vanaf 1952 | Lage Ham 62, Dongen | |||
vanaf 1962 | Min Aalberselaan 6, 5103 BA Dongen (Gebouwd door opa Andries) |
Modelleur (Bij de Aero-schoenfabriek aan de Min. Aalberselaan) |
Lagere school (Laurentiusschool van de Broeders van OnzeLieveVrouw van Lourdes, Kardinaal van Rossumstraat (tegenwoordig Rosarioplein)) |
van 19-01-1892 tot 17-01-1895 | Molenschot A447, Gilze en Rijen | |||
van 17-01-1895 tot 21-05-1900 | Steenhoven B35, Oosterhout | |||
van 21-05-1900 tot 30-11-1909 | Hoge Ham B168, Dongen | |||
van 30-11-1909 tot 22-11-1910 | Lange Smeestraat 39, Utrecht | |||
van 22-11-1910 tot 13-02-1912 | Dongen | |||
van 13-02-1912 tot 24-06-192 | Ginnekenstraat 32, Breda | |||
van 24-06-1912 tot 13-02-1913 | Ginnekenweg 39, Teteringen (Teteringen was een veel grotere gemeente, dan dat het nu is. Breda heeft een groot deel geannexeerd van dat grondgebied.) | |||
van 13-02-1913 tot 19-05-1913 | Ginnekenstraat 14, Breda | |||
vanaf 19-05-1913 | Bolkensteeg 4, Dongen | |||
tot 1970 | Dongen (Huize St. Elisabeth) |
van 30-11-1909 tot 22-11-1910 | Dienstbode (Marie gaat als 17 jarige naar Utrecht als dienstbode in het gezin van Johannes Vlasveld, schoenmaker afkomstig van Zoeterwoude, en Johanna Janssen, zijn vrouw, afkomstig van Dongen. Ze zijn op 6 mei 1903 getrouwd. Johanna is een dochter van Cornelis Jansen en Elisabeth de jong. Ze woonden in de Vennen wijk G nummer 126. Haar vader was koopman, winkelier en broodbakker. Het gezin van Johannes Vlasveld heeft 5 jonge kinderen: 2 zoons van 5 en 4, en een dochtertje van 3, en nog 2 zoontjes van 1 en 3 maanden. Voordat Marie er komt, is in 1907 een dienstbode, Johanna de Bie uit Dongen geweest. In 1908 en 1909 een dienstbode Petronella Pietertje uit IJsselstein geweest. Als ze vertrekt, is een meisje van 16 uit De Bilt begonnen als dienstbode. Die blijft een jaar, en wordt opgevolgd door een ander meisje van 18 uit De Bilt. Na een jaar vertrekt zij, en komt een 20 jarig meisje uit Utrecht. Marie blijft er een jaar.) |
|||
van 13-02-1912 tot 24-06-1912 | Dienstbode | |||
van 24-06-1912 tot 13-02-1913 | Dienstbode | |||
van 13-02-1913 tot 19-05-1913 | Dienstbode |
tot 04-09-1920 | Oosterhout | |||
vanaf 04-09-1920 | Bolkensteeg 4, Dongen (Een paar dagen na zijn trouwen is hij ingeschreven op dit adres, bij zijn schoonvader. Schoonmoeder was in 1918 overleden, de anderen waren het huis al uit. In het bevolkingsregister is hij eerst als schoonzoon ingeschreven. Later is dit doorgehaald en is er Hoofd bij geschreven. Zijn schoonvader is dan ipv hoofd Betrouwd vader.) | |||
tot 1940 | Bolkensteeg, Dongen (Op de plaats waar nu 2 huizen staan, stond het betreffende huis. Dit was eigendom van de familie Buys.) | |||
vanaf 1940 | Lage Ham 62, Dongen | |||
tot 1970 | Dongen (Huize St. Elisabeth) |
01-01-1916 | Timmerman | |||
vanaf na 1916 | Timmerman (In Rijen bij Frans van Bijsterveld. Deze was getrouwd met een zus van Deni Wagner. Deze laatste had in 1940 een timmerbedrijf aan de Lage Ham te Dongen. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd er flink gevochten rond de Rijensebrug. In het café bij de brug woonde Vermeulen (of Verharen), getrouwd met een andere zus van Deni Wagner. De zus ging naar haar broer, en merkte dat ze haar leesbril vergeten was. Deni ging die halen, ondanks dat zijn zus het hem afraadde. Later is Deni dood terug gevonden bij de brug. Frans van Bijsterveld vroeg aan Jan Andries of hij misschien het timmerbedrijf over wilde nemen. Dat heeft hij toen gedaan.) |
|||
vanaf 1940 | Timmerbedrijf | |||
vanaf na 1940 | Aannemersbedrijf |
19-10-1927 | overlijdensaangifte Antonie [Antonius] (Toon) Buijs (1847-1927) | [schoonzoon] |
![]() |
33 Andries Annie en Jos Snoeren - huwelijk Dongen - 195x |
Den Haag | ||||
van 03-2019 tot 14-12-2019 | Oud-Beijerland (Verzorgingshuis Alerimus. locatie de Open Waard) |
Den Haag |
Schoenmaker - Eigen schoenreparatiewerkplaats |
![]() |
![]() |
34 Andries Toon Dongen ~1950 |
35 Gorkum Dina van, Dongen ~1950 |
vanaf 1958 | Lage Ham 56, Dongen (Dicht bij zijn ouderlijk huis gingen ze wonen: ’Achter in de pad’ zoals ze het noemden.) |
van 12-07-1933 tot 01-10-1938 | Ruwerstraat 5, Tilburg | |||
vanaf 01-10-1938 | Wittebollestraat 9, Tilburg | |||
vanaf 1958 | Lage Ham 56, Dongen (Ze woonden ’Achter in de pad’) | |||
vanaf 05-?-2016 | De Doelen, Oosterhout |
van 07-01-1886 tot 17-01-1895 | Molenschot A447, Gilze en Rijen | |||
19-01-1892 | Wijk A - nummer 447, Gilze en Rijen (Woont in Molenschot) | |||
van 17-01-1895 tot 21-05-1900 | Steenhoven B35, Oosterhout (Steenhoven lijgt in het zuidoosten van Oosterhout tegen Rijen en Dongen aan.) | |||
vanaf 21-05-1900 | Hoge Ham B168, Dongen | |||
vanaf na 21-05-1900 | Bolkensteeg 4, Dongen |
van 07-01-1886 tot 17-01-1895 | Molenschot A447, Gilze en Rijen | |||
19-01-1892 | Wijk A - nummer 447, Gilze en Rijen (Woont in Molenschot) | |||
van 17-05-1895 tot 21-05-1900 | Steenhoven B35, Oosterhout | |||
vanaf 21-05-1900 | Hoge Ham B168, Dongen | |||
vanaf na 21-05-1900 | Bolkensteeg 4, Dongen | |||
02-09-1920 | Dongen (Dit staat vermeld bij het trouwen van dochter Marie) |
19-01-1892 | Landbouwer (Staat vermeld bij zijn aangifte van de geboorte van Marie) | |||
van 17-01-1895 tot 21-05-1900 | Landbouwer | |||
vanaf 21-05-1900 | Zonder beroep - Arbeider |
van 10-11-1886 tot 17-01-1895 | Molenschot A447, Gilze en Rijen | |||
van 17-01-1895 tot 21-05-1900 | Steenhoven B35, Oosterhout | |||
van 21-05-1900 tot 02-06-1913 | Hoge Ham B165 of Bolkensteeg 4, Dongen (In het Bevolkingsregister is niet aangegeven wanneer het gezin naar de Bolkensteeg verhuisde.) | |||
vanaf 02-06-1913 | Gilze en Rijen (Een paar dagen nadat ze getrouwd is, is ze uitgeschreven in Dongen) | |||
vanaf 01-05-1922 | Rotterdam |
Schoenstikster |
vanaf 01-05-1922 | Rotterdam |
![]() |
![]() |
![]() |
54 Buijs Leonardus Cornelis en Cornelia Johanna van Dorst trouwen in Dongen op 2 sept. 1920 |
55 Buijs Nard, Dongen |
56 Dorst Cornelia Johanna van - overleden op 17 dec. 1947 in Oosterhout |
van 01-10-1889 tot 17-01-1895 | Molenschot A447, Gilze en Rijen | |||
van 17-01-1895 tot 21-05-1900 | Steenhoven B35, Oosterhout | |||
van 21-05-1900 tot 10-09-1920 | Hoge Ham B165 of Bolkensteeg 4, Dongen (In het bevolkingsregister is niet vastgelegd wanneer het gezin naar de Bolkensteeg verhuisde.) | |||
vanaf 10-09-1920 | Oosterhout (Een paar dagen na zijn huwelijk is Nard verhuisd naar Oosterhout.) |
02-09-1920 | Schoenmaker |
23-12-1918 | overlijdensaangifte Anna Helena Bink (1857-1918) [zie 7] | [zoon] |
van 21-02-1895 tot 24-02-1895 | Molenschot A447, Gilze en Rijen |
21-02-1895 | Molenschot A447, Gilze en Rijen |
![]() |
59 Buijs Adriaan, en Maria Petronella Brockx wonen met hun 2 kinderen in bij haar ouders in Dongen in als laatste de Nieuwstraat - BR 1910-1920 |
van 25-04-1897 tot 21-05-1900 | Steenhoven B35, Oosterhout | |||
vanaf 21-05-1900 | Hoge Ham B165 of Bolkensteeg 4, Dongen (Eerst in de Hoge Ham, later de Bolkensteeg. Wanneer ze verhuisd zijn, staat niet vermeld.) | |||
van 26-05-1916 tot 24-11-1919 | Laagstraat 308 - Hoogen Ham B252/242b - Nieuwstraat 15, Dongen | |||
14-12-1918 | Dongen | |||
vanaf 24-11-1919 | Den Bosch |
14-12-1918 | Schoenmaker |
14-12-1918 | Dongen |
1826 | Gilze en Rijen | |||
van 1826 tot 1828 | Molenschot, Gilze en Rijen (Ze staan beschreven onder nummer 228, hetzelfde als bij de andere registratie in 1826.) | |||
1839 | Gilze | |||
04-05-1840 | Wijk N nummer 228, Gilze en Rijen | |||
04-11-1841 | Wijk C nummer 260, Oosterhout | |||
van 1850 tot 1860 | Wijk A nummer 306, Molenschot (Bij de geboorte van Adriaan in 1850 is wijk N nummer 229 vermeld, bij Johannes in 1853 ook, bij Anna Helena in 1857 en bij Cornelis in 1860 is het A 306 e) | |||
van 1861 tot 1869 | Wijk A nummer 306, Molenschot (In die periode wordt het nummer 367, 408, 448) |
27-01-1845 | Landbouwster | |||
08-08-1853 | Landbouwster | |||
19-10-1857 | Landbouweresse | |||
07-02-1860 | Landbouweresse | |||
27-06-1889 | Landbouwster |
04-05-1840 | Wijk N nummer 228, Gilze en Rijen | |||
04-11-1841 | Wijk C nummer 260, Oosterhout | |||
02-03-1844 | Wijk N nummer 230, Gilze (Adriaan koopt de boerderij in 1844. De vermelding daarvan is tot 1853 wijk N met nummer 231, 230, 228, 229.) | |||
van 1850 tot 1860 | Wijk A nummer 306, Molenschot (Eerst stond vermeld wijk N, nummer 229, daarna doorgestreept en werd het wijk A 306. Bij de geboorte van Adriaan in 1850 is wijk N nummer 229 vermeld, bij Johannes in 1853 ook, bij Anna Helena in 1857 en bij Cornelis in 1860 is het A 306. Het zal gegaan zijn om een andere codering, het huis zal niet anders geweest zijn.) | |||
van 1861 tot 1869 | Wijk A nummer 306, Molenschot (In die periode wordt het nummer 367, 408, 448) |
1839 | Bouwman | |||
04-05-1840 | Bijenhouder | |||
04-11-1841 | Beijenhouder | |||
van 1844 tot 1901 | Herbergier (Heel aardig is het krantenartikel uit De Stem van zaterdag 25 juli 1987 over Café Bink in Molenschot. Adriaan Bink begint het Café De Vijf Linden in 1844 en in 1987 runt zijn achterkleinzoon Kees het café, ondertussen De Drie Linden genaamd.) | |||
16-02-1844 | Herbergier | |||
02-03-1844 | Herbergier | |||
27-01-1845 | Bouwman | |||
van 10-09-1847 tot 10-08-1847 | Winkelier | |||
20-07-1850 | Herbergier | |||
08-08-1853 | Herbergier | |||
19-10-1857 | Herbergier | |||
07-02-1860 | Herbergier | |||
17-11-1860 | Herbergier | |||
van 1861 tot 1869 | Grutter |
![]() |
78 Bink Cornelia, geboren om 2 uur ’s nachts in Molenschot op 4 mei 1840, aangegeven dezelfde dag in Gilze en Rijen door haar vader bijenhouder Adriaan Bink, 25 jaar |
![]() |
79 Bink Pieter Johannes, aangifte van zijn geboorte door zijn vader Adriaan Bink, beijenhouder, 27 jaar, op 4 november 1841 in Oosterhout, geboren op 3 november om 5 uur ’s middags |
![]() |
82 Bink Adriana Maria, aangifte van haar geboorte door haar vader Adriaan Bink, bouwman, 31 jaar, op 27 januari 1845, geboren op 25 januari om zes uur ’s avonds |
![]() |
83 Bink Jacobus Cornelis, geboren om 3 uur ’s nachts op 10 september 1847, aangifte op dezelfde dag in Gilze en Rijen door zijn vader Adriaan Bink, winkelier, 31 jaar |
![]() |
84 Bink Adriaan, geboren op 20 juli 1850 om 1 uur ’s nachts, aangifte in Gilze en Rijen door zijn vader Adriaan Bink, herbergier, 36 jaar, met als getuige Jacobus Bink, 28 jaar |
van 13-07-1894 tot 1899 | Molenschot, Wijk A441, later C24, Gilze en Rijen | |||
van 1900 tot 1920 | Molenschot, Wijk C nummer 24, Gilze en Rijen |
01-04-1895 | Landbouwer | |||
van 1900 tot 1920 | Landbouwer |
overlijdensaangifte Adriaan Bink (1814-1908) | [zoon] |
van 13-07-1894 tot 1899 | Molenschot, Wijk A441, later C24, Gilze en Rijen |
29-02-1776 | Dongen | |||
23-11-1776 | Laagstraat, Dongen (Vermeld bij het overlijden van haar vader is: aan de Leegstraat bij Donge.) | |||
26-04-1806 | Oosterhout (Bij haar ondertrouw staat dat ze geboren is in Dongen, en woont in Oosterhout) | |||
20-01-1809 | Klijn Oosterhout, Oosterhout (Anno 2020 is adres Klein Oosterhout 1a de Camping ’t Haasje, en loopt door tot de Dongenseweg, dicht tegen Rijen aan. Gebied bij Steenhoven.) | |||
03-05-1811 | Steenhoven, Oosterhout (Bij de geboorte van Jacques is dit vermeld) | |||
1826 | Gilze en Rijen | |||
van 1826 tot 1828 | Molenschot, Gilze en Rijen (Ze staan beschreven onder nummer 228, hetzelfde als bij de andere registratie in 1826.) |
Landbouwster |
26-04-1806 | Gilze | |||
20-01-1809 | Klijn Oosterhout, Oosterhout (Anno 2020 is adres Klein Oosterhout 1a de Camping ’t Haasje, en loopt door tot de Dongenseweg, dicht tegen Rijen aan. Gebied bij Steenhoven.) | |||
03-05-1811 | Steenhoven, Oosterhout (Bij de geboorte van Jacques is dit vermeld) | |||
1826 | Gilze en Rijen | |||
van 1826 tot 1828 | Molenschot, Gilze en Rijen (Ze staan beschreven onder nummer 228, hetzelfde als bij de andere registratie in 1826.) |
03-05-1811 | Bouwman |
![]() |
126 Gool Petrus van, RK gedoopt in Rijen op 20 januari 1809, geboren in Klijn Oosterhout |
1826 | Gilze en Rijen | |||
van 1826 tot 1828 | Molenschot, Gilze en Rijen (Ze staan beschreven onder nummer 228, hetzelfde als bij de andere registratie in 1826.) |
![]() |
133 Gool Johanna van, aangifte op 17 augustus 1818 in Oosterhout door zijn vader Adrianus Jacobus van de geboorte op 5 augustus om 6 uur ’s morgens |
1826 | Gilze en Rijen | |||
van 1826 tot 1828 | Molenschot, Gilze en Rijen (Ze staan beschreven onder nummer 228, hetzelfde als bij de andere registratie in 1826.) |
16-04-1774 | Oosterhout | |||
23-11-1776 | Laagstraat, Dongen (Vermeld bij het overlijden van haar man Weijnand is: aan de Leegstraat bij Donge.) | |||
07-03-1814 | Wijk C nummer 221, Oosterhout | |||
26-09-1814 | Nummer 221, Oosterhout |
Landbouwster |
30-07-1741 | Adriaen Cornelis Huijgen verschijnt voor notaris Michael van Tilborgh in Oosterhout, als testamentair boedelhouder van Elisabet Corneliisse van Beek en hij woont in de Groenstraat in Oosterhout. Hij wil zijn na te laten goederen verdelen onder zijn kinderen. Aan zijn zoon Cornelis Adriaan Huijgen, of bij vooroverlijden zijn wettige nakomelingen: 1. Een stede, gelegen in de Groenstraat in Oosterhout, groot 9 lopensaat en 39 roeden 2. Een perceel hooiland, aan de Groenendijk onder Oosterhout, groot 5 lopensaat, zijnde de achterste helft 3. Een perceel zaailand, in de Leeghstraat in Dongen, groot 7 lopensaat 4. Een perceel land, gelegen in de Heiningen in Dongen, groot 3 lopensaat Aan zijn zoon Jan Adriaan Huijgen, of bij vooroverlijden zijn wettige nakomelingen: 1. Een stede, gekomen van Hendrik Matthijssen Op Stroom, met het kleine huis daarbij, gelegen onder Oosterhout, onder Groen en Heistraat, groot 4 lopensaat en 10 roeden 2. Hooiland, 5 lopensaat, gelegen in de Keijlen in Oosterhout, en bedeeld met Claas Drixsen van Spaandonk 3. Hooiland, 2 lopensaat, gelegen aan de Rijsdijk in Oosterhout, en onbedeeld met Jan Peeter Jansen 4. Zaailand, 4 lopensaat, gelegen aan de Hoge Dijk onder Dongen, vanouds genoemd het Hunningstedeken 5. Zaailand, 3 1/2 lopensaat, gelegen tot Dongen in de stede van Arie Adriaanse Bierwagen 6. Zaailand en bos, 4 lopensaat, gelegen buiten in de Heides onder Dongen 7. Zaailand, 2 lopensaat, gelegen op de Kaijakkers onder de Schellingen Aan zijn dochter Seijken Adriaan Huijgen, getrouwd met Claas Cornelis Oomen, of bij vooroverlijden haar wettige nakomelingen: 1. Een perceel zaailand, in de Griend voor en achter, onder Oosterhout, 10 loopsaten, gelegen onder de Schellingen 2. Een perceel hooiland, 5 lopensaat, zijnde de voorste helft aan de Groenendijk onder Oosterhout 3. Zaailand, 2 lopensaat, gelegen onder Novalia Heikant, bedeeld met Wouter Gijsbert Cnaepen 4. Hooiland, 7 lopensaat, gelegen in de Willemspolder in de Oorden onder Raamsdonk, bedeeld met Adrie Adriaanse Bierwagen 5. Zaailand, 3 1/2 lopensaat, gelegen onder Dongen in de Heininge, vanouds genoemd Den Hermens Akker 6. 50 gulden uit de gemene boedel Verder bepaalt hij dat de verdere goederen en schulden gelijk verdeeld moeten worden over de 3 kinderen, of bij vooroverlijden aan hun nakomelingen Tot voogd over zijn na te laten minderjarige erfgenamen Klaas Cornelis Oomen, en tot toeziend voogd Cornelis Adriaan Huijgen. Aldus gedaan en gepassert tot Oosterhout de 30e juli 1741 ter presentie van Monsieur Wouter van Gils, oud schepen alhier, en Adrianus van Tilborgh, beide inwoners en getuigen. In totaal gaat het om 2 stedes en een huise, 75 lopensaat en 10 roeden en 50 gulden. Met een stede zal een boerderij bedoeld zijn. 6 lopensaat is een kleine hectare, en dan kom je uit op ongeveer 12 hectare. Meer kinderen van Adriaan en Elisabet zijn niet genoemd. Die zijn zeer waarschijnlijk al eerder overleden. Van de 8 kinderen zijn er nog 3 in leven in 1741. Dingena is kort na het opmaken van het testament geboren. Zeer waarschijnlijk is zij aan de Groenstraat geboren, in de boerderij nagelaten door haar opa en geeerfd door haar vader. Later zal deze boerderij in eigendom van haar broer Jan Cornelis Huigen komen, zoals in het kadaster van 1811-1832 staat. Dit is nu Hoge Dijk 88. De andere boerderij is door haar opa nagelaten aan haar oom Jan, en daarna aan zijn zoon Adrianus. Dit is nu Hoge Dijk 90. |
16-04-1774 | Dongen | |||
23-11-1776 | Laagstraat, Dongen (Vermeld bij zijn overlijden is: aan de Leegstraat bij Donge. Waarom zijn overlijden dan in Oosterhout aangegeven is, is me niet duidelijk.) |
Bouwman |
07-03-1814 | Wijk C nummer 221, Oosterhout |
23-11-1776 | Laagstraat, Dongen (Vermeld bij het overlijden van zijn vader: aan de Leegstraat bij Donge.) | |||
van 1811 tot 1832 | Laagstraat, Dongen (Jan van Wereld woonde op perceel 215 en 215 (schuur en huis), aan de Laagstraat langs het karrenspoor naar de Sluis. Tegenwoordig is dit de Rembrandtlaan, maar die houdt eerder op en gaat met een knik verder richting Laagstraat via de Beethovenstraat. Dus het perceel met de nummers 215 en 216 moet gelegen hebben langs de Westerlaan tussen de Beethovenstraat en de denkbeeldige lijn van de Rembrandstraat rechtdoor naar de Westerlaan. Dus ongeveer ter hoogte van de eerste helft van de Asterstraat. Met dank aan René Andries voor de exacte plaatsbepaling.) | |||
08-02-1816 | Laagstraat, Dongen (Staat beschreven bij de aangifte van de geboorte van Johanna) | |||
16-01-1818 | Laagstraat, Dongen (Bij de aangifte van Petrus staat dit beschreven) |
22-04-1821 | Bouwman (Bij de aangifte van de geboorte van Anna Catharina heeft vader Jan dit vermeld.) |
08-02-1816 | Laagstraat, Dongen (Staat beschreven bij de aangifte van de geboorte van Johanna) | |||
16-01-1818 | Laagstraat, Dongen (Bij de aangifte van Petrus staat dit beschreven) |
04-07-1843 | Landbouwster |
05-01-1789 | Groenstraat, Oosterhout |
31-08-1761 | Groenstraat, Oosterhout |
30-07-1741 | Adriaen Cornelis Huijgen verschijnt voor notaris Michael van Tilborgh in Oosterhout, als testamentair boedelhouder van Elisabet Corneliisse van Beek en hij woont in de Groenstraat in Oosterhout. Hij wil zijn na te laten goederen verdelen onder zijn kinderen. Aan zijn zoon Cornelis Adriaan Huijgen, of bij vooroverlijden zijn wettige nakomelingen: 1. Een stede, gelegen in de Groenstraat in Oosterhout, groot 9 lopensaat en 39 roeden 2. Een perceel hooiland, aan de Groenendijk onder Oosterhout, groot 5 lopensaat, zijnde de achterste helft 3. Een perceel zaailand, in de Leeghstraat in Dongen, groot 7 lopensaat 4. Een perceel land, gelegen in de Heiningen in Dongen, groot 3 lopensaat Aan zijn zoon Jan Adriaan Huijgen, of bij vooroverlijden zijn wettige nakomelingen: 1. Een stede, gekomen van Hendrik Matthijssen Op Stroom, met het kleine huis daarbij, gelegen onder Oosterhout, onder Groen en Heistraat, groot 4 lopensaat en 10 roeden 2. Hooiland, 5 lopensaat, gelegen in de Keijlen in Oosterhout, en bedeeld met Claas Drixsen van Spaandonk 3. Hooiland, 2 lopensaat, gelegen aan de Rijsdijk in Oosterhout, en onbedeeld met Jan Peeter Jansen 4. Zaailand, 4 lopensaat, gelegen aan de Hoge Dijk onder Dongen, vanouds genoemd het Hunningstedeken 5. Zaailand, 3 1/2 lopensaat, gelegen tot Dongen in de stede van Arie Adriaanse Bierwagen 6. Zaailand en bos, 4 lopensaat, gelegen buiten in de Heides onder Dongen 7. Zaailand, 2 lopensaat, gelegen op de Kaijakkers onder de Schellingen Aan zijn dochter Seijken Adriaan Huijgen, getrouwd met Claas Cornelis Oomen, of bij vooroverlijden haar wettige nakomelingen: 1. Een perceel zaailand, in de Griend voor en achter, onder Oosterhout, 10 loopsaten, gelegen onder de Schellingen 2. Een perceel hooiland, 5 lopensaat, zijnde de voorste helft aan de Groenendijk onder Oosterhout 3. Zaailand, 2 lopensaat, gelegen onder Novalia Heikant, bedeeld met Wouter Gijsbert Cnaepen 4. Hooiland, 7 lopensaat, gelegen in de Willemspolder in de Oorden onder Raamsdonk, bedeeld met Adrie Adriaanse Bierwagen 5. Zaailand, 3 1/2 lopensaat, gelegen onder Dongen in de Heininge, vanouds genoemd Den Hermens Akker 6. 50 gulden uit de gemene boedel Verder bepaalt hij dat de verdere goederen en schulden gelijk verdeeld moeten worden over de 3 kinderen, of bij vooroverlijden aan hun nakomelingen Tot voogd over zijn na te laten minderjarige erfgenamen Klaas Cornelis Oomen, en tot toeziend voogd Cornelis Adriaan Huijgen. Aldus gedaan en gepassert tot Oosterhout de 30e juli 1741 ter presentie van Monsieur Wouter van Gils, oud schepen alhier, en Adrianus van Tilborgh, beide inwoners en getuigen. In totaal gaat het om 2 stedes en een huise, 75 lopensaat en 10 roeden en 50 gulden. Met een stede zal een boerderij bedoeld zijn. 6 lopensaat is een kleine hectare, en dan kom je uit op ongeveer 12 hectare. Meer kinderen van Adriaan en Elisabet zijn niet genoemd. Die zijn zeer waarschijnlijk al eerder overleden. Van de 8 kinderen zijn er nog 3 in leven in 1741 |
07-06-1753 | doop [waarschijnlijk] Jacoba Dionisius Dingemans (geb. 1753) | [aangetrouwde oom moederszijde] |
![]() |
159 Huijgen Elisabetha Cornelii Adriaen, RK gedoopt in Dongen op maandag 16 november 1733 |
09-03-1796 | Op den Heuvel, Dongen |
30-10-1812 | Wijk A nummer 45, Oosterhout |
06-11-1831 | Wijk A nummer 47, Oosterhout |
![]() |
167 Huijgen Joannes Cornelii, rk gedoopt op 11 november 1745 in Oosterhout, zoon van Cornelii Huijgen en Joanna Broekmans, met als doopgetuigen Nicolaus Oomen en Petronella Eelans |
![]() |
168 Huijgen Petronilla Cornelii, RK gedoopt in Oosterhout op maandag 24 maart 1749 |
14-01-1816 | Achter de Bergen, Dongen |
14-01-1816 | Achter de Bergen, Dongen |
05-10-1739 | Agter den Heuvel, Dongen |
20-02-1706 | doop Petronilla Cornelis Beeckmans (geb. 1706) | [tante moederszijde] | ||||
08-05-1710 | doop Hubertus Cornelis Beeckmans (geb. 1710) | [tante moederszijde] | ||||
27-10-1713 | doop Alegundis Cornelis Beeckmans (geb. 1713) | [tante moederszijde] | ||||
16-11-1733 | doop Eisabetha Cornelis Huijgen (geb. 1733) [zie 127,I] | [grootmoeder moederszijde] |
05-10-1739 | Agter den Heuvel, Dongen (Dit staat vermeld bij de begrafenis vna zijn vrouw) | |||
18-11-1739 | Op den Heuvel, Dongen (Dit is vermeld bij zijn begrafenis) |
28-03-1741 | Aan den Heijkant, Tilburg | |||
28-02-1787 | Aan den Westheijkant, Tilburg |
28-03-1741 | Allegonda Jan Broeckmans machtigt haar man Adrianus Joost Horsten voor een perceel zaailand, gelegen onder de Heerlijkheid Oosterhout, genaamd Onder de Onnutte Velden, groot 2 1/2 lopen. Ze wonen aan de Heikant in Tilburg. |
14-06-1785 | Ten huize van Allegonda Jansen Broekmans maakt de notaris het testament op. Zij is weduwe en testamentair erfgename, zoals beschreven op 1 mei 1781. Met haar bevende hand kan ze haar naam niet meer schrijven (ze is 79 jaar oud). |
13-09-1737 | Dongen (Vermeld bij hun ondertrouw dat hij in Dongen geboren en woonachtig is) | |||
26-01-1757 | In den Ham, Dongen (Staat bij zijn begrafenis beschreven) |
14-02-1739 | doop Adriaan Huijgen (1739-1812) [zie 127,III] | [oom moederszijde] | ||||
04-11-1741 | doop Joanna Dionisius Dingemans (geb. 1741) | [oom moederszijde] | ||||
11-11-1750 | doop Petronella Cornelii Huijgen (1750-1816) [zie 127,VII] | [oom moederszijde] |
13-09-1737 | Dongen (Bij haar ondertrouw staat vermeld dat zij in Dongen geboren en woonachtig is) |
![]() |
190 Broekmans Willebrordus Joannes, RK gedoopt in Dongen op 10 april 1712 |
23-12-1738 | doop [waarschijnlijk] Adriana Adrianus Horsten (geb. 1738) | [tante moederszijde] | ||||
16-02-1740 | doop Cornelius Andreas Broeckmans (geb. 1740) | [tante vaderszijde] |
28-01-1668 | Uijledonckse Straet, Oosterhout (Dit heet anno 2020 de Provinciale weg in Oosteind. Uijle of Uledonck was de oude naam van Oosteind) | |||
15-08-1669 | Horst, Oosterhout (Met: ze wonen op den Horst bedoelt men meestal: op Oosteind. Dat is een groot gebied, waaronder ook de Heistraet valt. Die ligt dan net op de rand met het gebied ten westen: de Heikant. De Horst kan ook specifieker bedoeld zijn: dan is het het gebied rond de kruising Hoogstraat, Uillendocnksche straat en de Horstse Straat (westelijk deel van nu de Provinciale weg)) | |||
16-11-1672 | Heistraat, Oosterhout |
van 01-01-1702 tot 01-02-1702 | In het testament bij de notaris in Oosterhout zijn genoemd: Andries Adriaen Dillisen (de vader), Aeltjen Peeters van Son (de moeder). Peeter Andries Adriaen (de ’gebrekkige’ zoon) |
23-11-1695 | doop Joanna Cornelis Beeckmans (geb. 1695) | [grootmoeder moederszijde] |
28-01-1668 | Heistraet, Oosterhout | |||
15-08-1669 | Horst, Oosterhout (Met: ze wonen op den Horst bedoelt men meestal: op Oosteind. Dat is een groot gebied, waaronder ook de Heistraet valt. Die ligt dan net op de rand met het gebied ten westen: de Heikant. De Horst kan ook specifieker bedoeld zijn: dan is het het gebied rond de kruising Hoogstraat, Uillendocnksche straat en de Horstse Straat (westelijk deel van nu de Provinciale weg)) | |||
16-11-1672 | Heistraat, Oosterhout |
van 01-01-1702 tot 01-02-1702 | In het testament bij de notaris in Oosterhout zijn genoemd: Andries Adriaen Dillisen (de vader), Aeltjen Peeters van Son (de moeder). Peeter Andries Adriaen (de ’gebrekkige’ zoon) |
30-07-1697 | doop Jacobus Cornelis Beeckmans (geb. 1697) | [grootvader moederszijde] |
15-08-1669 | Horst, Oosterhout (Met: ze wonen op den Horst bedoelt men: op Oosteind) | |||
29-01-1695 | Lange Heistraat, Oosterhout |
29-01-1695 | Vrachelen, Oosterhout (Cornelis is geboren in Dongen, en woont bij zijn ondertrouw, 26 jaar oud, in Vrachelen) |
![]() |
199 Andreas Petrus, rk gedoopt op 16 november 1672 in de Heistraat in Oosterhout, zoon van Andreas Adriaen Dielissen |
15-11-1672 | Heistraat, Oosterhout |
![]() |
200 Andreas Petrus, rk gedoopt in Oosterhout op 3 juni 1680, zoon van Andreas Adrianse en Eltien Peters, met doopgetuigen Roelandus Verboven loco Martini Peters en Jesken Peters |
van 01-01-1702 tot 01-02-1702 | In het testament bij de notaris in Oosterhout zijn genoemd: Andries Adriaen Dillisen (de vader), Aeltjen Peeters van Son (de moeder). Peeter Andries Adriaen (de ’gebrekkige’ zoon) |
![]() |
201 Andreas Adrianus, rk gedoopt op 4 mei 1686 in Oosterhout, zoon van Andreas Adriaen Dilisse en Alegundis Peeters van Son, doopgetuige is Petronella Wouters |
05-04-1708 | doop Petrus Cornelis Beeckmans (geb. 1708) | [oom moederszijde] | ||||
10-04-1712 | doop [waarschijnlijk] Willebrordus Joannes Broeckmans (geb. 1712) [zie 255,IV] | [oom moederszijde] |
31-10-1664 | Oosteind, Oosterhout (Dit is vermeld bij de geboorte van Maria) |
31-10-1640 | RAT Schepenbank Dongen RA 101, pagina 46r, 31 oktober 1640, Erfdeling goederen van Jan Mertens de Wagemaker Compareerde voor schepenen naergenaempt: -Jan Quirijn Hessels, als man ende voight van Lijsken Merten Jan Mertens, haere man ende voight, sijne wittige huijsfrou, ende - Ghijsbrecht Jan Cornelissen, als man ende voight van Maeijken Merten Jan Mertens, sijne huijsfrou, ende - hen tsamen noch streckmaeckende ende sij er inne vervangende voor Cornelis ende Merten, gebroederen, der voorsegde Merten Jan Mertens zonen, henne swagers in de een parthije - Peeter Wilbort Janssen van Son, als man ende voight van Jenneken Aert Adriaenssen, sijne huijsfrou, ende in quailiteijt voor hem selven, ende hem mede strek maeckende en hij er inne vervangende - Jan Aert Adriaenssen sijne onmondige swager, - Adriaen Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende voor - Symon Aert Adriaenssen, sijne onmondige gebroeder, ende de voorsegde - Aert Adriaen Aertssen als vader ende voight van - Neeltken ende - Willem, sijnde Aert Adriaenssen jongste dochter ende zone, daer moeder af was - Eeltjen Jan Mertens tsamen in de tweede parthije ende - Peeter Andries Peeters, daer moeder af was -Maeijken Jan Mertens inde derde ende leste parthije alle in dijer qualiteijt als erfgenamen van Jan Merten de Wagemaecker verclaerende ende bekende met malcanderen gedeelt te hebben. in den eersten is de voorsegde Jan Quirijnen ende Jan Gijsbrechtsen, beijde in de voorsegde qualiteijt met Cornelis ende Merten gebroederen, Jan Mertens sone tsamen bevallen ende geerfdeelt - op een aen stede, groot omtrent thijen loopensaet of alsoo groot ende .. , onbegrepen de mate, als deselve gelegen in de Groenstraat alhyer, ende den voornoemden Jan Merten de Wagemaecker dyer in sijn leven bewoont ende gebruijckt heeft ende daer uijt verstorven is, sijnde vrij commerloos, preter Heeren chijns - item noch op drije loopensaet saylant of weijlant, gelegen in de Berckenstraet onder Oosterhout de Grientsteeght oost Gijsbrecht Cornelissen west Cornelis Henrick Bouwens suijt ende Aert Adriaen Aerts cum suis noort vrij preter Heeren chijns - item noch omtrent drije loopensaet hoylant, gelegen onder Oosterhout, aen de Oosterhoutsche zijde van de Groenendijck den Groenendijck oost de weduwe van Adriaen Mertens erfgenaemen west Jan Dingemans erfgenaemen suijt, ende Jan Jansen Key erfgenaemen noort, mede vrij met sijne gerechten Heeren chijns ende moet desen cavel aen de tweede naestvolgende van delen ende cluchten uijtreijcken ende in contant betaelen elck de somme van vijtigh Rijns guldens t stuck tot veertig grooten Vlaems eens. hyer tegens sijnde de voorgenoemde Peter Wilborts in de qualiteijt als voorgenoemd, ende mede voor Jan Aert Adrieansen, Adriaen Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als voor den voorsegden Symon sijnen broeder, ende Aert Adriaen Aertssen als vader ende voight van Neeltken ende Willem sijne onmondige zoon ende dochter tot behoefte der selven samen, metten blinde lotinge hen allen ende geerfdeelt. Eerst of een stuck saylants groot omtrent seste loopensaet of alsoo groot ende cleijn ombegrepen der mate als deselve, gelegen in t eijnde de Leegstraet alhyer, Adriaen Cornelis Lambrechts oost, Melis Janssen west, Adam Claes Henricx suijt, het naervolgende parchele noort Item noch een stuck saylant groot omtrent drije ende half loopensaet of alsoo groot ende cleijn is, in de Kerckenbuijnder gelegen alhyer, de erfgenaemen van Jan Henrick Rutgers oost, Peeter Peeter Meulders cum suise west, de coorsegde seste loopensaet suijt, ende Jan Claes Keijen noort Item noch op een half buijnder saylants medegelegen in t Kerckenbuijnder de voorsegde Jan Claes Keyen oost Cornelis Wijnants west Melis Jansen suijt Peeer Symons qt qua cim suis noort Item noch op ter helft van vijf loopensaets hoylants gelegen onder Oosterhout in den Rijsdijck waer af voorsegde Peeter Andries Peeters op d’ander helft metter derde loote bevallen is de Middelkae. oost de voorsegde Rijsdijck west Peeter Peeter Cleijs Bressens suijt Anthonis Wouters noort Alle de selve parchelen mede vrij commerloos preter Heeren chijns ende sal dese cavel van de voorgaende ende eerste cavel ontfangen de somme van vijentwintich Rijns guldens eens. Ende hyer tegens is de voorgenoemde Peeter Andries Peeters voor de derde ende leste cavel bevallen ende geerfdeelt Eerst op eenen acker groot omtrent negen loopensaet of alsoo groot ende cleijn ombegrepen de maete als deselve gelegen is t eijnden de Leijen Hoek of Leeghstraet alhyer, waer inne Jan Janssen Scheij met een een loopensaet een hoeck inne is gelegen t Heesterbosch, blijven tusschen de voorsegde parthijen ende erfgenaemen gemenen ende onbedeelt oost de Leeghstraet west de weeskynt van Adriaen Dyrck Anthonissen suijt Melis Janssen noort Waer op hij, Peeter, tot sijnen last neempt een loopen ende potkan rogge ’s jaers aende pastorye alhyer, dewelcke zijn uijtgaende ende staende. Op seeckere omtrent sesse loopensaet saylants, gelegen t eijnden de voorsegde Leeghstraet in de tweede cael begrepen. Maer hij, Peeter Andries Peeters, overmits de beterschap van sijnen cavel hyer op gelegen voorsegd, is tot sijnen last neempt ende gelooft deselve jaerlijcx te blijvne uijtreicken ende deselve sesse loopensaet daer .agte bevrijen. Item noch bevallen op omtrent een half buijnder saylants, gelegen aen den Hoogendijck alhyer Peeter PEeeterssen oost Cornelis Corsten west Jan Ghijsbrechts zuijt ende Theunich stedelen noort Vrij preter Heeren chijns Item noch op d’ andre helft bevallen is Ende moet daerenboven oock doende voorsegde eerste cavel in contant ontvangen de somme van vijentwintich Rijns guldens eens. Ende of gebeurde de welcke men nochtans .. dat op dese een of dese anders gedeelte eeinger commer of aen tael mochte gerijsen meer dan hen elck is aengenaempt, geloven deselve malcanderen altijd enichtsgewijs te helpen afdraegen. Met welcke schiffinghe, scheidinghe ende deijlinghe de voorsegde parthijen verclaeren .. ende enigdelijck te vreden te sijn ende verthijende over sulcx d’aen op dese anderes gedeelt naer behooren. Waer op den Schouteth gemaent ende schepenen gewesen hebben. Actum Ultima October 1640. Puts den Schouteth Jan Dyrcx et Floris Pels, schepenen. --------------------------------------------------------------------------------------------- De akte is eind 2020 online gekomen. Met dank aan Jan van den Bergh van Doekefkes.nl voor wat eerder al te zien was op zijn site: Jan Mertens de Wagemaker - overleden 1636 als vader 1. Zoon Merten Jan Mertens ----------- Merten Merten Jan Mertens als kleinkind ----------- Maeijken Merten Jan Mertens als kleinkind, getrouwd met Jan Gijsbert Jan Cornelis, overleden voor of in 1655 ----------- Cornelis Merten Jan Mertens als kleinkind ----------- Lesken Merten Jan Mertens als kleinkind, getrouwd met Joannes Crijn Hessels (in de acte Jan Quirijn Hessels genoemd) 2. Dochter Eeltje Jan Mertens de Wagemaker, getrouwd met Aert Adriaen Jan Aerts (in de acte genoemd Aert Adriaen Aertssen) ----------- Adriaan Aert Adriaens, reeds mondig ----------- Jenneke Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, getrouwd met Peter Wilborts van Son ----------- Jan Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Symon Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Willem Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig (jongste zoon) ----------- Neeltje Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind (Cornelia), onmondig (jongste dochter) 3. Dochter Maeijken Jan Mertens de Wagemaker overleden voor of in 1640, getrouwd met Andries Peeters ----------- Peeter Andries Peeters als kleinkind ----------------------------------------------------------------------------------------------- Door loting verdelen zij de erfenis van Jan Mertens de Wagemaecker. De 3 kinderen zelf lijken niet meer in leven te zijn. Wie zijn er: ------------ 1. Jan Crijn Hessels, man van kleinkind Lesken (partij 1) 2. Ghijsbrecht Cornelissen, man van kleinkind Maeijken (partij 1) 3. Peeter Wilbort Jansen van Son, man van kleinkind Jenneke (partij 2) 4. Aert Adriaen Aertsen, man van overleden dochter Eeltje (partij 2) 5. Adriaen Aert Adriaensen, kleinzoon (partij 2) 6. Peeter Andries Peeters, kleinzoon (partij 3) Van de schepenbank zijn de schouteth Jan Dyrcx en schepen Floris Pels er bij. Wat komt uit de loting: -------------------------- Partij 1 1. stede aan de Groenstraat in Dongen, 10 loopensaet, 1.5 ha 2. zaai- of weiland aan de Berkenstraat onder Oosterhout, de Griendsteeg oost, 3 loopensaet, 0,5 ha 3. hooiland aan de Oosterhoutse zijde van de Groenendijk, de Groenendijk oost, 3 loopensaet, 0,5 ha 4. 25 Rijns guldens aan elke andere partij contant te betalen Partij 2 1. zaailand op het einde van de Laagstraat, 6 loopensaet, 1 ha 2. zaailand in de Kerckenbunder, 3 loopensaet, 0,5 ha 3. zaailand in de Kerckenbunder, halve bunder, 0,65 ha 4. hooiland in de Rijsdijk, de Rijsdijk west, voor de helft van 5 loopensaet, 0,75 ha 5. 25 Rijns guldens van partij 1 Partij 3 1. akker aan het einde van de Leijen Hoek of Laagstraat, de Laagstraat west, 9 loopensaet, 1,35 ha 2. zaailand aan den Hoge Dijk, halve bunder, 0,65 ha 3. hooiland, de andere helft van partij 2, perceel 4 4. 25 Rijns guldens van partij 1 De stede lag aan de Groenstraat. --------------------------------------- Jan Mertens de Wagemaker heeft de stede gebruikt en bewoont, en is er ook gestorven. Hij zal daar met zijn vrouw en kinderen gewoond hebben. Vanaf welk moment kan ik hier niet bepalen. Wellicht nog meer te vinden in de cohieren van het hoofdgeld. In het kadaster van 1811-1832 gekeken of ik de perceeleigenaren nog kon koppelen aan iemand van partij 1, maar dat is me niet gelukt. Hierdoor heb ik de precieze locatie niet kunnen bepalen. De percelen: gelegen aan t einde van de Laagstraat, aan de Hoge Dijk, aan de Berkenstraat, zullen dichtbij gelegen hebben. Die aan de Groenendijk, Rijsdijk en Kerckenbunder liggen wat verder weg, maar de stede blijft dan behoorlijk centraal liggen. Waar kwamen zij bij elkaar? -------------------------------- Op de kadasterkaart van 1811-1832 staat t Raadhuis aan de (protestante) kerk vast, naast de toren. Of die ook al in gebruik was toen die nog katholiek was, in 1640, als schepenbank, weet ik niet. (Kadaster Dongen 1811-1832, Sectie G, perceel 246) |
