vanaf 05-12-1873 | Galgeneind 287, De Moer | |||
vanaf 13-06-1889 | Wijk A - Vaart 133, Dongen (Ze gaat werken bij Martinus Heijkant. Op 9 maart 1888 is zijn vrouw (Johanna Maria Verbunt) overleden. Haar man hertrouwt op 9 mei 1893 met Anna Laurijsen. Op het adres waar zij gaan wonen (Klein Dongen A 198) staat Barbara niet bij. Ze komt waarschijnlijk bij een neef van Martinus te werken, ook Martinus Heijkant genoemd (ze heben dezelfde opa Martien Adriaan Heijkant, getrouwd met Petronella Adam Goyarts) op Vaart 153, ofwel 20 huisnummers hoger (BS Dongen 1890-1899). Haar geboortedatum is daar 6 december 1874 en geboorteplaats Dongen. Dat gezin verhuist op 19 december 1893 naar Gilze-Rijen. Daar staat geen Barbara vermeld. Het is niet duidelijk tot wanneer Barbara in Dongen gewoond en gewerkt heeft. Ik vermoed tot de verhuizing in 1893.) | [bron: BS Dongen 1880-1889 pag. 153 en BS Dongen 1890-1899] | ||
vanaf 27-08-1903 | Loon op Zand | |||
vanaf 14-06-1904 | Middelstraat 386, De Moer | [bron: Geboorteregister Loon op Zand 1904, akte 102] | ||
vanaf na 1953 | Hoge Steenweg 59, en daarna 57 (Ze woonde in bij haar dochter Toos en haar man Jan Sup. Totdat die gingen verhuizen naar Kaatsheuvel aan de Julianastraat. Daarna woonde ze in het huis daarnaast bij haar oudste dochter Marie en haar man Bart van der Velden.) |
vanaf 13-06-1889 | Dienstbode (Ze was in dienst bij een landbouwer. De vermelding dienstbode is vaak gebruikt, ook bij andere bewoners. Het is beter te begrijpen als dienstmeid.) | [bron: BR Dongen 1880-1889] |
van 11-09-1871 tot 22-08-1873 | Abtshoeve - Meerberg 7, Teteringen (de boerderij staat er niet meer. Hij is er geboren en ging na de dood van zijn moeder met vader en broer mee naar Dongen. Kwam later zo af en toe naar de Abtshoeve op de fiets, waar ook de foto van 1938 gemaakt is) | |||
van 23-08-1873 tot 07-05-1875 | Vaart, Dongen (Vader ging wonen bij een oom en tante, 2 maanden nadat hun moeder overleden was.) | [bron: BS Dongen 1870-1879] | ||
vanaf 1875 | Baan 834 (later nr 14, nu nr 16), Loon op Zand | [bron: BS Loon op Zand 1860-1890] | ||
vanaf 08-10-1897 | Dongen (Wellicht is dit een vergissing. Waarschijnlijk is zijn broer Johannes vertrokken naar Dongen.) | |||
vanaf 1903 | Loon op Zand | |||
vanaf 14-06-1904 | Middelstraat 386, De Moer | [bron: Geboorteregister Loon op Zand 1904, akte 102] |
Akkerbouwer |
van 14-06-1904 tot na 02-12-1930 | Middelstraat 386, De Moer | [bron: Geboorteregister Loon op Zand 1904, akte 102] | ||
van 30-06-1930 tot 02-12-1930 | Groote Straat 152a, Waalwijk | |||
vanaf 02-12-1930 | Kasteellaan 23, Loon op Zand | |||
vanaf na 02-12-1930 | Klokkenlaan 40, Loon op Zand | |||
vanaf na 02-12-1931 | Hooge Steenweg 57, Loon op Zand (Had als huisnummer staan 34. Tegenwoordig is het in ieder geval 57. Dit huis is van 1997, en zal gebouwd zijn op de plek van hete his dat waarschijnlijk in 1930 gebouwd is (Het huisnummer 61 is namelijk gebouwd in 1930, en is nog in de oude vorm.)) |
|||
tot 01-04-1996 | Verzorgingshuis De Venloene, Loon op Zand |
tot 20-05-1930 | Dienstbode (Bij W. de Wit aan de Hoefstraat 78 in Tilburg . Vermeld zijn ook Loon op Zand - 06-07-1926 en Waspik - 20-05-1927. Ik verwacht dat ze daar ook dienstbode geweest is.) |
[bron: Registratie Dienstboden Tilburg 1921-1939] |
20-05-1930 | Groote Straat 152a, Waalwijk | |||
vanaf 02-12-1930 | Kasteellaan 23, Loon op Zand | |||
vanaf na 02-12-1930 | Klokkenlaan 40, Loon op Zand | |||
vanaf na 02-12-1931 | Hooge Steenweg 57, Loon op Zand (Had als huisnummer staan 34. Tegenwoordig is het in ieder geval 57. Dit huis is van 1997, en zal gebouwd zijn op de plek van hete his dat waarschijnlijk in 1930 gebouwd is (Het huisnummer 61 is namelijk gebouwd in 1930, en is nog in de oude vorm.)) |
|||
tot 07-07-1991 | Verzorgingshuis De Venloene, Loon op Zand |
20-05-1930 | Vrachtrijder (Ook wel voerman genoemd) | |||
vanaf na 20-05-1930 | Leerfabriek Hollandia (Meer dan 40 jaar heeft Bart daar in de Kerkstraat 30 gewerkt) |
Bond van Ouderen | ||||
Duivenvlucht |
Schuttersgilde St.Hubertus |
![]() |
35 Meeren Johannes Jacobus zoon, levenloos geboren op 7 oktober 1906 in Loon op Zand |
vanaf 1942 | Waspik (Café) | |||
vanaf 1957 | Julianastraat, Waspik |
Boerenknecht | ||||
Caféhouder | ||||
Chauffeur | ||||
Heidemaatschappij | ||||
Kantine-medewerker | ||||
Loondorser | ||||
Steenovenfabriek |
20-05-1930 | huwelijk Engelbertus (Bart) van der Velden (1905-1991) en Marie Meeren (1904-1996) [zie 1,I] | [broer bruid] | [bron: Huwelijksregister 1930, archiefnummer 911, aktenummer 10] |
van 1920 tot 1940 | Vaart 98, Dongen | [bron: Bevolkingsregister Dongen 1920-1940] | ||
tot 10-12-1928 | Klein-Dongen, Dongen (Ze woont bij haar oom en tante Andries Heijkant en Johanna Smits, totdat ze gaat werken als dienstbode) |
van 11-12-1928 tot 05-01-1929 | Dienstbode | [bron: Bevolkingsregister Dongen 1916-1939] |
vanaf 1946 | Dongen | |||
vanaf 1947 | Lage Ham 4, Dongen |
Boer (gemengd bedrijf) | ||||
Boerenknecht | ||||
Dagloner | ||||
Heidemaatschappij | ||||
Leerlooier |
vanaf 07-12-1916 | LagenHam 4, Dongen | [bron: Bevolkingsregister Dongen 1910-1920 blad 3] |
![]() |
![]() |
56 Meeren Catharina en Johannes Sup trouwfoto De Moer 17 mei 1950 |
57 Meeren Catharina en Johannes Sup woonhuis Julianastraat Kaatsheuvel 2000 |
van 20-07-1913 tot 08-05-1950 | Middelstraat 368, De Moer | |||
vanaf 08-05-1950 | Hoge Steenweg 59, Loon op Zand (Bij hun trouwen zijn ze hier gaan wonen. Toen haar schoonzus Jeanne Meeren-Dekkers na hun trouwen in oktober 1952 een moeiijke periode doormaakte, heeft zij die hier opgevangen. Wanneer dat precies geweest is, weet ik niet. Of ikzelf en mijn broer er al waren, weet ik ook niet.) |
|||
van na 1950 tot 28-04-1988 | Julianastraat 14, Kaatsheuvel (De woning is gebouwd in 1947.) |
vanaf 08-05-1950 | Hoge Steenweg 59, Loon op Zand (Bij hun trouwen zijn ze hier gaan wonen.) | |||
van na 1950 tot 13-09-2000 | Julianastraat 14, Kaatsheuvel (De woning is gebouwd in 1947.) |
05-07-1950 | Middelweg C 13, De Moer | |||
van 1952 tot 1957 | Lage Ham 3, Dongen (Bij de boerderij van zijn broer ingetrokken in een klein huisje bij de Donge) | |||
vanaf 1957 | Deken Oomenstraat 12, Dongen |
Houtbewerker (Firma Bald - keukenbladen) | ||||
Leerlooier | ||||
Loondorser | ||||
Metaalbewerker (Firma Den Haan) | ||||
Schoenmaker | ||||
Zuivelfabriek (kaasmaker) |
vanaf ca. 1932 | Hij was lid van Toneelclub Tot Ons Genoegen. Voerde hun voorstellingen op bij ’s Maoske. Later zal zijn zoon Ad in zijn voetsporen treden. Hij treedt ook op in ’t Maoske, deeluitmakend van de toneelvereniging Het Moers Verzetje. |
[bron: Parelmoer, 2004, pagina 83] | ||
vanaf ca. 1934 | Hij was lid van Blauw Wit. Op de foto uit de Parelmoer zit Nillus (van Cornelis) voor zijn broer Jan. Na de oorlog heropgericht, een tijd aangesloten bij Berndijk en daarna bij Uno Animo en later zelfstandig als Blauw Wit ’81. |
[bron: Parelmoer, 2004, pagina 73] |
van 1939 tot 12-06-1952 | Goirkestraat 82, Tilburg |
van 1939 tot 12-06-1952 | Bediende (1 en 2e) (Al op haar 15e ging ze dienen in Tilburg bij de textielfabrikanten Nobke en Anna Franken, broer en zus. Ze wonen aan de Goirkestraat 82. Elke dag werken, niet naar huis, en 1 keer in de 2 weken op zondag vrij. Een streng regime. Ze kreeg er vriendinnen voor het leven. Zo waren daar Truus Koopmans, Anja Panjoel uit Reusel die samen met haar dienden. In de Hasseltstraat diende Marieke Vosters, ook uit Reusel, waar ze wel als het al een keer kon, met veel plezier ging logeren. Ook in de Goirkestraat diende een meisje uit Loon op Zand waar Kees (Nellis) Meeren mee ging. Toen die verkering uit raakte, stak hij de straat over om later met haar te trouwen.) |
![]() |
![]() |
83 Oerlemans Francis, en Hendrina Noyens wonen met hun gezin in de Moer BR 1860-1890 |
84 Oerlemans Francis, en Hendrina Noijens trouwen op 18 mei 1868 in Hilvarenbeek, handtekeningen |
van 17-03-1869 tot 05-12-1873 | Galgeneind 286, De Moer (Loon op Zand) |
van 28-05-1868 tot 05-12-1873 | Bouwman |
van ca. 1854 tot ca. 1859 |
tot 18-05-1868 | Hilvarenbeek | |||
05-12-1873 | Galgeneind, De Moer (Loon op Zand) |
1868 | Landbouwster |
van 16-03-1869 tot 30-01-1912 | Galgeneind 286, De Moer (Loon op Zand) | |||
vanaf 30-01-1912 | Groenendijk, Oosteind (Oosterhout) | |||
29-01-1944 | Loon op Zand |
30-01-1912 | Landbouwer | [bron: BS Oosterhout 1900-1920] |
tot 18-05-1907 | Oosterhout | [bron: Dongen - Bev. reg. 1900-1909 Inv. 37 Blad 101] | ||
28-05-1907 | Lagen Ham B97 (later doorgestreept, werd 114), Dongen | [bron: Inv. nr. 37 (oud nr. 3) 1900-1909 Wijk B huisnummers 1-149, archiefnummer 0928, Bevolkingsregister Dongen, inventarisnummer 037, blad 101] | ||
van 1910 tot 1920 | Lage Ham B114, Dongen (Doorgestreept, en Hooge Ham 8 geschreven. Kan zijn dat dit een verhuizing was, maar kan ook een administratieve aanpassing zijn geweest.) |
[bron: Dongen - Bev. reg. 1910-1920 Inv. 48 Blad 107] | ||
14-02-1910 | Lage Ham 114, Dongen | [bron: Dongen - Geb. reg. 1910 akte 22] | ||
30-09-1917 | B114, Dongen | [bron: Dongen - Geb. reg. 1917 akte 164] | ||
17-02-1919 | Wijk B nr 114, Dongen | [bron: Dongen - Geb. reg. 1919 akte 19] | ||
van 1920 tot 1940 | Hooge Ham 8, Dongen (Later 9a) | [bron: Dongen - Gezinskaarten 1920-1940 Inv. 57 Blad 1819] | ||
van 18-07-1920 tot 02-08-1920 | Hooge Ham 8, Dongen | [bron: Dongen - Geb. reg. 1920 akte 140] | ||
02-11-1950 | Dongen |
18-04-1907 | Landbouwer | [bron: Huwelijksregister 1907, archiefnummer 2004, Ambtenaar van de burgerlijke stand in Oosterhout, aktenummer 17] | ||
14-02-1910 | Landbouwer | [bron: Dongen - Geb. reg. 1910 akte 22] | ||
van 1920 tot 1940 | Landbouwer | [bron: Dongen - Gezinskaarten 1920-1940 Inv. 57 Blad 1819] |
van 1910 tot 1920 | Lage Ham B114, Dongen (Doorgestreept, en Hooge Ham 8 geschreven. Kan zijn dat dit een verhuizing was, maar kan ook een administratieve aanpassing zijn geweest.) |
[bron: Dongen - Bev. reg. 1910-1920 Inv. 48 Blad 107] | ||
14-02-1910 | Lage Ham 114, Dongen | [bron: Dongen - Geb. reg. 1910 akte 22] | ||
30-09-1917 | B114, Dongen | [bron: Dongen - Geb. reg. 1917 akte 164] | ||
17-02-1919 | Wijk B nr 114, Dongen | [bron: Dongen - Geb. reg. 1919 akte 19] | ||
van 1920 tot 1940 | Hooge Ham 8, Dongen (Later 9a) | [bron: Dongen - Gezinskaarten 1920-1940 Inv. 57 Blad 1819] | ||
van 18-07-1920 tot 02-08-1920 | Hooge Ham 8, Dongen | [bron: Dongen - Geb. reg. 1920 akte 140] |
van 1920 tot 1940 | Landbouwster | [bron: Dongen - Gezinskaarten 1920-1940 Inv. 57 Blad 1819] |
tot 02-05-1902 | Loon op Zand | |||
van 02-05-1902 tot 29-07-1905 | Bergen, Dongen | [bron: Inv. nr. 39 (oud nr. 5) 1900-1909 Wijk C huisnummers 1-160, archiefnummer 0928, Bevolkingsregister Dongen, inventarisnummer 039, blad 84] | ||
van 29-07-1905 tot 19-03-1906 | Groenstraat A 215 a, Oosterhout | [bron: Inv. nr. 888 (oude nrs. 1, 1A, 1B, 2 en 3) 1900-1920 Wijk A, archiefnummer 2005, Bevolkingsregister Oosterhout, inventarisnummer 888, blad 185] | ||
van 19-03-1906 tot 31-03-1913 | Hoogen Ham B 340, Dongen | [bron: Inv. nr. 49 (oud nr. 4) 1910-1920 Wijk B huisnummers 212-351, archiefnummer 0928, Bevolkingsregister Dongen, inventarisnummer 049, blad 124] | ||
vanaf 31-03-1913 | Galgeneind 90, De Moer (Loon op Zand) | [bron: Inv. nr. 38 1890-1920 Loon op Zand Letters K-P, archiefnummer 0910, Bevolkingsregister Loon op Zand, inventarisnummer 038, blad 856] |
10-08-1905 | Landbouwer |
11-05-1914 | Moer 389, Loon op Zand | [bron: Loon op Zand - Geb. reg. 1914 Akte 116] | ||
van 1920 tot 1939 | Galgeneind 84, later 60, De Moer | [bron: Loon op Zand - Bev. reg.1920-1939 Inv. 56 Bl. 4157] | ||
29-08-1922 | Galgeneind 84, De Moer | [bron: Loon op Zand - Geb. reg. 1922 Akte 228] |
29-08-1922 | Landbouwer | [bron: Loon op Zand - Geb. reg. 1922 Akte 228] |
11-05-1914 | Moer 389, Loon op Zand | [bron: Loon op Zand - Geb. reg. 1914 Akte 116] | ||
van 1920 tot 1939 | Galgeneind 84, later 60, De Moer | [bron: Loon op Zand - Bev. reg.1920-1939 Inv. 56 Bl. 4157] | ||
29-08-1922 | Galgeneind 84, De Moer | [bron: Loon op Zand - Geb. reg. 1922 Akte 228] |
![]() |
![]() |
93 Oerlemans Leonardus, trouwt met Hendriena Priems op 11 februari 1835 in Loon op Zand, handtekeningen |
94 Priems Henrica Walteri, RK gedoopt op 8 juni 1810 in Loon op Zand |
18-05-1868 | Loon op Zand |
18-05-1868 | Landbouwer |
01-05-1879 | Loon op Zand | [bron: Loon op Zand Huw.reg. 1879, archief 911, akte 15] |
01-05-1879 | Landbouwster | [bron: Loon op Zand Huw.reg. 1879, archief 911, akte 15] |
01-05-1879 | Loon op Zand | [bron: Loon op Zand Huw.reg. 1879, archief 911, akte 15] | ||
12-08-1880 | Wijk Moer 365, Loon op Zand | [bron: Loon op Zand Geb.register 1880, archief 911, akte 170] | ||
07-07-1881 | Wijk Moer 375, Loon op Zand | [bron: Loon op Zand Geb.register 1881, archief 911, akte 148] | ||
14-11-1882 | Wijk Moer 375, Loon op Zand | [bron: Loon op Zand Geb.register 1882, archief 911, akte 239] | ||
25-12-1883 | Wijk Moer 375, Loon op Zand | [bron: Loon op Zand Geb.register 1883, archief 911, akte 248] | ||
09-02-1885 | Wijk Moer 375, Loon op Zand | [bron: Loon op Zand Geb.register 1885, archief 911, akte 18] | ||
15-10-1888 | Wijk Moer 375, Loon op Zand | [bron: Loon op Zand Geb.register 1887, archief 911, akte 203] | ||
31-01-1891 | Wijk Moer 399, Loon op Zand | [bron: Loon op Zand Geb.reg. 1891, akte 18] |
01-05-1879 | Landbouwer | [bron: Loon op Zand Huw.reg. 1879, archief 911, akte 15] | ||
31-01-1891 | Landbouwer | [bron: Loon op Zand Geb.reg. 1891, akte 18] |
01-05-1879 | Loon op Zand | [bron: Loon op Zand Huw.reg. 1879, archief 911, akte 15] | ||
12-08-1880 | Wijk Moer 365, Loon op Zand | [bron: Loon op Zand Geb.register 1880, archief 911, akte 170] | ||
07-07-1881 | Wijk Moer 375, Loon op Zand | [bron: Loon op Zand Geb.register 1881, archief 911, akte 148] | ||
14-11-1882 | Wijk Moer 375, Loon op Zand | [bron: Loon op Zand Geb.register 1882, archief 911, akte 239] | ||
25-12-1883 | Wijk Moer 375, Loon op Zand | [bron: Loon op Zand Geb.register 1883, archief 911, akte 248] | ||
09-02-1885 | Wijk Moer 375, Loon op Zand | [bron: Loon op Zand Geb.register 1885, archief 911, akte 18] | ||
15-10-1888 | Wijk Moer 375, Loon op Zand | [bron: Loon op Zand Geb.register 1887, archief 911, akte 203] | ||
31-01-1891 | Wijk Moer 399, Loon op Zand | [bron: Loon op Zand Geb.reg. 1891, akte 18] |
1747 | Loon op Zand | [bron: Loon op Zand RK Trouwboek 1731-1760 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 7, pg160v)] | ||
21-04-1778 | In t Moer, Loon op Zand (Bij de staat en inventaris van de akte staat dat het halve huis, gelegen in t Moer, ligt ten oosten van Leendert Oerlemans.) | [bron: Loon op Zand - Schepenbank Voogdijrekeningen 1751-1796 inv 2865] |
06-11-1779 | Samenvatting: ---------------- Hendrikus Jan de Rooy, uit Tilburg, en Cornelis Adriaan Oerlemans zijn als getuigen present bij notaris Bles om volmacht te geven aan Leendert Cornelis Oerlemans, uit Loon op Zand, om in naam van juffrouw Adriana Maria de Rooy, om zowel van vaders als moeders kant, met recht van naarderschap, de huysinge en erven, te Loon op Zand staande, door haar gemachtigde Christiaan, verkocht aan Johannes van Amelsvoort, te naasten. Toelichting: ------------ Het recht van naarderschap ofwel van naasting bestond vanaf de middeleeuwen tot aan de Franse tijd. Degene die het recht van naasting bezat, had het recht om een verkocht pand over te kopen (Bron: nl.wikipedia.org/wiki/Naasting). Op basis hiervan heb ik deze akt egeplaatst onder de Categorie Akte van verkoop. Hendrikus Jan de Rooy is de broer van Adriana Maria. Ze zijn kinderen van Christiaan van Rooy en Catharina van de Ven, rk gedoopt in Tilburg op 9 juli 1714 en 24 november 1715. Ze zijn ten tijde van deze akte 65 en 63 jaar. Adriana Maria woont in Aalst, als ze op 30 mei 1778 haar testament maakt (Tilburg, Inv. 103, blad 37) Leendert is dan 61 jaar. Cornelis Adriaan Oerlemans zal de zoon van zijn broer Adriaan zijn, en van Maria Peter Basters, gedoopt 24 nov. 1751 in Loon op Zand. Die is dan 27 jaar. Tussen Van Rooy en Oerlemans heb ik (tot nu toe) geen bloedverwantschap gevonden. Transcryptie: --------------- Compareerde voor mij, Cornelis Bles, Notars openbaarbij de Ed: Mog: Rade en Leenhoove van Brabant, en Landen van Overmase in ’s Hage geadmitteerd, binnen de Heerlijkheidt van Tilborgh resideerende, ter presentie van de getuygens, nagenoemt Hendricus Jan de Rooy, woonagtig te Tilborgh en Cornelis Adriaan Oerlemans, woonagtig te Loon op Sant, de welken verclaarden zoo te saamen als ieder afsonderlyk te Constitueeren, en volmagtig te maaken, Zoo zijn doende bij deesen, Leendert Cornelis Oerlemans, woonagtig te Loon op Sant, specialyk omme in Naamen van hun constituanten als vrinden en Bloetverwanten van Juffrouw Adriana Maria de Rooy, zoo van der zelver vader als moeder zijde, met den Regten van naarderschappen ’t onlossen vrijen ende quijten, zoodaanige Huijsingen ende Erven, geleegen onder Loon op Zant, als de gemelde Juffrouw Adriana Maria de Rooy, of wel haaren gemagtigden, Christiaan, momboirs in haare Naame voor Heeren Scheepenen van Loon op Zand nu onlangs heeft getransporteerd en in Coop overgegeeven aan Johannes van Amelsvoort; Doende zulcx des noods en versogt wordende onder Expur gatie van Eeden dat deese Naastinge geschiet ten haaren Eijgen profeijt, met hun Eijgen gelt, zonder eenige inductie der Contrarie, tot ’t presteren van welken Eet zij Constituanten hem geconstitueerde zijn Committeerende en authoriseerende bij deesen dan oft mogte gebeuren dat een of ander haarder Constituanten niet wierde erkent aan de verkooperde naarder in bloedverwantschap te bestaan, dan hij Cooper, of dat men zoude pretesceeren nog naarder in bloeden te zijn, in dien gevallede naarderschappe met prestatie van alle vereijste solemniteijten als voorschreven te doen in Naame en alleen ten behoeven van die haarder beijde welke als naaste in Bloede sal worden Erkent, in welken gevalle den geene die van haar Constituanten tot die Naasting niet wort erkent, van nie voor als dan daar dan is renuntieerende bij deesen, ten dien Eijnde te compareeren ten Raadhuysen voor Heeren Scheepenen in Loon op Sant voornoemd en aldaar de vereijst werdende actens te passeeren den voornoemde Cooper <ten Eijnde voorschreven> te citeeren en voorts te presteeren wat den Cas Subject et Stile Localie zal werden gerequireert, mitsgaders den gemelden Cooper in blinckende penningen aanbieden en daadelijk restitueeren den vollen Coopschat bij hem voorgemelde Huysinge en Ervan uytgelooft met den veertigsten penning en alle verdere onkosten welke hij ter Zaake des koops eenigsten te mogte hebben uytgeschooten < en hem na regten competeerende is>. Met belofte allen t geenen den koooer te zaake voorschreven aan de verkoopperse verder mogte hebben belooft kost, en schaadeloos over te neemen, en hem kooper daar van te indemneeren, en bij aldien gemelden kooper weijgerde de koopschat en alle verdere onkosten als voorschreven te ontfangen of deese naastinge niet accepteerde als dan die penningen te Secretarije van Loon op Zand onder de Heeren Scheepenen of Secretaris te Consigneeren < onder protestatie als na stijl> en voorts generaalijk te Zaake voorschreven alles verder voorder (?) of anders te doen en verrigten wat zij constituanten zelfs present en voor oogen zijnde. Zoo te saamen als ider afsonderlyk zouden komen moogen en moeten doen, alwaar t ook zoo dat hier toe eenige spesiaalder ofte ampelder magt dan voorschreven staat wierde vereijst de zelve versoeken zij constituanten dat alhier mogen werden gehouden voor geinsereert. Alles onder belofte van approbatie Ratificatie mitsgaders indemniteijt en verbant als na Regten. Aldus gedaan ende gepasseert binnen de Heerlijkheijdt Tilborgh ten Comptoire Mijns, Notaris ter presentie en ten overstaan van Isaak Blesen Hendrick van Voorts als getuygens hier toe versogt, die .. heeden den sesden November 1700 Negen en Seventigh <Handtekeningen van:> Hendrickus de Roij Cornelis Oerlemans Isaak Bles H. v. Voorst Corn. Bles |
[bron: Tilburg - Not. Cornelis Bles Minuutakten 1778-1779 Inv. 103, akte 70, scan 239-240] |
03-06-1761 | Samenvatting: ---------------- Adriaan Oerlemans, Leendert Oerlemans, Jan Goijertze van Lier, getrouwd met Jenneke Oerlemans, en Jacobus Haansbergen, getrouwd met Angeneeske Oerlemans, maken een deling en scheiding. Adriaan krijgt bedeeld: * in ’t Kraanven 3 stukken zaailand en 2 stukken weiland * in ’t Moer: 2 stukken heide Leendert krijgt: * Achter in t Loonse Moer een half huis ten oosten en erve, met zijn aanpand de Steeg ten zuiden en ten noorden’zuid de Straat, noord de Baan. * Ook daar een perceel zaai- en weiland, een perceel zaailand en heide Jan Goyertze van Lier, voor Jenneke: * een half huys en erve ten westen, de wederhelft van het half huys van Leendert * Ook daar een zaailand en een perceeltje heide Jacobus Haansbergen, voor Angeneeske: * Huys, stal en hof op t Craanven, noorden de Straat * Ook daar 3 percelen zaailand, 1 perceel weiland en hout, en 1 weiland, en 1 stuk hei * In t Moer een peceel hei. Toelichting: ------------- De ouders zijn niet met name genoemd. Het gaat om Cornelius Leenders Oerlemans en Wilhelma Adriaan Peeter van Esch. Adriaan is 45 jaar, Leendert 42, Angeneeske 39 en Jenneke 32. Ze verdelen een huis, stal en hof in het Kraanven, een huis achter in t Moer, meerder percelen zaaland, weiland en heide, gelegen in ’t Kraanven en in ’t Moer. Als aanduidingen zijn genoemd de Straat, de Baan en de Steeg. Als maat is de hond gebruikt. Die was 100 roeden, 1/6 morgen. Een Rijnlandse hond was 0,14 hectare (Wikipedia). Zo krijgt Adriaan in totaal 7 1/4 hond ofel 1 hectare, verdeeld over 7 stukjes grond. Gemiddeld is elk perceel dan 32 bij 32 meter. Als drossaard is Bernardus Oerlemans aanwezig. is hij familie? Hij stamt af van de tak uit Sprang, en is niet direct familie.Die tak komt van voor 1500 uit Loon op Zand. Mogelijk is daar nog een verbinding te vinden. Bijgevoegd is op scanpagina 131 een nota voor de akte, in totaal 5 Carolus gulden en 10 stuivers. Er staat ook dat Hendrik Priems bij Aantje Verbiessen in t Craanven woont. De relatie met de akte ontgaat me. Dat geldt ook voor scanpagina 132: dat 15 december 1755 op een maandag valt (wat trouwens klopt). Transcryptie: --------------- Van scanpagina’s 130, 133, 134 en 135: Compareerde voor ons Bernardus Oerlemans Drossaart, en Adriaan de Bruyn, Scheepen deezer Grond Heerlijkheit Venloon Adriaan Oerlemans, Leendert Oerlemans, Jan Goyertze van Lier, als in Huwelijk hebbende Jenneke Oerlemans, en Jacobus Haansbergen, als in Huwelijk hebbende Angeneeske Oerlemans, dewelke verklaarde met elkanderen te hebben aangegaan deeze nvaolgende Scheijdingen en Deelingen. Als Eerstelijk werd den voornoemden Adriaan Oerlemans aanbedeelt en zal in vollen eijgendom hebben, Een perceel zayland, groot omtrent een half hond, gelegen alhier op ’t Craanven, belent ten oosten Willemijn Borsten, west den laasten bedeelden, zuyden Jan van Duppen, en Noorden Anneke Visser. Item een perceel zayand gelegen als voor, groot omtrent een en een half hond, belent oost Adriaan Bastert, west en noorden Mijnes Dominicus, zuyden Maria Visser. Item een perceel zayland gelegen als voor groot omtrent vijf vierendeel honds, belent oost Mijnes Dominicus, west Wouter Bastert, zuyden den laasten bedeelden, en Noorden Adriaan Bastert. Item een perceel weijland met houdt, gelegen als voor groot omtrent een half hond, belent oost Adriaan Bastert, west Wouter Bastert, zuyden Adriaan Bastert, en Noorden den laasten bedeelden. Item een perceel weijland, gelgen als voor groot omtrent een hond, belent oost Cornelis Oerlemans, west Juffrouw van de Ven, zuyden Peter Kouwenberg, en Noord den laasten bedeelden. Iem een perceel heijde, gelegen int Moer, groot omtrent een hond, belent oost den laasten bedeelden, west . . . <opengelaten> zuyden Peter Kouwenberg, en Noord . . . <opengelaten> En laastelijk een perceel heijde, gelegen als voor, groot omtrent een hond, belent oost Wouter Bastert, west den laasten bedeelden, Noord de gemeijnte wijden. En is meede aanbedeelt deb tweeden comparant Leendert Oerlemans, en zal in vollen eijgendom bezitten: Een half huys ten oosten, en erve, staande ende gelgen acher in ’t Loonse Moer met zijn aanpant de Steeg gelegen ten zuyden en Noorden van t gemelde Huys, belent oost Paulus van Gorkum, west Peter Hamers, zuyden de Straat, en Noorden de Baan Item een perceel zay- en weijland groot omtrent twee en een half hond, gelegen alsvoor, belent oost het kind van Engelbert Wezenbeek, west Peter Hamers, zuyden Adriaan Hamers, en Noorden Nicolaas Hamers. Item een perceel zayland en heijde, gelegen, en groot als voor, belent oost Paulus van Gorcum, zuyden het weeskind van Engelbert Wezenbeek, west Peter Hamers, en Noorden het weestkind van Engelbert Weezenbeek. En is verders aan den derden comparant Jan Goyertze van Lier, aanbedeelt, en zal in vollen eijgendom bezitten Een half huys en erve ten westen, staande en gelegen als voorschreven staat, onder de wederhelft van ’t halve huys van Leendert Oerlemans, belent als daar bij verders staat uytgedrukt, Met een perceel weijland daar aan gelegen, groot omtrent een hondt. Item een perceel zayland. gelgen als voor groot omtent vier honten, belent oost Paulus van Gorkum, west Peter Hamers, zuyden Adriaan hamers, en Noorden denzelven. En laastelijk een perceeltie heijland, gelgen alsvoor met den tweeden bedeelten Jacobus Haansbergen, zijnde den laasten comparant, aanbedeelt en zal in vollen eijgendom hebben en bezitten Een huys, stal en hof, staande ende gelegen alhier op ’t Craanven, belent oost een waterlaat, west Ariaan Bastert, zuyden Peter Kouwenberg, en noorden de Straat Item een perceel zayland, gelegen als voor, belent oost den eeesten bedeelden, west Peter Kouwenberg zuyden Jan van Duppen en noorden Anneke Visser. Item een perceel zayland gelegen als voor groot omtrent vijf vierendeel houds, belent oost Mijnes Dominicus, west Wouter Bastert, zuyden Maria Visser, en Noord den Eersten bedeelden. Item een perceel weijland en hout, gelegen als voor, groot omtrent een half hond, belent oost Wouter Bastert, west de heijde, zuyden den eersten bedeelden, en Noorden Adriaan Bastert. Item een perceel zayland, gelgen als voor, groot een half hond, belent oost Adriaan Bastert, west en Noorden Wouter Bastert, en zuyden de Straat. Item een perceel weijland, gelgen als voor, groot omrent een hond, belent oost en zuyden Juffrouw van de Ven, west Willemijn Borsten, en Noorden Peter van der Ven. Item een perceel heijde, gelegen alhier in t Moer, groot omtrent een half hond, belent oost den eersten bedeelden, west Melis Dominicus, zuyden . . . <opengelaten>, en Noorden de gemeijnten. Item een perceel heijde gelegen als voor, groot omtrent een hond, belent oost . . . <opengelaten>, west den Eersten bedeelden, zuyden Peter Kouwenberg, en Noorden . . . . . <opengelaten>. En Laastelijk een perceel heijde, gelegen op t Craanven, groot omtrent een hond, belent oost Anneke Visser, west Cornelis Oerlemans, zuyden . . . . <opengelaten>, en Noorden Adriaan Bastert. Aldus tussen de voornoemde comparanten in voegen voorschreven gescheijden ende gedeelt, belovende elkanderen over geen anderen of nadere deelingen, moeyelijk te zullen vallen, maar ieder zijn aanbedeelde zuserlijk en vreedelijk t zullen laeten behouden en bezitten, cedeerende overzulx elk zijn regt, actie en aandeel, als een ieder van hun daar in is competeerende, belovende overzulx deeze ten allen tijden te zullen houden, en doen houden voor goed ende van waarden, onder verband als na regten. Aldus gedaan en gepasseert beinnen deeze Heerlijkheit Venloon, den derden Juny zeventien hondert Een en Sestigh. Dit + stelt Adriaan Oerlemans, verklaart niet te konnen schrijven. Dit + stelt Leendert Oerlemans, verklaart niet te konnen schrijven. Dit + stelt Jan Goyertze van Lier, verklaart niet te konnen schrijven. Jacobus Haansbergen B. Oerlemans, drossaard. Adriaan de Bruyn. mij present H. Tusselman, secretaris. Transcryptie van scan 131: -------------------------------- Drossaart 1:10:0 Scheepenen 1:10:0 Secretaris 2:10:0 <totaal> 5:10:0 Hendrik Priems woonachtig op t Craanven woont bij Aantje Verbiessen. Transcryptie van scan 132: -------------------------------- Mijn Heere volgens de tafel van de Sondagse letter blijckt claer als dat in den jaere 1755 den 15 december is gevalle op maendag. |
[bron: Loon op Zand RA Inv. 101 f. 107 t/m 109v - scan 130 t/m 135] |
30-10-1771 | Samenvatting: Adriaan Van Gorkom, omtrent 25 jaar, Teuntje van Gorkom, omtrent 20 jaar, Leendert Oerlemans, omtrent 55 jaar, Willem Oerlemans, zijn zoon, omtrent 15 jaar, wonend in ’t Moer, leggen voor drossaard Bernardus Oerlemans een verklaring af. Adriaan van Gorkom, woont in bij zijn moeder Geertruy in de Weij, weduwe van Paulus van Gorkom. Hij ging in de nacht van 28 op 29 september 1771 zijn paard inspannen om toemaat te halen, samen met Leendert en Willem Oerlemans. Toen Adriaan terugkwam om 3 uur in de nacht, hoorde hij geluid in huis, waar zijn moeder en zus nog te bed lagen, en vroeg: Wie is daar? Uit het antwoord "Ik" , hoorde hij dat het Martinus Nette was. Als Martinus probeert het huis te verlaten, houdt Adriaan hem tegen, en ziet dat Martinus de mantel van zijn moeder, die bij haar bed op de stoel lag, om heeft. In presentie van Leendert en Willem geeft Martinus de mantel terug. Daarna maakt hij zijn zus (=Teuntje) wakker en zegt de deuren rondom het huis goed te sluiten. Toen Adriaan van het erf afreed en 2 huizen verder was, een slag met een stok heeft gekregen en in de kar viel. Waarna zijn zus riep: "Adriaan, Adriaan, er zijn er zo veel", en hij paard en kar heeft verlaten en terug het huis in is gegaan om te kijken of er personen in huis waren. Dat was niet zo, maar rondom het huis waren verscheidene personen, welke sterk waren slaande naar hem, waarna hij gevlucht is. Hij herkende Tomas Nette, Barbera Criool (?), huisvrouw van Tomas Nette, zijnde de vader en moeder van Martinus Nette. Zijn zus, en Leendert en Willem leggen ook hun verklaring af. Zo houdt Willem Martinus vast bij het verlaten van het huis, welke de mantel aan heeft. Toelichting: Leendert zou omtrent 55 jaar zijn. Vanuit 1771 gerekend zou hij rond 1716, 1717 geboren zijn. Dat sluit redelijk aan op de doop in 1718, en hij zou dan 53 jaar zijn. Geen groot verschil, gezien het gegeven, dat leeftijd geen grote rol speelde, vergeleken bij deze tijd. Willem zou 15 jaar zijn. Gerekend vanaf 15 september 1750 kom je op 21 jaar. Dat is best een verschil. Van de familie Nette heb ik gevonden: Tomas Wouterse Netten trouwt op 16 februari 1741 met Berber Martese Briool (Loon op Zand, trouwboek N.G. inv. 13, akte 59). Op 26 april 1744 dopen Tomas Net en Barbara Briool hun zoon Martinus. (Loon op Zand, rk doopboek, inv 7, blad 66). Die zal dan 27 jaar geweest zijn. |
[bron: Loon op Zand Schepenbank inv 105 scan 153 t/m 156] |
24-11-1777 | Leendert Oerlemans is schuldig 450 gulden aan Wouter Olieviers | [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 122 Register van ongeroyeerde verbanden of schepengeloften binnen Venloon - scan 30] |
21-04-1778 | Arie van Lier en Leendert Oerlemans als voogden van de minderjarige kinderen van wijlen Jan Goyartse van Lier. Op 20 april 1778 is de staat en inventaris opgemaakt. O.a. een half huis met een hond weiland eromheen, gelegen in ’t Moer, oost Leendert Oerlemans, ook daar een zaailand van 4 honden en een weiland van 2 hond, en 2 heibodems, waarvan de grootte niet bekend is. De inboedel is beschreven, o.a. een eiken bed met 2 dekens, 4 paar slaaplakens, een linde bed, 2 linden sakken, een kast, een kist, een toog, een ijzeren pot, een moespot, 2 koperen handketels, een koperen seijgschotel (?), een emmer, 3 tinnen schotels, ..., een waskuip, een spinnenwiel. Meerderjarige zoon Goyert van Lier bevestigt de inventaris als oprecht gemaakt. Toelichting: ------------- Leendert Oerlemans is de broer van hun moeder Jenneke Oerlemans, dus hun oom. Arie van Lier is de broer van hun overleden vader Jan Goyerts van Lier, dus ook hun oom. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank Voogdijrekeningen 1751-1796 inv 2865] |
![]() |
120 Oerlemans Geerdina, overleden op 31 maart 1768, kind van Leendert Oerlemans - Loon op Zand - Inv 38 Lijst van begravenen 1757-1783 Blad 28 |
![]() |
121 Oerlemans Maria, rk gedoopt op 28 sept. 1749, dochter van Leonardus Oerlemans en Anna Hamers - Loon op Zand - Inv. 7 Doop- en trouwboek 1731-1760 - blad 87v |
![]() |
122 Oerlemans Wilhelmus, rk gedoopt op 15 sept. 1750, zoon van Leonardus Oerlemans en Anna Hamers - Loon op Zand - Inv. 7 Doop- en trouwboek 1731-1760 - blad 92 |
30-10-1771 | Samenvatting: Adriaan Van Gorkom, omtrent 25 jaar, Teuntje van Gorkom, omtrent 20 jaar, Leendert Oerlemans, omtrent 55 jaar, Willem Oerlemans, zijn zoon, omtrent 15 jaar, wonend in ’t Moer, leggen voor drossaard Bernardus Oerlemans een verklaring af. Adriaan van Gorkom, woont in bij zijn moeder Geertruy in de Weij, weduwe van Paulus van Gorkom. Hij ging in de nacht van 28 op 29 september 1771 zijn paard inspannen om toemaat te halen, samen met Leendert en Willem Oerlemans. Toen Adriaan terugkwam om 3 uur in de nacht, hoorde hij geluid in huis, waar zijn moeder en zus nog te bed lagen, en vroeg: Wie is daar? Uit het antwoord "Ik" , hoorde hij dat het Martinus Nette was. Als Martinus probeert het huis te verlaten, houdt Adriaan hem tegen, en ziet dat Martinus de mantel van zijn moeder, die bij haar bed op de stoel lag, om heeft. In presentie van Leendert en Willem geeft Martinus de mantel terug. Daarna maakt hij zijn zus (=Teuntje) wakker en zegt de deuren rondom het huis goed te sluiten. Toen Adriaan van het erf afreed en 2 huizen verder was, een slag met een stok heeft gekregen en in de kar viel. Waarna zijn zus riep: "Adriaan, Adriaan, er zijn er zo veel", en hij paard en kar heeft verlaten en terug het huis in is gegaan om te kijken of er personen in huis waren. Dat was niet zo, maar rondom het huis waren verscheidene personen, welke sterk waren slaande naar hem, waarna hij gevlucht is. Hij herkende Tomas Nette, Barbera Criool (?), huisvrouw van Tomas Nette, zijnde de vader en moeder van Martinus Nette. Zijn zus, en Leendert en Willem leggen ook hun verklaring af. Zo houdt Willem Martinus vast bij het verlaten van het huis, welke de mantel aan heeft. Toelichting: Leendert zou omtrent 55 jaar zijn. Vanuit 1771 gerekend zou hij rond 1716, 1717 geboren zijn. Dat sluit redelijk aan op de doop in 1718, en hij zou dan 53 jaar zijn. Geen groot verschil, gezien het gegeven, dat leeftijd geen grote rol speelde, vergeleken bij deze tijd. Willem zou 15 jaar zijn. Gerekend vanaf 15 september 1750 kom je op 21 jaar. Dat is best een verschil. Van de familie Nette heb ik gevonden: Tomas Wouterse Netten trouwt op 16 februari 1741 met Berber Martese Briool (Loon op Zand, trouwboek N.G. inv. 13, akte 59). Op 26 april 1744 dopen Tomas Net en Barbara Briool hun zoon Martinus. (Loon op Zand, rk doopboek, inv 7, blad 66). Die zal dan 27 jaar geweest zijn. |
[bron: Loon op Zand Schepenbank inv 105 scan 153 t/m 156] |
![]() |
123 Oerlemans Maria, rk gedoopt op 19 jan. 1752, dochter van Leonardus Oerlemans en Anna Hamers - Loon op Zand - Inv. 7 Doop- en trouwboek 1731-1760 - blad 97v |
![]() |
124 Oerlemans Henricus, rk gedoopt op 4 juni 1755, zoon van Leonardus Oerlemans en Anna Hamers - Loon op Zand - Inv. 7 Doop- en trouwboek 1731-1760 - blad 114 |
![]() |
128 Oerlemans Antonius, rk gedoopt op 17 jan. 1761, zoon van Leonardus Oerlemans en Anna Hamers - Loon op Zand - Inv. 8 Doop-en trouwboek 1760-1795 - blad 3 |
![]() |
129 Oerlemans Cornelius, rk gedoopt op 23 febr. 1763, zoon van Leonardus Oerlemans en Anna Hamers - Loon op Zand - Inv. 8 Doop-en trouwboek 1760-1795 -blad 15 |
![]() |
130 Oerlemans Adriana, rk gedoopt op 20 aug. 1764, dochter van Leonardus Oerlemans en Anna Hamers - Loon op Zand - Inv. 8 Doop-en trouwboek 1760-1795 - blad 23 |
![]() |
131 Oerlemans Waltera, rk gedoopt op 28 jan. 1767, dochter van Leonardus Oerlemans en Anna Haemers - Loon op Zand - Inv. 8 Doop-en trouwboek 1760-1795 - blad 36v |
![]() |
132 Oerlemans Waltera, rk gedoopt op 4 april 1769, dochter van Leonardus Oerlemans en Anna Haemers - Loon op Zand - Inv. 8 Doop-en trouwboek 1760-1795 - blad 50 |
![]() |
133 Oerlemans Joanna, rk gedoopt op 17 jan. 1772, dochter van Leonardus Oerlemans en Anna Haemers - Loon op Zand - Inv. 8 Doop-en trouwboek 1760-1795 - blad 66 |
09-05-1718 | Samenvatting: ---------------- Cornelis Leendertsen Oerlemans, Peter Adriaensse van Gurcum, gehuwd met Angneta Leendertsen Oerlemans, en Peter Ariensse Bastert, gehuwd met Hendrina Leendertse Oerlemans, kinderen van Leendert Janssen Oerlemans en Anneke van Esch, maken een boedelscheiding. Toelichting: ------------- Jan Leendert Oerlemans is niet genoemd in deze akte. Hij zal voor die tijd overleden zijn. Transcryptie: --------------- Compareerden Cornelis Leendertsen Oerlemans, Peter Adriaensse van Gurcum als in huwder hebbende Angneta Leendertsen Oerlemans, ende Peter Ariensse Bastert, als in huwder hebbende Hendrina Leendertse Oerlemans, alle kinderen ende erfgenamen van Leendert Janssen Oerlemans ende Anneke van Esch, in haer leven echteluyden, ende hebben onder den anderen aengegaen den erfscheijding ende deelingh van alle soodanige erfgoederen als de voorschreven hare ouders met de doot ontruymt ende achtergelaten hebben. Als eersteer is Cornelis Leendertsen Oerlemans bij blinde lote ten deel gevallen het oostelijke gedeelte van t huys tot den Middelweeght ende den stijl daer inbegrepen, staende alhier op t Craenven. Item het oostelijke. gedeelte van den hof, so als die nu afgepaelt is. Item de westenzijde van t hoogh met den verloren kost. Item noch den zijn. den kant van den grooten acker. Noch het westelijke gedeelte van het waeijke. Item noch den acker, genaemt de Korte Vooren, Als mede noch het waeijke op de loop. Item noch het zuijdelijk gedeelte in t perceel, genaemt den Bergh. Noch het oostelijk gedeelte van den heij bodem ende Noch eenen heijbodem gelegen in persoons. Vorder is Peter Adriaense van Gurcum, nomine uxoris (= in naam van de echtgenote), bedeelt ende sal in vollen eijgendom blijven besitten de helft van de hoeve met de landerijen gelegen alhier op de Efterling, soo als den voorschreven haren vader seselve uyt den boedel van sijne vrouwen ouder te deele is bevallen ende gelijk die nu bij den bedeelden wort bewoont, waer toe om kortheijts wille wert gerefereert. Vorders is PeterAriense Bastert nomine uxoris bij blinde lote bedeelt en sal in vollen eijgendom blijven besitten en behouden het westelijk gedeelte van voorschreven huys tot den Middelweeght toe met het westelijk gedeelte van den hof, staende alhier op t Craenven. Item de oostenzijde van den Hoogen Acker ende de noordenzijde van den Grooten Acker, als mede de oostenzijde van het waeyke ende het lant, genaemt De Achterstewaey ende de noordenkant van den Bergh het westeneijndt van den bodem, gelegen in t Moer. Item noch twee kleijne heijbodemkens, het eene teijnde de Moerstraet ende het ander bij den Kraenvensen Bergh. Vorders is bij de condividenten (=deelgenoten) geconditioneert ende besproken dat ider sijne aenbedeelde goederen nu sullen aenvaerden met soodanige lasten ende servituten (= rechten, zoals van overpad) waermede deselve belast sijn ende dat alle achterstaende lasten uit den gelijcken boedel sullen bijbetaelt worden tot Juli aenstaende 1719 ende het gedeelde te houden ende doen houden voor goet vastbondigh ende van waerde onder verbant als naer rechten. Actum den negenden meij 1718. <ondertekend> mij present Gijs Verwiel Lambert Nouwen A. Hoven 1718 |
[bron: Loon op Zand RA Inv. 89 f 232v-233 scan 242] | ||
20-02-1729 | Cornelis Leendert Oerlemans en Peeter Ariens Bastert, geh.m. Hendrien Leendert Oerlemans, sluiten een overeenkomst met Peter Adr. van Gorcum, wed.v. Agnees Leendert Oerlemans. Cornelis en Peeter dragen over aan de weduwnaar alle hafelijke en meubele goederen, die Agnees van hun vader Leendert Oerlemans zijn aanbestorven. De vaste goederen blijven in eigendom van Cornelis en Peeter. |
[bron: Loon op Zand Schepenbank inv 90 f 240v] | ||
29-03-1729 | Gelden van Esch, Joost Huijberts Vermutsert, als vader van zijn kinderen, ook voor het deel van Larens Hendrick Snoeren, Cornelis Leendertsen Oerlemans en Peeter Arienssen Bastert, geh.m. Henderien Leendertsen Oerlemans, allen erfgenamen van Jenneken van Esch, wed. Peeter Geeritsse van der Schoot, overleden te Tilburg, sluiten een overeenkomst met Cornelis van der Schoot, wonende te Tilburg, Elisabeth van der Schoot, wed.v. Glaudi de Roos, ook voor haar twee afwezige broers Peeter en Peeter van der Schoot, en Peeter Bouwens, als voogd van de kinderen van Geerit van der Schoot en Cornelia Bouwens, kinderen van Peeter Geeritsse van der Schoot. Er was een geschil ontstaan over de nalatenschap van Jenneken van Esch, haar broer Arien van Esch en haar man Peeter van der Schoot. |
[bron: Loon op Zand Schepenbank inv 90 f 243v] | ||
31-01-1730 | Gelden van Esch, Joost Huijberts Vermutsert, als vader van zijn kinderen, ook voor het deel van Larens Hendrick Snoeren, Cornelis Leendertsen Oerlemans en Peeter Arissen Bastert, geh.m. Henderien Leendert Oerlemans, allen erfgenamen van Jenneken van Esch, wed. Peeter Geeritse van der Schoot, overleden te Tilburg, sluiten een overeenkomst met Elisabeth van der Schoot, wed.v. Glaudi de Roos, Peeter en Peeter van der Schoot, genoemde Peeter van der Schoot jr. en Wouter Nouwens als voogden van de kinderen van Cornelis van der Schoot en Maria Nouwens, en genoemde Peeter van der Schoot en Peeter Bouwens, als voogd van de kinderen van Geerit van der Schoot en Cornelia Bouwens, kinderen van Peeter Geeritsse van der Schoot. Toelichting: ------------- Broer Jan en zus Neeske zijn niet genoemd in de akte. Jan en Neeske zijn al eerder overleden. in de overeenkomst met de weduwnaar van Neeske is bepaald dat de vaste goederen niet overgaan naar de weduwnaar, wel de hafelijke ende meubele goederen. Misschien vind ik nog een dergelijke overeenkomst t.a.v. broer, mocht die getrouwd zijn en kinderen hebben. |
[bron: Loon op Zand Schepenbank inv 91 f3v] | ||
07-11-1736 | Henderik Haamers, ook voor zijn zuster Teuntje Hamers, Peeter Hamers, Willemijn Hamers, wed.v. Cornelis Leendersz Oerlemans, en Jasper van Vught als voogd van het kind van Adriaan Haamers en Eeltje Cornelis van Gorkum, ook voor Maria Adriaansz Hamers, maken en boedelscheiding van de goederen van hun moeder en grootmoeder Jenneke Peetersz Prims. |
[bron: Loon op Zand Schepenbank inv 94 f 34v] | ||
01-03-1749 | Peter Adriaan Hamers, Claasina Sup, wed.v. Hendrik Adriaan Hamers, en Adriaan Oerlemans, als gelastigde van zijn moeder Willemijn Adriaan Hamers, wed.v. Cornelis Oerlemans, maken een boedelscheiding van de goederen van hun zuster Theuntie Adriaan Hamers. | [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 97 f 155v] | ||
03-06-1761 | Samenvatting: ---------------- Adriaan Oerlemans, Leendert Oerlemans, Jan Goijertze van Lier, getrouwd met Jenneke Oerlemans, en Jacobus Haansbergen, getrouwd met Angeneeske Oerlemans, maken een deling en scheiding. Adriaan krijgt bedeeld: * in ’t Kraanven 3 stukken zaailand en 2 stukken weiland * in ’t Moer: 2 stukken heide Leendert krijgt: * Achter in t Loonse Moer een half huis ten oosten en erve, met zijn aanpand de Steeg ten zuiden en ten noorden’zuid de Straat, noord de Baan. * Ook daar een perceel zaai- en weiland, een perceel zaailand en heide Jan Goyertze van Lier, voor Jenneke: * een half huys en erve ten westen, de wederhelft van het half huys van Leendert * Ook daar een zaailand en een perceeltje heide Jacobus Haansbergen, voor Angeneeske: * Huys, stal en hof op t Craanven, noorden de Straat * Ook daar 3 percelen zaailand, 1 perceel weiland en hout, en 1 weiland, en 1 stuk hei * In t Moer een peceel hei. Toelichting: ------------- De ouders zijn niet met name genoemd. Het gaat om Cornelius Leenders Oerlemans en Wilhelma Adriaan Peeter van Esch. Adriaan is 45 jaar, Leendert 42, Angeneeske 39 en Jenneke 32. Ze verdelen een huis, stal en hof in het Kraanven, een huis achter in t Moer, meerder percelen zaaland, weiland en heide, gelegen in ’t Kraanven en in ’t Moer. Als aanduidingen zijn genoemd de Straat, de Baan en de Steeg. Als maat is de hond gebruikt. Die was 100 roeden, 1/6 morgen. Een Rijnlandse hond was 0,14 hectare (Wikipedia). Zo krijgt Adriaan in totaal 7 1/4 hond ofel 1 hectare, verdeeld over 7 stukjes grond. Gemiddeld is elk perceel dan 32 bij 32 meter. Als drossaard is Bernardus Oerlemans aanwezig. is hij familie? Hij stamt af van de tak uit Sprang, en is niet direct familie.Die tak komt van voor 1500 uit Loon op Zand. Mogelijk is daar nog een verbinding te vinden. Bijgevoegd is op scanpagina 131 een nota voor de akte, in totaal 5 Carolus gulden en 10 stuivers. Er staat ook dat Hendrik Priems bij Aantje Verbiessen in t Craanven woont. De relatie met de akte ontgaat me. Dat geldt ook voor scanpagina 132: dat 15 december 1755 op een maandag valt (wat trouwens klopt). Transcryptie: --------------- Van scanpagina’s 130, 133, 134 en 135: Compareerde voor ons Bernardus Oerlemans Drossaart, en Adriaan de Bruyn, Scheepen deezer Grond Heerlijkheit Venloon Adriaan Oerlemans, Leendert Oerlemans, Jan Goyertze van Lier, als in Huwelijk hebbende Jenneke Oerlemans, en Jacobus Haansbergen, als in Huwelijk hebbende Angeneeske Oerlemans, dewelke verklaarde met elkanderen te hebben aangegaan deeze nvaolgende Scheijdingen en Deelingen. Als Eerstelijk werd den voornoemden Adriaan Oerlemans aanbedeelt en zal in vollen eijgendom hebben, Een perceel zayland, groot omtrent een half hond, gelegen alhier op ’t Craanven, belent ten oosten Willemijn Borsten, west den laasten bedeelden, zuyden Jan van Duppen, en Noorden Anneke Visser. Item een perceel zayand gelegen als voor, groot omtrent een en een half hond, belent oost Adriaan Bastert, west en noorden Mijnes Dominicus, zuyden Maria Visser. Item een perceel zayland gelegen als voor groot omtrent vijf vierendeel honds, belent oost Mijnes Dominicus, west Wouter Bastert, zuyden den laasten bedeelden, en Noorden Adriaan Bastert. Item een perceel weijland met houdt, gelegen als voor groot omtrent een half hond, belent oost Adriaan Bastert, west Wouter Bastert, zuyden Adriaan Bastert, en Noorden den laasten bedeelden. Item een perceel weijland, gelgen als voor groot omtrent een hond, belent oost Cornelis Oerlemans, west Juffrouw van de Ven, zuyden Peter Kouwenberg, en Noord den laasten bedeelden. Iem een perceel heijde, gelegen int Moer, groot omtrent een hond, belent oost den laasten bedeelden, west . . . <opengelaten> zuyden Peter Kouwenberg, en Noord . . . <opengelaten> En laastelijk een perceel heijde, gelegen als voor, groot omtrent een hond, belent oost Wouter Bastert, west den laasten bedeelden, Noord de gemeijnte wijden. En is meede aanbedeelt deb tweeden comparant Leendert Oerlemans, en zal in vollen eijgendom bezitten: Een half huys ten oosten, en erve, staande ende gelgen acher in ’t Loonse Moer met zijn aanpant de Steeg gelegen ten zuyden en Noorden van t gemelde Huys, belent oost Paulus van Gorkum, west Peter Hamers, zuyden de Straat, en Noorden de Baan Item een perceel zay- en weijland groot omtrent twee en een half hond, gelegen alsvoor, belent oost het kind van Engelbert Wezenbeek, west Peter Hamers, zuyden Adriaan Hamers, en Noorden Nicolaas Hamers. Item een perceel zayland en heijde, gelegen, en groot als voor, belent oost Paulus van Gorcum, zuyden het weeskind van Engelbert Wezenbeek, west Peter Hamers, en Noorden het weestkind van Engelbert Weezenbeek. En is verders aan den derden comparant Jan Goyertze van Lier, aanbedeelt, en zal in vollen eijgendom bezitten Een half huys en erve ten westen, staande en gelegen als voorschreven staat, onder de wederhelft van ’t halve huys van Leendert Oerlemans, belent als daar bij verders staat uytgedrukt, Met een perceel weijland daar aan gelegen, groot omtrent een hondt. Item een perceel zayland. gelgen als voor groot omtent vier honten, belent oost Paulus van Gorkum, west Peter Hamers, zuyden Adriaan hamers, en Noorden denzelven. En laastelijk een perceeltie heijland, gelgen alsvoor met den tweeden bedeelten Jacobus Haansbergen, zijnde den laasten comparant, aanbedeelt en zal in vollen eijgendom hebben en bezitten Een huys, stal en hof, staande ende gelegen alhier op ’t Craanven, belent oost een waterlaat, west Ariaan Bastert, zuyden Peter Kouwenberg, en noorden de Straat Item een perceel zayland, gelegen als voor, belent oost den eeesten bedeelden, west Peter Kouwenberg zuyden Jan van Duppen en noorden Anneke Visser. Item een perceel zayland gelegen als voor groot omtrent vijf vierendeel houds, belent oost Mijnes Dominicus, west Wouter Bastert, zuyden Maria Visser, en Noord den Eersten bedeelden. Item een perceel weijland en hout, gelegen als voor, groot omtrent een half hond, belent oost Wouter Bastert, west de heijde, zuyden den eersten bedeelden, en Noorden Adriaan Bastert. Item een perceel zayland, gelgen als voor, groot een half hond, belent oost Adriaan Bastert, west en Noorden Wouter Bastert, en zuyden de Straat. Item een perceel weijland, gelgen als voor, groot omrent een hond, belent oost en zuyden Juffrouw van de Ven, west Willemijn Borsten, en Noorden Peter van der Ven. Item een perceel heijde, gelegen alhier in t Moer, groot omtrent een half hond, belent oost den eersten bedeelden, west Melis Dominicus, zuyden . . . <opengelaten>, en Noorden de gemeijnten. Item een perceel heijde gelegen als voor, groot omtrent een hond, belent oost . . . <opengelaten>, west den Eersten bedeelden, zuyden Peter Kouwenberg, en Noorden . . . . . <opengelaten>. En Laastelijk een perceel heijde, gelegen op t Craanven, groot omtrent een hond, belent oost Anneke Visser, west Cornelis Oerlemans, zuyden . . . . <opengelaten>, en Noorden Adriaan Bastert. Aldus tussen de voornoemde comparanten in voegen voorschreven gescheijden ende gedeelt, belovende elkanderen over geen anderen of nadere deelingen, moeyelijk te zullen vallen, maar ieder zijn aanbedeelde zuserlijk en vreedelijk t zullen laeten behouden en bezitten, cedeerende overzulx elk zijn regt, actie en aandeel, als een ieder van hun daar in is competeerende, belovende overzulx deeze ten allen tijden te zullen houden, en doen houden voor goed ende van waarden, onder verband als na regten. Aldus gedaan en gepasseert beinnen deeze Heerlijkheit Venloon, den derden Juny zeventien hondert Een en Sestigh. Dit + stelt Adriaan Oerlemans, verklaart niet te konnen schrijven. Dit + stelt Leendert Oerlemans, verklaart niet te konnen schrijven. Dit + stelt Jan Goyertze van Lier, verklaart niet te konnen schrijven. Jacobus Haansbergen B. Oerlemans, drossaard. Adriaan de Bruyn. mij present H. Tusselman, secretaris. Transcryptie van scan 131: -------------------------------- Drossaart 1:10:0 Scheepenen 1:10:0 Secretaris 2:10:0 <totaal> 5:10:0 Hendrik Priems woonachtig op t Craanven woont bij Aantje Verbiessen. Transcryptie van scan 132: -------------------------------- Mijn Heere volgens de tafel van de Sondagse letter blijckt claer als dat in den jaere 1755 den 15 december is gevalle op maendag. |
[bron: Loon op Zand RA Inv. 101 f. 107 t/m 109v - scan 130 t/m 135] |
van 1675 tot 1725 | Samenvatting: ---------------- Jan Gerit Claessen de oude van Heijliger Jansse Oerlemans 1/3 part uit een stede met land e akker, groot 16 loopensaet, 18 roeden 3 Pond 11 Stuivers 12 Penningen Cornelis (zijn naam is er voorgezet) Leendert Jansse Oerlemans 1/3 part als den selven van Geerit Cornelis Corstiaenssen 2 Pond 13 Stuivers 3 Penningen Peeter Adriaen Bastert van Leendert Jansse Oerlemans en Geerit Cornelis Corstiaenssen lant noch van de erfgenamen Geerit Cornelis Corstiaensen nieuw lant 2 Pond 13 Stuivers 3 Penningen De weduwe van Cornelis Jansse Oerlemans 1/3 part als noch van de weduwe Peeter Geeritse Couwenlaer lant van de weduwe Corstiaen Jan Borsten 5 Pond 2 Stuivers 2 Penningen De weduwe Peter Cornelis Oerlemans van haar ouders oud en nieuw lant en noch van de weduwe van Cornelis Jansse Oerlemans voor 1/2 3 Pond 15 Stuivers 9 Penningen Toelichting: ------------ Een ordinair verpondingenboek werd voor langere tijd gebruikt, De waarden bleven gelijk. Voor een precieze tijdbepaling dus niet echt geschikt. Ik heb vanuit de omschrijving in het archief: Eind 17e eeuw - Begin 18e eeuw dit vertaald naar 1675-1725. |
[bron: Loon op Zand - Dorpsbestuur Inv. 797 f. 51v] |
07-11-1736 | Henderik Haamers, ook voor zijn zuster Teuntje Hamers, Peeter Hamers, Willemijn Hamers, wed.v. Cornelis Leendersz Oerlemans, en Jasper van Vught als voogd van het kind van Adriaan Haamers en Eeltje Cornelis van Gorkum, ook voor Maria Adriaansz Hamers, maken en boedelscheiding van de goederen van hun moeder en grootmoeder Jenneke Peetersz Prims. |
[bron: Loon op Zand Schepenbank inv 94 f 34v] | ||
01-03-1749 | Peter Adriaan Hamers, Claasina Sup, wed.v. Hendrik Adriaan Hamers, en Adriaan Oerlemans, als gelastigde van zijn moeder Willemijn Adriaan Hamers, wed.v. Cornelis Oerlemans, maken een boedelscheiding van de goederen van hun zuster Theuntie Adriaan Hamers. | [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 97 f 155v] | ||
