de schuur, die op de oude stede staat, te gebruiken zoals in de andere deling staat - een viertel land (1/4, 1/2 moeder, 1/4 Jan) - een wei (1/2, 1/2 moeder), de Molenweg zuid, strekkend met de Halve Stege tot haar moeders erf - 49 rijns guldens Dingen: - een 1/2 bunder zaailand, aan de Molenweg - 6 1/2 lopensaet hooiland, onbedeelt met haar moeder, aan de Oosterhoutse zijde van de Groenendijk tot aan de Middelkade toe Adriaen: - 1/2 bunder wei en 1 lopensaet land, de Watersteeg zuid - 7 lopensaet beemden (1/2, 1/2 Peeter), van de Groenendijk tot de Middelkade toe - 23 rijns guldens Peeter: - een weiland, omtrent de Watermolen daar de Molenweg door strekt - 7 lopensaet beemden (1/2, 1/2 Adriaen) - een bosken, 3 lopensaet (1/4, 1/4 moeder) Bij de deling van 5 mei 1580 is de verdeling gemaakt tussen de kinderen en de moeder met haar nieuwe echtgenoot. Nu is de verdeling tussen de kinderen onderling gemaakt. |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 94 , 67-68-69, Erfdeling van goederen van Peeter Adriaens de Wagemaker, 12 maart 1582] |
09-05-1580 | RAT Schepenbank Dongen RA 94 , 19br, Erfdeling van goederen van Peeter Adriaens de Wagemaker, 9 mei 1580 Dit is alsulcken deijlinge als de erfgenamen en de vijf kynderen van Peeter Adriaense de Wagemaker met Marijken Jans dochter, de moeder van desen kynderen voornoemd, aengebracht hebben. In den eersten sijn de kynderen gedeelt op de steede, eertijts gecoft sijnde van Jan Peeters alias Corten. Noch op een half buynder saylants, geheijten den Potacker, gelegen in de Molestraet. Noch op een weije, gelegen bij de Watermolen, wesende de middelste weije van drijen, die Peeter aldaer achter gelaten heeft. Noch op te gerechte helfte van de leste weijde, noortwaert van drijen, welcke gerechte helft de kynderen afgemeten sal worden van t west en oostwaert op ende deraers af tot de helft toe. Jacob Wilbaerts met Maeijken, sijn huijsvrouw, is bedeelt op de stede, daer Peeter Adriaens uijt bestorven is. Eertijts gecomen sijnde van Gijb Eijmens (?). Dus sal van dese steede een gerechten (half is doorgestreept) xx loopensaet af gemeten suyt ende west (?) af, ende gebracht aen de steede, daer de kynderen op bedeelt sijn. Noch sal van dese steede uijtgestoken worden vier appelbomen ende geplant worden op de kynderen steede ende de scuer op dese stede staende, sal daer op blijven staen den tijt van ses jaeren ende van hun parten beijde gebruict worden, ende teijnden desen tijt voorscreven, sal de scuer de kynderen alleen toebehooren. Dus nae sij de kynderen hun moeder teijnden desen tijt voorscreven de scuer quijt maken. Dus sullen parten voorscreven dus scuer tesamen helpen ande handen tot desen jaeren toe. Noch is Maeijken, de kynderen moeder, gedeelt op de eerste weijde van drijen, sutwaert gelegen aen de Watermolen, noortwaert van Claes de Snijder. Ende met noch de gerechtige helft van de leste weijde van drijen noortwaert oock gelegen aen de Watermolen te weeten het oosteijnde tot de gerechtige helft toe. Noch op een stuck saylants, geheeten den Langen Acker, gelegen teijnden Andries Peeters Gerits erfgenaemne uijt. Voorts heeft Jacop Wilbaerts met Maeijken sijn huijsvrouw, aengenomen (twee kynderen te weeten Dyngenken ende - dit deel is doorgestreept) Peeter, van cleedinge, cost, sieck of gesont, ende voorts van allen servys die hier noot sijn. Ende hier voren sal hij, Jacop ontfangen ende hebben de beste koe, de beste bedde ende noch van de gemeijne hoop drei veertelen roggen eens in den sack ende noch daer toe ontfangen het jaerlycx incomen van allen het goet daer het jonxsten kynt op gedeelt sal worden en dat tot den tijt dat dat kynt is gecomen tot den ouderdom van 20 jaeren. dus moet Jacop voorscreven betalen alle oncosten die op alsulcken goet, te weten van het joncxste kynt gedeelt, coomen, van sculten ende lasten daer af nyet uijtgesceiden. dieop asculcken gedeelt omgeslagen ofte geset worden. Voorts allen commer, scult ende wederscult blijft gemeijn ende onbedeelt. Aldus dees deijlinge ende aenneminge aebgebracht ter precensie van Zebrecht Jan Wijnandszoon, als hier toe geroepen ende begeren om dees deylinge mede te helpen maken ende ordoneren, ende Roelof Adriaens de Wagemaker als gecoren voocht, ende Antonis Adriaen Geraertszoon als toesiender van desen kynderen voorscreven. Aldus gepasseert ende gelandeert. Waer op den scoutent gemaent heeft, ende scepenen, te weeten Adriaen Jan Peeters