van 22-04-1655 tot 25-01-1655 | RAT Schepenbank Dongen RA 104, pagina 202v-204v, scanpagina 232-233-234, 22 en 25 april 1655, verkoopakte van uitgedolven moergronden gelegen op Cleijn Dongen De verkoop bestaat uit 2 akten, van donderdag 22 april en zondag 25 april. De akte van 22 april 1655: ------------------------------- Anthonis Merten Jan Mertens, als man ende voight van Lijntjen Adriaen Mertens, waarvoor hij hem sterck maeckende. Claes Peeter Peeter Bressers voor hem selve ende beneffens Peeter Peeter Cleijs Bressers, sijne vader, hem noch sterck maeckende voor Cornelis ende Wouter Peeter Peeter Bressers, sijne broeders, daer respective moeder af was Dingna Adriaen Mertens Peeter Peeter Jan Luijcken soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Adriaen, sijnen broeder, ende moeder af was Eeltjen Adriaen Mertens tsamen voor een derde part in t derde part Jan Jan Jan Claes Brebers, hem sterck maeckende als vervanger voor Jan Jan Jansen, mits sijn sreckte mondelinge gelast sijn Jan Joost Roeloftsen, als mondelinge lasthebber ende hem sterck maeckende voor Anneken Jan Cleijs Brebers, Jan Claes Jan Cleijs Brebers, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Cornelis Claes, sijne broeder tsamen erfgenaemen van Jenneken Jan Adriaen Wagemaecker Sijken Wouter janssen, weduwe van Cornelis Govaert Willemen, geassisteert met Wijnant Adriaen Vennemans, als haeren gecoren voight. Desselven Wijnant Adriaen Jacobs voor hem selven, en hem sterck maeckende voor de vier weeskinderen van Jan Adriaen Vennemans, daer moeder ende grootmoeder af was Lesken Jan Adriaens Wagemaecker. Jenneken Peeter Jan de Wagemaecker, getrouwt met Cornelis Jan Verhoeven, geassisteert, mits de absentie van haerdere man, met Wijnant Adriaen Vennemans, haeren gecoren voight in desen. Soo voor haer selven, als haer sterck maeckende voor Peerken Peeter Jan Wagemaecker, woonende in Vlaanderen, haere suster tsamen voor een derde part. Peeter Janssen int Broeck, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende en in desen vervangende voor de twee weeskinderen van Merten Janssen int Broeck, erfgenaemen van Maeijken Mertens tsamen voor een vierde part in een derde part. Respective van anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden, vercoft omme af Jan Adriaen Janssen voor de twee derde part ende Peeter Geerit Anthonissen voor een derde part, respective ieder sijn gedeelte in anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden lant, liggende in henne stede ende goeden op Cleijn (Dongen), streckende van rijvel (?) tot sijne hoogheits Vaert toe, Adriaen Symonssen Coppelaers erfgenaemen suijt, ende hen cooperen andere erftve noort Te vrijen etc, commerloos preter Heeren chijns Gevest Actum 22 april 1655 Present Sijnenbuijck, van Loon, Wouter Janssen Ruijsenaer, schepenen De akte van 25 april 1655: ------------------------------- Merten Merten Jan Mertens, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Cornelis Merten de Wagemaecker, Lesken, sijne suster met Jan Crijnen, Maeijcken, sijne suster Saliger van Jan Gijsbrechts tsamen voor een vierde part int derde part Peeter Jan Peeterssen Brecht (?) soo voor hem selven, ende als uijtgerecht hebbende Rochus ende Marinus, sijne broeders, ende Martini, sijne suster, getrouwt Corstiaen Schalcken, voor gelijcke vierde part in derde part van derde part van anderhalf roede Anthonis Bernaert Driessen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende voor Maeijken, sijne suster ende Claes Thomassen, haeren man, tsamen de helft van gelijcke vierde part in derde part van derde part van anderhalft roede voorsegd. Symon Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende ende bij desen vervanger voor Adriaen, Jan en Willem, sijne broeders, Neeltjen, sijne suster met Roelof Huijbrechts Roeloftsen, haeren man ende voor Jenneken, sijne suster met Peeter Wilborts, haeren man, daer moeder af was Eeltgen Jan Merten de Wagemaecker. Tsamen voor een vierde part in t derde part van ’t derde part van anderhalf roede. ende hem sterck maeckende voor ’t weeskint van daer grootmoeder af was Maeijken Jan Mertens voor gelijcke een vierde part in t derde part van ’t derde part van anderhalf roeden gronden. Ende sijde de comparanten voorgenoemd elck in de qualiteijt voorsegd vercoft te hebben omme .. Jan Adriaen Janssen voor de twee derde part ende Peeter Geerit Anthonissen voor voorst. derde part, elck sijn gedeelte voorsegd in anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden, nu lant, liggende op Cleijn Dongen, in henne stede streckende int geheel van trijvel tot sijnen Hoogheijts Vaert toe. Adriaen Symons erfgenaemen, nu Jan Lenaerts, suijt, ende sijne cooperen erftun noort Vrij commerloos, preter Heeren chijns Gevest etc. Actum 25 april 1655. Puts. Fijnenbuijck ende Van loon Schepenen. ---------------------------------------------------------------------------------------------- Het gaat om de verkoop van uitgedolven moergrond (de turf is gestoken) met een breedte van 1 1/2 roede. Volgens https://www.meertens.knaw.nl/mgw/maat/9 werd bijvoorbeeld in ’s Gravenmoer gerekend met de Brabantse roede van 5,69m. Voor deze gronden ging het dan om een breedte van 8,535m. Aan het eind van de 2e akte staat dat het nu land is. Het land strekte zich uit van Trijvel of ’t Rijvel tot de (Hoogheids) Vaart. De Vaart kunnen we nog wel vinden, maar ik weet niet waar ik Trijvel of t Rijvel moet zoeken. ------------------------------------------------------------------------------------------- Een hele lijst van verkopers, over 2 akten, en 2 dagen verdeeld. Bij de eerste akte zijn de verkopers met 10 present, de tweede keer met 4. Hoe zit t met die verdeling? ------------------------------- Er is in de 1e akte gesproken van a. 1/3 part in 1/3 part: voor Lijntje, erfg. Digna en erfg. Eeltjen Adriaen Mertens b. 1/3 part: voor erfg. Jenneken Jan Adriaen de Wagemaecker, erfg. Lesken Jan Adriaen de Wagemaecker, Jenneken Peeter Jan de Wagemaecker, Peerken Peter Jan de Wagemaecker c. 1/4 part in 1/3 part: voor Maeijken Mertens (niet preciezer aangeduid) In de 2e van: d. 1/4 part in 1/3 part: voor erfg. Merten Jan Merten de Wagemaecker e. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor Peeter Jan Peetersen, Rochus, Martini f. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor Anthonis Bernaert Driessen en Maeijken g. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor erfg. Eeltjen Jan Merten de Wagemaker h. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor erfg. Maeijken Jan Merten de Wagemaker Bij e en f is tussengevoegd het laatste deel, ofwel in 1/3e part. Bij g en h staat het er direct. Vreemd dat bij d. Meerten het part anders zou zijn dan bij g. Eeltje en h. Maeijken. Zij zijn alle kinderen van Jan Merten Adriaen de Wagemaecker. Lijkt me niet correct beschreven. Bij wie e en f horen in de relatie naar De Wagemaker is niet duidelijk. Bij b gaat het om 1/3 part. Dit zijn (klein) kinderen Jan Adriaan Jans de Wagemaker. Niet genoemd zijn Adriaenken, Adriaen, en Jan. Bij a gaat het om (klein) kinderen van Adriaen Merten Adriaen Jans de Wagemaecker en bij d, g en h om (klein) kinderen van Jan Merten Adriaen Jans de Wagemaecker. Niet genoemd zijn Adriaenken, Marijnken, Jenneken en Lijsken. Zij zijn een generatie eerder gezien van Merten Adriaen Jans de Wagemaecker, een broer van Jan. Zouden met zijn allen goed moeten zijn voor 1/3 part. Dat betekent dat van nog een zoon of dochter van Adriaen Jans de Wagemaker, er erfgenamen zijn die meedelen. Die zouden dan van c, e of f moeten komen. Wie kan de zoon of dochter geweest zijn? Peeter (met 5 kinderen), Roelof (met 5 kinderen) of Cornelia? En waarom delen ze niet alle mee? Het lijkt te gaan om 3 kinderen van Adriaen Jans de Wagemaker. De moergronden waren blijkbaar nog niet verdeeld. De kopers Jan Adriaen Jansen en Peeter Geerit Anthonissen willen de grond naast die van hun erf erbij kopen, en nu moet wel nagegaan worden van wie de grond is. Dan moet in dit geval ver terug in de tijd gegaan worden. Ter illustratie: Jenneke Aert Adriaen Jan Aerts (geboren 1619), is een dochter van Eeltjen Jan Mertens de Wagemaecker, en zij is een dochter van Jan Mertens Adriaen de Wagemaecker, en hij is een zoon van Meerten Adriaen Jans de Wagemaecker en hij is een zoon van Adriaen Jans de Wagemaecker ------------------------------------------------------------------------------------------- |
31-10-1664 | Oosteind, Oosterhout (Dit is vermeld bij de geboorte van Maria) |
van 28-03-1674 tot 26-02-1677 | Schepen (In de jaren 1675 en 1676 zijn geen andere schepenen vermeld. Waarschijnlijk betekent dit dat de aanstelling van 1674 nog steeds van kracht is.) | |||
van 14-06-1675 tot 31-03-1678 | Schepen der vrijheid en heerlijkheid Oosterhout (Peter komt in deze periode vaak voor als schepen bij de ondertrouw en trouw. Een enkele keer aangeduid als Peter Willeboirts van Son, zoals op 11 januari 1676, een enkele keer als Peeter van Son, op 4 februari 1678, maar meestal kortweg als Van Son. Een afbeelding van 11 januari 1676 is bijgevoegd.) |
|||
van 26-02-1677 tot 29-07-1678 | Schepen (Voor de begin- en einddatum de eedafname aangehouden) |
01-12-1659 | RAT Notariële akte Oosterhout Inventaris 21 folio 69, 70 scan 84-85, ten kantore van notaris Adriaen Ruijssenaers, 1 december 1659 Willem Aert Adriaensen heeft aan zijn broer Jan Aert Adriaensen zijn gerechte 1/5 part van zijn vader Aert Adriaen Jan Aerts in de stede voor de som vn 270 gulden. Het bedrag zal in 3 termijnen betaald worden. 1/3 bij de vest, het 2e deel het jaar daarop e het laatste deel het jaar daarop. Willem verklaart ook dat hij moergronden onder Dongen voor 5 guden verkocht heeft aan zijn broer en aan Peeter Wilberts van Son (getrouwd met zijn zus Jenneken). Ondertekenen: Willem, Jan, en Peeter, als ook de getuigen Antonis Adriaen Ruijssenaers (waarschijnlijk de zoon van de notaris) en Joost joosten van Bael Op 4 februari 1664 verklaart en ondertekent Willem dat alles betaald is. |
|||
20-11-1662 | RAT Notaris Adriaaen Ruijssenaers - Oosterhout - inventarisnummer 30, akte 5, scanpagina 19 - 20 november 1662 en 30 december 1662 Claes Cornelissen van den Corput wil de helft van een bunder weiland ongedeeld verkopen aan Adriaen Adriaen Matheeus Wagemacker en de weeskinderen van Jan Wilbrechts van Son. Het weiland ligt aan de Regte Dijk (dat was de westelijke dijk van de Willemspolder onder Oosterhout. Die komt al voor in 1415. Het Regte Gat was het water waar het voor een groot deel parallel aan liep, anno 2020 langs de A27, ter hoogte van of gelijk aan de geluidswal). Voor de weeskinderen zijn aanwezig de voogd Embrecht Cornelis Claes Embrechts en de toeziender Peeter Wilbert van Son (hun oom). Ze betalen er 525 gulden voor en zullen betalen in 3 termijnen. Het noordelijke deel zal voor Adriaen zijn, en het zuidelijke voor de weeskinderen. Op 30 december heeft Claes het perceel gevest en ontvangt de eerste termijn. De weeskinderen moeten aan Adriaen 11 gulden betalen omdat het zuidelijk deel iets groter blijkt te zijn. De koop gaat om een halve bunder, ongeveer 50 bij 100m, ofwel een voetbalveld. In tweeën gedeeld krijgt ieder een half voetbalveld. Het gaat hier zeer waarschijnlijk om Adriaentje, Maria en Teuntje. Waarom vader Jan het perceel niet zelf koopt, weet ik niet. Hij hertrouwt in 1672. |
19-01-1619 | RAT Schepenbank Oosterhout Inv. 295 Protocol later, register van vesten en opdrachten 1619-1624, folio 4v en 5v en r, 19 januari 1619 "Compareerde Wilbort Jan Wilborts, weduwnaar van wijlen Godela Peter Jan Peter Cnapen saliger ter eenre, Jacob Peter Jan Peter Cnapen als moederlijke oom en voogd en Symon Jan Wilborts als vaderlijke oom en toesiender van Jan, Peter en Marten, onbejaerde kinderen van voorsegde Wilbort Jan Wilborts ende Godela Peter Jan Peter Cnapen saliger ter andere zijde. Ende verklaarden en bekenden partijen voorsegd, onderling in goede vriendschappen te zijn overcomen en veraccordeert van en aangaande goederen zoo erfelijke en haefelijcke, actien, schulden en crediten, die de voorsegde Godela Peter Jan Peter Cnapen saliger achtergelaten en mette dood geruimd heeft en die bij de voorsegde erfgenamen enigszins geeist zouden mogen wesen, geen ervan uitgezonderd, en dat in de forme en op de conditien naerbeschreven. Te weten zal de voorsegde Wilbort Jan Wilborts schuldig gehoude zijn, gelijk hij oet geloefe mits desen, zijne drie kinderen voornoemd, eerlijk ende tamelijk te alimenteren en onderhouden van eten en drincken, klederen. .ullen, en sijnde ziek en gezond, ende voorts alle desselve nooddruftigheden te verzorgen, gelijk een goede vader zijne kinderen schuldig is en behoort te doen, en dat bij tijd en wijlen toe, de vorsegde kinderen respectieve 18 jaren out zullen geworden zijn. Dat deser .. te laten gaen om te leren lezen ende schrijven. Voor eerlijke alimentatie en onderhoudingen, den voorsegden Wilbort Jan Wilborts zal blijven behouden, .... en erffelijcke alle deselve goederen voorsegd zoo erfelijkce als haefelijcke. actien en crediten, schulden, zo profijten en onprofijten, hoedanig die zelve goederen en schulden zouden mogene wesendie de voorsegde Godela achtergelaten heeft. Behalve en uitgezonderd de buijnder zaailand gelegen in de Langhe Ackers, Peter Claes Adriaensen oost, de Buijnderstege zuid, Peter Godert Adrianensen west en noord. Vrij behalve helen chijns. Nog ontrekt de half buijnder zaailand alsvoor gelegen, de erfgenamen Peter Stoffels, de Buijnderstege zuid, Mayken Peter Cnapen noord, de weeskinderen van Adriaen Thomas Goverts west. Vrij met helen chijns. Welke 2 percelen, de voorsegde Wilbort Jan Wilborts zal gebruiken gedurende deze onderhoudingen." Het volgende deel van de akte kan ik slechter lezen. Wat ik er uit op maak: Bij het bereiken van de leeftijd van 18 jaar komen deze percelen terug bij de kinderen. Zij krijgen dan ook ieder 550 rijns gulden. De voogd en toesiender zien toe op het juist uitvoeren van de afspraken. Wilbort heeft hieraan verbonden, zijn persoon en zijn roerende en onroerende goederen waaronder een stede, huijs en erve te Uijlendonk, waar hij nu woont. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- In deze akte is Godela Peter Jan Peter Cnapen genoemd, de eerste vrouw van Wilbort Jan Wilborts genoemd met hun nog in leven zijnde kinderen Jan, Peter en Marten. Andreas, geboren op 10 juni 1617 zal jong gestorven zijn. Godela zal tussen 10 juni 1617 en 19 januari 1619 overleden zijn. Wilbort hertrouwt op 7 juli 1620. De kinderen Jan, Peter en Marten zullen nog jong geweest zijn. Bij de aanname van een geboorte van 1611, 1613 en 1615, dan zijn zij 9, 7 en 5. In ieder geval nog jonge kinderen. Voordat hij hertrouwt, zal hun opvoeding en erfenis met deze akte geregeld worden. 2 percelen zaailand liggen aan de Bundersteeg. Die bestaat anno 2021 nog steeds. Zie de bijgevoegde GoogleMaps afbeelding en die van het kadaster van 1811-1832, Sectie F03. De naam Lange Ackers heb ik niet kunnen vinden. Bij de Bundersteeg liggen wel een aantal forse percelen in de lengte op Kadaster 1811-1832, sectie F03: 771. 766. 761, 760, 756, 757, en ook 799 t/m 807). Mogelijk is daar de benaming Lange Ackers van afkomstig. De stede te Uijlendonk zal de door Wilbort gekochte van 1594 zijn. |
26-02-1670 | De gezamenlijke erfgenamen van Wilbort Janssen van Son verkopen gronden aan Jonkheer Thomas Claijpoole, rentmeester van de Koninklijke Domeinen van Z.H de Prins van Oranje in de baronie van Breda en schout van de Heerlijkheid Dongen. Het zijn 1. Jan Wilborts van Son 2. Peeter Wilborts van Son 3. Adam van der Veecken als man en voogd van Marijken Wilborts van Son 4. Dielis Adriaen Dielissen (elders ook wel Egidius Adriaen Dielissen Brouwers genoemd) als man en voogd van Adriaentje Wilborts 5. Jan Jan Joachims als man en voogd van Anthonet Wilborts 6. Margriet Wilborts van Son, geassisteert met Jan Schoonhoven, haren man en voogd (In ander handschrift later bijgeschreven) Margriet van Son gevest op 9 september 1671. De gronden zijn gelegen in de quebben van Dongen. Met kwebben is trilveen bedoeld, moerassig gebied, ontstaan na het afgraven van turf. Bij de beschrijving van de ligging is genoemd strekkende zijne Hoogheids Vaert. Mogelijk is hier de Dongense Vaert bedoeld. De naamsverklaring van Dongen-Vaart (https://www.plaatsengids.nl/dongen-vaart) is: Het dorp is genoemd naar de in 1565 of kort daarna op kosten van prins Willem van Oranje aangelegde turfvaart. Van der Aa(1) vermeldt namelijk dat blijkens een contract tussen de prins en ’s Gravenmoer van 1565 de prins toestemming verzocht "te mogen graven ende brengen een vaert ofte leije vuyt zijne moeren gelegen onder Dongen".(2) |
16-11-1672 | doop Petrus Andreas Adriaen Dielissen (geb. 1672) [zie 511,II] | [grootvader moederszijde] | ||||
22-11-1683 | kerkelijk huwelijk Meerten van Son (1649-na 1703) en Anna Henrici Verheijden | [vader bruidegom] |
![]() |
211 Wilbords Gudula - Hulleken staat doorgestreept - Petri, rk gedoopt op 17 maart 1640 in Oosterhout, dochter van Petri Wilbords en Joanna Aerden, getuigen zijn Aert Arissen en Jenneken Wilbords |
![]() |
212 Wilborden Johanna Petri, rk gedoopt op 21 januari 1646 in Oosterhout, dochter van Petri Wilborden en Johanna Aerden, getuigen zijn Simon Ariens en Antonia Peters |
07-09-1703 | Den Horst, Oosterhout |
van 07-09-1703 tot 07-08-1703 | De notaris komt bij Marten thuis in den Horst. Hij ligt ziek te bed, maar is goed van verstand en memorie. Het jongste van zijn kinderen zal uit de gemene boedel worden opgebracht tot aan zijn mondige dagen. Zijn broers Jan en Wilbort stelt hij aan als voogden, evenals Dirck Thieleman Dircken en Jan Henricx Verheijden. Als getuigen tekenen behalve Marten (tekent als Meerten Peeters van Son) Peeter Adriaensen Verdaes en Jacob Huijbertde D’Oude. Meerten is dan 54 jaar, zijn broer Wilbort 50 jaar en Jan 46. Meerten heeft het over de jongste van zijn kinderen. Hij lijkt er meer te hebben. |
![]() |
218 Wilborts Willebort Peeter, rk gedoopt in Oosterhout op 2 juni 1653, zoon van Peeter Wilborts en Jenneken Aertsen, met als doopgetuigen Adam Peeters van der Veken en Antonetteken Wilborts |
van 07-09-1703 tot 07-08-1703 | De notaris komt bij Marten thuis in den Horst. Hij ligt ziek te bed, maar is goed van verstand en memorie. Het jongste van zijn kinderen zal uit de gemene boedel worden opgebracht tot aan zijn mondige dagen. Zijn broers Jan en Wilbort stelt hij aan als voogden, evenals Dirck Thieleman Dircken en Jan Henricx Verheijden. Als getuigen tekenen behalve Marten (tekent als Meerten Peeters van Son) Peeter Adriaensen Verdaes en Jacob Huijbertde D’Oude. Meerten is dan 54 jaar, zijn broer Wilbort 50 jaar en Jan 46. Meerten heeft het over de jongste van zijn kinderen. Hij lijkt er meer te hebben. |
![]() |
219 Willeborts Joannes Petrus, rk gedoopt in Oosterhout op 26 januari 1657, zoon van Petrus Willeborts en Joanna Aerden, met als doopgetuigen Guilelmus Aerden en Cornelia Jans |
van 07-09-1703 tot 07-08-1703 | De notaris komt bij Marten thuis in den Horst. Hij ligt ziek te bed, maar is goed van verstand en memorie. Het jongste van zijn kinderen zal uit de gemene boedel worden opgebracht tot aan zijn mondige dagen. Zijn broers Jan en Wilbort stelt hij aan als voogden, evenals Dirck Thieleman Dircken en Jan Henricx Verheijden. Als getuigen tekenen behalve Marten (tekent als Meerten Peeters van Son) Peeter Adriaensen Verdaes en Jacob Huijbertde D’Oude. Meerten is dan 54 jaar, zijn broer Wilbort 50 jaar en Jan 46. Meerten heeft het over de jongste van zijn kinderen. Hij lijkt er meer te hebben. |
25-11-1681 | doop Antonia Martinus Petri van Son (geb. 1681) | [oom vaderszijde] |
31-10-1664 | Oosteind, Oosterhout (Dit is vermeld bij de geboorte van Maria) |
Groenstraat, Dongen |
31-10-1640 | RAT Schepenbank Dongen RA 101, pagina 46r, 31 oktober 1640, Erfdeling goederen van Jan Mertens de Wagemaker Compareerde voor schepenen naergenaempt: -Jan Quirijn Hessels, als man ende voight van Lijsken Merten Jan Mertens, haere man ende voight, sijne wittige huijsfrou, ende - Ghijsbrecht Jan Cornelissen, als man ende voight van Maeijken Merten Jan Mertens, sijne huijsfrou, ende - hen tsamen noch streckmaeckende ende sij er inne vervangende voor Cornelis ende Merten, gebroederen, der voorsegde Merten Jan Mertens zonen, henne swagers in de een parthije - Peeter Wilbort Janssen van Son, als man ende voight van Jenneken Aert Adriaenssen, sijne huijsfrou, ende in quailiteijt voor hem selven, ende hem mede strek maeckende en hij er inne vervangende - Jan Aert Adriaenssen sijne onmondige swager, - Adriaen Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende voor - Symon Aert Adriaenssen, sijne onmondige gebroeder, ende de voorsegde - Aert Adriaen Aertssen als vader ende voight van - Neeltken ende - Willem, sijnde Aert Adriaenssen jongste dochter ende zone, daer moeder af was - Eeltjen Jan Mertens tsamen in de tweede parthije ende - Peeter Andries Peeters, daer moeder af was -Maeijken Jan Mertens inde derde ende leste parthije alle in dijer qualiteijt als erfgenamen van Jan Merten de Wagemaecker verclaerende ende bekende met malcanderen gedeelt te hebben. in den eersten is de voorsegde Jan Quirijnen ende Jan Gijsbrechtsen, beijde in de voorsegde qualiteijt met Cornelis ende Merten gebroederen, Jan Mertens sone tsamen bevallen ende geerfdeelt - op een aen stede, groot omtrent thijen loopensaet of alsoo groot ende .. , onbegrepen de mate, als deselve gelegen in de Groenstraat alhyer, ende den voornoemden Jan Merten de Wagemaecker dyer in sijn leven bewoont ende gebruijckt heeft ende daer uijt verstorven is, sijnde vrij commerloos, preter Heeren chijns - item noch op drije loopensaet saylant of weijlant, gelegen in de Berckenstraet onder Oosterhout de Grientsteeght oost Gijsbrecht Cornelissen west Cornelis Henrick Bouwens suijt ende Aert Adriaen Aerts cum suis noort vrij preter Heeren chijns - item noch omtrent drije loopensaet hoylant, gelegen onder Oosterhout, aen de Oosterhoutsche zijde van de Groenendijck den Groenendijck oost de weduwe van Adriaen Mertens erfgenaemen west Jan Dingemans erfgenaemen suijt, ende Jan Jansen Key erfgenaemen noort, mede vrij met sijne gerechten Heeren chijns ende moet desen cavel aen de tweede naestvolgende van delen ende cluchten uijtreijcken ende in contant betaelen elck de somme van vijtigh Rijns guldens t stuck tot veertig grooten Vlaems eens. hyer tegens sijnde de voorgenoemde Peter Wilborts in de qualiteijt als voorgenoemd, ende mede voor Jan Aert Adrieansen, Adriaen Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als voor den voorsegden Symon sijnen broeder, ende Aert Adriaen Aertssen als vader ende voight van Neeltken ende Willem sijne onmondige zoon ende dochter tot behoefte der selven samen, metten blinde lotinge hen allen ende geerfdeelt. Eerst of een stuck saylants groot omtrent seste loopensaet of alsoo groot ende cleijn ombegrepen der mate als deselve, gelegen in t eijnde de Leegstraet alhyer, Adriaen Cornelis Lambrechts oost, Melis Janssen west, Adam Claes Henricx suijt, het naervolgende parchele noort Item noch een stuck saylant groot omtrent drije ende half loopensaet of alsoo groot ende cleijn is, in de Kerckenbuijnder gelegen alhyer, de erfgenaemen van Jan Henrick Rutgers oost, Peeter Peeter Meulders cum suise west, de coorsegde seste loopensaet suijt, ende Jan Claes Keijen noort Item noch op een half buijnder saylants medegelegen in t Kerckenbuijnder de voorsegde Jan Claes Keyen oost Cornelis Wijnants west Melis Jansen suijt Peeer Symons qt qua cim suis noort Item noch op ter helft van vijf loopensaets hoylants gelegen onder Oosterhout in den Rijsdijck waer af voorsegde Peeter Andries Peeters op d’ander helft metter derde loote bevallen is de Middelkae. oost de voorsegde Rijsdijck west Peeter Peeter Cleijs Bressens suijt Anthonis Wouters noort Alle de selve parchelen mede vrij commerloos preter Heeren chijns ende sal dese cavel van de voorgaende ende eerste cavel ontfangen de somme van vijentwintich Rijns guldens eens. Ende hyer tegens is de voorgenoemde Peeter Andries Peeters voor de derde ende leste cavel bevallen ende geerfdeelt Eerst op eenen acker groot omtrent negen loopensaet of alsoo groot ende cleijn ombegrepen de maete als deselve gelegen is t eijnden de Leijen Hoek of Leeghstraet alhyer, waer inne Jan Janssen Scheij met een een loopensaet een hoeck inne is gelegen t Heesterbosch, blijven tusschen de voorsegde parthijen ende erfgenaemen gemenen ende onbedeelt oost de Leeghstraet west de weeskynt van Adriaen Dyrck Anthonissen suijt Melis Janssen noort Waer op hij, Peeter, tot sijnen last neempt een loopen ende potkan rogge ’s jaers aende pastorye alhyer, dewelcke zijn uijtgaende ende staende. Op seeckere omtrent sesse loopensaet saylants, gelegen t eijnden de voorsegde Leeghstraet in de tweede cael begrepen. Maer hij, Peeter Andries Peeters, overmits de beterschap van sijnen cavel hyer op gelegen voorsegd, is tot sijnen last neempt ende gelooft deselve jaerlijcx te blijvne uijtreicken ende deselve sesse loopensaet daer .agte bevrijen. Item noch bevallen op omtrent een half buijnder saylants, gelegen aen den Hoogendijck alhyer Peeter PEeeterssen oost Cornelis Corsten west Jan Ghijsbrechts zuijt ende Theunich stedelen noort Vrij preter Heeren chijns Item noch op d’ andre helft bevallen is Ende moet daerenboven oock doende voorsegde eerste cavel in contant ontvangen de somme van vijentwintich Rijns guldens eens. Ende of gebeurde de welcke men nochtans .. dat op dese een of dese anders gedeelte eeinger commer of aen tael mochte gerijsen meer dan hen elck is aengenaempt, geloven deselve malcanderen altijd enichtsgewijs te helpen afdraegen. Met welcke schiffinghe, scheidinghe ende deijlinghe de voorsegde parthijen verclaeren .. ende enigdelijck te vreden te sijn ende verthijende over sulcx d’aen op dese anderes gedeelt naer behooren. Waer op den Schouteth gemaent ende schepenen gewesen hebben. Actum Ultima October 1640. Puts den Schouteth Jan Dyrcx et Floris Pels, schepenen. --------------------------------------------------------------------------------------------- De akte is eind 2020 online gekomen. Met dank aan Jan van den Bergh van Doekefkes.nl voor wat eerder al te zien was op zijn site: Jan Mertens de Wagemaker - overleden 1636 als vader 1. Zoon Merten Jan Mertens ----------- Merten Merten Jan Mertens als kleinkind ----------- Maeijken Merten Jan Mertens als kleinkind, getrouwd met Jan Gijsbert Jan Cornelis, overleden voor of in 1655 ----------- Cornelis Merten Jan Mertens als kleinkind ----------- Lesken Merten Jan Mertens als kleinkind, getrouwd met Joannes Crijn Hessels (in de acte Jan Quirijn Hessels genoemd) 2. Dochter Eeltje Jan Mertens de Wagemaker, getrouwd met Aert Adriaen Jan Aerts (in de acte genoemd Aert Adriaen Aertssen) ----------- Adriaan Aert Adriaens, reeds mondig ----------- Jenneke Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, getrouwd met Peter Wilborts van Son ----------- Jan Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Symon Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Willem Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig (jongste zoon) ----------- Neeltje Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind (Cornelia), onmondig (jongste dochter) 3. Dochter Maeijken Jan Mertens de Wagemaker overleden voor of in 1640, getrouwd met Andries Peeters ----------- Peeter Andries Peeters als kleinkind Door loting verdelen zij de erfenis van Jan Mertens de Wagemaecker. De 3 kinderen zelf lijken niet meer in leven te zijn. Wie zijn er: ------------ 1. Jan Crijn Hessels, man van kleinkind Lesken (partij 1) 2. Ghijsbrecht Cornelissen, man van kleinkind Maeijken (partij 1) 3. Peeter Wilbort Jansen van Son, man van kleinkind Jenneke (partij 2) 4. Aert Adriaen Aertsen, man van overleden dochter Eeltje (partij 2) 5. Adriaen Aert Adriaensen, kleinzoon (partij 2) 6. Peeter Andries Peeters, kleinzoon (partij 3) Van de schepenbank zijn de schouteth Jan Dyrcx en schepen Floris Pels er bij. Wat komt uit de loting: -------------------------- Partij 1 1. stede aan de Groenstraat in Dongen, 10 loopensaet, 1.5 ha 2. zaai- of weiland aan de Berkenstraat onder Oosterhout, de Griendsteeg oost, 3 loopensaet, 0,5 ha 3. hooiland aan de Oosterhoutse zijde van de Groenendijk, de Groenendijk oost, 3 loopensaet, 0,5 ha 4. 25 Rijns guldens aan elke andere partij contant te betalen Partij 2 1. zaailand op het einde van de Laagstraat, 6 loopensaet, 1 ha 2. zaailand in de Kerckenbunder, 3 loopensaet, 0,5 ha 3. zaailand in de Kerckenbunder, halve bunder, 0,65 ha 4. hooiland in de Rijsdijk, de Rijsdijk west, voor de helft van 5 loopensaet, 0,75 ha 5. 25 Rijns guldens van partij 1 Partij 3 1. akker aan het einde van de Leijen Hoek of Laagstraat, de Laagstraat west, 9 loopensaet, 1,35 ha 2. zaailand aan den Hoge Dijk, halve bunder, 0,65 ha 3. hooiland, de andere helft van partij 2, perceel 4 4. 25 Rijns guldens van partij 1 De stede lag aan de Groenstraat. --------------------------------------- Jan Mertens de Wagemaker heeft de stede gebruikt en bewoont, en is er ook gestorven. Hij zal daar met zijn vrouw en kinderen gewoond hebben. Vanaf welk moment kan ik hier niet bepalen. Wellicht nog meer te vinden in de cohieren van het hoofdgeld. In het kadaster van 1811-1832 gekeken of ik de perceeleigenaren nog kon koppelen aan iemand van partij 1, maar dat is me niet gelukt. Hierdoor heb ik de precieze locatie niet kunnen bepalen. De percelen: gelegen aan t einde van de Laagstraat, aan de Hoge Dijk, aan de Berkenstraat, zullen dichtbij gelegen hebben. Die aan de Groenendijk, Rijsdijk en Kerckenbunder liggen wat verder weg, maar de stede blijft dan behoorlijk centraal liggen. Waar kwamen zij bij elkaar? -------------------------------- Op de kadasterkaart van 1811-1832 staat t Raadhuis aan de (protestante) kerk vast, naast de toren. Of die ook al in gebruik was toen die nog katholiek was, in 1640, als schepenbank, weet ik niet. (Kadaster Dongen 1811-1832, Sectie G, perceel 246) |