03-06-1761 | Samenvatting: ---------------- Adriaan Oerlemans, Leendert Oerlemans, Jan Goijertze van Lier, getrouwd met Jenneke Oerlemans, en Jacobus Haansbergen, getrouwd met Angeneeske Oerlemans, maken een deling en scheiding. Adriaan krijgt bedeeld: * in ’t Kraanven 3 stukken zaailand en 2 stukken weiland * in ’t Moer: 2 stukken heide Leendert krijgt: * Achter in t Loonse Moer een half huis ten oosten en erve, met zijn aanpand de Steeg ten zuiden en ten noorden’zuid de Straat, noord de Baan. * Ook daar een perceel zaai- en weiland, een perceel zaailand en heide Jan Goyertze van Lier, voor Jenneke: * een half huys en erve ten westen, de wederhelft van het half huys van Leendert * Ook daar een zaailand en een perceeltje heide Jacobus Haansbergen, voor Angeneeske: * Huys, stal en hof op t Craanven, noorden de Straat * Ook daar 3 percelen zaailand, 1 perceel weiland en hout, en 1 weiland, en 1 stuk hei * In t Moer een peceel hei. Toelichting: ------------- De ouders zijn niet met name genoemd. Het gaat om Cornelius Leenders Oerlemans en Wilhelma Adriaan Peeter van Esch. Adriaan is 45 jaar, Leendert 42, Angeneeske 39 en Jenneke 32. Ze verdelen een huis, stal en hof in het Kraanven, een huis achter in t Moer, meerder percelen zaaland, weiland en heide, gelegen in ’t Kraanven en in ’t Moer. Als aanduidingen zijn genoemd de Straat, de Baan en de Steeg. Als maat is de hond gebruikt. Die was 100 roeden, 1/6 morgen. Een Rijnlandse hond was 0,14 hectare (Wikipedia). Zo krijgt Adriaan in totaal 7 1/4 hond ofel 1 hectare, verdeeld over 7 stukjes grond. Gemiddeld is elk perceel dan 32 bij 32 meter. Als drossaard is Bernardus Oerlemans aanwezig. is hij familie? Hij stamt af van de tak uit Sprang, en is niet direct familie.Die tak komt van voor 1500 uit Loon op Zand. Mogelijk is daar nog een verbinding te vinden. Bijgevoegd is op scanpagina 131 een nota voor de akte, in totaal 5 Carolus gulden en 10 stuivers. Er staat ook dat Hendrik Priems bij Aantje Verbiessen in t Craanven woont. De relatie met de akte ontgaat me. Dat geldt ook voor scanpagina 132: dat 15 december 1755 op een maandag valt (wat trouwens klopt). Transcryptie: --------------- Van scanpagina’s 130, 133, 134 en 135: Compareerde voor ons Bernardus Oerlemans Drossaart, en Adriaan de Bruyn, Scheepen deezer Grond Heerlijkheit Venloon Adriaan Oerlemans, Leendert Oerlemans, Jan Goyertze van Lier, als in Huwelijk hebbende Jenneke Oerlemans, en Jacobus Haansbergen, als in Huwelijk hebbende Angeneeske Oerlemans, dewelke verklaarde met elkanderen te hebben aangegaan deeze nvaolgende Scheijdingen en Deelingen. Als Eerstelijk werd den voornoemden Adriaan Oerlemans aanbedeelt en zal in vollen eijgendom hebben, Een perceel zayland, groot omtrent een half hond, gelegen alhier op ’t Craanven, belent ten oosten Willemijn Borsten, west den laasten bedeelden, zuyden Jan van Duppen, en Noorden Anneke Visser. Item een perceel zayand gelegen als voor, groot omtrent een en een half hond, belent oost Adriaan Bastert, west en noorden Mijnes Dominicus, zuyden Maria Visser. Item een perceel zayland gelegen als voor groot omtrent vijf vierendeel honds, belent oost Mijnes Dominicus, west Wouter Bastert, zuyden den laasten bedeelden, en Noorden Adriaan Bastert. Item een perceel weijland met houdt, gelegen als voor groot omtrent een half hond, belent oost Adriaan Bastert, west Wouter Bastert, zuyden Adriaan Bastert, en Noorden den laasten bedeelden. Item een perceel weijland, gelgen als voor groot omtrent een hond, belent oost Cornelis Oerlemans, west Juffrouw van de Ven, zuyden Peter Kouwenberg, en Noord den laasten bedeelden. Iem een perceel heijde, gelegen int Moer, groot omtrent een hond, belent oost den laasten bedeelden, west . . . <opengelaten> zuyden Peter Kouwenberg, en Noord . . . <opengelaten> En laastelijk een perceel heijde, gelegen als voor, groot omtrent een hond, belent oost Wouter Bastert, west den laasten bedeelden, Noord de gemeijnte wijden. En is meede aanbedeelt deb tweeden comparant Leendert Oerlemans, en zal in vollen eijgendom bezitten: Een half huys ten oosten, en erve, staande ende gelgen acher in ’t Loonse Moer met zijn aanpant de Steeg gelegen ten zuyden en Noorden van t gemelde Huys, belent oost Paulus van Gorkum, west Peter Hamers, zuyden de Straat, en Noorden de Baan Item een perceel zay- en weijland groot omtrent twee en een half hond, gelegen alsvoor, belent oost het kind van Engelbert Wezenbeek, west Peter Hamers, zuyden Adriaan Hamers, en Noorden Nicolaas Hamers. Item een perceel zayland en heijde, gelegen, en groot als voor, belent oost Paulus van Gorcum, zuyden het weeskind van Engelbert Wezenbeek, west Peter Hamers, en Noorden het weestkind van Engelbert Weezenbeek. En is verders aan den derden comparant Jan Goyertze van Lier, aanbedeelt, en zal in vollen eijgendom bezitten Een half huys en erve ten westen, staande en gelegen als voorschreven staat, onder de wederhelft van ’t halve huys van Leendert Oerlemans, belent als daar bij verders staat uytgedrukt, Met een perceel weijland daar aan gelegen, groot omtrent een hondt. Item een perceel zayland. gelgen als voor groot omtent vier honten, belent oost Paulus van Gorkum, west Peter Hamers, zuyden Adriaan hamers, en Noorden denzelven. En laastelijk een perceeltie heijland, gelgen alsvoor met den tweeden bedeelten Jacobus Haansbergen, zijnde den laasten comparant, aanbedeelt en zal in vollen eijgendom hebben en bezitten Een huys, stal en hof, staande ende gelegen alhier op ’t Craanven, belent oost een waterlaat, west Ariaan Bastert, zuyden Peter Kouwenberg, en noorden de Straat Item een perceel zayland, gelegen als voor, belent oost den eeesten bedeelden, west Peter Kouwenberg zuyden Jan van Duppen en noorden Anneke Visser. Item een perceel zayland gelegen als voor groot omtrent vijf vierendeel houds, belent oost Mijnes Dominicus, west Wouter Bastert, zuyden Maria Visser, en Noord den Eersten bedeelden. Item een perceel weijland en hout, gelegen als voor, groot omtrent een half hond, belent oost Wouter Bastert, west de heijde, zuyden den eersten bedeelden, en Noorden Adriaan Bastert. Item een perceel zayland, gelgen als voor, groot een half hond, belent oost Adriaan Bastert, west en Noorden Wouter Bastert, en zuyden de Straat. Item een perceel weijland, gelgen als voor, groot omrent een hond, belent oost en zuyden Juffrouw van de Ven, west Willemijn Borsten, en Noorden Peter van der Ven. Item een perceel heijde, gelegen alhier in t Moer, groot omtrent een half hond, belent oost den eersten bedeelden, west Melis Dominicus, zuyden . . . <opengelaten>, en Noorden de gemeijnten. Item een perceel heijde gelegen als voor, groot omtrent een hond, belent oost . . . <opengelaten>, west den Eersten bedeelden, zuyden Peter Kouwenberg, en Noorden . . . . . <opengelaten>. En Laastelijk een perceel heijde, gelegen op t Craanven, groot omtrent een hond, belent oost Anneke Visser, west Cornelis Oerlemans, zuyden . . . . <opengelaten>, en Noorden Adriaan Bastert. Aldus tussen de voornoemde comparanten in voegen voorschreven gescheijden ende gedeelt, belovende elkanderen over geen anderen of nadere deelingen, moeyelijk te zullen vallen, maar ieder zijn aanbedeelde zuserlijk en vreedelijk t zullen laeten behouden en bezitten, cedeerende overzulx elk zijn regt, actie en aandeel, als een ieder van hun daar in is competeerende, belovende overzulx deeze ten allen tijden te zullen houden, en doen houden voor goed ende van waarden, onder verband als na regten. Aldus gedaan en gepasseert beinnen deeze Heerlijkheit Venloon, den derden Juny zeventien hondert Een en Sestigh. Dit + stelt Adriaan Oerlemans, verklaart niet te konnen schrijven. Dit + stelt Leendert Oerlemans, verklaart niet te konnen schrijven. Dit + stelt Jan Goyertze van Lier, verklaart niet te konnen schrijven. Jacobus Haansbergen B. Oerlemans, drossaard. Adriaan de Bruyn. mij present H. Tusselman, secretaris. Transcryptie van scan 131: -------------------------------- Drossaart 1:10:0 Scheepenen 1:10:0 Secretaris 2:10:0 <totaal> 5:10:0 Hendrik Priems woonachtig op t Craanven woont bij Aantje Verbiessen. Transcryptie van scan 132: -------------------------------- Mijn Heere volgens de tafel van de Sondagse letter blijckt claer als dat in den jaere 1755 den 15 december is gevalle op maendag. |
[bron: Loon op Zand RA Inv. 101 f. 107 t/m 109v - scan 130 t/m 135] |
![]() |
138 Oerlemans, overleden op 10 dec. 1713, kind van Cornelus Leendertse Oerlemans - Loon op Zand - Inv. 14 Reg. van overledenen 1700-1731 NG, blad 51 |
![]() |
139 Oerlemans Anna, rk gedoopt op 9 aug. 1713, dochter van Cornelius Oerlemans en Wilhelma Adrianus Peeter Hamers - Loon op Zand - Inv. 6 RK Doopboek 1711-1731 blad 14 |
01-03-1749 | Peter Adriaan Hamers, Claasina Sup, wed.v. Hendrik Adriaan Hamers, en Adriaan Oerlemans, als gelastigde van zijn moeder Willemijn Adriaan Hamers, wed.v. Cornelis Oerlemans, maken een boedelscheiding van de goederen van hun zuster Theuntie Adriaan Hamers. | [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 97 f 155v] | ||
03-06-1761 | Samenvatting: ---------------- Adriaan Oerlemans, Leendert Oerlemans, Jan Goijertze van Lier, getrouwd met Jenneke Oerlemans, en Jacobus Haansbergen, getrouwd met Angeneeske Oerlemans, maken een deling en scheiding. Adriaan krijgt bedeeld: * in ’t Kraanven 3 stukken zaailand en 2 stukken weiland * in ’t Moer: 2 stukken heide Leendert krijgt: * Achter in t Loonse Moer een half huis ten oosten en erve, met zijn aanpand de Steeg ten zuiden en ten noorden’zuid de Straat, noord de Baan. * Ook daar een perceel zaai- en weiland, een perceel zaailand en heide Jan Goyertze van Lier, voor Jenneke: * een half huys en erve ten westen, de wederhelft van het half huys van Leendert * Ook daar een zaailand en een perceeltje heide Jacobus Haansbergen, voor Angeneeske: * Huys, stal en hof op t Craanven, noorden de Straat * Ook daar 3 percelen zaailand, 1 perceel weiland en hout, en 1 weiland, en 1 stuk hei * In t Moer een peceel hei. Toelichting: ------------- De ouders zijn niet met name genoemd. Het gaat om Cornelius Leenders Oerlemans en Wilhelma Adriaan Peeter van Esch. Adriaan is 45 jaar, Leendert 42, Angeneeske 39 en Jenneke 32. Ze verdelen een huis, stal en hof in het Kraanven, een huis achter in t Moer, meerder percelen zaaland, weiland en heide, gelegen in ’t Kraanven en in ’t Moer. Als aanduidingen zijn genoemd de Straat, de Baan en de Steeg. Als maat is de hond gebruikt. Die was 100 roeden, 1/6 morgen. Een Rijnlandse hond was 0,14 hectare (Wikipedia). Zo krijgt Adriaan in totaal 7 1/4 hond ofel 1 hectare, verdeeld over 7 stukjes grond. Gemiddeld is elk perceel dan 32 bij 32 meter. Als drossaard is Bernardus Oerlemans aanwezig. is hij familie? Hij stamt af van de tak uit Sprang, en is niet direct familie.Die tak komt van voor 1500 uit Loon op Zand. Mogelijk is daar nog een verbinding te vinden. Bijgevoegd is op scanpagina 131 een nota voor de akte, in totaal 5 Carolus gulden en 10 stuivers. Er staat ook dat Hendrik Priems bij Aantje Verbiessen in t Craanven woont. De relatie met de akte ontgaat me. Dat geldt ook voor scanpagina 132: dat 15 december 1755 op een maandag valt (wat trouwens klopt). Transcryptie: --------------- Van scanpagina’s 130, 133, 134 en 135: Compareerde voor ons Bernardus Oerlemans Drossaart, en Adriaan de Bruyn, Scheepen deezer Grond Heerlijkheit Venloon Adriaan Oerlemans, Leendert Oerlemans, Jan Goyertze van Lier, als in Huwelijk hebbende Jenneke Oerlemans, en Jacobus Haansbergen, als in Huwelijk hebbende Angeneeske Oerlemans, dewelke verklaarde met elkanderen te hebben aangegaan deeze nvaolgende Scheijdingen en Deelingen. Als Eerstelijk werd den voornoemden Adriaan Oerlemans aanbedeelt en zal in vollen eijgendom hebben, Een perceel zayland, groot omtrent een half hond, gelegen alhier op ’t Craanven, belent ten oosten Willemijn Borsten, west den laasten bedeelden, zuyden Jan van Duppen, en Noorden Anneke Visser. Item een perceel zayand gelegen als voor, groot omtrent een en een half hond, belent oost Adriaan Bastert, west en noorden Mijnes Dominicus, zuyden Maria Visser. Item een perceel zayland gelegen als voor groot omtrent vijf vierendeel honds, belent oost Mijnes Dominicus, west Wouter Bastert, zuyden den laasten bedeelden, en Noorden Adriaan Bastert. Item een perceel weijland met houdt, gelegen als voor groot omtrent een half hond, belent oost Adriaan Bastert, west Wouter Bastert, zuyden Adriaan Bastert, en Noorden den laasten bedeelden. Item een perceel weijland, gelgen als voor groot omtrent een hond, belent oost Cornelis Oerlemans, west Juffrouw van de Ven, zuyden Peter Kouwenberg, en Noord den laasten bedeelden. Iem een perceel heijde, gelegen int Moer, groot omtrent een hond, belent oost den laasten bedeelden, west . . . <opengelaten> zuyden Peter Kouwenberg, en Noord . . . <opengelaten> En laastelijk een perceel heijde, gelegen als voor, groot omtrent een hond, belent oost Wouter Bastert, west den laasten bedeelden, Noord de gemeijnte wijden. En is meede aanbedeelt deb tweeden comparant Leendert Oerlemans, en zal in vollen eijgendom bezitten: Een half huys ten oosten, en erve, staande ende gelgen acher in ’t Loonse Moer met zijn aanpant de Steeg gelegen ten zuyden en Noorden van t gemelde Huys, belent oost Paulus van Gorkum, west Peter Hamers, zuyden de Straat, en Noorden de Baan Item een perceel zay- en weijland groot omtrent twee en een half hond, gelegen alsvoor, belent oost het kind van Engelbert Wezenbeek, west Peter Hamers, zuyden Adriaan Hamers, en Noorden Nicolaas Hamers. Item een perceel zayland en heijde, gelegen, en groot als voor, belent oost Paulus van Gorcum, zuyden het weeskind van Engelbert Wezenbeek, west Peter Hamers, en Noorden het weestkind van Engelbert Weezenbeek. En is verders aan den derden comparant Jan Goyertze van Lier, aanbedeelt, en zal in vollen eijgendom bezitten Een half huys en erve ten westen, staande en gelegen als voorschreven staat, onder de wederhelft van ’t halve huys van Leendert Oerlemans, belent als daar bij verders staat uytgedrukt, Met een perceel weijland daar aan gelegen, groot omtrent een hondt. Item een perceel zayland. gelgen als voor groot omtent vier honten, belent oost Paulus van Gorkum, west Peter Hamers, zuyden Adriaan hamers, en Noorden denzelven. En laastelijk een perceeltie heijland, gelgen alsvoor met den tweeden bedeelten Jacobus Haansbergen, zijnde den laasten comparant, aanbedeelt en zal in vollen eijgendom hebben en bezitten Een huys, stal en hof, staande ende gelegen alhier op ’t Craanven, belent oost een waterlaat, west Ariaan Bastert, zuyden Peter Kouwenberg, en noorden de Straat Item een perceel zayland, gelegen als voor, belent oost den eeesten bedeelden, west Peter Kouwenberg zuyden Jan van Duppen en noorden Anneke Visser. Item een perceel zayland gelegen als voor groot omtrent vijf vierendeel houds, belent oost Mijnes Dominicus, west Wouter Bastert, zuyden Maria Visser, en Noord den Eersten bedeelden. Item een perceel weijland en hout, gelegen als voor, groot omtrent een half hond, belent oost Wouter Bastert, west de heijde, zuyden den eersten bedeelden, en Noorden Adriaan Bastert. Item een perceel zayland, gelgen als voor, groot een half hond, belent oost Adriaan Bastert, west en Noorden Wouter Bastert, en zuyden de Straat. Item een perceel weijland, gelgen als voor, groot omrent een hond, belent oost en zuyden Juffrouw van de Ven, west Willemijn Borsten, en Noorden Peter van der Ven. Item een perceel heijde, gelegen alhier in t Moer, groot omtrent een half hond, belent oost den eersten bedeelden, west Melis Dominicus, zuyden . . . <opengelaten>, en Noorden de gemeijnten. Item een perceel heijde gelegen als voor, groot omtrent een hond, belent oost . . . <opengelaten>, west den Eersten bedeelden, zuyden Peter Kouwenberg, en Noorden . . . . . <opengelaten>. En Laastelijk een perceel heijde, gelegen op t Craanven, groot omtrent een hond, belent oost Anneke Visser, west Cornelis Oerlemans, zuyden . . . . <opengelaten>, en Noorden Adriaan Bastert. Aldus tussen de voornoemde comparanten in voegen voorschreven gescheijden ende gedeelt, belovende elkanderen over geen anderen of nadere deelingen, moeyelijk te zullen vallen, maar ieder zijn aanbedeelde zuserlijk en vreedelijk t zullen laeten behouden en bezitten, cedeerende overzulx elk zijn regt, actie en aandeel, als een ieder van hun daar in is competeerende, belovende overzulx deeze ten allen tijden te zullen houden, en doen houden voor goed ende van waarden, onder verband als na regten. Aldus gedaan en gepasseert beinnen deeze Heerlijkheit Venloon, den derden Juny zeventien hondert Een en Sestigh. Dit + stelt Adriaan Oerlemans, verklaart niet te konnen schrijven. Dit + stelt Leendert Oerlemans, verklaart niet te konnen schrijven. Dit + stelt Jan Goyertze van Lier, verklaart niet te konnen schrijven. Jacobus Haansbergen B. Oerlemans, drossaard. Adriaan de Bruyn. mij present H. Tusselman, secretaris. Transcryptie van scan 131: -------------------------------- Drossaart 1:10:0 Scheepenen 1:10:0 Secretaris 2:10:0 <totaal> 5:10:0 Hendrik Priems woonachtig op t Craanven woont bij Aantje Verbiessen. Transcryptie van scan 132: -------------------------------- Mijn Heere volgens de tafel van de Sondagse letter blijckt claer als dat in den jaere 1755 den 15 december is gevalle op maendag. |
[bron: Loon op Zand RA Inv. 101 f. 107 t/m 109v - scan 130 t/m 135] |
04-12-1747 | doop Cornelius Oerlemans (geb. 1747) [zie 16,II] | [oom vaderszijde] | [bron: Loon op Zand - Inv. 7 Doop- en trouwboek 1731-1760 - blad 82v] | |||
15-09-1750 | doop Wilhelmus Oerlemans (geb. 1750) [zie 16,IV] | [oom vaderszijde] | [bron: Loon op Zand - Inv. 7 Doop- en trouwboek 1731-1760 - blad 92] | |||
05-10-1751 | doop Godefridus Janse (Goijert) van Lier (1751-1801) | [oom moederszijde] | [bron: Inv.nr. 07 - Loon op Zand - doop- en trouwboek 1731-1760, akten van doop van onwettige kinderen 1742-1757 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 7, blad 96] | |||
20-08-1764 | doop Adriana Oerlemans (1764-1819) [zie 16,XI] | [oom vaderszijde] | [bron: Loon op Zand - Inv. 8 Doop-en trouwboek 1760-1795 - blad 23] |
03-06-1761 | Samenvatting: ---------------- Adriaan Oerlemans, Leendert Oerlemans, Jan Goijertze van Lier, getrouwd met Jenneke Oerlemans, en Jacobus Haansbergen, getrouwd met Angeneeske Oerlemans, maken een deling en scheiding. Adriaan krijgt bedeeld: * in ’t Kraanven 3 stukken zaailand en 2 stukken weiland * in ’t Moer: 2 stukken heide Leendert krijgt: * Achter in t Loonse Moer een half huis ten oosten en erve, met zijn aanpand de Steeg ten zuiden en ten noorden’zuid de Straat, noord de Baan. * Ook daar een perceel zaai- en weiland, een perceel zaailand en heide Jan Goyertze van Lier, voor Jenneke: * een half huys en erve ten westen, de wederhelft van het half huys van Leendert * Ook daar een zaailand en een perceeltje heide Jacobus Haansbergen, voor Angeneeske: * Huys, stal en hof op t Craanven, noorden de Straat * Ook daar 3 percelen zaailand, 1 perceel weiland en hout, en 1 weiland, en 1 stuk hei * In t Moer een peceel hei. Toelichting: ------------- De ouders zijn niet met name genoemd. Het gaat om Cornelius Leenders Oerlemans en Wilhelma Adriaan Peeter van Esch. Adriaan is 45 jaar, Leendert 42, Angeneeske 39 en Jenneke 32. Ze verdelen een huis, stal en hof in het Kraanven, een huis achter in t Moer, meerder percelen zaaland, weiland en heide, gelegen in ’t Kraanven en in ’t Moer. Als aanduidingen zijn genoemd de Straat, de Baan en de Steeg. Als maat is de hond gebruikt. Die was 100 roeden, 1/6 morgen. Een Rijnlandse hond was 0,14 hectare (Wikipedia). Zo krijgt Adriaan in totaal 7 1/4 hond ofel 1 hectare, verdeeld over 7 stukjes grond. Gemiddeld is elk perceel dan 32 bij 32 meter. Als drossaard is Bernardus Oerlemans aanwezig. is hij familie? Hij stamt af van de tak uit Sprang, en is niet direct familie.Die tak komt van voor 1500 uit Loon op Zand. Mogelijk is daar nog een verbinding te vinden. Bijgevoegd is op scanpagina 131 een nota voor de akte, in totaal 5 Carolus gulden en 10 stuivers. Er staat ook dat Hendrik Priems bij Aantje Verbiessen in t Craanven woont. De relatie met de akte ontgaat me. Dat geldt ook voor scanpagina 132: dat 15 december 1755 op een maandag valt (wat trouwens klopt). Transcryptie: --------------- Van scanpagina’s 130, 133, 134 en 135: Compareerde voor ons Bernardus Oerlemans Drossaart, en Adriaan de Bruyn, Scheepen deezer Grond Heerlijkheit Venloon Adriaan Oerlemans, Leendert Oerlemans, Jan Goyertze van Lier, als in Huwelijk hebbende Jenneke Oerlemans, en Jacobus Haansbergen, als in Huwelijk hebbende Angeneeske Oerlemans, dewelke verklaarde met elkanderen te hebben aangegaan deeze nvaolgende Scheijdingen en Deelingen. Als Eerstelijk werd den voornoemden Adriaan Oerlemans aanbedeelt en zal in vollen eijgendom hebben, Een perceel zayland, groot omtrent een half hond, gelegen alhier op ’t Craanven, belent ten oosten Willemijn Borsten, west den laasten bedeelden, zuyden Jan van Duppen, en Noorden Anneke Visser. Item een perceel zayand gelegen als voor, groot omtrent een en een half hond, belent oost Adriaan Bastert, west en noorden Mijnes Dominicus, zuyden Maria Visser. Item een perceel zayland gelegen als voor groot omtrent vijf vierendeel honds, belent oost Mijnes Dominicus, west Wouter Bastert, zuyden den laasten bedeelden, en Noorden Adriaan Bastert. Item een perceel weijland met houdt, gelegen als voor groot omtrent een half hond, belent oost Adriaan Bastert, west Wouter Bastert, zuyden Adriaan Bastert, en Noorden den laasten bedeelden. Item een perceel weijland, gelgen als voor groot omtrent een hond, belent oost Cornelis Oerlemans, west Juffrouw van de Ven, zuyden Peter Kouwenberg, en Noord den laasten bedeelden. Iem een perceel heijde, gelegen int Moer, groot omtrent een hond, belent oost den laasten bedeelden, west . . . <opengelaten> zuyden Peter Kouwenberg, en Noord . . . <opengelaten> En laastelijk een perceel heijde, gelegen als voor, groot omtrent een hond, belent oost Wouter Bastert, west den laasten bedeelden, Noord de gemeijnte wijden. En is meede aanbedeelt deb tweeden comparant Leendert Oerlemans, en zal in vollen eijgendom bezitten: Een half huys ten oosten, en erve, staande ende gelgen acher in ’t Loonse Moer met zijn aanpant de Steeg gelegen ten zuyden en Noorden van t gemelde Huys, belent oost Paulus van Gorkum, west Peter Hamers, zuyden de Straat, en Noorden de Baan Item een perceel zay- en weijland groot omtrent twee en een half hond, gelegen alsvoor, belent oost het kind van Engelbert Wezenbeek, west Peter Hamers, zuyden Adriaan Hamers, en Noorden Nicolaas Hamers. Item een perceel zayland en heijde, gelegen, en groot als voor, belent oost Paulus van Gorcum, zuyden het weeskind van Engelbert Wezenbeek, west Peter Hamers, en Noorden het weestkind van Engelbert Weezenbeek. En is verders aan den derden comparant Jan Goyertze van Lier, aanbedeelt, en zal in vollen eijgendom bezitten Een half huys en erve ten westen, staande en gelegen als voorschreven staat, onder de wederhelft van ’t halve huys van Leendert Oerlemans, belent als daar bij verders staat uytgedrukt, Met een perceel weijland daar aan gelegen, groot omtrent een hondt. Item een perceel zayland. gelgen als voor groot omtent vier honten, belent oost Paulus van Gorkum, west Peter Hamers, zuyden Adriaan hamers, en Noorden denzelven. En laastelijk een perceeltie heijland, gelgen alsvoor met den tweeden bedeelten Jacobus Haansbergen, zijnde den laasten comparant, aanbedeelt en zal in vollen eijgendom hebben en bezitten Een huys, stal en hof, staande ende gelegen alhier op ’t Craanven, belent oost een waterlaat, west Ariaan Bastert, zuyden Peter Kouwenberg, en noorden de Straat Item een perceel zayland, gelegen als voor, belent oost den eeesten bedeelden, west Peter Kouwenberg zuyden Jan van Duppen en noorden Anneke Visser. Item een perceel zayland gelegen als voor groot omtrent vijf vierendeel houds, belent oost Mijnes Dominicus, west Wouter Bastert, zuyden Maria Visser, en Noord den Eersten bedeelden. Item een perceel weijland en hout, gelegen als voor, groot omtrent een half hond, belent oost Wouter Bastert, west de heijde, zuyden den eersten bedeelden, en Noorden Adriaan Bastert. Item een perceel zayland, gelgen als voor, groot een half hond, belent oost Adriaan Bastert, west en Noorden Wouter Bastert, en zuyden de Straat. Item een perceel weijland, gelgen als voor, groot omrent een hond, belent oost en zuyden Juffrouw van de Ven, west Willemijn Borsten, en Noorden Peter van der Ven. Item een perceel heijde, gelegen alhier in t Moer, groot omtrent een half hond, belent oost den eersten bedeelden, west Melis Dominicus, zuyden . . . <opengelaten>, en Noorden de gemeijnten. Item een perceel heijde gelegen als voor, groot omtrent een hond, belent oost . . . <opengelaten>, west den Eersten bedeelden, zuyden Peter Kouwenberg, en Noorden . . . . . <opengelaten>. En Laastelijk een perceel heijde, gelegen op t Craanven, groot omtrent een hond, belent oost Anneke Visser, west Cornelis Oerlemans, zuyden . . . . <opengelaten>, en Noorden Adriaan Bastert. Aldus tussen de voornoemde comparanten in voegen voorschreven gescheijden ende gedeelt, belovende elkanderen over geen anderen of nadere deelingen, moeyelijk te zullen vallen, maar ieder zijn aanbedeelde zuserlijk en vreedelijk t zullen laeten behouden en bezitten, cedeerende overzulx elk zijn regt, actie en aandeel, als een ieder van hun daar in is competeerende, belovende overzulx deeze ten allen tijden te zullen houden, en doen houden voor goed ende van waarden, onder verband als na regten. Aldus gedaan en gepasseert beinnen deeze Heerlijkheit Venloon, den derden Juny zeventien hondert Een en Sestigh. Dit + stelt Adriaan Oerlemans, verklaart niet te konnen schrijven. Dit + stelt Leendert Oerlemans, verklaart niet te konnen schrijven. Dit + stelt Jan Goyertze van Lier, verklaart niet te konnen schrijven. Jacobus Haansbergen B. Oerlemans, drossaard. Adriaan de Bruyn. mij present H. Tusselman, secretaris. Transcryptie van scan 131: -------------------------------- Drossaart 1:10:0 Scheepenen 1:10:0 Secretaris 2:10:0 <totaal> 5:10:0 Hendrik Priems woonachtig op t Craanven woont bij Aantje Verbiessen. Transcryptie van scan 132: -------------------------------- Mijn Heere volgens de tafel van de Sondagse letter blijckt claer als dat in den jaere 1755 den 15 december is gevalle op maendag. |
[bron: Loon op Zand RA Inv. 101 f. 107 t/m 109v - scan 130 t/m 135] |
21-04-1778 | Arie van Lier en Leendert Oerlemans als voogden van de minderjarige kinderen van wijlen Jan Goyartse van Lier. Op 20 april 1778 is de staat en inventaris opgemaakt. O.a. een half huis met een hond weiland eromheen, gelegen in ’t Moer, oost Leendert Oerlemans, ook daar een zaailand van 4 honden en een weiland van 2 hond, en 2 heibodems, waarvan de grootte niet bekend is. De inboedel is beschreven, o.a. een eiken bed met 2 dekens, 4 paar slaaplakens, een linde bed, 2 linden sakken, een kast, een kist, een toog, een ijzeren pot, een moespot, 2 koperen handketels, een koperen seijgschotel (?), een emmer, 3 tinnen schotels, ..., een waskuip, een spinnenwiel. Meerderjarige zoon Goyert van Lier bevestigt de inventaris als oprecht gemaakt. Toelichting: ------------- Leendert Oerlemans is de broer van hun moeder Jenneke Oerlemans, dus hun oom. Arie van Lier is de broer van hun overleden vader Jan Goyerts van Lier, dus ook hun oom. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank Voogdijrekeningen 1751-1796 inv 2865] |
28-09-1749 | doop Maria Oerlemans (geb. 1749) [zie 16,III] | [tante vaderszijde] | [bron: Loon op Zand - Inv. 7 Doop- en trouwboek 1731-1760 - blad 87v] |
21-04-1778 | Arie van Lier en Leendert Oerlemans als voogden van de minderjarige kinderen van wijlen Jan Goyartse van Lier. Op 20 april 1778 is de staat en inventaris opgemaakt. O.a. een half huis met een hond weiland eromheen, gelegen in ’t Moer, oost Leendert Oerlemans, ook daar een zaailand van 4 honden en een weiland van 2 hond, en 2 heibodems, waarvan de grootte niet bekend is. De inboedel is beschreven, o.a. een eiken bed met 2 dekens, 4 paar slaaplakens, een linde bed, 2 linden sakken, een kast, een kist, een toog, een ijzeren pot, een moespot, 2 koperen handketels, een koperen seijgschotel (?), een emmer, 3 tinnen schotels, ..., een waskuip, een spinnenwiel. Meerderjarige zoon Goyert van Lier bevestigt de inventaris als oprecht gemaakt. Toelichting: ------------- Leendert Oerlemans is de broer van hun moeder Jenneke Oerlemans, dus hun oom. Arie van Lier is de broer van hun overleden vader Jan Goyerts van Lier, dus ook hun oom. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank Voogdijrekeningen 1751-1796 inv 2865] |
26-11-1738 | doop Joannes Peterse (Jan) van Lier (1738-1795) | [oom vaderszijde] | [bron: Inv.nr. 07 - Loon op Zand - doop- en trouwboek 1731-1760, akten van doop van onwettige kinderen 1742-1757 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 7, blad 38v] | |||
21-11-1740 | doop [waarschijnlijk] Maria van Lier (1740-1741) | [oom vaderszijde] | ||||
13-04-1741 | doop Joanna Snoere (geb. 1741) | [oom moederszijde] | [bron: Inv.nr. 07 - Loon op Zand - doop- en trouwboek 1731-1760, akten van doop van onwettige kinderen 1742-1757 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 7, blad 52] | |||
13-01-1748 | doop Cornelia Snoere (geb. 1748) | [oom moederszijde] | [bron: Inv.nr. 07 - Loon op Zand - doop- en trouwboek 1731-1760, akten van doop van onwettige kinderen 1742-1757 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 7, blad 82v] | |||
29-12-1755 | doop Joannes van Lier (geb. 1755) | [oom vaderszijde] | [bron: Inv.nr. 07 - Loon op Zand - doop- en trouwboek 1731-1760, akten van doop van onwettige kinderen 1742-1757 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 7, blad 116v] | |||
16-01-1757 | doop Bernardus Oerlemans (1757-1813) [zie 16,VII] | [aangetrouwde oom vaderszijde] | [bron: Loon op Zand - Inv. 7 Doop- en trouwboek 1731-1760 - blad 122] | |||
19-03-1761 | doop Joannes Snoere (geb. 1761) | [oom moederszijde] | ||||
15-07-1763 | doop Cornelia Snoere (geb. 1763) | [oom moederszijde] | [bron: Inv.nr. 08 - Loon op Zand - doop- en trouwboek 1760-1795 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 8, blad 16v] |
03-06-1761 | Samenvatting: ---------------- Adriaan Oerlemans, Leendert Oerlemans, Jan Goijertze van Lier, getrouwd met Jenneke Oerlemans, en Jacobus Haansbergen, getrouwd met Angeneeske Oerlemans, maken een deling en scheiding. Adriaan krijgt bedeeld: * in ’t Kraanven 3 stukken zaailand en 2 stukken weiland * in ’t Moer: 2 stukken heide Leendert krijgt: * Achter in t Loonse Moer een half huis ten oosten en erve, met zijn aanpand de Steeg ten zuiden en ten noorden’zuid de Straat, noord de Baan. * Ook daar een perceel zaai- en weiland, een perceel zaailand en heide Jan Goyertze van Lier, voor Jenneke: * een half huys en erve ten westen, de wederhelft van het half huys van Leendert * Ook daar een zaailand en een perceeltje heide Jacobus Haansbergen, voor Angeneeske: * Huys, stal en hof op t Craanven, noorden de Straat * Ook daar 3 percelen zaailand, 1 perceel weiland en hout, en 1 weiland, en 1 stuk hei * In t Moer een peceel hei. Toelichting: ------------- De ouders zijn niet met name genoemd. Het gaat om Cornelius Leenders Oerlemans en Wilhelma Adriaan Peeter van Esch. Adriaan is 45 jaar, Leendert 42, Angeneeske 39 en Jenneke 32. Ze verdelen een huis, stal en hof in het Kraanven, een huis achter in t Moer, meerder percelen zaaland, weiland en heide, gelegen in ’t Kraanven en in ’t Moer. Als aanduidingen zijn genoemd de Straat, de Baan en de Steeg. Als maat is de hond gebruikt. Die was 100 roeden, 1/6 morgen. Een Rijnlandse hond was 0,14 hectare (Wikipedia). Zo krijgt Adriaan in totaal 7 1/4 hond ofel 1 hectare, verdeeld over 7 stukjes grond. Gemiddeld is elk perceel dan 32 bij 32 meter. Als drossaard is Bernardus Oerlemans aanwezig. is hij familie? Hij stamt af van de tak uit Sprang, en is niet direct familie.Die tak komt van voor 1500 uit Loon op Zand. Mogelijk is daar nog een verbinding te vinden. Bijgevoegd is op scanpagina 131 een nota voor de akte, in totaal 5 Carolus gulden en 10 stuivers. Er staat ook dat Hendrik Priems bij Aantje Verbiessen in t Craanven woont. De relatie met de akte ontgaat me. Dat geldt ook voor scanpagina 132: dat 15 december 1755 op een maandag valt (wat trouwens klopt). Transcryptie: --------------- Van scanpagina’s 130, 133, 134 en 135: Compareerde voor ons Bernardus Oerlemans Drossaart, en Adriaan de Bruyn, Scheepen deezer Grond Heerlijkheit Venloon Adriaan Oerlemans, Leendert Oerlemans, Jan Goyertze van Lier, als in Huwelijk hebbende Jenneke Oerlemans, en Jacobus Haansbergen, als in Huwelijk hebbende Angeneeske Oerlemans, dewelke verklaarde met elkanderen te hebben aangegaan deeze nvaolgende Scheijdingen en Deelingen. Als Eerstelijk werd den voornoemden Adriaan Oerlemans aanbedeelt en zal in vollen eijgendom hebben, Een perceel zayland, groot omtrent een half hond, gelegen alhier op ’t Craanven, belent ten oosten Willemijn Borsten, west den laasten bedeelden, zuyden Jan van Duppen, en Noorden Anneke Visser. Item een perceel zayand gelegen als voor, groot omtrent een en een half hond, belent oost Adriaan Bastert, west en noorden Mijnes Dominicus, zuyden Maria Visser. Item een perceel zayland gelegen als voor groot omtrent vijf vierendeel honds, belent oost Mijnes Dominicus, west Wouter Bastert, zuyden den laasten bedeelden, en Noorden Adriaan Bastert. Item een perceel weijland met houdt, gelegen als voor groot omtrent een half hond, belent oost Adriaan Bastert, west Wouter Bastert, zuyden Adriaan Bastert, en Noorden den laasten bedeelden. Item een perceel weijland, gelgen als voor groot omtrent een hond, belent oost Cornelis Oerlemans, west Juffrouw van de Ven, zuyden Peter Kouwenberg, en Noord den laasten bedeelden. Iem een perceel heijde, gelegen int Moer, groot omtrent een hond, belent oost den laasten bedeelden, west . . . <opengelaten> zuyden Peter Kouwenberg, en Noord . . . <opengelaten> En laastelijk een perceel heijde, gelegen als voor, groot omtrent een hond, belent oost Wouter Bastert, west den laasten bedeelden, Noord de gemeijnte wijden. En is meede aanbedeelt deb tweeden comparant Leendert Oerlemans, en zal in vollen eijgendom bezitten: Een half huys ten oosten, en erve, staande ende gelgen acher in ’t Loonse Moer met zijn aanpant de Steeg gelegen ten zuyden en Noorden van t gemelde Huys, belent oost Paulus van Gorkum, west Peter Hamers, zuyden de Straat, en Noorden de Baan Item een perceel zay- en weijland groot omtrent twee en een half hond, gelegen alsvoor, belent oost het kind van Engelbert Wezenbeek, west Peter Hamers, zuyden Adriaan Hamers, en Noorden Nicolaas Hamers. Item een perceel zayland en heijde, gelegen, en groot als voor, belent oost Paulus van Gorcum, zuyden het weeskind van Engelbert Wezenbeek, west Peter Hamers, en Noorden het weestkind van Engelbert Weezenbeek. En is verders aan den derden comparant Jan Goyertze van Lier, aanbedeelt, en zal in vollen eijgendom bezitten Een half huys en erve ten westen, staande en gelegen als voorschreven staat, onder de wederhelft van ’t halve huys van Leendert Oerlemans, belent als daar bij verders staat uytgedrukt, Met een perceel weijland daar aan gelegen, groot omtrent een hondt. Item een perceel zayland. gelgen als voor groot omtent vier honten, belent oost Paulus van Gorkum, west Peter Hamers, zuyden Adriaan hamers, en Noorden denzelven. En laastelijk een perceeltie heijland, gelgen alsvoor met den tweeden bedeelten Jacobus Haansbergen, zijnde den laasten comparant, aanbedeelt en zal in vollen eijgendom hebben en bezitten Een huys, stal en hof, staande ende gelegen alhier op ’t Craanven, belent oost een waterlaat, west Ariaan Bastert, zuyden Peter Kouwenberg, en noorden de Straat Item een perceel zayland, gelegen als voor, belent oost den eeesten bedeelden, west Peter Kouwenberg zuyden Jan van Duppen en noorden Anneke Visser. Item een perceel zayland gelegen als voor groot omtrent vijf vierendeel houds, belent oost Mijnes Dominicus, west Wouter Bastert, zuyden Maria Visser, en Noord den Eersten bedeelden. Item een perceel weijland en hout, gelegen als voor, groot omtrent een half hond, belent oost Wouter Bastert, west de heijde, zuyden den eersten bedeelden, en Noorden Adriaan Bastert. Item een perceel zayland, gelgen als voor, groot een half hond, belent oost Adriaan Bastert, west en Noorden Wouter Bastert, en zuyden de Straat. Item een perceel weijland, gelgen als voor, groot omrent een hond, belent oost en zuyden Juffrouw van de Ven, west Willemijn Borsten, en Noorden Peter van der Ven. Item een perceel heijde, gelegen alhier in t Moer, groot omtrent een half hond, belent oost den eersten bedeelden, west Melis Dominicus, zuyden . . . <opengelaten>, en Noorden de gemeijnten. Item een perceel heijde gelegen als voor, groot omtrent een hond, belent oost . . . <opengelaten>, west den Eersten bedeelden, zuyden Peter Kouwenberg, en Noorden . . . . . <opengelaten>. En Laastelijk een perceel heijde, gelegen op t Craanven, groot omtrent een hond, belent oost Anneke Visser, west Cornelis Oerlemans, zuyden . . . . <opengelaten>, en Noorden Adriaan Bastert. Aldus tussen de voornoemde comparanten in voegen voorschreven gescheijden ende gedeelt, belovende elkanderen over geen anderen of nadere deelingen, moeyelijk te zullen vallen, maar ieder zijn aanbedeelde zuserlijk en vreedelijk t zullen laeten behouden en bezitten, cedeerende overzulx elk zijn regt, actie en aandeel, als een ieder van hun daar in is competeerende, belovende overzulx deeze ten allen tijden te zullen houden, en doen houden voor goed ende van waarden, onder verband als na regten. Aldus gedaan en gepasseert beinnen deeze Heerlijkheit Venloon, den derden Juny zeventien hondert Een en Sestigh. Dit + stelt Adriaan Oerlemans, verklaart niet te konnen schrijven. Dit + stelt Leendert Oerlemans, verklaart niet te konnen schrijven. Dit + stelt Jan Goyertze van Lier, verklaart niet te konnen schrijven. Jacobus Haansbergen B. Oerlemans, drossaard. Adriaan de Bruyn. mij present H. Tusselman, secretaris. Transcryptie van scan 131: -------------------------------- Drossaart 1:10:0 Scheepenen 1:10:0 Secretaris 2:10:0 <totaal> 5:10:0 Hendrik Priems woonachtig op t Craanven woont bij Aantje Verbiessen. Transcryptie van scan 132: -------------------------------- Mijn Heere volgens de tafel van de Sondagse letter blijckt claer als dat in den jaere 1755 den 15 december is gevalle op maendag. |
[bron: Loon op Zand RA Inv. 101 f. 107 t/m 109v - scan 130 t/m 135] |
15-09-1750 | doop Wilhelmus Oerlemans (geb. 1750) [zie 16,IV] | [tante vaderszijde] | [bron: Loon op Zand - Inv. 7 Doop- en trouwboek 1731-1760 - blad 92] | |||
24-11-1751 | doop Cornelis Adriaan Oerlemans (geb. 1751) | [tante vaderszijde] | [bron: Inv. 7 Doop- en trouwboek 1731-1760 - blad 96v] | |||
23-07-1753 | doop Wilhelma van Lier (1753-1791) | [tante moederszijde] | [bron: Inv.nr. 07 - Loon op Zand - doop- en trouwboek 1731-1760, akten van doop van onwettige kinderen 1742-1757 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 7, blad 104v] | |||
20-01-1759 | doop Anna van Lier (1759-1803) | [tante moederszijde] | [bron: Inv.nr. 07 - Loon op Zand - doop- en trouwboek 1731-1760, akten van doop van onwettige kinderen 1742-1757 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 7, blad 131] | |||
23-02-1763 | doop Cornelius Oerlemans (geb. 1763) [zie 16,X] | [tante vaderszijde] | [bron: Loon op Zand - Inv. 8 Doop-en trouwboek 1760-1795 - blad 15] | |||
07-04-1763 | doop Joannes Janse (Jan) van Lier (1763-1780) | [tante moederszijde] | [bron: Inv.nr. 08 - Loon op Zand - doop- en trouwboek 1760-1795 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 8, blad 15v] |
17-01-1761 | doop Antonius Oerlemans (geb. 1761) [zie 16,IX] | [aangetrouwde oom vaderszijde] | [bron: Loon op Zand - Inv. 8 Doop-en trouwboek 1760-1795 - blad 3] |
15-03-1669 | Samenvatting: ---------------- Heijliger en Cornelis, zonen van wijlen Jan Jans Oirlemans en Agneesken Lenderts van den Hove, en Wouter Loureijs Wouters als voogd van Lendert, ook zoon van voornoemd echtpaar, maken een boedelscheiding. Nummering: ------------- In de pdf, horend bij dit inventarisnummer is de Oude nummering = 80 deel a 1-33, deel b 1-39v, deel c 1-52v gebruikt. Die staan er ook met potlood op, doorgestreept. Hier was dit folio 17-18. De aktes hebben ook een originele nummering door de schrijver gemaakt. In dit geval is het akte 8. Toelichting: ------------- Wouter Loureijs Wouters is de zwager, de man van zus Maria Lenderts van den Hove de oude. Transcryptie: --------------- Kennende sij eenygenlijk dat op huyden dat deses voor schepenen onder genoemt in propere persoone is gecomen ende gecompareert, Heijliger ende Cornelis gebroederen, sone wijlen Jan Jansen Oirlemans, waarvan moeder af was Agneesken Leenderts van Hove, ende Wouter Loureijs Wouters als momboir van Lendert, sone wijlen Jan ende Agneesken voornoemt. De Voorsegde Lendert alhier medepresent, Diewelcke metten anderen hebben gemaect ende aengegaen seeckere erfdeeling ende scheijdinge ende deijlinge van de naervolgende erfelijcke goederen, mits het overlijden van gemelte voorsegde ouders eenichsints aengecomen sijn en der vuegen torme ende manieren hier naar beschreven volgende, Overmits der welck die is de voornoemde Cornelis, den soone, te deele bevallen, ende sal deselve alsoo voor sijne portie hebben, houden ende erfelijck blijven possederen: * een stede, de huysinge ende gront vandien metten westens helft van den huysacker, in der vuegen ’t selve afgepaelt is, in ’t geheel 14 loopensaeten (3 hectaren) ofte . nochtans gestaen ende gelegen binnen de Heerlijckheijt van Venloon, ter plaetse genaempt het Craenven, aldaer tusschen erfenisse Tomas Gerits Couwenberch cum suis westwaarts, Wouter Loureijs Wouters noortwaerts, Henrick Willem Meeus (cum suis oostwaerts, doorgestreept) ende ’t onmondich kindt van wijlen Teunis Jans Suenen oostwaerts, ende de Heerenstraete suytwaerts. * item noch ’t 4 weede ende 6 loth uijt ten westen is eenen acker saeylandts tegens over de huysinge, als suyt van de straete gelegen, in der vuegen groote deselve afgepaelt sijn, denselven acker in t geheel 12 loopensaeten (2,5 hectare) of . . nochtans . aldaer tusschen erfenisse ’t weeskindt van Teunis Jans Suenen westwaerts, ’t hofken van deser erfgenaemen, ende de erfenisse van erfgenaemen van den Corst Jan Borsten noortwaerts, de erfgenamen Corst Jan Borsten cum suis suyt ende oostwaerts, sijnde los ende vrij, uytgenoemn dat die oock Cornelis den soon, hier uyt saecke sal gelden ende voldaen het derde part van 30 gulden aen de H. Geest van Venloon, alsmede het derde part van des heeren chijns, die hier met recht is uytgaende. Item noch te voldoen een schepenbrief van 250 gulden Capitael aen de erfgenamen Jan Engelbert Cannerts, ende sal noch in vergelijckinge daerenboven noch moeten beealen aen Heijliger ende Lendert, sijne broeders ieder de somme van 175 . Ieder . van dien helft te betaelen 1 april eerstcomende, ende de ander helft te Bamisse (1 oktober) daer naestvolgende, precies ende sonder interest. Waertegens voornoemde Heijliger, den soon, bij blinde lothe, te deele bevallen is, ende sal deselve alsoo voor sijne portie hebben, houden ende erfelijck blijven possederen, * eerstens de timmer van de Schuere ende de 2 suydenste eijcken boomen, staende op de grondt van het eerste loth, van Cornelis de soonstaende aen den westensijde van voorsegde schuere omme deselve schuere ende voorens te ruymen voor half meij eerstcoomende precies * item noch de oostelijcke helft van den huysacker beneffens erfenisse van Henrick Willem Meeus ende ’t onmondich kindt van Teunis Jans Seunen * item noch het 3e ende het 4e loth uyt westen, s. van den acker, in t geheel van omtrent 12 lopensaeten of ., gelegen tegens de voorgenoemde huysinge over aen suyt sijde van de straete, hier voorens in t 1e loth van Cornelis, den soon, naer den uitgedruct sijnde los ende vrij, uytgenomen dat de voornoemde Heijliger, den soon, hieruyt jaerlijks sal gelden ende voldoen is jaerlijks 30 gulden jaerlijks aen H. Geest van Venloon, als mede het 3e part van den heeren chijns die hier met recht is uytgaende. item alnoch 200 gulden capitael aen de kinderen van Lendert Jans de Bont. item 50 gulden capitael aen Bastiaen Peeter Jans. Ende waertegens de voornoemde Lendert, den soon, in t bijwesen van voorsegde wouter, sijnen momboir, bij blinde lothe te deele bevallen is, ende sal deselven alsoo voor sijne portie hebben, houden ende erfelijk possederen: * eerstens de timmer van ’t torfschop, verckenskoy ende brouwhuys, met noch de brouwerije gereetschap ende voorders toebehoort * mitsgaders noch de noordensten eijcken boom, staende aen den westensijde van de schuere, met noch de eijcken boom , staende bij het brouwhuys, alle staende op de gronde van Cornelis, den soon. Hier voorens te deele bevallen omme deselve te ruymen voor half meij eerstcomende * item een parcheeltjen erfenisse, genaempt de Corte Rugge, 1 1/2 loopensaet of . Nochtans . gelegen binnen de Heerlijckheijt ende plaetse voornoemt. Aldaer tusschen de erfenisse Adriaen Peter van Gorcum westwaerts, Cornelis Peter van Gorcum noortwaerts, de erfgenaemen van Denis Schelvischen oostwaerts, ende suytwaerts de heerestraete. * item noch een parccheeltjen efenisse, genaempt de Corte Vooren, 1 1/2 loopensaet (0,3 hectare) of de . nochtans ., gelegen binnen de heerlijckheijt ende plaetse voorsegd, aldaer tusschen de erfenisse de kinders Lendert Jans de Bont westwaerts, de erfgenaemen van Denis Schelvischen suyt ende noortwaerts, ende deser kinderen erfenisse oostwaerts. * item noch een parcheeltjen erfenisse, genaempt de Corte Rugge, 2 lopensaet of . nochtans ,, gelegen binnen de Heerlijckheijt ende plaetse voorsegd aldaer tusschen erfenisse de kinderen Lendert Jans de Bont westwaerts, Adriaen Peter van Gorcum noortwaerts, de erfenisse van deser kinderen oostwaerts, ende de erfgenaemen van Denis Schelvisch suytwaerts. * item noch het 1e ende het 5e loth uyt ten westen in den acker, eerste van 12 lopensaeten, gelegen aen den suytsijde van den straet, tegensover der voorgemelte huysinge, hier voorens int loth van Cornelis, den soon, doch staet te weten dat het 1e loth , maerder uytgedruct, van den acker, omtrent 1 1/2 hondt grooter is gelecht als de andere 5 lothen, ende dat om redenen. * item noch een parcheeltjen erve, genamept de Hof, gelegen aen de suytsijde van de straete binnen de Heerlijcheijt ende plaetse voornoemt, aldaer tusschen erfenisse de kinderen van wijlen Cornelis Jan Borsten oostwaerts, ’t onmondich kindt van Teunis Jans Seunen westwaerts, de erfenisse van deser deijlderen suytwaerts, ende ’s Heerenstraete noortwaerts. Sijnde los ende vrij, uytgenomen dat de voornoemde Lendert, den soon, hier uyt jaerlijks sal voldoen ende betaelen aen den H. Geest derde part in 30 gulden, als mede het 3e part van des Heeren chijns, die hier uyt met recht is gaende. item noch 150 gulden capitael aen den H. Geest van Venloon. item noch 42 gulden capitael aen Wouter Herman Aerdts tot Tilborch. item noch 42 gulden capitael aen Wouter Loureijs Wouters. item sal alnoch in vergelijckinge van cavelinge moeten betaelen aen Heijliger sijnen broeder, hier voorens bedeelt, de somme van 38 gulden, de ene helft te betalen van 1 april eerstcomende, ende de ander helft te Bamisse naestvolgende precies, sonder interest. item 8 gulden aen Cornelis, sijnen broeder, den 1e april eerstcomende precis, sonder interest. Voorts is tusschen de voorsegde condividenten wel expresseert, geconditioneert ende ondersproocken, dat ieder van sijn aengecaveld loth ofte parcheelen sal moeten onderhouden alle waterlaten soude mogen subject wesen. Mede is tusschen de voorsegde deijlluyden ondersproocken, dat sij malcanderen sullen moeten wegen ende stegen ter naester velde ende minste schade. Ende hebben de voorsegden condividenten hier mede de eene ten behoeve van den anderen aengecavelde deel, volcomente verstegen ende gerenuntieert met opdragen over geven, ende af gaen, daer toe behooren ende gewoonlijck sijnde. Belovende de eerste 2 comparanten superse et omnia sua bonas habita et habenda (= boven en al zijn goederen worden vastgehouden), ende de voornoemde Wouter Loureijs Wouters op verbintenisse van de goederen van Lendert, den onmondigen sone, dit .. opdragen, overgezet. ende afgaen mitsgaders dese erfelijcke scheijdinge ende deijlinge altoos te houden in henne .. doen houden ende voor goet, vast ende onverbreckelijk van werden sonder eenich wederseggen ende allen Commer, Calangie ofte aentael hier voorens benoemt ieder op sijn engecavelde loth alsoo te voldoen ende betaelen dat de andere deijlsluyden daer van geen hinder ofte schade ende overcomen noch te worde gemaent ofte gemolesteert in eenige manieren. uytgenomen dat de voornoemde deijlluyden sullen de achterstaende interesten der voorgemelte capitaele penningen malcanderen sullen helpen en afdragen ende voldoen tot 1e meij eerstcomende deses jaers ende alles verhalen commer hier voorens niet benoemt malcander ende pro rato te helpen afdoen ende betaelen sonder argelist. Actum den 15e meert 1669. Scabini Coomans ende Buemen |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 80 pg. 86-87 scan 102, 103, 104] | ||
24-12-1714 | Arie van Esch, Peter van der Schoot, geh.m. Jenneke van Esch, Jan Gerit Claessen de oude, geh.m. Angenees (Heijligerus) Oerlemans, dochter van Heijltie van Esch, Leendert Janssen Oerlemans, wed.v. Anneke van Esch, Gelden van Esch, Joost Vermutsert, wed.v. Cornelia van Esch, kinderen van Gelden van Esch, allen erfgenamen va Cornelis Ariens van Esch en Engeltie Hendrix, maken een boedelscheiding. |
[bron: Loon op Zand Schepenbank inv 89 f 113] | ||
09-05-1718 | Samenvatting: ---------------- Cornelis Leendertsen Oerlemans, Peter Adriaensse van Gurcum, gehuwd met Angneta Leendertsen Oerlemans, en Peter Ariensse Bastert, gehuwd met Hendrina Leendertse Oerlemans, kinderen van Leendert Janssen Oerlemans en Anneke van Esch, maken een boedelscheiding. Toelichting: ------------- Jan Leendert Oerlemans is niet genoemd in deze akte. Hij zal voor die tijd overleden zijn. Transcryptie: --------------- Compareerden Cornelis Leendertsen Oerlemans, Peter Adriaensse van Gurcum als in huwder hebbende Angneta Leendertsen Oerlemans, ende Peter Ariensse Bastert, als in huwder hebbende Hendrina Leendertse Oerlemans, alle kinderen ende erfgenamen van Leendert Janssen Oerlemans ende Anneke van Esch, in haer leven echteluyden, ende hebben onder den anderen aengegaen den erfscheijding ende deelingh van alle soodanige erfgoederen als de voorschreven hare ouders met de doot ontruymt ende achtergelaten hebben. Als eersteer is Cornelis Leendertsen Oerlemans bij blinde lote ten deel gevallen het oostelijke gedeelte van t huys tot den Middelweeght ende den stijl daer inbegrepen, staende alhier op t Craenven. Item het oostelijke. gedeelte van den hof, so als die nu afgepaelt is. Item de westenzijde van t hoogh met den verloren kost. Item noch den zijn. den kant van den grooten acker. Noch het westelijke gedeelte van het waeijke. Item noch den acker, genaemt de Korte Vooren, Als mede noch het waeijke op de loop. Item noch het zuijdelijk gedeelte in t perceel, genaemt den Bergh. Noch het oostelijk gedeelte van den heij bodem ende Noch eenen heijbodem gelegen in persoons. Vorder is Peter Adriaense van Gurcum, nomine uxoris (= in naam van de echtgenote), bedeelt ende sal in vollen eijgendom blijven besitten de helft van de hoeve met de landerijen gelegen alhier op de Efterling, soo als den voorschreven haren vader seselve uyt den boedel van sijne vrouwen ouder te deele is bevallen ende gelijk die nu bij den bedeelden wort bewoont, waer toe om kortheijts wille wert gerefereert. Vorders is PeterAriense Bastert nomine uxoris bij blinde lote bedeelt en sal in vollen eijgendom blijven besitten en behouden het westelijk gedeelte van voorschreven huys tot den Middelweeght toe met het westelijk gedeelte van den hof, staende alhier op t Craenven. Item de oostenzijde van den Hoogen Acker ende de noordenzijde van den Grooten Acker, als mede de oostenzijde van het waeyke ende het lant, genaemt De Achterstewaey ende de noordenkant van den Bergh het westeneijndt van den bodem, gelegen in t Moer. Item noch twee kleijne heijbodemkens, het eene teijnde de Moerstraet ende het ander bij den Kraenvensen Bergh. Vorders is bij de condividenten (=deelgenoten) geconditioneert ende besproken dat ider sijne aenbedeelde goederen nu sullen aenvaerden met soodanige lasten ende servituten (= rechten, zoals van overpad) waermede deselve belast sijn ende dat alle achterstaende lasten uit den gelijcken boedel sullen bijbetaelt worden tot Juli aenstaende 1719 ende het gedeelde te houden ende doen houden voor goet vastbondigh ende van waerde onder verbant als naer rechten. Actum den negenden meij 1718. <ondertekend> mij present Gijs Verwiel Lambert Nouwen A. Hoven 1718 |
[bron: Loon op Zand RA Inv. 89 f 232v-233 scan 242] | ||
20-02-1729 | Cornelis Leendert Oerlemans en Peeter Ariens Bastert, geh.m. Hendrien Leendert Oerlemans, sluiten een overeenkomst met Peter Adr. van Gorcum, wed.v. Agnees Leendert Oerlemans. Cornelis en Peeter dragen over aan de weduwnaar alle hafelijke en meubele goederen, die Agnees van hun vader Leendert Oerlemans zijn aanbestorven. De vaste goederen blijven in eigendom van Cornelis en Peeter. |
[bron: Loon op Zand Schepenbank inv 90 f 240v] | ||
29-03-1729 | Gelden van Esch, Joost Huijberts Vermutsert, als vader van zijn kinderen, ook voor het deel van Larens Hendrick Snoeren, Cornelis Leendertsen Oerlemans en Peeter Arienssen Bastert, geh.m. Henderien Leendertsen Oerlemans, allen erfgenamen van Jenneken van Esch, wed. Peeter Geeritsse van der Schoot, overleden te Tilburg, sluiten een overeenkomst met Cornelis van der Schoot, wonende te Tilburg, Elisabeth van der Schoot, wed.v. Glaudi de Roos, ook voor haar twee afwezige broers Peeter en Peeter van der Schoot, en Peeter Bouwens, als voogd van de kinderen van Geerit van der Schoot en Cornelia Bouwens, kinderen van Peeter Geeritsse van der Schoot. Er was een geschil ontstaan over de nalatenschap van Jenneken van Esch, haar broer Arien van Esch en haar man Peeter van der Schoot. |
[bron: Loon op Zand Schepenbank inv 90 f 243v] | ||
31-01-1730 | Gelden van Esch, Joost Huijberts Vermutsert, als vader van zijn kinderen, ook voor het deel van Larens Hendrick Snoeren, Cornelis Leendertsen Oerlemans en Peeter Arissen Bastert, geh.m. Henderien Leendert Oerlemans, allen erfgenamen van Jenneken van Esch, wed. Peeter Geeritse van der Schoot, overleden te Tilburg, sluiten een overeenkomst met Elisabeth van der Schoot, wed.v. Glaudi de Roos, Peeter en Peeter van der Schoot, genoemde Peeter van der Schoot jr. en Wouter Nouwens als voogden van de kinderen van Cornelis van der Schoot en Maria Nouwens, en genoemde Peeter van der Schoot en Peeter Bouwens, als voogd van de kinderen van Geerit van der Schoot en Cornelia Bouwens, kinderen van Peeter Geeritsse van der Schoot. Toelichting: ------------- Broer Jan en zus Neeske zijn niet genoemd in de akte. Jan en Neeske zijn al eerder overleden. in de overeenkomst met de weduwnaar van Neeske is bepaald dat de vaste goederen niet overgaan naar de weduwnaar, wel de hafelijke ende meubele goederen. Misschien vind ik nog een dergelijke overeenkomst t.a.v. broer, mocht die getrouwd zijn en kinderen hebben. |
[bron: Loon op Zand Schepenbank inv 91 f3v] |
08-10-1714 | Peter Ariensse Bastert en Jan Ariensse Bastert verklaren schuldig te zijn aan Leendert Jansse Oerlemans een bedrag van 100 gulden. In de marge staat aangetekend dat deze schuld op 13 december 1735 ingelost is. Toelcihting: Peter Bastert is getrouwd met Hendrien Oerlemans, de dochter van Leendert. Hij en zijn broer lenen dus geld van zijn schoonvader. Als Peeter Arienszoon Bastaart het bedrag en de intrest aflost op 13 dcember 1735, wordt de helft betaald aan de weduwe van Cornelis Oerlemans, ofwel aan zijn schoonzus. Leendert is intussen overleden en de erfgenamen zijn hijzelf en zijn schoonzus. |