ende Peeter Gerardus Govers. Acte desen 9en meij 1580. --------------------------------------------------------------------------------------------- Het is een erfdeling en een aanname. De deling ----------- Bij de deling krijgen de kinderen een stede, en de nieuwe echtgenoot en hun moeder een andere stede. In de laatstgenoemde stede is Peeter gestorven. De stedes liggen bij elkaar, want een deel moet afgemeten worden en zal bij de stede van de kinderen gaan horen. Daarbij moeten ook nog 4 appelbomen verplaatst worden naar de stede van de kinderen. De schuur bij de stede van de kinderen mag gezamelijk gebruikt worden voor de duur van 6 jaar. De kinderen krijgen ook zaailand, de Potakker, in de Molenstraat, en een weiland bij de Watermolen. Moeder krijgt ook weiland bij de de Watermolen en zaailand, de Langen Akker. De aanname --------------- Jacop neemt het jongste kind Peeter aan, en zal voor hem zorgen. daar krijgt hij de beste koe, het beste bed, 1x 3 veertelen rogge en de opbrengsten van het deel van het jongste kind totdat die 20 jaar is. Hierbij is de naam van Dyngenken doorgestreept. Waarschijnlijk is zij oud genoeg, en is zij het 1 na jongste kind. De andere 3 kinderen zullen die zorg niet meer nodig hebben. De namen van die kinderen zijn niet vermeld. Als voogd is oom Roelof, broer van hun vader, aangesteld en als toeziend voogd Antonis Adriaen Geraertszoon. -------------------------------------------------------------------------------------------- Op doekefkes.nl: Antonis Adriaen Geritsz is toesiender Jacop Wilbaerts (-) als 2e echtgenoot Dijngenken Peeter de Wagemaker (-) als kind Peeter Peeter de Wagemaker (-) als kind Marijken Jans (-) als moeder Peeter Adrien Jans de Wagemaker (-†1580) als vader |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 94 , 19br, Erfdeling van goederen van Peeter Adriaens de Wagemaker, 9 mei 1580] |
08-04-1553 | RAT Schepenbank Dongen RA 91, folio 34r, verkoop van een stuk grond. 8 april 1553 Verkoper is Rijck Pouwels Rijkens Jan Adriaen Jansen de Wagemaker (-†1582) als broer Meerten Adriaen Jans de Wagemaker (-†1581) als broer Peeter Adrien Jans de Wagemaker (-†1580) als koper Roelof Adriaen Jans de Wagemaker (-†1560) als broer |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 91, folio 34r, verkoop van een stuk grond. 8 april 1553] | ||
28-03-1560 | RAT Schepenbank Dongen RA 92, 5v , Erfdeling Geertruijt, weduwe van Roelof, 28 maart 1560 Lauwereijs Heijnricx is voogd en Huijbrecht Cornelis en Jan Jans vander Weech zijn toesiender Geertruijt (-†1560) als moeder Roelof Cornelis Roelofs (-) als kleinkind Roelof Adriaen Jans de Wagemaker (-†1560) als vader Jan Roelofs (-) als kind Neelken Cornelis Roelofs (-) als kleinkind Huijbrecht Wouters (-) als partner van kind Adriaenken Roelofs (-) als kind Dingen Roelof Adriaen de Wagemaker (-) als kind Cornelis Roelofs (-†1560) als kind Michiel Roelofs (-†1560) als kind Maeijken Cornelis Roelofs (-) als kleinkind |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 92, 5v , Erfdeling Geertruijt, weduwe van Roelof, 28 maart 1560] |
28-03-1560 | RAT Schepenbank Dongen RA 92, 5v , Erfdeling Geertruijt, weduwe van Roelof, 28 maart 1560 Lauwereijs Heijnricx is voogd en Huijbrecht Cornelis en Jan Jans vander Weech zijn toesiender Geertruijt (-†1560) als moeder Roelof Cornelis Roelofs (-) als kleinkind Roelof Adriaen Jans de Wagemaker (-†1560) als vader Jan Roelofs (-) als kind Neelken Cornelis Roelofs (-) als kleinkind Huijbrecht Wouters (-) als partner van kind Adriaenken Roelofs (-) als kind Dingen Roelof Adriaen de Wagemaker (-) als kind Cornelis Roelofs (-†1560) als kind Michiel Roelofs (-†1560) als kind Maeijken Cornelis Roelofs (-) als kleinkind |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 92, 5v , Erfdeling Geertruijt, weduwe van Roelof, 28 maart 1560] |
ca. 1560 | RAT Schepenbank Dongen RA 92, folio 20r, algemene akte, niet afgemaakt, ongeveer 1560 Cornelia Adriaen Jans de Wagemaker (-) als echtgenote Adriaen Jan Jan Jacops (-) als echtgenoot |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 92, folio 20r, algemene akte, niet afgemaakt, ongeveer 1560] |
ca. 1560 | RAT Schepenbank Dongen RA 92, folio 20r, algemene akte, niet afgemaakt, ongeveer 1560 Cornelia Adriaen Jans de Wagemaker (-) als echtgenote Adriaen Jan Jan Jacops (-) als echtgenoot |
[bron: RAT Schepenbank Dongen RA 92, folio 20r, algemene akte, niet afgemaakt, ongeveer 1560] |