van 22-04-1655 tot 25-04-1655 | RAT Schepenbank Dongen RA 104, pagina 202v-204v, scanpagina 232-233-234, 22 en 25 april 1655, verkoopakte van uitgedolven moergronden gelegen op Cleijn Dongen De verkoop bestaat uit 2 akten, van donderdag 22 april en zondag 25 april. De akte van 22 april 1655: ------------------------------- Anthonis Merten Jan Mertens, als man ende voight van Lijntjen Adriaen Mertens, waarvoor hij hem sterck maeckende. Claes Peeter Peeter Bressers voor hem selve ende beneffens Peeter Peeter Cleijs Bressers, sijne vader, hem noch sterck maeckende voor Cornelis ende Wouter Peeter Peeter Bressers, sijne broeders, daer respective moeder af was Dingna Adriaen Mertens Peeter Peeter Jan Luijcken soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Adriaen, sijnen broeder, ende moeder af was Eeltjen Adriaen Mertens tsamen voor een derde part in t derde part Jan Jan Jan Claes Brebers, hem sterck maeckende als vervanger voor Jan Jan Jansen, mits sijn sreckte mondelinge gelast sijn Jan Joost Roeloftsen, als mondelinge lasthebber ende hem sterck maeckende voor Anneken Jan Cleijs Brebers, Jan Claes Jan Cleijs Brebers, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Cornelis Claes, sijne broeder tsamen erfgenaemen van Jenneken Jan Adriaen Wagemaecker Sijken Wouter janssen, weduwe van Cornelis Govaert Willemen, geassisteert met Wijnant Adriaen Vennemans, als haeren gecoren voight. Desselven Wijnant Adriaen Jacobs voor hem selven, en hem sterck maeckende voor de vier weeskinderen van Jan Adriaen Vennemans, daer moeder ende grootmoeder af was Lesken Jan Adriaens Wagemaecker. Jenneken Peeter Jan de Wagemaecker, getrouwt met Cornelis Jan Verhoeven, geassisteert, mits de absentie van haerdere man, met Wijnant Adriaen Vennemans, haeren gecoren voight in desen. Soo voor haer selven, als haer sterck maeckende voor Peerken Peeter Jan Wagemaecker, woonende in Vlaanderen, haere suster tsamen voor een derde part. Peeter Janssen int Broeck, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende en in desen vervangende voor de twee weeskinderen van Merten Janssen int Broeck, erfgenaemen van Maeijken Mertens tsamen voor een vierde part in een derde part. Respective van anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden, vercoft omme af Jan Adriaen Janssen voor de twee derde part ende Peeter Geerit Anthonissen voor een derde part, respective ieder sijn gedeelte in anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden lant, liggende in henne stede ende goeden op Cleijn (Dongen), streckende van rijvel (?) tot sijne hoogheits Vaert toe, Adriaen Symonssen Coppelaers erfgenaemen suijt, ende hen cooperen andere erftve noort Te vrijen etc, commerloos preter Heeren chijns Gevest Actum 22 april 1655 Present Sijnenbuijck, van Loon, Wouter Janssen Ruijsenaer, schepenen De akte van 25 april 1655: ------------------------------- Merten Merten Jan Mertens, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Cornelis Merten de Wagemaecker, Lesken, sijne suster met Jan Crijnen, Maeijcken, sijne suster Saliger van Jan Gijsbrechts tsamen voor een vierde part int derde part Peeter Jan Peeterssen Brecht (?) soo voor hem selven, ende als uijtgerecht hebbende Rochus ende Marinus, sijne broeders, ende Martini, sijne suster, getrouwt Corstiaen Schalcken, voor gelijcke vierde part in derde part van derde part van anderhalf roede Anthonis Bernaert Driessen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende voor Maeijken, sijne suster ende Claes Thomassen, haeren man, tsamen de helft van gelijcke vierde part in derde part van derde part van anderhalft roede voorsegd. Symon Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende ende bij desen vervanger voor Adriaen, Jan en Willem, sijne broeders, Neeltjen, sijne suster met Roelof Huijbrechts Roeloftsen, haeren man ende voor Jenneken, sijne suster met Peeter Wilborts, haeren man, daer moeder af was Eeltgen Jan Merten de Wagemaecker. Tsamen voor een vierde part in t derde part van ’t derde part van anderhalf roede. ende hem sterck maeckende voor ’t weeskint van daer grootmoeder af was Maeijken Jan Mertens voor gelijcke een vierde part in t derde part van ’t derde part van anderhalf roeden gronden. Ende sijde de comparanten voorgenoemd elck in de qualiteijt voorsegd vercoft te hebben omme .. Jan Adriaen Janssen voor de twee derde part ende Peeter Geerit Anthonissen voor voorst. derde part, elck sijn gedeelte voorsegd in anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden, nu lant, liggende op Cleijn Dongen, in henne stede streckende int geheel van trijvel tot sijnen Hoogheijts Vaert toe. Adriaen Symons erfgenaemen, nu Jan Lenaerts, suijt, ende sijne cooperen erftun noort Vrij commerloos, preter Heeren chijns Gevest etc. Actum 25 april 1655. Puts. Fijnenbuijck ende Van loon Schepenen. ---------------------------------------------------------------------------------------------- Het gaat om de verkoop van uitgedolven moergrond (de turf is gestoken) met een breedte van 1 1/2 roede. Volgens https://www.meertens.knaw.nl/mgw/maat/9 werd bijvoorbeeld in ’s Gravenmoer gerekend met de Brabantse roede van 5,69m. Voor deze gronden ging het dan om een breedte van 8,535m. Aan het eind van de 2e akte staat dat het nu land is. Het land strekte zich uit van Trijvel of ’t Rijvel tot de (Hoogheids) Vaart. De Vaart kunnen we nog wel vinden, maar ik weet niet waar ik Trijvel of t Rijvel moet zoeken. ------------------------------------------------------------------------------------------- Een hele lijst van verkopers, over 2 akten, en 2 dagen verdeeld. Bij de eerste akte zijn de verkopers met 10 present, de tweede keer met 4. Hoe zit t met die verdeling? ------------------------------- Er is in de 1e akte gesproken van a. 1/3 part in 1/3 part: voor Lijntje, erfg. Digna en erfg. Eeltjen Adriaen Mertens b. 1/3 part: voor erfg. Jenneken Jan Adriaen de Wagemaecker, erfg. Lesken Jan Adriaen de Wagemaecker, Jenneken Peeter Jan de Wagemaecker, Peerken Peter Jan de Wagemaecker c. 1/4 part in 1/3 part: voor Maeijken Mertens (niet preciezer aangeduid) In de 2e van: d. 1/4 part in 1/3 part: voor erfg. Merten Jan Merten de Wagemaecker e. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor Peeter Jan Peetersen, Rochus, Martini f. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor Anthonis Bernaert Driessen en Maeijken g. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor erfg. Eeltjen Jan Merten de Wagemaker h. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor erfg. Maeijken Jan Merten de Wagemaker Bij e en f is tussengevoegd het laatste deel, ofwel in 1/3e part. Bij g en h staat het er direct. Vreemd dat bij d. Meerten het part anders zou zijn dan bij g. Eeltje en h. Maeijken. Zij zijn alle kinderen van Jan Merten Adriaen de Wagemaecker. Lijkt me niet correct beschreven. Bij wie e en f horen in de relatie naar De Wagemaker is niet duidelijk. Bij b gaat het om 1/3 part. Dit zijn (klein) kinderen Jan Adriaan Jans de Wagemaker. Niet genoemd zijn Adriaenken, Adriaen, en Jan. Bij a gaat het om (klein) kinderen van Adriaen Merten Adriaen Jans de Wagemaecker en bij d, g en h om (klein) kinderen van Jan Merten Adriaen Jans de Wagemaecker. Niet genoemd zijn Adriaenken, Marijnken, Jenneken en Lijsken. Zij zijn een generatie eerder gezien van Merten Adriaen Jans de Wagemaecker, een broer van Jan. Zouden met zijn allen goed moeten zijn voor 1/3 part. Dat betekent dat van nog een zoon of dochter van Adriaen Jans de Wagemaker, er erfgenamen zijn die meedelen. Die zouden dan van c, e of f moeten komen. Wie kan de zoon of dochter geweest zijn? Peeter (met 5 kinderen), Roelof (met 5 kinderen) of Cornelia? En waarom delen ze niet alle mee? Het lijkt te gaan om 3 kinderen van Adriaen Jans de Wagemaker. De moergronden waren blijkbaar nog niet verdeeld. De kopers Jan Adriaen Jansen en Peeter Geerit Anthonissen willen de grond naast die van hun erf erbij kopen, en nu moet wel nagegaan worden van wie de grond is. Dan moet in dit geval ver terug in de tijd gegaan worden. Ter illustratie: Jenneke Aert Adriaen Jan Aerts (geboren 1619), is een dochter van Eeltjen Jan Mertens de Wagemaecker, en zij is een dochter van Jan Mertens Adriaen de Wagemaecker, en hij is een zoon van Meerten Adriaen Jans de Wagemaecker en hij is een zoon van Adriaen Jans de Wagemaecker ------------------------------------------------------------------------------------------- |
26-01-1657 | doop Jan van Son (geb. 1657) [zie 1023,VI] | [grootmoeder moederszijde] |
31-10-1640 | RAT Schepenbank Dongen RA 101, pagina 46r, 31 oktober 1640, Erfdeling goederen van Jan Mertens de Wagemaker Compareerde voor schepenen naergenaempt: -Jan Quirijn Hessels, als man ende voight van Lijsken Merten Jan Mertens, haere man ende voight, sijne wittige huijsfrou, ende - Ghijsbrecht Jan Cornelissen, als man ende voight van Maeijken Merten Jan Mertens, sijne huijsfrou, ende - hen tsamen noch streckmaeckende ende sij er inne vervangende voor Cornelis ende Merten, gebroederen, der voorsegde Merten Jan Mertens zonen, henne swagers in de een parthije - Peeter Wilbort Janssen van Son, als man ende voight van Jenneken Aert Adriaenssen, sijne huijsfrou, ende in quailiteijt voor hem selven, ende hem mede strek maeckende en hij er inne vervangende - Jan Aert Adriaenssen sijne onmondige swager, - Adriaen Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende voor - Symon Aert Adriaenssen, sijne onmondige gebroeder, ende de voorsegde - Aert Adriaen Aertssen als vader ende voight van - Neeltken ende - Willem, sijnde Aert Adriaenssen jongste dochter ende zone, daer moeder af was - Eeltjen Jan Mertens tsamen in de tweede parthije ende - Peeter Andries Peeters, daer moeder af was -Maeijken Jan Mertens inde derde ende leste parthije alle in dijer qualiteijt als erfgenamen van Jan Merten de Wagemaecker verclaerende ende bekende met malcanderen gedeelt te hebben. in den eersten is de voorsegde Jan Quirijnen ende Jan Gijsbrechtsen, beijde in de voorsegde qualiteijt met Cornelis ende Merten gebroederen, Jan Mertens sone tsamen bevallen ende geerfdeelt - op een aen stede, groot omtrent thijen loopensaet of alsoo groot ende .. , onbegrepen de mate, als deselve gelegen in de Groenstraat alhyer, ende den voornoemden Jan Merten de Wagemaecker dyer in sijn leven bewoont ende gebruijckt heeft ende daer uijt verstorven is, sijnde vrij commerloos, preter Heeren chijns - item noch op drije loopensaet saylant of weijlant, gelegen in de Berckenstraet onder Oosterhout de Grientsteeght oost Gijsbrecht Cornelissen west Cornelis Henrick Bouwens suijt ende Aert Adriaen Aerts cum suis noort vrij preter Heeren chijns - item noch omtrent drije loopensaet hoylant, gelegen onder Oosterhout, aen de Oosterhoutsche zijde van de Groenendijck den Groenendijck oost de weduwe van Adriaen Mertens erfgenaemen west Jan Dingemans erfgenaemen suijt, ende Jan Jansen Key erfgenaemen noort, mede vrij met sijne gerechten Heeren chijns ende moet desen cavel aen de tweede naestvolgende van delen ende cluchten uijtreijcken ende in contant betaelen elck de somme van vijtigh Rijns guldens t stuck tot veertig grooten Vlaems eens. hyer tegens sijnde de voorgenoemde Peter Wilborts in de qualiteijt als voorgenoemd, ende mede voor Jan Aert Adrieansen, Adriaen Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als voor den voorsegden Symon sijnen broeder, ende Aert Adriaen Aertssen als vader ende voight van Neeltken ende Willem sijne onmondige zoon ende dochter tot behoefte der selven samen, metten blinde lotinge hen allen ende geerfdeelt. Eerst of een stuck saylants groot omtrent seste loopensaet of alsoo groot ende cleijn ombegrepen der mate als deselve, gelegen in t eijnde de Leegstraet alhyer, Adriaen Cornelis Lambrechts oost, Melis Janssen west, Adam Claes Henricx suijt, het naervolgende parchele noort Item noch een stuck saylant groot omtrent drije ende half loopensaet of alsoo groot ende cleijn is, in de Kerckenbuijnder gelegen alhyer, de erfgenaemen van Jan Henrick Rutgers oost, Peeter Peeter Meulders cum suise west, de coorsegde seste loopensaet suijt, ende Jan Claes Keijen noort Item noch op een half buijnder saylants medegelegen in t Kerckenbuijnder de voorsegde Jan Claes Keyen oost Cornelis Wijnants west Melis Jansen suijt Peeer Symons qt qua cim suis noort Item noch op ter helft van vijf loopensaets hoylants gelegen onder Oosterhout in den Rijsdijck waer af voorsegde Peeter Andries Peeters op d’ander helft metter derde loote bevallen is de Middelkae. oost de voorsegde Rijsdijck west Peeter Peeter Cleijs Bressens suijt Anthonis Wouters noort Alle de selve parchelen mede vrij commerloos preter Heeren chijns ende sal dese cavel van de voorgaende ende eerste cavel ontfangen de somme van vijentwintich Rijns guldens eens. Ende hyer tegens is de voorgenoemde Peeter Andries Peeters voor de derde ende leste cavel bevallen ende geerfdeelt Eerst op eenen acker groot omtrent negen loopensaet of alsoo groot ende cleijn ombegrepen de maete als deselve gelegen is t eijnden de Leijen Hoek of Leeghstraet alhyer, waer inne Jan Janssen Scheij met een een loopensaet een hoeck inne is gelegen t Heesterbosch, blijven tusschen de voorsegde parthijen ende erfgenaemen gemenen ende onbedeelt oost de Leeghstraet west de weeskynt van Adriaen Dyrck Anthonissen suijt Melis Janssen noort Waer op hij, Peeter, tot sijnen last neempt een loopen ende potkan rogge ’s jaers aende pastorye alhyer, dewelcke zijn uijtgaende ende staende. Op seeckere omtrent sesse loopensaet saylants, gelegen t eijnden de voorsegde Leeghstraet in de tweede cael begrepen. Maer hij, Peeter Andries Peeters, overmits de beterschap van sijnen cavel hyer op gelegen voorsegd, is tot sijnen last neempt ende gelooft deselve jaerlijcx te blijvne uijtreicken ende deselve sesse loopensaet daer .agte bevrijen. Item noch bevallen op omtrent een half buijnder saylants, gelegen aen den Hoogendijck alhyer Peeter PEeeterssen oost Cornelis Corsten west Jan Ghijsbrechts zuijt ende Theunich stedelen noort Vrij preter Heeren chijns Item noch op d’ andre helft bevallen is Ende moet daerenboven oock doende voorsegde eerste cavel in contant ontvangen de somme van vijentwintich Rijns guldens eens. Ende of gebeurde de welcke men nochtans .. dat op dese een of dese anders gedeelte eeinger commer of aen tael mochte gerijsen meer dan hen elck is aengenaempt, geloven deselve malcanderen altijd enichtsgewijs te helpen afdraegen. Met welcke schiffinghe, scheidinghe ende deijlinghe de voorsegde parthijen verclaeren .. ende enigdelijck te vreden te sijn ende verthijende over sulcx d’aen op dese anderes gedeelt naer behooren. Waer op den Schouteth gemaent ende schepenen gewesen hebben. Actum Ultima October 1640. Puts den Schouteth Jan Dyrcx et Floris Pels, schepenen. --------------------------------------------------------------------------------------------- De akte is eind 2020 online gekomen. Met dank aan Jan van den Bergh van Doekefkes.nl voor wat eerder al te zien was op zijn site: Jan Mertens de Wagemaker - overleden 1636 als vader 1. Zoon Merten Jan Mertens ----------- Merten Merten Jan Mertens als kleinkind ----------- Maeijken Merten Jan Mertens als kleinkind, getrouwd met Jan Gijsbert Jan Cornelis, overleden voor of in 1655 ----------- Cornelis Merten Jan Mertens als kleinkind ----------- Lesken Merten Jan Mertens als kleinkind, getrouwd met Joannes Crijn Hessels (in de acte Jan Quirijn Hessels genoemd) 2. Dochter Eeltje Jan Mertens de Wagemaker, getrouwd met Aert Adriaen Jan Aerts (in de acte genoemd Aert Adriaen Aertssen) ----------- Adriaan Aert Adriaens, reeds mondig ----------- Jenneke Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, getrouwd met Peter Wilborts van Son ----------- Jan Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Symon Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Willem Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig (jongste zoon) ----------- Neeltje Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind (Cornelia), onmondig (jongste dochter) 3. Dochter Maeijken Jan Mertens de Wagemaker overleden voor of in 1640, getrouwd met Andries Peeters ----------- Peeter Andries Peeters als kleinkind Door loting verdelen zij de erfenis van Jan Mertens de Wagemaecker. De 3 kinderen zelf lijken niet meer in leven te zijn. Wie zijn er: ------------ 1. Jan Crijn Hessels, man van kleinkind Lesken (partij 1) 2. Ghijsbrecht Cornelissen, man van kleinkind Maeijken (partij 1) 3. Peeter Wilbort Jansen van Son, man van kleinkind Jenneke (partij 2) 4. Aert Adriaen Aertsen, man van overleden dochter Eeltje (partij 2) 5. Adriaen Aert Adriaensen, kleinzoon (partij 2) 6. Peeter Andries Peeters, kleinzoon (partij 3) Van de schepenbank zijn de schouteth Jan Dyrcx en schepen Floris Pels er bij. Wat komt uit de loting: -------------------------- Partij 1 1. stede aan de Groenstraat in Dongen, 10 loopensaet, 1.5 ha 2. zaai- of weiland aan de Berkenstraat onder Oosterhout, de Griendsteeg oost, 3 loopensaet, 0,5 ha 3. hooiland aan de Oosterhoutse zijde van de Groenendijk, de Groenendijk oost, 3 loopensaet, 0,5 ha 4. 25 Rijns guldens aan elke andere partij contant te betalen Partij 2 1. zaailand op het einde van de Laagstraat, 6 loopensaet, 1 ha 2. zaailand in de Kerckenbunder, 3 loopensaet, 0,5 ha 3. zaailand in de Kerckenbunder, halve bunder, 0,65 ha 4. hooiland in de Rijsdijk, de Rijsdijk west, voor de helft van 5 loopensaet, 0,75 ha 5. 25 Rijns guldens van partij 1 Partij 3 1. akker aan het einde van de Leijen Hoek of Laagstraat, de Laagstraat west, 9 loopensaet, 1,35 ha 2. zaailand aan den Hoge Dijk, halve bunder, 0,65 ha 3. hooiland, de andere helft van partij 2, perceel 4 4. 25 Rijns guldens van partij 1 De stede lag aan de Groenstraat. --------------------------------------- Jan Mertens de Wagemaker heeft de stede gebruikt en bewoont, en is er ook gestorven. Hij zal daar met zijn vrouw en kinderen gewoond hebben. Vanaf welk moment kan ik hier niet bepalen. Wellicht nog meer te vinden in de cohieren van het hoofdgeld. In het kadaster van 1811-1832 gekeken of ik de perceeleigenaren nog kon koppelen aan iemand van partij 1, maar dat is me niet gelukt. Hierdoor heb ik de precieze locatie niet kunnen bepalen. De percelen: gelegen aan t einde van de Laagstraat, aan de Hoge Dijk, aan de Berkenstraat, zullen dichtbij gelegen hebben. Die aan de Groenendijk, Rijsdijk en Kerckenbunder liggen wat verder weg, maar de stede blijft dan behoorlijk centraal liggen. Waar kwamen zij bij elkaar? -------------------------------- Op de kadasterkaart van 1811-1832 staat t Raadhuis aan de (protestante) kerk vast, naast de toren. Of die ook al in gebruik was toen die nog katholiek was, in 1640, als schepenbank, weet ik niet. (Kadaster Dongen 1811-1832, Sectie G, perceel 246) |
20-05-1658 | RAT Notarieel Oosterhout Adriaen Ruijssenaers archief 2009, inv 31 , akte 5, 20 mei 1658, Minuutakte, scanpagina 14 Op 20 mei 1658 compareert de eersame Joost Adriaensen, oud 60 jaar, voogd van Heijlken Jan Cornelis Stoffels, ten versoeke van Jan Jan Frijters voor de notaris. De comparant is op 29 oktober 1632 (?) van Dongen gegaan naar de Rijen om aldaer op te dragen en te vesten 6 lopensaat moergronden, gelegen onder de Rijen onder Gulse (?), een gehucht onder de Rijen, genaempt het Laereijndt. Het perceel voornoemd, palende oost Wilm Peeter Wilmenen, de voogd van de onmondige wezen, zuiden Anthonis Ademens Houtepen, noorden Corstiaen Cornelis Corstiaenen, Theeus Verunt west. De comparant verklaart dat hij de moervelt met de gronden op de voornoemde dag met de voogd voor Wouters Ademes Wouters ende Jan Dingemans Hendericx, schepenen tot de Reijen, gevest ende opgedragen te hebben ten behoeve van Aert Adriaen Jan Aerts. Comparant verklaart dat hij voorts machtig is de voornoemde Aert Adriaen Jan Aerts het voornoemde moervelt op de voorschreven dag mede gevest en opgedragen is aan Jan Anthonis Meeusen. Eindende dat hij comparant met zijn verklaring en attestatie met paysentatie tgene voorts staat voor allen heren huns recht gerecht met ede met ene versocht zijnde te bevestigen. Aldus gedaen ten . in presentie van Wilm Cuijpers en Wilm Jansen Verheije als geloofwaardige getuigen, hiertoe versocht en gebeden. --------------------------------------------------------------------------------------------- Helemaal zeker is het niet dat het om dezelfde Aert Jan Adriaen Aerts gaat. Wel zeer aannemelijk: bij iemand met eenzelfde naam in dit gebied was nog wel een voorvader toegevoegd, 3 voorvadernamen toegevoegd geeft de kans op nog iemand met deze volledige naam wel zeer klein. Het Laareind is ook anno 2021 nog een buurtschap, gelegen aan de noordkant van Rijen, op het noordelijk deel van de Dongense Weg en het westelijk deel van de Breede Weg. Een gebied dicht bij Dongen en Oosterhout, genoteerd door de notaris uit Oosterhout. |
30-11-1613 | Betreft 3 acten, na elkaar beschreven, in iedere acte is een weiland gekocht. De weilanden liggen bij elkaar. Compareerde Adriaen Raes Willemen ende heeft vercoft aen Aert Jan Adriaen Jan Aerts voor den helft, ende Symon Jan Adriaen Jan Aerts voor d’andre helft een perceel weijlants, omtrent 3 loopensaets begrepen gelegen in de b.st. (Bundersteeg waarschijnlijk) t’Uijlendongh, bij helen v. in coope vrijbrughe van zijn moge z.a.:, dicwat, Jan De. west de Gebuerstraet zuijden Laureijs Jan Horsten erf oost Jan S. noorden Vrij met zijnen ge. heeren chijns Sonder Argelist ? .. Gevest Actum 30 november 1613 Putes Stadthouder ende Adriaen Daniels, .. Cox In de 2e acte kopen de Aert en Symon een perceel weiland van 5 quartier groot, van Mayken Huijb Raes met Jan Gijs Adriaens, haar man. In de 3e acte een evengroot weiland, van Grietken Huijb Raes, met Adriaen Machim Jans, haar man. ---------------------------------------------------------------- Kan helaas een aantal woorden niet omzetten. De weilanden liggen waarschijnlijk bij de Bundersteeg. (is afgekort beschreven). Die bestaat nog steeds. Er was ook een Bundersteeg in Vrachelen, vandaar de toevoeging: te Uilendonck. |
|||
26-10-1620 | Compareerde Crijn Frans Balters ende heeft vercocht Aert Adriaen Jan Aertsen een 8e deel in sekere stede gelegen t’Uijlendonck op t Oosteijnde, met oock het 8e deel in den acker daertegenovergelegen groot de voorsegde stede in t geheel omtrent 10 loop: ende den ackereen buijner onverdeelt zijnde s heerenstraet zuijden Jan Willemsen west Willem Janssen noorden Thijs Theuns Thijssen oost vrij met heeren chijns noch 7 oortkens jaerlijcx heijlighen geest chijns voorder commerloos Gevest Actum 26 oktober 1620 Coram Belgaerts (of Eelgaerts) ende Cornelis Peeters ---------------------------------------------------------------------------------------------- Aert koopt een 8e deel in een stede en ook in een akker, beide gelegen op het Oosteinde van Uijlendonck. Dat lag aan de kant van Dongen, ofwel aan de oostkant van Uijlendonck, op het einde. |
|||
15-03-1621 | Compareerde Willeboort Jan Willeboorts ende heeft vercocht aen Aert Adriaen Jan Aerts 1/16e part in een stede metten huijse ende erve daeraen, ende toebehooren, gestaen ende gelegen t’Uijlendonck groot int geheel omtrent 18 loop: onbegrepender mate Matthijs Thoenissen oost Jan Thoenissen van Vlijmen weeskynderen west den vercooper met sijne andre erve noorden Vrij met 7 oortkens H. Geest Chijns met des selven chijns Gevest Actum 15 meert 1621 in presentie van Cornelis Peters en Weteringh -------------------------------------------------------------------------------- In 1639 trouwt Willeboorts’ zoon Peter met Aerts’ dochter Jenneke. Het lijkt erop dat zij dicht bij elkaar in de buurt woonden. |
|||
06-12-1621 | Compareerde Jenneken Cornelis Jansen, geassisteert met Jan Adriaenssen Waelwijck, haeren man ende voocht, heeft vercocht aen Aert Adriaen Jan Aertssen eerst een 12e paert in een stede met huijs, hoft ende schuere ende erve, daerop staen ende aenbehoorende groot int geheel omtrent 12 loop: gelegen tot Uijlendonck Matthijs Anthonis Matthijssen oost, s heerenstraet suijden, Jan Anthonissen van Vlijmen erfgenaemen west noch een 12e paert in de helft van een acker darentegenover gelegen met het weijken daer teijnden. Aen alles de bate boven den commer d’n cooper tot zijnen laste sal moeten nemen. Gevest Actum 6 december 1621 In presentie van Cornelis Peters ende Willeboort Janssen, schepenen ------------------------------------------------------------------------------- Het lijkt hier te gaan om dezelfde stede als die van 15 maart van hetzelfde jaar (f. 81v). Toen was de heerenstraet op het zuijden niet vermeld. Gaat hier om 1/12e part, toen om 1/16e part. Willeboort Janssen is 1 van de 2 schepenen hier bij aanwezig. |
|||
21-03-1622 | Compareerde Anneken Aerden, geassisteert met Jan Janssen Honnener (?), haeren man ende voicht ende heeft vercocht aen Aert Adriaen Jan Aerts 1/24e deel haer gerechtich contingent ende poortie als bij doode van Harman Jacob Peeters op haer comparante gejuicedeert in de stede gelegen te Uijlendonck groot int geheel 12 loop: onbegrepen der maete Jan Anthonisse van Vlijmen weeskinderen west noorden Jan Wouter Domen oost Thijs Tonis Thijssen ’s heerenstraet suijden vrij int geheel met 7 oortkens H. Geest chijns jaerlijcx ende voorders heeren chijns noch haer aenpaert in den acker tegenover de voorsegde Stede groot 4 loop: gelegen de Grintstege oost den cooper met zijn ander erve suijden west Symon Antonissen stede vrij met heeren chijns Gevest ecs. Actum et put vth.a ------------------------------------------------------------------------------ Aert koopt nog een deel in de stede en akker, waarvan hij al eerder delen gekocht heeft: op 26 oktober 1620, 15 maart 1621, en 6 december 1621. De stede ligt aan de noordkant van de Uijlendonckse straet. De akker ligt er tegenover, met de Griendsteeg oost, en het andere erf van Aert aan de zuidkant. De akker met weitje ligt op de hoek Griendsteeg en Uijlendonkse straat. Aan de zuidkant ligt het andere erf van Aert. Op 2 december 1619 heeft Wilbort Janssen van Son 1/16e deel van Hatman Jacobs gekocht op die plek een akker, weiland en stede gekocht. |
|||
31-03-1628 | Compareerde Willem Peeter Willemsen et vendidit aan Aert Adriaen Jan Aerts, de helft van omtrent ses loopensaet hoijlants, onverdeelt met Adriaentje Peeter Willemsen, sijne suster, gelegen aen de Rijsdijck, de Middelca oist, den Rijsdijck west, Jacob Dingemans zuijden, de erfgenaemen van Jan Bouwens noorden vrij preter Heeren chijns, wegen, stegen ende waterlaten zijns rechts Gevest etc. Actum Ultima Marti 1628. in presentie van de Heer Schouteth ende Blauw. |
|||
25-06-1632 | Compareerde de voorsegde Anthonis Cornelis van Sundert als voocht van het voorsegde weeskindt ende Bartholomeus ende Andries.., gebroeders, verclaeren vercocht te hebben het derde part, in omtrent thien loopensaet aen Aert Adriaen Jan Aerts als voocht van .. .. weeskindt van wijlen Symon Adriaen Jan Aerts, gelegen aen de Groenendijck aen moerzijde de Groendendijck west, de Dongendijck oost, Aert .. van Rjen zuijd ende voorsegde voocht noorden Vrij ende h.loos . waterlaten. Gevest etc Actum ende presentie als voor -------------------------------------------------------- Verwijst naar de vorige acte voor de verkopers |
|||
van 22-04-1655 tot 25-04-1655 | RAT Schepenbank Dongen RA 104, pagina 202v-204v, scanpagina 232-233-234, 22 en 25 april 1655, verkoopakte van uitgedolven moergronden gelegen op Cleijn Dongen De verkoop bestaat uit 2 akten, van donderdag 22 april en zondag 25 april. De akte van 22 april 1655: ------------------------------- Anthonis Merten Jan Mertens, als man ende voight van Lijntjen Adriaen Mertens, waarvoor hij hem sterck maeckende. Claes Peeter Peeter Bressers voor hem selve ende beneffens Peeter Peeter Cleijs Bressers, sijne vader, hem noch sterck maeckende voor Cornelis ende Wouter Peeter Peeter Bressers, sijne broeders, daer respective moeder af was Dingna Adriaen Mertens Peeter Peeter Jan Luijcken soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Adriaen, sijnen broeder, ende moeder af was Eeltjen Adriaen Mertens tsamen voor een derde part in t derde part Jan Jan Jan Claes Brebers, hem sterck maeckende als vervanger voor Jan Jan Jansen, mits sijn sreckte mondelinge gelast sijn Jan Joost Roeloftsen, als mondelinge lasthebber ende hem sterck maeckende voor Anneken Jan Cleijs Brebers, Jan Claes Jan Cleijs Brebers, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Cornelis Claes, sijne broeder tsamen erfgenaemen van Jenneken Jan Adriaen Wagemaecker Sijken Wouter janssen, weduwe van Cornelis Govaert Willemen, geassisteert met Wijnant Adriaen Vennemans, als haeren gecoren voight. Desselven Wijnant Adriaen Jacobs voor hem selven, en hem sterck maeckende voor de vier weeskinderen van Jan Adriaen Vennemans, daer moeder ende grootmoeder af was Lesken Jan Adriaens Wagemaecker. Jenneken Peeter Jan de Wagemaecker, getrouwt met Cornelis Jan Verhoeven, geassisteert, mits de absentie van haerdere man, met Wijnant Adriaen Vennemans, haeren gecoren voight in desen. Soo voor haer selven, als haer sterck maeckende voor Peerken Peeter Jan Wagemaecker, woonende in Vlaanderen, haere suster tsamen voor een derde part. Peeter Janssen int Broeck, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende en in desen vervangende voor de twee weeskinderen van Merten Janssen int Broeck, erfgenaemen van Maeijken Mertens tsamen voor een vierde part in een derde part. Respective van anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden, vercoft omme af Jan Adriaen Janssen voor de twee derde part ende Peeter Geerit Anthonissen voor een derde part, respective ieder sijn gedeelte in anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden lant, liggende in henne stede ende goeden op Cleijn (Dongen), streckende van rijvel (?) tot sijne hoogheits Vaert toe, Adriaen Symonssen Coppelaers erfgenaemen suijt, ende hen cooperen andere erftve noort Te vrijen etc, commerloos preter Heeren chijns Gevest Actum 22 april 1655 Present Sijnenbuijck, van Loon, Wouter Janssen Ruijsenaer, schepenen De akte van 25 april 1655: ------------------------------- Merten Merten Jan Mertens, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Cornelis Merten de Wagemaecker, Lesken, sijne suster met Jan Crijnen, Maeijcken, sijne suster Saliger van Jan Gijsbrechts tsamen voor een vierde part int derde part Peeter Jan Peeterssen Brecht (?) soo voor hem selven, ende als uijtgerecht hebbende Rochus ende Marinus, sijne broeders, ende Martini, sijne suster, getrouwt Corstiaen Schalcken, voor gelijcke vierde part in derde part van derde part van anderhalf roede Anthonis Bernaert Driessen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende voor Maeijken, sijne suster ende Claes Thomassen, haeren man, tsamen de helft van gelijcke vierde part in derde part van derde part van anderhalft roede voorsegd. Symon Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende ende bij desen vervanger voor Adriaen, Jan en Willem, sijne broeders, Neeltjen, sijne suster met Roelof Huijbrechts Roeloftsen, haeren man ende voor Jenneken, sijne suster met Peeter Wilborts, haeren man, daer moeder af was Eeltgen Jan Merten de Wagemaecker. Tsamen voor een vierde part in t derde part van ’t derde part van anderhalf roede. ende hem sterck maeckende voor ’t weeskint van daer grootmoeder af was Maeijken Jan Mertens voor gelijcke een vierde part in t derde part van ’t derde part van anderhalf roeden gronden. Ende sijde de comparanten voorgenoemd elck in de qualiteijt voorsegd vercoft te hebben omme .. Jan Adriaen Janssen voor de twee derde part ende Peeter Geerit Anthonissen voor voorst. derde part, elck sijn gedeelte voorsegd in anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden, nu lant, liggende op Cleijn Dongen, in henne stede streckende int geheel van trijvel tot sijnen Hoogheijts Vaert toe. Adriaen Symons erfgenaemen, nu Jan Lenaerts, suijt, ende sijne cooperen erftun noort Vrij commerloos, preter Heeren chijns Gevest etc. Actum 25 april 1655. Puts. Fijnenbuijck ende Van loon Schepenen. ---------------------------------------------------------------------------------------------- Het gaat om de verkoop van uitgedolven moergrond (de turf is gestoken) met een breedte van 1 1/2 roede. Volgens https://www.meertens.knaw.nl/mgw/maat/9 werd bijvoorbeeld in ’s Gravenmoer gerekend met de Brabantse roede van 5,69m. Voor deze gronden ging het dan om een breedte van 8,535m. Aan het eind van de 2e akte staat dat het nu land is. Het land strekte zich uit van Trijvel of ’t Rijvel tot de (Hoogheids) Vaart. De Vaart kunnen we nog wel vinden, maar ik weet niet waar ik Trijvel of t Rijvel moet zoeken. ------------------------------------------------------------------------------------------- Een hele lijst van verkopers, over 2 akten, en 2 dagen verdeeld. Bij de eerste akte zijn de verkopers met 10 present, de tweede keer met 4. Hoe zit t met die verdeling? ------------------------------- Er is in de 1e akte gesproken van a. 1/3 part in 1/3 part: voor Lijntje, erfg. Digna en erfg. Eeltjen Adriaen Mertens b. 1/3 part: voor erfg. Jenneken Jan Adriaen de Wagemaecker, erfg. Lesken Jan Adriaen de Wagemaecker, Jenneken Peeter Jan de Wagemaecker, Peerken Peter Jan de Wagemaecker c. 1/4 part in 1/3 part: voor Maeijken Mertens (niet preciezer aangeduid) In de 2e van: d. 1/4 part in 1/3 part: voor erfg. Merten Jan Merten de Wagemaecker e. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor Peeter Jan Peetersen, Rochus, Martini f. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor Anthonis Bernaert Driessen en Maeijken g. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor erfg. Eeltjen Jan Merten de Wagemaker h. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor erfg. Maeijken Jan Merten de Wagemaker Bij e en f is tussengevoegd het laatste deel, ofwel in 1/3e part. Bij g en h staat het er direct. Vreemd dat bij d. Meerten het part anders zou zijn dan bij g. Eeltje en h. Maeijken. Zij zijn alle kinderen van Jan Merten Adriaen de Wagemaecker. Lijkt me niet correct beschreven. Bij wie e en f horen in de relatie naar De Wagemaker is niet duidelijk. Bij b gaat het om 1/3 part. Dit zijn (klein) kinderen Jan Adriaan Jans de Wagemaker. Niet genoemd zijn Adriaenken, Adriaen, en Jan. Bij a gaat het om (klein) kinderen van Adriaen Merten Adriaen Jans de Wagemaecker en bij d, g en h om (klein) kinderen van Jan Merten Adriaen Jans de Wagemaecker. Niet genoemd zijn Adriaenken, Marijnken, Jenneken en Lijsken. Zij zijn een generatie eerder gezien van Merten Adriaen Jans de Wagemaecker, een broer van Jan. Zouden met zijn allen goed moeten zijn voor 1/3 part. Dat betekent dat van nog een zoon of dochter van Adriaen Jans de Wagemaker, er erfgenamen zijn die meedelen. Die zouden dan van c, e of f moeten komen. Wie kan de zoon of dochter geweest zijn? Peeter (met 5 kinderen), Roelof (met 5 kinderen) of Cornelia? En waarom delen ze niet alle mee? Het lijkt te gaan om 3 kinderen van Adriaen Jans de Wagemaker. De moergronden waren blijkbaar nog niet verdeeld. De kopers Jan Adriaen Jansen en Peeter Geerit Anthonissen willen de grond naast die van hun erf erbij kopen, en nu moet wel nagegaan worden van wie de grond is. Dan moet in dit geval ver terug in de tijd gegaan worden. Ter illustratie: Jenneke Aert Adriaen Jan Aerts (geboren 1619), is een dochter van Eeltjen Jan Mertens de Wagemaecker, en zij is een dochter van Jan Mertens Adriaen de Wagemaecker, en hij is een zoon van Meerten Adriaen Jans de Wagemaecker en hij is een zoon van Adriaen Jans de Wagemaecker ------------------------------------------------------------------------------------------- |
|||
01-12-1659 | RAT Notariële akte Oosterhout Inventaris 21 folio 69, 70 scan 84-85, ten kantore van notaris Adriaen Ruijssenaers, 1 december 1659 Willem Aert Adriaensen heeft verkocht aan zijn broer Jan Aert Adriaensen zijn gerechte 1/5 part van zijn vader Aert Adriaen Jan Aerts in de stede voor de som vn 270 gulden. Het bedrag zal in 3 termijnen betaald worden. 1/3 bij de vest, het 2e deel het jaar daarop e het laatste deel het jaar daarop. Willem verklaart ook dat hij moergronden onder Dongen voor 5 guden verkocht heeft aan zijn broer en aan Peeter Wilberts van Son (getrouwd met zijn zus Jenneken). Ondertekenen: Willem, Jan, en Peeter, als ook de getuigen Antonis Adriaen Ruijssenaers (waarschijnlijk de zoon van de notaris) en Joost joosten van Bael Op 4 februari 1664 verklaart en ondertekent Willem dat alles betaald is. |
17-03-1640 | doop Heuleken van Son (geb. 1640) [zie 1023,I] | [grootvader moederszijde] |
![]() |
243 Adriani Adrianus Arnoldi, rk gedoopt in Oosterhout op 27 januari 1616, zoon van Arnoldus Adriani en Aleijdis Joannes, getuigen Joannes Balduini en Cornelia Petri |