[bron: Loon op Zand Schepenbank inv 89 f 100v] |
29-05-1668 | Jan Wouter de Oude, gehuwd met Leijsken Peters, transporteert goederen aan Heijliger, Cornelis en Lendert Jans Oirlemans, broers. Het gaat om 2 percelen zaailand op het Craenven. Het 1e perceel grenzend aan de broers. Ze verplichten zich om jaarlijks 50 gulden te betalen aan de H. Geest van Venloon (ofwel voor de armenzorg), en nog 1 stuiver en 4 penningen in de Dorpslasten. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 80 f 72 scan 88] |
van 1675 tot 1725 | Samenvatting: ---------------- Jan Gerit Claessen de oude van Heijliger Jansse Oerlemans 1/3 part uit een stede met land e akker, groot 16 loopensaet, 18 roeden 3 Pond 11 Stuivers 12 Penningen Cornelis (zijn naam is er voorgezet) Leendert Jansse Oerlemans 1/3 part als den selven van Geerit Cornelis Corstiaenssen 2 Pond 13 Stuivers 3 Penningen Peeter Adriaen Bastert van Leendert Jansse Oerlemans en Geerit Cornelis Corstiaenssen lant noch van de erfgenamen Geerit Cornelis Corstiaensen nieuw lant 2 Pond 13 Stuivers 3 Penningen De weduwe van Cornelis Jansse Oerlemans 1/3 part als noch van de weduwe Peeter Geeritse Couwenlaer lant van de weduwe Corstiaen Jan Borsten 5 Pond 2 Stuivers 2 Penningen De weduwe Peter Cornelis Oerlemans van haar ouders oud en nieuw lant en noch van de weduwe van Cornelis Jansse Oerlemans voor 1/2 3 Pond 15 Stuivers 9 Penningen Toelichting: ------------ Een ordinair verpondingenboek werd voor langere tijd gebruikt, De waarden bleven gelijk. Voor een precieze tijdbepaling dus niet echt geschikt. Ik heb vanuit de omschrijving in het archief: Eind 17e eeuw - Begin 18e eeuw dit vertaald naar 1675-1725. |
[bron: Loon op Zand - Dorpsbestuur Inv. 797 f. 51v] |
11-06-1715 | doop Adriaan Oerlemans (geb. 1715) [zie 32,III] | [grootvader vaderszijde] | [bron: Loon op Zand RK dopen 1711-1731 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 6, pg23)] |
24-12-1714 | Arie van Esch, Peter van der Schoot, geh.m. Jenneke van Esch, Jan Gerit Claessen de oude, geh.m. Angenees (Heijligerus) Oerlemans, dochter van Heijltie van Esch, Leendert Janssen Oerlemans, wed.v. Anneke van Esch, Gelden van Esch, Joost Vermutsert, wed.v. Cornelia van Esch, kinderen van Gelden van Esch, allen erfgenamen va Cornelis Ariens van Esch en Engeltie Hendrix, maken een boedelscheiding. |
[bron: Loon op Zand Schepenbank inv 89 f 113] | ||
09-05-1718 | Samenvatting: ---------------- Cornelis Leendertsen Oerlemans, Peter Adriaensse van Gurcum, gehuwd met Angneta Leendertsen Oerlemans, en Peter Ariensse Bastert, gehuwd met Hendrina Leendertse Oerlemans, kinderen van Leendert Janssen Oerlemans en Anneke van Esch, maken een boedelscheiding. Toelichting: ------------- Jan Leendert Oerlemans is niet genoemd in deze akte. Hij zal voor die tijd overleden zijn. Transcryptie: --------------- Compareerden Cornelis Leendertsen Oerlemans, Peter Adriaensse van Gurcum als in huwder hebbende Angneta Leendertsen Oerlemans, ende Peter Ariensse Bastert, als in huwder hebbende Hendrina Leendertse Oerlemans, alle kinderen ende erfgenamen van Leendert Janssen Oerlemans ende Anneke van Esch, in haer leven echteluyden, ende hebben onder den anderen aengegaen den erfscheijding ende deelingh van alle soodanige erfgoederen als de voorschreven hare ouders met de doot ontruymt ende achtergelaten hebben. Als eersteer is Cornelis Leendertsen Oerlemans bij blinde lote ten deel gevallen het oostelijke gedeelte van t huys tot den Middelweeght ende den stijl daer inbegrepen, staende alhier op t Craenven. Item het oostelijke. gedeelte van den hof, so als die nu afgepaelt is. Item de westenzijde van t hoogh met den verloren kost. Item noch den zijn. den kant van den grooten acker. Noch het westelijke gedeelte van het waeijke. Item noch den acker, genaemt de Korte Vooren, Als mede noch het waeijke op de loop. Item noch het zuijdelijk gedeelte in t perceel, genaemt den Bergh. Noch het oostelijk gedeelte van den heij bodem ende Noch eenen heijbodem gelegen in persoons. Vorder is Peter Adriaense van Gurcum, nomine uxoris (= in naam van de echtgenote), bedeelt ende sal in vollen eijgendom blijven besitten de helft van de hoeve met de landerijen gelegen alhier op de Efterling, soo als den voorschreven haren vader seselve uyt den boedel van sijne vrouwen ouder te deele is bevallen ende gelijk die nu bij den bedeelden wort bewoont, waer toe om kortheijts wille wert gerefereert. Vorders is PeterAriense Bastert nomine uxoris bij blinde lote bedeelt en sal in vollen eijgendom blijven besitten en behouden het westelijk gedeelte van voorschreven huys tot den Middelweeght toe met het westelijk gedeelte van den hof, staende alhier op t Craenven. Item de oostenzijde van den Hoogen Acker ende de noordenzijde van den Grooten Acker, als mede de oostenzijde van het waeyke ende het lant, genaemt De Achterstewaey ende de noordenkant van den Bergh het westeneijndt van den bodem, gelegen in t Moer. Item noch twee kleijne heijbodemkens, het eene teijnde de Moerstraet ende het ander bij den Kraenvensen Bergh. Vorders is bij de condividenten (=deelgenoten) geconditioneert ende besproken dat ider sijne aenbedeelde goederen nu sullen aenvaerden met soodanige lasten ende servituten (= rechten, zoals van overpad) waermede deselve belast sijn ende dat alle achterstaende lasten uit den gelijcken boedel sullen bijbetaelt worden tot Juli aenstaende 1719 ende het gedeelde te houden ende doen houden voor goet vastbondigh ende van waerde onder verbant als naer rechten. Actum den negenden meij 1718. <ondertekend> mij present Gijs Verwiel Lambert Nouwen A. Hoven 1718 |
[bron: Loon op Zand RA Inv. 89 f 232v-233 scan 242] | ||
20-02-1729 | Cornelis Leendert Oerlemans en Peeter Ariens Bastert, geh.m. Hendrien Leendert Oerlemans, sluiten een overeenkomst met Peter Adr. van Gorcum, wed.v. Agnees Leendert Oerlemans. Cornelis en Peeter dragen over aan de weduwnaar alle hafelijke en meubele goederen, die Agnees van hun vader Leendert Oerlemans zijn aanbestorven. De vaste goederen blijven in eigendom van Cornelis en Peeter. |
[bron: Loon op Zand Schepenbank inv 90 f 240v] | ||
29-03-1729 | Gelden van Esch, Joost Huijberts Vermutsert, als vader van zijn kinderen, ook voor het deel van Larens Hendrick Snoeren, Cornelis Leendertsen Oerlemans en Peeter Arienssen Bastert, geh.m. Henderien Leendertsen Oerlemans, allen erfgenamen van Jenneken van Esch, wed. Peeter Geeritsse van der Schoot, overleden te Tilburg, sluiten een overeenkomst met Cornelis van der Schoot, wonende te Tilburg, Elisabeth van der Schoot, wed.v. Glaudi de Roos, ook voor haar twee afwezige broers Peeter en Peeter van der Schoot, en Peeter Bouwens, als voogd van de kinderen van Geerit van der Schoot en Cornelia Bouwens, kinderen van Peeter Geeritsse van der Schoot. Er was een geschil ontstaan over de nalatenschap van Jenneken van Esch, haar broer Arien van Esch en haar man Peeter van der Schoot. |
[bron: Loon op Zand Schepenbank inv 90 f 243v] | ||
31-01-1730 | Gelden van Esch, Joost Huijberts Vermutsert, als vader van zijn kinderen, ook voor het deel van Larens Hendrick Snoeren, Cornelis Leendertsen Oerlemans en Peeter Arissen Bastert, geh.m. Henderien Leendert Oerlemans, allen erfgenamen van Jenneken van Esch, wed. Peeter Geeritse van der Schoot, overleden te Tilburg, sluiten een overeenkomst met Elisabeth van der Schoot, wed.v. Glaudi de Roos, Peeter en Peeter van der Schoot, genoemde Peeter van der Schoot jr. en Wouter Nouwens als voogden van de kinderen van Cornelis van der Schoot en Maria Nouwens, en genoemde Peeter van der Schoot en Peeter Bouwens, als voogd van de kinderen van Geerit van der Schoot en Cornelia Bouwens, kinderen van Peeter Geeritsse van der Schoot. Toelichting: ------------- Broer Jan en zus Neeske zijn niet genoemd in de akte. Jan en Neeske zijn al eerder overleden. in de overeenkomst met de weduwnaar van Neeske is bepaald dat de vaste goederen niet overgaan naar de weduwnaar, wel de hafelijke ende meubele goederen. Misschien vind ik nog een dergelijke overeenkomst t.a.v. broer, mocht die getrouwd zijn en kinderen hebben. |
[bron: Loon op Zand Schepenbank inv 91 f3v] |
08-10-1714 | Peter Ariensse Bastert en Jan Ariensse Bastert verklaren schuldig te zijn aan Leendert Jansse Oerlemans een bedrag van 100 gulden. In de marge staat aangetekend dat deze schuld op 13 december 1735 ingelost is. Toelcihting: Peter Bastert is getrouwd met Hendrien Oerlemans, de dochter van Leendert. Hij en zijn broer lenen dus geld van zijn schoonvader. Als Peeter Arienszoon Bastaart het bedrag en de intrest aflost op 13 dcember 1735, wordt de helft betaald aan de weduwe van Cornelis Oerlemans, ofwel aan zijn schoonzus. Leendert is intussen overleden en de erfgenamen zijn hijzelf en zijn schoonzus. |
[bron: Loon op Zand Schepenbank inv 89 f 100v] |
![]() |
160 Oerlemans Joannes, rk gedoopt op 21 sept. 1672, zoon van Leonardus Joannis en Anna Cornelii - Loon op Zand - Inv. 4 RK Doopboek 1671-1686 - Blad 8 |
09-05-1718 | Samenvatting: ---------------- Cornelis Leendertsen Oerlemans, Peter Adriaensse van Gurcum, gehuwd met Angneta Leendertsen Oerlemans, en Peter Ariensse Bastert, gehuwd met Hendrina Leendertse Oerlemans, kinderen van Leendert Janssen Oerlemans en Anneke van Esch, maken een boedelscheiding. Toelichting: ------------- Jan Leendert Oerlemans is niet genoemd in deze akte. Hij zal voor die tijd overleden zijn. Transcryptie: --------------- Compareerden Cornelis Leendertsen Oerlemans, Peter Adriaensse van Gurcum als in huwder hebbende Angneta Leendertsen Oerlemans, ende Peter Ariensse Bastert, als in huwder hebbende Hendrina Leendertse Oerlemans, alle kinderen ende erfgenamen van Leendert Janssen Oerlemans ende Anneke van Esch, in haer leven echteluyden, ende hebben onder den anderen aengegaen den erfscheijding ende deelingh van alle soodanige erfgoederen als de voorschreven hare ouders met de doot ontruymt ende achtergelaten hebben. Als eersteer is Cornelis Leendertsen Oerlemans bij blinde lote ten deel gevallen het oostelijke gedeelte van t huys tot den Middelweeght ende den stijl daer inbegrepen, staende alhier op t Craenven. Item het oostelijke. gedeelte van den hof, so als die nu afgepaelt is. Item de westenzijde van t hoogh met den verloren kost. Item noch den zijn. den kant van den grooten acker. Noch het westelijke gedeelte van het waeijke. Item noch den acker, genaemt de Korte Vooren, Als mede noch het waeijke op de loop. Item noch het zuijdelijk gedeelte in t perceel, genaemt den Bergh. Noch het oostelijk gedeelte van den heij bodem ende Noch eenen heijbodem gelegen in persoons. Vorder is Peter Adriaense van Gurcum, nomine uxoris (= in naam van de echtgenote), bedeelt ende sal in vollen eijgendom blijven besitten de helft van de hoeve met de landerijen gelegen alhier op de Efterling, soo als den voorschreven haren vader seselve uyt den boedel van sijne vrouwen ouder te deele is bevallen ende gelijk die nu bij den bedeelden wort bewoont, waer toe om kortheijts wille wert gerefereert. Vorders is PeterAriense Bastert nomine uxoris bij blinde lote bedeelt en sal in vollen eijgendom blijven besitten en behouden het westelijk gedeelte van voorschreven huys tot den Middelweeght toe met het westelijk gedeelte van den hof, staende alhier op t Craenven. Item de oostenzijde van den Hoogen Acker ende de noordenzijde van den Grooten Acker, als mede de oostenzijde van het waeyke ende het lant, genaemt De Achterstewaey ende de noordenkant van den Bergh het westeneijndt van den bodem, gelegen in t Moer. Item noch twee kleijne heijbodemkens, het eene teijnde de Moerstraet ende het ander bij den Kraenvensen Bergh. Vorders is bij de condividenten (=deelgenoten) geconditioneert ende besproken dat ider sijne aenbedeelde goederen nu sullen aenvaerden met soodanige lasten ende servituten (= rechten, zoals van overpad) waermede deselve belast sijn ende dat alle achterstaende lasten uit den gelijcken boedel sullen bijbetaelt worden tot Juli aenstaende 1719 ende het gedeelde te houden ende doen houden voor goet vastbondigh ende van waerde onder verbant als naer rechten. Actum den negenden meij 1718. <ondertekend> mij present Gijs Verwiel Lambert Nouwen A. Hoven 1718 |
[bron: Loon op Zand RA Inv. 89 f 232v-233 scan 242] | ||
20-02-1729 | Cornelis Leendert Oerlemans en Peeter Ariens Bastert, geh.m. Hendrien Leendert Oerlemans, sluiten een overeenkomst met Peter Adr. van Gorcum, wed.v. Agnees Leendert Oerlemans. Cornelis en Peeter dragen over aan de weduwnaar alle hafelijke en meubele goederen, die Agnees van hun vader Leendert Oerlemans zijn aanbestorven. De vaste goederen blijven in eigendom van Cornelis en Peeter. |
[bron: Loon op Zand Schepenbank inv 90 f 240v] |
09-05-1718 | Samenvatting: ---------------- Cornelis Leendertsen Oerlemans, Peter Adriaensse van Gurcum, gehuwd met Angneta Leendertsen Oerlemans, en Peter Ariensse Bastert, gehuwd met Hendrina Leendertse Oerlemans, kinderen van Leendert Janssen Oerlemans en Anneke van Esch, maken een boedelscheiding. Toelichting: ------------- Jan Leendert Oerlemans is niet genoemd in deze akte. Hij zal voor die tijd overleden zijn. Transcryptie: --------------- Compareerden Cornelis Leendertsen Oerlemans, Peter Adriaensse van Gurcum als in huwder hebbende Angneta Leendertsen Oerlemans, ende Peter Ariensse Bastert, als in huwder hebbende Hendrina Leendertse Oerlemans, alle kinderen ende erfgenamen van Leendert Janssen Oerlemans ende Anneke van Esch, in haer leven echteluyden, ende hebben onder den anderen aengegaen den erfscheijding ende deelingh van alle soodanige erfgoederen als de voorschreven hare ouders met de doot ontruymt ende achtergelaten hebben. Als eersteer is Cornelis Leendertsen Oerlemans bij blinde lote ten deel gevallen het oostelijke gedeelte van t huys tot den Middelweeght ende den stijl daer inbegrepen, staende alhier op t Craenven. Item het oostelijke. gedeelte van den hof, so als die nu afgepaelt is. Item de westenzijde van t hoogh met den verloren kost. Item noch den zijn. den kant van den grooten acker. Noch het westelijke gedeelte van het waeijke. Item noch den acker, genaemt de Korte Vooren, Als mede noch het waeijke op de loop. Item noch het zuijdelijk gedeelte in t perceel, genaemt den Bergh. Noch het oostelijk gedeelte van den heij bodem ende Noch eenen heijbodem gelegen in persoons. Vorder is Peter Adriaense van Gurcum, nomine uxoris (= in naam van de echtgenote), bedeelt ende sal in vollen eijgendom blijven besitten de helft van de hoeve met de landerijen gelegen alhier op de Efterling, soo als den voorschreven haren vader seselve uyt den boedel van sijne vrouwen ouder te deele is bevallen ende gelijk die nu bij den bedeelden wort bewoont, waer toe om kortheijts wille wert gerefereert. Vorders is PeterAriense Bastert nomine uxoris bij blinde lote bedeelt en sal in vollen eijgendom blijven besitten en behouden het westelijk gedeelte van voorschreven huys tot den Middelweeght toe met het westelijk gedeelte van den hof, staende alhier op t Craenven. Item de oostenzijde van den Hoogen Acker ende de noordenzijde van den Grooten Acker, als mede de oostenzijde van het waeyke ende het lant, genaemt De Achterstewaey ende de noordenkant van den Bergh het westeneijndt van den bodem, gelegen in t Moer. Item noch twee kleijne heijbodemkens, het eene teijnde de Moerstraet ende het ander bij den Kraenvensen Bergh. Vorders is bij de condividenten (=deelgenoten) geconditioneert ende besproken dat ider sijne aenbedeelde goederen nu sullen aenvaerden met soodanige lasten ende servituten (= rechten, zoals van overpad) waermede deselve belast sijn ende dat alle achterstaende lasten uit den gelijcken boedel sullen bijbetaelt worden tot Juli aenstaende 1719 ende het gedeelde te houden ende doen houden voor goet vastbondigh ende van waerde onder verbant als naer rechten. Actum den negenden meij 1718. <ondertekend> mij present Gijs Verwiel Lambert Nouwen A. Hoven 1718 |
[bron: Loon op Zand RA Inv. 89 f 232v-233 scan 242] | ||
20-02-1729 | Cornelis Leendert Oerlemans en Peeter Ariens Bastert, geh.m. Hendrien Leendert Oerlemans, sluiten een overeenkomst met Peter Adr. van Gorcum, wed.v. Agnees Leendert Oerlemans. Cornelis en Peeter dragen over aan de weduwnaar alle hafelijke en meubele goederen, die Agnees van hun vader Leendert Oerlemans zijn aanbestorven. De vaste goederen blijven in eigendom van Cornelis en Peeter. |
[bron: Loon op Zand Schepenbank inv 90 f 240v] |
09-08-1713 | doop Anna Oerlemans (1713-vóór 1761) [zie 32,II] | [tante vaderszijde] | [bron: Loon op Zand RK dopen 1711-1731 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 6, pg14)] | |||
13-12-1728 | doop Neeske Oerlemans (1728-1793) [zie 32,VI] | [tante vaderszijde] | [bron: Loon op Zand RK dopen 1711-1731 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 6, pg92)] |
20-02-1729 | Cornelis Leendert Oerlemans en Peeter Ariens Bastert, geh.m. Hendrien Leendert Oerlemans, sluiten een overeenkomst met Peter Adr. van Gorcum, wed.v. Agnees Leendert Oerlemans. Cornelis en Peeter dragen over aan de weduwnaar alle hafelijke en meubele goederen, die Agnees van hun vader Leendert Oerlemans zijn aanbestorven. De vaste goederen blijven in eigendom van Cornelis en Peeter. |
[bron: Loon op Zand Schepenbank inv 90 f 240v] |
13-12-1728 | doop Neeske Oerlemans (1728-1793) [zie 32,VI] | [aangetrouwde oom vaderszijde] | [bron: Loon op Zand RK dopen 1711-1731 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 6, pg92)] |
09-05-1718 | Samenvatting: ---------------- Cornelis Leendertsen Oerlemans, Peter Adriaensse van Gurcum, gehuwd met Angneta Leendertsen Oerlemans, en Peter Ariensse Bastert, gehuwd met Hendrina Leendertse Oerlemans, kinderen van Leendert Janssen Oerlemans en Anneke van Esch, maken een boedelscheiding. Toelichting: ------------- Jan Leendert Oerlemans is niet genoemd in deze akte. Hij zal voor die tijd overleden zijn. Transcryptie: --------------- Compareerden Cornelis Leendertsen Oerlemans, Peter Adriaensse van Gurcum als in huwder hebbende Angneta Leendertsen Oerlemans, ende Peter Ariensse Bastert, als in huwder hebbende Hendrina Leendertse Oerlemans, alle kinderen ende erfgenamen van Leendert Janssen Oerlemans ende Anneke van Esch, in haer leven echteluyden, ende hebben onder den anderen aengegaen den erfscheijding ende deelingh van alle soodanige erfgoederen als de voorschreven hare ouders met de doot ontruymt ende achtergelaten hebben. Als eersteer is Cornelis Leendertsen Oerlemans bij blinde lote ten deel gevallen het oostelijke gedeelte van t huys tot den Middelweeght ende den stijl daer inbegrepen, staende alhier op t Craenven. Item het oostelijke. gedeelte van den hof, so als die nu afgepaelt is. Item de westenzijde van t hoogh met den verloren kost. Item noch den zijn. den kant van den grooten acker. Noch het westelijke gedeelte van het waeijke. Item noch den acker, genaemt de Korte Vooren, Als mede noch het waeijke op de loop. Item noch het zuijdelijk gedeelte in t perceel, genaemt den Bergh. Noch het oostelijk gedeelte van den heij bodem ende Noch eenen heijbodem gelegen in persoons. Vorder is Peter Adriaense van Gurcum, nomine uxoris (= in naam van de echtgenote), bedeelt ende sal in vollen eijgendom blijven besitten de helft van de hoeve met de landerijen gelegen alhier op de Efterling, soo als den voorschreven haren vader seselve uyt den boedel van sijne vrouwen ouder te deele is bevallen ende gelijk die nu bij den bedeelden wort bewoont, waer toe om kortheijts wille wert gerefereert. Vorders is PeterAriense Bastert nomine uxoris bij blinde lote bedeelt en sal in vollen eijgendom blijven besitten en behouden het westelijk gedeelte van voorschreven huys tot den Middelweeght toe met het westelijk gedeelte van den hof, staende alhier op t Craenven. Item de oostenzijde van den Hoogen Acker ende de noordenzijde van den Grooten Acker, als mede de oostenzijde van het waeyke ende het lant, genaemt De Achterstewaey ende de noordenkant van den Bergh het westeneijndt van den bodem, gelegen in t Moer. Item noch twee kleijne heijbodemkens, het eene teijnde de Moerstraet ende het ander bij den Kraenvensen Bergh. Vorders is bij de condividenten (=deelgenoten) geconditioneert ende besproken dat ider sijne aenbedeelde goederen nu sullen aenvaerden met soodanige lasten ende servituten (= rechten, zoals van overpad) waermede deselve belast sijn ende dat alle achterstaende lasten uit den gelijcken boedel sullen bijbetaelt worden tot Juli aenstaende 1719 ende het gedeelde te houden ende doen houden voor goet vastbondigh ende van waerde onder verbant als naer rechten. Actum den negenden meij 1718. <ondertekend> mij present Gijs Verwiel Lambert Nouwen A. Hoven 1718 |
[bron: Loon op Zand RA Inv. 89 f 232v-233 scan 242] | ||
20-02-1729 | Cornelis Leendert Oerlemans en Peeter Ariens Bastert, geh.m. Hendrien Leendert Oerlemans, sluiten een overeenkomst met Peter Adr. van Gorcum, wed.v. Agnees Leendert Oerlemans. Cornelis en Peeter dragen over aan de weduwnaar alle hafelijke en meubele goederen, die Agnees van hun vader Leendert Oerlemans zijn aanbestorven. De vaste goederen blijven in eigendom van Cornelis en Peeter. |
[bron: Loon op Zand Schepenbank inv 90 f 240v] | ||
29-03-1729 | Gelden van Esch, Joost Huijberts Vermutsert, als vader van zijn kinderen, ook voor het deel van Larens Hendrick Snoeren, Cornelis Leendertsen Oerlemans en Peeter Arienssen Bastert, geh.m. Henderien Leendertsen Oerlemans, allen erfgenamen van Jenneken van Esch, wed. Peeter Geeritsse van der Schoot, overleden te Tilburg, sluiten een overeenkomst met Cornelis van der Schoot, wonende te Tilburg, Elisabeth van der Schoot, wed.v. Glaudi de Roos, ook voor haar twee afwezige broers Peeter en Peeter van der Schoot, en Peeter Bouwens, als voogd van de kinderen van Geerit van der Schoot en Cornelia Bouwens, kinderen van Peeter Geeritsse van der Schoot. Er was een geschil ontstaan over de nalatenschap van Jenneken van Esch, haar broer Arien van Esch en haar man Peeter van der Schoot. |
[bron: Loon op Zand Schepenbank inv 90 f 243v] | ||
31-01-1730 | Gelden van Esch, Joost Huijberts Vermutsert, als vader van zijn kinderen, ook voor het deel van Larens Hendrick Snoeren, Cornelis Leendertsen Oerlemans en Peeter Arissen Bastert, geh.m. Henderien Leendert Oerlemans, allen erfgenamen van Jenneken van Esch, wed. Peeter Geeritse van der Schoot, overleden te Tilburg, sluiten een overeenkomst met Elisabeth van der Schoot, wed.v. Glaudi de Roos, Peeter en Peeter van der Schoot, genoemde Peeter van der Schoot jr. en Wouter Nouwens als voogden van de kinderen van Cornelis van der Schoot en Maria Nouwens, en genoemde Peeter van der Schoot en Peeter Bouwens, als voogd van de kinderen van Geerit van der Schoot en Cornelia Bouwens, kinderen van Peeter Geeritsse van der Schoot. Toelichting: ------------- Broer Jan en zus Neeske zijn niet genoemd in de akte. Jan en Neeske zijn al eerder overleden. in de overeenkomst met de weduwnaar van Neeske is bepaald dat de vaste goederen niet overgaan naar de weduwnaar, wel de hafelijke ende meubele goederen. Misschien vind ik nog een dergelijke overeenkomst t.a.v. broer, mocht die getrouwd zijn en kinderen hebben. |
[bron: Loon op Zand Schepenbank inv 91 f3v] | ||
13-03-1751 | Eeltie van Gorkum, wed.v. Willem Bastert, en Hendrina Oerlemans, wed.v. Peter Bastert, maken een boedelscheiding van goederen van Peeter Ariese van Gorkum. | [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 98 f 23] |
08-10-1714 | Peter Ariensse Bastert en Jan Ariensse Bastert verklaren schuldig te zijn aan Leendert Jansse Oerlemans een bedrag van 100 gulden. In de marge staat aangetekend dat deze schuld op 13 december 1735 ingelost is. Toelcihting: Peter Bastert is getrouwd met Hendrien Oerlemans, de dochter van Leendert. Hij en zijn broer lenen dus geld van zijn schoonvader. Als Peeter Arienszoon Bastaart het bedrag en de intrest aflost op 13 dcember 1735, wordt de helft betaald aan de weduwe van Cornelis Oerlemans, ofwel aan zijn schoonzus. Leendert is intussen overleden en de erfgenamen zijn hijzelf en zijn schoonzus. |
[bron: Loon op Zand Schepenbank inv 89 f 100v] |
13-03-1751 | Eeltie van Gorkum, wed.v. Willem Bastert, en Hendrina Oerlemans, wed.v. Peter Bastert, maken een boedelscheiding van goederen van Peeter Ariese van Gorkum. | [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 98 f 23] |
08-10-1714 | Peter Ariensse Bastert en Jan Ariensse Bastert verklaren schuldig te zijn aan Leendert Jansse Oerlemans een bedrag van 100 gulden. In de marge staat aangetekend dat deze schuld op 13 december 1735 ingelost is. Toelcihting: Peter Bastert is getrouwd met Hendrien Oerlemans, de dochter van Leendert. Hij en zijn broer lenen dus geld van zijn schoonvader. Als Peeter Arienszoon Bastaart het bedrag en de intrest aflost op 13 dcember 1735, wordt de helft betaald aan de weduwe van Cornelis Oerlemans, ofwel aan zijn schoonzus. Leendert is intussen overleden en de erfgenamen zijn hijzelf en zijn schoonzus. |
[bron: Loon op Zand Schepenbank inv 89 f 100v] |
24-09-1721 | doop Jenneke Oerlemans (1721-1771) [zie 32,V] | [aangetrouwde oom vaderszijde] | [bron: Loon op Zand - Inv. 6 Doop- en trouwboek 1711-1731 - blad 57] |
03-02-1634 | Craenven, Loon op Zand (Pdf RAT. Loon op Zand. R 66 f 48v d.d. 3-2-1634. Jan sone Jan Adriaen Zuenen de helft hem als hij seijde toebehoirende in eenen sloot gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven tusschen zijnen Jans erffenisse aen deene zijde ende tusschen erffenisse Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans etc. sHeerenstraete ende Duijcxe Hoeve etc. Supportavit Jan sone Jan Cornelis Oirlemans voorn. Dies soe heeft de selve Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans geloift ut debitor etc. dat hij den gemeijne waterlaet door den selven sloot tegenwoirdich loopende ten eeuwige dagen alsoe sal onderhouden, dat den transportant zijne oiren, erven ofte naecomelingen egeen hinder oft schaede ten sij van boeten, breucken, schaede, intresten oft anderssins nijets ter werelt, ende sal overcomen in eeniger manieren etc. Testes Ghijsbert Claessen ende Bastiaen Stoffelen den 3e februarij 1634. Toelichting: ------------ De stede is hier niet genoemd. De sloot ligt tussen de Heerenstraat en de Duiksche Hoeve in t Craenvan, ofwel het gebied, zoals dat in 1641 (onder Adres) beschreven is.) |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 66 f. 48v] | ||
08-12-1639 | Craenven, Loon op Zand (Jan wijlen Jan Cornelis Oirlemans geeft als onderpand zijn stede op t Craenven.) | [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 69 f 68v] | ||
04-04-1641 | Craenven, Loon op Zand (Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans belooft chijns te betalen uijt eenen stede lants te weten huijs, brouwhuijs, schuere, hoff, grondt ende lant daer achter aenliggende ende toebehoirende 20 loopensaeten oft daer omtrent int geheel begrijpende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven tusschen erffenisse van Jan Janssen Zuenen aen deene zijde oistwaerts ende tusschen erffenisse Denijs Janssen erffgenaemen ende meer andere aen dandere zijde westwaerts, streckende van sheerenstraete zuijtwaert tot aen den heije van Duijcxe Hoeve noirtwaerts, soe hij seijde. Hij betaalt ook uit een akker van 10 lopensaet, ofwe l 2,1 ha. Alles bij elkaar een gebied van 6,3 hectaren, een gebied van 800x800m. Toelichting: de stede met land is 20 lopensaten groot, ofwel 20x 0,21ha = 4,2 hectaren. Voor de ligging: het gebied de Duikse Hoeve is er nog steeds. Van ’s Heerenstraete in het zuiden tot de hei van de Duikse Hoeve in t noorden. Ik denk dan aan de Bergstraat/Middelstraat in het zuiden tot de Duikse Hoeve. Het gebied ertussenin is deel van het Craenven.) |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 69 f 161v/162v] | ||
09-05-1648 | Craenven, Loon op Zand (Jan Jan Cornelis Oirlemans staat voor zijn schuld in met zijn stede lants alhier op t Craenven.) | [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 73 f. 35r en v] |
van 11-01-1642 tot 13-05-1642 | Schepen (Jan Janssen Oirlemans, schepen der Heerlicheijt van Venloon. In de akte van 13 mei 1642 is ook Jan Cornelis Peter Oirlemans als schepen genoemd.) |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 70 f. 6r/v dd. 11 jan. 1642, Loon op Zand - Schepenbank Inv. 70 f. 21r/22r dd. 13 mei 1642] | ||
07-01-1649 | Bedeheffer (Op heden den 7e januarij 1649 soe hebben Jan Janssen Oirlemans ende Wouter Adriaens als bedeheffer hennen eedt gedaen. Testes ut supra.) |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 72 f 128v] |
16-01-1654 | Samenvatting: ---------------- De erfgenamen van Leendert Goossen van den Hove en Antonisken Jan Stevens doen afstand van een hooij- en weiland van 2 morgen groot in Baardwijk, ten gunste van Adriaen Gerit Cornelissen Couwenberch op 16 januari 1654. Zoon Goossen is present, ook namens zijn broers en zussen, zijn stiefvader Willem Eelants van Spaendonck, op basis van een procuratie, afgegeven op 6 mei 1653 door de schepenen van Venloon. Toelichting: ------------ Wie is de begunstigde, heeft hij iets te maken te maken met de familie? Adriaen Gerit van de Couwenberch is de 2e man van Lijsbeth Jan Cornelis Oerlemans. Lijsbeth is een zus van Jan Jan Oerlemans, getrouwd met Agneesken van den Hoven. Waarom de familie afstand doet, waarom ze hem dit gunnen, weet ik niet. Over het stuk land: Met een grootte van 2 morgens. De Bossche morgen was 9930 m2, dus bijna een hectare. Weet niet zeker of in Baardwijk ook met deze maateenheid gerekend is. Maar wel een behoorlijk stuk land. De locatie van het hooi of weiland: over de Hoogeindse Wetering, tussen de Fra Camp en land van het convent van de Doncq, vanaf de Hoogeindse Wetering tot aan de Hool Graeve toe. Helaas ben ik te weinig bekend met Baardwijk. De kaart van Baardwijk van 1866 geeft mij geen aanknopingspunten. Transcriptie: --------------- Compareerde voor de ondergeschreven Schepenen der Heerlicheijt van Baardwijck, Goossen Lenaertsen van Hooff, woonende binnen de jurisdictie der heerlicheijt van Venloon, dat men noempt Loon op Zant, soo voor hemselve, als mede voor soovele des noot sij last ende procuratie hebbende van Willem Eelants van Spaendonck, naegelaten weduwer wijlen Antonisken Jan Stevens dochtere, die voortijts huijsvrouwe was van wijlen Lenaert Goossens van den Hove, .. gedaen van Steven, ende Jan, gebroeders, zonen wijlen Lenaert ende Antonisken voorgenoempt, oock van Jan Janssen Oerlemans, als man ende momboir van Agneesken (van den Hove), sijn huijsvrouwe, ende Meerten joosten van Cuyck, als man ende momboir van Maeijken de jonge, sijnen huysvrouwe, gesusteren, dochteren des voorsegden wijle Lenaerts ende Antonisken, mede van Wouter Laureijssen, naegelaten weduwer wijen Maeijken de Oude, oock dochtere des voorschreven Lenaerts ende Antonisken, soo in dien qualiteijt voor hen selven, als mede hen fort ende sterckmaeckende voor sijne vijf onmondige kinderen, bij hem ende de voorschreven wijlen Maeijken de Oude tesaemen verweckt, ende van de voorschreven Steven Lenaerts van den Hove ende Gijsbrecht Hendricxsen, als wittige momboir van de onmondige kinde van wijlen Lijsken, insgelijcken, dochtere des meergenoemden wijlen Lenaerts ende Antonisken, verweckt bij Hendrick Hendrick Hendricxen, int bij wesen ende overstaen van den selven Hendrick, vader van desselven onmondige kinde, ende oock dieselve Hendrick als naegelaten weduwer van de voorschreven wijlen Lijsken voor hemselven, wesende dieselve procuratie voor Peeter Corstiaenssen ende Cornelis Claessen Bastaers, Schepenen in Venloon gepasseert, ende door Koomans in absentie van de Secretaris als Substituyt gestipuleert, in date den sesten meij des voorleden Jaers 1653, ons schepenen behoorlijcke geteeckent, ende besegelt gebleken, ende heeft in dier qualiteijt wettelijck vetegen, bij maniere van pe..tatie ende erfmangelinge, sulcx hij doet bij desen op seecker stuck hoy ofte weijlants, twee morgen of daeromtrent groot sijnde, gelegen onder de voorsegde van Baerdwijck over de Hoocheijntse Weteringe, tusschen den fra camp (?) aende oistenzijde, ende de erfenisse van t convent van de Doncq aen de westenzijde, streckende van de voorsegde weteringe af noortwaert op totten hool graeve toe, met alle dijcke, tuyen, sloot, maese ende weteringe, schouwen ende nabuerlijcke rechten daertoe ende over naer costume locael behooren, ende op alsulcke brieven ende voorwaerden als daer egeen recht aen te behouden, of te vermeten in eniger manieren, soo geloofden den voorsegden comparant, dese voorschreven erfenisse te vrijen gewaeren, nae de Rechte van de Lande, als een vrij, eijgen erve ende een volboden, op generael verbant daersijns comparants persoon ende goederen, roerende ende onroerende, hebbende ende vercrijgende, soo in Hollant, Brabant als allonium elders gelegen, subjecten, dieselve alle Rechten ende Rechteren om ofter naemales eenige pachten, renten, chijnssen, of andere calangien op quamen, bij den voornoemden Adriaen sone wijlen Gerit Cornelissen Couwenberch in sulcken gevalle sijn guarand t’allertijt voor hem ende sijne naecomelingen daerachter verhaelen, als sijnde vrij lant, uijtgenomen Dorps loop ende Commer ende Verpondinge, die vandaer deses af voorthaen sullen blijven tot laste van den voorsegden Adriaen sone wijlen Gerit Cornelissen Couwenberch, allen sonder arch oft list ende in oirconde dese bij Schepenen van Baerdwijk. Onderteeckent desen 16e Januari 1654, Cornelis Peeterssen Joost Janssen Kouenberch getaxeert bij Schouth ende Gerechten op 450 f. (florijnen, guldens) 11 gulden - 5 stuijvers (40e penning) |
[bron: Baardwijk - Dorpsbestuur 1652-1667 Inv. 144 akte 47 f. 28v-29r scan 32] |
20-02-1641 | Pdf RAT. 781 Loon op Zand. R 69 f 146r/147r d.d. 20-2-1641. Alsoe geschaepen was defterent en questie op te staen tusschen Mijn Genaedige Heere Mijn heere den Grave van Bochoven, Borchgraeff van Aelst, Heere van Loon ter eenre. Ende schouteth, schepenen ende regeerders van Venloon weghen der selver gemeijnte in dijer qualiteijt ter andere zijden. Ter saecken van de contributien, lasten ende ongelden, soe van oudts als naer het overgaen der Stadt van ’s Hsertogenbossche op de Landen, thienden ende moelens gestelt, ende onder andere over een taux van 30 st. op ijeder mud gerstcorens van de thienden ende eenen gulden op het mud van het het coren van de moelens, ende dooffcoren naer advenant. Midtsgaeders van den achterstel van den voorst. taux t sedert den jaere 1630 tot desen daege ten laste van Sijne Gen. thienden ende moelens verschenen vuijt wijsens de acte van heeren staeten van Hollant vuijtgesouden ende tot betaelinghe van welcke de ontfanger van dijen mijns welgemelte Heere thiende ende moelens interpelleerden ende praemden ende van alle welcke voorst. lasten sijne welgemelte Gen. sustineerden dat die regeerderen van Loon achtervolgens de geloefte bij henne voorsaeten in de hulinge van sijnen welgemelte heer vader gedaen hem souden affdraeghen ende soe betaelen dat sijn Gen. thienden ende moelens daer over nijet voirder en worden gemolesteert. Waer tegens soe van weghen de voorst. regeerders wordde geseeght het selve hen nijet aen te gaen. Noch hen werck oft seijt twesen. Waeromme soe er over swaerder proces stonde te verwachten. Eerst dat partijen over desen int minnelijck zijn veraccordeert ende overdraeghen in manieren naervolgende. Ierst dat sijne welgemelte Gen. sonder preindicie van sijne geallegeerde vrijheijt ende acte van hullinghe tot soulagement van de voorst. lasten, achterstel van dijen ende gemeijnte jaerlijcx sal contribueren ende geven aen de regeerders voorst. eene somme van vijffenseventich guldens, alle jaer den 25e decembris ende voor den ijersten termijn den 25e decembris deses jaers 1641 ijerstcomende, ende daertoe eene somme van hondert ca. guldens eens te betaelen tot paesschen toecomende ende dat boven het prouffijt ende genoth van weijen der gronden ende andere gerechticheijden aen de gemeijnte bij de voorst. acte van hulinge in voortijden gegunt ende gegeven. Alle dweclke de voorst. gemeijnte sal hebben ende behouden als tot date deser is geschiedt, daer en boven soe sullen de voorst. regeerderen alnoch moeghen stellen des heeren moelens tot voldoeninge van den voorst. taux wegen de hoochgemelte heeren staeten gedaen ijeder moelen in ijeder boeck van dorpslasten 37 st. 2 oirt, ende voirder nijet. De welcke sullen beginnen den ijersten januarij deses jaers 1641 lestelden, aer tegens de voorst. schouteth, schepenen ende regeerders van Venloon sullen mijn genaedighe heere zijnen casteele, hoven ende drije ackers daeraenliggende te weten den acker aen de Doelen ende twee ackers achter den hoff gelegen sijne Gen. persoon, familie ende huijsgenoten, midtsgaeders deselffs peerden ende beesten, thienden ende moelens van alle ongelden, lasten, contributien, beden, redemptien ende imposten mede van den voorst. taux, ende alle andere lasten hoedanich die mochten genoempt wordden, vrije houden ende exempteren ende allen de selve midtsgaeders de achterstellen van dijen alsoe draeghen ende betaelen dat sijne gen. goedere, thienden ende moelens nijet en wordden gemolesteert oft geinterpelleert in eeniger manieren. Behoudelijck nochtans dat ingevalle in toecomende tijden den impost van wegen de gemeijnte nijet en werdde gepacht oft gecollecteert dan bij particuliere persoonen sal alsdan mijn genaedighe heere zijnen impost gehouden zijn te draeghen ende te betaelen, ende daertegens van de voorst. 75 guldens jaerlijcx bij sijne Gen. geloeft, afftrecken ende genieten vijfftich guldens jaerlijcx. Daerenboven is mede besproken ende gecondioneert dat ingevalle door veranderen van tijden de voorst. lasten ende naementlijck den voorst. taux quaemen te cesseren oft de selve lasten op anderen voet ende manieren wordden gestelt oft gevonden dat alsdan desen accoirde sal wesen doot ende tenijet ende de voorst. contractanten sullen zijn ende blijven in hen geheel soe van henne oude gerechticheijden, prelegeijen als andere exemptien. Ende dit alles promisiondelijcken tot ende ter wijlen sijne welgemelte Gen. oft de voorst. regeerders des in toecomende tijden wilden herroepen. Behoudelijck dat in cas van herroepen sijne Gen. oft desselffs goederen, thienden ende moelens egheene vuijtgescheijden van allen de voorst. lasten ende achterstel van den beginne aff totten daege vaqn de renocatie verschenen nijet en sal oft en sullen wordden gemolesteert. Gelovende de voorst. contractanten in henne respective qualitiejt dese onderteeckent hebbende dit voorst. accoirdt, vast, steedich ende van weirden te houden ende doen ende laeten houden sonder daer tegens te comen in recht ofte daer buijten, in eeniger manieren alles op verbant van henne respective persoonen ende allen henne goederen, hebbende ende vercrijgende. Ende des toriconden dese bij hen onderteeckent, op ten 20e februarij anno 1641. W.G. M. Cannaerts. Ghijsbert Claessen Buennen. Thomas Thomassen. Dirck van Duppen. Cornelis Hendrick Rombouts. Jan Jan Cornelis Oerlemans. Aerdt Janssen de Hooch, borgemeester. Het hantmerck van Aert Jan Janssen Stevens. Heijliger Dierck van Grevenbroeck. Mij present D. Coomans |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 69 f 146r/147r] | ||
van 04-04-1641 tot 04-04-1703 | RAT. 781 Loon op Zand. R 69 f 161v/162v d.d. 4-4-1641. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans heeft geloeft als schuldenaer principael Jo. Matthijs Cannaerts, schouteth tot Venloon eenen jaerlijcxen ende erffelijcke chijns van vijffthien ca. guldens den ca. gulden tot 20 st. ende den stuijvers tot 2 grootten vlaems goet gancbaer gelt het stuck gerekent te geven ende te vergelden alle jaer erffelijck den derden dach aprilis vrije van alle beden, commeren, schattingen ende lasten. Soe ordinaris als extraordinaris, innegestelt oft noch naemaels innegestelt te wordden egeene vuijtgescheijden ende voorden 1e dach van betaelingen den derden aprilis des jaers 1642, van ende vuijt eenen stede lants te weten huijs, brouwhuijs, schuere, hoff, grondt ende lant daer achter aenliggende ende toebehoirende 20 loopensaeten oft daer omtrent int geheel begrijpende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven tusschen erffenisse van Jan Janssen Zuenen aen deene zijde oistwaerts ende tusschen erffenisse Denijs Janssen erffgenaemen ende meer andere aen dandere zijde westwaerts, streckende van sheerenstraete zuijtwaert tot aen den heije van Duijcxe Hoeve noirtwaerts, soe hij seijde. Ende heeft de voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans als schuldenaer principael op hem ende op allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende, geloeft den voorst. chijns van 15 ca. gld. jaerlijcx den voirn. Joncker Matthijs Cannaerts te waeren als men erffchijns schuldich is te waeren ende het voorst. onderpant voir de jaerlijckse betaelinge dese voorst. chijns altijt goet, seecker, genoch ende weldoegende te houden ende te maecken. Met conditien hier inne toegedaen dat de voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans den voorst. chijns van 15 ca. gld. sjaers tseffens ende tenemael sal moegen lossen ende quijten metter somme van tweehondert ende vijfftich ca. guldens in gelde ende munte ten tijde van aflossinge binnen der stadt van ’s Hertogenbossche cours ende ganck hebbende metten jaer chijns ende achterstel in tijden van den aflossingen ten achter ende onbetaelt staende. Behoudelijck soe sal de voorst. Jan den los een vierendeel jaers te voirens rechtelijck opseggen ende vercondigen. Ende heeft Lenaert sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans hem borge ende cautionaris aen Jo. Mathijs Cannaerts als schuldenaer principael den voorst. chijns van 15 ca. gld. jaerlijcx hem oijck te waeren naer rechts behoiren ende dat op verbintenissen van zijnen persoon ende allen zijne goederen hebbende ende vercrijgende ende specialijcken op verbant van zijne stede lants met haere toebehoirten gelegen binnen deser heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven tusschen erffenisse der erffgenaemen van Denijs Janssen ende meer anderen ex voto ende tusschen erffenisse van Jan Cornelis Adriaens ex ali... westwaerts, streckende van sheerenstraete totte heije van den Duijcxse Hoeve voorst. Dies soe heeft de voorst. Jan gelover op verbintenissen als voor geloeft den voorn. Lenaerden zijnen borge te imdemneren, costeloos ende schadeloos te houden ende wel te quijten. Testes Ghijsbert Claessen et Thomas Thomassen den 3e aprilis 1641. In marge: Joncker Matijs van Cannaert dese ondertekent hebben bekent ende verclaert dat de capitale somme met den verschenen intersten van dien aen hem geschoten ende gerestitueert sijn oversulcx consenteren in de cassatie deses. Actum Loon den 4 april 1703. W.G. M. van Cannart. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 69 f 161v/162v] | ||
07-12-1641 | RAT. 781 Loon op Zand. R 69 f 196r/v d.d. 7-12-1641. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans heeft geloeft als schuldenaer principael Jan Florissen de jonge, heijlige geestmeester tot Venloon tot van den taeffelen des heijlige geest alhier eenen jaerl. ende erffel. chijns van sess ca. guldens, den ca. gulden tot 20 st. ende den stuijver tot twee grootten vlaems goet gancbaer gelt het stuck gereckent, te geven ende te vergelden alle jaere erffelijcke den sesten dach der maent december vrije van alle beden, commeren, schattingen ende lasten, soe ordinaris als extraordinaris, innegestelt oft noch naemaels ingestelt te wordden egeene vuijtgescheijden ende voor den 1e dach van betaelinge den 6e decembris 1642, van ende vuijt eene stede lants te weten huijs, brouwhuijs, schueren, hoff, grondt ende lant daeraenliggende ende toebehoirende twintich loopensaeten oft daer omtrent int geheel begrijpende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven tusschen erffenisse van Jan Janssen Zuenen aendeene zijde oistwaerts ende tusschen erffenisse van wijlen Denijs Janssen erffgenaemen ende meer andere aen dandere zijde westwaerts, streckende van sheerenstraete zuijtwaerts aff aen tot aen den goederen van den Duijcxse hoeve noirtwaert. Ende noch van ende vuijt eenen ackerlants thien loopensaeten oft daer omtrent int geheel begrijpende gelegen aldaer over de straete tusschen erffenisse van Corstiaen Jan Borsten aen deene zijde oistwaerts ende tusschen erffgenaemen van de kinderen ende erffgenaemen wijlen Jan Goijaerts aen dandere zijde westwaerts, streckende metten eenen eijnde aen erffenisse Corstiaen voorgen. ende metten andere eijnde den sheerenstraete, soe hij seede. Ende heeft de voorst. Jan op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende geloeft den voorst. chijns van sess gld. jaerlijckx den voorn. heijlige geest te waeren als men erffchijns schuldich is te waeren ende de voorst. onderpanden voor de jaerlijcxse betaelinge des voorst. chijns altijt goet seecker genoech ende weldoegende te houden ende te maecken. Met conditien hier inne toegedaen dat de voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans den voorst. chijns van sess ca. gld. sjaers tseffens ende tenemael sal moegen lossen ende quijten metter somme van hondert ca. guldens in gelden ende munten ten tijden van de afflossinge binnen der Stadt van ’sHertogenbossche cours ende ganck hebbende metten jaerchijns ende achterstel ten tijde van de selve afflossinge ten achteren ende onbetaelt staende. Behoudelijck soe sal de voors. Jan geloever den los een vierendeel jaers te voirens rechtelijcken opseggen ende vercondigen. Testes Thomas Thomassen et Heijliger Diercxssen van Grevenbroeck den 7e december 1641 |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 69 f 196r/v] | ||
13-05-1642 | Pdf RAT. 781 Loon op Zand. R 70 f 21r/22r d.d. 13-5-1642. Wij schouteth, schepenen, raedtmannen, borgemeesteren, kerckmeesteren, heijlige geestmeesteren ende eensdeels van den gequalificeerste ende meest geguede innegesetenen der heerlicheijt van Venloon dat men noempt Loon op Sant, representerende tgeheel corpus der selver heerlicheijt, als te weten wij Jo.r. Matthijs Cannaerts, schouteth, Ghijsbert Claessen Buennen, Dierck Govaerts van Duppen, Thomas Thomassen Egmonts, Aert sone Jan Janssen Stevens, Heijliger sone wijlen Dierck Raessen van Grevenbroeck, Jan Janssen Oirlemans, Cornelis Henrick Rombouts, Jan Eelens van Spaendonck, Dingeman Jan Joosten, Jan Cornelis Peter Oirlemans, Jan Willem Ghijsberts, Huijbert Joost Huijberts Verhaegen, Peter Janssen Bijster ende Adriaen Janssen Smidt, altesaemen oude ende nijeuwe schepenen ten jaergedinge lestleden ter vierschaere geseten hebbende. Jan Geeridt Jan Geeritssen, Geeridt Cornelis Corstiaens ende Joost Aert Joosten, borgemeesters; Willem Jan Adriaens ende Peter Cornelis van Esch, kerckmeesteren; Jan Floris Hendricxssen de jonghe ende Andries Adriaen Aertssen van Besauwen heijlige geestmeesters; Goijaert Geeritssen van Duppen, stadhouder; Mr. Dierck Coomans, secretaris, Aert sone wijlen Jan Diercxssen de Hooghe ende Sijmen Diercxssen Buennen, naegebueren; allen respective regeerderen ende innewoonderen deser voorst. heerlicheijt van Venloon doen condt eenen ijegelijcke, certificeren voor de gerechte waerheijt dat wij in den naeme van ons selven ende van onser voirst. gemeijndere heerlicheijts wegen, ende elck van ons onverscheijden ende een voor al geloeft hebben Heeren Engelbert van IJmmersele, Grave van Bouckhoven, Heere van Loon etc. als patroon ende collecteur van het beneficie van Ste. Lucie gefundeert op den casteele van Loon ten behoeffne van den selven beneficie eenen jaerlijcxse ende erffelijcken chijns van drije gld. 10 st. den gld. tot 20 st. ende den st. tot 2 grooten vlaems goet gancbaer gelt het stuck gerekent, te geven ende te vergelden alle jaer vrije van alle lasten, schattingen ende impositien soe ordinaris als extraordinaris innegestelt oft noch naemaels innegestelt te wordden, egeene vuijtgescheijden, opten casteele van Loon den 8e dach der maent meije ende voorden 1e dach van betaelinge den 8e meije des jaers 1643. Daar voor verbindende een voor alle onse persoonen ende goederen ende onse andere innegestenen persoonen ende goederen nu present ende toecomende, soe waer die gelegen zijn oft bevonden sullen wordden, egheene vuijtgesondert. Gelovende daerenboven een voor al op verbant als voor den voorst. chijns van 3 gld. 10 st. sjaers mijn welgemelte heere Grave van Bouchoven ten behoeffne van het voorst. beneficie te waeren als men erffchijns schuldich is te waeren. Met conditien nochtans hier inne toegedaen, dat de regeerderen deser voorst. heerlicheijt den voorst. chijns van 3 gld. 10 st. jaerlijcx tseffens ende tenemael sullen mogen lossen ende affquijten metter somme van 60 ca. gld. in gelde ten tijde van de lossinge binnen der stadt van sHertogenbossche cours ende ganck hebbende metten jaer chijns ende achterstel alsdan ten achteren ende onbetaelt staende. Behoudelijck soe sullen de voorst. regeerderen den los een halff jaer te voirens richtelijck opseggen ende vercondigen. Ende staet te weten dat de capitaele penningen van desen chijns gecomen ende geprocedeert zijn van eenen gelijcke chijns van 3 gld. 10 st. jaerlijcx, die wijlen Jan Willemssen Weerdt ten behoeffne van het voorst. beneficie vuijt zijne stede lants opten Ketshoevel (=Kaatsheuvel) gelegen opten 6e october 1619 geloeft hadde ende bij Adriaen Cornelis Oirlemans opten 8e october lestleden aen handen mijns welgemelte heere Grave in der qualiteijt als voor gelost is ende nu wedseromme ten behoeffne van het voorst. benefcie op het corpus deser heerlicheijt beleeght heeft. Allet sonder argelist. Ende want onse voorst. heerlicheijt egeenen gemeijnen dorps zegel en is hebbende, soe hebben wij Ghijsbert Claessen Buennen ende Dierck van Duppen, schepenen voorgen. ten versuecke ende bij gemeijn consent van schouteth, schepenen ende andere respecterende het corpus der voorst. heerlicheijt onse propere zegelen etc. Op ten 13e maij 1642. W.G. Ghijsbert Claessen Buennen. Dirck van Duppen. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 70 f. 21r/22r] |
20-07-1626 | Samenvatting: ---------------- 1e akte: Jan Peters in den Thuyn, namens Mattheeus Janse Berchmans, heeft voor de heemraden van Besoyen, een hooiland van 7 hond in Besoyen gelegen, overgedragen. Het geld is door Jan Cornelis Oirlemans (zijn schoonzoon) ontvangen. Dat is gedaan om te voorkomen, dat de jaarlijkse lasten op Mattheeus zouden blijven vallen. Zo staat nu voor de schepenen van Venloon, Willem Mattheus Jansen Berchmans, als voor de helft erfgenaam van de goederen van zijn vader, en heeft dit bevestigd ten behoeve van de kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans (de vader van Willem, en ook Jan Cornelis zijn overleden). Dit om de positie van Jan Willem Zuenen (de koper, verwacht ik) te versterken. 2e akte: Thonis Wouter Geeritssen met Adriaen, Willem, Schalcken en Peeter, zijn broers, hadden beloofd om aan Matheeus Janssen Berchmans jaarlijks te betalen een cijns van 12 gulden op 7 februari, de 1e keer in 1625. Dit voor een erfenis met timmering (ik denk: een huis met houten aan -of bijbouw), liggend op ’t Hoekske. 3e akte: Willem, zoon van wijlen Mattheeus Jansse Berchmans aan de ene kant, en Jan Willem Zuenen, als voogd van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans en Adriana Mattheus Janse Berchmans, aan de andere kant, hebben een deling gemaakt van een schepenbrief van 100 gulden, ten laste van Cornelis Jan Weerdts, en van de helft van een jaarlijkse rente van 12 gulden, op de goederen van de erfgenamen van Wouter Geeritsen, in ’t Hoekske gelegen. De schepenbrief en de helft van de rente zijn aanbestorven bij de dood van Mattheus Janssen Berchmans. De helft van de rente is voor Willem, en de kinderen vertegen (van vertijgen= afstand doen). Met het voorbehoud dat de helft van de rente tijdens het leven van zijn moeder, Jenneke Lenaert aen ’t Sant, bij haar in tocht zal blijven (zij daar nog recht op zal hebben). De schepenbrief komt in handen van de kinderen. Toelichtig: ----------- Na het overlijden van Matheeus Jansse Berchmans en Jan Cornelis Oirlemans is het blijkbaar nodig om een aantal zaken vast te leggen. Jan Cornelis Oirlemans is getrouwd met de Adriaentken, de zus van Willem. Dus eigenlijk gaat het over de rechten en de deling tussen Willem en zijn zus van de goederen van hun vader. Zoals het hooiland te Besoyen, dat verkocht is aan Jan Willem Zuenen. Zoals ook: de kinderen van Wouter Geeritsen verklaren dat aan Matheeus Jansse elk jaar betaald zou worden voor hun huis in ’t Hoekske. Als laatste akte is de verdeling van een schepenbrief en de helft van de opbrengst van het huis aan ’t Hoekske geregeld tussen de erfgenamen van Matheeus Jansse Berchmans. Hierbij is bepaald dat de weduwe dit recht tot haar dood zal bezitten. De weduwe is hier met name genoemd: Jenneke Lenaert aen ’t Sant. Transcryptie: --------------- RAT. Loon op Zand. R 64 f 64r d.d. 20-7-1626. Condt zije eenen iegelijcken. Alsoe Jan Peters in den Thuijn ten behoeffne van Matheeus Janssen Berchmans voor heemraeders der ambachtsheerlijcheijt Besoijen hadde opgedraegen ende overgegeven een stuck hoijlants seven hont off daer omtrent int geheel begrijpende, gelegen in de voorst. ambachtsheerlijcheijt, oistwaert de Heere van Tilborch, zuijtwaert Goijaert Claessen, westwaert Ghijsbrecht Hendrick Wouters alias Span, ende noirtwaert den schouwsloot. Sonder dat de voorst. Matheeus Janssen tot betaelinge van den selven hoijlande gelder off stuijver hadde gefimeert, maer wel ter contrarien waeren allen de cooppenningen geschoten ende getelt door handen van Jan Cornelis Oirlemans. Sijnde de voorst. opdrachte oft gifte ten behoeffne van den voorst. Matheeus Janssen bij kennisse van de voorst. Jan Cornelis alleen geschiedt om te verhueden zeeckere oncosten die jaerlijcx op den voorst. hoijlande gevallen ende geresen souden hebben, soe verre het selven ten behoeffne van den selven Jan getransporteert hadde geweest. Soe is gestaen voor schepenen ondergeschreven Willem sone Matheeus Janssen erffgenaem voor deene hellicht van den selven Matheeus, ende heeft op het voorst. stuck hoijlants tsaemen op allen schepenen letteren daer aff gewach doende, ende allen den rechten hem daer inne eenichsins competerende off naemaels alnoch te competeren ten behoeffne van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde. Gelovende sup se et bona etc. consitituerende ende machtich maeckende tot meerder vasticheijt van dijen Jannen Adriaen Zuenen, om de voorst. verthijenisse ede renunciatie voor den gerichte van Besoijen ende elders daer des van noode soude moegen wesen te vernijeuwen ende te erkennen ende alles daer inne te doen, des den stijl van de selven gerichten eijschen ende dicteren sal, ende hij constituant present ende voor oogen wesende selver soude cunnen off moegen doen, alwaer oijck soe etc. Testes, Dingeman Jansse ende Dierck Raessen den 20e julij 1626. RAT. Loon op Zand. R 64 f 64v d.d. 20-7-1626. Condt zij eenen iegelijcken. Alsoe Thonis sone Wouter Geeritssen met Adriaen, Willem, Schalcken ende Peeter zijne broeders, hadden geloeft te gheven ende te vergelden Matheeus Janssen Berchmans eenen jaerlijckse ende erffelijcke chijns van twelff gulden jaerlijcx hollants permissie gelt, alle jaer vrij van alle lasten ende schattingen op den 7e februari te betaelen, waer aff den 1e betaeldach verschijnen souden den 7e februarij 1625, vuijt ende van hender erffenisse metter timmeringe daer op staende, gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt Thoecxken (=’t Hoekske), oistwaerts end westwaerts de erffgenaemen van Thonis Geeritssen, zuijdtwaert des heeren straete, ende noirtwaert totte meeren. Ende noch vuijt eenen acker saijlants rontsomme in erffenisse van Geerit Thonis erffgenaemen. Sijnde de selve jaerlijcxe rente te los met 200 gulden hollants permisse gelt, gelijck dat in schepenen letteren van Venloon daer op gemaeckt breeder begreepen staet in date den 7e februarij 1624. Ende waer oijck de voorst. Matheeus Jansse int constitueren als zijnde de resterende hondert gulden geschoten bij Willem Matheeus Janssen, die oversulcx sustineerde de eene rechte te competeren, alles nijettegenstaende den constitutiebrieff ten sijne behoeffne nijet ende was luijdende: Soe is gestaen voor schepenen ondergeschr. Jan Adriaen Zuenen als wettich momboir van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans bij den selven wijlen Jan ende Adriana zijne huijsvr. dochtere Matheeus Jansse voorst. tesamen verweckt als erffgenaemen voor de eene hellicht van de selven Matheeus, int bijwesen van Goijaert Geeritssen van Duppen, stadthouder der voorst. heerlicheijt. Ende heeft in den naem van de selven onmondige kinderen hem ierst ende vooral op alles aengaende de gelegentheijt der saecke wel geinformeert hebben ten behoeffne van den voorst. Willem Matheeus Janssen wettelijcke ende erffelijck vertegen ende gerenuncieert op deene hellicht der voorst. jaerlijcxse rente van twelff gulden, tsaemen op alle schepenen letteren daer aff gewach doende, ende allen den rechten den voorst. onmondige aengaende de voorst. hellicht daer inne eenichsins competerende. Gelovende de voorst. Jan Adriaens op verbintenissen van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen, hebbende ende vercrijgende, dit verthijen ende renuncieren den voorst. Willemen altijt vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich wederseggen. Testes et actum ut supra. RAT. Loon op Zand. R 64 f 65r d.d. 20-7-1626. Willem sone wijlen Matheeus Janssen Berchmans ter eenre ende Jan Adriaen Zuenen als wettige momboir van de onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans bij den selven wijlen Jan ende Adriana zijne huijsvr. dochtere wijlen Matheeus voorst. tsaemen verweckt int bijwesen van den stadthouder van Venloon ter andere zijden, hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffdeijlinge ende erffscheijdige van eene schepenen geloefte van hondert ka. gld. eens ten laste der goederen van Cornelis Willem Weerdts, ende van de hellicht in eene jaerlijcxse rente van twelff gulden op de goeden der erffgenaemen van wijlen Wouter Geeritssen tot Venloon int Hoecxken. Welcke schepenen geloefte ende hellicht der rente den voorst. Willem Matheeus Janssen ende den voorst. onmondige kinderen bij ende overmidts der doot van Matheeus voorst. aenbestorven zijn soo men verclaerden. Overmidts welcker erffdelinge ende erffscheijdinge soe is Willem Matheeus voorst. te deele bevallen ende erffelijck aengecomen de voorst. hellicht in de voorst. rente van twelff gulden jaerlijcx. Op welcke hellicht der voorst. rente tsaemen op allen schepenen letteren daer aff gewach doende ten behoeffne van den voorst. Willem Matheeus heeft de voorst. Jan Adriaen Zuenen in der qualiteijt bovengeschreven wettelijck ende erffelijck vertegen helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde. Behoudelijck dat Jenneke dochtere Lenaert aen t Sant weduwe wijlen Matheeus Janssen aen de selve hellicht haeren leven lanck sal hebben recht van tochte. Met conditie ut infra. Overmidts etc. Soe is den voorst. onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans te deele bevallen ende erffelijck aengecomen de voorst. schepenen geloefte van hondert gulden eens. Op welcke schepenen geloefte ende allen schepenen letteren daer aff gewach doende ten behoeffne van de voorst. onmondige kinderen, heeft de voorst. Willem Matheeus wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde. Behoudelijck etc. ut supra. Met conditien ut infra. Met conditien hier inne toegedaen, dat sij deijlderen malcanderen de voorst. schepenen geloefte, ende de hellicht in de voorst. jaerlijcxse rente van twelff gulden sullen waeren, als men schepenen geloefte ende erffchijns nae lantrecht schuldich is te waeren. Gelovende de voorst. Willem Matheeus sup se et bona etc. dese erffdeijlinge ende erffscheijdinge, dit verthijen ende conditien boven verhaelt malcanderen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen, sonder eenich wederseggen. Allet sonder argelist. Testes et actum ut supra. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 64 f. 64r-64v-65r] | ||
19-02-1630 | Samenvatting: ---------------- Willem Mateussen en Jan Jansse Oerlemans, ook namens zijn broer en zussen, verdelen een weiland aan de Cromme Dijk te Besoyen, 8 hond groot. Het weiland is gekomen van Mateus Jan Teuwen. Toelichting: ------------- Jan en zijn broer en zussen zijn kinderen van Jan Cornelis Oerlemans en Ariaentken Mateus zaliger. Willem is een broer van Ariaentken. Zij zijn de 2 kinderen van Mateus Jan Teuwen. Dus eigenlijk is het een deling tussen deze 2 kinderen. Lenart Janssen heeft een afschrift gevraagd, staat bovenaan. Lenart is de bedoelde broer van Jan. De Winterdijk bestaat nog steeds, en loopt nu van Capelle tot de rotonde bij Besoyen (tegenwoordig behorend tot Waalwijk). Op de kadasterkaart van 1832 is de naam Winterdijk verder doorlopend, en zien we ook de Oude Straat. Besoijen was toen een zelfstandige plaats. Transcryptie: ------------------------- Scheijdinghe ende delinge tussen Willem Mateussen ter eenre, ende de weeskinderen van Jan Cornelis Oerlemans mette voochden van dien, ten overstaen van de ge..hten ter andere zijden. Compareerde voor ons Schout ende hemraders (heemraden) der Ambachts van Besoyen, ondergeschreven, Willem Matheussen ter eenre, ende Jan Jansse Oerlemans voor hem selven, vervangende zijn ander broeder en susters ter andere zijden, als mede ten overstaen van Jan Ariaensse Seunen, als momboir ofte toesiender, ende de Schout als oppervoocht van de wesen, ten overstaen van Jan Dyrcxsse ende Aert Schalcken, hemraders van Besoyen, voonoemt, als daer toe geroepen ende gebeden, ende hebben metten anderen geloot, gescheijden ende gearfdeelt, seecker stuck weijlants, gelegen in Besoyen aen de Crommendijck, groot omtrent 8 hond (8x0,14 ha=1,12 ha) lants, gecomen ende hen samen aengecomen van Mateus Jan Teuwen zone. daer oost naest gearstlaet Wouter Peter Willems, west Cartroysen landen, streckende van t hoochste van de Winterdijck ter Ouder straten toe, soo als hier naer volcht als te weeten soo zijn de voorsegde kinderen ende erfgenamen van Jan Cornelis Oerlemans, verweckt bij Ariaentken Mateusse zaliger, bij accort in plaets van blinde lotinge, gevallen, geloot ende gearfdeelt, op te gerechte helft van t voorsegde lant, te meeten van de hooftsloot, onder de voet de dijck af totte gerechte helft toe, en sullen de voorsegde kinderen aen contant gelt van Willem Mateussen daertoe genieten ende alrede ontfangen op sesch hont lants toe. Also verstaen wort het achterste block, soo vele beterte te wesen, de somme van twintich carolus gulden ..onteren over vier hont minder oft meerder de somme van twintich gulden, ende sullen tot haren last nemen de schouwen van t voorsegde loth, te weten, van de straet vrede, ende van des Heerenstraet, sondermeer. Ende Willem Mateusse voornoemt is geloot ende gearfdeelt, ende sal als vorens op elck hont lants toegeven voor de beterschap twintich guldens, die alrede sijn betalet, ende sal tot voorsegd lant maecken de schouwen van de Ouden Straet sloot, ende van de Schepensloot sondermeer, ende sal oock sijn selven en wel beseijnden, midts dat partijen tot samen costen sullen den Scheijsloot oft Dwarssloot in t midden van elcx erve halft .... doch graven ende t hecken metten ..sten op ten dam setten, ende sal dan voort bij Willem Teuwen oft zijn nacomelingen altijts onderhouden worden, midtsgaders sullen .... .. tijen tot haere samen costen, op den dijck oock meacken een gelint met posten ende scheijden, ende het dijckstal bepoten met willigen naer behoeven, ende naer den tijt datter de schouwe overcam, ende daer naer dan bij de voorsegde kinderen ende erfgenamen van Jan Cornelis Oerlemans eeuwelijck onderhouden te worden, ende vertegen ver..tijen hierop eene loth naer den ouden gercomen (?) ende lant recht met hant halen ende met mont soo recht was met alle tegen wegen ende andere gebueren rechten, met recht tot eene lot oft lant behoren naer den .... hercomen, alle t sonder froude in oirconden, dese bij de selve ondertekent op ten 19e february 1630. Jan Dircxssen Aert Schalcken A. van Andel Bovenaan in de marge: extract voor Lenaert Janssen Onderaan in de marge: rest t recht van de brief van de verlichtingen en is ingericht |
[bron: Besoyen - Dorpsbestuur inv. 655 bl. 174r scan 178] | ||
van 27-02-1631 tot 28-02-1631 | Samenvatting: ---------------- Op 27 februari 1631 delen de kinderen de goederen, nagelaten door hun vader Jan Cornelis Oirlemans. Jan en Lijsken krijgen door loting: * het brouwhuis, schop en grond, De Oude Stede genaamd, op t Craenven, 12 lopensaat (2,3 ha.), gelegen tussen ’s Heerenstraat en Duiksche Hoeve * de Langen akker aldaar, 2 lp (0,4 ha.) * 1 perceeltje land aldaar, 1 lp * een klein hofje aldaar, 23 roei (300m2, 30mx10m) * het hofje voor de stede * lotje land aan de Vonder * hooiland 8 hond in t Ambacht van Besoyen over de winterdijk (1,1 ha.) * hooiland 5 hond in t Ambacht van Besoyen over de Oude Straat, ongedeeld met Andries Peters en Jan Adrdiaen Diercxssen de Bie * hooiland 8 hond in t Ambacht van Capelle in de Zuidewijn, ongedeeld met Adriaen Diercxssen de Bie * ze betalen aan Lenaert en Adriaentken op vastenavond 1632 voor vergelijking 125 gulden Lenaert en Adriaentken krijgen door het lot: * een stede met timmeringe en akker, genaamd jan Vrients stede, in t Craenven * akker 1 1/2 lp, westwaarts Heerenstraat en Duiksche Hoeve * akker 1 1/2 lp, gespleten van de Oude stede * akker 4 lp * akker 1 1/2 lp * hooiland 8 hond in Besoyen over de Schouwsloot * hooiland 4 hond in Besoyen aan de Crommendijk * hooiland 3 hond tot Capelle over de Oude straat, ongedeeld met Adriaen Diercxssen de Bie, jacop Hendricx en anderen * hooiland 7 hond in ’Ambacht van Capelle in de Zuidenweg, ongedeeld met Mel Aertssen en anderen Op 28 februari 1632 verdelen Jan en Lijsken hun deel: Jan: * de Oude stede en alle hei en percelen op t Craenven * hij betaalt 250 gulden aan Lijsken * hij ontvangt de huur van 1 jaar op de stede (het lijkt erop, dat Lijsken en haar man daar wonen) Lijsken: * alle percelen hooiland tot Capelle en Besoyen Toelichting: ------------- Hier is een zus van Jan en Lenaert genoemd, namelijk Adriaentken. Die kende ik nog niet. In de akte van 22 januari 1626 staat: ... momboir van de 5 onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans. Die kinderen zijn niet met name genoemd. Daar kende ik er 3 van met hun naam: Jan, Lijsbeth en Lenaert, en nu dus ook Adriaentken. Misschien komt hun 5e kind ook nog ergens naar boven. Pdf RAT. Loon op Zand. R 65 f 169v/171r d.d. 27-2-1631. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ter eenre, Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen als man ende momboir van Lijsken zijnen huijsvrouwe dochtere des voorst. wijlen Jan Cornelis ter tweeder, ende Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheussen als wettige momboiren bij den heere geordonneert van Lenaerden ende Adriaentken onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans voorgenoempt ter derder ende vierder zijden, hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinge van den goederen naebeschreven, hen ende den voorst. onmondige kinderen bij ende overmidts der doot ende afflijicheijt van henne ouders ende anderssins erffelijck aengecomen zijnde soe men verclaerden. Overmidts welcker erffscheijdinge ende erffdeijlinge, soe is den voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen in der qualiteijt bovengeschreven bij blinde lothe bij den schouteth van Venloon van sheeren wegen geleght, tsaemen te deele bevallen brouwhuijs, schop ende grondt ende erffenisse daeraenliggende genoempt d’oude stede, twelff lopensaet ende 8 1/2 roeijen lants int geheel begrijpende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven tusschen den waterlaet ende erffenisse Jan Hendricx Verduijn aen de eene zijde oistwaerts ende tusschen erffenisse de weduwe Denis Janssen Loijen ende meer andere aen dandere zijde westwaerts, streckende van sheerenstraete totte Duijcxe hoeve. Noch eenen acker lants genoempt den Langen acker, gelegen aldaer tusschen erffenisse Jan Hendricx Verduijn voorgen. aen d’eene zijde oistwaerts ende tusschen den voorst. waterlaet aen dandere zijde westwaert, streckende van sheerenstraete tot aen erffenisse des voorst. Jan Verduijns noirtwaerts. Noch een stucxken lants twee loopensaeten ende 13 roeijen int geheel begrijpende gelegen aldaer aen de zuijdezijde van sheerenstraete, oistwaert, zuijtwaert ende westwaert aen erffenisse Corstiaen sone wijlen Jan Joosten Borsten ende noirtwaert aen sheerenstraete. Noch een parceeltken lants geschickt op een loopensaet, gelegen aldaer op het hooch, oistwaert, westwaert ende noirtwaert aen erffenisse des voorst. Corstiaens ende zuijtwaert aen erffenisse Cornelis Willemssen de Pruijser. Noch een cleijn hoffken groot omtrent 23 roeijen, gelegen aldaer aen den zuijde zijde van den voorst. sheerenstraete, oistwaert aen erffrenisse des voorst. Corstiaens, zuijtwaert aen erffenis van Lenaert ende Adriaentken onmondige kinderen hier tegen deijlende ende noirtwaert aen sheerenstraete. Noch een hoffke gelegen aldaer voor de stede, toecomende de weduwe ende kinderen wijlen Henrick Goossens oistwaert aen de voorst. weduwe Denis Janssen Loijen, zuijtwaert sheerenstraete ende westwaert ende noirtwaert de erffgenaemen Cornelis Adriaens. Noch een lotken lants genoempt aen den Vonder oistwaert aen den aterlaet, zuijtwaert aen de weduwe Denis voorgen. westwaert de voorst. Lenaert ende Adriaentken hier tegen deijlende ende nnoirtwaert de voorst. erffgen. Cornelis Adriaens. Noch een stuck hoijelants acht hont off daer omtrent int geheel begrijpende gelegen in den Ambachte van Besoijen over den winterdijck genoempt het Hoijelant achter Goijaert Claessen oistwaert aen erffenisse des heere van Tilborch, zuijtwaert aen den winterdijck, westwaert Ghijsbert Hendricxssen Span ende noirtwaert aen den schouwsloot. Noch vijff hont lants in een stuck hoijelants gelegen in den Ambachte van Besoijen over d’Oude straete, gemeijn ende onbedeelt met Andries Peters ende Jan sone Adriaen Diercxssen de Bie. Ende noch acht hont hoijelants off daer omtrent in een stuck lants gelegen in den Ambachte van Cappelle inden Zuijdewijn, gemeijn ende onbedeelt met Adriaen Diercxssen de Bie. Allen de voorst. parceelen van erffgoederen soe groot ende cleijn als de selve ter voorst. plaetsen gelegen zijn ende gelijck zij deijlderen vercleirden malcanderen gedesigneert ende gewesen te hebben. Op welcke parceelen van goederen cum litteris et jure ten behoeve van den voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen, hebben de voorst. momboiren vertegen etc. Behoudelijck dat men vuijt desen lothe gelden sal de helft van alle renten, chijnsen ende pachten die vuijtte voorst. goederen ende vuijtte parceelen van erffenisse den voorst. Lenaerden ende Adriaentken onmondige kinderen des voorst. wijlen Jan Cornelis Oirlemans bij desen erffscheijdinge ende erffdeijlinge te deele bevallen, met recht te vergelden staen ende daerenboven sal dit loth tot vergelijckinge deser erffdeijlinge aen den voorst. Lenaert ende Adriaentken tot vastenavont 1632 geven ende vuijtreijcken tsaemen de somme van hondert ende 25 ca. gld. eens, goet gancbaer gelt. Met conditien ut infra. Overmidts etc. soe is den voorst. Lenaerden ende Adriaentken bij blinde lothe als voor geleeght tsaemen te deele bevallen ende erffelijck aengecomen eene stede lants mette timmeringe daer op staende ende het geheel ackerlant daeraenliggende genoempt Jan Vrients stede gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen gen. het Craenven tusschen een parceel ackerlants van anderhalff loopensaet ende vijff roeijen hier ondergenoempt ex vno oistwaert ende tusschen erffenisse der erffgenaemen Cornelis Adriaens etc. westwaert streckende van sheerenstraete totte duijcxse hoeve. Noch een parcheel ackerlants anderhalf lopensaet ende vijff roeijen int geheel begrijpende, gespleten van d’Oude stede, gelegen aldaer oistwaert aen den waterlaet, zuijtwaert ende noirtwaert aen de weduwe Denis Janssen Loijen ende westwaert aen erffenisse van de voorst. stede genoempt Vrienten stede. Noch een parcheel lants van vier loopensaet ende 4 1/2 roije in een acker lants gelegen aldaer aen den zuijde zijde van sheerenstraete, oistwaert ende westwaert Corstiaen Jan Borsten, zuijtwaert Cornelis Willems ende noirtwaert de voirst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen Cornelis Diercxssen hier tegen deijlende met Corstiaen Jan Borsten voorst. Noch een parcheel lants groot anderhalf loopensaet ende omtrent 7 roijen in den selven acker oistwaert ende zuijtwaert aen den voorst. Corstiaen Jan Borsten ende westwaert ende noirtwaert de erffgenaemen wijlen Jan Goijaerts. Noch een stuck hoijelants acht hont oft daeromtrent int geheel begrijpende, gelegen in Besoijen over den schouwsloot achter Goijaert Claessen, oistwaert aen erffenisse des heere van Tilborch, zuijtwaert aen den schouwsloot, westwaert aen den weduwe Geerit van Broechoven ende Aert Wouters van Laerhoven ende noirtwaert aen Ghijsbert Hendricxssen. Noch een stuck hoijelants vier hont oft daer omtrent int geheel begrijpende, gelegen in Besoijen aen den Crommendijck, oistwaert aen erffenisse van Wouter Peter Willems, zuijtwaert aen den winterdijck, westwaert aen Chantroijsen lant ende noirtwaert Willem Matheus. Noch drije hont hoijelants gelegen tot Cappel over de d’Oude straete, gemeijn ende onbedeijlt met Adriaen Diercxssen de Bie, Jacop Hendricx ende meer anderen. Ende noch een stuck hoijelants seven hont oft daeromtrent int geheel begrijpende, gelegen in den ambacht van Cappel in den Zuijdenwijn, onbedeelt met Mels Aertssen ende meer andere, het geheel stuck oistwaert aen Peter Hendrick Haemer, zuijtwaert aen d’oude straete, westwaert aen erffenisse der kinderen Laureijs Peters ende noirtwaert aen den Ganthel. Allen de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn ut supra ende daerenboven sal dit loth tot vergelijckinge deser erffdeijlinge van Jan Janssen Oirlemans ende Adriaen Cornelis Diercxssen hier tegen deijlende hebben ende ontfangen tot vastenavont 1632 de somme van hondert en 25 ca. gld. eens goet gancbaer gelt. Op welcke parcheelen van goederen cum litteris et jure ten behoeve van den voorst. Lenaert ende Adriaentken onmondige kinderen des voorst. wijlen Jan Cornelis Oirlemans hebben de voorst. Jan sone Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen sone wijlen Cornelis Diericxssen wettelijck ende erffelijck vertegen etc. Behoudelijck ut supra etc. ende daerenboven sal dit loth etc. Met conditie ut infra. Met conditien hier inne toegedaen, dat zij deijlderen den commer hier in desen benoempt alsoe sullen gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke lasten ende rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden, dat den eenen van den anderen egeen hinder oft schaede aff en sal comen in eeniger manieren. Behoudelijck oijck dat elck een schuldich ende gehouden sal wesen te wegen ende te stegen naer den rechte van den lande, te weten de voorst. Jan ende Adriaen als schulderen principael super se en bona qua etc. ende de voorst. momboiren etc. Allet sonder argelist. Testes Dierck Raessen ende Adriaen Cornelis den 27e februarij 1631. RAT. Loon op Zand. R 65 f 171r/v d.d. 28-2-1631. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ter eenre ende Adriaen Cornelis Diercxssen als man ende momboir van Lijsken zijnen huijsvrouwe dochtere des voorst. wijlen Jan Cornelis Oirlemans ter andere zijden, hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinge van goederen die hen tsaemen onbedeelt bij den bovengeschr. erffscheijding ende erffdeijlinge te deele bevallen zijn, soe men verclaerden. Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge, soe is Jan Janssen Oirlemans bovengen. te deele bevallen d’oude stede op het Craenven met allen de heijbodems ende de parcheelen van erffenisse op het Craenven liggende, die welcke hen tsaemenderhandt bij de voorst. deijlinge aldaer te deele bevallen ende aengecomen waeren. Op welcke parcheelen van goederen tsaemen op allen brieven ende bescheeden daer aff mentie maeckende ten behoeffne des voorst. Jn sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans heeft de voorst. Adriaen Cornelis Diercxssen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde. Behoudelijck dat men vuijt desen lothe sal gelden alle renten, chijnsen ende pachten die met recht daer vuijt zijn gaende. Ende daerenboven sal Jan voorst. betaelen ende voldoen int geheel alsulcke 125 ca. gld. als zij deijlderen aen Lenaerden ende Adriaentken onmondige kinderen Jan Cornelis voorgen. naer luijdt van de voorst. voorgaende deijlinge moeten vuijtreijcken tot vastenavont 1632. Oijck soe sal Jan de gehele huere der voorst. stede voor een jaer ontfangen. Met conditie ut infra. Overmidts etc. soe zijn den voorst. Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen namens zijn huijsvrouwe te deele bevallen allen de parcheelen van hoijelant soe tot Cappel als Besoijen, die welcke hen deijlderen bij de voirst. voorgaende deijlinge te deele bevallen zijn. Op welcke parceelen van goederen tesaemen op allen brieven ende bescheeden daer aff mentie maeckende ten behoeve van den voorn. Adriaen Cornelis Diercxssen heeft de voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans wettelijck ende erffelijck vertegen, helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde. Behoudelijck dat men daer vuijt sal gelden het ghene daerop begroot soude mogen zijn. met conditien ut infra. Met conditien hier inne toegedaen, dat zij deijlderen den commer hen in desen genoempt alsoo sullen gelden ende betaelen de gebuerlijcke lasten ende rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden, dat deen van dander egeen hinder oft schaede en sal overcomen in eenige manieren ende offer eenigen ouden commer met recht hier op quam daer men ten deser tijdt nijet aff en weet, den selven sullen sij deijlderen malcanderen helpen draegen, ende sal elck zijn loth aenveerden, soe ende gelijck de voorgaende deijlinge is vermelt ende sullen zij oijck malcanderen allen achterstel helpen aff te doen. Gelovende de voorst. deijlderen sup se et bona etc. ten eeuwigen daege onwederroepleijck. Op te verbeurte van hondert ca. gld. tot behoeffne van den armen tot Venloon. Testes D. Raessen ende Ghijsb. Claessen. Actum 28e februarij 1631. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 169v/171v scan 205/208] | ||
21-03-1652 | Willem Eelants van Spaendonck, weduwnaar van Anthonisken Jan Stevens, sluit een overeenkomst met betrekking tot goederen met Steven, Goossen en Jan, Jan Jan Cornelis Oirlemans, gehuwd met Agneesken, Marten Joosten van Cuijck, gehuwd met Maijken de oude, Wouter Laureijssen, gehuwd met Maijken de jonge, en genoemde Steven met Ghijsbert Hendricxssen als voogden over de onmondige kinderen van Hendrick Hendricxssen en wijlen Lijsken, allen zonen endochters van Lenaert Goossens van den Hove en genoemde Anthonisken. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 74 f. 39] | ||
15-03-1669 | Samenvatting: ---------------- Heijliger en Cornelis, zonen van wijlen Jan Jans Oirlemans en Agneesken Lenderts van den Hove, en Wouter Loureijs Wouters als voogd van Lendert, ook zoon van voornoemd echtpaar, maken een boedelscheiding. Nummering: ------------- In de pdf, horend bij dit inventarisnummer is de Oude nummering = 80 deel a 1-33, deel b 1-39v, deel c 1-52v gebruikt. Die staan er ook met potlood op, doorgestreept. Hier was dit folio 17-18. De aktes hebben ook een originele nummering door de schrijver gemaakt. In dit geval is het akte 8. Toelichting: ------------- Wouter Loureijs Wouters is de zwager, de man van zus Maria Lenderts van den Hove de oude. Transcryptie: --------------- Kennende sij eenygenlijk dat op huyden dat deses voor schepenen onder genoemt in propere persoone is gecomen ende gecompareert, Heijliger ende Cornelis gebroederen, sone wijlen Jan Jansen Oirlemans, waarvan moeder af was Agneesken Leenderts van Hove, ende Wouter Loureijs Wouters als momboir van Lendert, sone wijlen Jan ende Agneesken voornoemt. De Voorsegde Lendert alhier medepresent, Diewelcke metten anderen hebben gemaect ende aengegaen seeckere erfdeeling ende scheijdinge ende deijlinge van de naervolgende erfelijcke goederen, mits het overlijden van gemelte voorsegde ouders eenichsints aengecomen sijn en der vuegen torme ende manieren hier naar beschreven volgende, Overmits der welck die is de voornoemde Cornelis, den soone, te deele bevallen, ende sal deselve alsoo voor sijne portie hebben, houden ende erfelijck blijven possederen: * een stede, de huysinge ende gront vandien metten westens helft van den huysacker, in der vuegen ’t selve afgepaelt is, in ’t geheel 14 loopensaeten (3 hectaren) ofte . nochtans gestaen ende gelegen binnen de Heerlijckheijt van Venloon, ter plaetse genaempt het Craenven, aldaer tusschen erfenisse Tomas Gerits Couwenberch cum suis westwaarts, Wouter Loureijs Wouters noortwaerts, Henrick Willem Meeus (cum suis oostwaerts, doorgestreept) ende ’t onmondich kindt van wijlen Teunis Jans Suenen oostwaerts, ende de Heerenstraete suytwaerts. * item noch ’t 4 weede ende 6 loth uijt ten westen is eenen acker saeylandts tegens over de huysinge, als suyt van de straete gelegen, in der vuegen groote deselve afgepaelt sijn, denselven acker in t geheel 12 loopensaeten (2,5 hectare) of . . nochtans . aldaer tusschen erfenisse ’t weeskindt van Teunis Jans Suenen westwaerts, ’t hofken van deser erfgenaemen, ende de erfenisse van erfgenaemen van den Corst Jan Borsten noortwaerts, de erfgenamen Corst Jan Borsten cum suis suyt ende oostwaerts, sijnde los ende vrij, uytgenoemn dat die oock Cornelis den soon, hier uyt saecke sal gelden ende voldaen het derde part van 30 gulden aen de H. Geest van Venloon, alsmede het derde part van des heeren chijns, die hier met recht is uytgaende. Item noch te voldoen een schepenbrief van 250 gulden Capitael aen de erfgenamen Jan Engelbert Cannerts, ende sal noch in vergelijckinge daerenboven noch moeten beealen aen Heijliger ende Lendert, sijne broeders ieder de somme van 175 . Ieder . van dien helft te betaelen 1 april eerstcomende, ende de ander helft te Bamisse (1 oktober) daer naestvolgende, precies ende sonder interest. Waertegens voornoemde Heijliger, den soon, bij blinde lothe, te deele bevallen is, ende sal deselve alsoo voor sijne portie hebben, houden ende erfelijck blijven possederen, * eerstens de timmer van de Schuere ende de 2 suydenste eijcken boomen, staende op de grondt van het eerste loth, van Cornelis de soonstaende aen den westensijde van voorsegde schuere omme deselve schuere ende voorens te ruymen voor half meij eerstcoomende precies * item noch de oostelijcke helft van den huysacker beneffens erfenisse van Henrick Willem Meeus ende ’t onmondich kindt van Teunis Jans Seunen * item noch het 3e ende het 4e loth uyt westen, s. van den acker, in t geheel van omtrent 12 lopensaeten of ., gelegen tegens de voorgenoemde huysinge over aen suyt sijde van de straete, hier voorens in t 1e loth van Cornelis, den soon, naer den uitgedruct sijnde los ende vrij, uytgenomen dat de voornoemde Heijliger, den soon, hieruyt jaerlijks sal gelden ende voldoen is jaerlijks 30 gulden jaerlijks aen H. Geest van Venloon, als mede het 3e part van den heeren chijns die hier met recht is uytgaende. item alnoch 200 gulden capitael aen de kinderen van Lendert Jans de Bont. item 50 gulden capitael aen Bastiaen Peeter Jans. Ende waertegens de voornoemde Lendert, den soon, in t bijwesen van voorsegde wouter, sijnen momboir, bij blinde lothe te deele bevallen is, ende sal deselven alsoo voor sijne portie hebben, houden ende erfelijk possederen: * eerstens de timmer van ’t torfschop, verckenskoy ende brouwhuys, met noch de brouwerije gereetschap ende voorders toebehoort * mitsgaders noch de noordensten eijcken boom, staende aen den westensijde van de schuere, met noch de eijcken boom , staende bij het brouwhuys, alle staende op de gronde van Cornelis, den soon. Hier voorens te deele bevallen omme deselve te ruymen voor half meij eerstcomende * item een parcheeltjen erfenisse, genaempt de Corte Rugge, 1 1/2 loopensaet of . Nochtans . gelegen binnen de Heerlijckheijt ende plaetse voornoemt. Aldaer tusschen de erfenisse Adriaen Peter van Gorcum westwaerts, Cornelis Peter van Gorcum noortwaerts, de erfgenaemen van Denis Schelvischen oostwaerts, ende suytwaerts de heerestraete. * item noch een parccheeltjen efenisse, genaempt de Corte Vooren, 1 1/2 loopensaet (0,3 hectare) of de . nochtans ., gelegen binnen de heerlijckheijt ende plaetse voorsegd, aldaer tusschen de erfenisse de kinders Lendert Jans de Bont westwaerts, de erfgenaemen van Denis Schelvischen suyt ende noortwaerts, ende deser kinderen erfenisse oostwaerts. * item noch een parcheeltjen erfenisse, genaempt de Corte Rugge, 2 lopensaet of . nochtans ,, gelegen binnen de Heerlijckheijt ende plaetse voorsegd aldaer tusschen erfenisse de kinderen Lendert Jans de Bont westwaerts, Adriaen Peter van Gorcum noortwaerts, de erfenisse van deser kinderen oostwaerts, ende de erfgenaemen van Denis Schelvisch suytwaerts. * item noch het 1e ende het 5e loth uyt ten westen in den acker, eerste van 12 lopensaeten, gelegen aen den suytsijde van den straet, tegensover der voorgemelte huysinge, hier voorens int loth van Cornelis, den soon, doch staet te weten dat het 1e loth , maerder uytgedruct, van den acker, omtrent 1 1/2 hondt grooter is gelecht als de andere 5 lothen, ende dat om redenen. * item noch een parcheeltjen erve, genamept de Hof, gelegen aen de suytsijde van de straete binnen de Heerlijcheijt ende plaetse voornoemt, aldaer tusschen erfenisse de kinderen van wijlen Cornelis Jan Borsten oostwaerts, ’t onmondich kindt van Teunis Jans Seunen westwaerts, de erfenisse van deser deijlderen suytwaerts, ende ’s Heerenstraete noortwaerts. Sijnde los ende vrij, uytgenomen dat de voornoemde Lendert, den soon, hier uyt jaerlijks sal voldoen ende betaelen aen den H. Geest derde part in 30 gulden, als mede het 3e part van des Heeren chijns, die hier uyt met recht is gaende. item noch 150 gulden capitael aen den H. Geest van Venloon. item noch 42 gulden capitael aen Wouter Herman Aerdts tot Tilborch. item noch 42 gulden capitael aen Wouter Loureijs Wouters. item sal alnoch in vergelijckinge van cavelinge moeten betaelen aen Heijliger sijnen broeder, hier voorens bedeelt, de somme van 38 gulden, de ene helft te betalen van 1 april eerstcomende, ende de ander helft te Bamisse naestvolgende precies, sonder interest. item 8 gulden aen Cornelis, sijnen broeder, den 1e april eerstcomende precis, sonder interest. Voorts is tusschen de voorsegde condividenten wel expresseert, geconditioneert ende ondersproocken, dat ieder van sijn aengecaveld loth ofte parcheelen sal moeten onderhouden alle waterlaten soude mogen subject wesen. Mede is tusschen de voorsegde deijlluyden ondersproocken, dat sij malcanderen sullen moeten wegen ende stegen ter naester velde ende minste schade. Ende hebben de voorsegden condividenten hier mede de eene ten behoeve van den anderen aengecavelde deel, volcomente verstegen ende gerenuntieert met opdragen over geven, ende af gaen, daer toe behooren ende gewoonlijck sijnde. Belovende de eerste 2 comparanten superse et omnia sua bonas habita et habenda (= boven en al zijn goederen worden vastgehouden), ende de voornoemde Wouter Loureijs Wouters op verbintenisse van de goederen van Lendert, den onmondigen sone, dit .. opdragen, overgezet. ende afgaen mitsgaders dese erfelijcke scheijdinge ende deijlinge altoos te houden in henne .. doen houden ende voor goet, vast ende onverbreckelijk van werden sonder eenich wederseggen ende allen Commer, Calangie ofte aentael hier voorens benoemt ieder op sijn engecavelde loth alsoo te voldoen ende betaelen dat de andere deijlsluyden daer van geen hinder ofte schade ende overcomen noch te worde gemaent ofte gemolesteert in eenige manieren. uytgenomen dat de voornoemde deijlluyden sullen de achterstaende interesten der voorgemelte capitaele penningen malcanderen sullen helpen en afdragen ende voldoen tot 1e meij eerstcomende deses jaers ende alles verhalen commer hier voorens niet benoemt malcander ende pro rato te helpen afdoen ende betaelen sonder argelist. Actum den 15e meert 1669. Scabini Coomans ende Buemen |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 80 pg. 86-87 scan 102, 103, 104] |
16-03-1633 | Pdf RAT. Loon op Zand. R 66 f 28v/29v d.d. 16-3-1633. Corstiaen sone wijlen Jan Borsten ter eenre ende Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ter andere zijden, hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffmangelinge ende erffwisselinge van seeckere naebeschreven parceelen van erffgoederen hen respectieve toebehoirende, soe zij verclaerden. Overmidts welcker erffmangelinge ende erffwisselinge, soe sal de voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans met vollen rechte hebben ende behouden een parcheel lants des voorst. Corstiaens gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven, oistwaert ende westwaert aen erffenisse van Lenaert ende Adriaentken onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans voorgen. zuijtwaert aen den voorst. Corstiaen ende noirtwaert aen den kinderen ende erffgen. wijlen Jan Goijaerts ende noch een parcheeltken hoffs des voorst. Corstiaens gelegen aldaer oistwaert aen den waterlaet, zuijtwaert aen den voorst. onmondige kinderen, westwaert aen andere erffenisse des voorst. Jan Janssen Oirlemans ende noirtwaert aen sheerenstraete. Soe groot ende cleijn als de selve parcheelen van goederen aldaer gelegen zijn. Op welcke parcheelen goederen ten behoeffne des voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans heeft de voorst. Corstiaen sone wijlen Jan Borsten wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde. Dies soe sal Jan dese parceelen van goederen ierst aenveerden ten ooghst toecomende aen den stoppelen. Gelovende etc. ut infra. Overmidts welcker erffmangelinge ende erffwisselinge, soe sal de voorst. Corstiaen sone wijlen Jan Borsten met vollen rechte hebben ende behouden eenen acker lants des voorst. Jans gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het craenven, soe groot ende cleijn als den selven aldaer gelegen is oistwaert aen andere erffenisse des voorst. Corstiaens, westwaert aen den waterlaet ende noirtwaert aen sheerenstraete soe men verclaerden. Op welcke ackerlants ten behoeffne des voorst. Corstiaens heeft de voorn. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans wettelijck ende erffelijck vertegen helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde. Dies soe sal Corstiaen desen ackerlants ierst aenveerden ten ooghst toecomende aen den rogstoppelen. Gelovende etc. ut infra. Gelovende de voorst. comparanten op verbintenisse van henne persoonen ende allen henne goederen, hebbende ende vercrijgende, dese erffmangelinge ende erffwisselinge ende dit verthijen malcanderen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich wederseggen. Renuncierende ter dijen eijnde op alle beneficien ende remedien van recht het zij relieffnementen oft andere, die hen ter contrarie van desen eenichsins souden moegen dienen oft te staede comen. Allet sonder argelist. Testes et actum ut supra. Toelichting: ------------- Hier is een zus van Jan en Lenaert genoemd, namelijk Adriaentken. Die kende ik nog niet. In de akte van 22 januari 1626 staat: ... momboir van de 5 onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans. Die kinderen zijn niet met name genoemd. Daar kende ik er 3 van met hun naam: Jan, Lijsbeth en Lenaert, en nu dus ook Adriaentken. Misschien komt hun 5e kind ook nog ergens naar boven. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 66 f 28v/29v] |
03-02-1630 | Pdf RAT. Loon op Zand. R 65 f 157v/158v d.d. 3-12-1630. Wij Dierck Raessen van Grevenbroeck ende Ghijsbert Claessen Buennen, schepenen der heerlicheijt van Venloon doen condt eenen ijegelijcken, certificerende voor de gerechte waerheijt hoe dat op heden date deser voor ons gecomen ende gecompareert zijn in henne propere persoonen de eersaeme Adriaen sone wijlen Cornelis Dierck Franssen, geassisteert met Cornelis Sijmens ende Laureijs Jan Spijckers zijne oomen ende momboirs, ende Lucas Caerl Willemsse de Pruijser zijnen swaeger ter eenre, ende Elizabeth dochtere wijlen Jan Cornelis Oirlemans geassisteert met Jan Janssen Oirlemans haeren broeder ende Jan Adriaen Zuenen ende Willem sone wijlen Matheeus Janssen Berchmans haere momboirs ter andere zijnden. De voorst. Adriaen ende Elizabeth tegenwoich jonge oft ierstgehouwde beddegenoten, de welcke om te verhueden alle questien, cauillatien ende geschillen die hier naemaels in toecomende tijden tusschen de vrienden van den ierst afflijvigen ende den lancxtlevende van hen beijde oft bij afflijvicheijt deselffs lancxtlevende tusschen zijne oft haere vrienden souden moegen opstaen ende gerijsen, hebben naer rijpe deliberatie ende met volcomen consent ende advijs van den voorst. momboirs ende vrienden gemaeckt ende gesloten dit tegenwoirdich contract ende dat in vuegen, manieren ende onder de conditien hiernaer volgende. In den iersten is gecontioneert dat elck de voorst. beddegenoten tot subsidie ende onderstandt van den houwelijck bij hen alreede aengevangen, sal innebrengen allen ende een ijegelijcken henne goederen, soe erffelijcke, erffhaeffelijcke, waer ende tot wat plaetsen de selve gelegen zijn off bevonden sullen wordden, het sij in Brabant, Hollant oft elders. Ende oft het gebeurden dat de voorst. Adriaen off Elizabeth deser werelt geraeckten te overlijden, sonder wettige levende geboirte staende desen houwelijck van hender beijde lijffne geprocreert te hebben, oft dat het kindt oft kinderen bij hen tsaemen verweckt voer zijne oft henne mondige daegen oft aleert tot wettige geapprobeerden staet te comen quamp oft quamen afflijvich te wordden, soe sullen de voorst. erffelijcke goederen die deen oft dander bij versterff van vrienden staende desen houwelijck souden moegen aencomen, succederen ende devolueren aen den zijde van daer zij gecomen zijn, dan de haeffelijcke goederen mette erffelijcke ende erffhaevelijcke goederen duerende desen houwelijck te conquesteren ende te veroveren sullen wesen ingevalle als voor halff ende halff. Wel verstaende nochtans soe sal de lancxtlevende van de voorst. beddegenoten ingevalle van egeene blijvende geboirte als boven verbetert wesen ende aen hem oft haer van de gereetste goederen des ierststervende vuijt gereijckt wordden de somme van tweehondert ca. gld. eens goet gancbaer gelt, ende sal de lancxtlevende alsdan daermede naer luijdt ende vermellens deser schuldich ende gehouden wesen affstandt te doen van de voorst. goederen des ierststervende. Alle welcke poincten, conditien ende clausulen de voorst. comparanten malcanderen geloeft hebben ende geloven midts desen vast, steedich ende van weirden te houden, sonder daer tegens te doen oft comen doen doen, off doen comen het sij in recht oft daer buijten in eeniger manieren. Op verbintenisse van henne persoonen ende allen henne goederen, hebbende ende vercrijgende, renuncierende tot dijen de selve comparanten op alle beneficien ende rescissien oft andere die hen ter contrarien van desen eenichsins souden moegen dienen oft te staede comen. Allet sonder argelist. Ende des toirconden etc. opten 3e decembris 1630. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 157v/158v] | ||
10-02-1651 | Huwelijkse voorwaarden opgemaakt tussen Adriaen Geeridt Cornelis Cauwenberchs en Elizabeth Jan Cornelis Oerlemans, weduwe van Adriaen Cornelis Diercxssen van den Hove. Adriaen wordt geassisteerd met zijn vader Geeridt en Elizabeth met Lambert Cornelissen van den Hove, Peter Poisson en Jan Janssen Oirlemans, ooms van de zeven onmondige kinderen uit haar eerste huwelijk. Adriaen zal 1500 gulden inbrengen. Toelichting: ------------- Op 25 januari 1651 zijn Elisabeth en Adriaen getrouwd. Voor zichzelf en haar 7 onmondige kinderen uit het 1e huwelijk stelt ze met haar nieuwe echtgenoot de huwelijkse voorwaarden op. Ze is geassisteert door Lambert Cornelis van den Hove. Dat zal haar broer zijn, en daardoor oom van de kinderen. Ook door Jan Jansen Oirlemans. Ze is dochter van wijlen Jan Cornelis Oerlemans, en daarmee is het dan ook Jan Jan Cornelis Oirlemans, haar broer en dus oom van de kinderen. Ook nog door Peter Poisson. Die is getrouwd op 29 januari 1640 met Maria Cornelis van den Hove, haar zus, en zo is hij ook oom van de 7 kinderen. De 7 kinderen: de oudste is Johannes, 18 jaar, en de jongste is Lambertus, 2 jaar. Van de 8 gevonden dopen is er een 2e Adriana. Waarschijnlijk is de 1e jong overleden, waardoor het deze 7 kinderen geweest zullen zijn, als ze weer trouwt. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 73 f. 77r, 77v, 78r, 78v] |
van 03-04-1634 tot 12-04-1638 | Pdf RAT. Loon op Zand. R 66 f 70r/71r d.d. 3-4-1634. Jan Janssen Oirlemans heeft gelooft als schulder principael op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende, Heijltken dochtere wijlen Adriaen Pauwels drije jaeren lanck te geven ende te betaelen elck jaer de somme van vijffthien ca. guldens, waer aff den 1e betaeldach wesen sal den 3e aprilis 1635. Ende dat ter causen van intrest eender somme van twee hondert ende vijfftich ca. guldens, die de voorn. gelover midts kent ende lijdt schuldich te wesen de voorn. Heijltken van goede opgenomen penningen ende welcke hij gelover haer insgelijcx gelooft wederomme te geven ende te restitueren van heden date deser over drije jaeren oft altijts daer naer ten simpelen vermaene der voorst. Heijltken. Behoudelijck nochtans soe sal de selve Heijltken hem gelover sulcx een halff jaer te voorens vercondighen, ende oft de gelover de voorgemelde somme van twee hondert ende vijfftich ca. guldens oijck wederomme begheirden te schieten oft te restitueren sal het selve oijck aen de voorst. Heijltken een half jaer te voirens denuncieeren. Gelovende daerenboven de voorst. Jan Janssen Oirlemans als dat hij de voorst. Heijltken altijt intrest betaelen ende voldoen sal jaerlijcx naer loop ende laps van den tijde gelijck hij de selve somme van twee hondert ende vijfftich ca. gld. langer sal comen onder te houden. Ende specialijcken heeft de voorst. Jan gelover daer voor verbonden zijne stede lants ende goederen gelegen binnen deser heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven met allen haere rechten ende toebehoirten nijets daer aff ter werelt vuijtgescheijden om de voorst. somme metten intrest daer aff te verschijnen daer aen te verhaelen. Actum ut supra. In marge bijgeschreven: Heijltken dochtere wijlen Adriaen Pauwels heeft bekent ende beleden als dat dese geloefte metten intrest daer aff verschenen voldaen is. Consenterende oversulcx inde cassatie der selver geloefte. Midtsgaders inde borchtochte van Adriaen Cornelis Diercx hier onder gedaen. Testes G. Claessen ende Jan Denen den 12e aprilis 1638. RAT. Loon op Zand. R 66 f 71r d.d. 3-4-1634. Adriaen Cornelis Diercxssen van den Hove heeft hem borge ende cautionaris voor Jan Janssen Oirlemans, zijnen swaeger voor ende aengaende de voorst. geloefte van twee hondert ende vijfftich ca. guldens ende tgene daer inne verhaelt staet gestelt, daer voor verbindende zijnen persoon ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende, waer ende tot wat plaetsen der selve gelegen zijn oft bevonden sullen wordden. Dies soe geloeft de voorst. Jan Janssen Oirlemans alhier present zijnde zijnen voornoempden borge te indemneren, costeloos ende schadeloos te houden. Op verbintenis van zijnen persoon ende goederen als boven. Testes et actum ut supra. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 66 f. 70r/71r] | ||
van 12-04-1638 tot 02-02-1642 | Pdf RAT. Loon op Zand. R 68 f 73v/74r d.d. 12-4-1638. Jan Janssen Oirlemans heeft geloeft als schulder principael op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende, Jannen sone wijlen Geeridt Jan Geeritssen de somme van tweehondert ende vijfftich ca. guldens goet gancbaer gelt, te geven ende te betaele van heden date deser over een jaer met vijfftien ca. gld. intrest. Ende oft het gebeurde dat de voirn. gelover de voorst. somme van 250 ca. guldens met consent des voorst. Jan sone wijlen Gerit Jan Gerits langer waer onderhouden soe geloeft hij intrest tegen sess ten hondert voor het jaer naer coop ende laps van den tijde, met conditien hier inne toegedaen, dat oft deen oft dandere van partijen dese somme wederomme begeerden te hebben, oft te restiueren, respective dat zij malcanderen het selve sess weken te voirens sullen opseggen. Testes et actum ut supra. In marge: Jan Geeridt Jan Geeritssen bekent dese geloefte metten intrest daer aff verschenen voldaen te zijn. Consenterende daeromme in de cassatie deser ende de borchtochten van Adriaen Cornelis. Actum den 2e februarij 1642. RAT. Loon op Zand. R 68 f 74r d.d. 12-4-1638. Adriaen Cornelis Diercxssen van den Hove heeft hem borge ende cautionaris voor Jan Janssen Oirlemans sijnen swaeger voor ende aengaende de voorst. geloefte van tweehondert ende vijfftich ca. guldens ende het gene daer inne verhaelt staet, gestelt, gelijck hij hem daer voor borge ende cautionaris stelt midts desen. Daer voor verbindende zijnen persoon ende allen zijnen goederen, hebbende ende vercrijgende, waer ende tot wat plaetsen de selve gelegen zijn oft bevonden sullen worden. Dies soe geloeft de voorst. Jan Janssen Oirlemans zijnen borge te indempneren, costeloos ende schadeloos te houden, op verbintenis van zijnen persoon ende allen zijnen goederen, hebbende ende vercrijgende. Testes et actum ut supra. Toelichting: ------------ Adriaen Cornelis Diercxssen van den Hove is getrouwd met de Lijsbeth, de zus van Jan. |
[bron: Loon op Zand-Schepenbank inv. 68 f. 73v/74r] | ||
van 12-03-1639 tot 03-12-1646 | Pdf RAT. 781. Loon op Zand. R 69 f 33v d.d. 12-3-1639. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oerlemans heeft geloeft als schulder principael op hen ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende, Margriete Evertsdochter lest naegelaeten weduwe wijlen Geeridt Janssen Ruijter de somme van vijfftich ca. gld. goet gancbaer gelt te geven ende te betaelen van heden over een jaer met drije gld. intrest. Of soe hij gelover de voorst. somme met consent der voorst. Margriete langer waer onder houden, soe geloeft hij intrest te betaelen naer loop ende laps van den tijde. Behoudelijck oijck dat oft deen oft dandere de voorst. somme wederomme begeerden te hebben oft wederomme wilde schieten dat zij het selve den anderen een vierendeel jaers te vorens sullen opseggen. Testes, Claes et Corst Janssen. Actum 12e martij anno 1639. In marge: Joost Cornelis Croot, Marten Janssen van den Kerckhoff ende Dierck Geerits Kool soe voor hen selven als voor de andere kinderen ende erffgenaemen Margriete Everts bekennen als dat Jan Janssen Oirlemans gelover hen dese 50 ca.guldens metten intrest ten vollen betaelt heeft. Actum 3e december 1646. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 69 f 33v] | ||
van 08-12-1639 tot 03-12-1646 | Pdf RAT. Loon op Zand. R 69 f 68v d.d. 8-12-1639. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans heeft geloeft als schuldenaer principael op hem ende allen zijne goederen hebbende ende vercrijgende Margriet Everts dochtere lest naegelaeten weduwe wijlen Geeridt Janssen Ruijter de somme van vijfftich ca.guldens goet gancbaer gelt. Te geven ende te betaelen St. Martensdach 1640 met drije ca. gld. intrest, sonder langer delaij. Oft soe hij gelover met consent der voorst. Margriete de voorst. somme van 50 ca. gld. langer waer onderhoudende geloeft haer daer van intrest te betaelen naer loop ende laps van den tijde. Met conditien hier inne oijck toegedaen, dat oft het gebeurden dat de voorst. Margriete oft Jan gelover de voorgemelde somme wederomme begeerden te hebben oft te restitueren respective, dat zij malcanderen het selve een vierendeel jaers te voirens sullen opseggen. Ende specialijck heeft de voirn. Jan gelover daer voor verbonden sijne stede lant met haere toebehoirten gelegen op het Craenven, soe ende gelijck hem de selve tegenwoirdich is toebehoirende. Testes ut supra. Actum 8e december 1639. In marge: Joost Cornelis Croot, Marten Janssen van den Kerckhoff ende Dierck Geerits Kool soe voor hen selven als voor dandere kinderen ende erffgenaemen Margriete Everts bekennen midts desen als dat Jan Janssen Oirlemans gelover hen dese 50 ca. gld. met allen den intrest ten vollen betaelt heeft. Actum 3e december 1646. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 69 f 68v] | ||
van 10-04-1646 tot 13-03-1649 | Pdf RAT. 781 Loon op Zand. R 71 f 105v d.d. 10-4-1646. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans heeft geloeft als schuldenaer principael op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende, Jannen sone wijlen Denijs Janssen de somme van 50 ca. guldens te geven ende te betaelen van heden date deser over een jaer in silvere munte te weten ducatons tot 3 gld. 3 st. pattacons tot 2 gld. 10 st. ende andere silveren gelt naer advenant, met 3 gld. intrest. Ende off het gebeurden, dat hij gelover met consent des voorst. Jan Denijs Janssen de voorst. somme van 50 ca. guldens langer geraeckte onder te houden, soe geloeft hij ten behoeffne desselffs intrest te betaelen naer loop ende laps des tijdts hij de selve sal comen onder te hebben. Met conditien hier inne toegedaen, dat off deen off dandere van hen beijde de voorst. somme van 50 ca. gld. ten expireren van het voorst. jaer off daer naer wederomme begeerden te hebben off te restitueren, dat zij ’t selve malcanderen een halff jaer te voirens sullen opseggen ende vercondigen, ende sullen zij naer de gedaene opsegginge hen hebben te reguleren. Alles in gelde gelijck voorst. is. Testes Dierck van Duppen et Thomas Thomassen Egmonts. Actum den 10e aprilis 1646. In marge: Jan Denijs Janssen bekent deze geloefte voldaen te zijn. Actum 13e martij 1649. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 73 f.105v] | ||
van 09-05-1648 tot 19-12-1656 | Transcryptie in Pdf bij 781 Loon op Zand R 72 f 35r/v d.d. 9-5-1648. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans heeft bekent ende beleden, kent ende lijdt midts desen wel ende deuchdelijck schuldich te zijn Dingeman Jan Joosten de somme van 250 ca. guldens goet ganckbaer gelt. Gelovende de voorst. Jan als schuldenaer principael dat hij aen ende ten behoeffne des voorst. Dingeman Jan Joosten ende naer zijne doot aen deselffs erffgenaemen bij zijnen testamente geinstitueert van de voorst. somme van 250 ca. guldens rente off intrest jaerlijcx sal gelden ende betaelen ter somme van twelff guldens 10 st. waer aff den iersten verschijndach wesen sal paesschen 1649, daer voor verbindende zijnen persoon ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende, ende specialijcken zijne stede lants alhier op het Craenven gelegen met allen rechten ende toebehoirten van dijen. Met conditien hier inne toegedaen dat de voorst. Jan gelover ende zijne naecomelingen de voorst. somme van 250 gld. ten allen tijden als het hem off hen gelieve sal, oft sullen moegen lossen ende quiten in drije termijnen te weten de twee iersten termijnen elck hondert gulden ende den lesten vijfftich gld. in gelde ten tijde van de voorst. afflossinge bijnnen der heerlicheijt van Venloon cours ende ganck hebbende metten intrest alsdan verschijnende ende metten achterstel alsdan ten achteren staende, gelijck oijck de voorst. Jan gelover de voorst. somme van 250 gld. in drije termijnen als voor ten allen tijden geloeft te voldoen ende te betaelen, als de voorst. Dingeman off naer zijne doot zijne voorst. geinstitueerde erffgenaemen restitutie der voorst. capitaele somme metten verschenen intrest sullen verseeckeren. Behoudelijck nochtans soe sal deen ende dandere van partijen den loss off afleggen van elcke termijn malcanderen een vierendeel jaers te voirens rechtelijck off in presentie van twee wettige getuijgen opseggen ende vercondigen. Ende staet te weten dat de voorst. somme van 250 ca. gld. geprocedeert is van coop van seecker erffgoet bij ende van wegen des voorst. Dingemans van zijnder zijde onder Suijthollant vercocht, ende wilt ende verclaert alsoe de voorst. Dingeman dat de selve somme in plaetse van ’t voorst. erffgoet aen zijne voorst. geinstitueerde erffgenaemen naer zijne doot ende afflijvicheijt met vollen rechte alleen sal blijven met exclusie zijnder voorst. huijsvr. ende haerder kinderen. Testes Ghijsbert Claessen et Sebastiaen Christoffels. Actum 9 maij 1648. In marge: Mr. Peter Donckers ende Mr. Willem Hendricx de Robbemont als executeurs van de testamente van wijlen Dingeman Janssen int bij wesen van Jan Marten Janssen executeur, Jan Adriaens bekennen ende lijden midts desen als dat zij met Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans gelover affgereckent hebben over de verteerde costen van de uijtvaert ten zijnen huijse gescheidt ende andere verteringen op den erffhuijse ende op den coopdach van de bodems geresen ende van gehaelde bieren ende drinckschulden, den voorst. Dingemans ende is bij somme rekeninge bevonden, dat bij den voorst. Jan gelover hiermede voldaen ende betaelt is de somme van 189 gld. 10 st. 8 pen. Dies is den intrest van de geheele geloefte affgereckent tot paesschen 1654 toecomende incluijs. Actum 3e december 1653. Idem: Alsoe op heden den 19 decembris 1656 Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ten behoeve de hl. geest eene rente van 2 gld. 10 st. sjaers geconstitueert. Soe bekent Mr. Willem Hendricx de Robemont als een van den executeuren van den testamente van wijlen Dingeman Janssen, dat daermede ende mette peningen te voirens bij de executeuren ontfangen, dese geloefte is voldaen ende alsoe gecasseert. Actum ut supra. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 73 f. 35r en v] | ||