31-10-1640 | RAT Schepenbank Dongen RA 101, pagina 46r, 31 oktober 1640, Erfdeling goederen van Jan Mertens de Wagemaker Compareerde voor schepenen naergenaempt: -Jan Quirijn Hessels, als man ende voight van Lijsken Merten Jan Mertens, haere man ende voight, sijne wittige huijsfrou, ende - Ghijsbrecht Jan Cornelissen, als man ende voight van Maeijken Merten Jan Mertens, sijne huijsfrou, ende - hen tsamen noch streckmaeckende ende sij er inne vervangende voor Cornelis ende Merten, gebroederen, der voorsegde Merten Jan Mertens zonen, henne swagers in de een parthije - Peeter Wilbort Janssen van Son, als man ende voight van Jenneken Aert Adriaenssen, sijne huijsfrou, ende in quailiteijt voor hem selven, ende hem mede strek maeckende en hij er inne vervangende - Jan Aert Adriaenssen sijne onmondige swager, - Adriaen Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende voor - Symon Aert Adriaenssen, sijne onmondige gebroeder, ende de voorsegde - Aert Adriaen Aertssen als vader ende voight van - Neeltken ende - Willem, sijnde Aert Adriaenssen jongste dochter ende zone, daer moeder af was - Eeltjen Jan Mertens tsamen in de tweede parthije ende - Peeter Andries Peeters, daer moeder af was -Maeijken Jan Mertens inde derde ende leste parthije alle in dijer qualiteijt als erfgenamen van Jan Merten de Wagemaecker verclaerende ende bekende met malcanderen gedeelt te hebben. in den eersten is de voorsegde Jan Quirijnen ende Jan Gijsbrechtsen, beijde in de voorsegde qualiteijt met Cornelis ende Merten gebroederen, Jan Mertens sone tsamen bevallen ende geerfdeelt - op een aen stede, groot omtrent thijen loopensaet of alsoo groot ende .. , onbegrepen de mate, als deselve gelegen in de Groenstraat alhyer, ende den voornoemden Jan Merten de Wagemaecker dyer in sijn leven bewoont ende gebruijckt heeft ende daer uijt verstorven is, sijnde vrij commerloos, preter Heeren chijns - item noch op drije loopensaet saylant of weijlant, gelegen in de Berckenstraet onder Oosterhout de Grientsteeght oost Gijsbrecht Cornelissen west Cornelis Henrick Bouwens suijt ende Aert Adriaen Aerts cum suis noort vrij preter Heeren chijns - item noch omtrent drije loopensaet hoylant, gelegen onder Oosterhout, aen de Oosterhoutsche zijde van de Groenendijck den Groenendijck oost de weduwe van Adriaen Mertens erfgenaemen west Jan Dingemans erfgenaemen suijt, ende Jan Jansen Key erfgenaemen noort, mede vrij met sijne gerechten Heeren chijns ende moet desen cavel aen de tweede naestvolgende van delen ende cluchten uijtreijcken ende in contant betaelen elck de somme van vijtigh Rijns guldens t stuck tot veertig grooten Vlaems eens. hyer tegens sijnde de voorgenoemde Peter Wilborts in de qualiteijt als voorgenoemd, ende mede voor Jan Aert Adrieansen, Adriaen Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als voor den voorsegden Symon sijnen broeder, ende Aert Adriaen Aertssen als vader ende voight van Neeltken ende Willem sijne onmondige zoon ende dochter tot behoefte der selven samen, metten blinde lotinge hen allen ende geerfdeelt. Eerst of een stuck saylants groot omtrent seste loopensaet of alsoo groot ende cleijn ombegrepen der mate als deselve, gelegen in t eijnde de Leegstraet alhyer, Adriaen Cornelis Lambrechts oost, Melis Janssen west, Adam Claes Henricx suijt, het naervolgende parchele noort Item noch een stuck saylant groot omtrent drije ende half loopensaet of alsoo groot ende cleijn is, in de Kerckenbuijnder gelegen alhyer, de erfgenaemen van Jan Henrick Rutgers oost, Peeter Peeter Meulders cum suise west, de coorsegde seste loopensaet suijt, ende Jan Claes Keijen noort Item noch op een half buijnder saylants medegelegen in t Kerckenbuijnder de voorsegde Jan Claes Keyen oost Cornelis Wijnants west Melis Jansen suijt Peeer Symons qt qua cim suis noort Item noch op ter helft van vijf loopensaets hoylants gelegen onder Oosterhout in den Rijsdijck waer af voorsegde Peeter Andries Peeters op d’ander helft metter derde loote bevallen is de Middelkae. oost de voorsegde Rijsdijck west Peeter Peeter Cleijs Bressens suijt Anthonis Wouters noort Alle de selve parchelen mede vrij commerloos preter Heeren chijns ende sal dese cavel van de voorgaende ende eerste cavel ontfangen de somme van vijentwintich Rijns guldens eens. Ende hyer tegens is de voorgenoemde Peeter Andries Peeters voor de derde ende leste cavel bevallen ende geerfdeelt Eerst op eenen acker groot omtrent negen loopensaet of alsoo groot ende cleijn ombegrepen de maete als deselve gelegen is t eijnden de Leijen Hoek of Leeghstraet alhyer, waer inne Jan Janssen Scheij met een een loopensaet een hoeck inne is gelegen t Heesterbosch, blijven tusschen de voorsegde parthijen ende erfgenaemen gemenen ende onbedeelt oost de Leeghstraet west de weeskynt van Adriaen Dyrck Anthonissen suijt Melis Janssen noort Waer op hij, Peeter, tot sijnen last neempt een loopen ende potkan rogge ’s jaers aende pastorye alhyer, dewelcke zijn uijtgaende ende staende. Op seeckere omtrent sesse loopensaet saylants, gelegen t eijnden de voorsegde Leeghstraet in de tweede cael begrepen. Maer hij, Peeter Andries Peeters, overmits de beterschap van sijnen cavel hyer op gelegen voorsegd, is tot sijnen last neempt ende gelooft deselve jaerlijcx te blijvne uijtreicken ende deselve sesse loopensaet daer .agte bevrijen. Item noch bevallen op omtrent een half buijnder saylants, gelegen aen den Hoogendijck alhyer Peeter PEeeterssen oost Cornelis Corsten west Jan Ghijsbrechts zuijt ende Theunich stedelen noort Vrij preter Heeren chijns Item noch op d’ andre helft bevallen is Ende moet daerenboven oock doende voorsegde eerste cavel in contant ontvangen de somme van vijentwintich Rijns guldens eens. Ende of gebeurde de welcke men nochtans .. dat op dese een of dese anders gedeelte eeinger commer of aen tael mochte gerijsen meer dan hen elck is aengenaempt, geloven deselve malcanderen altijd enichtsgewijs te helpen afdraegen. Met welcke schiffinghe, scheidinghe ende deijlinghe de voorsegde parthijen verclaeren .. ende enigdelijck te vreden te sijn ende verthijende over sulcx d’aen op dese anderes gedeelt naer behooren. Waer op den Schouteth gemaent ende schepenen gewesen hebben. Actum Ultima October 1640. Puts den Schouteth Jan Dyrcx et Floris Pels, schepenen. --------------------------------------------------------------------------------------------- De akte is eind 2020 online gekomen. Met dank aan Jan van den Bergh van Doekefkes.nl voor wat eerder al te zien was op zijn site: Jan Mertens de Wagemaker - overleden 1636 als vader 1. Zoon Merten Jan Mertens ----------- Merten Merten Jan Mertens als kleinkind ----------- Maeijken Merten Jan Mertens als kleinkind, getrouwd met Jan Gijsbert Jan Cornelis, overleden voor of in 1655 ----------- Cornelis Merten Jan Mertens als kleinkind ----------- Lesken Merten Jan Mertens als kleinkind, getrouwd met Joannes Crijn Hessels (in de acte Jan Quirijn Hessels genoemd) 2. Dochter Eeltje Jan Mertens de Wagemaker, getrouwd met Aert Adriaen Jan Aerts (in de acte genoemd Aert Adriaen Aertssen) ----------- Adriaan Aert Adriaens, reeds mondig ----------- Jenneke Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, getrouwd met Peter Wilborts van Son ----------- Jan Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Symon Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Willem Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig (jongste zoon) ----------- Neeltje Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind (Cornelia), onmondig (jongste dochter) 3. Dochter Maeijken Jan Mertens de Wagemaker overleden voor of in 1640, getrouwd met Andries Peeters ----------- Peeter Andries Peeters als kleinkind Door loting verdelen zij de erfenis van Jan Mertens de Wagemaecker. De 3 kinderen zelf lijken niet meer in leven te zijn. Wie zijn er: ------------ 1. Jan Crijn Hessels, man van kleinkind Lesken (partij 1) 2. Ghijsbrecht Cornelissen, man van kleinkind Maeijken (partij 1) 3. Peeter Wilbort Jansen van Son, man van kleinkind Jenneke (partij 2) 4. Aert Adriaen Aertsen, man van overleden dochter Eeltje (partij 2) 5. Adriaen Aert Adriaensen, kleinzoon (partij 2) 6. Peeter Andries Peeters, kleinzoon (partij 3) Van de schepenbank zijn de schouteth Jan Dyrcx en schepen Floris Pels er bij. Wat komt uit de loting: -------------------------- Partij 1 1. stede aan de Groenstraat in Dongen, 10 loopensaet, 1.5 ha 2. zaai- of weiland aan de Berkenstraat onder Oosterhout, de Griendsteeg oost, 3 loopensaet, 0,5 ha 3. hooiland aan de Oosterhoutse zijde van de Groenendijk, de Groenendijk oost, 3 loopensaet, 0,5 ha 4. 25 Rijns guldens aan elke andere partij contant te betalen Partij 2 1. zaailand op het einde van de Laagstraat, 6 loopensaet, 1 ha 2. zaailand in de Kerckenbunder, 3 loopensaet, 0,5 ha 3. zaailand in de Kerckenbunder, halve bunder, 0,65 ha 4. hooiland in de Rijsdijk, de Rijsdijk west, voor de helft van 5 loopensaet, 0,75 ha 5. 25 Rijns guldens van partij 1 Partij 3 1. akker aan het einde van de Leijen Hoek of Laagstraat, de Laagstraat west, 9 loopensaet, 1,35 ha 2. zaailand aan den Hoge Dijk, halve bunder, 0,65 ha 3. hooiland, de andere helft van partij 2, perceel 4 4. 25 Rijns guldens van partij 1 De stede lag aan de Groenstraat. --------------------------------------- Jan Mertens de Wagemaker heeft de stede gebruikt en bewoont, en is er ook gestorven. Hij zal daar met zijn vrouw en kinderen gewoond hebben. Vanaf welk moment kan ik hier niet bepalen. Wellicht nog meer te vinden in de cohieren van het hoofdgeld. In het kadaster van 1811-1832 gekeken of ik de perceeleigenaren nog kon koppelen aan iemand van partij 1, maar dat is me niet gelukt. Hierdoor heb ik de precieze locatie niet kunnen bepalen. De percelen: gelegen aan t einde van de Laagstraat, aan de Hoge Dijk, aan de Berkenstraat, zullen dichtbij gelegen hebben. Die aan de Groenendijk, Rijsdijk en Kerckenbunder liggen wat verder weg, maar de stede blijft dan behoorlijk centraal liggen. Waar kwamen zij bij elkaar? -------------------------------- Op de kadasterkaart van 1811-1832 staat t Raadhuis aan de (protestante) kerk vast, naast de toren. Of die ook al in gebruik was toen die nog katholiek was, in 1640, als schepenbank, weet ik niet. (Kadaster Dongen 1811-1832, Sectie G, perceel 246) |
02-11-1639 | ondertrouw [waarschijnlijk] Petrus Willebrord (Peeter) van Son (ovl. na 1670) en Jenneken Aerts (geb. 1619) [zie 1023] | [broer bruid] | ||||
20-07-1642 | doop Eelken Peeter Willemse van Son (geb. 1642) [zie 511] | [oom moederszijde] | ||||
03-08-1653 | doop [waarschijnlijk] Eijltien Roelof Huijben (geb. 1653) | [oom moederszijde] | ||||
10-10-1659 | doop [waarschijnlijk] Adriana Joannes Ariens (geb. 1659) | [oom vaderszijde] |
![]() |
244 Adriani Cornelia Arnoldi, rk gedoopt op 31 december 1616 in Oosterhout, dochter van Arnoldi Adriani en Aleijdis Joannis, getuigen Joannes Huberti en Joanna Valerij |
31-10-1640 | RAT Schepenbank Dongen RA 101, pagina 46r, 31 oktober 1640, Erfdeling goederen van Jan Mertens de Wagemaker Compareerde voor schepenen naergenaempt: -Jan Quirijn Hessels, als man ende voight van Lijsken Merten Jan Mertens, haere man ende voight, sijne wittige huijsfrou, ende - Ghijsbrecht Jan Cornelissen, als man ende voight van Maeijken Merten Jan Mertens, sijne huijsfrou, ende - hen tsamen noch streckmaeckende ende sij er inne vervangende voor Cornelis ende Merten, gebroederen, der voorsegde Merten Jan Mertens zonen, henne swagers in de een parthije - Peeter Wilbort Janssen van Son, als man ende voight van Jenneken Aert Adriaenssen, sijne huijsfrou, ende in quailiteijt voor hem selven, ende hem mede strek maeckende en hij er inne vervangende - Jan Aert Adriaenssen sijne onmondige swager, - Adriaen Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende voor - Symon Aert Adriaenssen, sijne onmondige gebroeder, ende de voorsegde - Aert Adriaen Aertssen als vader ende voight van - Neeltken ende - Willem, sijnde Aert Adriaenssen jongste dochter ende zone, daer moeder af was - Eeltjen Jan Mertens tsamen in de tweede parthije ende - Peeter Andries Peeters, daer moeder af was -Maeijken Jan Mertens inde derde ende leste parthije alle in dijer qualiteijt als erfgenamen van Jan Merten de Wagemaecker verclaerende ende bekende met malcanderen gedeelt te hebben. in den eersten is de voorsegde Jan Quirijnen ende Jan Gijsbrechtsen, beijde in de voorsegde qualiteijt met Cornelis ende Merten gebroederen, Jan Mertens sone tsamen bevallen ende geerfdeelt - op een aen stede, groot omtrent thijen loopensaet of alsoo groot ende .. , onbegrepen de mate, als deselve gelegen in de Groenstraat alhyer, ende den voornoemden Jan Merten de Wagemaecker dyer in sijn leven bewoont ende gebruijckt heeft ende daer uijt verstorven is, sijnde vrij commerloos, preter Heeren chijns - item noch op drije loopensaet saylant of weijlant, gelegen in de Berckenstraet onder Oosterhout de Grientsteeght oost Gijsbrecht Cornelissen west Cornelis Henrick Bouwens suijt ende Aert Adriaen Aerts cum suis noort vrij preter Heeren chijns - item noch omtrent drije loopensaet hoylant, gelegen onder Oosterhout, aen de Oosterhoutsche zijde van de Groenendijck den Groenendijck oost de weduwe van Adriaen Mertens erfgenaemen west Jan Dingemans erfgenaemen suijt, ende Jan Jansen Key erfgenaemen noort, mede vrij met sijne gerechten Heeren chijns ende moet desen cavel aen de tweede naestvolgende van delen ende cluchten uijtreijcken ende in contant betaelen elck de somme van vijtigh Rijns guldens t stuck tot veertig grooten Vlaems eens. hyer tegens sijnde de voorgenoemde Peter Wilborts in de qualiteijt als voorgenoemd, ende mede voor Jan Aert Adrieansen, Adriaen Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als voor den voorsegden Symon sijnen broeder, ende Aert Adriaen Aertssen als vader ende voight van Neeltken ende Willem sijne onmondige zoon ende dochter tot behoefte der selven samen, metten blinde lotinge hen allen ende geerfdeelt. Eerst of een stuck saylants groot omtrent seste loopensaet of alsoo groot ende cleijn ombegrepen der mate als deselve, gelegen in t eijnde de Leegstraet alhyer, Adriaen Cornelis Lambrechts oost, Melis Janssen west, Adam Claes Henricx suijt, het naervolgende parchele noort Item noch een stuck saylant groot omtrent drije ende half loopensaet of alsoo groot ende cleijn is, in de Kerckenbuijnder gelegen alhyer, de erfgenaemen van Jan Henrick Rutgers oost, Peeter Peeter Meulders cum suise west, de coorsegde seste loopensaet suijt, ende Jan Claes Keijen noort Item noch op een half buijnder saylants medegelegen in t Kerckenbuijnder de voorsegde Jan Claes Keyen oost Cornelis Wijnants west Melis Jansen suijt Peeer Symons qt qua cim suis noort Item noch op ter helft van vijf loopensaets hoylants gelegen onder Oosterhout in den Rijsdijck waer af voorsegde Peeter Andries Peeters op d’ander helft metter derde loote bevallen is de Middelkae. oost de voorsegde Rijsdijck west Peeter Peeter Cleijs Bressens suijt Anthonis Wouters noort Alle de selve parchelen mede vrij commerloos preter Heeren chijns ende sal dese cavel van de voorgaende ende eerste cavel ontfangen de somme van vijentwintich Rijns guldens eens. Ende hyer tegens is de voorgenoemde Peeter Andries Peeters voor de derde ende leste cavel bevallen ende geerfdeelt Eerst op eenen acker groot omtrent negen loopensaet of alsoo groot ende cleijn ombegrepen de maete als deselve gelegen is t eijnden de Leijen Hoek of Leeghstraet alhyer, waer inne Jan Janssen Scheij met een een loopensaet een hoeck inne is gelegen t Heesterbosch, blijven tusschen de voorsegde parthijen ende erfgenaemen gemenen ende onbedeelt oost de Leeghstraet west de weeskynt van Adriaen Dyrck Anthonissen suijt Melis Janssen noort Waer op hij, Peeter, tot sijnen last neempt een loopen ende potkan rogge ’s jaers aende pastorye alhyer, dewelcke zijn uijtgaende ende staende. Op seeckere omtrent sesse loopensaet saylants, gelegen t eijnden de voorsegde Leeghstraet in de tweede cael begrepen. Maer hij, Peeter Andries Peeters, overmits de beterschap van sijnen cavel hyer op gelegen voorsegd, is tot sijnen last neempt ende gelooft deselve jaerlijcx te blijvne uijtreicken ende deselve sesse loopensaet daer .agte bevrijen. Item noch bevallen op omtrent een half buijnder saylants, gelegen aen den Hoogendijck alhyer Peeter PEeeterssen oost Cornelis Corsten west Jan Ghijsbrechts zuijt ende Theunich stedelen noort Vrij preter Heeren chijns Item noch op d’ andre helft bevallen is Ende moet daerenboven oock doende voorsegde eerste cavel in contant ontvangen de somme van vijentwintich Rijns guldens eens. Ende of gebeurde de welcke men nochtans .. dat op dese een of dese anders gedeelte eeinger commer of aen tael mochte gerijsen meer dan hen elck is aengenaempt, geloven deselve malcanderen altijd enichtsgewijs te helpen afdraegen. Met welcke schiffinghe, scheidinghe ende deijlinghe de voorsegde parthijen verclaeren .. ende enigdelijck te vreden te sijn ende verthijende over sulcx d’aen op dese anderes gedeelt naer behooren. Waer op den Schouteth gemaent ende schepenen gewesen hebben. Actum Ultima October 1640. Puts den Schouteth Jan Dyrcx et Floris Pels, schepenen. --------------------------------------------------------------------------------------------- De akte is eind 2020 online gekomen. Met dank aan Jan van den Bergh van Doekefkes.nl voor wat eerder al te zien was op zijn site: Jan Mertens de Wagemaker - overleden 1636 als vader 1. Zoon Merten Jan Mertens ----------- Merten Merten Jan Mertens als kleinkind ----------- Maeijken Merten Jan Mertens als kleinkind, getrouwd met Jan Gijsbert Jan Cornelis, overleden voor of in 1655 ----------- Cornelis Merten Jan Mertens als kleinkind ----------- Lesken Merten Jan Mertens als kleinkind, getrouwd met Joannes Crijn Hessels (in de acte Jan Quirijn Hessels genoemd) 2. Dochter Eeltje Jan Mertens de Wagemaker, getrouwd met Aert Adriaen Jan Aerts (in de acte genoemd Aert Adriaen Aertssen) ----------- Adriaan Aert Adriaens, reeds mondig ----------- Jenneke Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, getrouwd met Peter Wilborts van Son ----------- Jan Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Symon Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Willem Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig (jongste zoon) ----------- Neeltje Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind (Cornelia), onmondig (jongste dochter) 3. Dochter Maeijken Jan Mertens de Wagemaker overleden voor of in 1640, getrouwd met Andries Peeters ----------- Peeter Andries Peeters als kleinkind Door loting verdelen zij de erfenis van Jan Mertens de Wagemaecker. De 3 kinderen zelf lijken niet meer in leven te zijn. Wie zijn er: ------------ 1. Jan Crijn Hessels, man van kleinkind Lesken (partij 1) 2. Ghijsbrecht Cornelissen, man van kleinkind Maeijken (partij 1) 3. Peeter Wilbort Jansen van Son, man van kleinkind Jenneke (partij 2) 4. Aert Adriaen Aertsen, man van overleden dochter Eeltje (partij 2) 5. Adriaen Aert Adriaensen, kleinzoon (partij 2) 6. Peeter Andries Peeters, kleinzoon (partij 3) Van de schepenbank zijn de schouteth Jan Dyrcx en schepen Floris Pels er bij. Wat komt uit de loting: -------------------------- Partij 1 1. stede aan de Groenstraat in Dongen, 10 loopensaet, 1.5 ha 2. zaai- of weiland aan de Berkenstraat onder Oosterhout, de Griendsteeg oost, 3 loopensaet, 0,5 ha 3. hooiland aan de Oosterhoutse zijde van de Groenendijk, de Groenendijk oost, 3 loopensaet, 0,5 ha 4. 25 Rijns guldens aan elke andere partij contant te betalen Partij 2 1. zaailand op het einde van de Laagstraat, 6 loopensaet, 1 ha 2. zaailand in de Kerckenbunder, 3 loopensaet, 0,5 ha 3. zaailand in de Kerckenbunder, halve bunder, 0,65 ha 4. hooiland in de Rijsdijk, de Rijsdijk west, voor de helft van 5 loopensaet, 0,75 ha 5. 25 Rijns guldens van partij 1 Partij 3 1. akker aan het einde van de Leijen Hoek of Laagstraat, de Laagstraat west, 9 loopensaet, 1,35 ha 2. zaailand aan den Hoge Dijk, halve bunder, 0,65 ha 3. hooiland, de andere helft van partij 2, perceel 4 4. 25 Rijns guldens van partij 1 De stede lag aan de Groenstraat. --------------------------------------- Jan Mertens de Wagemaker heeft de stede gebruikt en bewoont, en is er ook gestorven. Hij zal daar met zijn vrouw en kinderen gewoond hebben. Vanaf welk moment kan ik hier niet bepalen. Wellicht nog meer te vinden in de cohieren van het hoofdgeld. In het kadaster van 1811-1832 gekeken of ik de perceeleigenaren nog kon koppelen aan iemand van partij 1, maar dat is me niet gelukt. Hierdoor heb ik de precieze locatie niet kunnen bepalen. De percelen: gelegen aan t einde van de Laagstraat, aan de Hoge Dijk, aan de Berkenstraat, zullen dichtbij gelegen hebben. Die aan de Groenendijk, Rijsdijk en Kerckenbunder liggen wat verder weg, maar de stede blijft dan behoorlijk centraal liggen. Waar kwamen zij bij elkaar? -------------------------------- Op de kadasterkaart van 1811-1832 staat t Raadhuis aan de (protestante) kerk vast, naast de toren. Of die ook al in gebruik was toen die nog katholiek was, in 1640, als schepenbank, weet ik niet. (Kadaster Dongen 1811-1832, Sectie G, perceel 246) |
van 22-04-1655 tot 25-01-1655 | RAT Schepenbank Dongen RA 104, pagina 202v-204v, scanpagina 232-233-234, 22 en 25 april 1655, verkoopakte van uitgedolven moergronden gelegen op Cleijn Dongen De verkoop bestaat uit 2 akten, van donderdag 22 april en zondag 25 april. De akte van 22 april 1655: ------------------------------- Anthonis Merten Jan Mertens, als man ende voight van Lijntjen Adriaen Mertens, waarvoor hij hem sterck maeckende. Claes Peeter Peeter Bressers voor hem selve ende beneffens Peeter Peeter Cleijs Bressers, sijne vader, hem noch sterck maeckende voor Cornelis ende Wouter Peeter Peeter Bressers, sijne broeders, daer respective moeder af was Dingna Adriaen Mertens Peeter Peeter Jan Luijcken soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Adriaen, sijnen broeder, ende moeder af was Eeltjen Adriaen Mertens tsamen voor een derde part in t derde part Jan Jan Jan Claes Brebers, hem sterck maeckende als vervanger voor Jan Jan Jansen, mits sijn sreckte mondelinge gelast sijn Jan Joost Roeloftsen, als mondelinge lasthebber ende hem sterck maeckende voor Anneken Jan Cleijs Brebers, Jan Claes Jan Cleijs Brebers, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Cornelis Claes, sijne broeder tsamen erfgenaemen van Jenneken Jan Adriaen Wagemaecker Sijken Wouter janssen, weduwe van Cornelis Govaert Willemen, geassisteert met Wijnant Adriaen Vennemans, als haeren gecoren voight. Desselven Wijnant Adriaen Jacobs voor hem selven, en hem sterck maeckende voor de vier weeskinderen van Jan Adriaen Vennemans, daer moeder ende grootmoeder af was Lesken Jan Adriaens Wagemaecker. Jenneken Peeter Jan de Wagemaecker, getrouwt met Cornelis Jan Verhoeven, geassisteert, mits de absentie van haerdere man, met Wijnant Adriaen Vennemans, haeren gecoren voight in desen. Soo voor haer selven, als haer sterck maeckende voor Peerken Peeter Jan Wagemaecker, woonende in Vlaanderen, haere suster tsamen voor een derde part. Peeter Janssen int Broeck, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende en in desen vervangende voor de twee weeskinderen van Merten Janssen int Broeck, erfgenaemen van Maeijken Mertens tsamen voor een vierde part in een derde part. Respective van anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden, vercoft omme af Jan Adriaen Janssen voor de twee derde part ende Peeter Geerit Anthonissen voor een derde part, respective ieder sijn gedeelte in anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden lant, liggende in henne stede ende goeden op Cleijn (Dongen), streckende van rijvel (?) tot sijne hoogheits Vaert toe, Adriaen Symonssen Coppelaers erfgenaemen suijt, ende hen cooperen andere erftve noort Te vrijen etc, commerloos preter Heeren chijns Gevest Actum 22 april 1655 Present Sijnenbuijck, van Loon, Wouter Janssen Ruijsenaer, schepenen De akte van 25 april 1655: ------------------------------- Merten Merten Jan Mertens, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Cornelis Merten de Wagemaecker, Lesken, sijne suster met Jan Crijnen, Maeijcken, sijne suster Saliger van Jan Gijsbrechts tsamen voor een vierde part int derde part Peeter Jan Peeterssen Brecht (?) soo voor hem selven, ende als uijtgerecht hebbende Rochus ende Marinus, sijne broeders, ende Martini, sijne suster, getrouwt Corstiaen Schalcken, voor gelijcke vierde part in derde part van derde part van anderhalf roede Anthonis Bernaert Driessen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende voor Maeijken, sijne suster ende Claes Thomassen, haeren man, tsamen de helft van gelijcke vierde part in derde part van derde part van anderhalft roede voorsegd. Symon Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende ende bij desen vervanger voor Adriaen, Jan en Willem, sijne broeders, Neeltjen, sijne suster met Roelof Huijbrechts Roeloftsen, haeren man ende voor Jenneken, sijne suster met Peeter Wilborts, haeren man, daer moeder af was Eeltgen Jan Merten de Wagemaecker. Tsamen voor een vierde part in t derde part van ’t derde part van anderhalf roede. ende hem sterck maeckende voor ’t weeskint van daer grootmoeder af was Maeijken Jan Mertens voor gelijcke een vierde part in t derde part van ’t derde part van anderhalf roeden gronden. Ende sijde de comparanten voorgenoemd elck in de qualiteijt voorsegd vercoft te hebben omme .. Jan Adriaen Janssen voor de twee derde part ende Peeter Geerit Anthonissen voor voorst. derde part, elck sijn gedeelte voorsegd in anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden, nu lant, liggende op Cleijn Dongen, in henne stede streckende int geheel van trijvel tot sijnen Hoogheijts Vaert toe. Adriaen Symons erfgenaemen, nu Jan Lenaerts, suijt, ende sijne cooperen erftun noort Vrij commerloos, preter Heeren chijns Gevest etc. Actum 25 april 1655. Puts. Fijnenbuijck ende Van loon Schepenen. ---------------------------------------------------------------------------------------------- Het gaat om de verkoop van uitgedolven moergrond (de turf is gestoken) met een breedte van 1 1/2 roede. Volgens https://www.meertens.knaw.nl/mgw/maat/9 werd bijvoorbeeld in ’s Gravenmoer gerekend met de Brabantse roede van 5,69m. Voor deze gronden ging het dan om een breedte van 8,535m. Aan het eind van de 2e akte staat dat het nu land is. Het land strekte zich uit van Trijvel of ’t Rijvel tot de (Hoogheids) Vaart. De Vaart kunnen we nog wel vinden, maar ik weet niet waar ik Trijvel of t Rijvel moet zoeken. ------------------------------------------------------------------------------------------- Een hele lijst van verkopers, over 2 akten, en 2 dagen verdeeld. Bij de eerste akte zijn de verkopers met 10 present, de tweede keer met 4. Hoe zit t met die verdeling? ------------------------------- Er is in de 1e akte gesproken van a. 1/3 part in 1/3 part: voor Lijntje, erfg. Digna en erfg. Eeltjen Adriaen Mertens b. 1/3 part: voor erfg. Jenneken Jan Adriaen de Wagemaecker, erfg. Lesken Jan Adriaen de Wagemaecker, Jenneken Peeter Jan de Wagemaecker, Peerken Peter Jan de Wagemaecker c. 1/4 part in 1/3 part: voor Maeijken Mertens (niet preciezer aangeduid) In de 2e van: d. 1/4 part in 1/3 part: voor erfg. Merten Jan Merten de Wagemaecker e. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor Peeter Jan Peetersen, Rochus, Martini f. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor Anthonis Bernaert Driessen en Maeijken g. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor erfg. Eeltjen Jan Merten de Wagemaker h. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor erfg. Maeijken Jan Merten de Wagemaker Bij e en f is tussengevoegd het laatste deel, ofwel in 1/3e part. Bij g en h staat het er direct. Vreemd dat bij d. Meerten het part anders zou zijn dan bij g. Eeltje en h. Maeijken. Zij zijn alle kinderen van Jan Merten Adriaen de Wagemaecker. Lijkt me niet correct beschreven. Bij wie e en f horen in de relatie naar De Wagemaker is niet duidelijk. Bij b gaat het om 1/3 part. Dit zijn (klein) kinderen Jan Adriaan Jans de Wagemaker. Niet genoemd zijn Adriaenken, Adriaen, en Jan. Bij a gaat het om (klein) kinderen van Adriaen Merten Adriaen Jans de Wagemaecker en bij d, g en h om (klein) kinderen van Jan Merten Adriaen Jans de Wagemaecker. Niet genoemd zijn Adriaenken, Marijnken, Jenneken en Lijsken. Zij zijn een generatie eerder gezien van Merten Adriaen Jans de Wagemaecker, een broer van Jan. Zouden met zijn allen goed moeten zijn voor 1/3 part. Dat betekent dat van nog een zoon of dochter van Adriaen Jans de Wagemaker, er erfgenamen zijn die meedelen. Die zouden dan van c, e of f moeten komen. Wie kan de zoon of dochter geweest zijn? Peeter (met 5 kinderen), Roelof (met 5 kinderen) of Cornelia? En waarom delen ze niet alle mee? Het lijkt te gaan om 3 kinderen van Adriaen Jans de Wagemaker. De moergronden waren blijkbaar nog niet verdeeld. De kopers Jan Adriaen Jansen en Peeter Geerit Anthonissen willen de grond naast die van hun erf erbij kopen, en nu moet wel nagegaan worden van wie de grond is. Dan moet in dit geval ver terug in de tijd gegaan worden. Ter illustratie: Jenneke Aert Adriaen Jan Aerts (geboren 1619), is een dochter van Eeltjen Jan Mertens de Wagemaecker, en zij is een dochter van Jan Mertens Adriaen de Wagemaecker, en hij is een zoon van Meerten Adriaen Jans de Wagemaecker en hij is een zoon van Adriaen Jans de Wagemaecker ------------------------------------------------------------------------------------------- |
31-10-1664 | doop [waarschijnlijk] Maria Petrus Willebort Janssen van Son (geb. 1664) [zie 1023,VIII] | [tante moederszijde] |
![]() |
245 Adriani Maria Arnoldi, rk gedoopt in Oosterhout op 18 maart 1622, dochter van Arnoldus Adriani en Aleijdis Joannes, getuigen Adrianus Jacobi en Antonia Joannes |
![]() |
246 Aerts Joannes Arnoldi Joannis, rk gedoopt in Oosterhout op 8 september 1624, vader Arnoldi Joannis Aerts en moeder Eelken Jan Mertens, getuigen zijn Martinus Adriaens en Maria Gisberti |
31-10-1640 | RAT Schepenbank Dongen RA 101, pagina 46r, 31 oktober 1640, Erfdeling goederen van Jan Mertens de Wagemaker Compareerde voor schepenen naergenaempt: -Jan Quirijn Hessels, als man ende voight van Lijsken Merten Jan Mertens, haere man ende voight, sijne wittige huijsfrou, ende - Ghijsbrecht Jan Cornelissen, als man ende voight van Maeijken Merten Jan Mertens, sijne huijsfrou, ende - hen tsamen noch streckmaeckende ende sij er inne vervangende voor Cornelis ende Merten, gebroederen, der voorsegde Merten Jan Mertens zonen, henne swagers in de een parthije - Peeter Wilbort Janssen van Son, als man ende voight van Jenneken Aert Adriaenssen, sijne huijsfrou, ende in quailiteijt voor hem selven, ende hem mede strek maeckende en hij er inne vervangende - Jan Aert Adriaenssen sijne onmondige swager, - Adriaen Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende voor - Symon Aert Adriaenssen, sijne onmondige gebroeder, ende de voorsegde - Aert Adriaen Aertssen als vader ende voight van - Neeltken ende - Willem, sijnde Aert Adriaenssen jongste dochter ende zone, daer moeder af was - Eeltjen Jan Mertens tsamen in de tweede parthije ende - Peeter Andries Peeters, daer moeder af was -Maeijken Jan Mertens inde derde ende leste parthije alle in dijer qualiteijt als erfgenamen van Jan Merten de Wagemaecker verclaerende ende bekende met malcanderen gedeelt te hebben. in den eersten is de voorsegde Jan Quirijnen ende Jan Gijsbrechtsen, beijde in de voorsegde qualiteijt met Cornelis ende Merten gebroederen, Jan Mertens sone tsamen bevallen ende geerfdeelt - op een aen stede, groot omtrent thijen loopensaet of alsoo groot ende .. , onbegrepen de mate, als deselve gelegen in de Groenstraat alhyer, ende den voornoemden Jan Merten de Wagemaecker dyer in sijn leven bewoont ende gebruijckt heeft ende daer uijt verstorven is, sijnde vrij commerloos, preter Heeren chijns - item noch op drije loopensaet saylant of weijlant, gelegen in de Berckenstraet onder Oosterhout de Grientsteeght oost Gijsbrecht Cornelissen west Cornelis Henrick Bouwens suijt ende Aert Adriaen Aerts cum suis noort vrij preter Heeren chijns - item noch omtrent drije loopensaet hoylant, gelegen onder Oosterhout, aen de Oosterhoutsche zijde van de Groenendijck den Groenendijck oost de weduwe van Adriaen Mertens erfgenaemen west Jan Dingemans erfgenaemen suijt, ende Jan Jansen Key erfgenaemen noort, mede vrij met sijne gerechten Heeren chijns ende moet desen cavel aen de tweede naestvolgende van delen ende cluchten uijtreijcken ende in contant betaelen elck de somme van vijtigh Rijns guldens t stuck tot veertig grooten Vlaems eens. hyer tegens sijnde de voorgenoemde Peter Wilborts in de qualiteijt als voorgenoemd, ende mede voor Jan Aert Adrieansen, Adriaen Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als voor den voorsegden Symon sijnen broeder, ende Aert Adriaen Aertssen als vader ende voight van Neeltken ende Willem sijne onmondige zoon ende dochter tot behoefte der selven samen, metten blinde lotinge hen allen ende geerfdeelt. Eerst of een stuck saylants groot omtrent seste loopensaet of alsoo groot ende cleijn ombegrepen der mate als deselve, gelegen in t eijnde de Leegstraet alhyer, Adriaen Cornelis Lambrechts oost, Melis Janssen west, Adam Claes Henricx suijt, het naervolgende parchele noort Item noch een stuck saylant groot omtrent drije ende half loopensaet of alsoo groot ende cleijn is, in de Kerckenbuijnder gelegen alhyer, de erfgenaemen van Jan Henrick Rutgers oost, Peeter Peeter Meulders cum suise west, de coorsegde seste loopensaet suijt, ende Jan Claes Keijen noort Item noch op een half buijnder saylants medegelegen in t Kerckenbuijnder de voorsegde Jan Claes Keyen oost Cornelis Wijnants west Melis Jansen suijt Peeer Symons qt qua cim suis noort Item noch op ter helft van vijf loopensaets hoylants gelegen onder Oosterhout in den Rijsdijck waer af voorsegde Peeter Andries Peeters op d’ander helft metter derde loote bevallen is de Middelkae. oost de voorsegde Rijsdijck west Peeter Peeter Cleijs Bressens suijt Anthonis Wouters noort Alle de selve parchelen mede vrij commerloos preter Heeren chijns ende sal dese cavel van de voorgaende ende eerste cavel ontfangen de somme van vijentwintich Rijns guldens eens. Ende hyer tegens is de voorgenoemde Peeter Andries Peeters voor de derde ende leste cavel bevallen ende geerfdeelt Eerst op eenen acker groot omtrent negen loopensaet of alsoo groot ende cleijn ombegrepen de maete als deselve gelegen is t eijnden de Leijen Hoek of Leeghstraet alhyer, waer inne Jan Janssen Scheij met een een loopensaet een hoeck inne is gelegen t Heesterbosch, blijven tusschen de voorsegde parthijen ende erfgenaemen gemenen ende onbedeelt oost de Leeghstraet west de weeskynt van Adriaen Dyrck Anthonissen suijt Melis Janssen noort Waer op hij, Peeter, tot sijnen last neempt een loopen ende potkan rogge ’s jaers aende pastorye alhyer, dewelcke zijn uijtgaende ende staende. Op seeckere omtrent sesse loopensaet saylants, gelegen t eijnden de voorsegde Leeghstraet in de tweede cael begrepen. Maer hij, Peeter Andries Peeters, overmits de beterschap van sijnen cavel hyer op gelegen voorsegd, is tot sijnen last neempt ende gelooft deselve jaerlijcx te blijvne uijtreicken ende deselve sesse loopensaet daer .agte bevrijen. Item noch bevallen op omtrent een half buijnder saylants, gelegen aen den Hoogendijck alhyer Peeter PEeeterssen oost Cornelis Corsten west Jan Ghijsbrechts zuijt ende Theunich stedelen noort Vrij preter Heeren chijns Item noch op d’ andre helft bevallen is Ende moet daerenboven oock doende voorsegde eerste cavel in contant ontvangen de somme van vijentwintich Rijns guldens eens. Ende of gebeurde de welcke men nochtans .. dat op dese een of dese anders gedeelte eeinger commer of aen tael mochte gerijsen meer dan hen elck is aengenaempt, geloven deselve malcanderen altijd enichtsgewijs te helpen afdraegen. Met welcke schiffinghe, scheidinghe ende deijlinghe de voorsegde parthijen verclaeren .. ende enigdelijck te vreden te sijn ende verthijende over sulcx d’aen op dese anderes gedeelt naer behooren. Waer op den Schouteth gemaent ende schepenen gewesen hebben. Actum Ultima October 1640. Puts den Schouteth Jan Dyrcx et Floris Pels, schepenen. --------------------------------------------------------------------------------------------- De akte is eind 2020 online gekomen. Met dank aan Jan van den Bergh van Doekefkes.nl voor wat eerder al te zien was op zijn site: Jan Mertens de Wagemaker - overleden 1636 als vader 1. Zoon Merten Jan Mertens ----------- Merten Merten Jan Mertens als kleinkind ----------- Maeijken Merten Jan Mertens als kleinkind, getrouwd met Jan Gijsbert Jan Cornelis, overleden voor of in 1655 ----------- Cornelis Merten Jan Mertens als kleinkind ----------- Lesken Merten Jan Mertens als kleinkind, getrouwd met Joannes Crijn Hessels (in de acte Jan Quirijn Hessels genoemd) 2. Dochter Eeltje Jan Mertens de Wagemaker, getrouwd met Aert Adriaen Jan Aerts (in de acte genoemd Aert Adriaen Aertssen) ----------- Adriaan Aert Adriaens, reeds mondig ----------- Jenneke Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, getrouwd met Peter Wilborts van Son ----------- Jan Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Symon Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Willem Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig (jongste zoon) ----------- Neeltje Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind (Cornelia), onmondig (jongste dochter) 3. Dochter Maeijken Jan Mertens de Wagemaker overleden voor of in 1640, getrouwd met Andries Peeters ----------- Peeter Andries Peeters als kleinkind Door loting verdelen zij de erfenis van Jan Mertens de Wagemaecker. De 3 kinderen zelf lijken niet meer in leven te zijn. Wie zijn er: ------------ 1. Jan Crijn Hessels, man van kleinkind Lesken (partij 1) 2. Ghijsbrecht Cornelissen, man van kleinkind Maeijken (partij 1) 3. Peeter Wilbort Jansen van Son, man van kleinkind Jenneke (partij 2) 4. Aert Adriaen Aertsen, man van overleden dochter Eeltje (partij 2) 5. Adriaen Aert Adriaensen, kleinzoon (partij 2) 6. Peeter Andries Peeters, kleinzoon (partij 3) Van de schepenbank zijn de schouteth Jan Dyrcx en schepen Floris Pels er bij. Wat komt uit de loting: -------------------------- Partij 1 1. stede aan de Groenstraat in Dongen, 10 loopensaet, 1.5 ha 2. zaai- of weiland aan de Berkenstraat onder Oosterhout, de Griendsteeg oost, 3 loopensaet, 0,5 ha 3. hooiland aan de Oosterhoutse zijde van de Groenendijk, de Groenendijk oost, 3 loopensaet, 0,5 ha 4. 25 Rijns guldens aan elke andere partij contant te betalen Partij 2 1. zaailand op het einde van de Laagstraat, 6 loopensaet, 1 ha 2. zaailand in de Kerckenbunder, 3 loopensaet, 0,5 ha 3. zaailand in de Kerckenbunder, halve bunder, 0,65 ha 4. hooiland in de Rijsdijk, de Rijsdijk west, voor de helft van 5 loopensaet, 0,75 ha 5. 25 Rijns guldens van partij 1 Partij 3 1. akker aan het einde van de Leijen Hoek of Laagstraat, de Laagstraat west, 9 loopensaet, 1,35 ha 2. zaailand aan den Hoge Dijk, halve bunder, 0,65 ha 3. hooiland, de andere helft van partij 2, perceel 4 4. 25 Rijns guldens van partij 1 De stede lag aan de Groenstraat. --------------------------------------- Jan Mertens de Wagemaker heeft de stede gebruikt en bewoont, en is er ook gestorven. Hij zal daar met zijn vrouw en kinderen gewoond hebben. Vanaf welk moment kan ik hier niet bepalen. Wellicht nog meer te vinden in de cohieren van het hoofdgeld. In het kadaster van 1811-1832 gekeken of ik de perceeleigenaren nog kon koppelen aan iemand van partij 1, maar dat is me niet gelukt. Hierdoor heb ik de precieze locatie niet kunnen bepalen. De percelen: gelegen aan t einde van de Laagstraat, aan de Hoge Dijk, aan de Berkenstraat, zullen dichtbij gelegen hebben. Die aan de Groenendijk, Rijsdijk en Kerckenbunder liggen wat verder weg, maar de stede blijft dan behoorlijk centraal liggen. Waar kwamen zij bij elkaar? -------------------------------- Op de kadasterkaart van 1811-1832 staat t Raadhuis aan de (protestante) kerk vast, naast de toren. Of die ook al in gebruik was toen die nog katholiek was, in 1640, als schepenbank, weet ik niet. (Kadaster Dongen 1811-1832, Sectie G, perceel 246) |