van 10-01-1657 tot 09-02-1663 | Jan Jan Cornelis Oirlemans bekent schuldig te zijn aan Lambert Lambert Claessen, wonende te Dongen, een bedrag van 100 gulden. Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 9-2-1663 ingelost is. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 77f. 1] | ||
van 20-02-1657 tot 14-04-1660 | f.19 Jan Jan Cornelis Oirlemans bekent schuldig te zijn aan Claes Ghijsbert Claessen Buennen een bedrag van 100 gulden. Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 14-4-1660 ingelost is door Goossen Lenaerts van den Hove. f.20 Steven Lenaertssen van den Hove en Goossen Lenaerts van den Hove bekennen Jan Jan Cornelis Oirlemans schadeloos te zullen stellen voor de schuldbekentenis van hem aan Claes Ghijsbert Claessen Buennen op heden. Toelichting: ------------- Steven en Goossen zijn 2 broers van zijn vrouw Agneesken Lenderts van den Hove. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 77f. 19 en 20] |
03-04-1634 | Pdf RAT. Loon op Zand. R 66 f 71v/73r d.d. 3-4-1634. Adriaen Cornelis Diercxssen van den Hove als man ende momboir van Lijsken zijnen huijsvrouwe dochtere wijlen Jan Cornelis Oirlemans, de helft onbedeijlt in een parcheel eckerlants anderhalf loopensaet ende vijff roijen int geheel begrijpende, gespleten van de oude stede gecomen van zijns transportants huijsvrouwe vader, gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven, oistwaert aen den waterlaet, zuijtwaert ende noirtwaert aen de weduwe Denijs Janssen ende haere kinderen, ende noirtwaert aen Vriendten stede. Noch de helft onbedeijlt van een parcheel lants van vier loopensaet ende 4 1/2 roije lants in eenen acker lants gelegen aldaer aen de zuijdenzijde van sheerenstraete, oistwaert aen erffenisse Corstiaen Jan Borsten, zuijtwaert Cornelis Willemssen de Pruijser, westwaert aen erffenis van Jan Janssen Oirlemans ende noirtwaert de oude stede voorgeruert. Ende noch de helft onbedeijlt in een parcheel lants groot anderhalff loopensaet ende seven roeden oft daeromtrent in den selven acker, oistwaert aen erffenisse des voorst. Jan Janssen, zuijtwaert Corstiaen Jan Borsten, westwaert ende noirtwaert aen erffenisse Jan Goijaerts kinderen. Welcke helften van erffenisse voorst. hem transportant in de qualiteijt als voor bij erffscheijdinge ende erffdeijlinge te deele bevallen zijn voor schepenen in Venloon opten 9e dach der maent junij int jaer ons heeren 1633, gelijck dat in schepenen letteren van Venloon daer op gemaeckt breeder begrepen staet, heeft hij wettelijck ende erffelijck opgedragen ende overgegeven den voorgen. Jan Janssen Oirlemans zijnen swaeger, tsaemen met allen brieven ende bescheeden daer aff gewach doende ende allen den rechte hem daer in der qualiteijt voorst. daer inne eenichssins competerende. Met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is. Gelovende de voorn. Adriaen sone Cornelis Diercx van den Hove als schulder principael op hem ende allen zijne ende zijnen voorst. huijsvrouwe goederen, hebbende ende vercrijgende, dit opdraegen ende overgeven den voorn. Jan Janssen Oirlemans vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich weder seggen. Ende allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijcken, vuijtgenomen dat men hier vuijt naer grootte des lants naer luijdt der voorst. erfscheijdinge ende erffdeijlinge mede sal gelden in alle renten, chijnsen ende pachten met recht daer van te vergelden staende. Testes et actum ut supra. RAT. Loon op Zand. R 66 f 73r/74v d.d. 3-4-1634. Jan Janssen Oirlemans heeft gelooft als schulder principael op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende, Adriaen Cornelis Diercx van den Hove, zijnen swaeger, de somme van tweehondert ende vijfftich ca. guldens goet gancbaer gelt gereet te betaelen, ende dat ter causen van coop van seeckere parcheelen van erffenisse hem gelover bij den voorst. Adriaen op heden opgedraegen ende overgegeven. Dies soe sal Jan Janssen ontfangen de huere der selver parcheelen die daer aff ten oogst verschijnen sal. Ende sal Jan de selve parcheelen aenveerden volgens de huurcedule met Geeridt Thonis gemaeckt. Testes et actum ut supra. In marge: Adriaen Cornelis bekent dese 250 gld. ten vollen ontfangen te hebben. Consenterende inde cassatie. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 66 f 71v/73 en f 73r/74v] | ||
van 24-02-1649 tot 16-02-1651 | Pdf 781 Loon op Zand. R 72 f 149r/v d.d. 24-2-1649. Jan ende Lenaert gebroederen sonen wijlen Jan Cornelis Oerlemans, twee moerbodems gelegen bijnnen der heerlicheijt van Venloon inden kercken streeck, den eenen groot 16 loopensaeten min vijff roijen, oistwaerts aen de nijeuwe erffenisse van Wouter Janssen van Broechoven, zuijtwaerts ende westwaerts aen sheerenstraete ende noirtwaerts aen Joost Cornelissen Croot ende zijne consoirten ende den anderen groot omtrent drije loopensaeten ende 2 roijen, gelegen tusschen erffenisse van Peter Cornelis van Esch aen deene zijde zuijtwaerts ende tusschen erff. van Joost Cornelissen Croot ende zijne consoirten noirtwaerts, streckende metten eijnde aen het kercken dijcxken ende metten andere eijnde aen sheerenstraete. Ende welcke twee moerbodems eertijts gecomen van die erffgenaemen wijlen Henrick Janssen Loijen, soe zij seijden, hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven Sebastiaen Peter Janssen tsaemen met allen brieven ende bescheeden daer aff gewach doende ende allen den rechte en daer inne eenichsins competerende. met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is. Gelovende de voorst. transportanten als schuldenaeren principaele op hen ende allen henne goederen hebbende ende vercrijgende, de voorst. twee moerbodems den voorst. Sebastiaen te waeren als men erffne schuldich is te waeren ende allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijcken. Behoudelijck nochtans soe sullen allen gebuerlijcke lasten ende servituten totte voorst. twee moerbodems behoirende bij den voorst. Sebastiaen coopere houden ende onderhouden wordden naer den rechte van den lande. Testes et actum ut supra. In marge: Adriaen Cornelissen van den Hove als man ende momboir van Lijsbeth zijnen huijsvrouwe dochtere wijlen Jan Cornelissen Oirlemans int bijwesen van Lijsbeth voorst. heeft geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen, om metten rechte van naerderschappe dese twee moerbodems ende heeft gelooft alles te doen des eenen naerderman schuldich is te doen. Testes D. Duppen et G. Claessen. Actum 10 martij 1649. Et promisit etc. Idem: Adriaen Cornelissen in voorst. qualiteijt heeft ’t recht van naederschap overgegeven Sebastiaen Peter Janssen effestucando. Promittens sub obligatione etc. Testes et actum ut supra . 781 Loon op Zand. R 72 f 149v/150r d.d. 24-2-1649. Sebastiaen Peter Janssen heeft gelooft als schuldenaer principael op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende Jan ende Lenaert, gebroederen sonen wijlen Jan Cornelis Oirlemans de somme van 255 ca. guldens goet gancbaer gelt ’t stuck gerekent, te geven ende te betaelen in drije gelijcke termijnen waeraff den iersten betaelt sal wordden alsnu gereet, den 2e van heden over een jaer ende den 3e oft lesten ’t jaers daernaer volgende. Procederen de selve somme ter causen van coop van eenen moerbodem groot 16 loopensaet min vijff roeden, hem gelover op heden gevest ende opgedraegen. Ende alnoch soe gelooft de voorst. Sebastiaen den voorst. Jan ende Lenaerden de somme van 42 gld. 10 st. goet gancbaer gelt als voor te geven ende betaelen in twee gelijcke termijnen, te weten deene helft alsnu gereet ende dandere helft van heden over een jaer, ende dat over coop van eenen moerbodem groot omtrent drije loopensaeten 20 roeden aen hem gelover van wegen des voorst. Jans ende Lenaerts oijck gevest ende opgedraegen. Welcke voorst. twee moerbodems hij gelover voor de voldoeninge der voorst. sommen in termijnen respective als boven te betaelen midts desen is stellende tot hypotheecq ende waerborch. Testes et actum ut supra. In marge f 149v: Jan Janssen Oirlemans bekent den 1e termijn deser twee respective sommen van de gelover ontfangen te hebben. Actum 29 februarij 1649. Idem: Lenaert Janssen Oirlemans bekent den 2e termijn van de somme van 255 gld. wesende de cooppeningen van den grooten bodem, ende den lesten termijn van de 42 gld. 10 st. van de cleijnen bodem beijde alhier vermelt van de gelover ontfangen te hebben. Dies gecort aen den selve termijn eenen pattacon bij den geloever betaelt aen Adriaen Cornelis van den Hove vuijt oirsaecke partijen bekent. Actum 3e martij 1650. Idem: Jan ende Lenaert Janssen Oirlemans, fres. bekennen den 3e lesten termijn van de grootten bodem oijck ontfangen te hebben ende consenteren alsoe inde cassatie. Actum 16 februarij 1651 |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 73 f. 149r en v, 150r] | ||
van 11-04-1652 tot 20-10-1652 | Folio 51 1. Steven, 2. mr Dierck Coomans, als gevolmachtigde van Goosen Lenaert van den Hove, 3. Maria Hendricxssen, gehuwd met Jan Lenaerts, 4. Jan Janssen Oirlemans, gehuwd met Agneesken, 5. Wouter Laureijssen, gehuwd met Maijken de oude, 6. Marten Joosten van Cuijck, gehuwd met Maijken de jonge, 7. genoemde Steven en Ghijsbert Hendricxssen, als voogden over de onmondige kinderen van Hendrick Hendricxssen en Lijsken, allen kinderen van Lenaert Goossens van den Hoove en Anthonisken Jan Stevens, transporteren goederen aan Cornelis Janssen de Lepper. 11-4-1652 Folio 52 Cornelis Janssen Lepper bekent schuldig te zijn aan de kinderen van Lenaert Goosens van den Hove en Anthonisken Jan Stevens een bedrag van 83 gulden en 12 stuivers terzake van een transport op heden. Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 20-10-1652 ingelost is. 11-4-1652 Folio 52v 1. Steven en Jan, 2. mr Dierck Coomans, als gevolmachtigde van Goosen Lenaert van den Hove, 3. Maria Hendricxssen, gehuwd met Jan Lenaerts, 4. Jan Janssen Oirlemans, gehuwd met Agneesken, 5. Wouter Laureijssen, gehuwd met Maijken de oude, 6. Marten Joosten van Cuijck, gehuwd met Maijken de jonge, 7. genoemde Steven en Ghijsbert Hendricxssen, als voogden over de onmondige kinderen van Hendrick Hendricxssen en Lijsken, allen kinderen van Lenaert Goossens van den Hoove en Anthonisken Jan Stevens, transporteren goederen aan Wouter Jan Wouterssen, wonende te Berkel. 11-4-1652 |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 74 f. 51 - 52 - 52v] | ||
06-11-1652 | Dingeman Jan Joosten, Corstiaen Jan Borsten en Jan en Lenaert, zonen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans, transporteren goederen aan Lambert Wouter Lamberts. Het gaat om een heiveld, gelegen bij ’t Craenven, omtrent den Waterlaet alhier. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 74 f. 81r en 81v] |
van 03-11-1616 tot 24-02-1649 | Pdf RAT. Loon op Zand. R 63 f 26r en f 26v d.d.3-11-1616. Jan Goiarts als man ende momboir van Neeltken Jansse zijne huijsvrouw, Jan Michielsse als man ende voicht van Jenneke Jansse zijne huijsvrouw, Joris Hendricx van Hasselt als man ende momboir van Antoniske Jansse zijnre huijsvrouw, Gerit Jansse de Ruijter voor sijn selven ende voor Hendrick en Jan zijnen broeders, daer voor hij hem fort ende sterck mackten, Jenneke hun suster cum tutore, Joost Jansse als voight ende momboirs van wijlen Jasper Jansse kijnder ende Geertruijt weduwe Bert Hendricx cum tutore, tesamen erfgenamen van wijlen Hendrick Jansse Loijen, hebben wettelijck ende erffelijck verkocht Jan Cornelis Oerlmans ende Willem Matheus Jansse twee moerbodemen gelegen binnen der heerlijckheijt Venloon in den Kercken streek, den eene groot 16 lopensaet min 5 roijen daer die Vrouwe van Loon leet aen den suijdensijde ende de weduwe Ariaen Stevens ende consorten aen de noordensijde ende compt met beijde de eijnde aen voorn. Mevrouwe van Loon, den andere bodem groot omtrent 3 lopensaten ende 20 roijen, gelegen tusschen bodems Ariaen Jan Ariaens ende Bastiaen zijn broeder aen de suijdensijde ende Geraert Gerit de Groot, Henrick Bastiaensse ende consoirt aen de noordensijde, streckende van den Kerckendijck westwaerts Mevrouwe van Loon. Den voorst. verkopers bij versterf van den voorst. Hendrick Jansse Loijen aengecomen soo men verclaerden ende hebben se hem opgedragen ende overgegeven ende dat met afgaen ende vertijen alsoo gewoonlijck ende recht is. Gelovende de voorst. verkopers ende specialijck Jan Goierts onder verbintenissen hennen persoon ende goederen, present ende toecomende, dit opdragen ende overgeven den voorst. Jan Cornelisse ende Willem Matheus Jansse altois vast ende van waerden te houden ende de voorst. twee bodems te vrijen ende waeren voor ….. elcke bodem in des heeren van Loons chijns. Testes, Cornelis Dircks ende Dingeman Jansse, den 3e november 1616. In marge bijgeschreven: Jan soone wijlen Gheeridt Geritsse van Broechoven in den naeme ende als gemachticht van Willem Matheus Jansse Berchmans soo hij seijde, heeft op de helft van de twee bodems alhier vermelt ende den voorst. Willem daer ine toebehorende wettelijck ende erffelijck vertegen Jan ende Lenaert, gebroederen sonen Jan Cornelis Oerlemans etc. Testes, D. Duppen ende Dingeman Jansse. Actum 24 februari 1649. Toelichting: ------------- Willem Matheus Jansse is de broer van Adriana, de vrouw van Jan Cornelis Oerlemans. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 26] | ||
van 09-04-1631 tot 19-11-1631 | Pdf RAT. Loon op Zand. R 65 f 187v/188r d.d. 9-4-1631. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen Cornelis Diercxssen als man ende momboir van Lijsken zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Jan Cornelis voorst. ende Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheus henne momboirs, soe voor hen als voor Lenaerden ende Adriaentken onmondighe kinderen wijlen Jan Cornelis voorgenoempt, de voorst. momboirs in den naeme ende van wegen als voor, tot het gene hier naervolght, consent ende decret hebbende van schouteth ende schepenen van Venloon, als ons schepenen ondergeschr. gebleken is, de helft onbedeijlt van het groot woonhuijs eender stede lants gestaen ende gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de Vaerte aen den Ouden Draijer, beginnende het selve woonhuijs van de caemere aff mette helft onbedeijlt van den brouwhuijse ende verckenskoije daerbij staende. Midtsgaders de helft onbedeijlt van den noirdenzijde van de aenstede daeraenliggende oistwaert aen de stege aldaer, zuijtwaert ende westwaert Joost Peeterssen Swart ende noirtwaert aen sheerenvaert. Item de helft onbedeijlt in een parceel lants wesende het tweede loth in eenen acker genoempt den hoogen acker, beginnende vuijtten westen van de stege aff aen, de welcke aldaer is liggende, het selve geheel loth oistwaert aen erffenisse der erffgenaemen wijlen Jan Peter Jacops, zuijtwaert aen Adriaen Willemssen, westwaert ende noirtwaert aen de Vaerte. Item de helft onbedeijlt in een parcheel lants, wesende het 4e loth inden voorst. acker genoempt den hoogen acker, oistwaert aen de erffgenaemen Jan Wouter Claes, zuijtwaert aen Adriaen Willemssen, westwaert ende noirtwaert aen den vaerte voirst. Ende noch de helft onbedeijlt van de zuijdenzijde van eenen acker genoempt Geeridt Oirlemans acker gelegen aldaer aen de noirdenzijde van de vaerte waer aff de noirdenzijde desselffs acker is toebehoirende Adriaen Willemssen. Allen de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn als die den gelijcke kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans voorgenoempt te deele bevallen zijn soe men verclaerden, hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven Adriaen Willemssen voorgenoempt, met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is. Gelovende de voorst. transportanten ende de voorst. henne persoonen ende allen henne ende der voorst. onmondige kinderen goederen, hebbende ende vercrijgende dit opdraegen ende overgeven den voorst. Adriaen Willemssen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen, sonder eenich wederseggen ende hem de voorst. parcheelen van goederen te waeren als men erffne schuldich is te waeren. Midtsgaders allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijck, vuijtgenomen des dorps commer. Testes Dierck Raessen ende Adriaen Cornelis den 9e aprilis 1631. In marge: Adriaen Peter Willems ende Jan Adriaen Zuenen als momboiren bij den heere geordonneert van de drije onmondige kinderen wijlen Catharina Cornelis Oirlemans respective verweckt bij Ivo Gielissen ende Claes Janssen Haegen, geasssiteert metten schouteth van Besoijen als oppervoocht der selver onmondige kinderen, hebben geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen, om in den naeme ende van wegen der voorgen. onmondige kinderen metten rechte van naerderschappe te lossen ende te quijten dese erffgoederen, ende hebben in der qualiteijt als voor geloeft alles te doen des een naederman schuldich is te doen. Midtsgaders den coopere te indempneren van den geloefte bij hem ter causen van coop van dese erffgoederen gedaen. Testes, Dingeman Jansse ende Adriaen Cornelis den 19e november 1631. RAT. Loon op Zand. R 65 f 188r d.d. 9-4-1631. Adriaen Willemssen heeft geloeft schuldener principael ten behoeve van de kinderen ende erffgrnamen wijlen Jan Cornelis Oirlemans de somme van vijffhondert ende 75 ca. gld. goet gancbaer gelt te geven ende te betaelen in drije gelijcke termijnen, waer aff den iersten betaelt sal wordden gereet, den 2e over een jaer ende den 3e oft lesten den 9e aprilis 1633. Procederende de selve somme ter causen van coop van de voorst. parcheelen van erffgoederen, de welcke hij gelover beneffens zijne andere goederen is stellende tot hypotheecq ende waerborch. Testes et actum ut supra. RAT. Loon op Zand. R 65 f 188v d.d. 16-4-1631. De selve transportanten een vierde part hen onbedeelt toecomende in eenen stede lants mette timmeringe daerop staende ende erffenisse daeraenliggende ende toebehoirende gelegen binnen de heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de vaerte tegen over de Venis Straete, oistwaert aen sheerenstraete, zuijtwaert de erffgenaemen Lenaert Chielen, westwaert aen Burchtken dochtere Jan Lauwen ende noirtwaert aen Joost Peterssen Swart, soe men verclaerden, hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven Roeloff Jacopssen van Hedel met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is. Gelovende de voorst. tramsportanten ende de voorst. momboirs op verbintenisse respective van henne persoonen ende allen henne ende der voorst. onmondige kinderen goederen, hebbende ende vercrijgende etc. Midtsgaders allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijcken. Vuijtgenomen een vierde part in een derdendeel van vier vaten roggen sjaers aen den heijlige geest van Venloon met eenen staende ende lopende pacht. Noch een vierde part van des heeren chijns die int geheel vuijtte voorst. stede te vergelden staet ende daer toe des dorps commer. Testes Dierck Raessen ende Ghijsbert Claessen den 16e aprilis 1631. In marge: Adriaen Peter Willems ende Jan Adriaen Zuenen als momboiren van de drije onmondige kinderen wijlen Catharina Cornelis Oirlemans verweckt bij Jan Gielissen ende Claes Janssen haere respective geassisteert metten schouteth van Besoijen als oppervoocht, hebben geboden ende hebben geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen, die zij zeijden den voorst. kinderen hen eijgen te wesen, ome metten rechte van naerderschap te lossen het vierden part der stede alhier geruert. Ende hebben geloeft alles te doen des een naerderman is schuldich te doen, ende den coopere te indemneren van den geloefte bij hem ter causen van coop van het voorst. 4e part gedaen. Testes Dingeman Janssen ende Adriaen Cornelis den 19e novembris 1631. Toelichting: ------------ Dit lijkt te gaan om de goederen, verkregen uit de deling van Cornelis Cornelis de oude. Het gaat namelijk om het 1/4 part, en Cornelis had 4 kinderen, waaronder Jan. De kinderen van Jan willen hun deel verkopen aan Adriaen Willems. Dat gebeurt op 9 april 1631. Maar op 19 november 1631 maken de kinderen van zus Cathelijn de koop ongedaan, en kopen de goederen over met recht van naerderschap. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 187v/188v scan 205/208] | ||
03-07-1645 | Pdf RAT. 781 Loon op Zand. R 71 f 45v/46r d.d. 3-7-1645. Jan Janssen Oirlemans heeft geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen hem als hij seijde toebehoirende, om metten rechte van naerderschappe te lossen alsulcke twee vierde gedeelten ombedeijlt in eene stede lants te weten een huijs, grondt, hoff ende erffenisse daeraenliggende ende toebehoirende, gelegen bijnnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de Vaerte als Gielis ende Jan Iewaens gebroederen aen Joost Hermanssen vercocht ende opgedraegen hebben, ende heeft geloeft als schuldenaer principael op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende, alles te doen des een naederman is schuldich te doen. Testes Dingeman Janssen et Ghijsbert Claessen. Actum 3e julij 1645. Idem: Jan heeft op verbant als voor Joosten Hermanssen, coopere te indemneren, costeloos ende schadeloos te houden ter saecken van den geloefte bij hem overcoop van den voorst. vierde gedeelten inde stede lants voorst. gedaen. Testes et actum ut supra. Toelichting: ------------ Jan Jansen Oirlemans koopt met recht van naasting de helft van een huis op de Vaert (in Kaatsheuvel). |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 71 f.45v] | ||
van 24-04-1649 tot 21-01-1650 | Pdf 781 Loon op Zand. R 72 f 182v d.d. 24-4-1649. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans heeft geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen hem als hij seijde toebehoirende, om metten rechte van naerderschap te lossen dese parceelen van erffenisse met het huijsken daerop staende ende heeft op hem ende allen zijnen goederen hebbende ende vercrijgende geloeft alles te doen des een naederman is schuldich te doen. Alles sonder arglist. Testes Dingeman Janssen er A. van den Hove. Actum 21 januarij anno 1650. Idem Joes promisit etc. Testes et actum ut supra. Consig. eenen gouden philippus gl. met eenen schellinck sub. Dingeman Janssen Toelichting: ------------- Recht van naarderschap, recht van naasting = degene die dit recht bezit mag het verkochte goed overkopen. Getuige A. van den Hove is Adriaen Cornelis van den Hove, getrouwd met zijn zus Lijsbeth. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 73 f. 182v] |
30-11-1630 | kerkelijk huwelijk Adriaen Cornelis Diercxssen Franssen van den Hove (ovl. vóór 1651) en Lijsbeth Oirlemans (geb. 1613) [zie 256,II] | [broer bruid] | [bron: Loon op Zand - Inv. 2 Trouwboek 1524-1651 f. 42r] |
16-01-1654 | Samenvatting: ---------------- De erfgenamen van Leendert Goossen van den Hove en Antonisken Jan Stevens doen afstand van een hooij- en weiland van 2 morgen groot in Baardwijk, ten gunste van Adriaen Gerit Cornelissen Couwenberch op 16 januari 1654. Zoon Goossen is present, ook namens zijn broers en zussen, zijn stiefvader Willem Eelants van Spaendonck, op basis van een procuratie, afgegeven op 6 mei 1653 door de schepenen van Venloon. Toelichting: ------------ Wie is de begunstigde, heeft hij iets te maken te maken met de familie? Adriaen Gerit van de Couwenberch is de 2e man van Lijsbeth Jan Cornelis Oerlemans. Lijsbeth is een zus van Jan Jan Oerlemans, getrouwd met Agneesken van den Hoven. Waarom de familie afstand doet, waarom ze hem dit gunnen, weet ik niet. Over het stuk land: Met een grootte van 2 morgens. De Bossche morgen was 9930 m2, dus bijna een hectare. Weet niet zeker of in Baardwijk ook met deze maateenheid gerekend is. Maar wel een behoorlijk stuk land. De locatie van het hooi of weiland: over de Hoogeindse Wetering, tussen de Fra Camp en land van het convent van de Doncq, vanaf de Hoogeindse Wetering tot aan de Hool Graeve toe. Helaas ben ik te weinig bekend met Baardwijk. De kaart van Baardwijk van 1866 geeft mij geen aanknopingspunten. Transcriptie: --------------- Compareerde voor de ondergeschreven Schepenen der Heerlicheijt van Baardwijck, Goossen Lenaertsen van Hooff, woonende binnen de jurisdictie der heerlicheijt van Venloon, dat men noempt Loon op Zant, soo voor hemselve, als mede voor soovele des noot sij last ende procuratie hebbende van Willem Eelants van Spaendonck, naegelaten weduwer wijlen Antonisken Jan Stevens dochtere, die voortijts huijsvrouwe was van wijlen Lenaert Goossens van den Hove, .. gedaen van Steven, ende Jan, gebroeders, zonen wijlen Lenaert ende Antonisken voorgenoempt, oock van Jan Janssen Oerlemans, als man ende momboir van Agneesken (van den Hove), sijn huijsvrouwe, ende Meerten joosten van Cuyck, als man ende momboir van Maeijken de jonge, sijnen huysvrouwe, gesusteren, dochteren des voorsegden wijle Lenaerts ende Antonisken, mede van Wouter Laureijssen, naegelaten weduwer wijen Maeijken de Oude, oock dochtere des voorschreven Lenaerts ende Antonisken, soo in dien qualiteijt voor hen selven, als mede hen fort ende sterckmaeckende voor sijne vijf onmondige kinderen, bij hem ende de voorschreven wijlen Maeijken de Oude tesaemen verweckt, ende van de voorschreven Steven Lenaerts van den Hove ende Gijsbrecht Hendricxsen, als wittige momboir van de onmondige kinde van wijlen Lijsken, insgelijcken, dochtere des meergenoemden wijlen Lenaerts ende Antonisken, verweckt bij Hendrick Hendrick Hendricxen, int bij wesen ende overstaen van den selven Hendrick, vader van desselven onmondige kinde, ende oock dieselve Hendrick als naegelaten weduwer van de voorschreven wijlen Lijsken voor hemselven, wesende dieselve procuratie voor Peeter Corstiaenssen ende Cornelis Claessen Bastaers, Schepenen in Venloon gepasseert, ende door Koomans in absentie van de Secretaris als Substituyt gestipuleert, in date den sesten meij des voorleden Jaers 1653, ons schepenen behoorlijcke geteeckent, ende besegelt gebleken, ende heeft in dier qualiteijt wettelijck vetegen, bij maniere van pe..tatie ende erfmangelinge, sulcx hij doet bij desen op seecker stuck hoy ofte weijlants, twee morgen of daeromtrent groot sijnde, gelegen onder de voorsegde van Baerdwijck over de Hoocheijntse Weteringe, tusschen den fra camp (?) aende oistenzijde, ende de erfenisse van t convent van de Doncq aen de westenzijde, streckende van de voorsegde weteringe af noortwaert op totten hool graeve toe, met alle dijcke, tuyen, sloot, maese ende weteringe, schouwen ende nabuerlijcke rechten daertoe ende over naer costume locael behooren, ende op alsulcke brieven ende voorwaerden als daer egeen recht aen te behouden, of te vermeten in eniger manieren, soo geloofden den voorsegden comparant, dese voorschreven erfenisse te vrijen gewaeren, nae de Rechte van de Lande, als een vrij, eijgen erve ende een volboden, op generael verbant daersijns comparants persoon ende goederen, roerende ende onroerende, hebbende ende vercrijgende, soo in Hollant, Brabant als allonium elders gelegen, subjecten, dieselve alle Rechten ende Rechteren om ofter naemales eenige pachten, renten, chijnssen, of andere calangien op quamen, bij den voornoemden Adriaen sone wijlen Gerit Cornelissen Couwenberch in sulcken gevalle sijn guarand t’allertijt voor hem ende sijne naecomelingen daerachter verhaelen, als sijnde vrij lant, uijtgenomen Dorps loop ende Commer ende Verpondinge, die vandaer deses af voorthaen sullen blijven tot laste van den voorsegden Adriaen sone wijlen Gerit Cornelissen Couwenberch, allen sonder arch oft list ende in oirconde dese bij Schepenen van Baerdwijk. Onderteeckent desen 16e Januari 1654, Cornelis Peeterssen Joost Janssen Kouenberch getaxeert bij Schouth ende Gerechten op 450 f. (florijnen, guldens) 11 gulden - 5 stuijvers (40e penning) |
[bron: Baardwijk - Dorpsbestuur 1652-1667 Inv. 144 akte 47 f. 28v-29r scan 32] |
21-03-1652 | Willem Eelants van Spaendonck, weduwnaar van Anthonisken Jan Stevens, sluit een overeenkomst met betrekking tot goederen met Steven, Goossen en Jan, Jan Jan Cornelis Oirlemans, gehuwd met Agneesken, Marten Joosten van Cuijck, gehuwd met Maijken de oude, Wouter Laureijssen, gehuwd met Maijken de jonge, en genoemde Steven met Ghijsbert Hendricxssen als voogden over de onmondige kinderen van Hendrick Hendricxssen en wijlen Lijsken, allen zonen endochters van Lenaert Goossens van den Hove en genoemde Anthonisken. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 74 f. 39 en 40] | ||
15-03-1669 | Samenvatting: ---------------- Heijliger en Cornelis, zonen van wijlen Jan Jans Oirlemans en Agneesken Lenderts van den Hove, en Wouter Loureijs Wouters als voogd van Lendert, ook zoon van voornoemd echtpaar, maken een boedelscheiding. Nummering: ------------- In de pdf, horend bij dit inventarisnummer is de Oude nummering = 80 deel a 1-33, deel b 1-39v, deel c 1-52v gebruikt. Die staan er ook met potlood op, doorgestreept. Hier was dit folio 17-18. De aktes hebben ook een originele nummering door de schrijver gemaakt. In dit geval is het akte 8. Toelichting: ------------- Wouter Loureijs Wouters is de zwager, de man van zus Maria Lenderts van den Hove de oude. Transcryptie: --------------- Kennende sij eenygenlijk dat op huyden dat deses voor schepenen onder genoemt in propere persoone is gecomen ende gecompareert, Heijliger ende Cornelis gebroederen, sone wijlen Jan Jansen Oirlemans, waarvan moeder af was Agneesken Leenderts van Hove, ende Wouter Loureijs Wouters als momboir van Lendert, sone wijlen Jan ende Agneesken voornoemt. De Voorsegde Lendert alhier medepresent, Diewelcke metten anderen hebben gemaect ende aengegaen seeckere erfdeeling ende scheijdinge ende deijlinge van de naervolgende erfelijcke goederen, mits het overlijden van gemelte voorsegde ouders eenichsints aengecomen sijn en der vuegen torme ende manieren hier naar beschreven volgende, Overmits der welck die is de voornoemde Cornelis, den soone, te deele bevallen, ende sal deselve alsoo voor sijne portie hebben, houden ende erfelijck blijven possederen: * een stede, de huysinge ende gront vandien metten westens helft van den huysacker, in der vuegen ’t selve afgepaelt is, in ’t geheel 14 loopensaeten (3 hectaren) ofte . nochtans gestaen ende gelegen binnen de Heerlijckheijt van Venloon, ter plaetse genaempt het Craenven, aldaer tusschen erfenisse Tomas Gerits Couwenberch cum suis westwaarts, Wouter Loureijs Wouters noortwaerts, Henrick Willem Meeus (cum suis oostwaerts, doorgestreept) ende ’t onmondich kindt van wijlen Teunis Jans Suenen oostwaerts, ende de Heerenstraete suytwaerts. * item noch ’t 4 weede ende 6 loth uijt ten westen is eenen acker saeylandts tegens over de huysinge, als suyt van de straete gelegen, in der vuegen groote deselve afgepaelt sijn, denselven acker in t geheel 12 loopensaeten (2,5 hectare) of . . nochtans . aldaer tusschen erfenisse ’t weeskindt van Teunis Jans Suenen westwaerts, ’t hofken van deser erfgenaemen, ende de erfenisse van erfgenaemen van den Corst Jan Borsten noortwaerts, de erfgenamen Corst Jan Borsten cum suis suyt ende oostwaerts, sijnde los ende vrij, uytgenoemn dat die oock Cornelis den soon, hier uyt saecke sal gelden ende voldaen het derde part van 30 gulden aen de H. Geest van Venloon, alsmede het derde part van des heeren chijns, die hier met recht is uytgaende. Item noch te voldoen een schepenbrief van 250 gulden Capitael aen de erfgenamen Jan Engelbert Cannerts, ende sal noch in vergelijckinge daerenboven noch moeten beealen aen Heijliger ende Lendert, sijne broeders ieder de somme van 175 . Ieder . van dien helft te betaelen 1 april eerstcomende, ende de ander helft te Bamisse (1 oktober) daer naestvolgende, precies ende sonder interest. Waertegens voornoemde Heijliger, den soon, bij blinde lothe, te deele bevallen is, ende sal deselve alsoo voor sijne portie hebben, houden ende erfelijck blijven possederen, * eerstens de timmer van de Schuere ende de 2 suydenste eijcken boomen, staende op de grondt van het eerste loth, van Cornelis de soonstaende aen den westensijde van voorsegde schuere omme deselve schuere ende voorens te ruymen voor half meij eerstcoomende precies * item noch de oostelijcke helft van den huysacker beneffens erfenisse van Henrick Willem Meeus ende ’t onmondich kindt van Teunis Jans Seunen * item noch het 3e ende het 4e loth uyt westen, s. van den acker, in t geheel van omtrent 12 lopensaeten of ., gelegen tegens de voorgenoemde huysinge over aen suyt sijde van de straete, hier voorens in t 1e loth van Cornelis, den soon, naer den uitgedruct sijnde los ende vrij, uytgenomen dat de voornoemde Heijliger, den soon, hieruyt jaerlijks sal gelden ende voldoen is jaerlijks 30 gulden jaerlijks aen H. Geest van Venloon, als mede het 3e part van den heeren chijns die hier met recht is uytgaende. item alnoch 200 gulden capitael aen de kinderen van Lendert Jans de Bont. item 50 gulden capitael aen Bastiaen Peeter Jans. Ende waertegens de voornoemde Lendert, den soon, in t bijwesen van voorsegde wouter, sijnen momboir, bij blinde lothe te deele bevallen is, ende sal deselven alsoo voor sijne portie hebben, houden ende erfelijk possederen: * eerstens de timmer van ’t torfschop, verckenskoy ende brouwhuys, met noch de brouwerije gereetschap ende voorders toebehoort * mitsgaders noch de noordensten eijcken boom, staende aen den westensijde van de schuere, met noch de eijcken boom , staende bij het brouwhuys, alle staende op de gronde van Cornelis, den soon. Hier voorens te deele bevallen omme deselve te ruymen voor half meij eerstcomende * item een parcheeltjen erfenisse, genaempt de Corte Rugge, 1 1/2 loopensaet of . Nochtans . gelegen binnen de Heerlijckheijt ende plaetse voornoemt. Aldaer tusschen de erfenisse Adriaen Peter van Gorcum westwaerts, Cornelis Peter van Gorcum noortwaerts, de erfgenaemen van Denis Schelvischen oostwaerts, ende suytwaerts de heerestraete. * item noch een parccheeltjen efenisse, genaempt de Corte Vooren, 1 1/2 loopensaet (0,3 hectare) of de . nochtans ., gelegen binnen de heerlijckheijt ende plaetse voorsegd, aldaer tusschen de erfenisse de kinders Lendert Jans de Bont westwaerts, de erfgenaemen van Denis Schelvischen suyt ende noortwaerts, ende deser kinderen erfenisse oostwaerts. * item noch een parcheeltjen erfenisse, genaempt de Corte Rugge, 2 lopensaet of . nochtans ,, gelegen binnen de Heerlijckheijt ende plaetse voorsegd aldaer tusschen erfenisse de kinderen Lendert Jans de Bont westwaerts, Adriaen Peter van Gorcum noortwaerts, de erfenisse van deser kinderen oostwaerts, ende de erfgenaemen van Denis Schelvisch suytwaerts. * item noch het 1e ende het 5e loth uyt ten westen in den acker, eerste van 12 lopensaeten, gelegen aen den suytsijde van den straet, tegensover der voorgemelte huysinge, hier voorens int loth van Cornelis, den soon, doch staet te weten dat het 1e loth , maerder uytgedruct, van den acker, omtrent 1 1/2 hondt grooter is gelecht als de andere 5 lothen, ende dat om redenen. * item noch een parcheeltjen erve, genamept de Hof, gelegen aen de suytsijde van de straete binnen de Heerlijcheijt ende plaetse voornoemt, aldaer tusschen erfenisse de kinderen van wijlen Cornelis Jan Borsten oostwaerts, ’t onmondich kindt van Teunis Jans Seunen westwaerts, de erfenisse van deser deijlderen suytwaerts, ende ’s Heerenstraete noortwaerts. Sijnde los ende vrij, uytgenomen dat de voornoemde Lendert, den soon, hier uyt jaerlijks sal voldoen ende betaelen aen den H. Geest derde part in 30 gulden, als mede het 3e part van des Heeren chijns, die hier uyt met recht is gaende. item noch 150 gulden capitael aen den H. Geest van Venloon. item noch 42 gulden capitael aen Wouter Herman Aerdts tot Tilborch. item noch 42 gulden capitael aen Wouter Loureijs Wouters. item sal alnoch in vergelijckinge van cavelinge moeten betaelen aen Heijliger sijnen broeder, hier voorens bedeelt, de somme van 38 gulden, de ene helft te betalen van 1 april eerstcomende, ende de ander helft te Bamisse naestvolgende precies, sonder interest. item 8 gulden aen Cornelis, sijnen broeder, den 1e april eerstcomende precis, sonder interest. Voorts is tusschen de voorsegde condividenten wel expresseert, geconditioneert ende ondersproocken, dat ieder van sijn aengecaveld loth ofte parcheelen sal moeten onderhouden alle waterlaten soude mogen subject wesen. Mede is tusschen de voorsegde deijlluyden ondersproocken, dat sij malcanderen sullen moeten wegen ende stegen ter naester velde ende minste schade. Ende hebben de voorsegden condividenten hier mede de eene ten behoeve van den anderen aengecavelde deel, volcomente verstegen ende gerenuntieert met opdragen over geven, ende af gaen, daer toe behooren ende gewoonlijck sijnde. Belovende de eerste 2 comparanten superse et omnia sua bonas habita et habenda (= boven en al zijn goederen worden vastgehouden), ende de voornoemde Wouter Loureijs Wouters op verbintenisse van de goederen van Lendert, den onmondigen sone, dit .. opdragen, overgezet. ende afgaen mitsgaders dese erfelijcke scheijdinge ende deijlinge altoos te houden in henne .. doen houden ende voor goet, vast ende onverbreckelijk van werden sonder eenich wederseggen ende allen Commer, Calangie ofte aentael hier voorens benoemt ieder op sijn engecavelde loth alsoo te voldoen ende betaelen dat de andere deijlsluyden daer van geen hinder ofte schade ende overcomen noch te worde gemaent ofte gemolesteert in eenige manieren. uytgenomen dat de voornoemde deijlluyden sullen de achterstaende interesten der voorgemelte capitaele penningen malcanderen sullen helpen en afdragen ende voldoen tot 1e meij eerstcomende deses jaers ende alles verhalen commer hier voorens niet benoemt malcander ende pro rato te helpen afdoen ende betaelen sonder argelist. Actum den 15e meert 1669. Scabini Coomans ende Buemen |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 80 pg. 86-87 scan 102, 103, 104] | ||
26-01-1679 | Jan en Anthonij, tevens voor hun broer Marten, allen kinderen van Goossen Leenderts van den Hove en Commerken Jacobs, maken een boedelscheiding. | [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 82 f. 68v - 69] |
van 11-04-1652 tot 20-10-1652 | Folio 51 1. Steven, 2. mr Dierck Coomans, als gevolmachtigde van Goosen Lenaert van den Hove, 3. Maria Hendricxssen, gehuwd met Jan Lenaerts, 4. Jan Janssen Oirlemans, gehuwd met Agneesken, 5. Wouter Laureijssen, gehuwd met Maijken de oude, 6. Marten Joosten van Cuijck, gehuwd met Maijken de jonge, 7. genoemde Steven en Ghijsbert Hendricxssen, als voogden over de onmondige kinderen van Hendrick Hendricxssen en Lijsken, allen kinderen van Lenaert Goossens van den Hoove en Anthonisken Jan Stevens, transporteren goederen aan Cornelis Janssen de Lepper. 11-4-1652 Folio 52 Cornelis Janssen Lepper bekent schuldig te zijn aan de kinderen van Lenaert Goosens van den Hove en Anthonisken Jan Stevens een bedrag van 83 gulden en 12 stuivers terzake van een transport op heden. Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 20-10-1652 ingelost is. 11-4-1652 Folio 52v 1. Steven en Jan, 2. mr Dierck Coomans, als gevolmachtigde van Goosen Lenaert van den Hove, 3. Maria Hendricxssen, gehuwd met Jan Lenaerts, 4. Jan Janssen Oirlemans, gehuwd met Agneesken, 5. Wouter Laureijssen, gehuwd met Maijken de oude, 6. Marten Joosten van Cuijck, gehuwd met Maijken de jonge, 7. genoemde Steven en Ghijsbert Hendricxssen, als voogden over de onmondige kinderen van Hendrick Hendricxssen en Lijsken, allen kinderen van Lenaert Goossens van den Hoove en Anthonisken Jan Stevens, transporteren goederen aan Wouter Jan Wouterssen, wonende te Berkel. 11-4-1652 |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 74 f. 51 - 52 - 52v] |
![]() |
194 Oirlemans Johannes Johannis, rk gedoopt op 21 april 1632 - Loon op Zand - Inv. 2 RK Doopboek 1624-1648 blad 30v |
![]() |
195 Oirlemans Heijligerus Johannis, rk gedoopt op 15 november 1634 in Loon op Zand - Loon op Zand - Inv. 2 RK Doopboek 1624-1648 blad 40 |
15-03-1669 | Samenvatting: ---------------- Heijliger en Cornelis, zonen van wijlen Jan Jans Oirlemans en Agneesken Lenderts van den Hove, en Wouter Loureijs Wouters als voogd van Lendert, ook zoon van voornoemd echtpaar, maken een boedelscheiding. Nummering: ------------- In de pdf, horend bij dit inventarisnummer is de Oude nummering = 80 deel a 1-33, deel b 1-39v, deel c 1-52v gebruikt. Die staan er ook met potlood op, doorgestreept. Hier was dit folio 17-18. De aktes hebben ook een originele nummering door de schrijver gemaakt. In dit geval is het akte 8. Toelichting: ------------- Wouter Loureijs Wouters is de zwager, de man van zus Maria Lenderts van den Hove de oude. Transcryptie: --------------- Kennende sij eenygenlijk dat op huyden dat deses voor schepenen onder genoemt in propere persoone is gecomen ende gecompareert, Heijliger ende Cornelis gebroederen, sone wijlen Jan Jansen Oirlemans, waarvan moeder af was Agneesken Leenderts van Hove, ende Wouter Loureijs Wouters als momboir van Lendert, sone wijlen Jan ende Agneesken voornoemt. De Voorsegde Lendert alhier medepresent, Diewelcke metten anderen hebben gemaect ende aengegaen seeckere erfdeeling ende scheijdinge ende deijlinge van de naervolgende erfelijcke goederen, mits het overlijden van gemelte voorsegde ouders eenichsints aengecomen sijn en der vuegen torme ende manieren hier naar beschreven volgende, Overmits der welck die is de voornoemde Cornelis, den soone, te deele bevallen, ende sal deselve alsoo voor sijne portie hebben, houden ende erfelijck blijven possederen: * een stede, de huysinge ende gront vandien metten westens helft van den huysacker, in der vuegen ’t selve afgepaelt is, in ’t geheel 14 loopensaeten (3 hectaren) ofte . nochtans gestaen ende gelegen binnen de Heerlijckheijt van Venloon, ter plaetse genaempt het Craenven, aldaer tusschen erfenisse Tomas Gerits Couwenberch cum suis westwaarts, Wouter Loureijs Wouters noortwaerts, Henrick Willem Meeus (cum suis oostwaerts, doorgestreept) ende ’t onmondich kindt van wijlen Teunis Jans Suenen oostwaerts, ende de Heerenstraete suytwaerts. * item noch ’t 4 weede ende 6 loth uijt ten westen is eenen acker saeylandts tegens over de huysinge, als suyt van de straete gelegen, in der vuegen groote deselve afgepaelt sijn, denselven acker in t geheel 12 loopensaeten (2,5 hectare) of . . nochtans . aldaer tusschen erfenisse ’t weeskindt van Teunis Jans Suenen westwaerts, ’t hofken van deser erfgenaemen, ende de erfenisse van erfgenaemen van den Corst Jan Borsten noortwaerts, de erfgenamen Corst Jan Borsten cum suis suyt ende oostwaerts, sijnde los ende vrij, uytgenoemn dat die oock Cornelis den soon, hier uyt saecke sal gelden ende voldaen het derde part van 30 gulden aen de H. Geest van Venloon, alsmede het derde part van des heeren chijns, die hier met recht is uytgaende. Item noch te voldoen een schepenbrief van 250 gulden Capitael aen de erfgenamen Jan Engelbert Cannerts, ende sal noch in vergelijckinge daerenboven noch moeten beealen aen Heijliger ende Lendert, sijne broeders ieder de somme van 175 . Ieder . van dien helft te betaelen 1 april eerstcomende, ende de ander helft te Bamisse (1 oktober) daer naestvolgende, precies ende sonder interest. Waertegens voornoemde Heijliger, den soon, bij blinde lothe, te deele bevallen is, ende sal deselve alsoo voor sijne portie hebben, houden ende erfelijck blijven possederen, * eerstens de timmer van de Schuere ende de 2 suydenste eijcken boomen, staende op de grondt van het eerste loth, van Cornelis de soonstaende aen den westensijde van voorsegde schuere omme deselve schuere ende voorens te ruymen voor half meij eerstcoomende precies * item noch de oostelijcke helft van den huysacker beneffens erfenisse van Henrick Willem Meeus ende ’t onmondich kindt van Teunis Jans Seunen * item noch het 3e ende het 4e loth uyt westen, s. van den acker, in t geheel van omtrent 12 lopensaeten of ., gelegen tegens de voorgenoemde huysinge over aen suyt sijde van de straete, hier voorens in t 1e loth van Cornelis, den soon, naer den uitgedruct sijnde los ende vrij, uytgenomen dat de voornoemde Heijliger, den soon, hieruyt jaerlijks sal gelden ende voldoen is jaerlijks 30 gulden jaerlijks aen H. Geest van Venloon, als mede het 3e part van den heeren chijns die hier met recht is uytgaende. item alnoch 200 gulden capitael aen de kinderen van Lendert Jans de Bont. item 50 gulden capitael aen Bastiaen Peeter Jans. Ende waertegens de voornoemde Lendert, den soon, in t bijwesen van voorsegde wouter, sijnen momboir, bij blinde lothe te deele bevallen is, ende sal deselven alsoo voor sijne portie hebben, houden ende erfelijk possederen: * eerstens de timmer van ’t torfschop, verckenskoy ende brouwhuys, met noch de brouwerije gereetschap ende voorders toebehoort * mitsgaders noch de noordensten eijcken boom, staende aen den westensijde van de schuere, met noch de eijcken boom , staende bij het brouwhuys, alle staende op de gronde van Cornelis, den soon. Hier voorens te deele bevallen omme deselve te ruymen voor half meij eerstcomende * item een parcheeltjen erfenisse, genaempt de Corte Rugge, 1 1/2 loopensaet of . Nochtans . gelegen binnen de Heerlijckheijt ende plaetse voornoemt. Aldaer tusschen de erfenisse Adriaen Peter van Gorcum westwaerts, Cornelis Peter van Gorcum noortwaerts, de erfgenaemen van Denis Schelvischen oostwaerts, ende suytwaerts de heerestraete. * item noch een parccheeltjen efenisse, genaempt de Corte Vooren, 1 1/2 loopensaet (0,3 hectare) of de . nochtans ., gelegen binnen de heerlijckheijt ende plaetse voorsegd, aldaer tusschen de erfenisse de kinders Lendert Jans de Bont westwaerts, de erfgenaemen van Denis Schelvischen suyt ende noortwaerts, ende deser kinderen erfenisse oostwaerts. * item noch een parcheeltjen erfenisse, genaempt de Corte Rugge, 2 lopensaet of . nochtans ,, gelegen binnen de Heerlijckheijt ende plaetse voorsegd aldaer tusschen erfenisse de kinderen Lendert Jans de Bont westwaerts, Adriaen Peter van Gorcum noortwaerts, de erfenisse van deser kinderen oostwaerts, ende de erfgenaemen van Denis Schelvisch suytwaerts. * item noch het 1e ende het 5e loth uyt ten westen in den acker, eerste van 12 lopensaeten, gelegen aen den suytsijde van den straet, tegensover der voorgemelte huysinge, hier voorens int loth van Cornelis, den soon, doch staet te weten dat het 1e loth , maerder uytgedruct, van den acker, omtrent 1 1/2 hondt grooter is gelecht als de andere 5 lothen, ende dat om redenen. * item noch een parcheeltjen erve, genamept de Hof, gelegen aen de suytsijde van de straete binnen de Heerlijcheijt ende plaetse voornoemt, aldaer tusschen erfenisse de kinderen van wijlen Cornelis Jan Borsten oostwaerts, ’t onmondich kindt van Teunis Jans Seunen westwaerts, de erfenisse van deser deijlderen suytwaerts, ende ’s Heerenstraete noortwaerts. Sijnde los ende vrij, uytgenomen dat de voornoemde Lendert, den soon, hier uyt jaerlijks sal voldoen ende betaelen aen den H. Geest derde part in 30 gulden, als mede het 3e part van des Heeren chijns, die hier uyt met recht is gaende. item noch 150 gulden capitael aen den H. Geest van Venloon. item noch 42 gulden capitael aen Wouter Herman Aerdts tot Tilborch. item noch 42 gulden capitael aen Wouter Loureijs Wouters. item sal alnoch in vergelijckinge van cavelinge moeten betaelen aen Heijliger sijnen broeder, hier voorens bedeelt, de somme van 38 gulden, de ene helft te betalen van 1 april eerstcomende, ende de ander helft te Bamisse naestvolgende precies, sonder interest. item 8 gulden aen Cornelis, sijnen broeder, den 1e april eerstcomende precis, sonder interest. Voorts is tusschen de voorsegde condividenten wel expresseert, geconditioneert ende ondersproocken, dat ieder van sijn aengecaveld loth ofte parcheelen sal moeten onderhouden alle waterlaten soude mogen subject wesen. Mede is tusschen de voorsegde deijlluyden ondersproocken, dat sij malcanderen sullen moeten wegen ende stegen ter naester velde ende minste schade. Ende hebben de voorsegden condividenten hier mede de eene ten behoeve van den anderen aengecavelde deel, volcomente verstegen ende gerenuntieert met opdragen over geven, ende af gaen, daer toe behooren ende gewoonlijck sijnde. Belovende de eerste 2 comparanten superse et omnia sua bonas habita et habenda (= boven en al zijn goederen worden vastgehouden), ende de voornoemde Wouter Loureijs Wouters op verbintenisse van de goederen van Lendert, den onmondigen sone, dit .. opdragen, overgezet. ende afgaen mitsgaders dese erfelijcke scheijdinge ende deijlinge altoos te houden in henne .. doen houden ende voor goet, vast ende onverbreckelijk van werden sonder eenich wederseggen ende allen Commer, Calangie ofte aentael hier voorens benoemt ieder op sijn engecavelde loth alsoo te voldoen ende betaelen dat de andere deijlsluyden daer van geen hinder ofte schade ende overcomen noch te worde gemaent ofte gemolesteert in eenige manieren. uytgenomen dat de voornoemde deijlluyden sullen de achterstaende interesten der voorgemelte capitaele penningen malcanderen sullen helpen en afdragen ende voldoen tot 1e meij eerstcomende deses jaers ende alles verhalen commer hier voorens niet benoemt malcander ende pro rato te helpen afdoen ende betaelen sonder argelist. Actum den 15e meert 1669. Scabini Coomans ende Buemen |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 80 pg. 86-87 scan 102, 103, 104] |
05-01-1665 | Aert Janssen de Meijer bekent schuldig te zijn aan Heijltien Cornelis van Esch een bedrag van 100 gulden. Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 6-1-1668 bij Heijliger Janssen Oirlemans, gehuwd met Heijltjen Cornelis van Esch, ingelost is. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 79 f. 172v] | ||
06-02-1679 | Peeter Joost Ghijsbrechts en Heijliger Janssen Oerlemans bekennen schuldig te zijn aan de onmondige Jenneken, dochter van Henrick Willems Robemont en zijn 1e huisvrouw Lijsbeth Jans de Hert, een bedrag van 25 gulden en 10 stuivers terzake van geleend geld. Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 10-2-1681 ingelost is |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 82 f70] | ||
23-04-1680 | Heijliger Jans Oerlemans bekent schuldig te zijn aan Peterken Teunis, weduwe van Andries Jansen van Wijnsouwen, een bedrag van 50 gulden. Lambert Bromani stelt zich borg. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 83 f 34v] |
29-05-1668 | Jan Wouter de Oude, gehuwd met Leijsken Peters, transporteert goederen aan Heijliger, Cornelis en Lendert Jans Oirlemans, broers. Het gaat om 2 percelen zaailand op het Craenven. Het 1e perceel grenzend aan de broers. Ze verplichten zich om jaarlijks 50 gulden te betalen aan de H. Geest van Venloon (ofwel voor de armenzorg), en nog 1 stuiver en 4 penningen in de Dorpslasten. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 80 f 72 scan 88] | ||
10-04-1673 | Leendert Wouter Laureijs transporteert goederen aan Heijliger Jans Oerlemans. in de volgende akte: Leendert Wouter Laureijs transporteert goederen aan Cornelis Jans Oerlemans. zijn zij broers? De vader van Cornelis Jans Oerlemans is Jan Cornelis Oerlemans (Schepenbank inv82 f 70 van 6 febr. 1679, waarin ook Gijsbert Jan Oerlemans als broer van Cornelis genoemd is) |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 81 f 174] |
van 1675 tot 1725 | Samenvatting: ---------------- Jan Gerit Claessen de oude van Heijliger Jansse Oerlemans 1/3 part uit een stede met land e akker, groot 16 loopensaet, 18 roeden 3 Pond 11 Stuivers 12 Penningen Cornelis (zijn naam is er voorgezet) Leendert Jansse Oerlemans 1/3 part als den selven van Geerit Cornelis Corstiaenssen 2 Pond 13 Stuivers 3 Penningen Peeter Adriaen Bastert van Leendert Jansse Oerlemans en Geerit Cornelis Corstiaenssen lant noch van de erfgenamen Geerit Cornelis Corstiaensen nieuw lant 2 Pond 13 Stuivers 3 Penningen De weduwe van Cornelis Jansse Oerlemans 1/3 part als noch van de weduwe Peeter Geeritse Couwenlaer lant van de weduwe Corstiaen Jan Borsten 5 Pond 2 Stuivers 2 Penningen De weduwe Peter Cornelis Oerlemans van haar ouders oud en nieuw lant en noch van de weduwe van Cornelis Jansse Oerlemans voor 1/2 3 Pond 15 Stuivers 9 Penningen Toelichting: ------------ Een ordinair verpondingenboek werd voor langere tijd gebruikt, De waarden bleven gelijk. Voor een precieze tijdbepaling dus niet echt geschikt. Ik heb vanuit de omschrijving in het archief: Eind 17e eeuw - Begin 18e eeuw dit vertaald naar 1675-1725. |
[bron: Loon op Zand - Dorpsbestuur Inv. 797 f. 51v] |
18-10-1684 | doop Hendrien Oerlemans (1684-na 1751) [zie 64,IV] | [oom vaderszijde] | [bron: Loon op Zand - Inv. 4 RK Doopboek 1671-1686 - Blad 78] |
24-12-1714 | Arie van Esch, Peter van der Schoot, geh.m. Jenneke van Esch, Jan Gerit Claessen de oude, geh.m. Angenees (Heijligerus) Oerlemans, dochter van Heijltie van Esch, Leendert Janssen Oerlemans, wed.v. Anneke van Esch, Gelden van Esch, Joost Vermutsert, wed.v. Cornelia van Esch, kinderen van Gelden van Esch, allen erfgenamen va Cornelis Ariens van Esch en Engeltie Hendrix, maken een boedelscheiding. |
[bron: Loon op Zand Schepenbank inv 89 f 113] |
05-01-1665 | Aert Janssen de Meijer bekent schuldig te zijn aan Heijltien Cornelis van Esch een bedrag van 100 gulden. Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 6-1-1668 bij Heijliger Janssen Oirlemans, gehuwd met Heijltjen Cornelis van Esch, ingelost is. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 79 f. 172v] |
15-03-1669 | Samenvatting: ---------------- Heijliger en Cornelis, zonen van wijlen Jan Jans Oirlemans en Agneesken Lenderts van den Hove, en Wouter Loureijs Wouters als voogd van Lendert, ook zoon van voornoemd echtpaar, maken een boedelscheiding. Nummering: ------------- In de pdf, horend bij dit inventarisnummer is de Oude nummering = 80 deel a 1-33, deel b 1-39v, deel c 1-52v gebruikt. Die staan er ook met potlood op, doorgestreept. Hier was dit folio 17-18. De aktes hebben ook een originele nummering door de schrijver gemaakt. In dit geval is het akte 8. Toelichting: ------------- Wouter Loureijs Wouters is de zwager, de man van zus Maria Lenderts van den Hove de oude. Transcryptie: --------------- Kennende sij eenygenlijk dat op huyden dat deses voor schepenen onder genoemt in propere persoone is gecomen ende gecompareert, Heijliger ende Cornelis gebroederen, sone wijlen Jan Jansen Oirlemans, waarvan moeder af was Agneesken Leenderts van Hove, ende Wouter Loureijs Wouters als momboir van Lendert, sone wijlen Jan ende Agneesken voornoemt. De Voorsegde Lendert alhier medepresent, Diewelcke metten anderen hebben gemaect ende aengegaen seeckere erfdeeling ende scheijdinge ende deijlinge van de naervolgende erfelijcke goederen, mits het overlijden van gemelte voorsegde ouders eenichsints aengecomen sijn en der vuegen torme ende manieren hier naar beschreven volgende, Overmits der welck die is de voornoemde Cornelis, den soone, te deele bevallen, ende sal deselve alsoo voor sijne portie hebben, houden ende erfelijck blijven possederen: * een stede, de huysinge ende gront vandien metten westens helft van den huysacker, in der vuegen ’t selve afgepaelt is, in ’t geheel 14 loopensaeten (3 hectaren) ofte . nochtans gestaen ende gelegen binnen de Heerlijckheijt van Venloon, ter plaetse genaempt het Craenven, aldaer tusschen erfenisse Tomas Gerits Couwenberch cum suis westwaarts, Wouter Loureijs Wouters noortwaerts, Henrick Willem Meeus (cum suis oostwaerts, doorgestreept) ende ’t onmondich kindt van wijlen Teunis Jans Suenen oostwaerts, ende de Heerenstraete suytwaerts. * item noch ’t 4 weede ende 6 loth uijt ten westen is eenen acker saeylandts tegens over de huysinge, als suyt van de straete gelegen, in der vuegen groote deselve afgepaelt sijn, denselven acker in t geheel 12 loopensaeten (2,5 hectare) of . . nochtans . aldaer tusschen erfenisse ’t weeskindt van Teunis Jans Suenen westwaerts, ’t hofken van deser erfgenaemen, ende de erfenisse van erfgenaemen van den Corst Jan Borsten noortwaerts, de erfgenamen Corst Jan Borsten cum suis suyt ende oostwaerts, sijnde los ende vrij, uytgenoemn dat die oock Cornelis den soon, hier uyt saecke sal gelden ende voldaen het derde part van 30 gulden aen de H. Geest van Venloon, alsmede het derde part van des heeren chijns, die hier met recht is uytgaende. Item noch te voldoen een schepenbrief van 250 gulden Capitael aen de erfgenamen Jan Engelbert Cannerts, ende sal noch in vergelijckinge daerenboven noch moeten beealen aen Heijliger ende Lendert, sijne broeders ieder de somme van 175 . Ieder . van dien helft te betaelen 1 april eerstcomende, ende de ander helft te Bamisse (1 oktober) daer naestvolgende, precies ende sonder interest. Waertegens voornoemde Heijliger, den soon, bij blinde lothe, te deele bevallen is, ende sal deselve alsoo voor sijne portie hebben, houden ende erfelijck blijven possederen, * eerstens de timmer van de Schuere ende de 2 suydenste eijcken boomen, staende op de grondt van het eerste loth, van Cornelis de soonstaende aen den westensijde van voorsegde schuere omme deselve schuere ende voorens te ruymen voor half meij eerstcoomende precies * item noch de oostelijcke helft van den huysacker beneffens erfenisse van Henrick Willem Meeus ende ’t onmondich kindt van Teunis Jans Seunen * item noch het 3e ende het 4e loth uyt westen, s. van den acker, in t geheel van omtrent 12 lopensaeten of ., gelegen tegens de voorgenoemde huysinge over aen suyt sijde van de straete, hier voorens in t 1e loth van Cornelis, den soon, naer den uitgedruct sijnde los ende vrij, uytgenomen dat de voornoemde Heijliger, den soon, hieruyt jaerlijks sal gelden ende voldoen is jaerlijks 30 gulden jaerlijks aen H. Geest van Venloon, als mede het 3e part van den heeren chijns die hier met recht is uytgaende. item alnoch 200 gulden capitael aen de kinderen van Lendert Jans de Bont. item 50 gulden capitael aen Bastiaen Peeter Jans. Ende waertegens de voornoemde Lendert, den soon, in t bijwesen van voorsegde wouter, sijnen momboir, bij blinde lothe te deele bevallen is, ende sal deselven alsoo voor sijne portie hebben, houden ende erfelijk possederen: * eerstens de timmer van ’t torfschop, verckenskoy ende brouwhuys, met noch de brouwerije gereetschap ende voorders toebehoort * mitsgaders noch de noordensten eijcken boom, staende aen den westensijde van de schuere, met noch de eijcken boom , staende bij het brouwhuys, alle staende op de gronde van Cornelis, den soon. Hier voorens te deele bevallen omme deselve te ruymen voor half meij eerstcomende * item een parcheeltjen erfenisse, genaempt de Corte Rugge, 1 1/2 loopensaet of . Nochtans . gelegen binnen de Heerlijckheijt ende plaetse voornoemt. Aldaer tusschen de erfenisse Adriaen Peter van Gorcum westwaerts, Cornelis Peter van Gorcum noortwaerts, de erfgenaemen van Denis Schelvischen oostwaerts, ende suytwaerts de heerestraete. * item noch een parccheeltjen efenisse, genaempt de Corte Vooren, 1 1/2 loopensaet (0,3 hectare) of de . nochtans ., gelegen binnen de heerlijckheijt ende plaetse voorsegd, aldaer tusschen de erfenisse de kinders Lendert Jans de Bont westwaerts, de erfgenaemen van Denis Schelvischen suyt ende noortwaerts, ende deser kinderen erfenisse oostwaerts. * item noch een parcheeltjen erfenisse, genaempt de Corte Rugge, 2 lopensaet of . nochtans ,, gelegen binnen de Heerlijckheijt ende plaetse voorsegd aldaer tusschen erfenisse de kinderen Lendert Jans de Bont westwaerts, Adriaen Peter van Gorcum noortwaerts, de erfenisse van deser kinderen oostwaerts, ende de erfgenaemen van Denis Schelvisch suytwaerts. * item noch het 1e ende het 5e loth uyt ten westen in den acker, eerste van 12 lopensaeten, gelegen aen den suytsijde van den straet, tegensover der voorgemelte huysinge, hier voorens int loth van Cornelis, den soon, doch staet te weten dat het 1e loth , maerder uytgedruct, van den acker, omtrent 1 1/2 hondt grooter is gelecht als de andere 5 lothen, ende dat om redenen. * item noch een parcheeltjen erve, genamept de Hof, gelegen aen de suytsijde van de straete binnen de Heerlijcheijt ende plaetse voornoemt, aldaer tusschen erfenisse de kinderen van wijlen Cornelis Jan Borsten oostwaerts, ’t onmondich kindt van Teunis Jans Seunen westwaerts, de erfenisse van deser deijlderen suytwaerts, ende ’s Heerenstraete noortwaerts. Sijnde los ende vrij, uytgenomen dat de voornoemde Lendert, den soon, hier uyt jaerlijks sal voldoen ende betaelen aen den H. Geest derde part in 30 gulden, als mede het 3e part van des Heeren chijns, die hier uyt met recht is gaende. item noch 150 gulden capitael aen den H. Geest van Venloon. item noch 42 gulden capitael aen Wouter Herman Aerdts tot Tilborch. item noch 42 gulden capitael aen Wouter Loureijs Wouters. item sal alnoch in vergelijckinge van cavelinge moeten betaelen aen Heijliger sijnen broeder, hier voorens bedeelt, de somme van 38 gulden, de ene helft te betalen van 1 april eerstcomende, ende de ander helft te Bamisse naestvolgende precies, sonder interest. item 8 gulden aen Cornelis, sijnen broeder, den 1e april eerstcomende precis, sonder interest. Voorts is tusschen de voorsegde condividenten wel expresseert, geconditioneert ende ondersproocken, dat ieder van sijn aengecaveld loth ofte parcheelen sal moeten onderhouden alle waterlaten soude mogen subject wesen. Mede is tusschen de voorsegde deijlluyden ondersproocken, dat sij malcanderen sullen moeten wegen ende stegen ter naester velde ende minste schade. Ende hebben de voorsegden condividenten hier mede de eene ten behoeve van den anderen aengecavelde deel, volcomente verstegen ende gerenuntieert met opdragen over geven, ende af gaen, daer toe behooren ende gewoonlijck sijnde. Belovende de eerste 2 comparanten superse et omnia sua bonas habita et habenda (= boven en al zijn goederen worden vastgehouden), ende de voornoemde Wouter Loureijs Wouters op verbintenisse van de goederen van Lendert, den onmondigen sone, dit .. opdragen, overgezet. ende afgaen mitsgaders dese erfelijcke scheijdinge ende deijlinge altoos te houden in henne .. doen houden ende voor goet, vast ende onverbreckelijk van werden sonder eenich wederseggen ende allen Commer, Calangie ofte aentael hier voorens benoemt ieder op sijn engecavelde loth alsoo te voldoen ende betaelen dat de andere deijlsluyden daer van geen hinder ofte schade ende overcomen noch te worde gemaent ofte gemolesteert in eenige manieren. uytgenomen dat de voornoemde deijlluyden sullen de achterstaende interesten der voorgemelte capitaele penningen malcanderen sullen helpen en afdragen ende voldoen tot 1e meij eerstcomende deses jaers ende alles verhalen commer hier voorens niet benoemt malcander ende pro rato te helpen afdoen ende betaelen sonder argelist. Actum den 15e meert 1669. Scabini Coomans ende Buemen |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 80 pg. 86-87 scan 102, 103, 104] |
29-05-1668 | Jan Wouter de Oude, gehuwd met Leijsken Peters, transporteert goederen aan Heijliger, Cornelis en Lendert Jans Oirlemans, broers. Het gaat om 2 percelen zaailand op het Craenven. Het 1e perceel grenzend aan de broers. Ze verplichten zich om jaarlijks 50 gulden te betalen aan de H. Geest van Venloon (ofwel voor de armenzorg), en nog 1 stuiver en 4 penningen in de Dorpslasten. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 80 f 72 scan 88] |
van 1675 tot 1725 | Samenvatting: ---------------- Jan Gerit Claessen de oude van Heijliger Jansse Oerlemans 1/3 part uit een stede met land e akker, groot 16 loopensaet, 18 roeden 3 Pond 11 Stuivers 12 Penningen Cornelis (zijn naam is er voorgezet) Leendert Jansse Oerlemans 1/3 part als den selven van Geerit Cornelis Corstiaenssen 2 Pond 13 Stuivers 3 Penningen Peeter Adriaen Bastert van Leendert Jansse Oerlemans en Geerit Cornelis Corstiaenssen lant noch van de erfgenamen Geerit Cornelis Corstiaensen nieuw lant 2 Pond 13 Stuivers 3 Penningen De weduwe van Cornelis Jansse Oerlemans 1/3 part als noch van de weduwe Peeter Geeritse Couwenlaer lant van de weduwe Corstiaen Jan Borsten 5 Pond 2 Stuivers 2 Penningen De weduwe Peter Cornelis Oerlemans van haar ouders oud en nieuw lant en noch van de weduwe van Cornelis Jansse Oerlemans voor 1/2 3 Pond 15 Stuivers 9 Penningen Toelichting: ------------ Een ordinair verpondingenboek werd voor langere tijd gebruikt, De waarden bleven gelijk. Voor een precieze tijdbepaling dus niet echt geschikt. Ik heb vanuit de omschrijving in het archief: Eind 17e eeuw - Begin 18e eeuw dit vertaald naar 1675-1725. |
[bron: Loon op Zand - Dorpsbestuur Inv. 797 f. 51v] |
![]() |
198 Oirlemans Maria Johannis, rk gedoopt op 10 april 1643, dochter van Johannis Oirlemans en Agneesken van den Hove - Loon op Zand Inv. 2 Doopboek 1624-1648 f. 79 |
![]() |
199 Oirlemans Elisabeth Joannis Joannis, rk gedoopt op 15 mei 1646, dochter van Joannis Joannis Oirlemans en Agnetis Leonardis - Loon op Zand Inv. 2 Doopboek 1624-1648 f. 96 |
van 1675 tot 1725 | Samenvatting: ---------------- Jan Gerit Claessen de oude van Heijliger Jansse Oerlemans 1/3 part uit een stede met land e akker, groot 16 loopensaet, 18 roeden 3 Pond 11 Stuivers 12 Penningen Cornelis (zijn naam is er voorgezet) Leendert Jansse Oerlemans 1/3 part als den selven van Geerit Cornelis Corstiaenssen 2 Pond 13 Stuivers 3 Penningen Peeter Adriaen Bastert van Leendert Jansse Oerlemans en Geerit Cornelis Corstiaenssen lant noch van de erfgenamen Geerit Cornelis Corstiaensen nieuw lant 2 Pond 13 Stuivers 3 Penningen De weduwe van Cornelis Jansse Oerlemans 1/3 part als noch van de weduwe Peeter Geeritse Couwenlaer lant van de weduwe Corstiaen Jan Borsten 5 Pond 2 Stuivers 2 Penningen De weduwe Peter Cornelis Oerlemans van haar ouders oud en nieuw lant en noch van de weduwe van Cornelis Jansse Oerlemans voor 1/2 3 Pond 15 Stuivers 9 Penningen Toelichting: ------------ Een ordinair verpondingenboek werd voor langere tijd gebruikt, De waarden bleven gelijk. Voor een precieze tijdbepaling dus niet echt geschikt. Ik heb vanuit de omschrijving in het archief: Eind 17e eeuw - Begin 18e eeuw dit vertaald naar 1675-1725. |
[bron: Loon op Zand - Dorpsbestuur Inv. 797 f. 51v] |
06-07-1622 | Heilige Geestmeester (Pdf RAT. Loon op Zand. R 63 f 150v d.d. 6-7-1622. Anthonis Hendricksse Oerlmans ende Jan Cornelisse Oerlmans Heijlige geestmeesters der heerlich. Venloon, allen alsulcke actie, recht ende toeseggen als Peter Hendrickxsse Ameroijen is competerende ende toebehoirende in seeckere dellen gelegen onder suijdt hollant, hebben de voirst. Heijlige Geestmeesters in voirst. qualiteijt wettelijck ende erffelijck opgedragen ende overgegeven Willem Arijenaaense Hoeijmeier, ende dat met afgaen ende vertijen alsoo gewoonlijck ende recht is. Gelovende die voirst. Antonis Hendricxsse ende Jan Cornelisse onder verbant van des voirst. Heijlige Geest goederen, dit opdragen, overgeven, vertijen ende affgaen den voirst. Willem Arijensse altois vast ende van waerden te houden. Testes, Jan Wouters ende Dingenman Jansse den 6e julij 1622.) |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 150v] |
22-01-1626 | Samenvatting: ---------------- Adriaen Diercxsen de Bie, samen met zoons Thomas en Jan, ter eenre, Willem Matheus Jan en Jan Adriaens als voogden van de 5 onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans, Daniel Willemssen en Jan Aertssen als voogden van de onmondige kinderen van wijlen Ivo Gielissen en Niclaes Janssen Haegen, verwekt bij Catharina Cornelis Oirlemans in t bijwesen van de Schouteth van Besoyen als oppervoogd van de wezen aldaar ter andere zijde Daniel Willemsen in de naam van zijn vader Adriaen Iwaenssen als momboir. Het gaat over de successie, de nalatenschap van wijlen Dierck en Cornelis, broers, zonen wijlen Cornelis Oirlemans. Adriaen de Bie zal met zijn kinderen krijgen: * alles uit de verkoop van de meubelen uit het sterfhuis van wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge en Aleijtken de Bie, zijn huisvrouw. * hij zal de onkosten daarvan moeten betalen Voor de weeskinderen: * alle kleren die ten lijve van Cornelis Cornelis Oirlemans behoort hebben Adriaen de Bie mag de oogst van 1626 op alle zaailanden in Venloon hebben. De weeskinderen krijgen de oogst van 1626 op 2 honds land, gelegen in de stede van Anthonis Hendricx. Adriaen de Bie krijgt alle turf, gedelfd op de moeren van de sterfhuizen, en daartoe 3/4 deel in een bank moer, 6 hond groot, in den Hoeck, destijds door Dierck en Cornelis samen verkregen. Hij krijgt ook 100 gulden van de weeskinderen met Pasen 1627. Alle verdere goederen delen Adriaen en de weeskinderen volgens het landrecht van Zuid-Holland. Toelcihting: ------------- Adriaen de Bie is de vader van Aleijtken, de vrouw van Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge. Thomas en Jan zijn haar broers. De vrouw van Dierck, te weten Henrica Anthonis Hendricx, is hier niet genoemd. Wel in de akte van 29 sept 1628. Dan is ze vertegenwoordigd door zus Marie Anthonis Hendricx Wel is in deze akte sprake van de stede van Anthonis Hendricx, maar ik ben niet zeker of dat met elkaar in verband staat. Hier is Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge genoemd. Dat betekent dat er ook een Cornelis Cornelis Oirlemans de oude geweest moet zijn. Dat kan een oudere broer of zijn vader geweest zijn. In dit geval is het zijn vader, zoals blijkt uit de akten van 8 januari 1629 en 8 nov. 1642 waarin zijn zus genoemd wordt: Cathalijn dochtere wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans genoemd wordt. Transcriptie: -------------- RAT. Loon op Zand. R 64 f 20r t/m 21r d.d. 22-1-1626. Alsoo seeckere questien ende geschillen waeren opgestaen ende geresen ende noch meer geschaepen waeren op te staen ende te gerijsen tusschen Adriaen Diericxssen de Bie ter eenre, ende Jannen Adriaens ende Willemen Matheus Janssen beijden als momboiren van de vijff onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans, ende met hen Daniel Willemssen ende Jan Aertssen als momboiren respective van de onmondige kinderen wijlen Ivo Gielissen ende Niclaes Janssen Haegen verweckt bij Catharina dochtere Cornelis Oirlemans ter anderen zijde. Belangende de successie der goederen bij wijlen Dierck ende Cornelis, gebroeders, sonen wijlen Cornelis Oirlemans voorst. achtegelaeten. Om alle welcke te verhueden ende metter minnen te neder te leggen. Soo zijn voor schepenen van Venloon naergenoempt gecompareert ende erschenen in hennen propere persoonen de voorst. Adriaen Diercxssen de Bie geassisteert met Thomas ende Jan sijne sonen ende de voorn. Jan Adriaens ende Willem Matheeus als momboirs van de voorst. onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans met Daniel Willemssen in den naeme van Adriaen Iewaenssen zijnen vader als momboir, met Jan Aertssen alhier present zijnde over de onmondige kinderen respective van wijlen Ivo Gielissen ende Niclaes Janssen Haeghen bovengeschr. int bijwesen van den Heere Schouteth van Besoijen als oppervoocht van de weesen aldaer. Ende hebben bekent ende geleden, kennen ende lijden midts desen metten anderen overcomen ende veraccordeert te wesen in vuegen ende manieren hiernaer volgende. Te weten dat die voorst. Adriaen Diercxssen de Bie met zijnen kinderen sal voor vuijt hebben allen de meubelen die in den sterffhuijse van wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge ende Aleijtken de Bie zijne huijsvrouwe bevonden ende vercocht zijn. Behoudelijck dat de selven Adriaen de Bie gehouden sal wesen te voldoen ende te betaelen allen de oncosten die tot noch toe in den voorst. sterffhuijse sijn gevallen, sonder dat de voorst. momboiren off wel de voorst. onmondige daer inne eenichssins gehouden sullen wesen. Ende sullen de selven momboiren in der qualiteijt als voor, daer tegens alleen hebben ende behouden allen de cleederen dien ten lijffve van den voorst. Cornelis Cornelis Oirlemans behoirdt hebben. Noch sal de voorst. Adriaen de Bie totten oogst van desen tegenwoirdigen jaere 1626 toe gebruijcken allen de saijelanden binnen der heerlicheijt van Venloon gelegen zijnde, ende den voorst. sterffhuijsen toecomende. Vuijtgenomen twee hont lants gelegen in de stede van Anthonis Hendricx die de voirst. momboiren ten behoeffe van de voorst. onmondige kinderen behouden ende reserveren om voirden voorst. jaere 1626 oijck gebruijckt te wordden. Dies sullen de contributien ende andere dorps lasten nae advenant van het gebruijck bij de gebruijckers betaelt ende voldaen wordden. Voirts sal de voorst. Adriaen de Bie alleen behouden allen den torff, die op de moeren van de voorst. sterffhuijsen gedelft sijn staende, ende daer toe alsulcke drije vierde parten in seeckere banck moers groot omtrent sess moer honden genoempt in den Hoeck als Dierck ende Cornelis Oirlemans tesaemen vercregen ende achtergelaeten hebben, daer oistwaerts aengelegen is Anthonis Corsten ende westwaerts de erffgenaemen wijlen Jan Sacharias gemeijn ende onbedeijlt met Maijken Anthonis. Ende sullen de voirst. momboiren daerenboven aen den voirst. Adriaen de Bie int hoochtijt van paesschen des jaers 1627 alsnoch uijtreijcken ende betaelen de somme van hondert ca. gld. eens. Ende aengaende de voirdere goederen van de voirst. twee sterffhuijsen het sij haefelijcke off erffelijcke waer ende tot wat plaetsen de selven gelegen souden mogen wesen, egeene van dijen vuijtgescheijden. Allen de selven sullen tusschen de voorst. partijen gedeijlt ende gepaert wordden volgende den lantrecht van Zuijthollant, sonder dat deen off dandere daer inne off aen eenich voirder off meerder recht sal hebben, maar hebben deen tot behoeffve des anders daer op vertegen helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde. Alles onder last, dat de schulden daer inne de voirst. twee sterffhuijsen gehouden zijn, ende die den voirst. Adriaen de Bie hier boven nijet te last en sijn geleeght mette costen hier omme gedaen ende alnoch te doen in twee gelijcke portie ter wederzijden gedraegen ende betaelt sullen wordden, te weten deen hellicht bij den voirst. de Bie ende dandere hellicht bij de voirst. onmondige kinderen. Allen de welcke de voirst. partijen te weten de voorst. Adriaen de Bie op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende, ende de voorst. momboiren op verbintenissen van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen, insgelijcx hebbende ende vercrijgende malcanderen geloofft hebben, vast ende steendich te houden ten eeuwigen daegen sonder daer tegens naemaels oijck te doen off comen in eeniger manieren. Renuncierende tot dijen eijnde van allen beneficien ende remenderen van rechte het sij van relievementen off andere die hen in desen eenichssins souden mogen dienen off te staede comen. Allet sonder arch off list. Testes, Dingenman Jan Joosten ende Loeff Henricx van de Graeff, schepenen in Loon den 22e januarij 1626. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 64 f 20r/20v/21r scan 24] | ||
20-07-1626 | Samenvatting: ---------------- 1e akte: Jan Peters in den Thuyn, namens Mattheeus Janse Berchmans, heeft voor de heemraden van Besoyen, een hooiland van 7 hond in Besoyen gelegen, overgedragen. Het geld is door Jan Cornelis Oirlemans (zijn schoonzoon) ontvangen. Dat is gedaan om te voorkomen, dat de jaarlijkse lasten op Mattheeus zouden blijven vallen. Zo staat nu voor de schepenen van Venloon, Willem Mattheus Jansen Berchmans, als voor de helft erfgenaam van de goederen van zijn vader, en heeft dit bevestigd ten behoeve van de kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans (de vader van Willem, en ook Jan Cornelis zijn overleden). Dit om de positie van Jan Willem Zuenen (de koper, verwacht ik) te versterken. 2e akte: Thonis Wouter Geeritssen met Adriaen, Willem, Schalcken en Peeter, zijn broers, hadden beloofd om aan Matheeus Janssen Berchmans jaarlijks te betalen een cijns van 12 gulden op 7 februari, de 1e keer in 1625. Dit voor een erfenis met timmering (ik denk: een huis met houten aan -of bijbouw), liggend op ’t Hoekske. 3e akte: Willem, zoon van wijlen Mattheeus Jansse Berchmans aan de ene kant, en Jan Willem Zuenen, als voogd van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans en Adriana Mattheus Janse Berchmans, aan de andere kant, hebben een deling gemaakt van een schepenbrief van 100 gulden, ten laste van Cornelis Jan Weerdts, en van de helft van een jaarlijkse rente van 12 gulden, op de goederen van de erfgenamen van Wouter Geeritsen, in ’t Hoekske gelegen. De schepenbrief en de helft van de rente zijn aanbestorven bij de dood van Mattheus Janssen Berchmans. De helft van de rente is voor Willem, en de kinderen vertegen (van vertijgen= afstand doen). Met het voorbehoud dat de helft van de rente tijdens het leven van zijn moeder, Jenneke Lenaert aen ’t Sant, bij haar in tocht zal blijven (zij daar nog recht op zal hebben). De schepenbrief komt in handen van de kinderen. Toelichtig: ----------- Na het overlijden van Matheeus Jansse Berchmans en Jan Cornelis Oirlemans is het blijkbaar nodig om een aantal zaken vast te leggen. Jan Cornelis Oirlemans is getrouwd met de Adriaentken, de zus van Willem. Dus eigenlijk gaat het over de rechten en de deling tussen Willem en zijn zus van de goederen van hun vader. Zoals het hooiland te Besoyen, dat verkocht is aan Jan Willem Zuenen. Zoals ook: de kinderen van Wouter Geeritsen verklaren dat aan Matheeus Jansse elk jaar betaald zou worden voor hun huis in ’t Hoekske. Als laatste akte is de verdeling van een schepenbrief en de helft van de opbrengst van het huis aan ’t Hoekske geregeld tussen de erfgenamen van Matheeus Jansse Berchmans. Hierbij is bepaald dat de weduwe dit recht tot haar dood zal bezitten. De weduwe is hier met name genoemd: Jenneke Lenaert aen ’t Sant. Transcryptie: --------------- RAT. Loon op Zand. R 64 f 64r d.d. 20-7-1626. Condt zije eenen iegelijcken. Alsoe Jan Peters in den Thuijn ten behoeffne van Matheeus Janssen Berchmans voor heemraeders der ambachtsheerlijcheijt Besoijen hadde opgedraegen ende overgegeven een stuck hoijlants seven hont off daer omtrent int geheel begrijpende, gelegen in de voorst. ambachtsheerlijcheijt, oistwaert de Heere van Tilborch, zuijtwaert Goijaert Claessen, westwaert Ghijsbrecht Hendrick Wouters alias Span, ende noirtwaert den schouwsloot. Sonder dat de voorst. Matheeus Janssen tot betaelinge van den selven hoijlande gelder off stuijver hadde gefimeert, maer wel ter contrarien waeren allen de cooppenningen geschoten ende getelt door handen van Jan Cornelis Oirlemans. Sijnde de voorst. opdrachte oft gifte ten behoeffne van den voorst. Matheeus Janssen bij kennisse van de voorst. Jan Cornelis alleen geschiedt om te verhueden zeeckere oncosten die jaerlijcx op den voorst. hoijlande gevallen ende geresen souden hebben, soe verre het selven ten behoeffne van den selven Jan getransporteert hadde geweest. Soe is gestaen voor schepenen ondergeschreven Willem sone Matheeus Janssen erffgenaem voor deene hellicht van den selven Matheeus, ende heeft op het voorst. stuck hoijlants tsaemen op allen schepenen letteren daer aff gewach doende, ende allen den rechten hem daer inne eenichsins competerende off naemaels alnoch te competeren ten behoeffne van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde. Gelovende sup se et bona etc. consitituerende ende machtich maeckende tot meerder vasticheijt van dijen Jannen Adriaen Zuenen, om de voorst. verthijenisse ede renunciatie voor den gerichte van Besoijen ende elders daer des van noode soude moegen wesen te vernijeuwen ende te erkennen ende alles daer inne te doen, des den stijl van de selven gerichten eijschen ende dicteren sal, ende hij constituant present ende voor oogen wesende selver soude cunnen off moegen doen, alwaer oijck soe etc. Testes, Dingeman Jansse ende Dierck Raessen den 20e julij 1626. RAT. Loon op Zand. R 64 f 64v d.d. 20-7-1626. Condt zij eenen iegelijcken. Alsoe Thonis sone Wouter Geeritssen met Adriaen, Willem, Schalcken ende Peeter zijne broeders, hadden geloeft te gheven ende te vergelden Matheeus Janssen Berchmans eenen jaerlijckse ende erffelijcke chijns van twelff gulden jaerlijcx hollants permissie gelt, alle jaer vrij van alle lasten ende schattingen op den 7e februari te betaelen, waer aff den 1e betaeldach verschijnen souden den 7e februarij 1625, vuijt ende van hender erffenisse metter timmeringe daer op staende, gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt Thoecxken (=’t Hoekske), oistwaerts end westwaerts de erffgenaemen van Thonis Geeritssen, zuijdtwaert des heeren straete, ende noirtwaert totte meeren. Ende noch vuijt eenen acker saijlants rontsomme in erffenisse van Geerit Thonis erffgenaemen. Sijnde de selve jaerlijcxe rente te los met 200 gulden hollants permisse gelt, gelijck dat in schepenen letteren van Venloon daer op gemaeckt breeder begreepen staet in date den 7e februarij 1624. Ende waer oijck de voorst. Matheeus Jansse int constitueren als zijnde de resterende hondert gulden geschoten bij Willem Matheeus Janssen, die oversulcx sustineerde de eene rechte te competeren, alles nijettegenstaende den constitutiebrieff ten sijne behoeffne nijet ende was luijdende: Soe is gestaen voor schepenen ondergeschr. Jan Adriaen Zuenen als wettich momboir van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans bij den selven wijlen Jan ende Adriana zijne huijsvr. dochtere Matheeus Jansse voorst. tesamen verweckt als erffgenaemen voor de eene hellicht van de selven Matheeus, int bijwesen van Goijaert Geeritssen van Duppen, stadthouder der voorst. heerlicheijt. Ende heeft in den naem van de selven onmondige kinderen hem ierst ende vooral op alles aengaende de gelegentheijt der saecke wel geinformeert hebben ten behoeffne van den voorst. Willem Matheeus Janssen wettelijcke ende erffelijck vertegen ende gerenuncieert op deene hellicht der voorst. jaerlijcxse rente van twelff gulden, tsaemen op alle schepenen letteren daer aff gewach doende, ende allen den rechten den voorst. onmondige aengaende de voorst. hellicht daer inne eenichsins competerende. Gelovende de voorst. Jan Adriaens op verbintenissen van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen, hebbende ende vercrijgende, dit verthijen ende renuncieren den voorst. Willemen altijt vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich wederseggen. Testes et actum ut supra. RAT. Loon op Zand. R 64 f 65r d.d. 20-7-1626. Willem sone wijlen Matheeus Janssen Berchmans ter eenre ende Jan Adriaen Zuenen als wettige momboir van de onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans bij den selven wijlen Jan ende Adriana zijne huijsvr. dochtere wijlen Matheeus voorst. tsaemen verweckt int bijwesen van den stadthouder van Venloon ter andere zijden, hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffdeijlinge ende erffscheijdige van eene schepenen geloefte van hondert ka. gld. eens ten laste der goederen van Cornelis Willem Weerdts, ende van de hellicht in eene jaerlijcxse rente van twelff gulden op de goeden der erffgenaemen van wijlen Wouter Geeritssen tot Venloon int Hoecxken. Welcke schepenen geloefte ende hellicht der rente den voorst. Willem Matheeus Janssen ende den voorst. onmondige kinderen bij ende overmidts der doot van Matheeus voorst. aenbestorven zijn soo men verclaerden. Overmidts welcker erffdelinge ende erffscheijdinge soe is Willem Matheeus voorst. te deele bevallen ende erffelijck aengecomen de voorst. hellicht in de voorst. rente van twelff gulden jaerlijcx. Op welcke hellicht der voorst. rente tsaemen op allen schepenen letteren daer aff gewach doende ten behoeffne van den voorst. Willem Matheeus heeft de voorst. Jan Adriaen Zuenen in der qualiteijt bovengeschreven wettelijck ende erffelijck vertegen helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde. Behoudelijck dat Jenneke dochtere Lenaert aen t Sant weduwe wijlen Matheeus Janssen aen de selve hellicht haeren leven lanck sal hebben recht van tochte. Met conditie ut infra. Overmidts etc. Soe is den voorst. onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans te deele bevallen ende erffelijck aengecomen de voorst. schepenen geloefte van hondert gulden eens. Op welcke schepenen geloefte ende allen schepenen letteren daer aff gewach doende ten behoeffne van de voorst. onmondige kinderen, heeft de voorst. Willem Matheeus wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde. Behoudelijck etc. ut supra. Met conditien ut infra. Met conditien hier inne toegedaen, dat sij deijlderen malcanderen de voorst. schepenen geloefte, ende de hellicht in de voorst. jaerlijcxse rente van twelff gulden sullen waeren, als men schepenen geloefte ende erffchijns nae lantrecht schuldich is te waeren. Gelovende de voorst. Willem Matheeus sup se et bona etc. dese erffdeijlinge ende erffscheijdinge, dit verthijen ende conditien boven verhaelt malcanderen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen, sonder eenich wederseggen. Allet sonder argelist. Testes et actum ut supra. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 64 f. 64r-64v-65r] | ||
29-09-1628 | Samenvatting: ---------------- 1e Akte: Na het overlijden van Anthonis Hendrick Oirlemans is in 1626 een deling gemaakt zonder dat die vastgelegd is. Dat gebeurt nu alsnog. Hiervoor zijn 3 partijen aanwezig: 1. Wouter Jan Claessen Wouter de bondt, weduwnaar van dochter Anneken Anthonis Hendrick Oirlemans 2. Dochter Marie Anthonis Hendrick Oirlemans, getrouwd met Dierck Adriaen Quirijnen. 3. Als erfgenamen van Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge en broer Dierck Cornelis Oirlemans: a. Jan Adriaen Zuene en Willem Matheeus Janssen Berchmans voor de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans en voor de onmondige kinderen van wijlen Catharina Cornelis Oirlemans b. Thomas en Jan, namens hun vader Adriaen Dierckssen de Bie c. Marie Anthonis Hendrick Oirlemans met voorstaande voogd (=haar man) Wouter, partij 1 krijgt: a. het achterhuis van een huysinge op de Ketsheuvel b. het middelste lot daaraangelegen c. de noordziijde van de akker de Nagtegaal, daar gelegen d. een schuur van een stede op de Vaertkant, met schop e. de Middelste akker (grenzend aan erf van Marie, zijn schoonzus, kinderen van Jan Cornelis Oirlemans, en van hemzelf) f. de akker De Werdt Jan Dielen Marie, partij 2 krijgt: a. het voorhuis van een huysinge op de Vaertkant b. een akker daarbij, grenzend aan Wouter c. een akker daarbij, grenzend aan de kinderen van Jan Cornelis d. een schuur van een stede op de Ketsheuvel, die afgebroken moet worden e. het westelijk lot bij deze stede f. een akker stuk de Nagtegaal Partij 3 krijgt: a. het achterhuis van een huysinge op de Vaertkant: Marie de helft, de anderen samen de andere helft b. het westense lot daarbij c. een akker daarbij d. nog een akker daarbij, grenzend aan Marie e. een kamer aan het huys op de Ketsheuvel f. het oistense lot daarbij d. de zuidzijde van de Nagtegaal Akte 2: Jan, namens zijn vader Adriaen de Bie ter eenre de voogden van de kinderen van Jan en Catharina ter andere hebben verklaard voor schepenen van Venloon in 1626 een accoord gesloten te hebben over de verdeling. Akte 3: Over de verdeling van huysinge te weten huijs, schuere, schop, brouwhuijs ende erffenisse daer aen liggende ende toebehoirende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon (op de Vaert) aen den Ouden draijer, Marie ter eenre Adriaen de Bie, de voogden van de onmondige kinderen van Jan en Catharina ter andere. Marie voor het overleden kind van Dierck en Hendricxken, voor de helft De anderen voor het overleden kind van Cornelis Cornelis en Aleijtken, en het mondeling accoord van 1626 voor de andere helft. Marie krijgt: a. de grote kamer met opkamer en kelder b. 1e en 3e lot in de Hooge akker c. de noordzijde van de Jacob Geerits Oirlemans De anderen krijgen: a. het groot woonhuis vanaf de kamer met het brouwhuis en de varkenskooi b. 2e en 4e lot in de Hooge akker c. de zuidzijde van de Jacob Geerits Oirlemans Toelichting: ------------- Marie Anthonis Hendricx Oirlemans is de enige van het gezin, die nog in leven is: vader en moeder zijn overleden, haar 2 broers, en haar 2 zussen. Voor haar zus Anneken is haar man Wouter aanwezig. Zij is ook genoemd bij Partij 3. Ik verwacht als erfgename van haar zus Hendricxken. De goederen, verdeeld bij het overlijden van man Dierck en zwager Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge, worden vertegenwoordigd door een flink aantal erfgenamen. Dan hadden Dierck en Hendricksken nog een kind dat overleden is, en ook Cornelis Cornelis de jonge en Adriaentken de Bie hadden een onmondig kind dat overleden is. Daarover zijn in 1626 al wel afspraken gemaakt, maar niet op papier gezet. Zo is het al met al een ingewikkelde zaak om te begrijpen hoe het in elkaar steekt. Transcryptie: --------------- RAT. Loon op Zand. R 65 f 53v t/m 55v d.d. 29-9-1628. Condt zij een iegelijcke. Alsoe Wouter sone wijlen Jan Wouter Claessen de Bondt, achtergelaeten weduwnaer wijlen Aneken zijnen huijsvrouwe dochter Anthonis Hendrick Oirlemans ter eenre, Marie des voorst. Anthonis dochter met een momboir bij haer naer gewoonte gecosen ter tweeder, ende Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheeus Janssen Berchmans als wettige momboirs van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans, de momboirs van de onmondige kinderen van wijlen Catharina dochtere Cornelis Oirlemans, Thomas ende Jan gebroederen sonen Adriaen Diercxssen de Bie in den naeme van hennen vader ende de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx met haeren voorst. momboir altesamen erffgenaemen respective van wijlen Cornelis Cornelissen Oirlemans de jonge ende van de onmondige kinde van wijlen Dierck Cornelis Oirlemans ter derder zijden. Onderlinghe ende met malcanderen voor schepenen der heerlicheijt van Venloon in den jaere 1626 gemaeckt ende gedaen hebben seeckere erffscheijdinge ende erffdeijlinge van de goederen naerbeschreven bij wijlen Anthonis Hendricx voorgenoempt achtergelaeten, ende der voorst. partijen elcken vuijtten hooffde als voor bij den rechte van successie ende anderssins aengecomen, soe men verclaerden. Sonder dat van de selve erffscheijdinge ende erffdeijlinghe eenige pertinente notitie gehouden ende ten protocolle ghestelt is. Soe zijn op heden date deser voor ons schepenen ondergeschr. gecompareert ende erschenen in propere persoonen Dierck Adriaen Quirijnen als man ende momboir van Marie dochtere wijlen Anthonis Hendricx voorgenoempt, Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheeus Janssen als wettige momboirs van de voorst. onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans, de selve Jan Adriaen Zuenen insgelijcks als momboir ende in den naeme van de voorst. onmondige kinderen van wijlen Catharina Cornelis Oirlemans ende Jan Adriaen Diercxssen de Bie in den naeme van zijnen vader. Ende hebben de voorst. comparanten soe in der qualiteijt bovengeschr. als mede in den naeme van de bovengeschr. andere condividenten de voorst. erffscheijding ende erffdeijlinge geremoveert, vercleirende daerbij elcken der voorst. condividenten in vuegen ende manieren hiernae volgende te deele bevallen zijn de goederen naerbeschreven. Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge, soe hebben de voorst. comparanten bekent dat Wouteren Jan Wouters te deele bevallen is het achterhuijs van eender huijsinge staende binnen der heerlicheijt van Venloon opden Ketshoevel, beginnende van den balck van de caemere, met het geheel groesvelt aen de zuijde zijde van het voorst. achterhuijs gelegen. Noch het middelste loth van de landerijen achter de voorst. huijsinge gelegen, vuijtwijsens de paelen aldaer gesteken. Noch de noirde zijde van eenen acker genoempt den Nachtegael, beginnen van het pat daer over gaende. Noch de schuere van eender stede gelegen binnen der voorst. heerlicheijt ter plaetsen genoempt den Vaertcant mette materialen van het schop daer aen staende op erffenisse daeraenliggende, streckende van de Vaertcant aff zuijtwaert tot Hens Leijten steeghsken toe, noirtwaert, wesende de selve erffenisse vijff voeten breeder als dandere lothen hier tegen deijlende, soe ende in sulcker vuegen als die voorst. erffenisse ter voorst. plaetsen bij de condividenten affgepaelt is. Noch eenen acker genoempt den Middelsten acker gelegen aldaer oistwaert de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx hier tegendeijlende zuijtwaert het voorst. steeghsken, westwaert de voorst. kinderen van Jan Cornelis Oirlemans ende henne consoirten voorgenoempt ende noirtwaert de voorst. Wouter ende moet desen acker lancx deur eenen voet breeder wesen, dan den westensen acker, den voorst. kinderen van Jan Cornelis Oirlemans ende henne consoirten hier tegen deijlende te deele bevallen. Ende noch eenen acker genoempt de Werdt Jan Dielen gelegen aldaer oistwaert de erffgenaemen Jan Adriaenssen Clercx, zuijtwaert Cornelis Jan Diercxssen, westwaert sheerenstraete ende noirtwaert de voorst. Marie. Sijnde bij de voorst. erffscheijdinghe ende erffdeijlinge oijck geconditioneert dat men de materialen van het voorst. schop metten iersten soude ruijmen, ende dat men vuijt desen lothe soude gelden ende betaelen een derden part van alle chijnsen, renten ende pachten met recht vuijtte goederen van den voorst. Anthonis Hendricx gaende, ende daerenboven dat dit loth over het Groesvelt opten Ketshoevel schuldich soude wesen te wegen ende stegen dandere lothen naer lants oirboir. Met conditien ut infra. Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinghe, soe hebben de voorst. comparanten bekent dat Marie dochtere Anthonis Hendricx voorst. te deele bevallen is het voorhuijs van eender huijsinghe staende binnen der heerlicheijt van Venloon opten Vaertcant tot het gebijnte inde schauwe incluijs mette erffneisse daeraenliggende, streckende van den vaertcant aff zuijtwaert tot Hens Leijten steeghsken toe noortwaert. Vuijtwijsens de paelen aldaer gesteken. Noch eenen acker gelegen aldaer over het voorst. steeghsken, oistwaert de erffgenaemen wijlen Jan Adriaenssen Clercx, zuijtwaerts het voorst. steeghken westwaert ende noirtwaert de voorst. Wouter Jan Wouters hier tegen deijldende. Noch eenen acker gelegen aldaer oistwaert de voorst. erffgenaemen van wijlen Jan Adriaens Clercx, zuijtwaert den acker genoempt den weerdt Jan Dielen, westwaert sheerenstraete ende noirtwaert de voorst. kinderen van Jan Cornelis Oirlemans ende hennen consoirten. Noch eene schuere van eender stede gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt den Ketshoevel mette erffenisse daerop de selve schuere is staende. Wel verstaende nochtans dat ingevalle de voorst. schuere afgebroken wordt, dat de selve erffenisse voor soe vele de voorst. schuere is overstaende nijet meer betimmert en soude wordden. Noch het westense loth van de landerijen liggende bij de voorst. stede opten Ketshoevel mette boomen daer op staende oistwaert ende zuijtwaert de voorst. Wouter Jan Wouters, westwaert de voorst. erffgenaemen van wijlen Aert Lochten ende noirtwaert de twelff geerden, mette gerechticheijt van te moegen wegen ende stegen naer lants oirboir over het groesvelt Wouteren Jan Wouters bij dese erffdeijlinge ende erffscheijdinghe te deele bevallen. Ende noch een stuck eckerlants in eenen acker genoempt den Nachtegael, streckende van den pat daer overgaende westwaert op tot erffenisse der erffgenaemen wijlen Ghijsbrecht Joachims. Sijnde bij de voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinghe oijck gecomnditioneert, dat men vuijt desen lothe soude gelden ende betaelen een dordepart van alle renten, chijnsen ende pachten met recht vuijtte goederen van Anthonis Hendricx gaende. Met conditien ut infra. Overmidts welcker erffdeijlinghe ende erffscheijdinge, soe hebben de voorst. comparanten bekent dat den voorst. onmondighe kinderen van wijlen Jan, ende Catharina Cornelis Oirlemans ende Adriaen Diercxssen de Bie, tsaemen voor deen hellicht ende de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx voor de andere hellicht te deele bevallen is het achterhuijs van eender huijsinghe staende binnen der heerlicheijt van Venloon opten Vaertcant, beginnende van het gebijnte in de schauwe exclus aff mette erffenisse daer op het voorst. achterhuijs is staende. Emmers ter tijdt toe het voorst. achterhuijs nijet affgebroken en soude wordden. Noch het westense loth van de erffenisse daeraenliggende, streckende van den vaertcant aff tot Hens Leijten steeghsken toe noirtwaert, vuijtwijsens de paelen aldaer gesteken. Noch een acker gelegen aldaer over het voorst. steeghsken oistwaert de voorst. Wouter Jan Wouters, zuijtwaert het voorst. steeghsken, westwaert Cornelis Jan Diercxssen ende noirtwaert de voorst. Wouter. Noch eenen acker gelegen aldaer oistwaert de erffgenaemen van Jan Adriaens Clercx zuijtwaert de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx als hier tegen vuijtten hooffde van haeren vader voor een derdendeel deijlende, westwaerts sheerenstraete ende noirtwaert de erffgenaemen wijlen Aert Clercx. Noch eene caemere staende aen den huijsinghe opten Ketshoevel streckende van den balck inde keucken aff exclus soe wijt de caemer haer streckt metter erffenisse daer op de selve caemere is staende. Mette gerechticheijt van te moegen wegen over het groesvelt naer lants oirboir Wouteren Jan Wouters bij dese voorst. erffdeijlinge ende erffscheijdinge te deele bevallen. Noch het oistense loth van de landerijen achter de voorst. huijsinghe opten ketshoevel gelegen mette boomen daerop staende. Ende noch een stuck eckerlants in eenen acker genoempt den Nachtegael te weten de zuijdenzijde oistwaert de erffgenaem wijlen Aert Vuchten, zuijtwaert sheerenstraete ende de voorst. erffgenaemen van wijlen Aert Vuchten westwaert den voetpat ende noirtwaert de voorst. Wouter Jan Wouters. Alles vuijtwijsens de paelen aldaer bij de condividenten gesteken. Sijnde bij de voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinge oijck geconditioneert dat men vuijt desen lothe soude gelden ende betaelen een dorden part van alle renten, chijnsen ende pachten met recht vuijtte goederen van Anthonis Hendricx gaende. Met conditien ut infra. Met conditien daer inne oijck toegedaen dat zij deijlderen den commer hen benoempt alsoe souden gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke rechten ende lasten tot elcx portie staende alsoe souden houden ende onderhouden dat den eenen van den anderen egeen hinder off schade aff en comen in eeniger manieren ende offer eenigen commer op ijemants portie met recht meer geraeckte te comen, daer men alsdoen nijet aff en wiste, dat zij deijlderen den selven malcanderen souden helpen draegen in drije portien. Allet sonder argelist. Testes Dingeman Jan Joosten ende Loeff Hendricx vande Graeff den 29e septembris anno 1628. RAT. Loon op Zand. R 65 f 55v/56r d.d. 29-9-1628. Jan Adriaen Diercxssen de Bie in den naeme van zijnen vader ter eenre ende de bovengeschr. momboiren der kinderen van wijlen Jan ende Catharina Oirlemans ter andere zijden, hebben bekent metten anderen veraccordeert te zijn voor schepenen van Loon anno 1626, dat Adriaen Diercxssen de Bie met vollen rechte alleen sal hebben het deel ende part den voorst. kinderen bij de bovengeschr. erffscheijdinge ende erffdeijlinge te deele bevallen in de stede van wijlen Anthonis Hendricx binnen deser heerlicheijt van Venloon opten vaertcant gelegen. Ende daer tegens sullen de voorst. onmondighe kinderen met vollen rechte alleen behouden het deel den voorst. Adriaen de Bie bij de voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinhe te deele bevallen in de stede opden Ketshoevel gelegen ende oijck deselffs Adriaens de Bie loth hem bij andere erffscheijdinge ende erffdeijlinge te deele bevallen inde stede van Dierck Cornelis Oirlemans aen den ouden draijer gelegen. Testes et actum ut supra. RAT. Loon op Zand. R 65 f 56r t/m 57r d.d. 29-9-1628. Condt zij eenen iegelijcken. Alsoe Marie dochtere wijlen Anthonis Hendrick Oirlemans met eenen momboir bij haer naer gewoonte gecosen ter eenre, ende Adriaen Diercxssen de Bie ende de momboirs van den onmondighe kinderen van wijlen Jan ende Catharina Cornelis Oirlemans ter andere zijden, onderlinghe ende met malcanderen voor schepenen der heerlicheijt van Venloon anno 1626 hadden gemaeckt ende gedaen seeckere erffscheijdinghe ende erffdeijlinghe eender stede, te weten huijs, schuere, schop, brouwhuijs ende erffenisse daer aen liggende ende toebehoirende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon aen den ouden draijer, der voorst. Marie bij ende overmidts der doot ende afflijvicheijt van den onmondigen kinde van wijlen Dierck Cornelis Oirlemans voor deene hellicht ende den voorst. Adriaen Diercxsen de Bie ende den voorst. onmondighe kinderen respective bij ende overmidts der doot van den onmondigen kinde van wijlen Cornelis Cornelissen Oirlemans de jonge, ende anderssins vuijt crachte van accoirde tusschen hen tsaemenderhandt gemaeckt voor dander hellicht aengecomen, sonder dat van de selve erffscheijdinge ende erffdeijlinge eenige notitie ten protocolle off elders bevonden wordt. Soe zijn op heden date deser voor ons schepenen ondergeschreven ghecompareert ende erschenen in propere persoonen Dierck Adriaen Quirijnen als man ende momboir van de voorst. Marie Anthonis Hendricx ende met hem Adriaen Willemssen als actie ende cessie hebbende van den selven Dierck ter eenre, ende Jan Adriaen Suenen ende Willem Matheeus Janssen Berchmans als wettige momboirs van de voorst. onmondighe kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans, de selven Jan Adriaen Suenen insgelijcx als momboir ende in den naeme van de kinderen van Catharina Cornelis Oirlemans, midtsgaders de voorst. momboirs hen fort ende sterck maeckende voor den voorst. Adriaen Diercxssen de Bie ter andere zijden. Ende hebben de voorst. comparanten inder qualiteijt bovengeschr. de voorgeruerde erffscheijdinge ende erffdeijlinghe op een nijuws gerenoveeert ende erkent, begheerende dat dese in vuegen naervolgende ten protocolle aengeteeckent sal wordden. Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge, soe hebben de voorst. comparanten bekent dat de voorst. Marie te deele bevallen is de groote caemer van den voorst. huijsinge mette opcaemer ende den kelder daer ter zijden staende, midtsgaders de schuere ende de zuijdenzijde van den aenstede. Noch het ierste ende dorde loth in eenen acker genoempt den Hoogen acker, beginnende vuijtten westen van den steeghde aff aen. Ende noch de noirden zijde van eenen acker gelegen aen den noirdenzijde van sheerenvaerte ghenoempt Jacob Geeridt Oirlemans acker. Allen de voorst. parchelen soe groot ende cleijn als die ter voorst. plaetsen gelegen zijn ende zij comparanten ten tijde van den voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinge afgeplaet hebben. Behoudelijc k dat men daer vuijt soude gelden de hellicht van de renten, chijnsen ende pachten, die met recht vuijtte voorst. stede met haere toebehoirten te vergelden staet. Met conditien ut infra. Overmidts etc. soe hebben de voorst. comparanten bekent dat de voorst. Adriaen de Bie ende den voorst. kinderen van Jan ende Catharina Cornelis Oirlemans te deele bevallen is het groot woonhuijs der voorst. stede beginnende van de caemere aff met het brouwhuijs ende verckenskoije daarbij staende mette noirdenzijde van de aenstede. Noch het tweede ende vierde loth in eenen acker genoempt den Hoogen acker beginnende vuijtte westen van den steeeghde aff aen, ende noch de zuijdezijde van eenen acker gelegen aen den noirdenzijde van sheerenvaerte genoempt Jacob Geerit Oirlemans acker. Allen de voorst. parcheelen etc. ut supra. Behoudelijck ut supra. Met conditien ut infra. Met conditien hier inne toegedaen dat zij deijlderen den commer hen hier voorgenoempt alsoe souden gelden ende betaelen de gebuerlijcke lasten ende rechten tot dat elcx portie staende alsoe souden houden ende onderhouden dat den eenen van den anderen egeen hinder off schaede aff en comen in eeniger manieren ende offer eenigen commer op ijemants portie meer geraeckte te comen. Daer men alsdoen nijet aff ende wiste dat zij den selven malcanderen in twee gelijcke portien souden helpen draegen. Behoudelijck oijck dat zij malcanderen souden wegen ende stegen ten naesten velde ende ten minste schaede. Allet sonder arglist. Testes et actum ut supra. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f 53v t/m 57r] | ||
19-02-1630 | Samenvatting: ---------------- Willem Mateussen en Jan Jansse Oerlemans, ook namens zijn broer en zussen, verdelen een weiland aan de Cromme Dijk te Besoyen, 8 hond groot. Het weiland is gekomen van Mateus Jan Teuwen. Toelichting: ------------- Jan en zijn broer en zussen zijn kinderen van Jan Cornelis Oerlemans en Ariaentken Mateus zaliger. Willem is een broer van Ariaentken. Zij zijn de 2 kinderen van Mateus Jan Teuwen. Dus eigenlijk is het een deling tussen deze 2 kinderen. Lenart Janssen heeft een afschrift gevraagd, staat bovenaan. Lenart is de bedoelde broer van Jan. De Winterdijk bestaat nog steeds, en loopt nu van Capelle tot de rotonde bij Besoyen (tegenwoordig behorend tot Waalwijk). Op de kadasterkaart van 1832 is de naam Winterdijk verder doorlopend, en zien we ook de Oude Straat. Besoijen was toen een zelfstandige plaats. Transcryptie: ------------------------- Scheijdinghe ende delinge tussen Willem Mateussen ter eenre, ende de weeskinderen van Jan Cornelis Oerlemans mette voochden van dien, ten overstaen van de ge..hten ter andere zijden. Compareerde voor ons Schout ende hemraders (heemraden) der Ambachts van Besoyen, ondergeschreven, Willem Matheussen ter eenre, ende Jan Jansse Oerlemans voor hem selven, vervangende zijn ander broeder en susters ter andere zijden, als mede ten overstaen van Jan Ariaensse Seunen, als momboir ofte toesiender, ende de Schout als oppervoocht van de wesen, ten overstaen van Jan Dyrcxsse ende Aert Schalcken, hemraders van Besoyen, voonoemt, als daer toe geroepen ende gebeden, ende hebben metten anderen geloot, gescheijden ende gearfdeelt, seecker stuck weijlants, gelegen in Besoyen aen de Crommendijck, groot omtrent 8 hond (8x0,14 ha=1,12 ha) lants, gecomen ende hen samen aengecomen van Mateus Jan Teuwen zone. daer oost naest gearstlaet Wouter Peter Willems, west Cartroysen landen, streckende van t hoochste van de Winterdijck ter Ouder straten toe, soo als hier naer volcht als te weeten soo zijn de voorsegde kinderen ende erfgenamen van Jan Cornelis Oerlemans, verweckt bij Ariaentken Mateusse zaliger, bij accort in plaets van blinde lotinge, gevallen, geloot ende gearfdeelt, op te gerechte helft van t voorsegde lant, te meeten van de hooftsloot, onder de voet de dijck af totte gerechte helft toe, en sullen de voorsegde kinderen aen contant gelt van Willem Mateussen daertoe genieten ende alrede ontfangen op sesch hont lants toe. Also verstaen wort het achterste block, soo vele beterte te wesen, de somme van twintich carolus gulden ..onteren over vier hont minder oft meerder de somme van twintich gulden, ende sullen tot haren last nemen de schouwen van t voorsegde loth, te weten, van de straet vrede, ende van des Heerenstraet, sondermeer. Ende Willem Mateusse voornoemt is geloot ende gearfdeelt, ende sal als vorens op elck hont lants toegeven voor de beterschap twintich guldens, die alrede sijn betalet, ende sal tot voorsegd lant maecken de schouwen van de Ouden Straet sloot, ende van de Schepensloot sondermeer, ende sal oock sijn selven en wel beseijnden, midts dat partijen tot samen costen sullen den Scheijsloot oft Dwarssloot in t midden van elcx erve halft .... doch graven ende t hecken metten ..sten op ten dam setten, ende sal dan voort bij Willem Teuwen oft zijn nacomelingen altijts onderhouden worden, midtsgaders sullen .... .. tijen tot haere samen costen, op den dijck oock meacken een gelint met posten ende scheijden, ende het dijckstal bepoten met willigen naer behoeven, ende naer den tijt datter de schouwe overcam, ende daer naer dan bij de voorsegde kinderen ende erfgenamen van Jan Cornelis Oerlemans eeuwelijck onderhouden te worden, ende vertegen ver..tijen hierop eene loth naer den ouden gercomen (?) ende lant recht met hant halen ende met mont soo recht was met alle tegen wegen ende andere gebueren rechten, met recht tot eene lot oft lant behoren naer den .... hercomen, alle t sonder froude in oirconden, dese bij de selve ondertekent op ten 19e february 1630. Jan Dircxssen Aert Schalcken A. van Andel Bovenaan in de marge: extract voor Lenaert Janssen Onderaan in de marge: rest t recht van de brief van de verlichtingen en is ingericht |
[bron: Besoyen - Dorpsbestuur inv. 655 bl. 174r scan 178] | ||