van 22-04-1655 tot 25-01-1655 | RAT Schepenbank Dongen RA 104, pagina 202v-204v, scanpagina 232-233-234, 22 en 25 april 1655, verkoopakte van uitgedolven moergronden gelegen op Cleijn Dongen De verkoop bestaat uit 2 akten, van donderdag 22 april en zondag 25 april. De akte van 22 april 1655: ------------------------------- Anthonis Merten Jan Mertens, als man ende voight van Lijntjen Adriaen Mertens, waarvoor hij hem sterck maeckende. Claes Peeter Peeter Bressers voor hem selve ende beneffens Peeter Peeter Cleijs Bressers, sijne vader, hem noch sterck maeckende voor Cornelis ende Wouter Peeter Peeter Bressers, sijne broeders, daer respective moeder af was Dingna Adriaen Mertens Peeter Peeter Jan Luijcken soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Adriaen, sijnen broeder, ende moeder af was Eeltjen Adriaen Mertens tsamen voor een derde part in t derde part Jan Jan Jan Claes Brebers, hem sterck maeckende als vervanger voor Jan Jan Jansen, mits sijn sreckte mondelinge gelast sijn Jan Joost Roeloftsen, als mondelinge lasthebber ende hem sterck maeckende voor Anneken Jan Cleijs Brebers, Jan Claes Jan Cleijs Brebers, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Cornelis Claes, sijne broeder tsamen erfgenaemen van Jenneken Jan Adriaen Wagemaecker Sijken Wouter janssen, weduwe van Cornelis Govaert Willemen, geassisteert met Wijnant Adriaen Vennemans, als haeren gecoren voight. Desselven Wijnant Adriaen Jacobs voor hem selven, en hem sterck maeckende voor de vier weeskinderen van Jan Adriaen Vennemans, daer moeder ende grootmoeder af was Lesken Jan Adriaens Wagemaecker. Jenneken Peeter Jan de Wagemaecker, getrouwt met Cornelis Jan Verhoeven, geassisteert, mits de absentie van haerdere man, met Wijnant Adriaen Vennemans, haeren gecoren voight in desen. Soo voor haer selven, als haer sterck maeckende voor Peerken Peeter Jan Wagemaecker, woonende in Vlaanderen, haere suster tsamen voor een derde part. Peeter Janssen int Broeck, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende en in desen vervangende voor de twee weeskinderen van Merten Janssen int Broeck, erfgenaemen van Maeijken Mertens tsamen voor een vierde part in een derde part. Respective van anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden, vercoft omme af Jan Adriaen Janssen voor de twee derde part ende Peeter Geerit Anthonissen voor een derde part, respective ieder sijn gedeelte in anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden lant, liggende in henne stede ende goeden op Cleijn (Dongen), streckende van rijvel (?) tot sijne hoogheits Vaert toe, Adriaen Symonssen Coppelaers erfgenaemen suijt, ende hen cooperen andere erftve noort Te vrijen etc, commerloos preter Heeren chijns Gevest Actum 22 april 1655 Present Sijnenbuijck, van Loon, Wouter Janssen Ruijsenaer, schepenen De akte van 25 april 1655: ------------------------------- Merten Merten Jan Mertens, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Cornelis Merten de Wagemaecker, Lesken, sijne suster met Jan Crijnen, Maeijcken, sijne suster Saliger van Jan Gijsbrechts tsamen voor een vierde part int derde part Peeter Jan Peeterssen Brecht (?) soo voor hem selven, ende als uijtgerecht hebbende Rochus ende Marinus, sijne broeders, ende Martini, sijne suster, getrouwt Corstiaen Schalcken, voor gelijcke vierde part in derde part van derde part van anderhalf roede Anthonis Bernaert Driessen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende voor Maeijken, sijne suster ende Claes Thomassen, haeren man, tsamen de helft van gelijcke vierde part in derde part van derde part van anderhalft roede voorsegd. Symon Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende ende bij desen vervanger voor Adriaen, Jan en Willem, sijne broeders, Neeltjen, sijne suster met Roelof Huijbrechts Roeloftsen, haeren man ende voor Jenneken, sijne suster met Peeter Wilborts, haeren man, daer moeder af was Eeltgen Jan Merten de Wagemaecker. Tsamen voor een vierde part in t derde part van ’t derde part van anderhalf roede. ende hem sterck maeckende voor ’t weeskint van daer grootmoeder af was Maeijken Jan Mertens voor gelijcke een vierde part in t derde part van ’t derde part van anderhalf roeden gronden. Ende sijde de comparanten voorgenoemd elck in de qualiteijt voorsegd vercoft te hebben omme .. Jan Adriaen Janssen voor de twee derde part ende Peeter Geerit Anthonissen voor voorst. derde part, elck sijn gedeelte voorsegd in anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden, nu lant, liggende op Cleijn Dongen, in henne stede streckende int geheel van trijvel tot sijnen Hoogheijts Vaert toe. Adriaen Symons erfgenaemen, nu Jan Lenaerts, suijt, ende sijne cooperen erftun noort Vrij commerloos, preter Heeren chijns Gevest etc. Actum 25 april 1655. Puts. Fijnenbuijck ende Van loon Schepenen. ---------------------------------------------------------------------------------------------- Het gaat om de verkoop van uitgedolven moergrond (de turf is gestoken) met een breedte van 1 1/2 roede. Volgens https://www.meertens.knaw.nl/mgw/maat/9 werd bijvoorbeeld in ’s Gravenmoer gerekend met de Brabantse roede van 5,69m. Voor deze gronden ging het dan om een breedte van 8,535m. Aan het eind van de 2e akte staat dat het nu land is. Het land strekte zich uit van Trijvel of ’t Rijvel tot de (Hoogheids) Vaart. De Vaart kunnen we nog wel vinden, maar ik weet niet waar ik Trijvel of t Rijvel moet zoeken. ------------------------------------------------------------------------------------------- Een hele lijst van verkopers, over 2 akten, en 2 dagen verdeeld. Bij de eerste akte zijn de verkopers met 10 present, de tweede keer met 4. Hoe zit t met die verdeling? ------------------------------- Er is in de 1e akte gesproken van a. 1/3 part in 1/3 part: voor Lijntje, erfg. Digna en erfg. Eeltjen Adriaen Mertens b. 1/3 part: voor erfg. Jenneken Jan Adriaen de Wagemaecker, erfg. Lesken Jan Adriaen de Wagemaecker, Jenneken Peeter Jan de Wagemaecker, Peerken Peter Jan de Wagemaecker c. 1/4 part in 1/3 part: voor Maeijken Mertens (niet preciezer aangeduid) In de 2e van: d. 1/4 part in 1/3 part: voor erfg. Merten Jan Merten de Wagemaecker e. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor Peeter Jan Peetersen, Rochus, Martini f. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor Anthonis Bernaert Driessen en Maeijken g. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor erfg. Eeltjen Jan Merten de Wagemaker h. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor erfg. Maeijken Jan Merten de Wagemaker Bij e en f is tussengevoegd het laatste deel, ofwel in 1/3e part. Bij g en h staat het er direct. Vreemd dat bij d. Meerten het part anders zou zijn dan bij g. Eeltje en h. Maeijken. Zij zijn alle kinderen van Jan Merten Adriaen de Wagemaecker. Lijkt me niet correct beschreven. Bij wie e en f horen in de relatie naar De Wagemaker is niet duidelijk. Bij b gaat het om 1/3 part. Dit zijn (klein) kinderen Jan Adriaan Jans de Wagemaker. Niet genoemd zijn Adriaenken, Adriaen, en Jan. Bij a gaat het om (klein) kinderen van Adriaen Merten Adriaen Jans de Wagemaecker en bij d, g en h om (klein) kinderen van Jan Merten Adriaen Jans de Wagemaecker. Niet genoemd zijn Adriaenken, Marijnken, Jenneken en Lijsken. Zij zijn een generatie eerder gezien van Merten Adriaen Jans de Wagemaecker, een broer van Jan. Zouden met zijn allen goed moeten zijn voor 1/3 part. Dat betekent dat van nog een zoon of dochter van Adriaen Jans de Wagemaker, er erfgenamen zijn die meedelen. Die zouden dan van c, e of f moeten komen. Wie kan de zoon of dochter geweest zijn? Peeter (met 5 kinderen), Roelof (met 5 kinderen) of Cornelia? En waarom delen ze niet alle mee? Het lijkt te gaan om 3 kinderen van Adriaen Jans de Wagemaker. De moergronden waren blijkbaar nog niet verdeeld. De kopers Jan Adriaen Jansen en Peeter Geerit Anthonissen willen de grond naast die van hun erf erbij kopen, en nu moet wel nagegaan worden van wie de grond is. Dan moet in dit geval ver terug in de tijd gegaan worden. Ter illustratie: Jenneke Aert Adriaen Jan Aerts (geboren 1619), is een dochter van Eeltjen Jan Mertens de Wagemaecker, en zij is een dochter van Jan Mertens Adriaen de Wagemaecker, en hij is een zoon van Meerten Adriaen Jans de Wagemaecker en hij is een zoon van Adriaen Jans de Wagemaecker ------------------------------------------------------------------------------------------- |
21-01-1646 | doop Johanna Petri Wilborden van Son (geb. 1646) [zie 1023,III] | [oom moederszijde] |
30-11-1667 | Uijlendonck (Dit is nu Oosteind, gemeente Oosterhout) | |||
28-10-1670 | Osteindts (Oosteind, gemeente Oosterhout) | |||
15-09-1672 | Uijlendonck (Oosteind, gemeente Oosterhout) |
31-10-1640 | RAT Schepenbank Dongen RA 101, pagina 46r, 31 oktober 1640, Erfdeling goederen van Jan Mertens de Wagemaker Compareerde voor schepenen naergenaempt: -Jan Quirijn Hessels, als man ende voight van Lijsken Merten Jan Mertens, haere man ende voight, sijne wittige huijsfrou, ende - Ghijsbrecht Jan Cornelissen, als man ende voight van Maeijken Merten Jan Mertens, sijne huijsfrou, ende - hen tsamen noch streckmaeckende ende sij er inne vervangende voor Cornelis ende Merten, gebroederen, der voorsegde Merten Jan Mertens zonen, henne swagers in de een parthije - Peeter Wilbort Janssen van Son, als man ende voight van Jenneken Aert Adriaenssen, sijne huijsfrou, ende in quailiteijt voor hem selven, ende hem mede strek maeckende en hij er inne vervangende - Jan Aert Adriaenssen sijne onmondige swager, - Adriaen Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende voor - Symon Aert Adriaenssen, sijne onmondige gebroeder, ende de voorsegde - Aert Adriaen Aertssen als vader ende voight van - Neeltken ende - Willem, sijnde Aert Adriaenssen jongste dochter ende zone, daer moeder af was - Eeltjen Jan Mertens tsamen in de tweede parthije ende - Peeter Andries Peeters, daer moeder af was -Maeijken Jan Mertens inde derde ende leste parthije alle in dijer qualiteijt als erfgenamen van Jan Merten de Wagemaecker verclaerende ende bekende met malcanderen gedeelt te hebben. in den eersten is de voorsegde Jan Quirijnen ende Jan Gijsbrechtsen, beijde in de voorsegde qualiteijt met Cornelis ende Merten gebroederen, Jan Mertens sone tsamen bevallen ende geerfdeelt - op een aen stede, groot omtrent thijen loopensaet of alsoo groot ende .. , onbegrepen de mate, als deselve gelegen in de Groenstraat alhyer, ende den voornoemden Jan Merten de Wagemaecker dyer in sijn leven bewoont ende gebruijckt heeft ende daer uijt verstorven is, sijnde vrij commerloos, preter Heeren chijns - item noch op drije loopensaet saylant of weijlant, gelegen in de Berckenstraet onder Oosterhout de Grientsteeght oost Gijsbrecht Cornelissen west Cornelis Henrick Bouwens suijt ende Aert Adriaen Aerts cum suis noort vrij preter Heeren chijns - item noch omtrent drije loopensaet hoylant, gelegen onder Oosterhout, aen de Oosterhoutsche zijde van de Groenendijck den Groenendijck oost de weduwe van Adriaen Mertens erfgenaemen west Jan Dingemans erfgenaemen suijt, ende Jan Jansen Key erfgenaemen noort, mede vrij met sijne gerechten Heeren chijns ende moet desen cavel aen de tweede naestvolgende van delen ende cluchten uijtreijcken ende in contant betaelen elck de somme van vijtigh Rijns guldens t stuck tot veertig grooten Vlaems eens. hyer tegens sijnde de voorgenoemde Peter Wilborts in de qualiteijt als voorgenoemd, ende mede voor Jan Aert Adrieansen, Adriaen Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als voor den voorsegden Symon sijnen broeder, ende Aert Adriaen Aertssen als vader ende voight van Neeltken ende Willem sijne onmondige zoon ende dochter tot behoefte der selven samen, metten blinde lotinge hen allen ende geerfdeelt. Eerst of een stuck saylants groot omtrent seste loopensaet of alsoo groot ende cleijn ombegrepen der mate als deselve, gelegen in t eijnde de Leegstraet alhyer, Adriaen Cornelis Lambrechts oost, Melis Janssen west, Adam Claes Henricx suijt, het naervolgende parchele noort Item noch een stuck saylant groot omtrent drije ende half loopensaet of alsoo groot ende cleijn is, in de Kerckenbuijnder gelegen alhyer, de erfgenaemen van Jan Henrick Rutgers oost, Peeter Peeter Meulders cum suise west, de coorsegde seste loopensaet suijt, ende Jan Claes Keijen noort Item noch op een half buijnder saylants medegelegen in t Kerckenbuijnder de voorsegde Jan Claes Keyen oost Cornelis Wijnants west Melis Jansen suijt Peeer Symons qt qua cim suis noort Item noch op ter helft van vijf loopensaets hoylants gelegen onder Oosterhout in den Rijsdijck waer af voorsegde Peeter Andries Peeters op d’ander helft metter derde loote bevallen is de Middelkae. oost de voorsegde Rijsdijck west Peeter Peeter Cleijs Bressens suijt Anthonis Wouters noort Alle de selve parchelen mede vrij commerloos preter Heeren chijns ende sal dese cavel van de voorgaende ende eerste cavel ontfangen de somme van vijentwintich Rijns guldens eens. Ende hyer tegens is de voorgenoemde Peeter Andries Peeters voor de derde ende leste cavel bevallen ende geerfdeelt Eerst op eenen acker groot omtrent negen loopensaet of alsoo groot ende cleijn ombegrepen de maete als deselve gelegen is t eijnden de Leijen Hoek of Leeghstraet alhyer, waer inne Jan Janssen Scheij met een een loopensaet een hoeck inne is gelegen t Heesterbosch, blijven tusschen de voorsegde parthijen ende erfgenaemen gemenen ende onbedeelt oost de Leeghstraet west de weeskynt van Adriaen Dyrck Anthonissen suijt Melis Janssen noort Waer op hij, Peeter, tot sijnen last neempt een loopen ende potkan rogge ’s jaers aende pastorye alhyer, dewelcke zijn uijtgaende ende staende. Op seeckere omtrent sesse loopensaet saylants, gelegen t eijnden de voorsegde Leeghstraet in de tweede cael begrepen. Maer hij, Peeter Andries Peeters, overmits de beterschap van sijnen cavel hyer op gelegen voorsegd, is tot sijnen last neempt ende gelooft deselve jaerlijcx te blijvne uijtreicken ende deselve sesse loopensaet daer .agte bevrijen. Item noch bevallen op omtrent een half buijnder saylants, gelegen aen den Hoogendijck alhyer Peeter PEeeterssen oost Cornelis Corsten west Jan Ghijsbrechts zuijt ende Theunich stedelen noort Vrij preter Heeren chijns Item noch op d’ andre helft bevallen is Ende moet daerenboven oock doende voorsegde eerste cavel in contant ontvangen de somme van vijentwintich Rijns guldens eens. Ende of gebeurde de welcke men nochtans .. dat op dese een of dese anders gedeelte eeinger commer of aen tael mochte gerijsen meer dan hen elck is aengenaempt, geloven deselve malcanderen altijd enichtsgewijs te helpen afdraegen. Met welcke schiffinghe, scheidinghe ende deijlinghe de voorsegde parthijen verclaeren .. ende enigdelijck te vreden te sijn ende verthijende over sulcx d’aen op dese anderes gedeelt naer behooren. Waer op den Schouteth gemaent ende schepenen gewesen hebben. Actum Ultima October 1640. Puts den Schouteth Jan Dyrcx et Floris Pels, schepenen. --------------------------------------------------------------------------------------------- De akte is eind 2020 online gekomen. Met dank aan Jan van den Bergh van Doekefkes.nl voor wat eerder al te zien was op zijn site: Jan Mertens de Wagemaker - overleden 1636 als vader 1. Zoon Merten Jan Mertens ----------- Merten Merten Jan Mertens als kleinkind ----------- Maeijken Merten Jan Mertens als kleinkind, getrouwd met Jan Gijsbert Jan Cornelis, overleden voor of in 1655 ----------- Cornelis Merten Jan Mertens als kleinkind ----------- Lesken Merten Jan Mertens als kleinkind, getrouwd met Joannes Crijn Hessels (in de acte Jan Quirijn Hessels genoemd) 2. Dochter Eeltje Jan Mertens de Wagemaker, getrouwd met Aert Adriaen Jan Aerts (in de acte genoemd Aert Adriaen Aertssen) ----------- Adriaan Aert Adriaens, reeds mondig ----------- Jenneke Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, getrouwd met Peter Wilborts van Son ----------- Jan Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Symon Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Willem Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig (jongste zoon) ----------- Neeltje Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind (Cornelia), onmondig (jongste dochter) 3. Dochter Maeijken Jan Mertens de Wagemaker overleden voor of in 1640, getrouwd met Andries Peeters ----------- Peeter Andries Peeters als kleinkind Door loting verdelen zij de erfenis van Jan Mertens de Wagemaecker. De 3 kinderen zelf lijken niet meer in leven te zijn. Wie zijn er: ------------ 1. Jan Crijn Hessels, man van kleinkind Lesken (partij 1) 2. Ghijsbrecht Cornelissen, man van kleinkind Maeijken (partij 1) 3. Peeter Wilbort Jansen van Son, man van kleinkind Jenneke (partij 2) 4. Aert Adriaen Aertsen, man van overleden dochter Eeltje (partij 2) 5. Adriaen Aert Adriaensen, kleinzoon (partij 2) 6. Peeter Andries Peeters, kleinzoon (partij 3) Van de schepenbank zijn de schouteth Jan Dyrcx en schepen Floris Pels er bij. Wat komt uit de loting: -------------------------- Partij 1 1. stede aan de Groenstraat in Dongen, 10 loopensaet, 1.5 ha 2. zaai- of weiland aan de Berkenstraat onder Oosterhout, de Griendsteeg oost, 3 loopensaet, 0,5 ha 3. hooiland aan de Oosterhoutse zijde van de Groenendijk, de Groenendijk oost, 3 loopensaet, 0,5 ha 4. 25 Rijns guldens aan elke andere partij contant te betalen Partij 2 1. zaailand op het einde van de Laagstraat, 6 loopensaet, 1 ha 2. zaailand in de Kerckenbunder, 3 loopensaet, 0,5 ha 3. zaailand in de Kerckenbunder, halve bunder, 0,65 ha 4. hooiland in de Rijsdijk, de Rijsdijk west, voor de helft van 5 loopensaet, 0,75 ha 5. 25 Rijns guldens van partij 1 Partij 3 1. akker aan het einde van de Leijen Hoek of Laagstraat, de Laagstraat west, 9 loopensaet, 1,35 ha 2. zaailand aan den Hoge Dijk, halve bunder, 0,65 ha 3. hooiland, de andere helft van partij 2, perceel 4 4. 25 Rijns guldens van partij 1 De stede lag aan de Groenstraat. --------------------------------------- Jan Mertens de Wagemaker heeft de stede gebruikt en bewoont, en is er ook gestorven. Hij zal daar met zijn vrouw en kinderen gewoond hebben. Vanaf welk moment kan ik hier niet bepalen. Wellicht nog meer te vinden in de cohieren van het hoofdgeld. In het kadaster van 1811-1832 gekeken of ik de perceeleigenaren nog kon koppelen aan iemand van partij 1, maar dat is me niet gelukt. Hierdoor heb ik de precieze locatie niet kunnen bepalen. De percelen: gelegen aan t einde van de Laagstraat, aan de Hoge Dijk, aan de Berkenstraat, zullen dichtbij gelegen hebben. Die aan de Groenendijk, Rijsdijk en Kerckenbunder liggen wat verder weg, maar de stede blijft dan behoorlijk centraal liggen. Waar kwamen zij bij elkaar? -------------------------------- Op de kadasterkaart van 1811-1832 staat t Raadhuis aan de (protestante) kerk vast, naast de toren. Of die ook al in gebruik was toen die nog katholiek was, in 1640, als schepenbank, weet ik niet. (Kadaster Dongen 1811-1832, Sectie G, perceel 246) |
van 22-04-1655 tot 25-01-1655 | RAT Schepenbank Dongen RA 104, pagina 202v-204v, scanpagina 232-233-234, 22 en 25 april 1655, verkoopakte van uitgedolven moergronden gelegen op Cleijn Dongen De verkoop bestaat uit 2 akten, van donderdag 22 april en zondag 25 april. De akte van 22 april 1655: ------------------------------- Anthonis Merten Jan Mertens, als man ende voight van Lijntjen Adriaen Mertens, waarvoor hij hem sterck maeckende. Claes Peeter Peeter Bressers voor hem selve ende beneffens Peeter Peeter Cleijs Bressers, sijne vader, hem noch sterck maeckende voor Cornelis ende Wouter Peeter Peeter Bressers, sijne broeders, daer respective moeder af was Dingna Adriaen Mertens Peeter Peeter Jan Luijcken soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Adriaen, sijnen broeder, ende moeder af was Eeltjen Adriaen Mertens tsamen voor een derde part in t derde part Jan Jan Jan Claes Brebers, hem sterck maeckende als vervanger voor Jan Jan Jansen, mits sijn sreckte mondelinge gelast sijn Jan Joost Roeloftsen, als mondelinge lasthebber ende hem sterck maeckende voor Anneken Jan Cleijs Brebers, Jan Claes Jan Cleijs Brebers, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Cornelis Claes, sijne broeder tsamen erfgenaemen van Jenneken Jan Adriaen Wagemaecker Sijken Wouter janssen, weduwe van Cornelis Govaert Willemen, geassisteert met Wijnant Adriaen Vennemans, als haeren gecoren voight. Desselven Wijnant Adriaen Jacobs voor hem selven, en hem sterck maeckende voor de vier weeskinderen van Jan Adriaen Vennemans, daer moeder ende grootmoeder af was Lesken Jan Adriaens Wagemaecker. Jenneken Peeter Jan de Wagemaecker, getrouwt met Cornelis Jan Verhoeven, geassisteert, mits de absentie van haerdere man, met Wijnant Adriaen Vennemans, haeren gecoren voight in desen. Soo voor haer selven, als haer sterck maeckende voor Peerken Peeter Jan Wagemaecker, woonende in Vlaanderen, haere suster tsamen voor een derde part. Peeter Janssen int Broeck, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende en in desen vervangende voor de twee weeskinderen van Merten Janssen int Broeck, erfgenaemen van Maeijken Mertens tsamen voor een vierde part in een derde part. Respective van anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden, vercoft omme af Jan Adriaen Janssen voor de twee derde part ende Peeter Geerit Anthonissen voor een derde part, respective ieder sijn gedeelte in anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden lant, liggende in henne stede ende goeden op Cleijn (Dongen), streckende van rijvel (?) tot sijne hoogheits Vaert toe, Adriaen Symonssen Coppelaers erfgenaemen suijt, ende hen cooperen andere erftve noort Te vrijen etc, commerloos preter Heeren chijns Gevest Actum 22 april 1655 Present Sijnenbuijck, van Loon, Wouter Janssen Ruijsenaer, schepenen De akte van 25 april 1655: ------------------------------- Merten Merten Jan Mertens, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Cornelis Merten de Wagemaecker, Lesken, sijne suster met Jan Crijnen, Maeijcken, sijne suster Saliger van Jan Gijsbrechts tsamen voor een vierde part int derde part Peeter Jan Peeterssen Brecht (?) soo voor hem selven, ende als uijtgerecht hebbende Rochus ende Marinus, sijne broeders, ende Martini, sijne suster, getrouwt Corstiaen Schalcken, voor gelijcke vierde part in derde part van derde part van anderhalf roede Anthonis Bernaert Driessen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende voor Maeijken, sijne suster ende Claes Thomassen, haeren man, tsamen de helft van gelijcke vierde part in derde part van derde part van anderhalft roede voorsegd. Symon Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende ende bij desen vervanger voor Adriaen, Jan en Willem, sijne broeders, Neeltjen, sijne suster met Roelof Huijbrechts Roeloftsen, haeren man ende voor Jenneken, sijne suster met Peeter Wilborts, haeren man, daer moeder af was Eeltgen Jan Merten de Wagemaecker. Tsamen voor een vierde part in t derde part van ’t derde part van anderhalf roede. ende hem sterck maeckende voor ’t weeskint van daer grootmoeder af was Maeijken Jan Mertens voor gelijcke een vierde part in t derde part van ’t derde part van anderhalf roeden gronden. Ende sijde de comparanten voorgenoemd elck in de qualiteijt voorsegd vercoft te hebben omme .. Jan Adriaen Janssen voor de twee derde part ende Peeter Geerit Anthonissen voor voorst. derde part, elck sijn gedeelte voorsegd in anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden, nu lant, liggende op Cleijn Dongen, in henne stede streckende int geheel van trijvel tot sijnen Hoogheijts Vaert toe. Adriaen Symons erfgenaemen, nu Jan Lenaerts, suijt, ende sijne cooperen erftun noort Vrij commerloos, preter Heeren chijns Gevest etc. Actum 25 april 1655. Puts. Fijnenbuijck ende Van loon Schepenen. ---------------------------------------------------------------------------------------------- Het gaat om de verkoop van uitgedolven moergrond (de turf is gestoken) met een breedte van 1 1/2 roede. Volgens https://www.meertens.knaw.nl/mgw/maat/9 werd bijvoorbeeld in ’s Gravenmoer gerekend met de Brabantse roede van 5,69m. Voor deze gronden ging het dan om een breedte van 8,535m. Aan het eind van de 2e akte staat dat het nu land is. Het land strekte zich uit van Trijvel of ’t Rijvel tot de (Hoogheids) Vaart. De Vaart kunnen we nog wel vinden, maar ik weet niet waar ik Trijvel of t Rijvel moet zoeken. ------------------------------------------------------------------------------------------- Een hele lijst van verkopers, over 2 akten, en 2 dagen verdeeld. Bij de eerste akte zijn de verkopers met 10 present, de tweede keer met 4. Hoe zit t met die verdeling? ------------------------------- Er is in de 1e akte gesproken van a. 1/3 part in 1/3 part: voor Lijntje, erfg. Digna en erfg. Eeltjen Adriaen Mertens b. 1/3 part: voor erfg. Jenneken Jan Adriaen de Wagemaecker, erfg. Lesken Jan Adriaen de Wagemaecker, Jenneken Peeter Jan de Wagemaecker, Peerken Peter Jan de Wagemaecker c. 1/4 part in 1/3 part: voor Maeijken Mertens (niet preciezer aangeduid) In de 2e van: d. 1/4 part in 1/3 part: voor erfg. Merten Jan Merten de Wagemaecker e. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor Peeter Jan Peetersen, Rochus, Martini f. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor Anthonis Bernaert Driessen en Maeijken g. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor erfg. Eeltjen Jan Merten de Wagemaker h. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor erfg. Maeijken Jan Merten de Wagemaker Bij e en f is tussengevoegd het laatste deel, ofwel in 1/3e part. Bij g en h staat het er direct. Vreemd dat bij d. Meerten het part anders zou zijn dan bij g. Eeltje en h. Maeijken. Zij zijn alle kinderen van Jan Merten Adriaen de Wagemaecker. Lijkt me niet correct beschreven. Bij wie e en f horen in de relatie naar De Wagemaker is niet duidelijk. Bij b gaat het om 1/3 part. Dit zijn (klein) kinderen Jan Adriaan Jans de Wagemaker. Niet genoemd zijn Adriaenken, Adriaen, en Jan. Bij a gaat het om (klein) kinderen van Adriaen Merten Adriaen Jans de Wagemaecker en bij d, g en h om (klein) kinderen van Jan Merten Adriaen Jans de Wagemaecker. Niet genoemd zijn Adriaenken, Marijnken, Jenneken en Lijsken. Zij zijn een generatie eerder gezien van Merten Adriaen Jans de Wagemaecker, een broer van Jan. Zouden met zijn allen goed moeten zijn voor 1/3 part. Dat betekent dat van nog een zoon of dochter van Adriaen Jans de Wagemaker, er erfgenamen zijn die meedelen. Die zouden dan van c, e of f moeten komen. Wie kan de zoon of dochter geweest zijn? Peeter (met 5 kinderen), Roelof (met 5 kinderen) of Cornelia? En waarom delen ze niet alle mee? Het lijkt te gaan om 3 kinderen van Adriaen Jans de Wagemaker. De moergronden waren blijkbaar nog niet verdeeld. De kopers Jan Adriaen Jansen en Peeter Geerit Anthonissen willen de grond naast die van hun erf erbij kopen, en nu moet wel nagegaan worden van wie de grond is. Dan moet in dit geval ver terug in de tijd gegaan worden. Ter illustratie: Jenneke Aert Adriaen Jan Aerts (geboren 1619), is een dochter van Eeltjen Jan Mertens de Wagemaecker, en zij is een dochter van Jan Mertens Adriaen de Wagemaecker, en hij is een zoon van Meerten Adriaen Jans de Wagemaecker en hij is een zoon van Adriaen Jans de Wagemaecker ------------------------------------------------------------------------------------------- |
|||
01-12-1659 | RAT Notariële akte Oosterhout Inventaris 21 folio 69, 70 scan 84-85, ten kantore van notaris Adriaen Ruijssenaers, 1 december 1659 Willem Aert Adriaensen heeft aan zijn broer Jan Aert Adriaensen zijn gerechte 1/5 part van zijn vader Aert Adriaen Jan Aerts in de stede voor de som vn 270 gulden. Het bedrag zal in 3 termijnen betaald worden. 1/3 bij de vest, het 2e deel het jaar daarop e het laatste deel het jaar daarop. Willem verklaart ook dat hij moergronden onder Dongen voor 5 guden verkocht heeft aan zijn broer en aan Peeter Wilberts van Son (getrouwd met zijn zus Jenneken). Ondertekenen: Willem, Jan, en Peeter, als ook de getuigen Antonis Adriaen Ruijssenaers (waarschijnlijk de zoon van de notaris) en Joost joosten van Bael Op 4 februari 1664 verklaart en ondertekent Willem dat alles betaald is. |
25-01-1649 | doop Meerten van Son (1649-na 1703) [zie 1023,IV] | [oom moederszijde] |
30-11-1667 | Uijlendonck (Dit is nu Oosteind, gemeente Oosterhout) | |||
28-10-1670 | Osteindts (Oosteind, gemeente Oosterhout) | |||
15-09-1672 | Uijlendonck (Oosteind, gemeente Oosterhout) |
31-10-1640 | RAT Schepenbank Dongen RA 101, pagina 46r, 31 oktober 1640, Erfdeling goederen van Jan Mertens de Wagemaker Compareerde voor schepenen naergenaempt: -Jan Quirijn Hessels, als man ende voight van Lijsken Merten Jan Mertens, haere man ende voight, sijne wittige huijsfrou, ende - Ghijsbrecht Jan Cornelissen, als man ende voight van Maeijken Merten Jan Mertens, sijne huijsfrou, ende - hen tsamen noch streckmaeckende ende sij er inne vervangende voor Cornelis ende Merten, gebroederen, der voorsegde Merten Jan Mertens zonen, henne swagers in de een parthije - Peeter Wilbort Janssen van Son, als man ende voight van Jenneken Aert Adriaenssen, sijne huijsfrou, ende in quailiteijt voor hem selven, ende hem mede strek maeckende en hij er inne vervangende - Jan Aert Adriaenssen sijne onmondige swager, - Adriaen Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende voor - Symon Aert Adriaenssen, sijne onmondige gebroeder, ende de voorsegde - Aert Adriaen Aertssen als vader ende voight van - Neeltken ende - Willem, sijnde Aert Adriaenssen jongste dochter ende zone, daer moeder af was - Eeltjen Jan Mertens tsamen in de tweede parthije ende - Peeter Andries Peeters, daer moeder af was -Maeijken Jan Mertens inde derde ende leste parthije alle in dijer qualiteijt als erfgenamen van Jan Merten de Wagemaecker verclaerende ende bekende met malcanderen gedeelt te hebben. in den eersten is de voorsegde Jan Quirijnen ende Jan Gijsbrechtsen, beijde in de voorsegde qualiteijt met Cornelis ende Merten gebroederen, Jan Mertens sone tsamen bevallen ende geerfdeelt - op een aen stede, groot omtrent thijen loopensaet of alsoo groot ende .. , onbegrepen de mate, als deselve gelegen in de Groenstraat alhyer, ende den voornoemden Jan Merten de Wagemaecker dyer in sijn leven bewoont ende gebruijckt heeft ende daer uijt verstorven is, sijnde vrij commerloos, preter Heeren chijns - item noch op drije loopensaet saylant of weijlant, gelegen in de Berckenstraet onder Oosterhout de Grientsteeght oost Gijsbrecht Cornelissen west Cornelis Henrick Bouwens suijt ende Aert Adriaen Aerts cum suis noort vrij preter Heeren chijns - item noch omtrent drije loopensaet hoylant, gelegen onder Oosterhout, aen de Oosterhoutsche zijde van de Groenendijck den Groenendijck oost de weduwe van Adriaen Mertens erfgenaemen west Jan Dingemans erfgenaemen suijt, ende Jan Jansen Key erfgenaemen noort, mede vrij met sijne gerechten Heeren chijns ende moet desen cavel aen de tweede naestvolgende van delen ende cluchten uijtreijcken ende in contant betaelen elck de somme van vijtigh Rijns guldens t stuck tot veertig grooten Vlaems eens. hyer tegens sijnde de voorgenoemde Peter Wilborts in de qualiteijt als voorgenoemd, ende mede voor Jan Aert Adrieansen, Adriaen Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als voor den voorsegden Symon sijnen broeder, ende Aert Adriaen Aertssen als vader ende voight van Neeltken ende Willem sijne onmondige zoon ende dochter tot behoefte der selven samen, metten blinde lotinge hen allen ende geerfdeelt. Eerst of een stuck saylants groot omtrent seste loopensaet of alsoo groot ende cleijn ombegrepen der mate als deselve, gelegen in t eijnde de Leegstraet alhyer, Adriaen Cornelis Lambrechts oost, Melis Janssen west, Adam Claes Henricx suijt, het naervolgende parchele noort Item noch een stuck saylant groot omtrent drije ende half loopensaet of alsoo groot ende cleijn is, in de Kerckenbuijnder gelegen alhyer, de erfgenaemen van Jan Henrick Rutgers oost, Peeter Peeter Meulders cum suise west, de coorsegde seste loopensaet suijt, ende Jan Claes Keijen noort Item noch op een half buijnder saylants medegelegen in t Kerckenbuijnder de voorsegde Jan Claes Keyen oost Cornelis Wijnants west Melis Jansen suijt Peeer Symons qt qua cim suis noort Item noch op ter helft van vijf loopensaets hoylants gelegen onder Oosterhout in den Rijsdijck waer af voorsegde Peeter Andries Peeters op d’ander helft metter derde loote bevallen is de Middelkae. oost de voorsegde Rijsdijck west Peeter Peeter Cleijs Bressens suijt Anthonis Wouters noort Alle de selve parchelen mede vrij commerloos preter Heeren chijns ende sal dese cavel van de voorgaende ende eerste cavel ontfangen de somme van vijentwintich Rijns guldens eens. Ende hyer tegens is de voorgenoemde Peeter Andries Peeters voor de derde ende leste cavel bevallen ende geerfdeelt Eerst op eenen acker groot omtrent negen loopensaet of alsoo groot ende cleijn ombegrepen de maete als deselve gelegen is t eijnden de Leijen Hoek of Leeghstraet alhyer, waer inne Jan Janssen Scheij met een een loopensaet een hoeck inne is gelegen t Heesterbosch, blijven tusschen de voorsegde parthijen ende erfgenaemen gemenen ende onbedeelt oost de Leeghstraet west de weeskynt van Adriaen Dyrck Anthonissen suijt Melis Janssen noort Waer op hij, Peeter, tot sijnen last neempt een loopen ende potkan rogge ’s jaers aende pastorye alhyer, dewelcke zijn uijtgaende ende staende. Op seeckere omtrent sesse loopensaet saylants, gelegen t eijnden de voorsegde Leeghstraet in de tweede cael begrepen. Maer hij, Peeter Andries Peeters, overmits de beterschap van sijnen cavel hyer op gelegen voorsegd, is tot sijnen last neempt ende gelooft deselve jaerlijcx te blijvne uijtreicken ende deselve sesse loopensaet daer .agte bevrijen. Item noch bevallen op omtrent een half buijnder saylants, gelegen aen den Hoogendijck alhyer Peeter PEeeterssen oost Cornelis Corsten west Jan Ghijsbrechts zuijt ende Theunich stedelen noort Vrij preter Heeren chijns Item noch op d’ andre helft bevallen is Ende moet daerenboven oock doende voorsegde eerste cavel in contant ontvangen de somme van vijentwintich Rijns guldens eens. Ende of gebeurde de welcke men nochtans .. dat op dese een of dese anders gedeelte eeinger commer of aen tael mochte gerijsen meer dan hen elck is aengenaempt, geloven deselve malcanderen altijd enichtsgewijs te helpen afdraegen. Met welcke schiffinghe, scheidinghe ende deijlinghe de voorsegde parthijen verclaeren .. ende enigdelijck te vreden te sijn ende verthijende over sulcx d’aen op dese anderes gedeelt naer behooren. Waer op den Schouteth gemaent ende schepenen gewesen hebben. Actum Ultima October 1640. Puts den Schouteth Jan Dyrcx et Floris Pels, schepenen. --------------------------------------------------------------------------------------------- De akte is eind 2020 online gekomen. Met dank aan Jan van den Bergh van Doekefkes.nl voor wat eerder al te zien was op zijn site: Jan Mertens de Wagemaker - overleden 1636 als vader 1. Zoon Merten Jan Mertens ----------- Merten Merten Jan Mertens als kleinkind ----------- Maeijken Merten Jan Mertens als kleinkind, getrouwd met Jan Gijsbert Jan Cornelis, overleden voor of in 1655 ----------- Cornelis Merten Jan Mertens als kleinkind ----------- Lesken Merten Jan Mertens als kleinkind, getrouwd met Joannes Crijn Hessels (in de acte Jan Quirijn Hessels genoemd) 2. Dochter Eeltje Jan Mertens de Wagemaker, getrouwd met Aert Adriaen Jan Aerts (in de acte genoemd Aert Adriaen Aertssen) ----------- Adriaan Aert Adriaens, reeds mondig ----------- Jenneke Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, getrouwd met Peter Wilborts van Son ----------- Jan Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Symon Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Willem Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig (jongste zoon) ----------- Neeltje Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind (Cornelia), onmondig (jongste dochter) 3. Dochter Maeijken Jan Mertens de Wagemaker overleden voor of in 1640, getrouwd met Andries Peeters ----------- Peeter Andries Peeters als kleinkind Door loting verdelen zij de erfenis van Jan Mertens de Wagemaecker. De 3 kinderen zelf lijken niet meer in leven te zijn. Wie zijn er: ------------ 1. Jan Crijn Hessels, man van kleinkind Lesken (partij 1) 2. Ghijsbrecht Cornelissen, man van kleinkind Maeijken (partij 1) 3. Peeter Wilbort Jansen van Son, man van kleinkind Jenneke (partij 2) 4. Aert Adriaen Aertsen, man van overleden dochter Eeltje (partij 2) 5. Adriaen Aert Adriaensen, kleinzoon (partij 2) 6. Peeter Andries Peeters, kleinzoon (partij 3) Van de schepenbank zijn de schouteth Jan Dyrcx en schepen Floris Pels er bij. Wat komt uit de loting: -------------------------- Partij 1 1. stede aan de Groenstraat in Dongen, 10 loopensaet, 1.5 ha 2. zaai- of weiland aan de Berkenstraat onder Oosterhout, de Griendsteeg oost, 3 loopensaet, 0,5 ha 3. hooiland aan de Oosterhoutse zijde van de Groenendijk, de Groenendijk oost, 3 loopensaet, 0,5 ha 4. 25 Rijns guldens aan elke andere partij contant te betalen Partij 2 1. zaailand op het einde van de Laagstraat, 6 loopensaet, 1 ha 2. zaailand in de Kerckenbunder, 3 loopensaet, 0,5 ha 3. zaailand in de Kerckenbunder, halve bunder, 0,65 ha 4. hooiland in de Rijsdijk, de Rijsdijk west, voor de helft van 5 loopensaet, 0,75 ha 5. 25 Rijns guldens van partij 1 Partij 3 1. akker aan het einde van de Leijen Hoek of Laagstraat, de Laagstraat west, 9 loopensaet, 1,35 ha 2. zaailand aan den Hoge Dijk, halve bunder, 0,65 ha 3. hooiland, de andere helft van partij 2, perceel 4 4. 25 Rijns guldens van partij 1 De stede lag aan de Groenstraat. --------------------------------------- Jan Mertens de Wagemaker heeft de stede gebruikt en bewoont, en is er ook gestorven. Hij zal daar met zijn vrouw en kinderen gewoond hebben. Vanaf welk moment kan ik hier niet bepalen. Wellicht nog meer te vinden in de cohieren van het hoofdgeld. In het kadaster van 1811-1832 gekeken of ik de perceeleigenaren nog kon koppelen aan iemand van partij 1, maar dat is me niet gelukt. Hierdoor heb ik de precieze locatie niet kunnen bepalen. De percelen: gelegen aan t einde van de Laagstraat, aan de Hoge Dijk, aan de Berkenstraat, zullen dichtbij gelegen hebben. Die aan de Groenendijk, Rijsdijk en Kerckenbunder liggen wat verder weg, maar de stede blijft dan behoorlijk centraal liggen. Waar kwamen zij bij elkaar? -------------------------------- Op de kadasterkaart van 1811-1832 staat t Raadhuis aan de (protestante) kerk vast, naast de toren. Of die ook al in gebruik was toen die nog katholiek was, in 1640, als schepenbank, weet ik niet. (Kadaster Dongen 1811-1832, Sectie G, perceel 246) |
van 22-04-1655 tot 25-01-1655 | RAT Schepenbank Dongen RA 104, pagina 202v-204v, scanpagina 232-233-234, 22 en 25 april 1655, verkoopakte van uitgedolven moergronden gelegen op Cleijn Dongen De verkoop bestaat uit 2 akten, van donderdag 22 april en zondag 25 april. De akte van 22 april 1655: ------------------------------- Anthonis Merten Jan Mertens, als man ende voight van Lijntjen Adriaen Mertens, waarvoor hij hem sterck maeckende. Claes Peeter Peeter Bressers voor hem selve ende beneffens Peeter Peeter Cleijs Bressers, sijne vader, hem noch sterck maeckende voor Cornelis ende Wouter Peeter Peeter Bressers, sijne broeders, daer respective moeder af was Dingna Adriaen Mertens Peeter Peeter Jan Luijcken soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Adriaen, sijnen broeder, ende moeder af was Eeltjen Adriaen Mertens tsamen voor een derde part in t derde part Jan Jan Jan Claes Brebers, hem sterck maeckende als vervanger voor Jan Jan Jansen, mits sijn sreckte mondelinge gelast sijn Jan Joost Roeloftsen, als mondelinge lasthebber ende hem sterck maeckende voor Anneken Jan Cleijs Brebers, Jan Claes Jan Cleijs Brebers, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Cornelis Claes, sijne broeder tsamen erfgenaemen van Jenneken Jan Adriaen Wagemaecker Sijken Wouter janssen, weduwe van Cornelis Govaert Willemen, geassisteert met Wijnant Adriaen Vennemans, als haeren gecoren voight. Desselven Wijnant Adriaen Jacobs voor hem selven, en hem sterck maeckende voor de vier weeskinderen van Jan Adriaen Vennemans, daer moeder ende grootmoeder af was Lesken Jan Adriaens Wagemaecker. Jenneken Peeter Jan de Wagemaecker, getrouwt met Cornelis Jan Verhoeven, geassisteert, mits de absentie van haerdere man, met Wijnant Adriaen Vennemans, haeren gecoren voight in desen. Soo voor haer selven, als haer sterck maeckende voor Peerken Peeter Jan Wagemaecker, woonende in Vlaanderen, haere suster tsamen voor een derde part. Peeter Janssen int Broeck, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende en in desen vervangende voor de twee weeskinderen van Merten Janssen int Broeck, erfgenaemen van Maeijken Mertens tsamen voor een vierde part in een derde part. Respective van anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden, vercoft omme af Jan Adriaen Janssen voor de twee derde part ende Peeter Geerit Anthonissen voor een derde part, respective ieder sijn gedeelte in anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden lant, liggende in henne stede ende goeden op Cleijn (Dongen), streckende van rijvel (?) tot sijne hoogheits Vaert toe, Adriaen Symonssen Coppelaers erfgenaemen suijt, ende hen cooperen andere erftve noort Te vrijen etc, commerloos preter Heeren chijns Gevest Actum 22 april 1655 Present Sijnenbuijck, van Loon, Wouter Janssen Ruijsenaer, schepenen De akte van 25 april 1655: ------------------------------- Merten Merten Jan Mertens, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Cornelis Merten de Wagemaecker, Lesken, sijne suster met Jan Crijnen, Maeijcken, sijne suster Saliger van Jan Gijsbrechts tsamen voor een vierde part int derde part Peeter Jan Peeterssen Brecht (?) soo voor hem selven, ende als uijtgerecht hebbende Rochus ende Marinus, sijne broeders, ende Martini, sijne suster, getrouwt Corstiaen Schalcken, voor gelijcke vierde part in derde part van derde part van anderhalf roede Anthonis Bernaert Driessen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende voor Maeijken, sijne suster ende Claes Thomassen, haeren man, tsamen de helft van gelijcke vierde part in derde part van derde part van anderhalft roede voorsegd. Symon Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende ende bij desen vervanger voor Adriaen, Jan en Willem, sijne broeders, Neeltjen, sijne suster met Roelof Huijbrechts Roeloftsen, haeren man ende voor Jenneken, sijne suster met Peeter Wilborts, haeren man, daer moeder af was Eeltgen Jan Merten de Wagemaecker. Tsamen voor een vierde part in t derde part van ’t derde part van anderhalf roede. ende hem sterck maeckende voor ’t weeskint van daer grootmoeder af was Maeijken Jan Mertens voor gelijcke een vierde part in t derde part van ’t derde part van anderhalf roeden gronden. Ende sijde de comparanten voorgenoemd elck in de qualiteijt voorsegd vercoft te hebben omme .. Jan Adriaen Janssen voor de twee derde part ende Peeter Geerit Anthonissen voor voorst. derde part, elck sijn gedeelte voorsegd in anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden, nu lant, liggende op Cleijn Dongen, in henne stede streckende int geheel van trijvel tot sijnen Hoogheijts Vaert toe. Adriaen Symons erfgenaemen, nu Jan Lenaerts, suijt, ende sijne cooperen erftun noort Vrij commerloos, preter Heeren chijns Gevest etc. Actum 25 april 1655. Puts. Fijnenbuijck ende Van loon Schepenen. ---------------------------------------------------------------------------------------------- Het gaat om de verkoop van uitgedolven moergrond (de turf is gestoken) met een breedte van 1 1/2 roede. Volgens https://www.meertens.knaw.nl/mgw/maat/9 werd bijvoorbeeld in ’s Gravenmoer gerekend met de Brabantse roede van 5,69m. Voor deze gronden ging het dan om een breedte van 8,535m. Aan het eind van de 2e akte staat dat het nu land is. Het land strekte zich uit van Trijvel of ’t Rijvel tot de (Hoogheids) Vaart. De Vaart kunnen we nog wel vinden, maar ik weet niet waar ik Trijvel of t Rijvel moet zoeken. ------------------------------------------------------------------------------------------- Een hele lijst van verkopers, over 2 akten, en 2 dagen verdeeld. Bij de eerste akte zijn de verkopers met 10 present, de tweede keer met 4. Hoe zit t met die verdeling? ------------------------------- Er is in de 1e akte gesproken van a. 1/3 part in 1/3 part: voor Lijntje, erfg. Digna en erfg. Eeltjen Adriaen Mertens b. 1/3 part: voor erfg. Jenneken Jan Adriaen de Wagemaecker, erfg. Lesken Jan Adriaen de Wagemaecker, Jenneken Peeter Jan de Wagemaecker, Peerken Peter Jan de Wagemaecker c. 1/4 part in 1/3 part: voor Maeijken Mertens (niet preciezer aangeduid) In de 2e van: d. 1/4 part in 1/3 part: voor erfg. Merten Jan Merten de Wagemaecker e. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor Peeter Jan Peetersen, Rochus, Martini f. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor Anthonis Bernaert Driessen en Maeijken g. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor erfg. Eeltjen Jan Merten de Wagemaker h. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor erfg. Maeijken Jan Merten de Wagemaker Bij e en f is tussengevoegd het laatste deel, ofwel in 1/3e part. Bij g en h staat het er direct. Vreemd dat bij d. Meerten het part anders zou zijn dan bij g. Eeltje en h. Maeijken. Zij zijn alle kinderen van Jan Merten Adriaen de Wagemaecker. Lijkt me niet correct beschreven. Bij wie e en f horen in de relatie naar De Wagemaker is niet duidelijk. Bij b gaat het om 1/3 part. Dit zijn (klein) kinderen Jan Adriaan Jans de Wagemaker. Niet genoemd zijn Adriaenken, Adriaen, en Jan. Bij a gaat het om (klein) kinderen van Adriaen Merten Adriaen Jans de Wagemaecker en bij d, g en h om (klein) kinderen van Jan Merten Adriaen Jans de Wagemaecker. Niet genoemd zijn Adriaenken, Marijnken, Jenneken en Lijsken. Zij zijn een generatie eerder gezien van Merten Adriaen Jans de Wagemaecker, een broer van Jan. Zouden met zijn allen goed moeten zijn voor 1/3 part. Dat betekent dat van nog een zoon of dochter van Adriaen Jans de Wagemaker, er erfgenamen zijn die meedelen. Die zouden dan van c, e of f moeten komen. Wie kan de zoon of dochter geweest zijn? Peeter (met 5 kinderen), Roelof (met 5 kinderen) of Cornelia? En waarom delen ze niet alle mee? Het lijkt te gaan om 3 kinderen van Adriaen Jans de Wagemaker. De moergronden waren blijkbaar nog niet verdeeld. De kopers Jan Adriaen Jansen en Peeter Geerit Anthonissen willen de grond naast die van hun erf erbij kopen, en nu moet wel nagegaan worden van wie de grond is. Dan moet in dit geval ver terug in de tijd gegaan worden. Ter illustratie: Jenneke Aert Adriaen Jan Aerts (geboren 1619), is een dochter van Eeltjen Jan Mertens de Wagemaecker, en zij is een dochter van Jan Mertens Adriaen de Wagemaecker, en hij is een zoon van Meerten Adriaen Jans de Wagemaecker en hij is een zoon van Adriaen Jans de Wagemaecker ------------------------------------------------------------------------------------------- |
|||
01-12-1659 | RAT Notariële akte Oosterhout Inventaris 21 folio 69, 70 scan 84-85, ten kantore van notaris Adriaen Ruijssenaers, 1 december 1659 Willem Aert Adriaensen heeft verkocht aan zijn broer Jan Aert Adriaensen zijn gerechte 1/5 part van zijn vader Aert Adriaen Jan Aerts in de stede voor de som vn 270 gulden. Het bedrag zal in 3 termijnen betaald worden. 1/3 bij de vest, het 2e deel het jaar daarop e het laatste deel het jaar daarop. Willem verklaart ook dat hij moergronden onder Dongen voor 5 guden verkocht heeft aan zijn broer en aan Peeter Wilberts van Son (getrouwd met zijn zus Jenneken). Ondertekenen: Willem, Jan, en Peeter, als ook de getuigen Antonis Adriaen Ruijssenaers (waarschijnlijk de zoon van de notaris) en Joost joosten van Bael Op 4 februari 1664 verklaart en ondertekent Willem dat alles betaald is. |
26-01-1657 | doop Jan van Son (geb. 1657) [zie 1023,VI] | [oom moederszijde] |
Groenstraat, Dongen |
31-10-1640 | RAT Schepenbank Dongen RA 101, pagina 46r, 31 oktober 1640, Erfdeling goederen van Jan Mertens de Wagemaker Compareerde voor schepenen naergenaempt: -Jan Quirijn Hessels, als man ende voight van Lijsken Merten Jan Mertens, haere man ende voight, sijne wittige huijsfrou, ende - Ghijsbrecht Jan Cornelissen, als man ende voight van Maeijken Merten Jan Mertens, sijne huijsfrou, ende - hen tsamen noch streckmaeckende ende sij er inne vervangende voor Cornelis ende Merten, gebroederen, der voorsegde Merten Jan Mertens zonen, henne swagers in de een parthije - Peeter Wilbort Janssen van Son, als man ende voight van Jenneken Aert Adriaenssen, sijne huijsfrou, ende in quailiteijt voor hem selven, ende hem mede strek maeckende en hij er inne vervangende - Jan Aert Adriaenssen sijne onmondige swager, - Adriaen Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende voor - Symon Aert Adriaenssen, sijne onmondige gebroeder, ende de voorsegde - Aert Adriaen Aertssen als vader ende voight van - Neeltken ende - Willem, sijnde Aert Adriaenssen jongste dochter ende zone, daer moeder af was - Eeltjen Jan Mertens tsamen in de tweede parthije ende - Peeter Andries Peeters, daer moeder af was -Maeijken Jan Mertens inde derde ende leste parthije alle in dijer qualiteijt als erfgenamen van Jan Merten de Wagemaecker verclaerende ende bekende met malcanderen gedeelt te hebben. in den eersten is de voorsegde Jan Quirijnen ende Jan Gijsbrechtsen, beijde in de voorsegde qualiteijt met Cornelis ende Merten gebroederen, Jan Mertens sone tsamen bevallen ende geerfdeelt - op een aen stede, groot omtrent thijen loopensaet of alsoo groot ende .. , onbegrepen de mate, als deselve gelegen in de Groenstraat alhyer, ende den voornoemden Jan Merten de Wagemaecker dyer in sijn leven bewoont ende gebruijckt heeft ende daer uijt verstorven is, sijnde vrij commerloos, preter Heeren chijns - item noch op drije loopensaet saylant of weijlant, gelegen in de Berckenstraet onder Oosterhout de Grientsteeght oost Gijsbrecht Cornelissen west Cornelis Henrick Bouwens suijt ende Aert Adriaen Aerts cum suis noort vrij preter Heeren chijns - item noch omtrent drije loopensaet hoylant, gelegen onder Oosterhout, aen de Oosterhoutsche zijde van de Groenendijck den Groenendijck oost de weduwe van Adriaen Mertens erfgenaemen west Jan Dingemans erfgenaemen suijt, ende Jan Jansen Key erfgenaemen noort, mede vrij met sijne gerechten Heeren chijns ende moet desen cavel aen de tweede naestvolgende van delen ende cluchten uijtreijcken ende in contant betaelen elck de somme van vijtigh Rijns guldens t stuck tot veertig grooten Vlaems eens. hyer tegens sijnde de voorgenoemde Peter Wilborts in de qualiteijt als voorgenoemd, ende mede voor Jan Aert Adrieansen, Adriaen Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als voor den voorsegden Symon sijnen broeder, ende Aert Adriaen Aertssen als vader ende voight van Neeltken ende Willem sijne onmondige zoon ende dochter tot behoefte der selven samen, metten blinde lotinge hen allen ende geerfdeelt. Eerst of een stuck saylants groot omtrent seste loopensaet of alsoo groot ende cleijn ombegrepen der mate als deselve, gelegen in t eijnde de Leegstraet alhyer, Adriaen Cornelis Lambrechts oost, Melis Janssen west, Adam Claes Henricx suijt, het naervolgende parchele noort Item noch een stuck saylant groot omtrent drije ende half loopensaet of alsoo groot ende cleijn is, in de Kerckenbuijnder gelegen alhyer, de erfgenaemen van Jan Henrick Rutgers oost, Peeter Peeter Meulders cum suise west, de coorsegde seste loopensaet suijt, ende Jan Claes Keijen noort Item noch op een half buijnder saylants medegelegen in t Kerckenbuijnder de voorsegde Jan Claes Keyen oost Cornelis Wijnants west Melis Jansen suijt Peeer Symons qt qua cim suis noort Item noch op ter helft van vijf loopensaets hoylants gelegen onder Oosterhout in den Rijsdijck waer af voorsegde Peeter Andries Peeters op d’ander helft metter derde loote bevallen is de Middelkae. oost de voorsegde Rijsdijck west Peeter Peeter Cleijs Bressens suijt Anthonis Wouters noort Alle de selve parchelen mede vrij commerloos preter Heeren chijns ende sal dese cavel van de voorgaende ende eerste cavel ontfangen de somme van vijentwintich Rijns guldens eens. Ende hyer tegens is de voorgenoemde Peeter Andries Peeters voor de derde ende leste cavel bevallen ende geerfdeelt Eerst op eenen acker groot omtrent negen loopensaet of alsoo groot ende cleijn ombegrepen de maete als deselve gelegen is t eijnden de Leijen Hoek of Leeghstraet alhyer, waer inne Jan Janssen Scheij met een een loopensaet een hoeck inne is gelegen t Heesterbosch, blijven tusschen de voorsegde parthijen ende erfgenaemen gemenen ende onbedeelt oost de Leeghstraet west de weeskynt van Adriaen Dyrck Anthonissen suijt Melis Janssen noort Waer op hij, Peeter, tot sijnen last neempt een loopen ende potkan rogge ’s jaers aende pastorye alhyer, dewelcke zijn uijtgaende ende staende. Op seeckere omtrent sesse loopensaet saylants, gelegen t eijnden de voorsegde Leeghstraet in de tweede cael begrepen. Maer hij, Peeter Andries Peeters, overmits de beterschap van sijnen cavel hyer op gelegen voorsegd, is tot sijnen last neempt ende gelooft deselve jaerlijcx te blijvne uijtreicken ende deselve sesse loopensaet daer .agte bevrijen. Item noch bevallen op omtrent een half buijnder saylants, gelegen aen den Hoogendijck alhyer Peeter PEeeterssen oost Cornelis Corsten west Jan Ghijsbrechts zuijt ende Theunich stedelen noort Vrij preter Heeren chijns Item noch op d’ andre helft bevallen is Ende moet daerenboven oock doende voorsegde eerste cavel in contant ontvangen de somme van vijentwintich Rijns guldens eens. Ende of gebeurde de welcke men nochtans .. dat op dese een of dese anders gedeelte eeinger commer of aen tael mochte gerijsen meer dan hen elck is aengenaempt, geloven deselve malcanderen altijd enichtsgewijs te helpen afdraegen. Met welcke schiffinghe, scheidinghe ende deijlinghe de voorsegde parthijen verclaeren .. ende enigdelijck te vreden te sijn ende verthijende over sulcx d’aen op dese anderes gedeelt naer behooren. Waer op den Schouteth gemaent ende schepenen gewesen hebben. Actum Ultima October 1640. Puts den Schouteth Jan Dyrcx et Floris Pels, schepenen. --------------------------------------------------------------------------------------------- De akte is eind 2020 online gekomen. Met dank aan Jan van den Bergh van Doekefkes.nl voor wat eerder al te zien was op zijn site: Jan Mertens de Wagemaker - overleden 1636 als vader 1. Zoon Merten Jan Mertens ----------- Merten Merten Jan Mertens als kleinkind ----------- Maeijken Merten Jan Mertens als kleinkind, getrouwd met Jan Gijsbert Jan Cornelis, overleden voor of in 1655 ----------- Cornelis Merten Jan Mertens als kleinkind ----------- Lesken Merten Jan Mertens als kleinkind, getrouwd met Joannes Crijn Hessels (in de acte Jan Quirijn Hessels genoemd) 2. Dochter Eeltje Jan Mertens de Wagemaker, getrouwd met Aert Adriaen Jan Aerts (in de acte genoemd Aert Adriaen Aertssen) ----------- Adriaan Aert Adriaens, reeds mondig ----------- Jenneke Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, getrouwd met Peter Wilborts van Son ----------- Jan Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Symon Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Willem Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig (jongste zoon) ----------- Neeltje Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind (Cornelia), onmondig (jongste dochter) 3. Dochter Maeijken Jan Mertens de Wagemaker overleden voor of in 1640, getrouwd met Andries Peeters ----------- Peeter Andries Peeters als kleinkind --------------------------------------------------------------------------------------------- Door loting verdelen zij de erfenis van Jan Mertens de Wagemaecker. De 3 kinderen zelf lijken niet meer in leven te zijn. Wie zijn er: ------------ 1. Jan Crijn Hessels, man van kleinkind Lesken (partij 1) 2. Ghijsbrecht Cornelissen, man van kleinkind Maeijken (partij 1) 3. Peeter Wilbort Jansen van Son, man van kleinkind Jenneke (partij 2) 4. Aert Adriaen Aertsen, man van overleden dochter Eeltje (partij 2) 5. Adriaen Aert Adriaensen, kleinzoon (partij 2) 6. Peeter Andries Peeters, kleinzoon (partij 3) Van de schepenbank zijn de schouteth Jan Dyrcx en schepen Floris Pels er bij. Wat komt uit de loting: -------------------------- Partij 1 1. stede aan de Groenstraat in Dongen, 10 loopensaet, 1.5 ha 2. zaai- of weiland aan de Berkenstraat onder Oosterhout, de Griendsteeg oost, 3 loopensaet, 0,5 ha 3. hooiland aan de Oosterhoutse zijde van de Groenendijk, de Groenendijk oost, 3 loopensaet, 0,5 ha 4. 25 Rijns guldens aan elke andere partij contant te betalen Partij 2 1. zaailand op het einde van de Laagstraat, 6 loopensaet, 1 ha 2. zaailand in de Kerckenbunder, 3 loopensaet, 0,5 ha 3. zaailand in de Kerckenbunder, halve bunder, 0,65 ha 4. hooiland in de Rijsdijk, de Rijsdijk west, voor de helft van 5 loopensaet, 0,75 ha 5. 25 Rijns guldens van partij 1 Partij 3 1. akker aan het einde van de Leijen Hoek of Laagstraat, de Laagstraat west, 9 loopensaet, 1,35 ha 2. zaailand aan den Hoge Dijk, halve bunder, 0,65 ha 3. hooiland, de andere helft van partij 2, perceel 4 4. 25 Rijns guldens van partij 1 De stede lag aan de Groenstraat. --------------------------------------- Jan Mertens de Wagemaker heeft de stede gebruikt en bewoont, en is er ook gestorven. Hij zal daar met zijn vrouw en kinderen gewoond hebben. Vanaf welk moment kan ik hier niet bepalen. Wellicht nog meer te vinden in de cohieren van het hoofdgeld. In het kadaster van 1811-1832 gekeken of ik de perceeleigenaren nog kon koppelen aan iemand van partij 1, maar dat is me niet gelukt. Hierdoor heb ik de precieze locatie niet kunnen bepalen. De percelen: gelegen aan t einde van de Laagstraat, aan de Hoge Dijk, aan de Berkenstraat, zullen dichtbij gelegen hebben. Die aan de Groenendijk, Rijsdijk en Kerckenbunder liggen wat verder weg, maar de stede blijft dan behoorlijk centraal liggen. Waar kwamen zij bij elkaar? -------------------------------- Op de kadasterkaart van 1811-1832 staat t Raadhuis aan de (protestante) kerk vast, naast de toren. Of die ook al in gebruik was toen die nog katholiek was, in 1640, als schepenbank, weet ik niet. (Kadaster Dongen 1811-1832, Sectie G, perceel 246) |
28-12-1609 | RAT Schepenbank Dongen RA 97, folio 11r, Transportakte Compareerde Jacob Lemmen Adriaenssen, die gevest, .., gerecht, getransporteert ende opgedraghen cedeelt, etc. d’ome.loof mits desen toebehoort van Jan Meeus Jan Mertens, voogd der naegelathen weeskynderen van Cornelia Meeus Jan Mertenssen saliger, daer vader af is Jan Merten Wagemaecers. In contingente actie is met .. ver. ontrent negen loopensaet hoylants geleghen aen den Groenendijck onder Oosterhout geleghen onbedeelt met den voorsegden Jan Meeus cum suis. .. Actie contingent part .. .. .. .. vijftien loopensaet hoylants, geleghen onder Oosterhout voorsegd, aen den Rijsdijck. .. .. handen met commer.. slach .. .. welcke voorsegde actien, parten ende deelen den voorgenoemden Jacob Lemmen geene actien of toe .. meer .. ..heeft gevest het maer, verclare .. toe behoort van den voorsegden Jan Meeus cum suis, haeren .. saliger naer onderlingen gevest .. ge .. sonder ergh of list. Actum puts supra (28 december 1609, Gils en Meerman, schepenen) Met excuses voor de beperkte vertaling. Wat ik er van maak: Jacob Lemmens heeft verkregen van Jan Meeus Jan Mertens, als voogd over de weeskinderen van Cornelia Meeus Jan Mertens, waarvan de vader Jan Merten Wagemaecers is, 2 stukken hooiland onder Oosterhout: 9 loopensaet groot aan de Groenendijk, en 15 loopensaet aan de Rijsdijk. Jan is de broer van Cornelia. Zijn zus is overleden voor 28 december 1609. Vader Jan overlijdt in 1636, dus overleeft zijn vrouw met zeker 27 jaar. In de kantlijn staat voor mij een nog slechter leesbare tekst waarin een Peeter Jan Cornelissen jaarlijks een rente van 7 loopen roggen zal betalen. Waarvoor en aan wie, is mij niet duidelijk. In de acte van 2 april 1579, waarin de weeskinderen van Meus Jan Martens delen in de erfenis van Anna Jan Jan Martens folio is ook sprake van land aan Rijsdijk en Groenendijk. Het hooiland aan de Rijsdijk kwam niet aan de weeskinderen maar aan Marten Jan Jan Martens en zus Maeijke Jan. Beemden aan de Groenendijk kwamen toe aan Jan Jan Jan Martens en zus Janneken. JanMartens (van de schepenbank Dongen RA 93, acte vermeld bij haar vader) |
20-01-1597 | RAT Schepenbank Dongen RA 95, pagina 14r,20 januari 1597, Verkoop door Cornelia Meeus Jan Martens Wij, <leeggelaten, zullen de schepenen van de vorige acte zijn: Jan Jan Cornelis en Willem Embrechts> Schepenen in Dongen, oirconden ende kennen, dat voor ons gecomen is Cornelia Meeus Jan Martens dochter, met Jan Marten Adriaens Wagemaker, haeren man en voight, kende ende lijde, dat sij vercocht heeft om een somme van gelde Jan Adriaen Aerts een stuck lants, groot twee lopensaet negendalf roey lants der selver Cornelia aenbestorven na doodt haers vaders, so wij verstonden. Adriaen Janssen Bincken met Matheus Cornelis Martens hunner erve oostwaerts Jan Jan Martens de Jonge met zijn erve westwaerts, streckende van dr Groenderstraet tot op der ertfenisse Hubrecht Theun Joossen Van dit erve voorsegd, met seven penninghen sjaers Heeren chijns, noch met de helft.. van seventien stuivers sjaers. Dies is dit voorsegd erve .. .. .. van rechts wege behoort ende sculdich is. Ende hier in is de parceel Jan Adriaens gevest met vonnissen ende met recht etc. ende des oirconden desen brieft Actum <leeggelaten, vorige acte is van 20 januari 1597, de volgende van 27 januari 1597, waarschijnlijk op dezelfde dag als de voorgaande acte, mogelijk tussen die 2 data in> Koper: Jan Adriaen Aerts Verkoper: Cornelia Meeus Jan Martens Echtgenoot: Jan Marten Adriaens Wagemaker Cornelia verkoopt een stuk land 2 loopensaets negendalf weiland, aanbestorven na de dood van haar vader. Strekkende van der Groenderstraet (Groenstraat), ... ---------------------------------------------------------------------------- De grootte is omgerekend (2x0,21ha +9,5x32m2) 4500 m2, zegmaar een halve hectare, een voetbalveld groot Aangezien het land aanbestorven is, zal haar vader voor januari 1597 overleden zjn. |
|||