van 27-02-1631 tot 28-02-1631 | Samenvatting: ---------------- Op 27 februari 1631 delen de kinderen de goederen, nagelaten door hun vader Jan Cornelis Oirlemans. Jan en Lijsken krijgen door loting: * het brouwhuis, schop en grond, De Oude Stede genaamd, op t Craenven, 12 lopensaat (2,3 ha.), gelegen tussen ’s Heerenstraat en Duiksche Hoeve * de Langen akker aldaar, 2 lp (0,4 ha.) * 1 perceeltje land aldaar, 1 lp * een klein hofje aldaar, 23 roei (300m2, 30mx10m) * het hofje voor de stede * lotje land aan de Vonder * hooiland 8 hond in t Ambacht van Besoyen over de winterdijk (1,1 ha.) * hooiland 5 hond in t Ambacht van Besoyen over de Oude Straat, ongedeeld met Andries Peters en Jan Adrdiaen Diercxssen de Bie * hooiland 8 hond in t Ambacht van Capelle in de Zuidewijn, ongedeeld met Adriaen Diercxssen de Bie * ze betalen aan Lenaert en Adriaentken op vastenavond 1632 voor vergelijking 125 gulden Lenaert en Adriaentken krijgen door het lot: * een stede met timmeringe en akker, genaamd jan Vrients stede, in t Craenven * akker 1 1/2 lp, westwaarts Heerenstraat en Duiksche Hoeve * akker 1 1/2 lp, gespleten van de Oude stede * akker 4 lp * akker 1 1/2 lp * hooiland 8 hond in Besoyen over de Schouwsloot * hooiland 4 hond in Besoyen aan de Crommendijk * hooiland 3 hond tot Capelle over de Oude straat, ongedeeld met Adriaen Diercxssen de Bie, jacop Hendricx en anderen * hooiland 7 hond in ’Ambacht van Capelle in de Zuidenweg, ongedeeld met Mel Aertssen en anderen Op 28 februari 1632 verdelen Jan en Lijsken hun deel: Jan: * de Oude stede en alle hei en percelen op t Craenven * hij betaalt 250 gulden aan Lijsken * hij ontvangt de huur van 1 jaar op de stede (het lijkt erop, dat Lijsken en haar man daar wonen) Lijsken: * alle percelen hooiland tot Capelle en Besoyen Toelichting: ------------- Hier is een zus van Jan en Lenaert genoemd, namelijk Adriaentken. Die kende ik nog niet. In de akte van 22 januari 1626 staat: ... momboir van de 5 onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans. Die kinderen zijn niet met name genoemd. Daar kende ik er 3 van met hun naam: Jan, Lijsbeth en Lenaert, en nu dus ook Adriaentken. Misschien komt hun 5e kind ook nog ergens naar boven. Pdf RAT. Loon op Zand. R 65 f 169v/171r d.d. 27-2-1631. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ter eenre, Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen als man ende momboir van Lijsken zijnen huijsvrouwe dochtere des voorst. wijlen Jan Cornelis ter tweeder, ende Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheussen als wettige momboiren bij den heere geordonneert van Lenaerden ende Adriaentken onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans voorgenoempt ter derder ende vierder zijden, hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinge van den goederen naebeschreven, hen ende den voorst. onmondige kinderen bij ende overmidts der doot ende afflijicheijt van henne ouders ende anderssins erffelijck aengecomen zijnde soe men verclaerden. Overmidts welcker erffscheijdinge ende erffdeijlinge, soe is den voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen in der qualiteijt bovengeschreven bij blinde lothe bij den schouteth van Venloon van sheeren wegen geleght, tsaemen te deele bevallen brouwhuijs, schop ende grondt ende erffenisse daeraenliggende genoempt d’oude stede, twelff lopensaet ende 8 1/2 roeijen lants int geheel begrijpende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven tusschen den waterlaet ende erffenisse Jan Hendricx Verduijn aen de eene zijde oistwaerts ende tusschen erffenisse de weduwe Denis Janssen Loijen ende meer andere aen dandere zijde westwaerts, streckende van sheerenstraete totte Duijcxe hoeve. Noch eenen acker lants genoempt den Langen acker, gelegen aldaer tusschen erffenisse Jan Hendricx Verduijn voorgen. aen d’eene zijde oistwaerts ende tusschen den voorst. waterlaet aen dandere zijde westwaert, streckende van sheerenstraete tot aen erffenisse des voorst. Jan Verduijns noirtwaerts. Noch een stucxken lants twee loopensaeten ende 13 roeijen int geheel begrijpende gelegen aldaer aen de zuijdezijde van sheerenstraete, oistwaert, zuijtwaert ende westwaert aen erffenisse Corstiaen sone wijlen Jan Joosten Borsten ende noirtwaert aen sheerenstraete. Noch een parceeltken lants geschickt op een loopensaet, gelegen aldaer op het hooch, oistwaert, westwaert ende noirtwaert aen erffenisse des voorst. Corstiaens ende zuijtwaert aen erffenisse Cornelis Willemssen de Pruijser. Noch een cleijn hoffken groot omtrent 23 roeijen, gelegen aldaer aen den zuijde zijde van den voorst. sheerenstraete, oistwaert aen erffrenisse des voorst. Corstiaens, zuijtwaert aen erffenis van Lenaert ende Adriaentken onmondige kinderen hier tegen deijlende ende noirtwaert aen sheerenstraete. Noch een hoffke gelegen aldaer voor de stede, toecomende de weduwe ende kinderen wijlen Henrick Goossens oistwaert aen de voorst. weduwe Denis Janssen Loijen, zuijtwaert sheerenstraete ende westwaert ende noirtwaert de erffgenaemen Cornelis Adriaens. Noch een lotken lants genoempt aen den Vonder oistwaert aen den aterlaet, zuijtwaert aen de weduwe Denis voorgen. westwaert de voorst. Lenaert ende Adriaentken hier tegen deijlende ende nnoirtwaert de voorst. erffgen. Cornelis Adriaens. Noch een stuck hoijelants acht hont off daer omtrent int geheel begrijpende gelegen in den Ambachte van Besoijen over den winterdijck genoempt het Hoijelant achter Goijaert Claessen oistwaert aen erffenisse des heere van Tilborch, zuijtwaert aen den winterdijck, westwaert Ghijsbert Hendricxssen Span ende noirtwaert aen den schouwsloot. Noch vijff hont lants in een stuck hoijelants gelegen in den Ambachte van Besoijen over d’Oude straete, gemeijn ende onbedeelt met Andries Peters ende Jan sone Adriaen Diercxssen de Bie. Ende noch acht hont hoijelants off daer omtrent in een stuck lants gelegen in den Ambachte van Cappelle inden Zuijdewijn, gemeijn ende onbedeelt met Adriaen Diercxssen de Bie. Allen de voorst. parceelen van erffgoederen soe groot ende cleijn als de selve ter voorst. plaetsen gelegen zijn ende gelijck zij deijlderen vercleirden malcanderen gedesigneert ende gewesen te hebben. Op welcke parceelen van goederen cum litteris et jure ten behoeve van den voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen, hebben de voorst. momboiren vertegen etc. Behoudelijck dat men vuijt desen lothe gelden sal de helft van alle renten, chijnsen ende pachten die vuijtte voorst. goederen ende vuijtte parceelen van erffenisse den voorst. Lenaerden ende Adriaentken onmondige kinderen des voorst. wijlen Jan Cornelis Oirlemans bij desen erffscheijdinge ende erffdeijlinge te deele bevallen, met recht te vergelden staen ende daerenboven sal dit loth tot vergelijckinge deser erffdeijlinge aen den voorst. Lenaert ende Adriaentken tot vastenavont 1632 geven ende vuijtreijcken tsaemen de somme van hondert ende 25 ca. gld. eens, goet gancbaer gelt. Met conditien ut infra. Overmidts etc. soe is den voorst. Lenaerden ende Adriaentken bij blinde lothe als voor geleeght tsaemen te deele bevallen ende erffelijck aengecomen eene stede lants mette timmeringe daer op staende ende het geheel ackerlant daeraenliggende genoempt Jan Vrients stede gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen gen. het Craenven tusschen een parceel ackerlants van anderhalff loopensaet ende vijff roeijen hier ondergenoempt ex vno oistwaert ende tusschen erffenisse der erffgenaemen Cornelis Adriaens etc. westwaert streckende van sheerenstraete totte duijcxse hoeve. Noch een parcheel ackerlants anderhalf lopensaet ende vijff roeijen int geheel begrijpende, gespleten van d’Oude stede, gelegen aldaer oistwaert aen den waterlaet, zuijtwaert ende noirtwaert aen de weduwe Denis Janssen Loijen ende westwaert aen erffenisse van de voorst. stede genoempt Vrienten stede. Noch een parcheel lants van vier loopensaet ende 4 1/2 roije in een acker lants gelegen aldaer aen den zuijde zijde van sheerenstraete, oistwaert ende westwaert Corstiaen Jan Borsten, zuijtwaert Cornelis Willems ende noirtwaert de voirst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen Cornelis Diercxssen hier tegen deijlende met Corstiaen Jan Borsten voorst. Noch een parcheel lants groot anderhalf loopensaet ende omtrent 7 roijen in den selven acker oistwaert ende zuijtwaert aen den voorst. Corstiaen Jan Borsten ende westwaert ende noirtwaert de erffgenaemen wijlen Jan Goijaerts. Noch een stuck hoijelants acht hont oft daeromtrent int geheel begrijpende, gelegen in Besoijen over den schouwsloot achter Goijaert Claessen, oistwaert aen erffenisse des heere van Tilborch, zuijtwaert aen den schouwsloot, westwaert aen den weduwe Geerit van Broechoven ende Aert Wouters van Laerhoven ende noirtwaert aen Ghijsbert Hendricxssen. Noch een stuck hoijelants vier hont oft daer omtrent int geheel begrijpende, gelegen in Besoijen aen den Crommendijck, oistwaert aen erffenisse van Wouter Peter Willems, zuijtwaert aen den winterdijck, westwaert aen Chantroijsen lant ende noirtwaert Willem Matheus. Noch drije hont hoijelants gelegen tot Cappel over de d’Oude straete, gemeijn ende onbedeijlt met Adriaen Diercxssen de Bie, Jacop Hendricx ende meer anderen. Ende noch een stuck hoijelants seven hont oft daeromtrent int geheel begrijpende, gelegen in den ambacht van Cappel in den Zuijdenwijn, onbedeelt met Mels Aertssen ende meer andere, het geheel stuck oistwaert aen Peter Hendrick Haemer, zuijtwaert aen d’oude straete, westwaert aen erffenisse der kinderen Laureijs Peters ende noirtwaert aen den Ganthel. Allen de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn ut supra ende daerenboven sal dit loth tot vergelijckinge deser erffdeijlinge van Jan Janssen Oirlemans ende Adriaen Cornelis Diercxssen hier tegen deijlende hebben ende ontfangen tot vastenavont 1632 de somme van hondert en 25 ca. gld. eens goet gancbaer gelt. Op welcke parcheelen van goederen cum litteris et jure ten behoeve van den voorst. Lenaert ende Adriaentken onmondige kinderen des voorst. wijlen Jan Cornelis Oirlemans hebben de voorst. Jan sone Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen sone wijlen Cornelis Diericxssen wettelijck ende erffelijck vertegen etc. Behoudelijck ut supra etc. ende daerenboven sal dit loth etc. Met conditie ut infra. Met conditien hier inne toegedaen, dat zij deijlderen den commer hier in desen benoempt alsoe sullen gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke lasten ende rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden, dat den eenen van den anderen egeen hinder oft schaede aff en sal comen in eeniger manieren. Behoudelijck oijck dat elck een schuldich ende gehouden sal wesen te wegen ende te stegen naer den rechte van den lande, te weten de voorst. Jan ende Adriaen als schulderen principael super se en bona qua etc. ende de voorst. momboiren etc. Allet sonder argelist. Testes Dierck Raessen ende Adriaen Cornelis den 27e februarij 1631. RAT. Loon op Zand. R 65 f 171r/v d.d. 28-2-1631. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ter eenre ende Adriaen Cornelis Diercxssen als man ende momboir van Lijsken zijnen huijsvrouwe dochtere des voorst. wijlen Jan Cornelis Oirlemans ter andere zijden, hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinge van goederen die hen tsaemen onbedeelt bij den bovengeschr. erffscheijding ende erffdeijlinge te deele bevallen zijn, soe men verclaerden. Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge, soe is Jan Janssen Oirlemans bovengen. te deele bevallen d’oude stede op het Craenven met allen de heijbodems ende de parcheelen van erffenisse op het Craenven liggende, die welcke hen tsaemenderhandt bij de voorst. deijlinge aldaer te deele bevallen ende aengecomen waeren. Op welcke parcheelen van goederen tsaemen op allen brieven ende bescheeden daer aff mentie maeckende ten behoeffne des voorst. Jn sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans heeft de voorst. Adriaen Cornelis Diercxssen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde. Behoudelijck dat men vuijt desen lothe sal gelden alle renten, chijnsen ende pachten die met recht daer vuijt zijn gaende. Ende daerenboven sal Jan voorst. betaelen ende voldoen int geheel alsulcke 125 ca. gld. als zij deijlderen aen Lenaerden ende Adriaentken onmondige kinderen Jan Cornelis voorgen. naer luijdt van de voorst. voorgaende deijlinge moeten vuijtreijcken tot vastenavont 1632. Oijck soe sal Jan de gehele huere der voorst. stede voor een jaer ontfangen. Met conditie ut infra. Overmidts etc. soe zijn den voorst. Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen namens zijn huijsvrouwe te deele bevallen allen de parcheelen van hoijelant soe tot Cappel als Besoijen, die welcke hen deijlderen bij de voirst. voorgaende deijlinge te deele bevallen zijn. Op welcke parceelen van goederen tesaemen op allen brieven ende bescheeden daer aff mentie maeckende ten behoeve van den voorn. Adriaen Cornelis Diercxssen heeft de voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans wettelijck ende erffelijck vertegen, helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde. Behoudelijck dat men daer vuijt sal gelden het ghene daerop begroot soude mogen zijn. met conditien ut infra. Met conditien hier inne toegedaen, dat zij deijlderen den commer hen in desen genoempt alsoo sullen gelden ende betaelen de gebuerlijcke lasten ende rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden, dat deen van dander egeen hinder oft schaede en sal overcomen in eenige manieren ende offer eenigen ouden commer met recht hier op quam daer men ten deser tijdt nijet aff en weet, den selven sullen sij deijlderen malcanderen helpen draegen, ende sal elck zijn loth aenveerden, soe ende gelijck de voorgaende deijlinge is vermelt ende sullen zij oijck malcanderen allen achterstel helpen aff te doen. Gelovende de voorst. deijlderen sup se et bona etc. ten eeuwigen daege onwederroepleijck. Op te verbeurte van hondert ca. gld. tot behoeffne van den armen tot Venloon. Testes D. Raessen ende Ghijsb. Claessen. Actum 28e februarij 1631. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 169v/171v scan 205/208] |
van 11-03-1614 tot 20-08-1615 | Samenvatting: ---------------- Jan Cornelis Cornelisse belooft zijn vader Cornelis Cornelisse 192 gulden en 5 stuivers te betalen voor 2 perceeltjes moer. Zijn vader heeft nog meer percelen verkocht. Toelichting: ------------ De akten zijn van dezelfde dag, en hoewel in de akte van de zoon geen Oerlman genoemd is, zal het hier wel om gaan, gezien de vernoemingen in de akten ervoor. Transcryptie: --------------- RAT. Loon op Zand. R 62 f 130r d.d. 11-3-1614. Geraert Hendricxen ende met hem Ariaen Jan Ariaens ende Ariaen Jansse van Hemert als borghen hebben geloift Cornelis Cornelisse Oerlman de somme van 145 gld. 8 st. te betaelen in vier termijnen elcke termijn 36 gld. 7 st. waer aff den iersten termijn verschijnen sal paesschen 1615, ende soo van paesschen tot paesschen tot volder betalingen. Ende dat ter causen van coop van een luepensaet 4 roijen 5 voeten moeren, gelegen in den wagenmoer van den Egmont. Daer voor verbijnende die voirst. gelovende hennen persoonen ende goederen, present ende toecomende, roerende ende onroerende, ende stellen den selven moer, torven daer aff komende tot hypotheecq ende waerborch. Testes, Peter Sallen ende Cornelis Dircksse den 11e mert 1614. Jan Jansse voor Aentken Faessen zijn moeder. RAT. Loon op Zand. R 62 f 130r/130v d.d. 11-3-1614. Thuenis Thuenisse heeft geloift Cornelis Cornelis Oerlman de somme van 115 gld. 19 st. te betaelen ut sup. in vier termijnen, elcken termijn 28 gld. 19 st. 3 oirt ter causen van een luepensaet en 2 roijen moers, wesende ter oirsaecken van den dijck hen 2 roijen min gereckent, daer voor verbijndende etc. ut sup. Testes et actum ut supra. RAT. Loon op Zand. R 62 f 130v d.d. 11-3-1614. Jan Fransse Vrindt ende met hem Handrick Goossen als borge hebben geloift Cornelis Cornelisse Oerlmans de somma van 126 gld. 13 1/2 st. te betaelen ut sup in vier termijnen, elcken termijn 31 gld. 13 st. 6 penningen, ter causen van een luepensaet 7 roijen 15 voeten moers. Daer voor verbijnende ut sup. Testes et actum ut sup. RAT. Loon op Zand. R 62 f 130v d.d. 11-3-1614. Steven Meeusse ende met hem Handrick Thonis ende Cornelis Jacops als borghen hebben geloift Cornelis Cornelisse Oerlman de somma van 142 gld. 7 1/2 st. te betaelen ut sup in vier termijnen, elcke termijn 35 gld. 11 st. 3 oirt 2 penningen ter causen van een luepensaet 7 roijen 15 voeten moers. Daer voor verbijndende etc. ut sup. Testes et actum ut supra. In marge: bevonnist ter goeder rekening in judictie den 20e augusti 1615. RAT. Loon op Zand. R 62 f 130v d.d. 11-3-1614. Jan Cornelis Cornelisse heeft geloift Cornelis Cornelisse zijnen vader de somma van 192 gld. 5 st. te betaelen in vier termijnen, elcke termijn 48 gld. 1 st. 1 oirt, waer aff den ierste termijn verschijnen sal paesschen 1615 ter causen van twee parceelkens moers, het een groot 36 roijen, 5 voet, 10 duijm, het andere 37 1/2 roijen. Daer voor verbijndende etc. ut sup. Testes et actum ut supra. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f. 130v] | ||
van 03-11-1616 tot 13-11-1617 | Pdf RAT. Loon op Zand. R 63 f 27r d.d. 3-11-1616. Jan Cornelis Oerlmans ende Willem Matheus Jansse (Berchmans) hebben gelooft Jan Goiaerts (Geritsse) metten zijnen de som van 106 gld. en 11 st. tot 20 st. den gld. gereckent, te betalen in twee termijnen, den eene termijn gereet, den tweede ende lesten over een jaar den 3e november 1617 ter causen van coop van twee moerbodemen daar voor verbindende die voorst. Jan Cornelis ende Willem Matheusse, hennen persoon ende goederen, present ende toecomende ende stellenden den voorst. bodemen tot hypotheecq ende waerborch. Ende is Matheus Jansse (Berchmans) hunnen vader daer voor borgen gebleven, den welcke zij gelooft hebben costeloos ende schadeloos te houden. Onder gelijcke verbijntenissen. Testes et actum ut supra. In marge: Jan Goiaerts metten sijnen hebben bekent van dese gelofte voldaen ende betaelt te zijn, den 13e november 1617. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 27r] |
van 08-01-1629 tot 15-06-1634 | Samenvatting: ---------------- 1e akte: De erfgenamen van Anthonis Hendricxen Oirlemans dragen over aan Wouter, Cornelis ende Geeridt, gebroederen sonen wijlen Henrick Wouter Schalcken, en zus Anneke een stede lants te Kaatsheuvel met huysinge, schuur en erfenisse eromheen, en een akker genaamd de Nagtegaal. Als erfgenamen: Wouter Jan Wouter Claessen de Bondt, weduwnaar van Anneken Anthonis Hendrick Oirlemans, voor 1/3 deel Dierck Anthony Quirijnen, man van Marie Anthonis Hendrick Oirlemans, en Wouter Jan Wouters ook voor het onmondig kind van Jacob Adriaen Jacobs (procuratie voor notaris Aerden van Tuyl te Waalwijk op 6 januari 1629 verleend door bloedvoogd Thomas Corstiaens) voor de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans voogden Jan Adriaen Suenen en Willem Matheeus Jansen Berchmans voor de onmondige kinderen van wijlen Ivo Gielissen ende Claes Janssen Haegen verweckt bij Catharina dochtere wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans altesaemen voor de resterende 2/3 delen. 2e Akte: De kopers zullen vrijgesteld zijn van alle lasten, behalve van een jaarlijkse pacht van 11 1/2 vaten rogge aan de Tafel van de Heilige Geest tot Loon en jaarlijks nog 2 smal hoenders met een capuin gewinchijns aan de Heer van Loon op St. Maarten te betalen. 3e Akte: De kopers zullen er 1810 gulden voor betalen, en wel als volgt: aankomende Pasen 1629 300 gulden het jaar daarna, 1630, ook met Pasen 300 gulden de jaren daarna steeds 200 gulden met Pasen totdat de betaling compleet is. Van de 1e betaling zal 15 gld. 12 1/2 st. voor de schepenen, secretaris, afhanger ende godtspenninck zijn. Daarna de betalingen zoals die door de verkopers ontvangen zijn, met als laatste vermelding, die van 15 juni 1634. Toelichting: ------------- De verkoop gebeurt na de verdeling op 29 september 1628 vastgelegd voor de schepenbank, en na de afspraken die mondeling in 1626 gemaakt zijn. Transcryptie: --------------- RAT. Loon op Zand. R 65 f 67v t/m 68v d.d. 8-1-1629. Wouter sone wijlen Jan Wouter Claessen de Bondt voor een dordendeel, Dierck Adriaen Quirijnen als man ende momboir van Marie zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Anthonis Henrick Oirlemans, de voorst. Wouter Jan Wouters vuijt crachte van procuratie hem voor Aerden van Tuijl, notaris openbaer ende seeckere getuijgen op ten 6e januarij lestleden bij Thomas Corstiaens als bloetvoocht van den onmondige kinde van Jacob Adriaen Jacobs binen der Vrijheijt van Waelwijck gegeven ende verleent; Jan Adriaen Suenen ende Willem Matheeus Janssen Berchmans als wettige momboirs van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans, ende de voorst. Jan Adriaen Suenen insgelijcx als momboir ende hem fort ende sterck maeckende voor de onmondige kinderen van wijlen Ivo Gielissen ende Claes Janssen Haegen verweckt bij Catharina dochtere wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans altesaemen voor de twee resterende dordendeelen. Eene stede lants metter huijsinge ende schuere daerop staende ende erffenisse daer aenliggende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt den Ketshoevel, oistwaert de erffgenaemen wijlen Aert Peeterssen Crents, zuijtwaert sheerenstraete, westwaert de erffgenaemen Aert Wouter Lochten ende noirtwaert de twelff geerden. Ende noch eenen acker genoempt den Nachtegael, gelegen aldaer, oistwaerts de erfrfgenaemen Aert Janssen Vucht, zuijtwaert sheerenvaerte mette selve erffgenaemen, westwaert de erffgenaemen wijlen Ghijsbert Joost Joachims ende noirtwaert de gemeijne straete, beijde de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn als die ter voorst. plaetsen gelegen zijn, ende de voorst. Anthonis Hendricxssen midts zijnder doot ende afflijvicheijt heeft geruijmpt ende achtergelaeten soe men verclaerden, hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven Wouter, Cornelis ende Geeridt, gebroederen sonen wijlen Henrick Wouter Schalcken soe tot hennen behoeffne als ten behoeffne van Anneken dochtere wijlen Hendrick Wouters voorst. henne sustere, tsaemen met allen schepenen letteren ende munimenten daeraff gewach doende, ende allen den rechte hen daer inne eenichssins competerende. Met affgaen ende verthijen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde. 781. Archief van de schepenbank Loon op Zand, 1358-1810 inv.nr.65 Gelovende de voorst. Wouter Jan Wouters ende Dierck Adriaen Quirijnen als schulderen principael op hen ende allen henne goederen hebbende ende vercrijgende ende de voorst. momboirs op verbintenisse van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen insgelijcks hebbende ende vercrijgende, de voorst. stede ende acker den voorst. Wouter, Cornelis, Geeridt ende Anneken te waeren als men erffne schuldich is te waeren ende allen commer, calangie ende aental daer inne wesende den selven aff te doen geheelijck vuijt genomen eenen jaerlijcxsen pacht van elff vaten roggen ende een halff jaers taeffele van den heijlige geest tot Loon naer luijdt van de brieven ende bescheeden daer aff zijnde te betaelen ende noch twee smael hoenderen met eenen capuijn gewinchijns aen den heer van Loon op St. Martensdach te betaelen, ende offer met recht bevonden worden eenigen commer meer vuijt te gaen den selven sal men mogen aencopen naer gemeijnen lantcoop ende goedermans seggen off anderssins naer luijdt van de brieven ende bescheeden daer aff zijnde. Testes Ghijsbert Claes ende Willem Jan Adriaens den 8e januari 1629. RAT. Loon op Zand. R 65 f 68v d.d. 8-1-1629. Wouter, Cornelis ende Geeridt gebroederen, sonen wijlen Henrick Wouter Schalcken soe voor hen selven, als voor Anneken henne sustere hebben geloeft als schulderen principaele op hen ende allen henne goederen, hebbende ende vercrijgende, den voorst. transportanten te geven ende te betaelen de somme van achttien hondert ende thien ca. gld. den ca. gld. tot 20 st. goet gancbaer gelts het stuck gerekent ende dat in dese naervolgende manieren ende termijnente weten drije hondert ca. gld. tot paesschen toecomende, item drije hondert ca. gld. te paesschen 1630 ende voirts alle paesschens 200 ca. gld. tot volder betaelinge toe. Procederende de selve somme ter causen van coop van de stede ende acker bovengeschr. dwelcke zij gelovers voor de betaelinghe der voorst. somme zijn stellende tot hypotheecq ende waerborch. Dies soe sullen de gelovers aen den iersten termijn cortten 15 gld. 12 1/2 st. bij hen aen den schepenen, secretaris, affhanger ende godtspenninck voor het contingent van de bovengeschr. transportanten volgens de vercoopcedulle verschoten ende anderssins aen verteirde costen boven den wijncoop in de vercoopcedulle begroot. Testes et actum ut supra. Item: de voorst. gelovers hebben alnoch verschoten soe aen verteirde costen ten daege van den veste gedaen als rechtscosten sess gld. 16 st. waer aff zij deen hellicht aen den 1e termijn sullen cortten. Testes et actum ut supra. In marge: Wouter Jan Wouters ende Dierck Adriaens bekennen de twee dordendeelen van den iersten termijn ontfangen te hebben, te weten 200 gld.die zijn daer aen gecort de twee dordendeelen van tgene de gelovers volgens dese geloefte moegen cortten. Testes Ghijsb. Claes ende Cornelis Willems den 13e maij 1629. Item: Thomas Corsten als momboir van den kinde van Jacob Ariens bekent een 6e deel van de 1e termijn wesende 50 gld. ontfangen te hebben dan gecort een 6e deel van den costen alhier geruert bedraegende 3 gld. 4 st. Actum ut supra. Item: Willem Matheeus als momber van de kinderen van Jan Cornelis bekent een 7e part van den 1e termijn ontfangen te hebben. Actum ut supra. Item: Jan Ariens heeft het part der kinderen van Catharina Cornelis hen toecomende in dfren 1e termijn ontfangen. Item: Dierck Adriaen Quirijnen voor hem als voor den weeskinde van Jacob Adriaen Jacop bekent als dat Denijs Dominicus aen hem voldaen heeft een dorde part van den termijn verschenen paesschen 1634 ende een dorde part van alle voorgaende termijnen. Actum 15e junij 1634. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 67v-68r-68v] | ||
06-11-1652 | Dingeman Jan Joosten, Corstiaen Jan Borsten en Jan en Lenaert, zonen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans, transporteren goederen aan Lambert Wouter Lamberts. Het gaat om een heiveld, gelegen bij ’t Craenven, omtrent den Waterlaet alhier. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 74 f. 81r en 81v] |
01-07-1608 | Samenvatting: ---------------- Jan Cornelis Oermans neemt via het recht van vernadering de koop van Jan Willem Basters van Cornelis Cornelisse Oerman over. Het gaat om een akker op de Efterlingh. Toelichting: ------------ Jan overruled de verkoop van de akker door zijn vader of zijn broer. Dat is hier niet uit op te maken. In de akte erna, van dezelfde dag, treedt Cornelis Cornelisse Oerman op als toeziend voogd over de weeskinderen van Dominus den ouden Janszoon. Transcryptie: --------------- Inv.nr. 61, folio 2v d.d. 1-7-1608. Jan Cornelis Oermans vernaedert alsulcke acker landts gelegen opt de Effterlingh als Jan Willem Basters gecocht heeft van Cornelis Cornelisse Oerman ende heeft blijckende penningen gethoont die welcke hij seede hem te toe te behoiren, etc. Testes, Cornelis Dirckse ende Dirck Jansse, den 1e julij 1608. |
[bron: Loon op and - Schepenbank Inv. 61 f. 2v] | ||
15-04-1610 | Pdf Inv.nr. 61, folio 87v d.d. 15-4-1610. Jan Arijensse Suenen heeft wettelijck ende erffelijck vercocht Jan Cornelisse Oerlmans eenvierendeel in eenen heijbodem geleghen binnen der heerl. Venloon opt Craenven, oostwaerts Jan Joosten Borsten, suijdtwaerts den bodem, westwaerts het Craemse sandt, noorden Jan Joosten, Praser Willemse ende Jan Goorts cum suis, alsoo hij seede. Ende heeft het hem opgedragen ende overgegeven met afgaen ende vertijen alsoo gewoonlijck enderecht is. Gelovende etc. dit opdragen ende overgeven den voirn. Jan Cornelisse Oerlmans altois vast ende van waerden te houden. Testes scabini, Dingenman Jansse ende Cornelis Cornelisse Oirlmans den 15e april 1610. Toelichting: ------------- Jan Arijensse Suenen is later (na 19 augustus 1625) de voogd over de kinderen van Jan Cornelis Oerlemans, ook wel geschreven als Jan Adriaen Zuenen. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 61 f. 87v] | ||
van 02-09-1611 tot 16-09-1611 | Samenvatting: ----------------- Cornelis Cornelisse Oerlmans koopt samen Robbert Jan Lauwen, Meilis Melissen Verstegen en Jan Janssen de jonge uit Sprangh, van Vrouwe Marie van Renesse, Vrouw tot Loon een lot moerdellen genoemd de Quaertalen dellen. Die beginnen aan het Westeneinde, naast de moeren van de Vrouwe van Loon, noordwaarts de nieuw gegraven waterlaat naast de Rechte Vaart, ten zuiden de gemene weg, en ten oosten Robbrecht Geraertsse. Het gaat om 13 lopensaat, 25 roeden (bijna 3 hectaren). Ze mogen 30 jaar de grond steken en exploiteren. Toelichting: ------------- Als schepen is Cornelis Cornelisse Oerlmans aanwezig. Tegelijkertijd koopt Cornelis Cornelisse Oerlmans de moerdellen. Is de koper de zoon, en de schepen de vader? Aangezien dit niet te bepalen is, heb ik bij beide dit opgenomen. Transcryptie: --------------- RAT. Loon op Zand. R 62 f 38v d.d. 9-9-1611. Jeronimus Benedictus als executeur van den testamente ende uijt cracht van procuratie hem gegeven bij Vrouwe Marie van Renesse, vrouwe tot Loon naergelaeten weduwe wijlen heeren Dircken van Immerselle en heer Engelberts van Immerselle vrijheer tot Bochoven etc. Heer Thomas de Thiemes Heer tot Hueckelum etc. ende met hem Mr. Theodore Engelkens licentiaat der rechten als mede executeurs van den voirst. testamente, heeft in de voirst. qualiteit, wel ende wettelijck vercocht Cornelis Cornelisse Oerlmans, Rob Jan Lauwen, Melis Melissen Verstegen ende Jan Jansse de jonge tot Sprangh, een lot moerdellen groot 13 luepensaet, 25 roijen, gelegen binnen der heerlich. Venloon ter plaetsen genoempt Quaertalen dellen beginnende aan de westen eijnde naest die moeren van de vrou van Loon, noortwaerts aen den nieuwen gegravene waterlaet naest die rechte vaert, suijden den gemeijne wech ende oist Robbrecht Geraertsse. Ende heeft het hem opgedragen ende overgegeven met affgaen ende vertijden alsoo gewoonlijck ende recht is. Om het voirst. lot dellen eens van den gront te stecken, te delven ende te gebruijcken den tijt van 30 jaeren van nu aen beginnende en de voirst. 30 jaeren geexpireert ende verleijndt wesende het selven lot dellen als dan wederom te verlaeten in vuegen ende manieren het selven als dan gelegen sal wesen. Gelovende die voirn. Jeronimus Benedictus in de qualiteijt voirst. onder de verbijntenissen van des vrouwen van Loons goederen, dit opdragen ende overgeven den voirn. Cornelis Cornelisse Oerlmans altois vast ende van waerden te houden, ende het selven lot moerdellen te vrijen ende te waeren als men moerdellen schulidch is te waeren. Testes scabini, Cornelis Cornelisse Oerlmans ende Cornelis Dirck Franssen den 9e september 1611. RAT. Loon op Zand. R 62 f 38v d.d. (onvolledige akte, zie folio 41r) Cornelis Cornelisse Oerlemans ende met hem Rob Jan Lauwen, Melis Melissen Verstegen ende Jan Jansse de jonge tot Sprangh, hebben geloift individueel een voor al Jeronimus Benedictus tot behoeff van Mevrouwe van Loon offte haeren soone Jo. Engelbert van Immerselle offte thoonder deses de somme van negenhondert gld. en vierhalve st. te betaelen in vijff termijnen offte jaeren, elcke termijn 180 gld. 3 oirt en 2 pen. Waer aff den iersten termijn verschijen sal tot paesschen 16…. RAT. Loon op Zand. R 62 f 39r d.d. 2-9-1611. (Identiek aan folio 38r) Dirck Jansse van Broechoven etc. RAT. Loon op Zand. R 62 f 39v d.d. (identiek aan folio 38v) RAT. Loon op Zand. R 62 f 39v en f 40r d.d. 16-9-1611. Jeronimus Benedictus als executeur etc. heefft in de voirst. qualiteijt wel ende wettelijck vercocht Rob Geraertsse, Hendrick Anthonisse, Ariaen Petersse, Dirck Arijaensse, Gijsbert Petersse ende Jan Laureijssen een lot moerdellen groot 13 lps. 25 roijen, gelegen binnen de heerl. Venloon ter plaetsen genoempt Quaetaelen dellen wesende het tweede lot moers, dierste lot dat Cornelis Cornelisse Oerlmans metten sijnen toebehoirt, lanck oist ende west sevenensestich en een halve roijen, noorden en suijden breet tien roijen en heeft het hem opgedragen ende overgegeven etc. om het voirst. lot moerdellen etc. Testes scabini Mr. Peter Sallen ende Cornelis Dircksse den 16e september 1611. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f 38v] | ||
van 28-02-1612 tot 30-11-1620 | Pdf RAT. Loon op Zand. R 62 f 62r d.d. 28-2-1612. Jan Fransse Vrindt heeft wettelijck ende erffelijck vercocht Jan Cornelis Oerlmans seeckere parceelen landts geleghen binnen de heerl. Venloon opt Craenven, in den iersten een hoffstadt, oostwaerts aen erffenisse Denis Jansse, suijdtwaerts des heeren straet, westwaerts Denis Jansse voirst. ende Jan Joosten Borsten ende noorden aen erffenis Cornelis Ariaens. Het tweede ende derden parceel oostwaerts aen erffenisse Jan Cornelis Oerlmans voirst. suijdtwaerts ende noortwaerts Denis Jansse voirst. ende westwaerts den vercopere. Het vierde ende lesten parceel oostwaerts den copere, suijdtwaerts Denis Jansse voirst. westwaerts den vercopere ende noortwaerts Cornelis Arijense voirst. Te samen groot vier lueopensaet ende vijfentwintichhalf roeij. Ende heeft se hem opgedragen ende overgegeven etc. Gelovend die voirst. Jan Franssen Vrindt onder verbijntenissen van sijnen persoon ende goederen, present ende toecomene etc. ende de voirst. parceelen landts te vrijen ende te waeren ende alle calangie van sijent weghen aff te doen gehelijck. Uijtgenomen dat den copere jaerlijcks daer vuijt betaelen sal elff penningen in des heeren van Loons chijns, elffhalf kan rogghen aen den heijlige geest tot Loon, vierenhalf kanne rogghen en een kan min offte meer onbegrepen, aen den kusterije tot Loon ende vier stuijvers ende een halff blanck aen Ariaen Aert Arijaensse Oerlman. Testes scabini Dingenman Jansse ende Cornelis Dircxen den 28e februari 1612. Item: Jan Cornelis Oerlmans heeft Jan Fransse Vrindt geloift volgens de coopcedule ende heeft gestelt het selven goet tot waerborch. Testes et actum ut supra. In marge: Jan Fransse Vrindt heeft bekent van dese geloifte voldaen te zijn den lesten november 1620. Toelichting: ------------- Op 27 februari 1631 verdelen de kinderen de goederen van hun vader Jan Cornelis Oerlemans. Dan is de Jan Vrients stede genoemd, en valt ten deel aan Lenaert en Adriaentken. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f. 62r] | ||
20-11-1612 | Pdf RAT. Loon op Zand. R 62 f 121v/122r d.d. 20-11-1612. Jan Joost Borsten ende Denis Jansse hebben gesamenderhant wettelijck ende erffelijck vercocht Jan Cornelis Oerlmans twee en twintich roijen landts in twee parceelen binnen de heerlich. Venloon opt Craenven geleghen. Het iersten parceelken oostwaerts Jan Cornelis Oerlmans voirst. suijdtwaerts des heeren straet, westwaerts Jan Joost Borsten voirst. ende noortwaerts Cornelis Arijens. Het tweede parceelken noortwaerts, oostwaerts ende suijtwaerts Jan Cornelis Oerlmans voirst. ende westwaerts Jan Fransse Vrindt. Ende hebben se hem opgedragen ende overgegeven ende dat met afgaen ende vertijen alsoo gewoonlijck ende recht is. Gelovende die voirst. Jan Joosten ende Denis Jansse onder verbant van hennen persoonen ende goederen, present ende toecomende, dit opdragen ende overgeven den voirst. Jan Cornelisse Oerlmans altois vast ende van waerden te houden. Behoudelijck dat hij daer vuijt gelden ende betaelen sal de pachten ende chijnsen met recht daer vuijtgaende. Testes, Cornelis Dircksse ende Ariaen Huijbertsse den 20e november 1612. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f. 121v/122r] | ||
02-08-1615 | Pdf RAT. Loon op Zand. R 63 f 36r d.d. 2-8-1615. Dingeman Janssen, Denis Janssen, Jan Franssen en Jan Joosten Borsten hebben gesamenlijk verkocht aan Jan Cornelis Oerlemans een moerbodem, ca. 40 roeden gelegen in Venloon aan de zuijdenzijde den custerboom, oistwaerts de erfgename van Jan Peter Gijben, suijtwaerts Jan Quirijn Geritssen, en Cornelis Arijaens, westwaerts Willem ende Denis Everden en noirtwaerts Gerrit Gerritse de Groot. Idem folio 36r. Denis Janssen heeft verkocht aan Jan Cornelis Oerlemans sijne gerechte helft in alle die heijbodems, gelegen in de heerlijkheijt Venloon, soo die hem van sijnen ouders aenbestorven sijn d.d. 2-8-1615. RAT. Loon op Zand. R 63 f 36r d.d. 2-8-1615. Denis Janssen heeft wettelijck ende erffelijck verkocht aan Jan Cornelis Oerlemans sijne gerechte helft in alle die heijbodems, gelegen in de heerlijkheijt Venloon, soo die hem van sijnen ouders aenbestorven sijn ende heeft ze hem opgedragen ende overgegeven met afgaen ende vertijden alsoo gewoonlijck ende recht is. Gelovende die voorst. Denis Jansse onder verbintenisse van zijnen persoon ende goederen, present ende toecomende, dit opdragen ende overgeven den voorst. Jan Cornelisse altois vast ende van waerden te houden. Testes et actum ut supra. Toelichting: ------------- in de 1e akte staat als datum 2 augustus 1615. De akte staat tussen allemaal akten van 1616. Mogelijk is het een verschrijving. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 36r] | ||
van 22-12-1615 tot 23-12-1615 | Samenvatting: ---------------- Claes Cornelis Cornelisse koopt een lot moer in de Egmont over volgens het recht van vernadering, dat zijn vader verkocht heeft aan Joost Peter Bertroms en Rob Jansse Lauwen. Getuigen zijn Cornelis Dircksse ende Dirck Jansse. Claes Cornelis Cornelisse koopt 2 percelen moer over volgens het recht van vernadering, dat zijn broers Cornelis, Jan en Dirck verkocht hebben aan Ariaen Jansse Lauwen en Anthonis Corsten. Getuigen zijn Anthonis Hendricx Oerlmans ende Cornelis Cornelisse. Toelichting: ------------ De naam Oerlemans is niet genoemd. De combinatie van de 3 broers zou wel heel toevallig zijn, als het niet zo was. Vandaar dat ik deze akte daarbij geplaatst heb, en Claes als broer toegevoegd heb. Wel met een aanduiding van waarschijnlijkheid, omdat ik hem verder niet tegengekomen ben. Er is 1 akte van 26 juli 1608 waarbij Ariaenke Claes Cornelis Cornelisse Oerlemans genoemd is, als eerdere echtgenote van Floris Hendrick Reijnen. Dat had Ariaenke Cornelis Oerlemans moeten zijn. Zij is al voor 5 januari 1588 gestorven. De Cornelis Cornelisse zal overeenkomstig andere akten ook Oerlemans zijn. Dat moet dan gezien de context wel zijn vader zijn, Cornelis Cornelisse Oerlemans de oude. Transcryptie: --------------- RAT. Loon op Zand. R 62 f 182v d.d. 22-12-1615. Claes Cornelis Cornelisse heeft vernaerdert alsulcke lootken moers geleghen in den Egmont als Cornelis Cornelisse zijnen vader aen Joost Peter Bertroms ende Rob Jansse Lauwen vercocht heeft, ende heeft blijckende penningen geleet. Om etc. Testes Cornelis Dircksse ende Dirck Jansse den 22e december 1615. RAT. Loon op Zand. R 62 f 183r d.d.23-12-1615. Claes Cornelis Cornelisse heeft vernaerdert alsulcke twee parceelkens moers als Cornelis, Jan ende Dirck sijne broeders aen Ariaen Jansse Lauwen ende Anthonis Corsten vercocht hebben. Ende heeft blijkende penningen geleet etc. Om etc. Testes, Anthonis Hendricx Oerlmans ende Cornelis Cornelisse den 23e december 1615. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f. 182v en 183r] | ||
13-01-1616 | Pdf RAT. Loon op Zand. R 63 f 35v d.d. 13-1-1616. Jan Joosten Borst heeft wettelijck ende erffelijck verkocht Jan Cornelis Oerlemans een stuck erffenis gelegen binnen der heerlijckheijt Venloen opt Craenven, oostwaerts Jan Cornelisse copere, suijtwaerts des heerenstraet, westwaerts ende noortwaerts Cornelis Arijaensse. Ende heeft het hem opgedragen ende overgegeven met afgaen ende vertijen alsoo gewoonlijck ende recht is. Gelovende die voorst. Jan Joosten onder verbant van sijnen persoon ende goederen, present ende toecomende, dit opdragen ende overgeven den voorst. Jan Cornelis altois vast ende van waerden te houden ende het voorst. stuck erffenisse te vrijen ende te waeren ende allen commer ende calangien af te doen gheelijck. Testes, Cornelis Cornelisse ende Dingeman Jansse den 13e januari 1616. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 35v] | ||
van 03-11-1616 tot 24-02-1649 | Pdf RAT. Loon op Zand. R 63 f 26r en f 26v d.d.3-11-1616. Jan Goiarts als man ende momboir van Neeltken Jansse zijne huijsvrouw, Jan Michielsse als man ende voicht van Jenneke Jansse zijne huijsvrouw, Joris Hendricx van Hasselt als man ende momboir van Antoniske Jansse zijnre huijsvrouw, Gerit Jansse de Ruijter voor sijn selven ende voor Hendrick en Jan zijnen broeders, daer voor hij hem fort ende sterck mackten, Jenneke hun suster cum tutore, Joost Jansse als voight ende momboirs van wijlen Jasper Jansse kijnder ende Geertruijt weduwe Bert Hendricx cum tutore, tesamen erfgenamen van wijlen Hendrick Jansse Loijen, hebben wettelijck ende erffelijck verkocht Jan Cornelis Oerlmans ende Willem Matheus Jansse twee moerbodemen gelegen binnen der heerlijckheijt Venloon in den Kercken streek, den eene groot 16 lopensaet min 5 roijen daer die Vrouwe van Loon leet aen den suijdensijde ende de weduwe Ariaen Stevens ende consorten aen de noordensijde ende compt met beijde de eijnde aen voorn. Mevrouwe van Loon, den andere bodem groot omtrent 3 lopensaten ende 20 roijen, gelegen tusschen bodems Ariaen Jan Ariaens ende Bastiaen zijn broeder aen de suijdensijde ende Geraert Gerit de Groot, Henrick Bastiaensse ende consoirt aen de noordensijde, streckende van den Kerckendijck westwaerts Mevrouwe van Loon. Den voorst. verkopers bij versterf van den voorst. Hendrick Jansse Loijen aengecomen soo men verclaerden ende hebben se hem opgedragen ende overgegeven ende dat met afgaen ende vertijen alsoo gewoonlijck ende recht is. Gelovende de voorst. verkopers ende specialijck Jan Goierts onder verbintenissen hennen persoon ende goederen, present ende toecomende, dit opdragen ende overgeven den voorst. Jan Cornelisse ende Willem Matheus Jansse altois vast ende van waerden te houden ende de voorst. twee bodems te vrijen ende waeren voor ….. elcke bodem in des heeren van Loons chijns. Testes, Cornelis Dircks ende Dingeman Jansse, den 3e november 1616. In marge bijgeschreven: Jan soone wijlen Gheeridt Geritsse van Broechoven in den naeme ende als gemachticht van Willem Matheus Jansse Berchmans soo hij seijde, heeft op de helft van de twee bodems alhier vermelt ende den voorst. Willem daer ine toebehorende wettelijck ende erffelijck vertegen Jan ende Lenaert, gebroederen sonen Jan Cornelis Oerlemans etc. Testes, D. Duppen ende Dingeman Jansse. Actum 24 februari 1649. Toelichting: ------------- Willem Matheus Jansse is de broer van Adriana, de vrouw van Jan Cornelis Oerlemans. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 26] | ||
van 02-11-1620 tot 02-11-1621 | Pdf RAT. Loon op Zand. R 63 f 121v/122r d.d. 2-11-1620. Jan Fransse Vrindt als man ende momboir van Dirckxen Jans dochter sijne huijsvrouw heeft wettelijck ende erffelijck vercocht Jan Cornelis Oerlmans eene stede, huijs, schuer, scob ende erffenisse soo groot ende kleijn als de selven gelegen is binnen de heerlich. Venloon ter plaetsen genoempt opt Craenven aen den noorden sijde van de straet tusschen erffenisse den voirst. Jan Cornelis Oerlmans copere mette sijnen aen den oostenzijde, ende Cornelis Ariaen Cornelisse aen de westenzijde, streckende van des heeren straet noortwaerts totte duijcxhoeve waervan deen helft den vercopere bij versterff van sijnder voirst. huijsvrouwe wegen aengecomen is, ende dander helft bij coope van Adriaen Netten vercregen heeft soo men verclaerden. Ende heeft het hem opgedragen ende overgegeven met affgaen ende vertijen alsoo gerwoonlijck ende recht is. Gelovende die voirst. Jan Fransse Vrindt onder verbant van sijnen persoon ende goederen, present ende toecomende, dit opdragen ende overgeven den voirst. Jan Cornelisse altois vast ende van waerden te houden ende het voirst. goet van sijnen twegen te vrijen ende te waeren. Behoudelijck dat den voirst. copere jaerlijcks daer vuijt gelden ende betaelen sal een smael hoen ende twee peningen in des heeren van Loon grontchijns. Item drij vaten rogghe den h. geest tot Loon ende negen ende een halff kan der kusterijen aldaer. Testes Dingenman Janssen ende Cornelis Cornelisse Oerlmans den 2e november 1620. RAT. Loon op Zand. R 63 f 122r d..d. 2-11-1620. Jan Cornelis Oerlmans heeft geloift Jan Fransse Vrindt de penningen die sullen overschieten de wettige schulden betaelt sijnde, te voldoen ende te betaelen tot pincxteren ierstcomende. Daer voor verbijndende etc. ende stellende etc. Testes et actum ut supra. In marge: Jan Fransse Vrindt heeft bekent van dese geloifte voldaen te wesen den lesten november 1621. RAT. Loon op Zand. R 63 f 122r d..d. 2-11-1620. Dingenman Jan Joosten heeft het bovengeschreven goet dat Jan Cornelis Oerlmans van Jan Fransse Vrindt gecocht heeft vernaerdert ende heeft etc. Testes, Cornelis Cornelisse ende Jan Wouters. Actum ut supra. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 121v/122r] | ||
15-10-1623 | Pdf RAT. Loon op Zand. R 63 f 169v d.d. 15-10-1623. Jan Quirijn Geritsse ende Jan Wijnants hebben wettelijck ende erffelijck vercocht Jan Cornelis Oerlmans eenen moer ofte heijbodem gelegen binnen der heerlich. Venloon ter plaetse genoempt teijnden de Crustat, oostwaerts aen erffenisse Cornelis Ariaen Cornelisse suijdtwaerts, … westwaerts Gerit Cornelis Arijens ende noortwaerts aen erffenisse Peter Huijben kijnder. Ende hebben het hem opgedragen ende geloift te waeren voor eenen penning in des heeren grontchijns. Testes, Willem Jansse ende Dingenman Jansse. Actum den 15 october 1623. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f.169v] | ||
van 09-04-1631 tot 19-11-1631 | Pdf RAT. Loon op Zand. R 65 f 187v/188r d.d. 9-4-1631. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen Cornelis Diercxssen als man ende momboir van Lijsken zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Jan Cornelis voorst. ende Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheus henne momboirs, soe voor hen als voor Lenaerden ende Adriaentken onmondighe kinderen wijlen Jan Cornelis voorgenoempt, de voorst. momboirs in den naeme ende van wegen als voor, tot het gene hier naervolght, consent ende decret hebbende van schouteth ende schepenen van Venloon, als ons schepenen ondergeschr. gebleken is, de helft onbedeijlt van het groot woonhuijs eender stede lants gestaen ende gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de Vaerte aen den Ouden Draijer, beginnende het selve woonhuijs van de caemere aff mette helft onbedeijlt van den brouwhuijse ende verckenskoije daerbij staende. Midtsgaders de helft onbedeijlt van den noirdenzijde van de aenstede daeraenliggende oistwaert aen de stege aldaer, zuijtwaert ende westwaert Joost Peeterssen Swart ende noirtwaert aen sheerenvaert. Item de helft onbedeijlt in een parceel lants wesende het tweede loth in eenen acker genoempt den hoogen acker, beginnende vuijtten westen van de stege aff aen, de welcke aldaer is liggende, het selve geheel loth oistwaert aen erffenisse der erffgenaemen wijlen Jan Peter Jacops, zuijtwaert aen Adriaen Willemssen, westwaert ende noirtwaert aen de Vaerte. Item de helft onbedeijlt in een parcheel lants, wesende het 4e loth inden voorst. acker genoempt den hoogen acker, oistwaert aen de erffgenaemen Jan Wouter Claes, zuijtwaert aen Adriaen Willemssen, westwaert ende noirtwaert aen den vaerte voirst. Ende noch de helft onbedeijlt van de zuijdenzijde van eenen acker genoempt Geeridt Oirlemans acker gelegen aldaer aen de noirdenzijde van de vaerte waer aff de noirdenzijde desselffs acker is toebehoirende Adriaen Willemssen. Allen de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn als die den gelijcke kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans voorgenoempt te deele bevallen zijn soe men verclaerden, hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven Adriaen Willemssen voorgenoempt, met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is. Gelovende de voorst. transportanten ende de voorst. henne persoonen ende allen henne ende der voorst. onmondige kinderen goederen, hebbende ende vercrijgende dit opdraegen ende overgeven den voorst. Adriaen Willemssen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen, sonder eenich wederseggen ende hem de voorst. parcheelen van goederen te waeren als men erffne schuldich is te waeren. Midtsgaders allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijck, vuijtgenomen des dorps commer. Testes Dierck Raessen ende Adriaen Cornelis den 9e aprilis 1631. In marge: Adriaen Peter Willems ende Jan Adriaen Zuenen als momboiren bij den heere geordonneert van de drije onmondige kinderen wijlen Catharina Cornelis Oirlemans respective verweckt bij Ivo Gielissen ende Claes Janssen Haegen, geasssiteert metten schouteth van Besoijen als oppervoocht der selver onmondige kinderen, hebben geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen, om in den naeme ende van wegen der voorgen. onmondige kinderen metten rechte van naerderschappe te lossen ende te quijten dese erffgoederen, ende hebben in der qualiteijt als voor geloeft alles te doen des een naederman schuldich is te doen. Midtsgaders den coopere te indempneren van den geloefte bij hem ter causen van coop van dese erffgoederen gedaen. Testes, Dingeman Jansse ende Adriaen Cornelis den 19e november 1631. RAT. Loon op Zand. R 65 f 188r d.d. 9-4-1631. Adriaen Willemssen heeft geloeft schuldener principael ten behoeve van de kinderen ende erffgrnamen wijlen Jan Cornelis Oirlemans de somme van vijffhondert ende 75 ca. gld. goet gancbaer gelt te geven ende te betaelen in drije gelijcke termijnen, waer aff den iersten betaelt sal wordden gereet, den 2e over een jaer ende den 3e oft lesten den 9e aprilis 1633. Procederende de selve somme ter causen van coop van de voorst. parcheelen van erffgoederen, de welcke hij gelover beneffens zijne andere goederen is stellende tot hypotheecq ende waerborch. Testes et actum ut supra. RAT. Loon op Zand. R 65 f 188v d.d. 16-4-1631. De selve transportanten een vierde part hen onbedeelt toecomende in eenen stede lants mette timmeringe daerop staende ende erffenisse daeraenliggende ende toebehoirende gelegen binnen de heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de vaerte tegen over de Venis Straete, oistwaert aen sheerenstraete, zuijtwaert de erffgenaemen Lenaert Chielen, westwaert aen Burchtken dochtere Jan Lauwen ende noirtwaert aen Joost Peterssen Swart, soe men verclaerden, hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven Roeloff Jacopssen van Hedel met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is. Gelovende de voorst. tramsportanten ende de voorst. momboirs op verbintenisse respective van henne persoonen ende allen henne ende der voorst. onmondige kinderen goederen, hebbende ende vercrijgende etc. Midtsgaders allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijcken. Vuijtgenomen een vierde part in een derdendeel van vier vaten roggen sjaers aen den heijlige geest van Venloon met eenen staende ende lopende pacht. Noch een vierde part van des heeren chijns die int geheel vuijtte voorst. stede te vergelden staet ende daer toe des dorps commer. Testes Dierck Raessen ende Ghijsbert Claessen den 16e aprilis 1631. In marge: Adriaen Peter Willems ende Jan Adriaen Zuenen als momboiren van de drije onmondige kinderen wijlen Catharina Cornelis Oirlemans verweckt bij Jan Gielissen ende Claes Janssen haere respective geassisteert metten schouteth van Besoijen als oppervoocht, hebben geboden ende hebben geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen, die zij zeijden den voorst. kinderen hen eijgen te wesen, ome metten rechte van naerderschap te lossen het vierden part der stede alhier geruert. Ende hebben geloeft alles te doen des een naerderman is schuldich te doen, ende den coopere te indemneren van den geloefte bij hem ter causen van coop van het voorst. 4e part gedaen. Testes Dingeman Janssen ende Adriaen Cornelis den 19e novembris 1631. Toelichting: ------------ Dit lijkt te gaan om de goederen, verkregen uit de deling van Cornelis Cornelis de oude. Het gaat namelijk om het 1/4 part, en Cornelis had 4 kinderen, waaronder Jan. De kinderen van Jan willen hun deel verkopen aan Adriaen Willems. Dat gebeurt op 9 april 1631. Maar op 19 november 1631 maken de kinderen van zus Cathelijn de koop ongedaan, en kopen de goederen over met recht van naerderschap. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 187v/188v scan 205/208] |