05-04-1604 | Schepenbank Dongen Inv 96 Protocol. Register 3 jan.1602- 3 mei 1605, folio 99v en 100rv, scanpagina 123-124 Verkoopakte van 5 april 1604 Wij, Steven Cornelis Broeders en Jan Jan Cornelissen, schepenen in Dongen, oirconden ende kenne dat voor ons is gecoomen: Jan Meeus Jan Martens voor hem selve, Cornelis Meeus Jan Martens dochter met Jan Marten Adriaens, haeren man ende voicht, Maeijken Meeus Jan Martens dochter, geassisteert met Cornelis Willem Peters haer man ende voicht, elcken een metten recht gegeven sijnden, ende Jacob Lambrecht Adriaenssen oyck voor hem selven, kennen ende lijden dat zij vercoft hebben om de somme van gelde Ariaen Daniel Handricxssen een stede metten erven huijs, schuer, hof, bogaert, soo die daer gelegen is. Daer Lambrecht Adriaenssen Lemens (of Lemmens) uijt verstorven is, ende zo die voorgaende gebruijct is geweest. Groot omtrent ses buijnder, Steven Cornelis Broeders met zijne erve westwaerts, Jacob Jan Wouters met zijnen kinderen erve oostwaarts, streckende van der erftenisse Jacob Aerts met zijnen kinderen erve voorsegd ten Rijool toe Vrij desen stede voorsegd met vijf duits stuijvers Heeren chijns. Noch gaet jaerlicx uijt dese stede voorsegd, Claessen Claessen tot ’s Gravenmoer een viertel erfrogs inne vier potkannen ende der pasterijen tot Dongen anderhalf lopen rogs erfpachts. Item noch een weijken, gelegen over de straet, groot omtrent vier dalf loopensaet, Steven Cornelis met zijn erve westwaerts. Jacob Jan Wouters met zijn erve oostwaerts streckende van den Herwech tot den Moerstraten toe. Vrij dit parceel met drie stuvers ’s jaers Heeren chijns, behoudelicken dat dese voorsegde stede, zal blijven inspant ende bijpant, daer zij van rechtswegen Beho.. ende schuldenen is. Mits voorwaerde dat deze voorsegde stede, zal wegen door Steven Cornelis voorsegd stege achterwaerts uijt tot op Rijool, den gehelen zoomer tot Bamis toe (Bamis, eigenlijk ’Baafmis’ ( samentrekking van Bavomis ), is de feestdag van Sint-Bavo op 1 oktober. St. Bavo - Wikipedia). Ende dus is oijck voorwaerts dat schoir over het ryool ende het hecken malcanderen moeten helpen onderhouwen, Ende ’s winterdachs oyck varen, daer Steven Cornelis voorsegd voor vaert ende oijck tot dier heckendamme toe dwars over Steven Cornelis goet na hunnen ackers ende naer de straet uijt te wegen. Ende den heckendam aen de straet oijck malcanderen te helpen onderhouwen. Ende voirts jagen, varen ende stouwen over Steven Cornelis werf achterwaerts ende voorwaerts uijt. Ende tusschen de hoeven door naer hare acker. Ende sullen dat hecken aen hof moeten onderhouden. Ende Steven voorsegd voor aen de stege het hecken moeten onderhouden. Ende voirts na uijtwijsen der verkoopscedille, dan af zijn soo, en inhoudt ende begrijpt, ende hier in is de voorsegde Adriaen Daniels gevest ende geerft met vonnisse ende met recht dende des t oirconden. Desen brief en acte. Den 5e april anno domini 1600 ende vier. --------------------------------------------------------------------------------- De akte is geschreven door dezelfde persoon als die van de akte van 17 januari 1605. De overeenkomstige schepen is Jan Jan Cornelissen, en daarmee vrijwel zeker dat hij deze verkoopakte opgeschreven heeft. De erve van Steven Cornelis Broeders ligt ten westen van de stede. Hij is 1 van de schepenen, aanwezig bij het opstellen van deze akte. Koper is Adriaen Daniel handricx. De stede ligt ten Rioel of Rijool toe. Op de kadasterkaart van 1811-1832 staat op het verzamelplan op sectie D (Klein-Dongen) Het Riool aangegeven, een water langs de Klein Dongensche weg vanaf de Watersticht bij ’s Gravenmoer tot aan de Korte Veepad. Anno 2021 heet het oostelijk deel van de Klein Dongensche weg Fazantenweg. Daarlangs ligt nu nog een water, de Onkelsloot. Aan de westkant is niets meer te herkennen van het Riool, wat kleine slootjes. Het fietspad dat er nu ligt, ligt mogelijk op die plaats. Waar zou de stede gelegen kunnen hebben? Op de kadasterkaart is de meeste bewoning te vinden op blad 1, de westelijke kant van de Klein Dongensche weg. ik heb gekeken op de aanwijzende tafels of er een Broeders of een Wouters of een Aerts te vinden is. De eerste 2 waren de buren, de laatste lag aan de andere kant van het perceel. Op sectie D, Klein-Dongen gezocht, de noordelijke kant van de Klein Dongense weg, en heb 3x een Broeders gevonden: 1. Percelen 91 t/m 95: Cornelis Adriaen Broeders, schoenmaker te Dongen, met bouwland, hof, huis+erf, hof en weiland Ligt waar nu Klein Dongense Weg 27 is; betekent dat deze aan de westkant lag van de stede van Lambrecht. Die zou dan op perceel 96/97 gewoond hebben, Klein Dongense weg 29 2. Percelen 124 t/ 127: Andries Hendr. Broeders, schoenmaker te Dongen, met huis+schuur+werf, boomgaard, hoof en weiland Ligt waar nu Klein Dongense weg 33 is. betekent dat deze aan de westkant lag van de stede van Lambrecht. Die zou dan op perceel 96/97 gewoond hebben, Klein Dongense weg 35. Tussen 1 en 2 liep toen de Kleine steeg. Daar bestaat nog een klein stukje van anno 2021. 3. Perceel 452: Adr. Bern. Broeders, bouwman te Dongen, met bouwland Op sectie B, den Ham, staat de zuidelijke kant van de Klein Dongenseweg, en heb 1x een Broeders gevonden: 1. Percelen 397 t/m 402: Erve Hendr. Andr. Broeders, landbouwer te Dongen, met weiland, huis en werf, hof, weiland, turfschop en bouwland Ernaast aan de oostkant is dan geen bewoning te vinden, dus waar Lambrecht Jan Adriaenssen een stede zou moeten hebben. Ik heb kort gekeken of ik vanuit deze 4 Broeders een relatie kon leggen naar Steven Cornelis Broeders. Kon die nu niet vinden. Voor de stede moet een viertel rogge in 4 potkannen jaarlijks gegeven worden aan Claessen Claessen. Een viertel is een graanmaat, in de 17e eeuw van 86,5 liter, een zak vol. (Bron: Meertens Instituut) Een potkan is een langwerpige pot. Het is ook een Bredase inhoudsmaat van 1,61 liter. 4 potkannen zou in dat geval 6,24 liter zijn. Lijkt me een zak van 86,5 liter aannemelijker. Op Doekefkes.nl: Jacob Lemmen Jan Lemmens (-) als halfbroer Jan Meeus Jan Mertens (-) als broer en verkoper Cornelia Meus Jan Mertens (-†1609) als zus Jan Mertens de Wagemaker (-1636) als echtgenoot Cornelis Willem Peters Ploegen (-†1605) als echtgenoot Maeijken Meeus Jan Mertens (-†1605) als zus Op Doekefkes.nl staat dat Jacob Lambrecht Adriaenssen een halfbroer is van Jan, Cornelis en Maeijken. Ik heb dat nog niet terug kunnen vinden. Er staat trouwens Jacob Lemmen Jan Lemmens, terwijl ik in de acte alleen Jacob Lambrecht Adriaense vermeld zie. Ze zouden dan eenzelfde moeder moeten hebben, gezien hun namen. Die zijn te verschillend om eenzelfde vader te hebben. De vader van Jacob is gestorven in de stede, die nu verkocht wordt. Heeft hij daar samen gewoond met de moeder het 3-tal of van met de moeder van Jacob? Met wie was hij eerst getrouwd? Is er een naam terug te vinden? Nog genoeg leuke vragen over. |
|||
17-01-1605 | RAT Schepenbank Dongen Inv 96 , Protocol Register 3 januari 1602-3 mei 1605,folio 118r en v, scan 143-144 Deling goederen Cornelis Willem Peters Ploegen en Maeijken Meeus Jan Martens Op huijden, datum ondergescreven, ende schepenen naegenoempt, sijn gecompareert in propre persoons Cornelis Willemssen, woonende ten Rijen, als man ende vociht van Peterken Willem Peter Ploegen dochter, ter eenre, ende Jan Meeus Jan Martens voor hem selven, Jacb Lemmen Adriaens Lemmens voor hem selven ende Jan Marten Wagemakers, als man ende voicht van Cornelia Meeus Jan Martens dochter ter andere in desen. Ende sijn minnelijck ende .. metten anderen overcoemen, vereenicht ende veraccordeert van alsulcken goederen, soo haef ende erf, als Cornelis Willem Peters Ploegen saliger, ende Maeijken Meeus Jan Martens saliger, metten doot geruijmt ende achtergelaten hebben, ende dat in der manieren ende conditien hier navolgende. In den eersten, soo is geconditioneert, dat de voorsegde Cornelis Willems van den Rijen in der qualiteijt , sal hebben ende behouden allen de erfgoederen ende haefelijcke goederen van voorsegde Cornelis Willem Peters gecoomen mette haefenisse tot sijnen Lijne. Ende den voorsegde Jan Meeussen cum suis voor verhaelt, sullen van gelijcke houden, allen den erfgoederen gecoomen van MAeijken Jan Meeus Jan Martens dochter met de haefenisse tot haeren Lijne Omme elckx respective hennen drijen wille mede te doen salso dat elckx sal betalen de Contributie op henne erfgoederen geset oft noch geset te worden, soo sij noch eenpaert staet, soo .olgens als verschijnen. Is alnoch gecondioneert, dat Cornelis Willemen van Rijen den voorsegden Jan Meeussen, Jacob Lemmens ende Jan Martens sal moeten uijtreijcken endt betalen de somma van ses ende sestich rijns guldens, elcken gulden tot veertich groten Vlaemsen. Te betaelen de gerechtige helft daer van Lichtmisse .. naest coomende, ende de ander helft Sint Jansmisse in desen lopende jaer. Verbijnden daer voor den voorsegde Cornelis Willemen zijne persoon ende goederen, hebbende ende vercregen, met pant las gereet gelt. Met allen recht overstaen met welcken .. scheijdinge ende deelinge, parthijen van beijde zijden verclaerden wel ende deucgdelijck te vreden te wesen, ende hebben doen op des andere gedeelt, versterckt met hant ende mont, waarop den Schouteth gemaent heeft ende schepenen gewesen hebben dat er stadt ende macht grijpen sal als voorsegd staet. Actum ter presentien Stoffel Peter Cornelis ende Jan Jan Cornelis ende Peter Jacob, schepenen, den 17e January 1605. ---------------------------------------------------------------------------------------------- Cornelis Willem Peters Ploegen (-†1605) als overledene Maeijken Meeus Jan Martens (-†1605) als overledene Beide zijn overleden, en hebben geen kinderen. De goederen worden verdeeld: Peterken Willems Ploegen (-) als zus Cornelis Willemsen, woont in Rijen (-) als echtgenoot van Peterken aan de ene kant Jan Meeus Jan Martens (-) als broer Jan Marten Wagemakers (-1636) als echtgenoot van Cornelia Meeus Jan Martens (-†1609) als zus Jacob Lemmen Adriaens Lemmens (-) als halfbroer Jacob is op Doekefkes.nl genoemd als halfbroer, wat gezien de verdeling logisch overkomt. ik heb het alleen nog niet aan kunnen tonen. De moeder van Maeijken, Jan en Cornelia zou dan ook getrouwd geweest zijn met een Lemmen Adriaens Lemmens, en daaruit zou Jacob geboren moeten zijn. in de akte van 1609, koopt Jacob 2 hooilanden onder Oosterhout van de weeskinderen van Cornelia, waarvan Jan de voogd is. |
Groenstraat, Dongen |
01-03-1600 | Quam PeeterAdriaen Jan Aerts heeft vercoft rcp Jan Merten Adriaens de Wagenmaker omtrent derdalf loopensaet saeijlants onbegrepen der maten, hem vercooper aengecomen van sijn ouders, soo hij seide Gelegen in de Groenstraet. Den vercooper met sijn andere erve oost, noord ende suijt ende de Gebuerstraet west Te vrijen met heeren chijns met iloopen een quartier rogs s jaers die de erfgenamen van .. Wouters ende t vierendeel in 31 t jaersdie de erfgenamen van Laureijs Geerits daer op is heffend. Gevest prima marti 1600. Pruten Wijnen ende Hulshouts Ende omme bij den vercooperen, sijnen coopman wel te versekeren, van hem t voorschreven erven altijt rustelijck ende vreedelijck te gebruijcken, onbelast van voorderen commer van hem hier vooren is aengenoempt, heeft hem daervoor tot waerborgen ende ten verhaele geset se et sua ende voor den tijt van drie jaeren. Specialijck sijn stede, daerop hij vercooper woont, gelegen in de Berckenstraet, groot één bunder. Te vrijen met 3 veertelen een loopen rogs t jaers. Actum ende Putens ut supra. ---------------------------------------------------------------------------------------------- Is Peeter Adriaen Jan Aerts een broer van Aert Adriaen Jan Aerts? Hij heeft zijn stede aan de Berkenstraet. Aert Adriaen Jan Aerts koopt samen met zijn broer Symon 3 weilanden aan de Bundersteeg en de Gebuerstraat zuid op 30 november 1613. Heb er verder geen aanwijzingen voor gevonden, behalve de naam dan en de locatie. Waar lag de Gebuerstraet? Dicht bij Groenstraat en Berkenstraat, maar waar precies? Op de kadasterkaart van 1811-1832 heb ik de Gebuerstraet niet kunnen vinden. |
|||
van 22-04-1655 tot 25-04-1655 | RAT Schepenbank Dongen RA 104, pagina 202v-204v, scanpagina 232-233-234, 22 en 25 april 1655, verkoopakte van uitgedolven moergronden gelegen op Cleijn Dongen De verkoop bestaat uit 2 akten, van donderdag 22 april en zondag 25 april. De akte van 22 april 1655: ------------------------------- Anthonis Merten Jan Mertens, als man ende voight van Lijntjen Adriaen Mertens, waarvoor hij hem sterck maeckende. Claes Peeter Peeter Bressers voor hem selve ende beneffens Peeter Peeter Cleijs Bressers, sijne vader, hem noch sterck maeckende voor Cornelis ende Wouter Peeter Peeter Bressers, sijne broeders, daer respective moeder af was Dingna Adriaen Mertens Peeter Peeter Jan Luijcken soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Adriaen, sijnen broeder, ende moeder af was Eeltjen Adriaen Mertens tsamen voor een derde part in t derde part Jan Jan Jan Claes Brebers, hem sterck maeckende als vervanger voor Jan Jan Jansen, mits sijn sreckte mondelinge gelast sijn Jan Joost Roeloftsen, als mondelinge lasthebber ende hem sterck maeckende voor Anneken Jan Cleijs Brebers, Jan Claes Jan Cleijs Brebers, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Cornelis Claes, sijne broeder tsamen erfgenaemen van Jenneken Jan Adriaen Wagemaecker Sijken Wouter janssen, weduwe van Cornelis Govaert Willemen, geassisteert met Wijnant Adriaen Vennemans, als haeren gecoren voight. Desselven Wijnant Adriaen Jacobs voor hem selven, en hem sterck maeckende voor de vier weeskinderen van Jan Adriaen Vennemans, daer moeder ende grootmoeder af was Lesken Jan Adriaens Wagemaecker. Jenneken Peeter Jan de Wagemaecker, getrouwt met Cornelis Jan Verhoeven, geassisteert, mits de absentie van haerdere man, met Wijnant Adriaen Vennemans, haeren gecoren voight in desen. Soo voor haer selven, als haer sterck maeckende voor Peerken Peeter Jan Wagemaecker, woonende in Vlaanderen, haere suster tsamen voor een derde part. Peeter Janssen int Broeck, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende en in desen vervangende voor de twee weeskinderen van Merten Janssen int Broeck, erfgenaemen van Maeijken Mertens tsamen voor een vierde part in een derde part. Respective van anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden, vercoft omme af Jan Adriaen Janssen voor de twee derde part ende Peeter Geerit Anthonissen voor een derde part, respective ieder sijn gedeelte in anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden lant, liggende in henne stede ende goeden op Cleijn (Dongen), streckende van rijvel (?) tot sijne hoogheits Vaert toe, Adriaen Symonssen Coppelaers erfgenaemen suijt, ende hen cooperen andere erftve noort Te vrijen etc, commerloos preter Heeren chijns Gevest Actum 22 april 1655 Present Sijnenbuijck, van Loon, Wouter Janssen Ruijsenaer, schepenen De akte van 25 april 1655: ------------------------------- Merten Merten Jan Mertens, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Cornelis Merten de Wagemaecker, Lesken, sijne suster met Jan Crijnen, Maeijcken, sijne suster Saliger van Jan Gijsbrechts tsamen voor een vierde part int derde part Peeter Jan Peeterssen Brecht (?) soo voor hem selven, ende als uijtgerecht hebbende Rochus ende Marinus, sijne broeders, ende Martini, sijne suster, getrouwt Corstiaen Schalcken, voor gelijcke vierde part in derde part van derde part van anderhalf roede Anthonis Bernaert Driessen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende voor Maeijken, sijne suster ende Claes Thomassen, haeren man, tsamen de helft van gelijcke vierde part in derde part van derde part van anderhalft roede voorsegd. Symon Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende ende bij desen vervanger voor Adriaen, Jan en Willem, sijne broeders, Neeltjen, sijne suster met Roelof Huijbrechts Roeloftsen, haeren man ende voor Jenneken, sijne suster met Peeter Wilborts, haeren man, daer moeder af was Eeltgen Jan Merten de Wagemaecker. Tsamen voor een vierde part in t derde part van ’t derde part van anderhalf roede. ende hem sterck maeckende voor ’t weeskint van daer grootmoeder af was Maeijken Jan Mertens voor gelijcke een vierde part in t derde part van ’t derde part van anderhalf roeden gronden. Ende sijde de comparanten voorgenoemd elck in de qualiteijt voorsegd vercoft te hebben omme .. Jan Adriaen Janssen voor de twee derde part ende Peeter Geerit Anthonissen voor voorst. derde part, elck sijn gedeelte voorsegd in anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden, nu lant, liggende op Cleijn Dongen, in henne stede streckende int geheel van trijvel tot sijnen Hoogheijts Vaert toe. Adriaen Symons erfgenaemen, nu Jan Lenaerts, suijt, ende sijne cooperen erftun noort Vrij commerloos, preter Heeren chijns Gevest etc. Actum 25 april 1655. Puts. Fijnenbuijck ende Van loon Schepenen. ---------------------------------------------------------------------------------------------- Het gaat om de verkoop van uitgedolven moergrond (de turf is gestoken) met een breedte van 1 1/2 roede. Volgens https://www.meertens.knaw.nl/mgw/maat/9 werd bijvoorbeeld in ’s Gravenmoer gerekend met de Brabantse roede van 5,69m. Voor deze gronden ging het dan om een breedte van 8,535m. Aan het eind van de 2e akte staat dat het nu land is. Het land strekte zich uit van Trijvel of ’t Rijvel tot de (Hoogheids) Vaart. De Vaart kunnen we nog wel vinden, maar ik weet niet waar ik Trijvel of t Rijvel moet zoeken. ------------------------------------------------------------------------------------------- Een hele lijst van verkopers, over 2 akten, en 2 dagen verdeeld. Bij de eerste akte zijn de verkopers met 10 present, de tweede keer met 4. Hoe zit t met die verdeling? ------------------------------- Er is in de 1e akte gesproken van a. 1/3 part in 1/3 part: voor Lijntje, erfg. Digna en erfg. Eeltjen Adriaen Mertens b. 1/3 part: voor erfg. Jenneken Jan Adriaen de Wagemaecker, erfg. Lesken Jan Adriaen de Wagemaecker, Jenneken Peeter Jan de Wagemaecker, Peerken Peter Jan de Wagemaecker c. 1/4 part in 1/3 part: voor Maeijken Mertens (niet preciezer aangeduid) In de 2e van: d. 1/4 part in 1/3 part: voor erfg. Merten Jan Merten de Wagemaecker e. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor Peeter Jan Peetersen, Rochus, Martini f. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor Anthonis Bernaert Driessen en Maeijken g. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor erfg. Eeltjen Jan Merten de Wagemaker h. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor erfg. Maeijken Jan Merten de Wagemaker Bij e en f is tussengevoegd het laatste deel, ofwel in 1/3e part. Bij g en h staat het er direct. Vreemd dat bij d. Meerten het part anders zou zijn dan bij g. Eeltje en h. Maeijken. Zij zijn alle kinderen van Jan Merten Adriaen de Wagemaecker. Lijkt me niet correct beschreven. Bij wie e en f horen in de relatie naar De Wagemaker is niet duidelijk. Bij b gaat het om 1/3 part. Dit zijn (klein) kinderen Jan Adriaan Jans de Wagemaker. Niet genoemd zijn Adriaenken, Adriaen, en Jan. Bij a gaat het om (klein) kinderen van Adriaen Merten Adriaen Jans de Wagemaecker en bij d, g en h om (klein) kinderen van Jan Merten Adriaen Jans de Wagemaecker. Niet genoemd zijn Adriaenken, Marijnken, Jenneken en Lijsken. Zij zijn een generatie eerder gezien van Merten Adriaen Jans de Wagemaecker, een broer van Jan. Zouden met zijn allen goed moeten zijn voor 1/3 part. Dat betekent dat van nog een zoon of dochter van Adriaen Jans de Wagemaker, er erfgenamen zijn die meedelen. Die zouden dan van c, e of f moeten komen. Wie kan de zoon of dochter geweest zijn? Peeter (met 5 kinderen), Roelof (met 5 kinderen) of Cornelia? En waarom delen ze niet alle mee? Het lijkt te gaan om 3 kinderen van Adriaen Jans de Wagemaker. De moergronden waren blijkbaar nog niet verdeeld. De kopers Jan Adriaen Jansen en Peeter Geerit Anthonissen willen de grond naast die van hun erf erbij kopen, en nu moet wel nagegaan worden van wie de grond is. Dan moet in dit geval ver terug in de tijd gegaan worden. Ter illustratie: Jenneke Aert Adriaen Jan Aerts (geboren 1619), is een dochter van Eeltjen Jan Mertens de Wagemaecker, en zij is een dochter van Jan Mertens Adriaen de Wagemaecker, en hij is een zoon van Meerten Adriaen Jans de Wagemaecker en hij is een zoon van Adriaen Jans de Wagemaecker ------------------------------------------------------------------------------------------- |
03-12-1588 | RAT Schepenbank Dongen RA 94, pagina 190v-191-192, 3 december 1588, Erfdeling goederen van Merten de Wagemaker en Eelken Bayens Wij, Marten Geritssen ende Stoffel Peter Cornelissen, schepenen in Dongen, oirconden ende kennen, dat voor ons gecomen is Jan Marten Adriaens de Wagemaker, Lijsken Marten Adriaensdochter de Wagemaker, geassisteert met Jan Adriaen Jan Roelens, haren man ende vooght, Matheus Cornelis Martens als vooght van t onmondighen weeskynt, genaempt Martijnken, wijlen Marten Jan Hanrick Vrancken, dochter, daer moeder af was Maeyken Marten Adriaens de Wagemakers dochter, ende Jan Jan Adriaen Wagemakers als vooght, ende Wouter Thoen Wouters als toesienderen van twee onbejaerde weeskynderen wijlen Marten Adriaens de Wagemaker, genaempt Adriaenken ende Jenneken ende hebben minnelijck ende bij so gene van henne naeste vrienden, gescheiden ende gedeelt van alle alsulcke goederen daer Marten Adriaens de Wagemaker, henne vader, ende Eelken Jan Peter Willem Baeyensdochter, henne moeder uitverstorven is, ende metter doot geruymt, in de manieren hier na volgende. ------------------ In den iersten soo is metten blynden lot gevallen ende gedeelt Jan Marten Adriaens de Wagemaker op de zuytzijde van de acker E__ ac__ de stede, gelegen neven Matheus Cornelis Martens erve, ende noortwaert den voorscreven Martijnken Marten Jan Vrancken weeskynderen erve gelegen, streckende van den bogaert af ter Leegerstraeten toe. Noch soo is dan voorscreven Jan gevallen in de Kerckenbuender op omtrent vijtalft loopensaet, ____ alsoock daer gelegen ende malcanderen bewesen ende bepacht zijn gedeeltken, Wouter Jan erve zuytwaert, ende Claes Jan Smoldener erfgenamen noortwaert, Lijsken Martens voorscreven, met haer gedeeltken westwaert ende oostwaert Met noch omtrent twee loopensaet saeylantt lancx _____ zij zelfts er__ __ Lijsken, zijne zuster, gelegen. Noch soo is den selve bedeelt op de helft scheijdinge van omtrent een buijnder hoeylants gelegen in de Raemsdonsche oirt. -------------- Hier tegens is Lijsken Marten Adriaens dochter, met Jan Adriaens Roelensse, haeren man ende voocht, gedeelt ende gevallen op den noordencant van het ackerlant van voorscreven stede, streckende van den bogaert af totter Leegenstraet toe, ende den voorscreven Martijnken Marten Jan Vrancke weeskynt erve zuijtwaert gelegen. Noch is den selven bedeelt in den Kerckenbuender, haer gedeeltken alsvoor daer af gepacht is; Jan Marten Adriaen Wagemaker met zijn gedeeltken, van 4 loopensaet voorscreven tendeels oostwaert ende westwaert, oostwwaert in twee verscheijden blocken gelegen, Martijnken Marten Jansse weeskynt met zijn gedeeltken westwaert. Noch soo is den selven Lijsken bedeelt op de andere helft van de Raemsdonsche Oert, daer Jan Marten Adraensse voorscreven, den wederhelft af toe gedeelt is. ------------- Hier tegens is Martijnken Marten Jan Vrancken weeskynt met Matheus Cornelis Martens, den vooght, ende erbij wesen Roelof Claes Roelofs ende Peter Peter Martens als naeste gebueren staende voor dese ende in de plaetse van den toesiender, metten blynden lot gevallen ende bedeelt op een stuck ackerlants, oyck aen de stede voorsreven, gelegen tusschen de erfenisse staande Marten Adriaense voorscreven, noordtwaert. Daerbij af gedeelt is streckende oyck van bogaert totter Legerstraten toe. Noch is t selve weeskynt bedeelt in de Kerckebuender voorscreven, zijn gedeeltken, Lijsken Marten Adriaense voorscreven met hare gedeeltken oostwaert, ende Adriaen Marten Adriaen weeskyndt westwaert, tegen__ uit ____. Jan Marten Adriaensse voorscreven met sijne erve noortwaerts. Noch is t selve weeskynt bedeelt ende gevallen op t blocxke hoeylants, gelegen tot Oisterhout in de Kijlen, groot omtrent vijf loopensaet, m__ __ behoirl_ Heeren schijns daer ____ gaende. Marij Goeyaerts Willes met haren kynderen oostwaerts, Adriaen Meeus Peter Meeusse zuytwaerts, s Heeren Lants westwaerts (invoeging, onduidelijk waar) ende Jenneken Marten Adriaensse twee loopensaets saeylants, Claes Hanricksen Snijders met zijnen erven zuijtwaerts, Roelof Claes Roelofs oostwaerts, Woute Jans erve westwaerts ------------------------------------------------------------------------------------- Dies zoo blijfen de bogaert metten werf ende huysinge daer op staende onbedeelt metten hen drieën eerfgenamen ende _____ ten voorscreven te weten Jan Martens Adriaensse voorscreven zal daer in behouden de helft van alle de huysinge ende tweederde in den werf metten den bogaert ende Martijnken Marten Jan Vrancken weeskynt ___ derde deel in de huysinge metten bogaert ende den werf, ende Lijsken Marten Adriaensse dochter het seste deel in de huysinge metten dries often werf ende in den bogaert, ____ daer hem andersints La_t voor bewesen is. ------------------------------------------------------------------------------------------- Item Adriaen Marten Adriaensse de Wagemaker met Jenneken, zijn zuster, zijn bedeelt ende gevallen op een stuck ackerlants, gelegen aen den Laeye Hoecken, groot omtrent 5 vijf lopensaet, Peter Peter Martens met sijne erve ende stede westwaerts, Wouter Jan Emmen oostwaerts, met hen selfs landts noordwaerts, den Laeye Hoeck zuytwaerts Noch zijn de selven bedeelt op een stuck ackerlants, gelegen in de Kerckenbuender, groot omtrent vijf lopensaet, <ingevoegd> ende ses lopensaet daer voor __ gelegen coomen mette sijnde aen de Hoogendijck <einde invoeging> Martijnken Marten Jan Vrancken, weeskynt, met zijne gedeeltken oostwaerts, den voorschreven weeskynderen met henselfs erf westwaerts tegenover de ____. Noch zo zijn de voorschreven weeskynderen bedeelt op seven lopensaet hoeylandts aen de Groenendijck aen de Oisterhoutsche zijde, Goeyaert Aertken Peter Goeyaerts met zijne erve noordwaerts, streckende van de Middelkaa ten Groenendijck toe. Noch zijn de voorscreven Adriaen ende Jenneken bedeelt op 3 lopensaet beemden, gelegen aen de Rijsdijck. Noch zijn de selven bedeelt op een half loopensaet hoeylandts aen de Groenendijck, ombedeelt, gelegen in vijfhalft lopensaet, eertijt toeplach (?) ten behoeve Adriaen Jansse de Wagemaker. ------------------------------------------------------------------------------------------- Item is voorwaert dat de parcelen van lande ende weije, gelegen in den Kerckenbuynder zullen malcanderen wegen ende stegen ende alle dgeen die daer met rechtswegen over hebben zijn, sullen dych niettemin de parcelen voor geactioneert, blijven meepant ende bijpant van egheen daer zij mede verbonden ende verobligeert staen. Item is noch voorwaert dat Jan Marten Adriaensse, Lijsken Marten Adriaenssen met haere vooght, ende Martijnken Marten Jan Vrancken weeskynt, zullen gehouden zijn uijt te reijcken ende toe te geven uijt henne _____ tsamen vijftich karolus guldens eens Adriaen Marten Adriaensse ende Jenneken Martens dochter Lichtmisse anno 15 ende tnegentich ofte zo veel comen (of commers) van desen voorscreven weeskynderen gedeelten voor af trekkende ter somme toe van vijftich karolus guldens aen eenige Heel (of Hool) penningen, alsoo malcanderen is gelijcken. Ende den commer daer van op te gelijcke stede staen ende de erfenisse daer aen gelegen ende in desen voorscreven deelinge geactioneert, sullen sij malcanderen helpen, dragen ende betalen die diep ende Hoolgewijs (of Heelgewijs), een degelijck den voorscreven cd (of rd) dividenten zal gehouden zijn, zijn aengedeelt van voorscreven commer alsoo betalen dals doen van des anders gedeelte zal blijven ongehouden ende bij sanlen (?) van dien d als doen door één anders ge______ worden gemolesteert ofte beschadigt zal weders op ten onwilligen wederom voort moogen varen niet pa______ ende bevrede eper___. Midts welcken scheijdinge ende deelinge de voorscreven partijen wel ver______ ende tevreden zijn, ende deen He___ op des anders gedeel ver____ met handen ende mont, waarop den Schoutet gemaent heeft, ende Scepenen gewesen hebben, datter stadt ende macht grijpen zal, alsoo voorscreven sta__ ende den oirconden rcp (?). Actum den 3e december anno 15 achtenttachentich. ---------------------------------------------------------------------------- Hierna staat, dezelfde dag getekend: Lijsken verklaart, samen met haar man, dat Adriaen vierdalf lopensaet beemden, gelegen aan de Rijsdijk mag gebruiken. ------------------------------------------------------------------------------------------- Het is de erfdeling van de goederen van Marten Adriaens de Wagemaker en Eelken Jan Peter Willem Baeyens. De 5 kinderen verdelen de erfenis. Het zijn: Jan Lijsken, met haar man Jan Adriaen Jan Roelens Maeyken, overleden, gehuwd geweest met Marten Jan Hanrick Vrancken, haar dochter Martijnken is aanwezig met haar voogd Matheus Cornelis Martens en haar 2 naaste buren ipv de toeziender Adriaenken en Jenneken, beide onbejaerd, vertegenwoordigd door voogd Jan Jan Adriaens de Wagemaker (hun oom) en toeziend voogd Wouter Thoen Wouters Met het blinde lot is bepaald wie wat krijgt. Jan: - de zuidzijde van de akker bij de stede, gelegen van de bogaert af ter Leegerstraten toe - 5 1/2 lopensaet in de Kerckenbunder - 2 loopenaset zaailand, __ zijn zus Lijsken - 1 bunder hooiland in t Raamsdonks Oord, de helft Lijsken: - de noordzijde van de akker bij de stede, en aan de zuidkant ligt land van haar nichtje Martijnken - 4 loopensaet in de Kerckenbunder - 1 bunder hooiland in t Raamsdonks Oord, de andere helft Martijnken: - akker bij de stede, van van de bogaert af ter Leegerstraten toe (welke deel?) - in de Kerckenbunder, Lijsken oost, Adriaen west - een blok hooiland in de Kijlen (gebied bij de huidige Kijldijk in Oosteind?) De bogaert met werf en huisinge onbedeeld: - Jan houdt 1/2 van de huisinge en 2/3 werf en bogaert - Martijnken 1/3 in huisinge en werf en bogaert - Lijsken 1/6 in huisinge en werf en bogaert Hierbij komen Jenneken en Adriaen niet voor. Daarna komen zij aan de beurt: Jenneken, bij een invoeging: - 2 loopensaet zaailand Jenneken en Adriaenken: - een akker aan de Laeye Hoecken - 5 loopensaet akker in de Kerckenbunder - 6 loopensaet in de Hoogendijck - 7 loopensaet hooiland aan de Groenendijk van de Middelka - 3 loopensaet beemden - 1/2 loopensaet hooiland aan de Groenendijk, eertijd toegecomen van Adriaen Jansse de Wagemaker, ofwel hun opa - 50 karolus guldens van de andere 3 kinderen, uit te reiken Lichtmis 1590. Waar de stede ligt: er is geschreven dat de akker bij de stede ligt van de bogaert tot de Legerstraten toe. Met Legerstraten zal bedoeld zijn de de Leegstraat ofwel de Laagstraat. Die is er nog steeds, en ligt aan de noordkant van Dongen, dicht tegen Oosterhout aan. De benoemde akkers, weilanden, e.d. liggen hier in de buurt: Hoge Dijk, Groenendijk, Rijsdijk. Van de Kerkenbunder, de Laeye Hoek, de Kijlen, het Raamsdonks Oord, en Middel Kade, hoop ik er nog achter te komen waar die liggen. |
|||
17-01-1605 | RAT Schepenbank Dongen Inv 96 , Protocol Register 3 januari 1602-3 mei 1605,folio 118r en v, scan 143-144 Deling goederen Cornelis Willem Peters Ploegen en Maeijken Meeus Jan Martens Op huijden, datum ondergescreven, ende schepenen naegenoempt, sijn gecompareert in propre persoons Cornelis Willemssen, woonende ten Rijen, als man ende vociht van Peterken Willem Peter Ploegen dochter, ter eenre, ende Jan Meeus Jan Martens voor hem selven, Jacb Lemmen Adriaens Lemmens voor hem selven ende Jan Marten Wagemakers, als man ende voicht van Cornelia Meeus Jan Martens dochter ter andere in desen. Ende sijn minnelijck ende .. metten anderen overcoemen, vereenicht ende veraccordeert van alsulcken goederen, soo haef ende erf, als Cornelis Willem Peters Ploegen saliger, ende Maeijken Meeus Jan Martens saliger, metten doot geruijmt ende achtergelaten hebben, ende dat in der manieren ende conditien hier navolgende. In den eersten, soo is geconditioneert, dat de voorsegde Cornelis Willems van den Rijen in der qualiteijt , sal hebben ende behouden allen de erfgoederen ende haefelijcke goederen van voorsegde Cornelis Willem Peters gecoomen mette haefenisse tot sijnen Lijne. Ende den voorsegde Jan Meeussen cum suis voor verhaelt, sullen van gelijcke houden, allen den erfgoederen gecoomen van MAeijken Jan Meeus Jan Martens dochter met de haefenisse tot haeren Lijne Omme elckx respective hennen drijen wille mede te doen salso dat elckx sal betalen de Contributie op henne erfgoederen geset oft noch geset te worden, soo sij noch eenpaert staet, soo .olgens als verschijnen. Is alnoch gecondioneert, dat Cornelis Willemen van Rijen den voorsegden Jan Meeussen, Jacob Lemmens ende Jan Martens sal moeten uijtreijcken endt betalen de somma van ses ende sestich rijns guldens, elcken gulden tot veertich groten Vlaemsen. Te betaelen de gerechtige helft daer van Lichtmisse .. naest coomende, ende de ander helft Sint Jansmisse in desen lopende jaer. Verbijnden daer voor den voorsegde Cornelis Willemen zijne persoon ende goederen, hebbende ende vercregen, met pant las gereet gelt. Met allen recht overstaen met welcken .. scheijdinge ende deelinge, parthijen van beijde zijden verclaerden wel ende deucgdelijck te vreden te wesen, ende hebben doen op des andere gedeelt, versterckt met hant ende mont, waarop den Schouteth gemaent heeft ende schepenen gewesen hebben dat er stadt ende macht grijpen sal als voorsegd staet. Actum ter presentien Stoffel Peter Cornelis ende Jan Jan Cornelis ende Peter Jacob, schepenen, den 17e January 1605. ---------------------------------------------------------------------------------------------- Cornelis Willem Peters Ploegen (-†1605) als overledene Maeijken Meeus Jan Martens (-†1605) als overledene Beide zijn overleden, en hebben geen kinderen. De goederen worden verdeeld: Peterken Willems Ploegen (-) als zus Cornelis Willemsen, woont in Rijen (-) als echtgenoot van Peterken aan de ene kant Jan Meeus Jan Martens (-) als broer Jan Marten Wagemakers (-1636) als echtgenoot van Cornelia Meeus Jan Martens (-†1609) als zus Jacob Lemmen Adriaens Lemmens (-) als halfbroer Jacob is op Doekefkes.nl genoemd als halfbroer, wat gezien de verdeling logisch overkomt. ik heb het alleen nog niet aan kunnen tonen. De moeder van Maeijken, Jan en Cornelia zou dan ook getrouwd geweest zijn met een Lemmen Adriaens Lemmens, en daaruit zou Jacob geboren moeten zijn. in de akte van 1609, koopt Jacob 2 hooilanden onder Oosterhout van de weeskinderen van Cornelia, waarvan Jan de voogd is. |
|||