20-07-1626 | Samenvatting: ---------------- 1e akte: Jan Peters in den Thuyn, namens Mattheeus Janse Berchmans, heeft voor de heemraden van Besoyen, een hooiland van 7 hond in Besoyen gelegen, overgedragen. Het geld is door Jan Cornelis Oirlemans (zijn schoonzoon) ontvangen. Dat is gedaan om te voorkomen, dat de jaarlijkse lasten op Mattheeus zouden blijven vallen. Zo staat nu voor de schepenen van Venloon, Willem Mattheus Jansen Berchmans, als voor de helft erfgenaam van de goederen van zijn vader, en heeft dit bevestigd ten behoeve van de kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans (de vader van Willem, en ook Jan Cornelis zijn overleden). Dit om de positie van Jan Willem Zuenen (de koper, verwacht ik) te versterken. 2e akte: Thonis Wouter Geeritssen met Adriaen, Willem, Schalcken en Peeter, zijn broers, hadden beloofd om aan Matheeus Janssen Berchmans jaarlijks te betalen een cijns van 12 gulden op 7 februari, de 1e keer in 1625. Dit voor een erfenis met timmering (ik denk: een huis met houten aan -of bijbouw), liggend op ’t Hoekske. 3e akte: Willem, zoon van wijlen Mattheeus Jansse Berchmans aan de ene kant, en Jan Willem Zuenen, als voogd van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans en Adriana Mattheus Janse Berchmans, aan de andere kant, hebben een deling gemaakt van een schepenbrief van 100 gulden, ten laste van Cornelis Jan Weerdts, en van de helft van een jaarlijkse rente van 12 gulden, op de goederen van de erfgenamen van Wouter Geeritsen, in ’t Hoekske gelegen. De schepenbrief en de helft van de rente zijn aanbestorven bij de dood van Mattheus Janssen Berchmans. De helft van de rente is voor Willem, en de kinderen vertegen (van vertijgen= afstand doen). Met het voorbehoud dat de helft van de rente tijdens het leven van zijn moeder, Jenneke Lenaert aen ’t Sant, bij haar in tocht zal blijven (zij daar nog recht op zal hebben). De schepenbrief komt in handen van de kinderen. Toelichtig: ----------- Na het overlijden van Matheeus Jansse Berchmans en Jan Cornelis Oirlemans is het blijkbaar nodig om een aantal zaken vast te leggen. Jan Cornelis Oirlemans is getrouwd met de Adriaentken, de zus van Willem. Dus eigenlijk gaat het over de rechten en de deling tussen Willem en zijn zus van de goederen van hun vader. Zoals het hooiland te Besoyen, dat verkocht is aan Jan Willem Zuenen. Zoals ook: de kinderen van Wouter Geeritsen verklaren dat aan Matheeus Jansse elk jaar betaald zou worden voor hun huis in ’t Hoekske. Als laatste akte is de verdeling van een schepenbrief en de helft van de opbrengst van het huis aan ’t Hoekske geregeld tussen de erfgenamen van Matheeus Jansse Berchmans. Hierbij is bepaald dat de weduwe dit recht tot haar dood zal bezitten. De weduwe is hier met name genoemd: Jenneke Lenaert aen ’t Sant. Transcryptie: --------------- RAT. Loon op Zand. R 64 f 64r d.d. 20-7-1626. Condt zije eenen iegelijcken. Alsoe Jan Peters in den Thuijn ten behoeffne van Matheeus Janssen Berchmans voor heemraeders der ambachtsheerlijcheijt Besoijen hadde opgedraegen ende overgegeven een stuck hoijlants seven hont off daer omtrent int geheel begrijpende, gelegen in de voorst. ambachtsheerlijcheijt, oistwaert de Heere van Tilborch, zuijtwaert Goijaert Claessen, westwaert Ghijsbrecht Hendrick Wouters alias Span, ende noirtwaert den schouwsloot. Sonder dat de voorst. Matheeus Janssen tot betaelinge van den selven hoijlande gelder off stuijver hadde gefimeert, maer wel ter contrarien waeren allen de cooppenningen geschoten ende getelt door handen van Jan Cornelis Oirlemans. Sijnde de voorst. opdrachte oft gifte ten behoeffne van den voorst. Matheeus Janssen bij kennisse van de voorst. Jan Cornelis alleen geschiedt om te verhueden zeeckere oncosten die jaerlijcx op den voorst. hoijlande gevallen ende geresen souden hebben, soe verre het selven ten behoeffne van den selven Jan getransporteert hadde geweest. Soe is gestaen voor schepenen ondergeschreven Willem sone Matheeus Janssen erffgenaem voor deene hellicht van den selven Matheeus, ende heeft op het voorst. stuck hoijlants tsaemen op allen schepenen letteren daer aff gewach doende, ende allen den rechten hem daer inne eenichsins competerende off naemaels alnoch te competeren ten behoeffne van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde. Gelovende sup se et bona etc. consitituerende ende machtich maeckende tot meerder vasticheijt van dijen Jannen Adriaen Zuenen, om de voorst. verthijenisse ede renunciatie voor den gerichte van Besoijen ende elders daer des van noode soude moegen wesen te vernijeuwen ende te erkennen ende alles daer inne te doen, des den stijl van de selven gerichten eijschen ende dicteren sal, ende hij constituant present ende voor oogen wesende selver soude cunnen off moegen doen, alwaer oijck soe etc. Testes, Dingeman Jansse ende Dierck Raessen den 20e julij 1626. RAT. Loon op Zand. R 64 f 64v d.d. 20-7-1626. Condt zij eenen iegelijcken. Alsoe Thonis sone Wouter Geeritssen met Adriaen, Willem, Schalcken ende Peeter zijne broeders, hadden geloeft te gheven ende te vergelden Matheeus Janssen Berchmans eenen jaerlijckse ende erffelijcke chijns van twelff gulden jaerlijcx hollants permissie gelt, alle jaer vrij van alle lasten ende schattingen op den 7e februari te betaelen, waer aff den 1e betaeldach verschijnen souden den 7e februarij 1625, vuijt ende van hender erffenisse metter timmeringe daer op staende, gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt Thoecxken (=’t Hoekske), oistwaerts end westwaerts de erffgenaemen van Thonis Geeritssen, zuijdtwaert des heeren straete, ende noirtwaert totte meeren. Ende noch vuijt eenen acker saijlants rontsomme in erffenisse van Geerit Thonis erffgenaemen. Sijnde de selve jaerlijcxe rente te los met 200 gulden hollants permisse gelt, gelijck dat in schepenen letteren van Venloon daer op gemaeckt breeder begreepen staet in date den 7e februarij 1624. Ende waer oijck de voorst. Matheeus Jansse int constitueren als zijnde de resterende hondert gulden geschoten bij Willem Matheeus Janssen, die oversulcx sustineerde de eene rechte te competeren, alles nijettegenstaende den constitutiebrieff ten sijne behoeffne nijet ende was luijdende: Soe is gestaen voor schepenen ondergeschr. Jan Adriaen Zuenen als wettich momboir van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans bij den selven wijlen Jan ende Adriana zijne huijsvr. dochtere Matheeus Jansse voorst. tesamen verweckt als erffgenaemen voor de eene hellicht van de selven Matheeus, int bijwesen van Goijaert Geeritssen van Duppen, stadthouder der voorst. heerlicheijt. Ende heeft in den naem van de selven onmondige kinderen hem ierst ende vooral op alles aengaende de gelegentheijt der saecke wel geinformeert hebben ten behoeffne van den voorst. Willem Matheeus Janssen wettelijcke ende erffelijck vertegen ende gerenuncieert op deene hellicht der voorst. jaerlijcxse rente van twelff gulden, tsaemen op alle schepenen letteren daer aff gewach doende, ende allen den rechten den voorst. onmondige aengaende de voorst. hellicht daer inne eenichsins competerende. Gelovende de voorst. Jan Adriaens op verbintenissen van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen, hebbende ende vercrijgende, dit verthijen ende renuncieren den voorst. Willemen altijt vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich wederseggen. Testes et actum ut supra. RAT. Loon op Zand. R 64 f 65r d.d. 20-7-1626. Willem sone wijlen Matheeus Janssen Berchmans ter eenre ende Jan Adriaen Zuenen als wettige momboir van de onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans bij den selven wijlen Jan ende Adriana zijne huijsvr. dochtere wijlen Matheeus voorst. tsaemen verweckt int bijwesen van den stadthouder van Venloon ter andere zijden, hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffdeijlinge ende erffscheijdige van eene schepenen geloefte van hondert ka. gld. eens ten laste der goederen van Cornelis Willem Weerdts, ende van de hellicht in eene jaerlijcxse rente van twelff gulden op de goeden der erffgenaemen van wijlen Wouter Geeritssen tot Venloon int Hoecxken. Welcke schepenen geloefte ende hellicht der rente den voorst. Willem Matheeus Janssen ende den voorst. onmondige kinderen bij ende overmidts der doot van Matheeus voorst. aenbestorven zijn soo men verclaerden. Overmidts welcker erffdelinge ende erffscheijdinge soe is Willem Matheeus voorst. te deele bevallen ende erffelijck aengecomen de voorst. hellicht in de voorst. rente van twelff gulden jaerlijcx. Op welcke hellicht der voorst. rente tsaemen op allen schepenen letteren daer aff gewach doende ten behoeffne van den voorst. Willem Matheeus heeft de voorst. Jan Adriaen Zuenen in der qualiteijt bovengeschreven wettelijck ende erffelijck vertegen helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde. Behoudelijck dat Jenneke dochtere Lenaert aen t Sant weduwe wijlen Matheeus Janssen aen de selve hellicht haeren leven lanck sal hebben recht van tochte. Met conditie ut infra. Overmidts etc. Soe is den voorst. onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans te deele bevallen ende erffelijck aengecomen de voorst. schepenen geloefte van hondert gulden eens. Op welcke schepenen geloefte ende allen schepenen letteren daer aff gewach doende ten behoeffne van de voorst. onmondige kinderen, heeft de voorst. Willem Matheeus wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde. Behoudelijck etc. ut supra. Met conditien ut infra. Met conditien hier inne toegedaen, dat sij deijlderen malcanderen de voorst. schepenen geloefte, ende de hellicht in de voorst. jaerlijcxse rente van twelff gulden sullen waeren, als men schepenen geloefte ende erffchijns nae lantrecht schuldich is te waeren. Gelovende de voorst. Willem Matheeus sup se et bona etc. dese erffdeijlinge ende erffscheijdinge, dit verthijen ende conditien boven verhaelt malcanderen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen, sonder eenich wederseggen. Allet sonder argelist. Testes et actum ut supra. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 64 f. 64r-64v-65r] | ||
19-02-1630 | Samenvatting: ---------------- Willem Mateussen en Jan Jansse Oerlemans, ook namens zijn broer en zussen, verdelen een weiland aan de Cromme Dijk te Besoyen, 8 hond groot. Het weiland is gekomen van Mateus Jan Teuwen. Toelichting: ------------- Jan en zijn broer en zussen zijn kinderen van Jan Cornelis Oerlemans en Ariaentken Mateus zaliger. Willem is een broer van Ariaentken. Zij zijn de 2 kinderen van Mateus Jan Teuwen. Dus eigenlijk is het een deling tussen deze 2 kinderen. Lenart Janssen heeft een afschrift gevraagd, staat bovenaan. Lenart is de bedoelde broer van Jan. De Winterdijk bestaat nog steeds, en loopt nu van Capelle tot de rotonde bij Besoyen (tegenwoordig behorend tot Waalwijk). Op de kadasterkaart van 1832 is de naam Winterdijk verder doorlopend, en zien we ook de Oude Straat. Besoijen was toen een zelfstandige plaats. Transcryptie: ------------------------- Scheijdinghe ende delinge tussen Willem Mateussen ter eenre, ende de weeskinderen van Jan Cornelis Oerlemans mette voochden van dien, ten overstaen van de ge..hten ter andere zijden. Compareerde voor ons Schout ende hemraders (heemraden) der Ambachts van Besoyen, ondergeschreven, Willem Matheussen ter eenre, ende Jan Jansse Oerlemans voor hem selven, vervangende zijn ander broeder en susters ter andere zijden, als mede ten overstaen van Jan Ariaensse Seunen, als momboir ofte toesiender, ende de Schout als oppervoocht van de wesen, ten overstaen van Jan Dyrcxsse ende Aert Schalcken, hemraders van Besoyen, voonoemt, als daer toe geroepen ende gebeden, ende hebben metten anderen geloot, gescheijden ende gearfdeelt, seecker stuck weijlants, gelegen in Besoyen aen de Crommendijck, groot omtrent 8 hond (8x0,14 ha=1,12 ha) lants, gecomen ende hen samen aengecomen van Mateus Jan Teuwen zone. daer oost naest gearstlaet Wouter Peter Willems, west Cartroysen landen, streckende van t hoochste van de Winterdijck ter Ouder straten toe, soo als hier naer volcht als te weeten soo zijn de voorsegde kinderen ende erfgenamen van Jan Cornelis Oerlemans, verweckt bij Ariaentken Mateusse zaliger, bij accort in plaets van blinde lotinge, gevallen, geloot ende gearfdeelt, op te gerechte helft van t voorsegde lant, te meeten van de hooftsloot, onder de voet de dijck af totte gerechte helft toe, en sullen de voorsegde kinderen aen contant gelt van Willem Mateussen daertoe genieten ende alrede ontfangen op sesch hont lants toe. Also verstaen wort het achterste block, soo vele beterte te wesen, de somme van twintich carolus gulden ..onteren over vier hont minder oft meerder de somme van twintich gulden, ende sullen tot haren last nemen de schouwen van t voorsegde loth, te weten, van de straet vrede, ende van des Heerenstraet, sondermeer. Ende Willem Mateusse voornoemt is geloot ende gearfdeelt, ende sal als vorens op elck hont lants toegeven voor de beterschap twintich guldens, die alrede sijn betalet, ende sal tot voorsegd lant maecken de schouwen van de Ouden Straet sloot, ende van de Schepensloot sondermeer, ende sal oock sijn selven en wel beseijnden, midts dat partijen tot samen costen sullen den Scheijsloot oft Dwarssloot in t midden van elcx erve halft .... doch graven ende t hecken metten ..sten op ten dam setten, ende sal dan voort bij Willem Teuwen oft zijn nacomelingen altijts onderhouden worden, midtsgaders sullen .... .. tijen tot haere samen costen, op den dijck oock meacken een gelint met posten ende scheijden, ende het dijckstal bepoten met willigen naer behoeven, ende naer den tijt datter de schouwe overcam, ende daer naer dan bij de voorsegde kinderen ende erfgenamen van Jan Cornelis Oerlemans eeuwelijck onderhouden te worden, ende vertegen ver..tijen hierop eene loth naer den ouden gercomen (?) ende lant recht met hant halen ende met mont soo recht was met alle tegen wegen ende andere gebueren rechten, met recht tot eene lot oft lant behoren naer den .... hercomen, alle t sonder froude in oirconden, dese bij de selve ondertekent op ten 19e february 1630. Jan Dircxssen Aert Schalcken A. van Andel Bovenaan in de marge: extract voor Lenaert Janssen Onderaan in de marge: rest t recht van de brief van de verlichtingen en is ingericht |
[bron: Besoyen - Dorpsbestuur inv. 655 bl. 174r scan 178] |
van 09-04-1631 tot 19-11-1631 | Pdf RAT. Loon op Zand. R 65 f 187v/188r d.d. 9-4-1631. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen Cornelis Diercxssen als man ende momboir van Lijsken zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Jan Cornelis voorst. ende Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheus henne momboirs, soe voor hen als voor Lenaerden ende Adriaentken onmondighe kinderen wijlen Jan Cornelis voorgenoempt, de voorst. momboirs in den naeme ende van wegen als voor, tot het gene hier naervolght, consent ende decret hebbende van schouteth ende schepenen van Venloon, als ons schepenen ondergeschr. gebleken is, de helft onbedeijlt van het groot woonhuijs eender stede lants gestaen ende gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de Vaerte aen den Ouden Draijer, beginnende het selve woonhuijs van de caemere aff mette helft onbedeijlt van den brouwhuijse ende verckenskoije daerbij staende. Midtsgaders de helft onbedeijlt van den noirdenzijde van de aenstede daeraenliggende oistwaert aen de stege aldaer, zuijtwaert ende westwaert Joost Peeterssen Swart ende noirtwaert aen sheerenvaert. Item de helft onbedeijlt in een parceel lants wesende het tweede loth in eenen acker genoempt den hoogen acker, beginnende vuijtten westen van de stege aff aen, de welcke aldaer is liggende, het selve geheel loth oistwaert aen erffenisse der erffgenaemen wijlen Jan Peter Jacops, zuijtwaert aen Adriaen Willemssen, westwaert ende noirtwaert aen de Vaerte. Item de helft onbedeijlt in een parcheel lants, wesende het 4e loth inden voorst. acker genoempt den hoogen acker, oistwaert aen de erffgenaemen Jan Wouter Claes, zuijtwaert aen Adriaen Willemssen, westwaert ende noirtwaert aen den vaerte voirst. Ende noch de helft onbedeijlt van de zuijdenzijde van eenen acker genoempt Geeridt Oirlemans acker gelegen aldaer aen de noirdenzijde van de vaerte waer aff de noirdenzijde desselffs acker is toebehoirende Adriaen Willemssen. Allen de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn als die den gelijcke kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans voorgenoempt te deele bevallen zijn soe men verclaerden, hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven Adriaen Willemssen voorgenoempt, met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is. Gelovende de voorst. transportanten ende de voorst. henne persoonen ende allen henne ende der voorst. onmondige kinderen goederen, hebbende ende vercrijgende dit opdraegen ende overgeven den voorst. Adriaen Willemssen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen, sonder eenich wederseggen ende hem de voorst. parcheelen van goederen te waeren als men erffne schuldich is te waeren. Midtsgaders allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijck, vuijtgenomen des dorps commer. Testes Dierck Raessen ende Adriaen Cornelis den 9e aprilis 1631. In marge: Adriaen Peter Willems ende Jan Adriaen Zuenen als momboiren bij den heere geordonneert van de drije onmondige kinderen wijlen Catharina Cornelis Oirlemans respective verweckt bij Ivo Gielissen ende Claes Janssen Haegen, geasssiteert metten schouteth van Besoijen als oppervoocht der selver onmondige kinderen, hebben geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen, om in den naeme ende van wegen der voorgen. onmondige kinderen metten rechte van naerderschappe te lossen ende te quijten dese erffgoederen, ende hebben in der qualiteijt als voor geloeft alles te doen des een naederman schuldich is te doen. Midtsgaders den coopere te indempneren van den geloefte bij hem ter causen van coop van dese erffgoederen gedaen. Testes, Dingeman Jansse ende Adriaen Cornelis den 19e november 1631. RAT. Loon op Zand. R 65 f 188r d.d. 9-4-1631. Adriaen Willemssen heeft geloeft schuldener principael ten behoeve van de kinderen ende erffgrnamen wijlen Jan Cornelis Oirlemans de somme van vijffhondert ende 75 ca. gld. goet gancbaer gelt te geven ende te betaelen in drije gelijcke termijnen, waer aff den iersten betaelt sal wordden gereet, den 2e over een jaer ende den 3e oft lesten den 9e aprilis 1633. Procederende de selve somme ter causen van coop van de voorst. parcheelen van erffgoederen, de welcke hij gelover beneffens zijne andere goederen is stellende tot hypotheecq ende waerborch. Testes et actum ut supra. RAT. Loon op Zand. R 65 f 188v d.d. 16-4-1631. De selve transportanten een vierde part hen onbedeelt toecomende in eenen stede lants mette timmeringe daerop staende ende erffenisse daeraenliggende ende toebehoirende gelegen binnen de heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de vaerte tegen over de Venis Straete, oistwaert aen sheerenstraete, zuijtwaert de erffgenaemen Lenaert Chielen, westwaert aen Burchtken dochtere Jan Lauwen ende noirtwaert aen Joost Peterssen Swart, soe men verclaerden, hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven Roeloff Jacopssen van Hedel met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is. Gelovende de voorst. tramsportanten ende de voorst. momboirs op verbintenisse respective van henne persoonen ende allen henne ende der voorst. onmondige kinderen goederen, hebbende ende vercrijgende etc. Midtsgaders allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijcken. Vuijtgenomen een vierde part in een derdendeel van vier vaten roggen sjaers aen den heijlige geest van Venloon met eenen staende ende lopende pacht. Noch een vierde part van des heeren chijns die int geheel vuijtte voorst. stede te vergelden staet ende daer toe des dorps commer. Testes Dierck Raessen ende Ghijsbert Claessen den 16e aprilis 1631. In marge: Adriaen Peter Willems ende Jan Adriaen Zuenen als momboiren van de drije onmondige kinderen wijlen Catharina Cornelis Oirlemans verweckt bij Jan Gielissen ende Claes Janssen haere respective geassisteert metten schouteth van Besoijen als oppervoocht, hebben geboden ende hebben geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen, die zij zeijden den voorst. kinderen hen eijgen te wesen, ome metten rechte van naerderschap te lossen het vierden part der stede alhier geruert. Ende hebben geloeft alles te doen des een naerderman is schuldich te doen, ende den coopere te indemneren van den geloefte bij hem ter causen van coop van het voorst. 4e part gedaen. Testes Dingeman Janssen ende Adriaen Cornelis den 19e novembris 1631. Toelichting: ------------ Dit lijkt te gaan om de goederen, verkregen uit de deling van Cornelis Cornelis de oude. Het gaat namelijk om het 1/4 part, en Cornelis had 4 kinderen, waaronder Jan. De kinderen van Jan willen hun deel verkopen aan Adriaen Willems. Dat gebeurt op 9 april 1631. Maar op 19 november 1631 maken de kinderen van zus Cathelijn de koop ongedaan, en kopen de goederen over met recht van naerderschap. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 187v/188v scan 205/208] |
20-07-1626 | Samenvatting: ---------------- 1e akte: Jan Peters in den Thuyn, namens Mattheeus Janse Berchmans, heeft voor de heemraden van Besoyen, een hooiland van 7 hond in Besoyen gelegen, overgedragen. Het geld is door Jan Cornelis Oirlemans (zijn schoonzoon) ontvangen. Dat is gedaan om te voorkomen, dat de jaarlijkse lasten op Mattheeus zouden blijven vallen. Zo staat nu voor de schepenen van Venloon, Willem Mattheus Jansen Berchmans, als voor de helft erfgenaam van de goederen van zijn vader, en heeft dit bevestigd ten behoeve van de kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans (de vader van Willem, en ook Jan Cornelis zijn overleden). Dit om de positie van Jan Willem Zuenen (de koper, verwacht ik) te versterken. 2e akte: Thonis Wouter Geeritssen met Adriaen, Willem, Schalcken en Peeter, zijn broers, hadden beloofd om aan Matheeus Janssen Berchmans jaarlijks te betalen een cijns van 12 gulden op 7 februari, de 1e keer in 1625. Dit voor een erfenis met timmering (ik denk: een huis met houten aan -of bijbouw), liggend op ’t Hoekske. 3e akte: Willem, zoon van wijlen Mattheeus Jansse Berchmans aan de ene kant, en Jan Willem Zuenen, als voogd van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans en Adriana Mattheus Janse Berchmans, aan de andere kant, hebben een deling gemaakt van een schepenbrief van 100 gulden, ten laste van Cornelis Jan Weerdts, en van de helft van een jaarlijkse rente van 12 gulden, op de goederen van de erfgenamen van Wouter Geeritsen, in ’t Hoekske gelegen. De schepenbrief en de helft van de rente zijn aanbestorven bij de dood van Mattheus Janssen Berchmans. De helft van de rente is voor Willem, en de kinderen vertegen (van vertijgen= afstand doen). Met het voorbehoud dat de helft van de rente tijdens het leven van zijn moeder, Jenneke Lenaert aen ’t Sant, bij haar in tocht zal blijven (zij daar nog recht op zal hebben). De schepenbrief komt in handen van de kinderen. Toelichtig: ----------- Na het overlijden van Matheeus Jansse Berchmans en Jan Cornelis Oirlemans is het blijkbaar nodig om een aantal zaken vast te leggen. Jan Cornelis Oirlemans is getrouwd met de Adriaentken, de zus van Willem. Dus eigenlijk gaat het over de rechten en de deling tussen Willem en zijn zus van de goederen van hun vader. Zoals het hooiland te Besoyen, dat verkocht is aan Jan Willem Zuenen. Zoals ook: de kinderen van Wouter Geeritsen verklaren dat aan Matheeus Jansse elk jaar betaald zou worden voor hun huis in ’t Hoekske. Als laatste akte is de verdeling van een schepenbrief en de helft van de opbrengst van het huis aan ’t Hoekske geregeld tussen de erfgenamen van Matheeus Jansse Berchmans. Hierbij is bepaald dat de weduwe dit recht tot haar dood zal bezitten. De weduwe is hier met name genoemd: Jenneke Lenaert aen ’t Sant. Transcryptie: --------------- RAT. Loon op Zand. R 64 f 64r d.d. 20-7-1626. Condt zije eenen iegelijcken. Alsoe Jan Peters in den Thuijn ten behoeffne van Matheeus Janssen Berchmans voor heemraeders der ambachtsheerlijcheijt Besoijen hadde opgedraegen ende overgegeven een stuck hoijlants seven hont off daer omtrent int geheel begrijpende, gelegen in de voorst. ambachtsheerlijcheijt, oistwaert de Heere van Tilborch, zuijtwaert Goijaert Claessen, westwaert Ghijsbrecht Hendrick Wouters alias Span, ende noirtwaert den schouwsloot. Sonder dat de voorst. Matheeus Janssen tot betaelinge van den selven hoijlande gelder off stuijver hadde gefimeert, maer wel ter contrarien waeren allen de cooppenningen geschoten ende getelt door handen van Jan Cornelis Oirlemans. Sijnde de voorst. opdrachte oft gifte ten behoeffne van den voorst. Matheeus Janssen bij kennisse van de voorst. Jan Cornelis alleen geschiedt om te verhueden zeeckere oncosten die jaerlijcx op den voorst. hoijlande gevallen ende geresen souden hebben, soe verre het selven ten behoeffne van den selven Jan getransporteert hadde geweest. Soe is gestaen voor schepenen ondergeschreven Willem sone Matheeus Janssen erffgenaem voor deene hellicht van den selven Matheeus, ende heeft op het voorst. stuck hoijlants tsaemen op allen schepenen letteren daer aff gewach doende, ende allen den rechten hem daer inne eenichsins competerende off naemaels alnoch te competeren ten behoeffne van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde. Gelovende sup se et bona etc. consitituerende ende machtich maeckende tot meerder vasticheijt van dijen Jannen Adriaen Zuenen, om de voorst. verthijenisse ede renunciatie voor den gerichte van Besoijen ende elders daer des van noode soude moegen wesen te vernijeuwen ende te erkennen ende alles daer inne te doen, des den stijl van de selven gerichten eijschen ende dicteren sal, ende hij constituant present ende voor oogen wesende selver soude cunnen off moegen doen, alwaer oijck soe etc. Testes, Dingeman Jansse ende Dierck Raessen den 20e julij 1626. RAT. Loon op Zand. R 64 f 64v d.d. 20-7-1626. Condt zij eenen iegelijcken. Alsoe Thonis sone Wouter Geeritssen met Adriaen, Willem, Schalcken ende Peeter zijne broeders, hadden geloeft te gheven ende te vergelden Matheeus Janssen Berchmans eenen jaerlijckse ende erffelijcke chijns van twelff gulden jaerlijcx hollants permissie gelt, alle jaer vrij van alle lasten ende schattingen op den 7e februari te betaelen, waer aff den 1e betaeldach verschijnen souden den 7e februarij 1625, vuijt ende van hender erffenisse metter timmeringe daer op staende, gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt Thoecxken (=’t Hoekske), oistwaerts end westwaerts de erffgenaemen van Thonis Geeritssen, zuijdtwaert des heeren straete, ende noirtwaert totte meeren. Ende noch vuijt eenen acker saijlants rontsomme in erffenisse van Geerit Thonis erffgenaemen. Sijnde de selve jaerlijcxe rente te los met 200 gulden hollants permisse gelt, gelijck dat in schepenen letteren van Venloon daer op gemaeckt breeder begreepen staet in date den 7e februarij 1624. Ende waer oijck de voorst. Matheeus Jansse int constitueren als zijnde de resterende hondert gulden geschoten bij Willem Matheeus Janssen, die oversulcx sustineerde de eene rechte te competeren, alles nijettegenstaende den constitutiebrieff ten sijne behoeffne nijet ende was luijdende: Soe is gestaen voor schepenen ondergeschr. Jan Adriaen Zuenen als wettich momboir van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans bij den selven wijlen Jan ende Adriana zijne huijsvr. dochtere Matheeus Jansse voorst. tesamen verweckt als erffgenaemen voor de eene hellicht van de selven Matheeus, int bijwesen van Goijaert Geeritssen van Duppen, stadthouder der voorst. heerlicheijt. Ende heeft in den naem van de selven onmondige kinderen hem ierst ende vooral op alles aengaende de gelegentheijt der saecke wel geinformeert hebben ten behoeffne van den voorst. Willem Matheeus Janssen wettelijcke ende erffelijck vertegen ende gerenuncieert op deene hellicht der voorst. jaerlijcxse rente van twelff gulden, tsaemen op alle schepenen letteren daer aff gewach doende, ende allen den rechten den voorst. onmondige aengaende de voorst. hellicht daer inne eenichsins competerende. Gelovende de voorst. Jan Adriaens op verbintenissen van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen, hebbende ende vercrijgende, dit verthijen ende renuncieren den voorst. Willemen altijt vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich wederseggen. Testes et actum ut supra. RAT. Loon op Zand. R 64 f 65r d.d. 20-7-1626. Willem sone wijlen Matheeus Janssen Berchmans ter eenre ende Jan Adriaen Zuenen als wettige momboir van de onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans bij den selven wijlen Jan ende Adriana zijne huijsvr. dochtere wijlen Matheeus voorst. tsaemen verweckt int bijwesen van den stadthouder van Venloon ter andere zijden, hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffdeijlinge ende erffscheijdige van eene schepenen geloefte van hondert ka. gld. eens ten laste der goederen van Cornelis Willem Weerdts, ende van de hellicht in eene jaerlijcxse rente van twelff gulden op de goeden der erffgenaemen van wijlen Wouter Geeritssen tot Venloon int Hoecxken. Welcke schepenen geloefte ende hellicht der rente den voorst. Willem Matheeus Janssen ende den voorst. onmondige kinderen bij ende overmidts der doot van Matheeus voorst. aenbestorven zijn soo men verclaerden. Overmidts welcker erffdelinge ende erffscheijdinge soe is Willem Matheeus voorst. te deele bevallen ende erffelijck aengecomen de voorst. hellicht in de voorst. rente van twelff gulden jaerlijcx. Op welcke hellicht der voorst. rente tsaemen op allen schepenen letteren daer aff gewach doende ten behoeffne van den voorst. Willem Matheeus heeft de voorst. Jan Adriaen Zuenen in der qualiteijt bovengeschreven wettelijck ende erffelijck vertegen helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde. Behoudelijck dat Jenneke dochtere Lenaert aen t Sant weduwe wijlen Matheeus Janssen aen de selve hellicht haeren leven lanck sal hebben recht van tochte. Met conditie ut infra. Overmidts etc. Soe is den voorst. onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans te deele bevallen ende erffelijck aengecomen de voorst. schepenen geloefte van hondert gulden eens. Op welcke schepenen geloefte ende allen schepenen letteren daer aff gewach doende ten behoeffne van de voorst. onmondige kinderen, heeft de voorst. Willem Matheeus wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde. Behoudelijck etc. ut supra. Met conditien ut infra. Met conditien hier inne toegedaen, dat sij deijlderen malcanderen de voorst. schepenen geloefte, ende de hellicht in de voorst. jaerlijcxse rente van twelff gulden sullen waeren, als men schepenen geloefte ende erffchijns nae lantrecht schuldich is te waeren. Gelovende de voorst. Willem Matheeus sup se et bona etc. dese erffdeijlinge ende erffscheijdinge, dit verthijen ende conditien boven verhaelt malcanderen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen, sonder eenich wederseggen. Allet sonder argelist. Testes et actum ut supra. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 64 f. 64r-64v-65r] | ||
19-02-1630 | Samenvatting: ---------------- Willem Mateussen en Jan Jansse Oerlemans, ook namens zijn broer en zussen, verdelen een weiland aan de Cromme Dijk te Besoyen, 8 hond groot. Het weiland is gekomen van Mateus Jan Teuwen. Toelichting: ------------- Jan en zijn broer en zussen zijn kinderen van Jan Cornelis Oerlemans en Ariaentken Mateus zaliger. Willem is een broer van Ariaentken. Zij zijn de 2 kinderen van Mateus Jan Teuwen. Dus eigenlijk is het een deling tussen deze 2 kinderen. Lenart Janssen heeft een afschrift gevraagd, staat bovenaan. Lenart is de bedoelde broer van Jan. De Winterdijk bestaat nog steeds, en loopt nu van Capelle tot de rotonde bij Besoyen (tegenwoordig behorend tot Waalwijk). Op de kadasterkaart van 1832 is de naam Winterdijk verder doorlopend, en zien we ook de Oude Straat. Besoijen was toen een zelfstandige plaats. Transcryptie: ------------------------- Scheijdinghe ende delinge tussen Willem Mateussen ter eenre, ende de weeskinderen van Jan Cornelis Oerlemans mette voochden van dien, ten overstaen van de ge..hten ter andere zijden. Compareerde voor ons Schout ende hemraders (heemraden) der Ambachts van Besoyen, ondergeschreven, Willem Matheussen ter eenre, ende Jan Jansse Oerlemans voor hem selven, vervangende zijn ander broeder en susters ter andere zijden, als mede ten overstaen van Jan Ariaensse Seunen, als momboir ofte toesiender, ende de Schout als oppervoocht van de wesen, ten overstaen van Jan Dyrcxsse ende Aert Schalcken, hemraders van Besoyen, voonoemt, als daer toe geroepen ende gebeden, ende hebben metten anderen geloot, gescheijden ende gearfdeelt, seecker stuck weijlants, gelegen in Besoyen aen de Crommendijck, groot omtrent 8 hond (8x0,14 ha=1,12 ha) lants, gecomen ende hen samen aengecomen van Mateus Jan Teuwen zone. daer oost naest gearstlaet Wouter Peter Willems, west Cartroysen landen, streckende van t hoochste van de Winterdijck ter Ouder straten toe, soo als hier naer volcht als te weeten soo zijn de voorsegde kinderen ende erfgenamen van Jan Cornelis Oerlemans, verweckt bij Ariaentken Mateusse zaliger, bij accort in plaets van blinde lotinge, gevallen, geloot ende gearfdeelt, op te gerechte helft van t voorsegde lant, te meeten van de hooftsloot, onder de voet de dijck af totte gerechte helft toe, en sullen de voorsegde kinderen aen contant gelt van Willem Mateussen daertoe genieten ende alrede ontfangen op sesch hont lants toe. Also verstaen wort het achterste block, soo vele beterte te wesen, de somme van twintich carolus gulden ..onteren over vier hont minder oft meerder de somme van twintich gulden, ende sullen tot haren last nemen de schouwen van t voorsegde loth, te weten, van de straet vrede, ende van des Heerenstraet, sondermeer. Ende Willem Mateusse voornoemt is geloot ende gearfdeelt, ende sal als vorens op elck hont lants toegeven voor de beterschap twintich guldens, die alrede sijn betalet, ende sal tot voorsegd lant maecken de schouwen van de Ouden Straet sloot, ende van de Schepensloot sondermeer, ende sal oock sijn selven en wel beseijnden, midts dat partijen tot samen costen sullen den Scheijsloot oft Dwarssloot in t midden van elcx erve halft .... doch graven ende t hecken metten ..sten op ten dam setten, ende sal dan voort bij Willem Teuwen oft zijn nacomelingen altijts onderhouden worden, midtsgaders sullen .... .. tijen tot haere samen costen, op den dijck oock meacken een gelint met posten ende scheijden, ende het dijckstal bepoten met willigen naer behoeven, ende naer den tijt datter de schouwe overcam, ende daer naer dan bij de voorsegde kinderen ende erfgenamen van Jan Cornelis Oerlemans eeuwelijck onderhouden te worden, ende vertegen ver..tijen hierop eene loth naer den ouden gercomen (?) ende lant recht met hant halen ende met mont soo recht was met alle tegen wegen ende andere gebueren rechten, met recht tot eene lot oft lant behoren naer den .... hercomen, alle t sonder froude in oirconden, dese bij de selve ondertekent op ten 19e february 1630. Jan Dircxssen Aert Schalcken A. van Andel Bovenaan in de marge: extract voor Lenaert Janssen Onderaan in de marge: rest t recht van de brief van de verlichtingen en is ingericht |
[bron: Besoyen - Dorpsbestuur inv. 655 bl. 174r scan 178] | ||
van 27-02-1631 tot 28-02-1631 | Samenvatting: ---------------- Op 27 februari 1631 delen de kinderen de goederen, nagelaten door hun vader Jan Cornelis Oirlemans. Jan en Lijsken krijgen door loting: * het brouwhuis, schop en grond, De Oude Stede genaamd, op t Craenven, 12 lopensaat (2,3 ha.), gelegen tussen ’s Heerenstraat en Duiksche Hoeve * de Langen akker aldaar, 2 lp (0,4 ha.) * 1 perceeltje land aldaar, 1 lp * een klein hofje aldaar, 23 roei (300m2, 30mx10m) * het hofje voor de stede * lotje land aan de Vonder * hooiland 8 hond in t Ambacht van Besoyen over de winterdijk (1,1 ha.) * hooiland 5 hond in t Ambacht van Besoyen over de Oude Straat, ongedeeld met Andries Peters en Jan Adrdiaen Diercxssen de Bie * hooiland 8 hond in t Ambacht van Capelle in de Zuidewijn, ongedeeld met Adriaen Diercxssen de Bie * ze betalen aan Lenaert en Adriaentken op vastenavond 1632 voor vergelijking 125 gulden Lenaert en Adriaentken krijgen door het lot: * een stede met timmeringe en akker, genaamd jan Vrients stede, in t Craenven * akker 1 1/2 lp, westwaarts Heerenstraat en Duiksche Hoeve * akker 1 1/2 lp, gespleten van de Oude stede * akker 4 lp * akker 1 1/2 lp * hooiland 8 hond in Besoyen over de Schouwsloot * hooiland 4 hond in Besoyen aan de Crommendijk * hooiland 3 hond tot Capelle over de Oude straat, ongedeeld met Adriaen Diercxssen de Bie, jacop Hendricx en anderen * hooiland 7 hond in ’Ambacht van Capelle in de Zuidenweg, ongedeeld met Mel Aertssen en anderen Op 28 februari 1632 verdelen Jan en Lijsken hun deel: Jan: * de Oude stede en alle hei en percelen op t Craenven * hij betaalt 250 gulden aan Lijsken * hij ontvangt de huur van 1 jaar op de stede (het lijkt erop, dat Lijsken en haar man daar wonen) Lijsken: * alle percelen hooiland tot Capelle en Besoyen Toelichting: ------------- Hier is een zus van Jan en Lenaert genoemd, namelijk Adriaentken. Die kende ik nog niet. In de akte van 22 januari 1626 staat: ... momboir van de 5 onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans. Die kinderen zijn niet met name genoemd. Daar kende ik er 3 van met hun naam: Jan, Lijsbeth en Lenaert, en nu dus ook Adriaentken. Misschien komt hun 5e kind ook nog ergens naar boven. Pdf RAT. Loon op Zand. R 65 f 169v/171r d.d. 27-2-1631. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ter eenre, Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen als man ende momboir van Lijsken zijnen huijsvrouwe dochtere des voorst. wijlen Jan Cornelis ter tweeder, ende Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheussen als wettige momboiren bij den heere geordonneert van Lenaerden ende Adriaentken onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans voorgenoempt ter derder ende vierder zijden, hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinge van den goederen naebeschreven, hen ende den voorst. onmondige kinderen bij ende overmidts der doot ende afflijicheijt van henne ouders ende anderssins erffelijck aengecomen zijnde soe men verclaerden. Overmidts welcker erffscheijdinge ende erffdeijlinge, soe is den voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen in der qualiteijt bovengeschreven bij blinde lothe bij den schouteth van Venloon van sheeren wegen geleght, tsaemen te deele bevallen brouwhuijs, schop ende grondt ende erffenisse daeraenliggende genoempt d’oude stede, twelff lopensaet ende 8 1/2 roeijen lants int geheel begrijpende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven tusschen den waterlaet ende erffenisse Jan Hendricx Verduijn aen de eene zijde oistwaerts ende tusschen erffenisse de weduwe Denis Janssen Loijen ende meer andere aen dandere zijde westwaerts, streckende van sheerenstraete totte Duijcxe hoeve. Noch eenen acker lants genoempt den Langen acker, gelegen aldaer tusschen erffenisse Jan Hendricx Verduijn voorgen. aen d’eene zijde oistwaerts ende tusschen den voorst. waterlaet aen dandere zijde westwaert, streckende van sheerenstraete tot aen erffenisse des voorst. Jan Verduijns noirtwaerts. Noch een stucxken lants twee loopensaeten ende 13 roeijen int geheel begrijpende gelegen aldaer aen de zuijdezijde van sheerenstraete, oistwaert, zuijtwaert ende westwaert aen erffenisse Corstiaen sone wijlen Jan Joosten Borsten ende noirtwaert aen sheerenstraete. Noch een parceeltken lants geschickt op een loopensaet, gelegen aldaer op het hooch, oistwaert, westwaert ende noirtwaert aen erffenisse des voorst. Corstiaens ende zuijtwaert aen erffenisse Cornelis Willemssen de Pruijser. Noch een cleijn hoffken groot omtrent 23 roeijen, gelegen aldaer aen den zuijde zijde van den voorst. sheerenstraete, oistwaert aen erffrenisse des voorst. Corstiaens, zuijtwaert aen erffenis van Lenaert ende Adriaentken onmondige kinderen hier tegen deijlende ende noirtwaert aen sheerenstraete. Noch een hoffke gelegen aldaer voor de stede, toecomende de weduwe ende kinderen wijlen Henrick Goossens oistwaert aen de voorst. weduwe Denis Janssen Loijen, zuijtwaert sheerenstraete ende westwaert ende noirtwaert de erffgenaemen Cornelis Adriaens. Noch een lotken lants genoempt aen den Vonder oistwaert aen den aterlaet, zuijtwaert aen de weduwe Denis voorgen. westwaert de voorst. Lenaert ende Adriaentken hier tegen deijlende ende nnoirtwaert de voorst. erffgen. Cornelis Adriaens. Noch een stuck hoijelants acht hont off daer omtrent int geheel begrijpende gelegen in den Ambachte van Besoijen over den winterdijck genoempt het Hoijelant achter Goijaert Claessen oistwaert aen erffenisse des heere van Tilborch, zuijtwaert aen den winterdijck, westwaert Ghijsbert Hendricxssen Span ende noirtwaert aen den schouwsloot. Noch vijff hont lants in een stuck hoijelants gelegen in den Ambachte van Besoijen over d’Oude straete, gemeijn ende onbedeelt met Andries Peters ende Jan sone Adriaen Diercxssen de Bie. Ende noch acht hont hoijelants off daer omtrent in een stuck lants gelegen in den Ambachte van Cappelle inden Zuijdewijn, gemeijn ende onbedeelt met Adriaen Diercxssen de Bie. Allen de voorst. parceelen van erffgoederen soe groot ende cleijn als de selve ter voorst. plaetsen gelegen zijn ende gelijck zij deijlderen vercleirden malcanderen gedesigneert ende gewesen te hebben. Op welcke parceelen van goederen cum litteris et jure ten behoeve van den voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen, hebben de voorst. momboiren vertegen etc. Behoudelijck dat men vuijt desen lothe gelden sal de helft van alle renten, chijnsen ende pachten die vuijtte voorst. goederen ende vuijtte parceelen van erffenisse den voorst. Lenaerden ende Adriaentken onmondige kinderen des voorst. wijlen Jan Cornelis Oirlemans bij desen erffscheijdinge ende erffdeijlinge te deele bevallen, met recht te vergelden staen ende daerenboven sal dit loth tot vergelijckinge deser erffdeijlinge aen den voorst. Lenaert ende Adriaentken tot vastenavont 1632 geven ende vuijtreijcken tsaemen de somme van hondert ende 25 ca. gld. eens, goet gancbaer gelt. Met conditien ut infra. Overmidts etc. soe is den voorst. Lenaerden ende Adriaentken bij blinde lothe als voor geleeght tsaemen te deele bevallen ende erffelijck aengecomen eene stede lants mette timmeringe daer op staende ende het geheel ackerlant daeraenliggende genoempt Jan Vrients stede gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen gen. het Craenven tusschen een parceel ackerlants van anderhalff loopensaet ende vijff roeijen hier ondergenoempt ex vno oistwaert ende tusschen erffenisse der erffgenaemen Cornelis Adriaens etc. westwaert streckende van sheerenstraete totte duijcxse hoeve. Noch een parcheel ackerlants anderhalf lopensaet ende vijff roeijen int geheel begrijpende, gespleten van d’Oude stede, gelegen aldaer oistwaert aen den waterlaet, zuijtwaert ende noirtwaert aen de weduwe Denis Janssen Loijen ende westwaert aen erffenisse van de voorst. stede genoempt Vrienten stede. Noch een parcheel lants van vier loopensaet ende 4 1/2 roije in een acker lants gelegen aldaer aen den zuijde zijde van sheerenstraete, oistwaert ende westwaert Corstiaen Jan Borsten, zuijtwaert Cornelis Willems ende noirtwaert de voirst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen Cornelis Diercxssen hier tegen deijlende met Corstiaen Jan Borsten voorst. Noch een parcheel lants groot anderhalf loopensaet ende omtrent 7 roijen in den selven acker oistwaert ende zuijtwaert aen den voorst. Corstiaen Jan Borsten ende westwaert ende noirtwaert de erffgenaemen wijlen Jan Goijaerts. Noch een stuck hoijelants acht hont oft daeromtrent int geheel begrijpende, gelegen in Besoijen over den schouwsloot achter Goijaert Claessen, oistwaert aen erffenisse des heere van Tilborch, zuijtwaert aen den schouwsloot, westwaert aen den weduwe Geerit van Broechoven ende Aert Wouters van Laerhoven ende noirtwaert aen Ghijsbert Hendricxssen. Noch een stuck hoijelants vier hont oft daer omtrent int geheel begrijpende, gelegen in Besoijen aen den Crommendijck, oistwaert aen erffenisse van Wouter Peter Willems, zuijtwaert aen den winterdijck, westwaert aen Chantroijsen lant ende noirtwaert Willem Matheus. Noch drije hont hoijelants gelegen tot Cappel over de d’Oude straete, gemeijn ende onbedeijlt met Adriaen Diercxssen de Bie, Jacop Hendricx ende meer anderen. Ende noch een stuck hoijelants seven hont oft daeromtrent int geheel begrijpende, gelegen in den ambacht van Cappel in den Zuijdenwijn, onbedeelt met Mels Aertssen ende meer andere, het geheel stuck oistwaert aen Peter Hendrick Haemer, zuijtwaert aen d’oude straete, westwaert aen erffenisse der kinderen Laureijs Peters ende noirtwaert aen den Ganthel. Allen de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn ut supra ende daerenboven sal dit loth tot vergelijckinge deser erffdeijlinge van Jan Janssen Oirlemans ende Adriaen Cornelis Diercxssen hier tegen deijlende hebben ende ontfangen tot vastenavont 1632 de somme van hondert en 25 ca. gld. eens goet gancbaer gelt. Op welcke parcheelen van goederen cum litteris et jure ten behoeve van den voorst. Lenaert ende Adriaentken onmondige kinderen des voorst. wijlen Jan Cornelis Oirlemans hebben de voorst. Jan sone Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen sone wijlen Cornelis Diericxssen wettelijck ende erffelijck vertegen etc. Behoudelijck ut supra etc. ende daerenboven sal dit loth etc. Met conditie ut infra. Met conditien hier inne toegedaen, dat zij deijlderen den commer hier in desen benoempt alsoe sullen gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke lasten ende rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden, dat den eenen van den anderen egeen hinder oft schaede aff en sal comen in eeniger manieren. Behoudelijck oijck dat elck een schuldich ende gehouden sal wesen te wegen ende te stegen naer den rechte van den lande, te weten de voorst. Jan ende Adriaen als schulderen principael super se en bona qua etc. ende de voorst. momboiren etc. Allet sonder argelist. Testes Dierck Raessen ende Adriaen Cornelis den 27e februarij 1631. RAT. Loon op Zand. R 65 f 171r/v d.d. 28-2-1631. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ter eenre ende Adriaen Cornelis Diercxssen als man ende momboir van Lijsken zijnen huijsvrouwe dochtere des voorst. wijlen Jan Cornelis Oirlemans ter andere zijden, hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinge van goederen die hen tsaemen onbedeelt bij den bovengeschr. erffscheijding ende erffdeijlinge te deele bevallen zijn, soe men verclaerden. Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge, soe is Jan Janssen Oirlemans bovengen. te deele bevallen d’oude stede op het Craenven met allen de heijbodems ende de parcheelen van erffenisse op het Craenven liggende, die welcke hen tsaemenderhandt bij de voorst. deijlinge aldaer te deele bevallen ende aengecomen waeren. Op welcke parcheelen van goederen tsaemen op allen brieven ende bescheeden daer aff mentie maeckende ten behoeffne des voorst. Jn sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans heeft de voorst. Adriaen Cornelis Diercxssen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde. Behoudelijck dat men vuijt desen lothe sal gelden alle renten, chijnsen ende pachten die met recht daer vuijt zijn gaende. Ende daerenboven sal Jan voorst. betaelen ende voldoen int geheel alsulcke 125 ca. gld. als zij deijlderen aen Lenaerden ende Adriaentken onmondige kinderen Jan Cornelis voorgen. naer luijdt van de voorst. voorgaende deijlinge moeten vuijtreijcken tot vastenavont 1632. Oijck soe sal Jan de gehele huere der voorst. stede voor een jaer ontfangen. Met conditie ut infra. Overmidts etc. soe zijn den voorst. Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen namens zijn huijsvrouwe te deele bevallen allen de parcheelen van hoijelant soe tot Cappel als Besoijen, die welcke hen deijlderen bij de voirst. voorgaende deijlinge te deele bevallen zijn. Op welcke parceelen van goederen tesaemen op allen brieven ende bescheeden daer aff mentie maeckende ten behoeve van den voorn. Adriaen Cornelis Diercxssen heeft de voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans wettelijck ende erffelijck vertegen, helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde. Behoudelijck dat men daer vuijt sal gelden het ghene daerop begroot soude mogen zijn. met conditien ut infra. Met conditien hier inne toegedaen, dat zij deijlderen den commer hen in desen genoempt alsoo sullen gelden ende betaelen de gebuerlijcke lasten ende rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden, dat deen van dander egeen hinder oft schaede en sal overcomen in eenige manieren ende offer eenigen ouden commer met recht hier op quam daer men ten deser tijdt nijet aff en weet, den selven sullen sij deijlderen malcanderen helpen draegen, ende sal elck zijn loth aenveerden, soe ende gelijck de voorgaende deijlinge is vermelt ende sullen zij oijck malcanderen allen achterstel helpen aff te doen. Gelovende de voorst. deijlderen sup se et bona etc. ten eeuwigen daege onwederroepleijck. Op te verbeurte van hondert ca. gld. tot behoeffne van den armen tot Venloon. Testes D. Raessen ende Ghijsb. Claessen. Actum 28e februarij 1631. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 169v/171v scan 205/208] |
03-02-1630 | Pdf RAT. Loon op Zand. R 65 f 157v/158v d.d. 3-12-1630. Wij Dierck Raessen van Grevenbroeck ende Ghijsbert Claessen Buennen, schepenen der heerlicheijt van Venloon doen condt eenen ijegelijcken, certificerende voor de gerechte waerheijt hoe dat op heden date deser voor ons gecomen ende gecompareert zijn in henne propere persoonen de eersaeme Adriaen sone wijlen Cornelis Dierck Franssen, geassisteert met Cornelis Sijmens ende Laureijs Jan Spijckers zijne oomen ende momboirs, ende Lucas Caerl Willemsse de Pruijser zijnen swaeger ter eenre, ende Elizabeth dochtere wijlen Jan Cornelis Oirlemans geassisteert met Jan Janssen Oirlemans haeren broeder ende Jan Adriaen Zuenen ende Willem sone wijlen Matheeus Janssen Berchmans haere momboirs ter andere zijnden. De voorst. Adriaen ende Elizabeth tegenwoich jonge oft ierstgehouwde beddegenoten, de welcke om te verhueden alle questien, cauillatien ende geschillen die hier naemaels in toecomende tijden tusschen de vrienden van den ierst afflijvigen ende den lancxtlevende van hen beijde oft bij afflijvicheijt deselffs lancxtlevende tusschen zijne oft haere vrienden souden moegen opstaen ende gerijsen, hebben naer rijpe deliberatie ende met volcomen consent ende advijs van den voorst. momboirs ende vrienden gemaeckt ende gesloten dit tegenwoirdich contract ende dat in vuegen, manieren ende onder de conditien hiernaer volgende. In den iersten is gecontioneert dat elck de voorst. beddegenoten tot subsidie ende onderstandt van den houwelijck bij hen alreede aengevangen, sal innebrengen allen ende een ijegelijcken henne goederen, soe erffelijcke, erffhaeffelijcke, waer ende tot wat plaetsen de selve gelegen zijn off bevonden sullen wordden, het sij in Brabant, Hollant oft elders. Ende oft het gebeurden dat de voorst. Adriaen off Elizabeth deser werelt geraeckten te overlijden, sonder wettige levende geboirte staende desen houwelijck van hender beijde lijffne geprocreert te hebben, oft dat het kindt oft kinderen bij hen tsaemen verweckt voer zijne oft henne mondige daegen oft aleert tot wettige geapprobeerden staet te comen quamp oft quamen afflijvich te wordden, soe sullen de voorst. erffelijcke goederen die deen oft dander bij versterff van vrienden staende desen houwelijck souden moegen aencomen, succederen ende devolueren aen den zijde van daer zij gecomen zijn, dan de haeffelijcke goederen mette erffelijcke ende erffhaevelijcke goederen duerende desen houwelijck te conquesteren ende te veroveren sullen wesen ingevalle als voor halff ende halff. Wel verstaende nochtans soe sal de lancxtlevende van de voorst. beddegenoten ingevalle van egeene blijvende geboirte als boven verbetert wesen ende aen hem oft haer van de gereetste goederen des ierststervende vuijt gereijckt wordden de somme van tweehondert ca. gld. eens goet gancbaer gelt, ende sal de lancxtlevende alsdan daermede naer luijdt ende vermellens deser schuldich ende gehouden wesen affstandt te doen van de voorst. goederen des ierststervende. Alle welcke poincten, conditien ende clausulen de voorst. comparanten malcanderen geloeft hebben ende geloven midts desen vast, steedich ende van weirden te houden, sonder daer tegens te doen oft comen doen doen, off doen comen het sij in recht oft daer buijten in eeniger manieren. Op verbintenisse van henne persoonen ende allen henne goederen, hebbende ende vercrijgende, renuncierende tot dijen de selve comparanten op alle beneficien ende rescissien oft andere die hen ter contrarien van desen eenichsins souden moegen dienen oft te staede comen. Allet sonder argelist. Ende des toirconden etc. opten 3e decembris 1630. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 157v/158v] | ||
10-02-1651 | Huwelijkse voorwaarden opgemaakt tussen Adriaen Geeridt Cornelis Cauwenberchs en Elizabeth Jan Cornelis Oerlemans, weduwe van Adriaen Cornelis Diercxssen van den Hove. Adriaen wordt geassisteerd met zijn vader Geeridt en Elizabeth met Lambert Cornelissen van den Hove, Peter Poisson en Jan Janssen Oirlemans, ooms van de zeven onmondige kinderen uit haar eerste huwelijk. Adriaen zal 1500 gulden inbrengen. Toelichting: ------------- Op 25 januari 1651 zijn Elisabeth en Adriaen getrouwd. Voor zichzelf en haar 7 onmondige kinderen uit het 1e huwelijk stelt ze met haar nieuwe echtgenoot de huwelijkse voorwaarden op. Ze is geassisteert door Lambert Cornelis van den Hove. Dat zal haar broer zijn, en daardoor oom van de kinderen. Ook door Jan Jansen Oirlemans. Ze is dochter van wijlen Jan Cornelis Oerlemans, en daarmee is het dan ook Jan Jan Cornelis Oirlemans, haar broer en dus oom van de kinderen. Ook nog door Peter Poisson. Die is getrouwd op 29 januari 1640 met Maria Cornelis van den Hove, haar zus, en zo is hij ook oom van de 7 kinderen. De 7 kinderen: de oudste is Johannes, 18 jaar, en de jongste is Lambertus, 2 jaar. Van de 8 gevonden dopen is er een 2e Adriana. Waarschijnlijk is de 1e jong overleden, waardoor het deze 7 kinderen geweest zullen zijn, als ze weer trouwt. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 73 f. 77r, 77v, 78r, 78v] |
van 30-04-1635 tot 08-04-1655 | Pdf RAT. Loon op Zand. R 67 f 24r d.d. 30-4-1635. Willem sone Cornelis Berthens alias Prince, woonende in Udenhout heeft gelooft als schulder principael op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende, Adriaen sone Cornelis Diercxssen van den Hove de somme van hondert ca. guldens goet gancbaer gelt te geven ende te betaelen den 14e aprilis anno 1636 metten intrest tegen den penninck sesthien. Ende oft het gebeurden dat de voorst. Willem Cornelis Berthens de voorst. somme langer waer onderhoudende, soe geloeft hij gelijcken intrest te betaelen naer loop ende laps van tijde. Gelovende daer en boven de selve Willem tegens dese zijne geloefte nijet te doen oft laeten doen in recht oft daer buijtten in eeniger manieren ten zij etc. Testes Bastiaen Stoffelen ende Cornelis Willems den 30e aprilis 1635. In marge bijgeschreven: Lenaert Janssen Oirlemans als actie ende transport hebbende soe hij seijde van Adriaen Cornelis Diercxssen bekent als dat Willem Cornelis Berthens hem dese geloefte ten vollen betaelt heeft metten intrest daeraff verschenen. Actum 11 martij 1640. RAT. Loon op Zand. R 67 f 24r/v d.d. 30-4-1635. Marcus sone Jan Everts heeft geloeft als schulder principael op hem ende allen zijne goederen hebbende ende vercrijgende Adriaen Cornelis Diercxssen van den Hove de somme van sessendertich ca. gld. goet gancbaer gelt te geven ende te betaelen tot halff aprilis des jaers 1636 metten intrest tegen den penninck sesthien. Ende oft gebeurde dat de voorn. Marcus de selve somme van 36 gld. langer waer onderhouden, soe geloeft hij gelijcken intrest te betaelen naer loopen ende laps van den tijde. Gelovende daerenboven de selve Marcus als schulder principael op verbintenisse als voor tegens dese zijne geloefte nijet te doen oft laeten doen in recht oft daerenboven in eeniger manieren, ten zij namptizatie ierst ende voor al sal geschiet wesen. Testes et actum ut supra. In marge: Adriaen Geritssen Cauwenberch als man ende momboir van Lijsken naegelaeten wed. Adriaen Cornelis van den Hove bekent als dat Marcus Janssen gelover hem dese geloefte ten vollen betaelt heeft. Actum 8e aprilis 1655. |
[bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 67 f. 24r] |
03-04-1634 | Pdf RAT. Loon op Zand. R 66 f 71v/73r d.d. 3-4-1634. Adriaen Cornelis Diercxssen van den Hove als man ende momboir van Lijsken zijnen huijsvrouwe dochtere wijlen Jan Cornelis Oirlemans, de helft onbedeijlt in een parcheel eckerlants anderhalf loopensaet ende vijff roijen int geheel begrijpende, gespleten van de oude stede gecomen van zijns transportants huijsvrouwe vader, gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven, oistwaert aen den waterlaet, zuijtwaert ende noirtwaert aen de weduwe Denijs Janssen ende haere kinderen, ende noirtwaert aen Vriendten stede. Noch de helft onbedeijlt van een parcheel lants van vier loopensaet ende 4 1/2 roije lants in eenen acker lants gelegen aldaer aen de zuijdenzijde van sheerenstraete, oistwaert aen er |