31-10-1640 | RAT Schepenbank Dongen RA 101, pagina 46r, 31 oktober 1640, Erfdeling goederen van Jan Mertens de Wagemaker Compareerde voor schepenen naergenaempt: -Jan Quirijn Hessels, als man ende voight van Lijsken Merten Jan Mertens, haere man ende voight, sijne wittige huijsfrou, ende - Ghijsbrecht Jan Cornelissen, als man ende voight van Maeijken Merten Jan Mertens, sijne huijsfrou, ende - hen tsamen noch streckmaeckende ende sij er inne vervangende voor Cornelis ende Merten, gebroederen, der voorsegde Merten Jan Mertens zonen, henne swagers in de een parthije - Peeter Wilbort Janssen van Son, als man ende voight van Jenneken Aert Adriaenssen, sijne huijsfrou, ende in quailiteijt voor hem selven, ende hem mede strek maeckende en hij er inne vervangende - Jan Aert Adriaenssen sijne onmondige swager, - Adriaen Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende voor - Symon Aert Adriaenssen, sijne onmondige gebroeder, ende de voorsegde - Aert Adriaen Aertssen als vader ende voight van - Neeltken ende - Willem, sijnde Aert Adriaenssen jongste dochter ende zone, daer moeder af was - Eeltjen Jan Mertens tsamen in de tweede parthije ende - Peeter Andries Peeters, daer moeder af was -Maeijken Jan Mertens inde derde ende leste parthije alle in dijer qualiteijt als erfgenamen van Jan Merten de Wagemaecker verclaerende ende bekende met malcanderen gedeelt te hebben. in den eersten is de voorsegde Jan Quirijnen ende Jan Gijsbrechtsen, beijde in de voorsegde qualiteijt met Cornelis ende Merten gebroederen, Jan Mertens sone tsamen bevallen ende geerfdeelt - op een aen stede, groot omtrent thijen loopensaet of alsoo groot ende .. , onbegrepen de mate, als deselve gelegen in de Groenstraat alhyer, ende den voornoemden Jan Merten de Wagemaecker dyer in sijn leven bewoont ende gebruijckt heeft ende daer uijt verstorven is, sijnde vrij commerloos, preter Heeren chijns - item noch op drije loopensaet saylant of weijlant, gelegen in de Berckenstraet onder Oosterhout de Grientsteeght oost Gijsbrecht Cornelissen west Cornelis Henrick Bouwens suijt ende Aert Adriaen Aerts cum suis noort vrij preter Heeren chijns - item noch omtrent drije loopensaet hoylant, gelegen onder Oosterhout, aen de Oosterhoutsche zijde van de Groenendijck den Groenendijck oost de weduwe van Adriaen Mertens erfgenaemen west Jan Dingemans erfgenaemen suijt, ende Jan Jansen Key erfgenaemen noort, mede vrij met sijne gerechten Heeren chijns ende moet desen cavel aen de tweede naestvolgende van delen ende cluchten uijtreijcken ende in contant betaelen elck de somme van vijtigh Rijns guldens t stuck tot veertig grooten Vlaems eens. hyer tegens sijnde de voorgenoemde Peter Wilborts in de qualiteijt als voorgenoemd, ende mede voor Jan Aert Adrieansen, Adriaen Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als voor den voorsegden Symon sijnen broeder, ende Aert Adriaen Aertssen als vader ende voight van Neeltken ende Willem sijne onmondige zoon ende dochter tot behoefte der selven samen, metten blinde lotinge hen allen ende geerfdeelt. Eerst of een stuck saylants groot omtrent seste loopensaet of alsoo groot ende cleijn ombegrepen der mate als deselve, gelegen in t eijnde de Leegstraet alhyer, Adriaen Cornelis Lambrechts oost, Melis Janssen west, Adam Claes Henricx suijt, het naervolgende parchele noort Item noch een stuck saylant groot omtrent drije ende half loopensaet of alsoo groot ende cleijn is, in de Kerckenbuijnder gelegen alhyer, de erfgenaemen van Jan Henrick Rutgers oost, Peeter Peeter Meulders cum suise west, de coorsegde seste loopensaet suijt, ende Jan Claes Keijen noort Item noch op een half buijnder saylants medegelegen in t Kerckenbuijnder de voorsegde Jan Claes Keyen oost Cornelis Wijnants west Melis Jansen suijt Peeer Symons qt qua cim suis noort Item noch op ter helft van vijf loopensaets hoylants gelegen onder Oosterhout in den Rijsdijck waer af voorsegde Peeter Andries Peeters op d’ander helft metter derde loote bevallen is de Middelkae. oost de voorsegde Rijsdijck west Peeter Peeter Cleijs Bressens suijt Anthonis Wouters noort Alle de selve parchelen mede vrij commerloos preter Heeren chijns ende sal dese cavel van de voorgaende ende eerste cavel ontfangen de somme van vijentwintich Rijns guldens eens. Ende hyer tegens is de voorgenoemde Peeter Andries Peeters voor de derde ende leste cavel bevallen ende geerfdeelt Eerst op eenen acker groot omtrent negen loopensaet of alsoo groot ende cleijn ombegrepen de maete als deselve gelegen is t eijnden de Leijen Hoek of Leeghstraet alhyer, waer inne Jan Janssen Scheij met een een loopensaet een hoeck inne is gelegen t Heesterbosch, blijven tusschen de voorsegde parthijen ende erfgenaemen gemenen ende onbedeelt oost de Leeghstraet west de weeskynt van Adriaen Dyrck Anthonissen suijt Melis Janssen noort Waer op hij, Peeter, tot sijnen last neempt een loopen ende potkan rogge ’s jaers aende pastorye alhyer, dewelcke zijn uijtgaende ende staende. Op seeckere omtrent sesse loopensaet saylants, gelegen t eijnden de voorsegde Leeghstraet in de tweede cael begrepen. Maer hij, Peeter Andries Peeters, overmits de beterschap van sijnen cavel hyer op gelegen voorsegd, is tot sijnen last neempt ende gelooft deselve jaerlijcx te blijvne uijtreicken ende deselve sesse loopensaet daer .agte bevrijen. Item noch bevallen op omtrent een half buijnder saylants, gelegen aen den Hoogendijck alhyer Peeter PEeeterssen oost Cornelis Corsten west Jan Ghijsbrechts zuijt ende Theunich stedelen noort Vrij preter Heeren chijns Item noch op d’ andre helft bevallen is Ende moet daerenboven oock doende voorsegde eerste cavel in contant ontvangen de somme van vijentwintich Rijns guldens eens. Ende of gebeurde de welcke men nochtans .. dat op dese een of dese anders gedeelte eeinger commer of aen tael mochte gerijsen meer dan hen elck is aengenaempt, geloven deselve malcanderen altijd enichtsgewijs te helpen afdraegen. Met welcke schiffinghe, scheidinghe ende deijlinghe de voorsegde parthijen verclaeren .. ende enigdelijck te vreden te sijn ende verthijende over sulcx d’aen op dese anderes gedeelt naer behooren. Waer op den Schouteth gemaent ende schepenen gewesen hebben. Actum Ultima October 1640. Puts den Schouteth Jan Dyrcx et Floris Pels, schepenen. --------------------------------------------------------------------------------------------- De akte is eind 2020 online gekomen. Met dank aan Jan van den Bergh van Doekefkes.nl voor wat eerder al te zien was op zijn site: Jan Mertens de Wagemaker - overleden 1636 als vader 1. Zoon Merten Jan Mertens ----------- Merten Merten Jan Mertens als kleinkind ----------- Maeijken Merten Jan Mertens als kleinkind, getrouwd met Jan Gijsbert Jan Cornelis, overleden voor of in 1655 ----------- Cornelis Merten Jan Mertens als kleinkind ----------- Lesken Merten Jan Mertens als kleinkind, getrouwd met Joannes Crijn Hessels (in de acte Jan Quirijn Hessels genoemd) 2. Dochter Eeltje Jan Mertens de Wagemaker, getrouwd met Aert Adriaen Jan Aerts (in de acte genoemd Aert Adriaen Aertssen) ----------- Adriaan Aert Adriaens, reeds mondig ----------- Jenneke Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, getrouwd met Peter Wilborts van Son ----------- Jan Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Symon Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Willem Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig (jongste zoon) ----------- Neeltje Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind (Cornelia), onmondig (jongste dochter) 3. Dochter Maeijken Jan Mertens de Wagemaker overleden voor of in 1640, getrouwd met Andries Peeters ----------- Peeter Andries Peeters als kleinkind --------------------------------------------------------------------------------------------- Door loting verdelen zij de erfenis van Jan Mertens de Wagemaecker. De 3 kinderen zelf lijken niet meer in leven te zijn. Wie zijn er: ------------ 1. Jan Crijn Hessels, man van kleinkind Lesken (partij 1) 2. Ghijsbrecht Cornelissen, man van kleinkind Maeijken (partij 1) 3. Peeter Wilbort Jansen van Son, man van kleinkind Jenneke (partij 2) 4. Aert Adriaen Aertsen, man van overleden dochter Eeltje (partij 2) 5. Adriaen Aert Adriaensen, kleinzoon (partij 2) 6. Peeter Andries Peeters, kleinzoon (partij 3) Van de schepenbank zijn de schouteth Jan Dyrcx en schepen Floris Pels er bij. Wat komt uit de loting: -------------------------- Partij 1 1. stede aan de Groenstraat in Dongen, 10 loopensaet, 1.5 ha 2. zaai- of weiland aan de Berkenstraat onder Oosterhout, de Griendsteeg oost, 3 loopensaet, 0,5 ha 3. hooiland aan de Oosterhoutse zijde van de Groenendijk, de Groenendijk oost, 3 loopensaet, 0,5 ha 4. 25 Rijns guldens aan elke andere partij contant te betalen Partij 2 1. zaailand op het einde van de Laagstraat, 6 loopensaet, 1 ha 2. zaailand in de Kerckenbunder, 3 loopensaet, 0,5 ha 3. zaailand in de Kerckenbunder, halve bunder, 0,65 ha 4. hooiland in de Rijsdijk, de Rijsdijk west, voor de helft van 5 loopensaet, 0,75 ha 5. 25 Rijns guldens van partij 1 Partij 3 1. akker aan het einde van de Leijen Hoek of Laagstraat, de Laagstraat west, 9 loopensaet, 1,35 ha 2. zaailand aan den Hoge Dijk, halve bunder, 0,65 ha 3. hooiland, de andere helft van partij 2, perceel 4 4. 25 Rijns guldens van partij 1 De stede lag aan de Groenstraat. --------------------------------------- Jan Mertens de Wagemaker heeft de stede gebruikt en bewoont, en is er ook gestorven. Hij zal daar met zijn vrouw en kinderen gewoond hebben. Vanaf welk moment kan ik hier niet bepalen. Wellicht nog meer te vinden in de cohieren van het hoofdgeld. In het kadaster van 1811-1832 gekeken of ik de perceeleigenaren nog kon koppelen aan iemand van partij 1, maar dat is me niet gelukt. Hierdoor heb ik de precieze locatie niet kunnen bepalen. De percelen: gelegen aan t einde van de Laagstraat, aan de Hoge Dijk, aan de Berkenstraat, zullen dichtbij gelegen hebben. Die aan de Groenendijk, Rijsdijk en Kerckenbunder liggen wat verder weg, maar de stede blijft dan behoorlijk centraal liggen. Waar kwamen zij bij elkaar? -------------------------------- Op de kadasterkaart van 1811-1832 staat t Raadhuis aan de (protestante) kerk vast, naast de toren. Of die ook al in gebruik was toen die nog katholiek was, in 1640, als schepenbank, weet ik niet. (Kadaster Dongen 1811-1832, Sectie G, perceel 246) |
28-12-1609 | RAT Schepenbank Dongen RA 97, folio 11r, Transportakte Compareerde Jacob Lemmen Adriaenssen, die gevest, .., gerecht, getransporteert ende opgedraghen cedeelt, etc. d’ome.loof mits desen toebehoort van Jan Meeus Jan Mertens, voogd der naegelathen weeskynderen van Cornelia Meeus Jan Mertenssen saliger, daer vader af is Jan Merten Wagemaecers. In contingente actie is met .. ver. ontrent negen loopensaet hoylants geleghen aen den Groenendijck onder Oosterhout geleghen onbedeelt met den voorsegden Jan Meeus cum suis. .. Actie contingent part .. .. .. .. vijftien loopensaet hoylants, geleghen onder Oosterhout voorsegd, aen den Rijsdijck. .. .. handen met commer.. slach .. .. welcke voorsegde actien, parten ende deelen den voorgenoemden Jacob Lemmen geene actien of toe .. meer .. ..heeft gevest het maer, verclare .. toe behoort van den voorsegden Jan Meeus cum suis, haeren .. saliger naer onderlingen gevest .. ge .. sonder ergh of list. Actum puts supra (28 december 1609, Gils en Meerman, schepenen) Met excuses voor de beperkte vertaling. Wat ik er van maak: Jacob Lemmens heeft verkregen van Jan Meeus Jan Mertens, als voogd over de weeskinderen van Cornelia Meeus Jan Mertens, waarvan de vader Jan Merten Wagemaecers 2 stukken hooiland onder Oosterhout: 9 loopensaet groot aan de Groenendijk, en 15 loopensaet aan de Rijsdijk. Jan is de broer van Cornelia. Zijn zus is overleden voor 28 december 1609. Vader Jan overlijdt in 1636, dus overleeft zijn vrouw met zeker 27 jaar. In de kantlijn staat voor mij een nog slechter leesbare tekst waarin een Peeter Jan Cornelissen jaarlijks een rente van 7 loopen roggen zal betalen. Waarvoor en aan wie, is mij niet duidelijk. |
12-02-1582 | RAT Schepenbank Dongen RA 94, pagina 64r, 12 februari 1582, Verkoopakte Wij, Matijs Tunissen ende Aert Jan Corneliszoon, scepenen in Dongen, oirconden dat voor ons gecomen is, Maeijken Jan Jan Clausdochter met Peeter Janssen, haren man ende voocht, Adriaenken Jan Jan Clausdochter met Roelof Heijnricx, haren man ende voocht, Marijken Adriaen Jan Clausdochter met Jan Corneliszoon, haren soon ende voocht, Lijsken Peeter Adriaens de Wagemakersdochter met Bernaert Andries, haren man ende voocht, Marijken Marten Wagemakersdochter met Marten Jan Vrancken, haren man ende voocht, Lijsken Martensdochter met Jan Adriaens, haren man ende voocht, elcken een metken richtgegx sijnde (?), Jan Marten Wagemaker, voor hem selven, Antonis Cornelis, voor hem selven, en oock mede vervangende sijne susters en broeders, ende Meus Peeter Jan Claus als voocht ende Tonis Adriaen Goverts als toesiender van Jan, Dingen, ende Adriaenken ende Peeterken, onbejaerde weeskynderen van Peeter Adriaen de Wagemaker, ende voorts Jan Cornelis Keijenzoon, als voocht van Adriaenken ende Jenneken Merten Adriaen Wagemakers, onbejaerde weeskynderen, aldaer Lauwen Jan Peeters toesiender af is, ende Mateus Cornelis als voocht, ende Jacop Adriaen Jan Jacops toesiender af is van den onbejaerden weeskynderen van wijlen Jan Adriaens de Wagemaker, genaampt Jan, Lijsken, Jenneken ende Peeterken ende Adriaenken, kennen ende lijden dat sij vercoft hebben om een somme van gelden cp (cooperen?) de erfgenamen van wijlen Peeter Adriaen Jan Claussen het derden deel in een buijnder gronden, daer den voorscreven Peeter voorscreven bij sijnen leven daer cracht van op wijnge (?) in gevest was. Gelegen Adriaen Jan Horsten erfgenamen erve noortwaert, Tonis Adriaen Maessen erve sutwaert, streckende van den Riool totter Kae toe. Vrij van heeren chijns ende hier in sijn de erfgenamen gevest met vonnisse ende recht, met voorwaerden dat men den .. op dees gronden niet sal gebruiken op deesen gront, ende voorts Weegen ende Stege ende gebuerlijcke rechten. Actum deesen 12en februwary 1582. --------------------------------------------------------------------------------------------- Met dank aan Jan van den Bergh van Doekefkes.nl voor wat al te zien was op zijn site. --------------------------------------------------------------------------------------------- Een hele lijst aanwezigen voor de verkoop van 1/3 deel in een bunder grond. Ik tel er 20, de 2 schepenen niet meegeteld. Ik heb geprobeerd de aanwezigen te groeperen: de zonen van Adriaen Jans de Wagemaker, met hun kinderen: - Peeter Adriaen Jans de Wagemaker -- Lijsken x Bernaert Andries -- Jan -- Dingen -- Adriaenken -- Peeterken - Jan Adriaen Jans de Wagemaker -- Jan -- Lijsken (=Elijsbet) (in de akte als Lijsken Martensdochter) -- Jenneken -- Peeterken -- Adriaenken - Merten Adrien Jans de Wagemaker -- Marijken x Marten Jan Vrancken -- Lijsken x Jan Adriaens -- Jan -- Adriaenken -- Jenneken Dan een groep met Jan Claus als gemeenschappelijke vader: - Jan Jan Claus -- Maeijken x Peeter Janssen -- Adriaenken x Roelof Heijnricx - Adriaen Jan Claus -- Marijken ---Jan Cornelis Nog een laatste groep met Cornelis als vader - Antonis Cornelis - Broers (niet met naam genoemd) - Zusters (niet met naam genoemd) Hoe de 3 groepen met elkaar samenhangen, weet ik niet. -------------------------------------------------------------------------------------- Waar lag die bunder grond? De grond strekte zich uit van het Riool tot aan de Kae toe, zo staat in de akte. Met Riool, zal het water bedoeld zijn op wat nu Klein-Dongen is. Deze benaming is te zien op de kadasterkaart van Dongen 1811-1832. Met Kae verwacht ik dat kade bedoeld is. Mogelijk de kade van de Donge, die zuidelijk van het Riool stroomde en nog stroomt. |
|||
20-01-1597 | RAT Schepenbank Dongen RA 95, pagina 14r, 20 januari 1597, Verkoop door Cornelia Meeus Jan Martens Wij, <leeggelaten, zullen de schepenen van de vorige acte zijn: Jan Jan Cornelis en Willem Embrechts> Schepenen in Dongen, oirconden ende kennen, dat voor ons gecomen is Cornelia Meeus Jan Martens dochter, met Jan Marten Adriaens Wagemaker, haeren man en voight, kende ende lijde, dat sij vercocht heeft om een somme van gelde Jan Adriaen Aerts een stuck lants, groot twee lopensaet negendalf roey lants der selver Cornelia aenbestorven na doodt haers vaders, so wij verstonden. Adriaen Janssen Bincken met Matheus Cornelis Martens hunner erve oostwaerts Jan Jan Martens de Jonge met zijn erve westwaerts, streckende van dr Groenderstraet tot op der ertfenisse Hubrecht Theun Joossen Van dit erve voorsegd, met seven penninghen sjaers Heeren chijns, noch met de helft.. van seventien stuivers sjaers. Dies is dit voorsegd erve .. .. .. van rechts wege behoort ende sculdich is. Ende hier in is de parceel Jan Adriaens gevest met vonnissen ende met recht etc. ende des oirconden desen brieft Actum <leeggelaten, vorige acte is van 20 januari 1597, de volgende van 27 januari 1597, waarschijnlijk op dezelfde dag als de voorgaande acte, mogelijk tussen die 2 data in> Koper: Jan Adriaen Aerts Verkoper: Cornelia Meeus Jan Martens Echtgenoot: Jan Marten Adriaens Wagemaker Cornelia verkoopt een stuk land 2 loopensaets negendalf weiland, aanbestorven na de dood van haar vader. Strekkende van der Groenderstraet (Groenstraat), ... ---------------------------------------------------------------------------- De grootte is omgerekend (2x0,21ha +9,5x32m2) 4500 m2, zegmaar een halve hectare, een voetbalveld groot Aangezien het land aanbestorven is, zal haar vader voor januari 1597 overleden zjn. |
Groenstraat, Dongen |
31-10-1640 | RAT Schepenbank Dongen RA 101, pagina 46r, 31 oktober 1640, Erfdeling goederen van Jan Mertens de Wagemaker De akte komt voorjaar 2021 online. Dan is preciezer de inhoud te bepalen. Met dank aan Jan van den Bergh van Doekefkes.nl voor wat nu al te zien is op zijn site, Jan Mertens de Wagemaker - 1636 als vader - dochter Maeijken Jan Mertens de Wagemaker overleden voor of in 1640, getrouwd met Andries Peeters ----------- Peeter Andries Peeters als kleinkind - dochter Eeltje Jan Mertens de Wagemaker, getrouwd met Aert Adriaen Jan Aerts ----------- Neeltje Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind (Cornelia) ----------- Jan Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Jenneke Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, getrouwd met Peter Wilborts van Son ----------- Symon Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Willem Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Adriaan Aert Adriaens, reeds mondig - zoon Merten Jan Mertens ----------- Merten Merten Jan Mertens als kleinkind ----------- Maeijken Merten Jan Mertens als kleinkind, getrouwd met Jan Gijsbert Jan Cornelis, overleden voor of in 1655 ----------- Cornelis Merten Jan Mertens als kleinkind ----------- Lesken Merten Jan Mertens als kleinkind, getrouwd met Joannes Crijn Hessels De waardeverschllen van de percelen land worden verrekend tussen deze 3 groepen, ofwel de 3 kinderen. |
van 22-04-1655 tot 25-01-1655 | RAT Schepenbank Dongen RA 104, pagina 202v-204v, scanpagina 232-233-234, 22 en 25 april 1655, verkoopakte van uitgedolven moergronden gelegen op Cleijn Dongen De verkoop bestaat uit 2 akten, van donderdag 22 april en zondag 25 april. De akte van 22 april 1655: ------------------------------- Anthonis Merten Jan Mertens, als man ende voight van Lijntjen Adriaen Mertens, waarvoor hij hem sterck maeckende. Claes Peeter Peeter Bressers voor hem selve ende beneffens Peeter Peeter Cleijs Bressers, sijne vader, hem noch sterck maeckende voor Cornelis ende Wouter Peeter Peeter Bressers, sijne broeders, daer respective moeder af was Dingna Adriaen Mertens Peeter Peeter Jan Luijcken soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Adriaen, sijnen broeder, ende moeder af was Eeltjen Adriaen Mertens tsamen voor een derde part in t derde part Jan Jan Jan Claes Brebers, hem sterck maeckende als vervanger voor Jan Jan Jansen, mits sijn sreckte mondelinge gelast sijn Jan Joost Roeloftsen, als mondelinge lasthebber ende hem sterck maeckende voor Anneken Jan Cleijs Brebers, Jan Claes Jan Cleijs Brebers, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Cornelis Claes, sijne broeder tsamen erfgenaemen van Jenneken Jan Adriaen Wagemaecker Sijken Wouter janssen, weduwe van Cornelis Govaert Willemen, geassisteert met Wijnant Adriaen Vennemans, als haeren gecoren voight. Desselven Wijnant Adriaen Jacobs voor hem selven, en hem sterck maeckende voor de vier weeskinderen van Jan Adriaen Vennemans, daer moeder ende grootmoeder af was Lesken Jan Adriaens Wagemaecker. Jenneken Peeter Jan de Wagemaecker, getrouwt met Cornelis Jan Verhoeven, geassisteert, mits de absentie van haerdere man, met Wijnant Adriaen Vennemans, haeren gecoren voight in desen. Soo voor haer selven, als haer sterck maeckende voor Peerken Peeter Jan Wagemaecker, woonende in Vlaanderen, haere suster tsamen voor een derde part. Peeter Janssen int Broeck, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende en in desen vervangende voor de twee weeskinderen van Merten Janssen int Broeck, erfgenaemen van Maeijken Mertens tsamen voor een vierde part in een derde part. Respective van anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden, vercoft omme af Jan Adriaen Janssen voor de twee derde part ende Peeter Geerit Anthonissen voor een derde part, respective ieder sijn gedeelte in anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden lant, liggende in henne stede ende goeden op Cleijn (Dongen), streckende van rijvel (?) tot sijne hoogheits Vaert toe, Adriaen Symonssen Coppelaers erfgenaemen suijt, ende hen cooperen andere erftve noort Te vrijen etc, commerloos preter Heeren chijns Gevest Actum 22 april 1655 Present Sijnenbuijck, van Loon, Wouter Janssen Ruijsenaer, schepenen De akte van 25 april 1655: ------------------------------- Merten Merten Jan Mertens, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Cornelis Merten de Wagemaecker, Lesken, sijne suster met Jan Crijnen, Maeijcken, sijne suster Saliger van Jan Gijsbrechts tsamen voor een vierde part int derde part Peeter Jan Peeterssen Brecht (?) soo voor hem selven, ende als uijtgerecht hebbende Rochus ende Marinus, sijne broeders, ende Martini, sijne suster, getrouwt Corstiaen Schalcken, voor gelijcke vierde part in derde part van derde part van anderhalf roede Anthonis Bernaert Driessen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende voor Maeijken, sijne suster ende Claes Thomassen, haeren man, tsamen de helft van gelijcke vierde part in derde part van derde part van anderhalft roede voorsegd. Symon Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende ende bij desen vervanger voor Adriaen, Jan en Willem, sijne broeders, Neeltjen, sijne suster met Roelof Huijbrechts Roeloftsen, haeren man ende voor Jenneken, sijne suster met Peeter Wilborts, haeren man, daer moeder af was Eeltgen Jan Merten de Wagemaecker. Tsamen voor een vierde part in t derde part van ’t derde part van anderhalf roede. ende hem sterck maeckende voor ’t weeskint van daer grootmoeder af was Maeijken Jan Mertens voor gelijcke een vierde part in t derde part van ’t derde part van anderhalf roeden gronden. Ende sijde de comparanten voorgenoemd elck in de qualiteijt voorsegd vercoft te hebben omme .. Jan Adriaen Janssen voor de twee derde part ende Peeter Geerit Anthonissen voor voorst. derde part, elck sijn gedeelte voorsegd in anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden, nu lant, liggende op Cleijn Dongen, in henne stede streckende int geheel van trijvel tot sijnen Hoogheijts Vaert toe. Adriaen Symons erfgenaemen, nu Jan Lenaerts, suijt, ende sijne cooperen erftun noort Vrij commerloos, preter Heeren chijns Gevest etc. Actum 25 april 1655. Puts. Fijnenbuijck ende Van loon Schepenen. ---------------------------------------------------------------------------------------------- Het gaat om de verkoop van uitgedolven moergrond (de turf is gestoken) met een breedte van 1 1/2 roede. Volgens https://www.meertens.knaw.nl/mgw/maat/9 werd bijvoorbeeld in ’s Gravenmoer gerekend met de Brabantse roede van 5,69m. Voor deze gronden ging het dan om een breedte van 8,535m. Aan het eind van de 2e akte staat dat het nu land is. Het land strekte zich uit van Trijvel of ’t Rijvel tot de (Hoogheids) Vaart. De Vaart kunnen we nog wel vinden, maar ik weet niet waar ik Trijvel of t Rijvel moet zoeken. ------------------------------------------------------------------------------------------- Een hele lijst van verkopers, over 2 akten, en 2 dagen verdeeld. Bij de eerste akte zijn de verkopers met 10 present, de tweede keer met 4. Hoe zit t met die verdeling? ------------------------------- Er is in de 1e akte gesproken van a. 1/3 part in 1/3 part: voor Lijntje, erfg. Digna en erfg. Eeltjen Adriaen Mertens b. 1/3 part: voor erfg. Jenneken Jan Adriaen de Wagemaecker, erfg. Lesken Jan Adriaen de Wagemaecker, Jenneken Peeter Jan de Wagemaecker, Peerken Peter Jan de Wagemaecker c. 1/4 part in 1/3 part: voor Maeijken Mertens (niet preciezer aangeduid) In de 2e van: d. 1/4 part in 1/3 part: voor erfg. Merten Jan Merten de Wagemaecker e. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor Peeter Jan Peetersen, Rochus, Martini f. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor Anthonis Bernaert Driessen en Maeijken g. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor erfg. Eeltjen Jan Merten de Wagemaker h. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor erfg. Maeijken Jan Merten de Wagemaker Bij e en f is tussengevoegd het laatste deel, ofwel in 1/3e part. Bij g en h staat het er direct. Vreemd dat bij d. Meerten het part anders zou zijn dan bij g. Eeltje en h. Maeijken. Zij zijn alle kinderen van Jan Merten Adriaen de Wagemaecker. Lijkt me niet correct beschreven. Bij wie e en f horen in de relatie naar De Wagemaker is niet duidelijk. Bij b gaat het om 1/3 part. Dit zijn (klein) kinderen Jan Adriaan Jans de Wagemaker. Niet genoemd zijn Adriaenken, Adriaen, en Jan. Bij a gaat het om (klein) kinderen van Adriaen Merten Adriaen Jans de Wagemaecker en bij d, g en h om (klein) kinderen van Jan Merten Adriaen Jans de Wagemaecker. Niet genoemd zijn Adriaenken, Marijnken, Jenneken en Lijsken. Zij zijn een generatie eerder gezien van Merten Adriaen Jans de Wagemaecker, een broer van Jan. Zouden met zijn allen goed moeten zijn voor 1/3 part. Dat betekent dat van nog een zoon of dochter van Adriaen Jans de Wagemaker, er erfgenamen zijn die meedelen. Die zouden dan van c, e of f moeten komen. Wie kan de zoon of dochter geweest zijn? Peeter (met 5 kinderen), Roelof (met 5 kinderen) of Cornelia? En waarom delen ze niet alle mee? Het lijkt te gaan om 3 kinderen van Adriaen Jans de Wagemaker. De moergronden waren blijkbaar nog niet verdeeld. De kopers Jan Adriaen Jansen en Peeter Geerit Anthonissen willen de grond naast die van hun erf erbij kopen, en nu moet wel nagegaan worden van wie de grond is. Dan moet in dit geval ver terug in de tijd gegaan worden. Ter illustratie: Jenneke Aert Adriaen Jan Aerts (geboren 1619), is een dochter van Eeltjen Jan Mertens de Wagemaecker, en zij is een dochter van Jan Mertens Adriaen de Wagemaecker, en hij is een zoon van Meerten Adriaen Jans de Wagemaecker en hij is een zoon van Adriaen Jans de Wagemaecker ------------------------------------------------------------------------------------------- |
![]() |
265 Wagemaker Merten Janssen de, koopt op 23 september 1582 een stuk land aan de Leegstraat te Dongen - Schepenbank Inv 94 f 78v |
Groenstraat, Dongen |
31-10-1640 | RAT Schepenbank Dongen RA 101, pagina 46r, 31 oktober 1640, Erfdeling goederen van Jan Mertens de Wagemaker De akte komt voorjaar 2021 online. Dan is preciezer de inhoud te bepalen. Met dank aan Jan van den Bergh van Doekefkes.nl voor wat nu al te zien is op zijn site, Jan Mertens de Wagemaker - 1636 als vader - dochter Maeijken Jan Mertens de Wagemaker overleden voor of in 1640, getrouwd met Andries Peeters ----------- Peeter Andries Peeters als kleinkind - dochter Eeltje Jan Mertens de Wagemaker, getrouwd met Aert Adriaen Jan Aerts ----------- Neeltje Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind (Cornelia) ----------- Jan Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Jenneke Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, getrouwd met Peter Wilborts van Son ----------- Symon Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Willem Aert Adriaen Jan Aerts als kleinkind, onmondig ----------- Adriaan Aert Adriaens, reeds mondig - zoon Merten Jan Mertens ----------- Merten Merten Jan Mertens als kleinkind ----------- Maeijken Merten Jan Mertens als kleinkind, getrouwd met Jan Gijsbert Jan Cornelis, overleden voor of in 1655 ----------- Cornelis Merten Jan Mertens als kleinkind ----------- Lesken Merten Jan Mertens als kleinkind, getrouwd met Joannes Crijn Hessels De waardeverschllen van de percelen land worden verrekend tussen deze 3 groepen, ofwel de 3 kinderen. |
van 23-08-1582 tot 23-09-1582 | Mertens Janssen de Wagemaker koopt een stuck erven, een viertel roeyen groot, strekkende van de Leegstraat tot aan Peeter Peeter Martens erve toe, van Adriaen Meus Peeterszoon. --------------------------------------------------------------------------------------------- Het is niet zeker dat het hier gaat om Merten Jan Mertens de Wagemaker. Diens zus kreeg in 1616 haar eerste kind. Dus in de tijd gezien is 1582 voor haar broer als koper twijfelachtig. |
|||
22-04-1655 | RAT Schepenbank Dongen RA 104, pagina 202v-204v, scanpagina 232-233-234, 22 en 25 april 1655, verkoopakte van uitgedolven moergronden gelegen op Cleijn Dongen De verkoop bestaat uit 2 akten, van donderdag 22 april en zondag 25 april. De akte van 22 april 1655: ------------------------------- Anthonis Merten Jan Mertens, als man ende voight van Lijntjen Adriaen Mertens, waarvoor hij hem sterck maeckende. Claes Peeter Peeter Bressers voor hem selve ende beneffens Peeter Peeter Cleijs Bressers, sijne vader, hem noch sterck maeckende voor Cornelis ende Wouter Peeter Peeter Bressers, sijne broeders, daer respective moeder af was Dingna Adriaen Mertens Peeter Peeter Jan Luijcken soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Adriaen, sijnen broeder, ende moeder af was Eeltjen Adriaen Mertens tsamen voor een derde part in t derde part Jan Jan Jan Claes Brebers, hem sterck maeckende als vervanger voor Jan Jan Jansen, mits sijn sreckte mondelinge gelast sijn Jan Joost Roeloftsen, als mondelinge lasthebber ende hem sterck maeckende voor Anneken Jan Cleijs Brebers, Jan Claes Jan Cleijs Brebers, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Cornelis Claes, sijne broeder tsamen erfgenaemen van Jenneken Jan Adriaen Wagemaecker Sijken Wouter janssen, weduwe van Cornelis Govaert Willemen, geassisteert met Wijnant Adriaen Vennemans, als haeren gecoren voight. Desselven Wijnant Adriaen Jacobs voor hem selven, en hem sterck maeckende voor de vier weeskinderen van Jan Adriaen Vennemans, daer moeder ende grootmoeder af was Lesken Jan Adriaens Wagemaecker. Jenneken Peeter Jan de Wagemaecker, getrouwt met Cornelis Jan Verhoeven, geassisteert, mits de absentie van haerdere man, met Wijnant Adriaen Vennemans, haeren gecoren voight in desen. Soo voor haer selven, als haer sterck maeckende voor Peerken Peeter Jan Wagemaecker, woonende in Vlaanderen, haere suster tsamen voor een derde part. Peeter Janssen int Broeck, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende en in desen vervangende voor de twee weeskinderen van Merten Janssen int Broeck, erfgenaemen van Maeijken Mertens tsamen voor een vierde part in een derde part. Respective van anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden, vercoft omme af Jan Adriaen Janssen voor de twee derde part ende Peeter Geerit Anthonissen voor een derde part, respective ieder sijn gedeelte in anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden lant, liggende in henne stede ende goeden op Cleijn (Dongen), streckende van rijvel (?) tot sijne hoogheits Vaert toe, Adriaen Symonssen Coppelaers erfgenaemen suijt, ende hen cooperen andere erftve noort Te vrijen etc, commerloos preter Heeren chijns Gevest Actum 22 april 1655 Present Sijnenbuijck, van Loon, Wouter Janssen Ruijsenaer, schepenen De akte van 25 april 1655: ------------------------------- Merten Merten Jan Mertens, soo voor hem selven, als hem sterck maeckende voor Cornelis Merten de Wagemaecker, Lesken, sijne suster met Jan Crijnen, Maeijcken, sijne suster Saliger van Jan Gijsbrechts tsamen voor een vierde part int derde part Peeter Jan Peeterssen Brecht (?) soo voor hem selven, ende als uijtgerecht hebbende Rochus ende Marinus, sijne broeders, ende Martini, sijne suster, getrouwt Corstiaen Schalcken, voor gelijcke vierde part in derde part van derde part van anderhalf roede Anthonis Bernaert Driessen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende voor Maeijken, sijne suster ende Claes Thomassen, haeren man, tsamen de helft van gelijcke vierde part in derde part van derde part van anderhalft roede voorsegd. Symon Aert Adriaenssen, soo voor hem selven als hem sterck maeckende ende bij desen vervanger voor Adriaen, Jan en Willem, sijne broeders, Neeltjen, sijne suster met Roelof Huijbrechts Roeloftsen, haeren man ende voor Jenneken, sijne suster met Peeter Wilborts, haeren man, daer moeder af was Eeltgen Jan Merten de Wagemaecker. Tsamen voor een vierde part in t derde part van ’t derde part van anderhalf roede. ende hem sterck maeckende voor ’t weeskint van daer grootmoeder af was Maeijken Jan Mertens voor gelijcke een vierde part in t derde part van ’t derde part van anderhalf roeden gronden. Ende sijde de comparanten voorgenoemd elck in de qualiteijt voorsegd vercoft te hebben omme .. Jan Adriaen Janssen voor de twee derde part ende Peeter Geerit Anthonissen voor voorst. derde part, elck sijn gedeelte voorsegd in anderhalf roede breete uijtgedolven moergronden, nu lant, liggende op Cleijn Dongen, in henne stede streckende int geheel van trijvel tot sijnen Hoogheijts Vaert toe. Adriaen Symons erfgenaemen, nu Jan Lenaerts, suijt, ende sijne cooperen erftun noort Vrij commerloos, preter Heeren chijns Gevest etc. Actum 25 april 1655. Puts. Fijnenbuijck ende Van loon Schepenen. ---------------------------------------------------------------------------------------------- Het gaat om de verkoop van uitgedolven moergrond (de turf is gestoken) met een breedte van 1 1/2 roede. Volgens https://www.meertens.knaw.nl/mgw/maat/9 werd bijvoorbeeld in ’s Gravenmoer gerekend met de Brabantse roede van 5,69m. Voor deze gronden ging het dan om een breedte van 8,535m. Aan het eind van de 2e akte staat dat het nu land is. Het land strekte zich uit van Trijvel of ’t Rijvel tot de (Hoogheids) Vaart. De Vaart kunnen we nog wel vinden, maar ik weet niet waar ik Trijvel of t Rijvel moet zoeken. ------------------------------------------------------------------------------------------- Een hele lijst van verkopers, over 2 akten, en 2 dagen verdeeld. Bij de eerste akte zijn de verkopers met 10 present, de tweede keer met 4. Hoe zit t met die verdeling? ------------------------------- Er is in de 1e akte gesproken van a. 1/3 part in 1/3 part: voor Lijntje, erfg. Digna en erfg. Eeltjen Adriaen Mertens b. 1/3 part: voor erfg. Jenneken Jan Adriaen de Wagemaecker, erfg. Lesken Jan Adriaen de Wagemaecker, Jenneken Peeter Jan de Wagemaecker, Peerken Peter Jan de Wagemaecker c. 1/4 part in 1/3 part: voor Maeijken Mertens (niet preciezer aangeduid) In de 2e van: d. 1/4 part in 1/3 part: voor erfg. Merten Jan Merten de Wagemaecker e. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor Peeter Jan Peetersen, Rochus, Martini f. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor Anthonis Bernaert Driessen en Maeijken g. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor erfg. Eeltjen Jan Merten de Wagemaker h. 1/4 part in 1/3 part in 1/3 part: voor erfg. Maeijken Jan Merten de Wagemaker Bij e en f is tussengevoegd het laatste deel, ofwel in 1/3e part. Bij g en h staat het er direct. Vreemd dat bij d. Meerten het part anders zou zijn dan bij g. Eeltje en h. Maeijken. Zij zijn alle kinderen van Jan Merten Adriaen de Wagemaecker. Lijkt me niet correct beschreven. Bij wie e en f horen in de relatie naar De Wagemaker is niet duidelijk. Bij b gaat het om 1/3 part. Dit zijn (klein) kinderen Jan Adriaan Jans de Wagemaker. Niet genoemd zijn Adriaenken, Adriaen, en Jan. Bij a gaat het om (klein) kinderen van Adriaen Merten Adriaen Jans de Wagemaecker en bij d, g en h om (klein) kinderen van Jan Merten Adriaen Jans de Wagemaecker. Niet genoemd zijn Adriaenken, Marijnken, Jenneken en Lijsken. Zij zijn een generatie eerder gezien van Merten Adriaen Jans de Wagemaecker, een broer van Jan. Zouden met zijn allen goed moeten zijn voor 1/3 part. Dat betekent dat van nog een zoon of dochter van Adriaen Jans de Wagemaker, er erfgenamen zijn die meedelen. Die zouden dan van c, e of f moeten komen. Wie kan de zoon of dochter geweest zijn? Peeter (met 5 kinderen), Roelof (met 5 kinderen) of Cornelia? En waarom delen ze niet alle mee? Het lijkt te gaan om 3 kinderen van Adriaen Jans de Wagemaker. De moergronden waren blijkbaar nog niet verdeeld. De kopers Jan Adriaen Jansen en Peeter Geerit Anthonissen willen de grond naast die van hun erf erbij kopen, en nu moet wel nagegaan worden van wie de grond is. Dan moet in dit geval ver terug in de tijd gegaan worden. Ter illustratie: Jenneke Aert Adriaen Jan Aerts (geboren 1619), is een dochter van Eeltjen Jan Mertens de Wagemaecker, en zij is een dochter van Jan Mertens Adriaen de Wagemaecker, en hij is een zoon van Meerten Adriaen Jans de Wagemaecker en hij is een zoon van Adriaen Jans de Wagemaecker ------------------------------------------------------------------------------------------- |